AEG HK 956970 FB User Manual [nl]

HK956970FB NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 21 DE Benutzerinformation 41
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
8. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
9. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in­stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva­liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha­melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap­paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili­ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen­ten niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
www.aeg.com
4
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha­kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden ge­plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri­sche schokken te voorkomen.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pande­tector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Installeer het apparaat niet naast een
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie­technicus mag het apparaat in­stalleren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Als het apparaat geïnstalleerd is bo-
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruim-
• De onderkant van het apparaat kan
deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pannen van het apparaat val­len als de deur of het raam wordt geo­pend.
ven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade vol­doende is voor luchtcirculatie.
te van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroor­zaakt door het gebrek aan een ade­quate ventilatieruimte.
heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan wor­den aangeraakt.
NEDERLANDS 5
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon­teur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uit­voert.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het he­te apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de na­bijgelegen contactdozen aansluit
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet bescha­digt. Neem contact op met de service­afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te ver­vangen.
• De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet af­gesloten kan worden. Het isolatieap­paraat moet een contactopening heb­ben met een minimale breedte van 3 mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin­gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlek­schakelaars en contactgevers.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishou­delijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Leg geen bestek of deksels van steel­pannen op de kookzones. Deze kun­nen heet worden.
• Zet de kookzone op "uit" na elk ge­bruik. Vertrouw niet alleen op de pan­detector.
• Het apparaat mag niet worden ge­bruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elek­trische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moe­ten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ont­vlambare damp afgeven. Houd vlam­men of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kun­nen spontane ontbranding veroorza­ken.
• Gebruikte olie die voedselresten be­vat kan brand veroorzaken bij een la­gere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlamba­re producten in, bij of op het appa­raat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
www.aeg.com
6
• Zet geen hete pannen op het bedie­ningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskera­miek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookop­pervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Ge­bruik geen schuurmiddelen, schuur­sponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correc­te afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2
67 5
3
Inductiekookzone
1
Inductiekookzone
2
Inductiekookzone
3
Inductiekookzone
4
Inductiekookzone
5
Inductiekookzone
6
Bedieningspaneel
7
4
NEDERLANDS 7
3.1 Indeling bedieningspaneel
7 8 1110 1252 3 4
961
141517 1316
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
sensorveld functie
1
2
3
4
Een kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
Indicatielampjes timer voor
6
de kookzones Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
/
Het apparaat in- en uitschakelen. Het bedieningspaneel vergrendelen en
ontgrendelen. De functie STOP+GO in- en uitschake-
len. De Chef-functie inschakelen.
Geeft aan voor welke zones u de tijd in­stelt.
Toont dat de timer met optelfunctie in werking is (1 tot 59 minuten).
Toont dat de timer met aftelfunctie in werking is (1 tot 99 minuten) of dat de kookwekker in werking is.
Geeft aan voor welke kookzones u de kookstand instelt.
Geeft aan dat de pan niet geschikt is, dat de diameter van de panbodem is te klein is of dat er geen pan op de kook­zone staat.
De Bridge-functie in- en uitschakelen. De Bridge-functie in- en uitschakelen. De tijd verlengen of verkorten. De kookzone instellen voor de Timer-
functie. Timerfuncties instellen.
www.aeg.com
8
sensorveld functie
Bedieningsstrip voor het instellen van de kookstand.
17
3.2 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer / /
3.3 OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
\ \ Verbrandingsgevaar
door restwarmte!
De kookzone wordt gebruikt.
De -functie is in werking. De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
De Powerfunctie is in werking. Er is een storing. OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie): door
gaan met koken / warmhouden / restwarmte. Slot/kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
De functie Automatische uitschakelen is in werking ge­treden.
OptiHeat Control toont het niveau van de restwarmte. De inductiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek is heet door de warm­te van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 In- en uitschakeling
Raak 1 seconde aan om het apparaat in– of uit te schakelen.
4.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt het apparaat automatisch uit als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn ( ).
• U de kookstand niet instelt nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt zes keer een geluidssignaal en het apparaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• Het apparaat wordt te heet (b.v. als een pan droogkookt). Wacht totdat de kookzone is afgekoeld voordat u het apparaat weer kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het symbool
nuten schakelt de kookzone automa­tisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
gaat raat uitgeschakeld. Zie hieronder.
gaat branden en na 2 mi-
branden en wordt het appa-
• De verhouding tussen warmte-instel-
ling en tijden van de automatische uit­schakelingsfunctie:
, - — 6 uur
- — 5 uur
- — 4 uur
- — 1,5 uur
NEDERLANDS 9
1.
Raak aan ( verschijnt dan in het display).
2.
Selecteer meteen de benodigde kookstand. Na 3 seconden verschijnt
op het display. Verander de kookstand om de functie te stoppen.
4.3 De kookstand
Raak de bedieningsstrip aan bij de ge­wenste kookstand. Beweeg uw vinger over de bedieningsstrip om de instelling te wijzigen. Laat niet los voordat de juis­te kookstand is bereikt. Het display toont de kookstand.
Als u pannen groter dan 180 mm ge­bruikt raadt de fabrikant aan deze op de achterste kookzones te plaatsen.
4.4 Brugfunctie
De brugfunctie verbindt twee kookzones en werken dan samen als één kookzone. U kunt deze functie gebruiken voor pan­nen groter dan 260 mm. Stel eerst de warmteinstelling in voor één van de kookzones. Raak om de Bridge-functie te activeren
aan en het lampje gaat branden. Raak één van de tiptoets-schakelaars aan om de warmteinstelling in te stellen of te wij­zigen. Raak om de Bridge-functie uit te schake-
aan en het lampje gaat uit. De
len kookzones werken onafhankelijk.
4.5 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller verkrijgen als u de functie Automatisch opwarmen inschakelt. Deze functie scha­kelt even de hoogste kookstand in (zie diagram) en verlaagt dan naar de ge­wenste kookstand. De functie Automatisch opwarmen star­ten voor een kookzone:
12
11
10
9
8 7 6 5 4
3 2 1
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1314
4.6 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De Powerfunctie kan een beperkte tijd worden ingeschakeld (zie het hoofdstuk Technische informatie). Daarna wordt de inductiekookzone automatisch terugge­schakeld naar de hoogste kookstand.
aan om de functie in te schake-
Raak len;
gaat branden. Wijzig de kook-
stand om de kookstand uit te schakelen.
4.7 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver­mogen tussen twee kookzones die een paar vormen (zie afbeelding). De power­functie verhoogt het vermogen naar het maximale niveau voor één kookzone per paar. De kracht in de tweede kookzone neemt automatisch af. Het warmte-in­stellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
00
00
www.aeg.com
10
4.8 Chef-functie
De Chef-functie schakelt alle kookzones in en activeert automatisch de Bridge­functie voor alle zones. Met deze functie wordt dezelfde kookstand ingesteld als de laatst ingestelde kookstand. Bij de eerste keer inschakelen is het lin-
kerdeel van de zones ingesteld op het middelste deel is ingesteld op het rechterdeel is ingesteld op
Om deze functie in te schakelen:
Raak gaat branden. Alle kookzones werken gedurende 9 minuten. Als de kookzo-
nes leeg blijven, gaat het symbool aan. Na 9 minuten klinkt een geluids­signaal en de lege kookzones zijn in-
gesteld op
Om deze functie te hervatten:
Raak te verplaatsen naar het uitgeschakelde paar kookzones.
Om deze functie uit te schakelen:
Raak de door u gekozen kookzones uit te schakelen en behoudt de laatste kookstand van de kookzones voor dit paar. Het lampje gaat uit.
Stel de kookstand in op timer met aftelfunctie de kookzones uitschakelen. Het lampje gaat uit.
Als de Chef-functie uit staat, is de pan­detectietijd 2 minuten.
aan en het controlelampje
.
aan om pannen te plaatsen of
aan om de Chef-functie voor
of laat de
en
.
4.9 De timer
De timer met aftelfunctie.
Gebruik de timer met aftelfunctie om in te stellen hoe lang de kookzone alleen deze keer moet werken.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat de kookzone is geselecteerd.
De selectie van de timerfunctie is mogelijk wanneer de kookzones zijn ingeschakeld en nadat de kookstand is ingesteld.
Kookzone instellen:raak malen aan tot het lampje van de ge­wenste kookzone brandt.
Wanneer deze functie wordt ingescha­keld, gaat
De timer met aftelfunctie activeren:
,
raak te stellen (
lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afge­teld.
Resterende tijd weergeven: selec-
teer de kookzone met tielampje van de kookzone gaat snel­ler knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
De timer met aftelfunctie wijzin- gen:stel de kookzone in met raak
Het uitschakelen van de timer met aftelfunctie: stel de kookzone in met
en raak aan. De resterende tijd
telt terug tot van de kookzone gaat uit.
Als de afteltijd van de timer is verstre­ken, klinkt er een geluidssignaal en
knippert geschakeld.
Het geluid uitschakelen: Raak aan.
branden.
van de timer aan om de tijd in
- 99 minuten). Als het
00
of aan.
. Het indicatielampje
. De kookzone wordt uit-
De timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om te controleren hoe lang de kookzone wordt gebruikt.
De selectie van de kookzone (indien
er meer dan 1 kookzone actief is):
meerdere malen aan tot het
raak lampje van de gewenste kookzone brandt.
Wanneer deze functie wordt ingescha­keld, gaat
De timer met optelfunctie activeren: Raak Het symbool
branden.
Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt:selecteer de
kookzone met je van de kookzone gaat sneller knip-
branden.
aan.
gaat uit en gaat
. Het indicatielamp-
meerdere
. Het indica-
en
peren. De display geeft aan hoe lang
00
de zone heeft gefunctioneerd. Gedu­rende de eerste minuut toont de dis­play de tijd in seconden, en na de eer­ste minuut toont de display de tijd in minuten. Het display toont de tijd van de kookzone die gedurende langere tijd heeft gefunctioneerd.
Het uitschakelen van de timer met optelfunctie: stel de kookzone in met
en raak of aan voor het in-
schakelen van de timer. Het symbool
gaat uit en gaat branden.
Wanneer de twee timerfuncties tegelijkertijd in werking zijn, geeft het display eerst de timer die optelt weer.
De kookwekker.
U kunt de timer als kookwekker gebrui­ken als de kookzones niet werken. Raak
aan.
Raak tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
of van de timer aan om de
.
aan.
4.10 STOP+GO
De -functie stelt alle kookzones in op de laagste instelling ( Als
in werking is, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
stopt de timerfunctie niet.
Voor het inschakelen van deze func- tie, raakt u
gaat branden.
Raak voor het uitschakelen van deze
functie
eerder hebt ingesteld, wordt weerge­geven.
aan. Het symbool
aan. De kookstand die u
).
4.11 Slot
Wanneer de kookzones in gebruik zijn, kunt u het bedieningspaneel vergrende-
len, maar niet komen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in.
. Hiermee wordt voor-
NEDERLANDS 11
Raak om deze functie te starten Het symbool
vier seconden. De timer blijft aan.
Raak om deze functie te stoppen De kookstand die u eerder hebt inge­steld, wordt weergegeven. Als u het apparaat stopt, stopt deze functie ook.
verschijnt gedurende
aan.
aan.
4.12 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het apparaat onbedoeld wordt gebruikt.
De kinderbeveiliging inschakelen
Schakel het apparaat in met geen kookstand in.
Raak
Schakel het apparaat uit met
De kinderbeveiliging uitschakelen
Schakel het apparaat in met geen kookstand in. Raak den aan. Het symbool
den.
Schakel het apparaat uit met
De kinderbeveiliging gedurende een kooksessie onderdrukken
Schakel het apparaat in met symbool
Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het apparaat bedienen.
Als u het apparaat uitschakelt met gaat de kinderbeveiliging weer wer­ken.
4 seconden aan. Het symbool
gaat branden.
gaat branden.
. Stel
.
. Stel
4 secon-
gaat bran-
.
. Het
4.13 OffSound Control (In- en uitschakelen van de geluiden)
Uitschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit. Raak
3 seconden aan. De displays gaan aan en uit. Raak aan.
gaat aan, het geluid is aan. Raak
aan, gaat aan, het geluid is uit. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen de geluiden horen als:
aanraakt
u
3 seconden
,
www.aeg.com
12
• de kookwekker af gaat
• de Timer met aftelfunctie gaat af
• als u iets op het bedieningspaneel plaatst.
Raak gaan aan en uit. Raak aan. staat. Raak
luid is aan.
Inschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
3 seconden aan. De displays
3 seconden
gaat aan, omdat het geluid uit
aan, gaat aan. Het ge-
INDUCTIEKOOKZONES
Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro-magnetisch veld ervoor dat de pan erg snel heet wordt.
5.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bo­dem (aangemerkt als geschikt voor in­ductie door de fabrikant).
incorrect: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als…
• ...een beetje water zeer snel kookt op een zone die is ingesteld op de hoog­ste kookstand.
• ...een magneet blijft plakken aan de bodem van de pan.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
5.2 Gebruik van de kookzones
LET OP
Plaats de pannen op het kruis dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis volledig af. Het magnetische ge­deelte van de bodem van de pan dient minimaal 125 mm te zijn. Inductiekook­zones passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met grote pannen op twee kookzones tegelijkertijd koken.
5.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van één of meer kookzones met een hoge kook­stand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden ge­bruikt.
• Klikken: er treedt elektrische schake­ling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken.
5.4 Energie besparen
Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt.
• Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.
De efficiëntie van de kookzone
De efficiëntie van de kookzone heeft be­trekking op de diameter van het kookge­rei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
NEDERLANDS 13
slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk Technische gegevens voor de minimale diameters.
5.5 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het sig­naal van de timer met aftelfunc­tie klinkt. Het verschil in wer­kingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de lengte van de bereiding.
Wanneer u de warmte-instelling ver­hoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kook­zone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende ta­bel dienen slechts als richtlijn.
5.6 De voorbeelden van kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair.
Te
Te gebruiken voor: Tijd Tips Nominaal mp era tuu rin­stel­lin g
Het door u gekookte
eten warm te houden
1 1 -3Hollandaise saus, bo-
ter smelten, chocola-
de, gelatine 1 -3Stollen: luchtige om-
eletten, gebakken ei-
eren 3 -5Zachtjes aan de kook
brengen van rijst en
gerechten op melkba-
sis, reeds bereide ge-
rechten opwarmen
5 -7Stomen van groenten,
vis en vlees 7 -9Aardappelen stomen 20 - 60 min Gebruik max. ¼ l wa-
naar be­hoefte
Leg een deksel op de pan.
5 - 25 min Meng het geheel van
tijd tot tijd.
10 - 40 min Met deksel bereiden 3 – 8 %
25 - 50 min Voeg minstens twee-
maal zoveel vloeistof toe als rijst, melkge­rechten tijdens het bereiden tussendoor roeren.
20 - 45 min Enkele eetlepels
vloeistof toevoegen
ter voor 750 g aard­appelen
stroomver­bruik
3 %
3 – 8 %
8 – 13 %
13 – 18 %
18 – 25 %
www.aeg.com
14
Te
Te gebruiken voor: Tijd Tips Nominaal mp era tuu rin­stel­lin g
7 -9Bereiden van grotere
hoeveelheden voed-
sel, stoofschotels en
soepen 9 -12Lichtjes braden: kalfs-
oester, kalfs cordon
bleu, koteletten, risso-
les, worstjes, lever,
roux, eieren, pannen-
koeken, donuts 12 -13Door-en-door gebra-
den, opgebakken
aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden
van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Po-
werfunctie is geactiveerd.
60 - 150 min
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
zoals nodig Halverwege de be-
reidingstijd omdraai­en
5 - 15 min Halverwege de be-
reidingstijd omdraai­en
stroomver­bruik
18 – 25 %
25 – 45 %
45 – 64 %
100 %
6. ONDERHOUD EN REINIGING
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen in­vloed op de werking van het ap­paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schui­ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld:kalkvlek­ken, waterkringen, vetvlekken, glimmende metaalachtige ver­kleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskera­miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti­ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
7. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke Oplossing
U kunt het apparaat niet inschakelen of bedienen.
U hebt twee of meer tip-
De STOP+GO-functie is
Er ligt water of vetspat-
Er klinkt een geluidssig­naal en het apparaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een ge­luidssignaal als het appa­raat uit is.
Het apparaat wordt uit­geschakeld.
De restwarmte-indicatie gaat niet aan.
De functie automatisch opwarmen werkt niet.
De hoogste verwar-
De kookstand schakelt tussen twee kookstan­den.
De sensorvelden worden warm.
Er klinkt geen signaal wanneer u de sensorvel­den van het bedienings­paneel aanraakt.
Schakel het apparaat op-
toetsen tegelijk aange­raakt.
in werking.
ten op het bedienings­paneel.
U hebt een of meer tip­toetsen afgedekt.
U hebt iets op de tip­toets
De kookzone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is gebruikt.
Kookzone is heet. Laat de kookzone vol-
mingsstand is ingesteld.
Het vermogensbeheer is ingeschakeld.
Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uitge­schakeld.
geplaatst.
NEDERLANDS 15
nieuw in en stel de kook­stand binnen 10 secon­den in.
Raak slechts één tiptoets aan.
Raadpleeg het hoofd­stuk 'Dagelijks gebruik'.
Reinig het bedieningspa­neel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
Verwijder het object van de tiptoets.
Als het lang duurt alvo­rens de kookzone vol­doende heet is, neem dan contact op met de klantenservice.
doende afkoelen. De hoogste verwar-
mingsstand heeft het­zelfde vermogen als de functie automatisch op­warmen.
Zie “Energiebeheer”.
Plaats groter kookgerei op de achterste kookzo­nes indien nodig.
Activeer de signalen (zie In- en uitschakelen van geluiden).
www.aeg.com
16
Probleem Mogelijke Oplossing
gaat branden.
De automatische uit­schakeling is in werking getreden.
gaat branden.
De kinderbeveiliging of toetsblokkering is actief.
gaat branden.
Geen kookgerei op de kookzone.
Het kookgerei is niet
goed.
De diameter aan de bo-
dem van het kookgerei is te klein voor de kookzo­ne.
Het kookgerei dekt het
vierkant/kruis niet.
en een getal gaat
branden.
gaat branden.
Er is een fout in het ap­paraat opgetreden.
De elektrische aanslui­ting is onjuist. De stroomspanning is bui­ten bereik.
gaat branden.
Er is een storing opge­treden in het apparaat, omdat er kookgerei is drooggekookt. De over­verhittingsbeveiliging voor de kookzones en de Automatische uitschake­ling zijn actief.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Raadpleeg het hoofd­stuk “Dagelijks gebruik“.
Zet kookgerei op de kookzone.
Gebruik het juiste kook­gerei.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen.
Dek het kruis/vierkant volledig af.
Ontkoppel het apparaat enige tijd van de stroom­toevoer. Ontkoppel de zekering uit het elektri­sche systeem van het huis. Sluit het apparaat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice.
Laat de installatie con­troleren door een elek­tromonteur.
Schakel het apparaat uit. Verwijder het hete kook­gerei. Schakel na onge­veer 30 seconden de kookzone opnieuw in. Als het kookgerei het probleem was, dan moet het foutbericht van het display verdwijnen, maar de restwarmte-indicatie kan aanblijven. Laat het kookgerei voldoende af­koelen en controleer in het hoofdstuk "Kookge­rei voor inductiekookzo­ne" of het kookgerei ge­schikt is voor inductie­kookplaten.
Probleem Mogelijke Oplossing
gaat branden.
Als u door het volgen van de boven­staande suggesties het probleem niet kunt oplossen, dient u contact op te ne­men met uw vakhandelaar of de klanten­service. Geef de gegevens door van het typeplaatje, een driecijferige code voor de glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven.
8. MONTAGE
De ventilator wordt ge­blokkeerd.
De elektrische aanslui­ting is onjuist. Het appa­raat is maar aangesloten op één fase.
Controleer of u het apparaat op de juis­te manier gebruikt hebt. Bij onjuist ge­bruik van het apparaat wordt het bezoek van de technicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De in­structies over de klantenservice en de garantiebepalingen vindt u in het garan­tieboekje.
NEDERLANDS 17
Controleer of voorwer­pen de ventilator blokke­ren. Als de foutmelding weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice.
Sluit het apparaat aan zoals getoond in het aansluitplaatje.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei­ligheid.
Voor montage
Noteer voor montage van het apparaat de onderstaande informatie van het ty­peplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van de behuizing van het apparaat.
• Model ...........................
•Productnummer
(PNC) ........................................
• Serienummer (S.N.)..............
8.1 Inbouwapparatuur
• Inbouwapparaten mogen alleen wor­den gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbla­den die aan de normen voldoen.
8.2 Aansluitkabel
• Het apparaat is voorzien van een aan­sluitsnoer.
• Vervang de beschadigde voedingska­bel door een speciale kabel (type H05BB-F Tmax 90°C of hoger). Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt.
8.3 Het bevestigen van de
afdichtstrip.
• Het werkblad op de plaats van de uit­snijding reinigen.
• Trek de afdichtstrip rondom de onder­rand van het apparaat langs de bui­tenrand van de glazen keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. De plaats van het punt waar de strip samenkomt dient in het midden van één van de zijden te liggen. Duw de twee uiteinden tegen elkaar als u de strip op lengte knipt (houd een marge van een paar mm aan).
www.aeg.com
18
8.4 Assemblage
min. 500mm
min. 50mm
min. 2mm
B
< 20 mm
B
A
57 mm
12 mm
41 mm
28 mm
31 mm
38 mm
R 5mm
min. 55mm
A
min. 500 mm
490+1mm
880+1mm
min. 2 mm
min 30 mm
min. 38 mm
min. 2 mm
B
> 20 mm
B
A
57 mm
12 mm
41 mm
28 mm
31 mm
38 mm
A
min. 2 mm
min. 500 mm
min. 12 mm
min. 2 mm
Loading...
+ 42 hidden pages