Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1.
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
NEDERLANDS
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend
onder toezicht staan.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
3
Algemene veiligheid
1.2
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
4
www.aeg.com
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat direct op
de stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op
met de erkende servicedienst.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS
5
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op
de bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt
boven een lade:
– Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de
koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem
kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het
apparaat en de zaken die u in de
lade bewaart.
• Verwijder de afscheidingspanelen die
in de kast onder het apparaat zijn
geïnstalleerd.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
6
www.aeg.com
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u
hiermee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
min.
50mm
min.
500mm
NEDERLANDS7
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.5 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
3.4 Samenstellen
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
3.3 Aansluitkabel
• Bij de kookplaat wordt een
aansluitkabel meegeleverd.
• Voor het vervangen van een
beschadigde voedingskabel, gebruikt
u het kabeltype: H05V2V2-F dat een
temperatuur van 90 °C of hoger
weerstaat. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
min. 12min.
60
min.
28
11
2
1
1
785243
9
1
121011
6
www.aeg.com8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookplaat
Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
4.2 Bedieningspaneel-indeling
NEDERLANDS9
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
De indicatoren boven het symbool geven
de voortgang van de functie aan.
PauzeDe functie in- en uitschakelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
kookzones
Hob²HoodDe handmatige modus van functie in- en
uitschakelen.
-Om de kookzone te selecteren.
-De tijd verlengen of verkorten.
/
PowerBoostHet inschakelen van de functie.
4.3 Kookstanddisplays
DisplayBeschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer
De kookzone wordt gebruikt.
Pauze is in werking.
SenseBoil® is in werking.
Automatisch opwarmen is in werking.
PowerBoost is in werking.
Er is een storing.
10
www.aeg.com
DisplayBeschrijving
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken/warm houden/restwarmte.
Slot /Kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatische uitschakeling is in werking.
4.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. De
aanduidingen tonen het
niveau van de restwarmte
voor de kookzones die u
momenteel gebruikt. De
aanduidingen kunnen ook
aangaan voor de
nabijgelegen kookzones,
zelfs als u deze niet gebruikt.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
5.2 Automatische
uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt
(bijvoorbeeld als een steelpan droog
kookt). De kookzone moet afgekoeld
zijn voordat u de kookplaat weer kunt
gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje
gaat aan en schakelt de kookplaat
uit.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
KookstandDe kookplaat
wordt uitgeschakeld na
, 1 - 3
4 - 75 uur
8 - 94 uur
10 - 141,5 uur
6 uur
5.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
5.4 SenseBoil®
De functie past de temperatuur van het
water automatisch aan zodat de pan niet
overkookt zodra het kookpunt is bereikt.
Wanneer er nog restwarmte
( / / ) op de
kookzone die u wilt
gebruiken aanwezig is,
wordt een akoestisch signaal
uitgezonden en zal de
functie niet starten.
1. Raak aan om de kookplaat te
activeren.
2. Tik op om de functie in te
schakelen.
Er verschijnt een knipperend
pictogram voor kookzones waarop u de
functie momenteel kunt gebruiken.
3. Raak de bedieningsbalk van een
beschikbare kookzone aan waarvoor
u de functie wilt starten (tussen de
kookstand 1-14).
De functie start.
-
NEDERLANDS
Als u niet binnen 5 seconden een
kookzone kiest, wordt de functie niet
geactiveerd.
Zodra de functie start, gaan
de indicatoren boven het
symbool één voor één
aan totdat het water het
kookpunt bereikt.
Wanneer de functie het kookpunt
detecteert, geeft de kookplaat een
akoestisch signaal en verandert het
verwarmingsniveau automatisch in 8.
Wanneer alle kookzones al
in gebruik zijn of er zich
restwarmte op alle
kookzones bevindt, laat de
kookplaat een pieptoon
horen, knipperen de
indicatoren boven en
start de functie niet.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. De functie wordt
gedeactiveerd en de warmte-instelling
daalt tot 0, of raak de bedieningsbalk
aan en pas de kookstand handmatig aan.
De functie Pauze en het
optillen van de pan
schakelen de functie
SenseBoil® uit.
5.5 Het gebruik van de
kookzones
Plaats het kookgerei in het midden van
de gekozen kookzone.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
U kunt met groot kookgerei op twee
kookzones tegelijkertijd koken. Het
kookgerei dient het midden van beide
zones te bedekken .
5.6 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
11
12
www.aeg.com
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
branden.
5.7 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
5.8 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met .
Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
(minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen:stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
Kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak aan.
Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
en getelde tijd
NEDERLANDS
13
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
5.9 Pauze
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in werking is, zijn alle
andere symbolen op de
bedieningspanelen vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Raak aan om de functie te activeren.
gaat aan.De kookstand wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan.
aan. De vorige kookstand gaat
5.10 Slot
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
5.11 Kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
. gaat aan. Raak 4 seconden
met
aan. Stel de kookstand in binnen 10seconden. U kunt de kookplaat
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in
werking.
. Stel geen
5.12 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
•
• - de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
aanraakt
• u
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
5.13 Vermogensbeheer
• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
14
www.aeg.com
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
5.14 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat
als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste
afzuigkappen wordt het
afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie
gebruikt. Zie voor meer
informatie de
gebruikershandleiding van
de afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 –
H6 om de functie automatisch te
bedienen. De kookplaat wordt
oorspronkelijk ingesteld op H5.De
afzuigkap reageert als u de kookplaat in
gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch
en stelt de snelheid van de ventilator
erop af.
Automatische modi
Automa-
tische
verlichting
ModusH0UitUitUit
ModusH1AanUitUit
Modus
H2
ModusH3AanUitVentila-
ModusH4AanVentila-
ModusH5AanVentila-
ModusH6AanVentila-
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de verlichting en reageert niet op de temperatuur.
AanVentila-
3)
Koken
torsnelheid 1
torsnelheid 1
torsnelheid 1
torsnelheid 2
1)
Bak-
2)
ken
Ventilatorsnelheid 1
torsnelheid 1
Ventilatorsnelheid 1
Ventilatorsnelheid 2
Ventilatorsnelheid 3
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak
een paar keer aan tot aan
gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
NEDERLANDS
15
Schakel de automatische
modus van de functie uit om
de kookplaat direct te
bedienen op het
kookplaatpaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de
ventilator per ongeluk de
komende 30 seconden
activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig
bedienen
U kunt de functie ook handmatig
bedienen. Raak daartoe aan als de
kookplaat actief is. Dit schakelt de
automatische bediening van de functie
uit zodat u de ventilatorsnelheid
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd.
handmatig kunt veranderen. Als u op
drukt, wordt de ventilatorsnelheid met
één verhoogd. Als u een intensief niveau
bereikt en weer op drukt, stelt u de
ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de
afzuigkapventilator uitschakelt. Om de
ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de
automatische bediening van
de functie te activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u
de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de
afzuigkap gaat uit 2 minuten
nadat u de kookplaat heeft
uitgeschakeld.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn
voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische
gegevens".
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
www.aeg.com16
• kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (sandwichconstructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand
en als het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een
sandwich-constructie).
• bromgeluid: als u een hoge
kookstand gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
6.3 Praktische tips voor
SenseBoil®
De functie werkt het beste voor kokend
water en het bereiden van aardappelen.
Het werkt niet met
kookgerei van gietijzer of
met anti-aanbaklaag,
bijvoorbeeld met een
keramische coating.
Geëmailleerde stalen
pannen worden aanbevolen
voor het beste resultaat bij
het koken van aardappelen.
Controleer of de pan geschikt is voor
SenseBoil® door de eerste kooksessie te
monitoren.
Voor efficiënt gebruik van SenseBoil®
volgt u onderstaand advies:
• Vul tussen de helft en driekwart van
de pan met koud kraanwater en laat 4
cm vanaf de rand van de pan leeg.
Gebruik niet minder dan 1 of meer
dan 5 liter water. Zorg ervoor dat het
totale volume van het water (of het
water en de aardappelen) tussen 1-5
kg ligt.
• Als u aardappelen wilt koken, zorg
dan dat ze volledig bedekt zijn met
water, maar vergeet niet om minstens
een kwart van de pan leeg te laten.
• Voor het beste resultaat kookt u hele,
ongeschilde, middelgrote
aardappelen.
• Vermijd externe trillingen
(bijvoorbeeld door een blender te
gebruiken of een mobiele telefoon
naast het apparaat te plaatsen)
wanneer de functie actief is.
• Als u zout wilt gebruiken, voegt u het
toe nadat het water het kookpunt
heeft bereikt.
• De functie werkt mogelijk niet goed
voor waterkokers en espressopotten.
6.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met
de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat een
kookzone op de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
KookstandGebruiken om:Tijd
(min)
- 1
1 - 3Hollandaisesaus, smelten: bo-
Bereide gerechten warm houden.
ter, chocolade, gelatine.
zoals
nodig
5 - 25Van tijd tot tijd mengen.
Tips
Een deksel op het kookgerei
doen.
NEDERLANDS
17
KookstandGebruiken om:Tijd
(min)
1 - 3Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
3 - 5Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
5 - 7Stomen van groenten, vis en
vlees.
7 - 9Aardappelen stomen.20 - 60Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
9 - 12Zacht bakken: kalfsoester, cor-
don bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever,
roux, eieren, pannenkoeken,
donuts.
12 - 13Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks.
14Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
10 - 40Met deksel bereiden.
25 - 50Voeg minimaal twee keer zo
20 - 45Voeg een paar eetlepels vocht
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
zoals
nodig
5 - 15Halverwege de bereidingstijd
Tips
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis halverwege de procedure door.
toe.
750 g aardappelen.
diënten
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
omdraaien.
6.6 Praktische tips voor
Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de
functie:
• Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
• Breng geen halogeenverlichting aan
in het afzuigkappaneel.
• Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
• Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote
pan). Zie de afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is
slechts een voorbeeld.
www.aeg.com18
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het
signaal hinderen. Gebruik
geen op afstand bedienbare
apparaten op het moment
dat u de functie op de
kookplaat gebruikt.
Afzuigkappen met de Hob²Hood
functie
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten
kunststof, plastic folie, suiker en
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met
deze functie werken. De AEGafzuigkappen die met deze functie
werken moeten het symbool hebben.
suikerhoudend voedsel, anders kan
dit schade aan de kookplaat
veroorzaken. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Gebruik
de speciale schraper op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaatvoldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalenverwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat moet u doen als...
ProbleemMogelijke oorzaakoplossing
U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram.
NEDERLANDS19
ProbleemMogelijke oorzaakoplossing
De zekering is doorgesla-
gen.
Ga na of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installateur.
Stel gedurende 10 seconden
geen kookstand in.
Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Pauze is in werking.Raadpleeg "Dagelijks ge-
bruik".
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedienings-
Reinig het bedieningspaneel.
paneel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
geschakeld.
Er klinkt een geluidssignaal
als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit.U hebt iets op de tiptoets
gezet.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is bediend of de sensor beschadigd is.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang ge-
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
Hob²Hood werkt niet.U dekt het bedieningspa-
neel af.
U maakt gebruik van een he-
le grote pan die het signaal
blokkeert.
Verwijder het voorwerp van
het bedieningspaneel.
Gebruik een kleinere pan,
verander van kookzone of
bedien de afzuigkap hand-
matig.
Automatisch opwarmen
werkt niet.
De hoogste kookstand is in-
De zone is heet.Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste kookstand heeft
gesteld.
hetzelfde vermogen als de
functie.
www.aeg.com20
ProbleemMogelijke oorzaakoplossing
De kookstand schakelt tussen twee kookstanden.
Vermogensbeheer is in
werking.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedieningspaneel.
Er klinkt geen geluidsignaal
De signalen zijn uit.Activeer het geluid. Raadwanneer u de tiptoetsen van
het bedieningspaneel aanraakt.
gaat aan.
gaat aan.
Kinderbeveiliging of Slot is
in werking.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Het kookgerei is niet ge-
schikt.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
en verschijnen afwis-
selend.
en verschijnen afwis-
selend.
en verschijnen afwis-
selend.
Het vermogen is te laag van-
wege ongeschikt kookgerei
of een lege pot.
De pan is leeg of bevat an-
dere vloeistof dan water, bij-
voorbeeld olie.
Er bevindt zich te veel of te
weinig water in de pan.
U hebt ander voedsel ge-
kookt dan water en aardap-
pelen. Het kookpunt werd in
de tijd verplaatst en de Sen-
seBoil®-functie kon niet
goed werken.
U hoort een piepgeluid. De
indicatoren boven knip-
peren en de functie SenseBoil® start niet.
Geen van de kookzones is
gereed voor gebruik met de
functie SenseBoil®. Er is wat
restwarmte op de kookzones
die u wilt kiezen of deze zijn
nog steeds in gebruik.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones indien nodig.
pleeg "Dagelijks gebruik".
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Zet kookgerei op de zone.
Gebruik geschikt kookgerei.
Zie 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen. Raadpleeg "Technische gegevens".
Gebruik geschikt kookgerei.
Zie “Nuttige aanwijzingen
en tips" en "Technische gegevens".
Activeer geen zones waarop
een lege pan is geplaatst.
Vermijd gebruik van deze
functie met andere vloeistoffen dan water.
Zie 'Nuttige aanwijzingen en
tips'. Gebruik SenseBoil® alleen voor het met water koken van aardappelen.
Rond uw vorige kookactiviteiten af en kies een vrije
kookzone zonder restwarmte.
ProbleemMogelijke oorzaakoplossing
en een getal gaat bran-
den.
U kunt een constant piepgeluid horen.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
De elektrische aansluiting is
onjuist.
Schakel de kookplaat uit en
na 30 seconden weer in.
Wanneer weer verschijnt,
trekt u de stekker van de
kookplaat uit het stopcontact. Steek de stekker van de
kookplaat er na 30 seconden
weer in. Als het probleem
zich blijft voordoen, neem
dan contact op met een erkend servicecentrum.
Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcontact.
Laat de installatie controleren door een erkende elektricien.
NEDERLANDS21
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Typeplaatje
Model IAE64411FBPNC 949 597 474 00
Type 61 B4A 00 AA220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz
Inductie 7.35 kWGeproduceerd in Duitsland
Ser.Nr. .................7.35 kW
AEG
9.2 Specificatie kookzones
KookzoneNominaal ver-
mogen (max
warmte-instelling) [W]
Linksvoor2300370010125 - 210
PowerBoost
[W]
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
www.aeg.com22
KookzoneNominaal ver-
mogen (max
warmte-instelling) [W]
Linksachter1800280010145 - 180
Rechtsvoor140025004125 - 145
Rechtsachter1800280010145 - 180
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014 alleen geldig voor
EU-markt
ModelidentificatieIAE64411FB
Type kookplaatIngebouwde
Aantal kookzones4
VerwarmingstechnologieInductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking)
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
180,2 Wh / kg
PowerBoost
[W]
PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
kookplaat
21,0 cm
18,0 cm
14,5 cm
18,0 cm
178,4 Wh / kg
174,4 Wh / kg
183,2 Wh / kg
184,9 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de
prestatie
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.