AEG HG 755521 UM User Manual [nl]

HG755521
NL
Gebruiksaanwijzing 2 Notice d'utilisation 17
FR
Benutzerinformation 32
DE
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................... 7
5. AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................................ 9
6. ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................................. 10
7. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................................ 10
8. MONTAGE ..............................................................................................................12
9. TECHNISCHE INFORMATIE.................................................................................. 15
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. Model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
NEDERLANDS
3
1.2

Algemene veiligheid

Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
4
www.aeg.com
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Als het apparaat direct op de voeding wordt
aangesloten, is er een scheidingsschakelaar met een contactopening nodig op alle polen. Complete afsluiting overeenkomstig de voorwaarden gespecificeerd in de overspanningscategorie III moet worden gegarandeerd. De aardekabel is hiervan uitgesloten.
let er bij het leiden van de stroomkabel op dat de
kabel niet direct in contact komt (bijvoorbeeld bij gebruik met isolatiehoes) met onderdelen die temperaturen kunnen bereiken van 50°C hoger dan kamertemperatuur.
2.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: BE LU

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
NEDERLANDS
5
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

2.3 Gasaansluiting

• Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de plaatselijke distributieomstandigheden (gassoort en -druk) en de afstelling van het apparaat met elkaar te combineren zijn.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie.
6
www.aeg.com

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.
• Het gebruik van een kookapparaat op gas leidt tot de productie van warmte en vocht. Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
• U moet bij langdurig intensief gebruik van het apparaat waarschijnlijk meer ventileren, bijvoorbeeld door een raam te openen, of effectiever ventileren, bijvoorbeeld door het niveau van de aanwezige, mechanische ventilatie op te voeren
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
• Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv. azijn, citroensap of reinigingsmiddelen voor het verwijderen van kalkaanslag, in aanraking komen met de kookplaat. Hierdoor kunnen doffe plekken ontstaan.

2.5 Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.
21 3
4
NEDERLANDS
7
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Indeling kookplaat

Driekronenbrander
1
Sudderbrander
2
Normale brander
3
Bedieningsknoppen
4

3.2 Bedieningsknop

Symbool Omschrijving
geen gastoevoer / uit­stand

4. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Symbool Omschrijving
ontstekingsstand / maxi­male gastoevoer
minimale gastoevoer
A
B
C
A
B
C
D
8
www.aeg.com

4.1 Branderoverzicht

A) Branderdeksel en kroon B) Thermokoppeling C) Ontstekingsbougie
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam.
1. Druk de bedieningsknop helemaal in
en draai de knop linksom naar de maximale stand ( ).
2. Houd de bedieningsknop ongeveer
10 seconden ingedrukt. Het thermokoppel kan dan opwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en de branderdeksel goed op hun plaats zitten.
WAARSCHUWING!
Houd de bedieningsknop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de bedieningsknop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken.
A) Branderdeksel B) Branderkroon C) Ontstekingsbougie D) Thermokoppeling

4.2 Ontsteking van de brander

Ontvlam de brander altijd vóór u het kookgerei erop plaatst.
LET OP!
Bij afwezigheid van elektrische stroom kunt u de brander ontsteken zonder elektrische inrichting. Breng in dat geval een vlam in de buurt van de brander, druk de desbetreffende knop in en draai deze tegen de wijzers van de klok in naar de maximale gasstand. Houd de regelknop gedurende 10 seconden of korter ingedrukt om het thermokoppel op te laten warmen.
NEDERLANDS
9
Draai als de brander per ongeluk uit gaat de bedieningsknop naar de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Kookgerei

LET OP!
Gebruik geen gietijzeren pannen, grillstenen, aardewerk of grillplaten op gasbranders. Het roestvrij staal kan beschadigen als het te heet wordt.
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de branders om morsen en letsel te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de potten niet op de bedieningsknoppen staan, anders worden de bedieningsknoppen heet.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van de pot niet boven de voorste rand van het werkblad komen.

4.3 De brander uitschakelen

Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt
LET OP!
Zorg dat de potten zich in het midden van de branders bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik.

5.2 Energie besparen

• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt.

5.3 Diameter van de pannen

WAARSCHUWING!
Gebruik alleen kookgerei met een diameter die geschikt is voor de afmeting van de branders.
Brander Diameter van
de pannen (mm)
Driekronenbrander 180 - 280
Normaal (linksachter) 120 - 240
Normaal (rechtsachter) 120 - 240
Normaal (rechtsvoor) 120 - 180
Sudderbrander 80 - 180
www.aeg.com10

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene informatie

• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek.

6.2 Pannendragers

De pansteunen zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Ze moeten met de hand worden afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens het met de hand afwassen en afdrogen. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste stand terugplaatst.
4. Zorg ervoor dat de armen van de
pansteunen in het midden van de brander zitten zodat de brander goed kan werken.

6.3 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, het deksel en de kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen.
6.4 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn.

6.5 Periodiek onderhoud

Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
7.

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
NEDERLANDS

7.1 Problemen oplossen

Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Er is geen vonk als de von­kontsteking wordt geacti­veerd.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
De branderdeksel en kroon
De vlam gaat meteen na de ontsteking uit.
Het vlamring is ongelijk. De branderkroon is verstopt
De kookplaat is niet aan­gesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
zitten niet goed op hun plaats.
Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd.
met etensresten.
Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet.
oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installa­teur.
Plaats de branderdeksel en de kroon op juiste wijze.
Na het ontsteken van de vlam, de knop circa 10 sec. ingedrukt houden.
Controleer of de hoofdins­puiter niet verstopt is en of de branderkroon schoon is.
11
7.2 Als u geen oplossing
vindt...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Geef de gegevens van het typeplaatje. Controleer of u de kookplaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik
wordt het bezoek van de servicemonteur of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over de servicecentrum en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
MOD.
PROD. NO.
SER.N O
DATA
MOD.
PROD. NO.
SER.N O
DATA
MOD. PROD.NO. SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE 230V-50Hz IP20
0049
A B C
12
www.aeg.com
7.3 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder weergegeven:
A) Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van toepassing).
B) Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van toepassing).

8. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Voor montage

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
C) Plak het op het instructieboekje.

8.2 Gasaansluiting

WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften.
De aansluiting op de gastoevoer moet worden uitgevoerd met behulp van een AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele leiding in AGB (roestvrij staal), in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn (NBN D 51.003). Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet
A B C
NEDERLANDS
13
vastgeklemd worden. Wees ook voorzichtig wanneer de kookplaat wordt geplaatst op een oven.
Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G 1/2". Alle onderdelen die getoond worden op de afbeelding zijn reeds in de fabriek gemonteerd. Het apparaat werd voor het de fabriek verliet getest, om voor u de beste resultaten te verzekeren.
A) Uiteinde van as met moer B) Sluitring C) Elleboog (indien nodig) Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor vloeibaar liquid gas. Koppel altijd de pakking vast. Ga vervolgens door met de gasaansluiting.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik als de leiding:
• niet warmer wordt dan kamertemperatuur, warmer dan 30°C;
• niet langer is dan 1500 mm;
• geen knikken vertoont;
• niet onderworpen is aan tractie of torsie;
• niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken;
• de leiding gemakkelijk onderzocht kan worden om de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele leiding bestaat eruit te controleren of:
• de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de twee uiteinden en over de volledige lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de juiste elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer wanneer de installatie is voltooid of alle leidingfittingen goed zijn afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam!
8.3 Vervanging spuitmonden
(alleen voor België)
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door de sproeiers die vereist zijn voor het type gas dat u gebruikt (zie de tabel in het hoofdstuk 'Technische gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is. Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.

8.4 Aanpassing van het minimale niveau (alleen voor België)

Het minimumniveau van de branders afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop op de minimumstand.
3. Verwijder de knop.
A
min. 55 mm
min. 650 mm
560 mm
480 mm
min. 450 mm
30 mm
www.aeg.com14
4. Stel de stand van de bypass-schroef
af met een dunne schroevendraaier (A).
dat de aarde-aansluiting overeenkomt met de normen en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer worden dan 90° C.
Zorg ervoor dat u de blauwe neutrale kabel aansluit op de aansluiting met de letter "N" erop. Sluit de bruine (of zwarte) fasekabel aan op de aansluiting met de letter "L". Zorg dat de fasekabel altijd verbinding maakt.
5. Als u overstapt:
• van aardgas G20/G25 20/25 mbar op vloeibaar gas, draai de instelschroef dan helemaal vast.
• van vloeibaar gas op aardgas G20/G25 20/25 mbar, draai de bypass-schroef dan ongeveer 1/4 draai los (1/2 draai bij een driekronenbrander).
WAARSCHUWING!

8.6 Aansluitkabel

Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen het type H05V2V2-F T90 of een gelijksoortig type. Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer geschikt is voor het voltage en de bedrijfstemperatuur. De geel/groene aardedraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad. Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de

8.7 Inbouw

maximale stand naar de minimale stand draait.

8.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet

• Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier.
• Dit apparaat wordt geleverd met een netsnoer. Dit moet zijn voorzien van een geschikte stekker, die geschikt is voor de belasting die vermeld is op het identificatieplaatje. Zorg dat u de stekker in een goed stopcontact steekt.
• Gebruik altijd een correct ge? stalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat verbinding maakt met een verlengkabel, een adapter of een meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
B
A
A) meegeleverde afdichting
min 20 mm (max 150 mm)
30 mm
60 mm
B
A
B) meegeleverde steunen
LET OP!
Installeer het apparaat alleen op een werkblad met een plat oppervlak.

8.8 Mogelijkheden voor inbouw

Keukenmeubel met deur
Het paneel geïnstalleerd onder de kookplaat moet eenvoudig te
verwijderen zijn en eenvoudig toegang bieden indien technische hulp nodig is.
A) Verwijderbaar paneel B) Ruimte voor aansluitingen Keukenmeubel met oven
Om veiligheidsredenen en om een gemakkelijke verwijdering van de oven uit het meubel mogelijk te maken, moeten de elektrische aansluitingen van de kookplaat en de oven afzonderlijk geïnstalleerd worden.
NEDERLANDS
15

9. TECHNISCHE INFORMATIE

9.1 Afmetingen kookplaat

Breedte 745 mm
Diepte 515 mm

9.2 Overige technische gegevens

Gas origineel:
TOTAAL VERMOGEN:
Elektrische voeding: 230 V ~ 50 Hz
Categorie apparaat: II2E+3+ (BE)
Gasaansluiting: R 1/2"
Apparaatklasse: 3
Gas vervanging: G30 (3+) 28-30 mbar = 800 g/u
I2E (LU)
G20/G25 (2E+) 20/25 mbar (BE) = 11 kW G20 (2E) 20 mbar (LU) = 11 kW
G31 (3+) 37 mbar = 786 g/u
Loading...
+ 33 hidden pages