Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en ouder en door personen met beperkingen,
mits ze zijn voorgelicht over het veilige gebruik van
het apparaat en de potentiële gevaren en/of ze onder
toezicht staan.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
•
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
• Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
NEDERLANDS
3
1.2
Algemene veiligheid
•
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
4
www.aeg.com
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
• In het geval van een breuk in de glazen plaat:
– zet alle branders en elektrische verwarmelementen
onmiddellijk uit en neem het apparaat van de
stroomvoorziening,
– raak het oppervlak van het apparaat niet aan,
– gebruik het apparaat niet.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Als het apparaat direct op de voeding wordt
aangesloten, is er een scheidingsschakelaar met een
contactopening nodig op alle polen. Complete
afsluiting overeenkomstig de voorwaarden
gespecificeerd in de overspanningscategorie III moet
worden gegarandeerd. De aardekabel is hiervan
uitgesloten.
• Let er bij het leiden van de stroomkabel op dat de
kabel niet direct in contact komt (bijvoorbeeld bij
gebruik met isolatiehoes) met onderdelen die
temperaturen kunnen bereiken van 50°C hoger dan
kamertemperatuur.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS
5
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: BE LU
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
6
www.aeg.com
• Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort
en -druk) en de afstelling van het
apparaat met elkaar te combineren
zijn.
• Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
NEDERLANDS
7
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
de kookplaat.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
• Zorg ervoor dat de pannen in het
midden van de branders staan.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
• Het gebruik van een kookapparaat op
gas leidt tot de productie van warmte
en vocht. Zorg voor een goede
ventilatie in de ruimte waar het
apparaat is geïnstalleerd.
• U moet bij langdurig intensief gebruik
van het apparaat waarschijnlijk meer
ventileren, bijvoorbeeld door een
raam te openen, of effectiever
ventileren, bijvoorbeeld door het
niveau van de aanwezige,
mechanische ventilatie op te voeren.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
• Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of
reinigingsmiddelen voor het
verwijderen van kalkaanslag, in
aanraking komen met de kookplaat.
Hierdoor kunnen doffe plekken
ontstaan.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
2.5 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.7 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
3
4
2
1
A
B
D
C
C
D
A
B
www.aeg.com
8
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
Normale brander
1
Driekronenbrander
2
Sudderbrander
3
Bedieningsknoppen
4
3.2 Bedieningsknop
SymboolBeschrijving
SymboolBeschrijving
geen gastoevoer / uitstand
ontstekingsstand / maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Branderoverzicht
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
NEDERLANDS9
4.2 Ontsteking van de brander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1. Druk de bedieningsknop helemaal in
en draai de knop linksom naar de
maximale gastoevoerstand ( ).
2. Houd de bedieningsknop ongeveer
10 seconden ingedrukt. Het
thermokoppel kan dan opwarmen.
Als u dat niet doet, wordt de
gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en de deksel goed op hun
plaats zitten.
WAARSCHUWING!
Houd de bedieningsknop
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de brander na
15 seconden nog niet
brandt, de bedieningsknop
loslaten en minstens 1
minuut wachten voordat u
opnieuw probeert de vlam
te ontsteken.
LET OP!
Bij afwezigheid van
elektrische stroom kunt u de
brander ontsteken zonder
elektrische inrichting. Breng
in dat geval een vlam in de
buurt van de brander, draai
de regelknop tegen de
wijzers van de klok in naar
de maximale
gastoevoerstand en druk
deze in. Houd de regelknop
gedurende 10 seconden of
korter ingedrukt om het
thermokoppel op te laten
warmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de
bedieningsknop naar de uit
stand en probeer na
minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
De kookplaat wordt
geleverd met de
progressieve waarden.
Hierdoor is de
vlamregulering
nauwkeuriger.
4.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com10
5.1 Kookgerei
LET OP!
Gebruik geen gietijzeren
pannen, grillstenen,
aardewerk of grillplaten op
gasbranders.
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de potten niet op
de bedieningsknop staan,
anders wordt de
bedieningsknop heet.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de
voorste rand van het
werkblad komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
LET OP!
Vloeistoffen die tijdens het
koken worden gemorst
kunnen ervoor zorgen dat
het glas breekt.
5.2 Diameter van het
kookgerei
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
BranderDiameter van
de pannen
(mm)
Driekronenbrander180 - 260
Normale brander120 - 220
Sudderbrander80 - 180
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen,
schrapers of gelijksoortige
hulpmiddelen om het glazen
oppervlak of de kieren
tussen de branders en het
frame schoon te maken
(indien van toepassing).
• Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
NEDERLANDS11
6.2 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand
worden afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager,
dit om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van
de pannendrager in de uitsparingen
van de emaille platen worden
geplaatst.
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen.
• Verwijder nadat de kookplaatvoldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
6.4 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
6.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
6.3 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
PROBLEEMOPLOSSING
7.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com12
7.1 Wat moet u doen als…
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er is geen vonk als de vonkontsteking wordt geactiveerd.
De zekering is doorgesla-
De branderdeksel en kroon
De vlam gaat meteen na de
ontsteking uit.
De vlamring is ongelijk.De branderkroon is verstopt
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
gen.
zitten niet goed op hun
plaats.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
met etensresten.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installateur.
Plaats de branderdeksel en
de kroon op juiste wijze.
Na het ontsteken van de
vlam, de knop circa 10 sec.
ingedrukt houden.
Controleer of de hoofdinspuiter niet verstopt is en of
de branderkroon schoon is.
7.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Verzeker
u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
7.3 Labels meegeleverd in de
MOD.
PROD. NO.
SER.N O
DATA
MOD.
PROD. NO.
SER.N O
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
IP20
0049
ABC
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
NEDERLANDS
13
A. Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van
toepassing).
B. Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van
toepassing).
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
C. Plak het op het instructieboekje.
8.2 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
De aansluiting op de gastoevoer moet
worden uitgevoerd met behulp van een
AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of
gebruik een flexibele leiding in AGB
(roestvrij staal), in overeenstemming met
de voorschriften die van kracht zijn (NBN
D 51.003). Als u flexibele metalen
leidingen gebruikt, moet u opletten dat
deze niet in aanraking komen met
AB C
14
www.aeg.com
bewegende onderdelen, of dat ze niet
vastgeklemd worden. Wees ook
voorzichtig wanneer de kookplaat wordt
samengebracht met een oven.
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer R
1/2". Alle onderdelen die
getoond worden op de
afbeelding zijn reeds in de
fabriek gemonteerd. Het
apparaat werd voor het de
fabriek verliet getest, om
voor u de beste resultaten te
verzekeren.
A. Uiteinde van as met moer
B. Wasautomaat
C. Elleboog (indien nodig)
Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor
vloeibaar liquid gas. Koppel altijd de
pakking vast. Ga vervolgens door met de
gasaansluiting.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik
als de leiding:
• niet warmer wordt dan
kamertemperatuur, warmer dan 30°C;
• niet langer is dan 1.500 mm;
• geen knikken vertoont;
• niet onderworpen is aan tractie of
torsie;
• niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
• de leiding gemakkelijk onderzocht
kan worden om de toestand ervan te
controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
• de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer wanneer de
installatie is voltooid of alle
leidingfittingen goed zijn
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
8.3 Vervanging spuitmonden
(alleen voor België)
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel
in het hoofdstuk 'Technische
gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u
een geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
8.4 Aanpassing van het
minimale niveau (alleen voor
België)
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop naar de minimale
stand.
3. Verwijder de knop.
A
NEDERLANDS
15
4. Pas de stand van de bypass-schroef
aan met een smalle schroevendraaier
(A).
5. Als u overstapt:
• van aardgas G20/G25 20/25 mbar
op vloeibaar gas, draai de
instelschroef dan helemaal vast.
• van vloeibaar gas op aardgas
G20/G25 20/25 mbar, draai de
bypass-schroef dan ongeveer 1/4
draai los (1/2 draai bij een
driekronenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet
uitgaat als u de knop snel
van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
dat de aarde-aansluiting overeenkomt
met de normen en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer
worden dan 90° C.
Zorg ervoor dat u de blauwe
neutrale kabel aansluit op de
aansluiting met de letter
"N" erop. Sluit de bruine (of
zwarte) fasekabel aan op de
aansluiting met de letter
"L". Zorg dat de fasekabel
altijd verbinding maakt.
8.6 Aansluitkabel
Gebruik om de aansluitkabel te
vervangen alleen de speciale kabel of
een gelijksoortig type. Het kabeltype is:
H03V2V2-FT90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het
snoer geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene
aarddraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
8.7 In elkaar zetten
1.
8.5 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er voor dat het aangegeven
voltage en het type stroom op het
typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op
het identificatieplaatje. Zorg dat u de
stekker in een goed stopcontact
steekt.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat
verbinding maakt met een
verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
2.
min.
55 mm
min.
650 mm
560 mm
490 mm
min.
150 mm
30 mm
50 mm
400 mm
A
min 6 mm
min 5 mm
(max 150 mm)
min 40 mm
60 mm
B
A
16
www.aeg.com
3.
4.
7.
LET OP!
Installeer het apparaat
alleen op een werkblad met
een plat oppervlak.
8.8 Mogelijkheden voor
inbouw
Het paneel geïnstalleerd onder de
kookplaat moet eenvoudig te
verwijderen zijn en eenvoudig toegang
bieden indien technische hulp nodig is.
Als er op een afstand
van 400 mm boven de
kookplaat een
meubelstuk is
geïnstalleerd, moet er
een minimale
veiligheidsafstand van 50
mm aan beide zijden van
de kookplaat zijn.