Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
www.aeg.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Installeer het apparaat niet naast een
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Als het apparaat geïnstalleerd is bo-
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruim-
• De onderkant van het apparaat kan
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pannen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
ven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
te van 2 mm vrij is tussen het werkblad
en de voorkant van de onderste unit.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte.
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
NEDERLANDS5
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de serviceafdeling of een elektromonteur om
een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3
mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
www.aeg.com
6
• Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als
u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
12
675
3
Inductiekookzone
1
Inductiekookzone
2
Inductiekookzone
3
Inductiekookzone
4
Inductiekookzone
5
Inductiekookzone
6
Bedieningspaneel
7
4
NEDERLANDS7
3.1 Indeling bedieningspaneel
781110125234
961
1415171316
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays,
indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
sensorveldfunctie
1
2
3
4
Een kookstanddisplayDe kookstand weergeven.
5
Indicatielampjes timer voor
6
de kookzones
TimerdisplayDe tijd in minuten weergeven.
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
/
Het apparaat in- en uitschakelen.
Het bedieningspaneel vergrendelen en
ontgrendelen.
De functie STOP+GO in- en uitschake-
len.
De Chef-functie inschakelen.
Geeft aan voor welke zones u de tijd instelt.
Toont dat de timer met optelfunctie in
werking is (1 tot 59 minuten).
Toont dat de timer met aftelfunctie in
werking is (1 tot 99 minuten) of dat de
kookwekker in werking is.
Geeft aan voor welke kookzones u de
kookstand instelt.
Geeft aan dat de pan niet geschikt is,
dat de diameter van de panbodem is te
klein is of dat er geen pan op de kookzone staat.
De Bridge-functie in- en uitschakelen.
De Bridge-functie in- en uitschakelen.
De tijd verlengen of verkorten.
De kookzone instellen voor de Timer-
functie.
Timerfuncties instellen.
www.aeg.com
8
sensorveldfunctie
Bedieningsstripvoor het instellen van de kookstand.
17
3.2 Kookstanddisplays
DisplayBeschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer
/ /
3.3 OptiHeat Control (3 staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
\ \ Verbrandingsgevaar
door restwarmte!
De kookzone wordt gebruikt.
De -functie is in werking.
De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
De Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie): door
gaan met koken / warmhouden / restwarmte.
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
De functie Automatische uitschakelen is in werking getreden.
OptiHeat Control toont het niveau van
de restwarmte. De inductiekookzones
creëren de voor het koken benodigde
warmte direct in de bodem van de pan.
Het glaskeramiek is heet door de warmte van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 In- en uitschakeling
Raak 1 seconde aan om het apparaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatische
uitschakeling
De functie schakelt het apparaat
automatisch uit als:
•
Alle kookzones uitgeschakeld zijn (
).
• U de kookstand niet instelt nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt zes keer een geluidssignaal en
het apparaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• Het apparaat wordt te heet (b.v. als
een pan droogkookt). Wacht totdat de
kookzone is afgekoeld voordat u het
apparaat weer kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
nuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
raat uitgeschakeld. Zie hieronder.
gaat branden en na 2 mi-
branden en wordt het appa-
• De verhouding tussen warmte-instelling en tijden van de automatische uitschakelingsfunctie:
•
, - — 6 uur
•
- — 5 uur
•
- — 4 uur
•
- — 1,5 uur
NEDERLANDS9
1.
Raak aan ( verschijnt dan in
het display).
2.
Selecteer meteen de benodigde
kookstand. Na 3 seconden verschijnt
op het display.
Verander de kookstand om de functie te
stoppen.
4.3 De kookstand
Raak de bedieningsstrip aan bij de gewenste kookstand. Beweeg uw vinger
over de bedieningsstrip om de instelling
te wijzigen. Laat niet los voordat de juiste kookstand is bereikt. Het display
toont de kookstand.
Als u pannen groter dan 180 mm gebruikt raadt de fabrikant aan deze op de
achterste kookzones te plaatsen.
4.4 Brugfunctie
De brugfunctie verbindt twee kookzones
en werken dan samen als één kookzone.
U kunt deze functie gebruiken voor pannen groter dan 260 mm.
Stel eerst de warmteinstelling in voor
één van de kookzones.
Raak om de Bridge-functie te activeren
aan en het lampje gaat branden. Raak
één van de tiptoets-schakelaars aan om
de warmteinstelling in te stellen of te wijzigen.
Raak om de Bridge-functie uit te schake-
aan en het lampje gaat uit. De
len
kookzones werken onafhankelijk.
4.5 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller
verkrijgen als u de functie Automatisch
opwarmen inschakelt. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie
diagram) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand.
De functie Automatisch opwarmen starten voor een kookzone:
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1314
4.6 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie kan een beperkte tijd
worden ingeschakeld (zie het hoofdstuk
Technische informatie). Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
aan om de functie in te schake-
Raak
len;
gaat branden. Wijzig de kook-
stand om de kookstand uit te schakelen.
4.7 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De powerfunctie verhoogt het vermogen naar het
maximale niveau voor één kookzone per
paar. De kracht in de tweede kookzone
neemt automatisch af. Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone
verandert tussen twee niveaus.
00
00
www.aeg.com
10
4.8 Chef-functie
De Chef-functie schakelt alle kookzones
in en activeert automatisch de Bridgefunctie voor alle zones. Met deze functie
wordt dezelfde kookstand ingesteld als
de laatst ingestelde kookstand.
Bij de eerste keer inschakelen is het lin-
kerdeel van de zones ingesteld op
het middelste deel is ingesteld op
het rechterdeel is ingesteld op
Om deze functie in te schakelen:
•
Raak
gaat branden. Alle kookzones werken
gedurende 9 minuten. Als de kookzo-
nes leeg blijven, gaat het symbool
aan. Na 9 minuten klinkt een geluidssignaal en de lege kookzones zijn in-
gesteld op
Om deze functie te hervatten:
•
Raak
te verplaatsen naar het uitgeschakelde
paar kookzones.
Om deze functie uit te schakelen:
•
Raak
de door u gekozen kookzones uit te
schakelen en behoudt de laatste
kookstand van de kookzones voor dit
paar. Het lampje gaat uit.
•
Stel de kookstand in op
timer met aftelfunctie de kookzones
uitschakelen. Het lampje gaat uit.
Als de Chef-functie uit staat, is de pandetectietijd 2 minuten.
aan en het controlelampje
.
aan om pannen te plaatsen of
aan om de Chef-functie voor
of laat de
en
.
4.9 De timer
De timer met aftelfunctie.
Gebruik de timer met aftelfunctie om in
te stellen hoe lang de kookzone alleen
deze keer moet werken.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat
de kookzone is geselecteerd.
De selectie van de timerfunctie is
mogelijk wanneer de kookzones
zijn ingeschakeld en nadat de
kookstand is ingesteld.
•
Kookzone instellen:raak
malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Wanneer deze functie wordt ingeschakeld, gaat
• De timer met aftelfunctie activeren:
,
raak
te stellen (
lampje van de kookzone langzaam
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
• Resterende tijd weergeven: selecteer de kookzone met
tielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt
de resterende tijd weergegeven.
• De timer met aftelfunctie wijzin-gen:stel de kookzone in met
raak
• Het uitschakelen van de timer metaftelfunctie: stel de kookzone in met
en raak aan. De resterende tijd
telt terug tot
van de kookzone gaat uit.
Als de afteltijd van de timer is verstreken, klinkt er een geluidssignaal en
knippert
geschakeld.
•
Het geluid uitschakelen: Raak
aan.
branden.
van de timer aan om de tijd in
- 99 minuten). Als het
00
of aan.
. Het indicatielampje
. De kookzone wordt uit-
De timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om te
controleren hoe lang de kookzone wordt
gebruikt.
• De selectie van de kookzone (indien
er meer dan 1 kookzone actief is):
meerdere malen aan tot het
raak
lampje van de gewenste kookzone
brandt.
Wanneer deze functie wordt ingeschakeld, gaat
• De timer met optelfunctie activeren:
Raak
Het symbool
branden.
• Om in de gaten te houden hoelangde kookzone werkt:selecteer de
kookzone met
je van de kookzone gaat sneller knip-
branden.
aan.
gaat uit en gaat
. Het indicatielamp-
meerdere
. Het indica-
en
peren. De display geeft aan hoe lang
00
de zone heeft gefunctioneerd. Gedurende de eerste minuut toont de display de tijd in seconden, en na de eerste minuut toont de display de tijd in
minuten. Het display toont de tijd van
de kookzone die gedurende langere
tijd heeft gefunctioneerd.
• Het uitschakelen van de timer metoptelfunctie: stel de kookzone in met
en raak of aan voor het in-
schakelen van de timer. Het symbool
gaat uit en gaat branden.
Wanneer de twee timerfuncties
tegelijkertijd in werking zijn,
geeft het display eerst de timer
die optelt weer.
De kookwekker.
U kunt de timer als kookwekker gebruiken als de kookzones niet werken. Raak
aan.
Raak
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
• Het geluidssignaal stopzetten: Raak
of van de timer aan om de
.
aan.
4.10 STOP+GO
De -functie stelt alle kookzones in op
de laagste instelling (
Als
in werking is, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
stopt de timerfunctie niet.
• Voor het inschakelen van deze func-
tie, raakt u
gaat branden.
• Raak voor het uitschakelen van deze
functie
eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven.
aan. Het symbool
aan. De kookstand die u
).
4.11 Slot
Wanneer de kookzones in gebruik zijn,
kunt u het bedieningspaneel vergrende-
len, maar niet
komen dat de kookstand per ongeluk
wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
. Hiermee wordt voor-
NEDERLANDS11
Raak om deze functie te starten
Het symbool
vier seconden.
De timer blijft aan.
Raak om deze functie te stoppen
De kookstand die u eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven.
Als u het apparaat stopt, stopt deze
functie ook.
verschijnt gedurende
4.12 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het apparaat
onbedoeld wordt gebruikt.
De kinderbeveiliging inschakelen
•
Schakel het apparaat in met
geen kookstand in.
•
Raak
•
Schakel het apparaat uit met
De kinderbeveiliging uitschakelen
•
Schakel het apparaat in met
geen kookstand in. Raak
den aan. Het symbool
den.
•
Schakel het apparaat uit met
De kinderbeveiliging gedurende een
kooksessie onderdrukken
•
Schakel het apparaat in met
symbool
•
Raak 4 seconden aan. Stel dekookstand in binnen 10 seconden. U
kunt het apparaat bedienen.
•
Als u het apparaat uitschakelt met
gaat de kinderbeveiliging weer werken.
4 seconden aan. Het symbool
gaat branden.
gaat branden.
4.13 OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
Uitschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit.
Raak
3 seconden aan. De displays
gaan aan en uit. Raak
aan.
gaat aan, het geluid is aan. Raak
aan, gaat aan, het geluid is uit.
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u
alleen de geluiden horen als:
•
aanraakt
u
3 seconden
aan.
aan.
. Stel
.
. Stel
4 secon-
gaat bran-
.
. Het
,
www.aeg.com
12
• de kookwekker af gaat
• de Timer met aftelfunctie gaat af
• als u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
Inschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Raak
gaan aan en uit. Raak
aan.
staat. Raak
luid is aan.
3 seconden aan. De displays
3 seconden
gaat aan, omdat het geluid uit
aan, gaat aan. Het ge-
INDUCTIEKOOKZONES
Bij een inductiekookzone zorgt een sterk
elektro-magnetisch veld ervoor dat de
pan erg snel heet wordt.
5.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Gebruik de inductiekookzones
met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
• ...een beetje water zeer snel kookt op
een zone die is ingesteld op de hoogste kookstand.
• ...een magneet blijft plakken aan de
bodem van de pan.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
5.2 Gebruik van de kookzones
LET OP
Plaats de pannen op het kruis dat op het
oppervlak staat waarop u kookt. Dek het
kruis volledig af. Het magnetische gedeelte van de bodem van de pan dient
minimaal 125 mm te zijn. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van het
kookgerei aan. U kunt met grote pannen
op twee kookzones tegelijkertijd koken.
5.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwichconstructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwichconstructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
5.4 Energie besparen
Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
De efficiëntie van de kookzone
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die
kleiner is dan het minimum, ontvangt
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.