Lees deze informatie zorgvuldig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste
pagina’svan dit boekje! Bewaar het boekje goed, zodat u nog eens iets
kunt nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van
het toestel.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
1
schuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de
machine. Let goed op deze aanwijzingen.
0 Dit symbool of genummerde aanwijzingen voeren u stap voor stap door
de bediening van het toestel.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de
hand, als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Mochten deze aanwijzingen niet voldoende zijn, neem dan contact op
met de AEG fabrieksservice.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Adres Klantenservice".
Zie ook hoofdstuk "Klantenservice" op de achterzijde van dit
boekje.
3
2
Uwafwasautomaatheefthet nieuwespoelsysteem
"IMPULSSPOELEN".
Om een beter reinigingsresultaat te bereiken, worden bij dit spoelsysteem tijdens een programma het motortoerental en de
sproeidruk gevarieerd. Daarom varieert ook het geluidsniveau van
het lopende programma.
De veiligheid van elektrische toestellen van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Opstelling, aansluiting, in gebruik nemen
• De afwasautomaat mag alleen rechtop vervoerd worden.
• Controleer de afwasautomaat op transportschade. Een beschadigd
toestel in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje
vindt u ook de vereiste zekering.
• Hoe de afwasautomaat moet worden opgesteld en aangesloten, leest
u in het hoofdstuk "Installatie". Meerwegstekkers, koppelingen en
verlengsnoeren mogen niet gebruikt worden.
Veiligheid van kinderen
• Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige
omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met de machine spelen – ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten
(verstikkingsgevaar!).
• Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
• Reinigingsmiddelen kunnen verwondingen aan ogen, mond en keelholte veroorzaken en zelfs tot verstikking leiden! Let op de aanwijzingen op de verpakking van reinigingsmiddelen.
• Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Als zich nog resten van reinigingsmiddel in de machine bevinden, bestaat verwondingsgevaar!
• Als u de afwasautomaat afdankt: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Deurslot onbruikbaar maken,
zodat de deur niet meer dicht kan.
5
Page 6
Gebruiksaanwijzing
Algemene veiligheid
• Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de afdeling
AEG fabrieksservice. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan
alle eisen!
• De afwasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer of toeof afvoerslang beschadigd zijn of als bedieningspaneel, bovenblad of
sokkel zo beschadigd zijn, dat de binnenkant van het toestel toegankelijk is.
• Bij beschadiging van het aansluitsnoer van de machine moet dit door
de AEG fabrieksservice vervangen worden.
• Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het toestel zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd
dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en
zich bezeert.
• Scherpe messen en ander scherp bestek in de bovenste korf leggen of
met de scherpe kant naar beneden in de bestekkorf zetten.
Gebruik volgens de voorschriften
• Gebruik de afwasautomaat alleen om huishoudservies af te wassen.
Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief
wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
• Controleer vóór het gebruik van speciaal zout, reinigingsmiddel en
glansmiddel, of volgens de fabrikant van deze producten gebruik
ervan in huishoud-afwasautomaten toegestaan is.
• Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doen. Explosiegevaar!
• De beveiliging tegen wateroverlast is een betrouwbaar systeem. Aan
de volgende voorwaarden moet echter voldaan worden:
– Ook als het toestel uitgeschakeld is moet het aan het net aangeslo-
ten zijn.
– De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Waterkraan altijd dichtdraaien als de afwasautomaat langere tijd
niet gebruikt wordt, bijv. bij vakantie.
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
• Ga niet op de open deur staan of zitten, de machine zou dan kunnen
kantelen.
• In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de
machine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Bij
vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen van de afwasautomaat zijn niet
milieu-onvriendelijk en kunnen hergebruikt worden.
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte
codering:
– >PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
– >PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen
CFK-vrij)
– >POM< voor polyoxymetheen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oude machine
Als u de afwasautomaat afdankt, informeer dan bij uw gemeente naar
de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
2 Economisch en milieubewust afwassen
• Sluit de afwasautomaat alleen aan warm water aan, als u een hiervoor geschikte warmwaterinstallatie hebt.
• Stel de waterontharder correct in.
• Spoel het servies niet onder stromend water af.
• Als u met geringe belading afwast, berekent de beladingsherkenning
de benodigde hoeveelheid water en wordt de programmaduur verkort. Het meest economisch wast u altijd af met volle belading.
• Kies een programma aan de hand van soort servies en mate van verontreiniging.
• Doseer niet meer reinigingsmiddel, speciaal zout en glansmiddel dan
door de fabrikant van deze middelen en in deze gebruiksaanwijzing
wordt aangegeven.
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
Frontaanzicht apparaat en bedieningspaneel
plafondsproeier
rubber afdichting
voor aankoppeling
van de watertoevoer naar de
bovenste sproeiarm
sproeiarmen
voorraadreservoir voor speciaal zout
voorraadreservoir voor glansmiddel
reservoir voor
reinigingsmiddel
aanzuigopening
voor ventilatordrogen
8
typeplaatje
zeven
Page 9
Bedieningspaneel
onthardertoets
deurgreep
starttijd
instellen
Gebruiksaanwijzing
controle-indicaties
bedieningsveld
afvoeropening voor
ventilatordrogen
multidisplay
Het bedieningsveld bestaat uit de AAN/UIT-schakelaar M en de programmatoetsen met LED-indicaties.
Onthardertoets: met deze toets kan behalve het betreffende programma ook, in combinatie met de AAN/UIT-schakelaar
ontharder van de machine worden ingesteld.
Het multidisplay kan aangeven,
– op welke hardheidsstand de waterontharder is ingesteld.
– welke starttijd is ingesteld.
– hoe lang een programma waarschijnlijk nog duurt.
– om welke storing het gaat.
De controle-indicaties hebben de volgende betekenis:
J
K
speciaal zout bijvullen
glansmiddel bijvullen
Vóór het in gebruik nemen
Voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt, moeten alle klemmen
waarmee de korven voor het transport zijn vastgezet verwijderd worden.
Daarna gaat u als volgt te werk:
1. Waterontharder instellen
2. Speciaal zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
M, de water-
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Waterontharder instellen
Om kalkafzetting op het servies en in de afwasautomaat te vermijden,
moet het servies met zacht, d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
Daarom heeft de afwasautomaat een waterontharder, waarin leidingwater vanaf een hardheid van 4°d met behulp van speciaal zout onthard wordt.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u opvragen
3
bij het waterleidingbedrijf.
0 Waterontharder volgens de tabel instellen op de stand, die overeen-
komt met de waterhardheid in uw woonplaats. De waterontharder kan
op 10 standen worden ingesteld.
waterhardheid
1
in °d
)in mmol/l2)hardheids-
bereik
41-50
35-40
31-34
27-30
23-26
19-22
15-18
11 - 141,9-2,5II2H 2
4-100,7-1,8I/II1H 1
beneden 4
1)(°d) Duitse graden, maat voor de waterhardheid
2)(mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid van waterhardheid
*in de fabriek ingestelde stand
7,3-9,0
6,3-7,2
5,5-6,2
4,8-5,4
4,1-4,7
3,3-4,0
2,6-3,2
beneden
0,7
IV
III
I
instelling
op stand
9
8
7
6
5
4
3*
0
geen zout nodig
indicatie in het
multidisplay
H 9
H 8
H 7
H 6
H 5
H 4
H 3
H 0
0 1. Onthardertoets ingedrukt houden en aan/uit-schakelaar M indrukken.
Het multidisplay geeft de ingestelde hardheidsstand aan.
2. Elke keer dat u de onthardertoets indrukt, gaat de hardheidsstand 1
stap omhoog.
(Uitzondering: na hardheidsstand 9 komt hardheidsstand 0).
3. Als de hardheidsstand correct is ingesteld, aan/uit-schakelaar
M
indrukken. De hardheidsstand is dan opgeslagen.
10
Page 11
Gebruiksaanwijzing
Speciaal zout voor de waterontharder doseren
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasautomaten. Doseer nooit
1
andere zoutsoorten (bijv. kookzout) of reinigingsmiddel in het zoutreservoir. Dat zou de waterontharder onbruikbaar maken.
Controleer voordat u zout gaat doseren of u ook werkelijk het pak speciaal zout in de hand hebt.
Doseer speciaal zout:
– Voordat u de machine in gebruik neemt.
– Als op het bedieningspaneel de controle-indicatie zout
Als de waterhardheid in uw woonplaats onder 4°d ligt, hoeft u geen
3
speciaal zout te doseren.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Dop van het zoutreservoir linksom
losdraaien.
3. Alleen de eerste keer dat u de
machine in gebruik neemt:
zoutreservoir met water vullen.
4. Meegeleverde trechter op de opening
van het zoutreservoir zetten.
Speciaal zout via de trechter in het
zoutreservoir gieten. Inhoud afhankelijk van de korrelgrootte 1,0-1,5 kg.
Doe niet te veel speciaal zout in het reservoir.
SALE
SALT
SALZ
J brandt.
SEL
Het bij het vullen verplaatste water loopt uit het zoutreservoir naar de
3
bodem van de kuip. Dit kan geen kwaad, omdat het water bij de start
van het volgende programma weggepompt wordt.
5. Zoutresten van de opening van het zoutreservoir wegvegen.
6. Dop rechtsom zo ver mogelijk vastdraaien, omdat er anders zout in het
spoelwater terechtkomt. Glaswerk kan daardoor dof worden.
7. Als u niet direct na het doseren van zout gaat afwassen, moet u het
programma voorspoelen
zout water en zoutkorreltjes weggespoeld.
Afhankelijk van de korrelgrootte van het zout kan het enkele uren
3
duren, voordat het zout in het water is opgelost en de controle-indicatie zout
mee het zoutverbruik zijn afhankelijk van de plaatselijke
waterhardheid.
J weer uitgaat. De instelling van de waterontharder en daar-
A uitvoeren. Daardoor worden overgelopen
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
Glansmiddel doseren
Dankzij het glansmiddel krijgt u glanzend servies zonder vlekken en
heldere glazen.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel voor huishoud-afwasmachines.
1
Nooit andere middelen (bijv. azijnessence) of reinigingsmiddel in het
glansmiddelreservoir doseren. Dat kan de machine beschadigen.
Glansmiddel doseren:
– Voordat u de machine in gebruik neemt.
– Als op het bedieningspaneel de controle-indicatie glansmiddel
gaat branden.
Het reservoir voor glansmiddel bevindt zich aan de binnenzijde van de
machinedeur.
0 1. Deur openen.
2. Dop van het voorraadreservoir een
kwart slag linksom draaien en losnemen.
K
3. Glansmiddel doseren; niet verder dan
de stippellijn, dat komt overeen met
ca. 150 ml.
4. Dop weer opzetten en rechtsom vastdraaien.
5. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen. Anders wordt
tijdens het afwassen te veel schuim
gevormd.
12
6
5
x
4
a
m
3
2
1
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Glansmiddeldosering instellen
Bij het afwassen wordt uit het voorraadreservoir glansmiddel gedo-
3
seerd. De dosering kunt u van 1 tot 6 instellen, dat komt overeen met
1-6 cm
Dosering alleen veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige
vlekken of opgedroogde waterdruppels te zien zijn.
(zie onder "Wat is er aan de hand,
als...").
0 1. Dop van het voorraadreservoir een
kwart slag linksom draaien en losnemen.
2. Dosering m.b.v. de steel van een
lepeltje instellen.
3. Dop weer opzetten en rechtsom vastdraaien.
4. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen.
3
glansmiddel. In de fabriek is de dosering op "4" ingesteld.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
In het dagelijks gebruik
• Moet speciaal zout of glansmiddel worden bijgevuld?
• Bestek en servies in de machine zetten
• Reinigingsmiddel doseren
• Geschikt programma kiezen
• Afwasprogramma starten
Bestek en servies in de machine zetten
Sponzen, vaatdoekjes en alle voorwerpen die zich met water kunnen
1
volzuigen, mogen niet in de afwasautomaat gereinigd worden
Voor machinaal afwassen is het volgende bestek/servies
niet geschikt: beperkt geschikt:
.
• bestek met heften van hout, hoorn,
porselein of parelmoer
• niet hittebestendige kunststof
• ouder bestek met temperatuurge-
voelige lijm
• gelijmd servies of bestek
• tin en koper
• kristal
• metaal dat kan roesten
• houten planken
• kunstnijverheidsartikelen
• Aardewerk alleen in de machine afwassen,
als het van de aanduiding "geschikt voor de
afwasautomaat" voorzien is.
• Versieringen die op het glazuur zijn aangebracht kunnen door zeer vaak machinaal
afwassen verbleken.
• Zilver en aluminium kunnen bij machinaal
afwassen verkleuren. Etensresten als eiwit,
eigeel en mosterd veroorzaken vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
daarom altijd goed schoon spoelen, als het
niet direct na gebruik wordt afgewassen.
• Sommige glassoorten kunnen na vele malen
machinaal afwassen dof worden.
• Voordat u het servies in de machine zet, moet u:
– grove etensresten verwijderen.
– pannen met ingebrande etensresten weken.
• Let bij het in de machine zetten van servies en bestek op het vol-
gende:
– servies en bestek mogen de sproeiarmen niet blokkeren.
– hol serviesgoed zoals kopjes, glazen, pannen enz. met de opening
naar beneden neerzetten, zodat zich in de openingen geen water
kan verzamelen
– servies en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar afdekken
14
Page 15
– om beschadiging te voorkomen mogen glazen elkaar niet raken
– kleine voorwerpen (bijv. deksels) in de bestekkorf leggen
Bestek rangschikken
Lange, scherpe bestekdelen die in de
1
bestekkorf staan, kunnen vooral voor
kinderen gevaarlijk zijn (zie Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid).
Om ervoor te zorgen dat het water
alle bestekdelen bereikt, moet u
1. het roostertje op de bestekkorf zetten
2. korte messen, vorken en lepels met
het heft naar beneden in het roostertje van de bestekkorf zetten.
Gebruiksaanwijzing
Om de bestekkorf makkelijk te kunnen leeghalen, kunt u bij sommige modellen de bestekkorf openklappen.
Als u het roostertje gebruikt, kan de
bestekkorf niet opengeklapt worden.
Om ervoor te zorgen dat de bestek-
1
korf bij het uit de machine nemen
niet kan openklappen, moet u hem bij
de tweedelige greep pakken.
0 1. Bestekkorf op tafel of aanrechtblad
zetten.
2. De twee delen van de greep openklappen.
3. Bestek eruitnemen.
4. De twee delen van de greep weer
dichtklappen.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Potten, pannen en grote
borden plaatsen
Groot en sterk vervuild servies in de
onderste korf zetten.
Om grote serviesstukken gemakkelij-
3
ker te kunnen plaatsen, kunnen bij
sommige modellen de twee rijen van
de rechter bordeninzet omgeklapt
worden:
0 1. Rechter bordeninzetten aan de ach-
terkant licht optillen.
2. Bordeninzetten naar links omklappen.
16
Page 17
Kopjes, schoteltjes en glaswerk in de machine zetten
Klein, teer serviesgoed en lange,
scherpe bestekdelen in de bovenste
korf plaatsen.
• Servies op en onder de uitklapbare
kopjesrekken versprongen neerzetten, zodat het water overal goed
kan komen.
• U kunt de kopjesrekken omhoog-
klappen om hoog servies neer te
zetten.
• Wijn-, champagne- en cognacgla-
zen kunt u in de uitsparingen van
de kopjesrekken zetten resp. hangen.
• Glazen, bekers enz. kunnen ook op
de twee rijen spijltjes links in de
bovenste korf worden gezet.
Gebruiksaanwijzing
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Bovenste korf in hoogte verstellen
Maximale hoogte van het servies in de
bovenste korfonderste korf
als de bovenste korf op de
hoogste standstaat
als de bovenste korf op de
laagste stand staat
De hoogte kan ook versteld worden als de korven gevuld zijn.
3
22 cm31 cm
24 cm29 cm
Lager plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf zo ver mogelijk naar
buiten trekken.
2. Bovenste korf aan de greep van het
kopjesrek rechts achter optillen en
laten zakken.
Hoger plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf zo ver mogelijk naar
buiten trekken.
2. Bovenste korf aan de greep pakken,
iets naar voren trekken en op de hoogste stand plaatsen.
18
Page 19
Gebruiksaanwijzing
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor huishoud-afwasmachines.
1
Doseer reinigingsmiddel:
– vóór het begin van een programma (niet bij programma voorspoelen).
Reinigingsmiddel wordt tijdens het programma automatisch ingespoeld.
Let op de aanwijzingen m.b.t. doseren en bewaren op de verpakking
2
van het reinigingsmiddel.
Het reservoir voor reinigingsmiddel
bevindt zich aan de binnenzijde van
de deur.
0 1. Als het deksel gesloten is: vergrende-
lingspal (1) naar voren drukken. Het
deksel springt open.
2. Reinigingsmiddel in het reservoir
voor reinigingsmiddel doen. Als
doseerhulpje dienen de markeringslijnen:
"MIN" komt overeen met ca. 30 ml
reinigingsmiddel,
"MAX" komt overeen met ca. 40 ml
reinigingsmiddel.
3. Deksel dichtdrukken, tot de sluiting
inklikt.
Bij zeer sterk verontreinigd servies
3
bovendien reinigingsmiddel in het
vakje in het deksel (2) doseren. Dit
reinigingsmiddel werkt al tijdens het
voorspoelen.
1
:
IN
M
2
:
X
A
M
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
BIO-programma’s en compacte reinigingsmiddelen
Reinigingsmiddelen voor afwasmachines kunnen aan de hand van hun
chemische samenstelling in twee types verdeeld worden:
– traditionele, alkalische reinigingsmiddelen met bijtende bestanddelen
– laag-alkalische compacte reinigingsmiddelen met natuurlijke enzy-
men.
BIO-programma’s in combinatie met compacte reinigingsmiddelen ont-
2
zien het milieu en uw servies, want BIO-programma’s zijn speciaal
afgestemd op de vuil oplossende eigenschappen van de enzymen in
compacte reinigingsmiddelen. Daarom bereiken BIO-programma’s in
combinatie met compacte reinigingsmiddelen al bij 50°C dezelfde reinigingsresultaten die anders alleen met 65°C-programma’s bereikt wor-
den.
Bij BIO-programma’s wordt het water korte tijd tot 60°C verhit, opdat
de actieve zuurstof kan werken.
Sommige fabricaten reinigingstabletten lossen zo langzaam op, dat ze
3
in korte programma’s niet hun volle reinigingswerking bereiken.
Gebruik reinigingstabletten daarom liever bij normale programma’s
met voorspoelen.
20
Page 21
Programma kiezen (programmatabel)
Kies aan de hand van deze tabel het geschikte programma:
Gebruiksaanwijzing
Soort servies
bovendien
Soort verontreiniging
Geschikt
programma:
Programmaverloop
2)
Verbruikswaarden:
3)
Groot servies en pannen Klein servies
--
• sterk
verontreinigd
• aangekoekte
etensresten,
vooral eiwit
en zetmeel
• normaal
verontreinigd
• aangekoekte
etensresten
met temperatuurgevoelig
servies
• normaal
verontreinigd
bijzonder geschikt
bij gebruik van compacte reini-
gingsmiddelen
met
teer glaswerk
• licht
verontreinigd
INTENSIEF
a7
voorspoelen
reinigen
2 x tussenspoelen
naspoelen
drogen
NORMAAL
d6
voorspoelen
reinigen
tussenspoelen
naspoelen
drogen
NORMAAL BIO
1)
dQ
voorspoelen
reinigen
tussenspoelen
naspoelen
drogen
QUICK
]5
-
reinigen
tussenspoelen
naspoelen
drogen
Alle
soorten servies
-
Gebruikt ser-
vies, dat in de
machine wordt
verzameld en
pas later afge-
wassen.
VOORSPOE-
LEN
A
voorspoelen
-
-
-
-
duur
energie
water
1)
Bij BIO-programma’s wordt het water korte tijd tot 60°C verhit, opdat de actieve zuurstof kan werken.
2)
De verschillende programma-onderdelen klinken niet allemaal hetzelfde, omdat bij sommige onderdelen voor een beter reinigingsresultaat korte tijd krachtiger wordt afgewassen.
3)
De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Ze zijn afhankelijk van de belading
van de servieskorven. Afwijkingen zijn daarom in de praktijk mogelijk.
100 – 110 min . 85 – 95 min. 80 - 90 min. 30 min. 10 min.
17 – 19 liter 13 - 15 liter 13 - 15 liter 11 li t er 4liter
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Afwasprogramma starten
0 1. Controleer of servies en bestek zodanig zijn opgesteld, dat de sproeiar-
men vrij kunnen draaien.
2. Waterkraan geheel opendraaien.
3. Deur sluiten.
4. Aan/uit-toets
branden.
5. Programmatoets van het gewenste programma indrukken (zie "Programmatabel"). De programma-indicatie gaat branden. Na ongeveer
6 seconden begint het gekozen programma. In het multidisplay wordt
de berekende resterende looptijd van het programma (afhankelijk van
de belading van de korven) aangegeven.
Als na de programmastart in het multidisplay foutcodes worden aange-
3
geven, moet u hoofdstuk "Wat is er aan de hand, als..." lezen.
Programma wijzigen/onderbreken/afbreken
Wijzig of onderbreek een lopend programma alleen, als dat beslist
3
noodzakelijk is. Na het weer sluiten van de machinedeur wordt de binnengestroomde lucht sterk verhit en verspreid. Daardoor kan water in
de kuip terechtkomen en kan eventueel de beveiliging tegen wateroverlast in werking treden.
M indrukken. De indicatie van de aan/uit-toets M gaat
Programma wijzigen
Als u binnen 6 seconden na kiezen van het programma het programma
3
wilt wijzigen, drukt u even de toets van het gewenste programma in.
Als u op een later tijdstip het programma wilt wijzigen, gaat u als volgt
te werk:
0 1. Toets van het nieuwe programma indrukken en ingedrukt houden. Nu
knipperen de indicaties van beide programma’s.
2. Na enkele seconden knippert alleen nog de indicatie van het nieuwe
programma. Programmatoets loslaten, het nieuwe programma begint.
Programma onderbreken door de machinedeur te openen
Bij het openen van de deur kan hete stoom naar buiten komen. Ver-
1
brandingsgevaar! Deur voorzichtig openen.
0 1. Machinedeur openen. Het programma stopt.
2. De indicatie van het lopende programma gaat uit.
3. Deur sluiten. Het programma loopt verder.
22
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Programma afbreken
0 1. Toets van het lopende programma indrukken en ingedrukt houden. De
programma-indicatie van het lopende programma knippert enkele
seconden en gaat dan uit.
2. Programmatoets loslaten, het programma is afgebroken.
Door uitschakelen van de afwasautomaat wordt een gekozen pro-
3
gramma alleen onderbroken, niet afgebroken. Als u de machine weer
inschakelt, wordt het programma voortgezet.
Starttijd instellen of wijzigen
U kunt max. 19 uur van te voren programmeren, wanneer het programma moet starten.
Starttijd instellen:
0 1. Toets aan/uit M indrukken.
2. Toets starttijd
uren (knipperend) tot de gewenste start aangeeft.
3. Toets voor het gewenste programma indrukken. Het multidisplay geeft
nu constant het aantal uren tot de start aan. Deze tijd is nu ook opgeslagen.
4. Na afloop van de ingestelde tijd start het programma automatisch.
Starttijd wijzigen:
Zolang het programma nog niet begonnen is, kunt u door indrukken
van toets starttijd
b zo vaak indrukken, tot het multidisplay het aantal
b de ingestelde starttijd nog wijzigen.
Beladingsherkenning – sensorlogic
Als u een programma start, terwijl er in de bovenste en/of onderste korf
maar weinig servies staat, past een intelligente elektronica de hoeveelheid water en de duur van het programma aan de hoeveelheid servies
aan. Daardoor kunt u ook weinig servies snel en economisch afwassen.
Bij halve belading (6 standaardcouverts) bespaart u zo’n 2 liter water
en 0,2 kWh stroom.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat uitschakelen
Machine pas uitschakelen als het multidisplay "0" als resterende looptijd van het programma aangeeft.
0 1. Toets aan/uit M indrukken. De indicatie van de toets gaat uit.
Bij het openen van de deur, direct na beëindiging van het programma,
1
kan hete stoom naar buiten komen. Daarom:
2. Deur voorzichtig openen.
Machine leeghalen
• Heet servies is zeer gevoelig. Daarom vóór het leeghalen laten afkoe-
3
len.
• Servies droogt sneller, als u na beëindiging van het programma de
deur even helemaal opent en dan op een kiertje laat staan.
• Laat na beëindiging van het programma het servies nog ca.
15 minuten in de machine staan. Het droogt dan beter.
• Eerst de onderste korf leeghalen, dan de bovenste korf. Zo voorkomt
u dat restwater van de bovenste korf op het servies in de onderste
korf druppelt en watervlekken achterlaat.
Onderhoud en reiniging
In geen geval onderhoudsmiddelen voor meubels of agressieve reini-
1
gingsmiddelen gebruiken.
• Bedieningselementen van de afwasautomaat alleen met een zachte
doek en schoon warm water schoonmaken.
• De sproeiarmen hoeven niet gereinigd te worden.
• Kuip, deurafdichting en watertoevoer regelmatig controleren en
eventueel schoonmaken.
24
Page 25
Schoonmaken van de zeven
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend.
3
Toch moet u de zeven af en toe controleren en eventueel schoonmaken.
Verontreinigde zeven hebben een
nadelige invloed op het afwasresultaat.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een grove/fijne zeef,
microfilter en vlakke zeef. M.b.v. de
greep van het microfilter het zeefsysteem ontgrendelen en uit de machine
nemen.
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.
4. Grove/fijne zeef (1) aan het oogje
pakken en uit het microfilter (2) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water
grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (3) uit de kuipbodem
nemen en aan beide kanten grondig
schoonmaken.
Gebruiksaanwijzing
7. Vlakke zeef weer in de kuipbodem
zetten.
8. Grove/fijne zeef in het microfilter
zetten en in elkaar drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en
door rechtsom draaien van de greep
vergrendelen. Let erop dat de vlakke
zeef niet boven de kuipbodem uitsteekt.
Zonder zeven mag de machine in
1
geen geval gebruikt worden.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand, als...
Aan de hand van onderstaande aanwijzingen kunt u kleine storingen
aan het toestel zelf opheffen. Als u toch voor één van de hier vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG fabrieksservice
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
...foutcodes worden aangegeven.
• Knippert de programma-indicatie van het gekozen programma of
geeft het multidisplay de foutcode (2 aan, dan kunt u de storing
eventueel zelf opheffen.
Na opheffen van de storing de toets van het begonnen programma
indrukken. Het programma loopt verder. Als de foutcode opnieuw
wordt aangegeven, moet u contact opnemen met de AEG fabrieksservice.
• Bij alle andere aangegeven foutcodes: contact opnemen met de AEG
fabrieksservice en opgeven om welke foutcode het gaat.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
26
Programma-indicatie
van het gekozen programma knippert:
er wordt geen water
toegevoerd.
Multidisplay geeft de
foutcode (2 aan.
Multidisplay geeft de
foutcode (3 aan.
Waterkraan is dicht. Waterkraan opendraaien.
Zeef in de slangkoppeling
aan de waterkraan is verstopt.
Watertoevoerslang ligt niet
goed.
De sifon is verstopt. Sifon schoonmaken.
Waterafvoerslang ligt niet
goed.
De beveiliging tegen wateroverlast is in werking getreden.
Zeef in de slangkoppeling
schoonmaken.
Slang controleren en evt.
goed leggen.
Slang controleren en evt.
goed leggen.
Waterkraan dichtdraaien en
contact opnemen met de
AEG fabrieksservice.
Page 27
Gebruiksaanwijzing
...er problemen zijn bij het gebruik van de afwasautomaat.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het programma begint
niet.
In de kuip zijn roestvlekken zichtbaar.
Fluitend geluid bij het
afwassen.
De machinedeur is niet goed
gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering in de huisinstallatie
is niet in orde.
Bij modellen met starttijdkeuze:
U hebt een starttijd gekozen.
De kuip is van roestvrij staal.
Roestvlekken zijn een gevolg
van vreemd roest (roestdeeltjes uit de waterleiding, van
pannen, bestek enz.). Verwijder zulke vlekken met een
speciaal reinigingsmiddel.
Het fluiten kan geen kwaad.
Deur sluiten.
Stekker in het stopcontact
steken.
Zekering vervangen.
Als het servies direct moet
worden afgewassen, de
starttijd op 0 uur instellen.
Alleen geschikt bestek en
servies afwassen.
Deksel van het zoutreservoir
stevig vastdraaien.
Ander merk reinigingsmiddel gebruiken.
...het afwasresultaat niet bevredigend is.
Het servies wordt niet schoon.
– U hebt niet het juiste programma gekozen.
– Het servies is zodanig neergezet, dat het water niet overal kon
komen. De servieskorven mogen niet overbeladen zijn.
– De zeven in de kuipbodem zijn niet schoon of verkeerd in de machine
geplaatst.
– U hebt geen goed reinigingsmiddel gebruikt of te weinig gedoseerd.
– Bij kalkaanslag op het servies: het zoutreservoir is leeg of de water-
onthardingsinstallatie is verkeerd ingesteld.
– De afvoerslang ligt niet goed.
Het servies is niet droog en glanst niet.
– U hebt geen goed glansmiddel gebruikt.
– Het glansmiddelreservoir is leeg.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Op glazen en servies zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of
blauwachtige aanslag te zien.
– Glansmiddeldosering lager instellen.
Op glazen en servies zijn opgedroogde waterdruppels te zien.
– Glansmiddeldosering hoger instellen.
– Het reinigingsmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de
Voordat de test begint, moeten het zoutreservoir van de waterontharder en het glansmiddelreservoir geheel gevuld worden.
Testnorm:EN 5O 242
Vergelijkingsprogramma:Normaal BIO 50 °C voor volle en halfvolle belading
Volle belading:12 couverts met serviceservies
Dosering afwasmiddel:30 g (type B) in het bakje voor afwasmiddel
Halfvolle belading:6 couverts met serviceservies
Dosering afwasmiddel:20 g (type B) in het bakje voor afwasmiddel
Glansspoelinstelling:4 (type III) voor volle en halfvolle belading
Beladingsvoorbeeld: bovenste korf (laagste en hoogste stand):
Bij halfvolle belading wordt elke tweede plaats vrijgelaten
Onderkorf met bestekkorf Bestekkorf
29
Page 30
Opstel- en aansluitaanwijzing
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat moet stevig en waterpas op een vlakke vloer wor-
den opgesteld.
• Schroefvoeten met de meegeleverde schroefsleutel uitdraaien om
oneffenheden in de vloer te compenseren en de toestelhoogte aan
andere meubelen aan te passen. Bij onderbouw- en geïntegreerde
modellen kunnen de achterste toestelvoeten m.b.v. een schroevendraaier aan de voorzijde van het toestel worden versteld.
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokke-
luitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat ze niet geknikt of
platgedrukt worden.
• De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
• Afhankelijk van de bouwvorm moeten de afwasautomaten als volgt
worden opgesteld:
30
Geïntegreerde toestellen
(zie meegeleverd montagesjabloon)
De toesteldeur kan worden voorzien van een decorplaat met de vol-
3
gende afmetingen:
breedte: 591 – 594 mm
dikte: 16 – 24 mm
hoogte: max. 600 mm
afhankelijk
van
gewicht: max. 8 kg
– nishoogte
– sokkelhoogte
– aanpassing aan keukenmeubelen naast de afwasautomaat
Page 31
Opstel- en aansluitaanwijzing
Als de decorplaat langer dan 600 mm is, kan de toesteldeur niet geheel
1
geopend worden (de decorplaat stoot tegen de sokkel).
In dat geval moet de sokkel uitgezaagd worden (zie montagesjabloon)
of moet de montageset BLT 60 (E-nr. 911 239 008, verkrijgbaar bij de
AEG Onderdelenverkoop) voor extra lange deuren gebruikt worden.
Onderbouwtoestellen
(zie meegeleverde montage-aanwijzing)
Vrijstaande toestellen
• kunnen zonder extra bevestiging worden opgesteld.
1
Als de afwasautomaat direct naast een gas- of kolenfornuis wordt
opgesteld, moet tussen fornuis en afwasautomaat een warmte-isolerende, niet brandbare plaat vlak tegen de bovenkant van het werkblad (diepte 57,5 cm) worden aangebracht. Deze plaat moet aan de
kant van het fornuis van aluminiumfolie voorzien zijn.
• Als de afwasautomaat onder een
werkblad moet worden ingebouwd, moeten het bovenblad van
de machine als volgt worden verwijderd:
– Schroeven uit de hoekstukken
aan de achterzijde draaien (1).
– Bovenblad van de machine ca.
1 cm naar achteren schuiven
aan de voorkant iets optillen
(2),
(3)
en wegnemen.
– Op de in de afbeelding aangege-
ven plaats
gingsnokje van het bovenblad
drukken en het nokje schuin naar
achteren uittrekken
(4) van het bevesti-
(5).
4
5
Als de afwasautomaat later weer als
1
vrijstaand toestel wordt gebruikt, moeten het bovenblad van de
machine weer worden aangebracht.
31
Page 32
Opstel- en aansluitaanwijzing
De sokkel van vrijstaande toestellen is niet verstelbaar.
3
• Vrijstaande toestellen kunnen
m.b.v. een decorplaat optisch aan
het keukenfront worden aangepast.
Deze decorplaten worden door de
keukenleverancier geleverd. Voor
de montage is een decorlijst noodzakelijk, die bij sommige modellen
wordt meegeleverd en die u anders
bij de vakhandel kunt bestellen.
• Maten van de decorplaat:
– hoogte 590 mm
– breedte 581 mm
– klemdikte: max. 4 mm
• Dunne decorplaten moeten met dubbelzijdig plakband op de toestel-
deur worden aangebracht, anders zouden ze kunnen vervormen.
32
Page 33
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en die voldoen
aan de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot max.
60°C worden aangesloten.
• De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar overdruk (=10N/cm2=100 kPa)
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar overdruk (=100 N/cm2 =1 MPa)
Als de overdruk lager dan 1 bar is, dient u
de AEG fabrieksservice te raadplegen.
Bij meer dan 10 bar overdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel).
Toevoerslang aansluiten
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
1
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (DIN 259) aan een waterkraan met
buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slangkoppeling
alleen met de hand aandraaien.
• Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
3
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
• Als u een langere toevoerslang nodig hebt, moet u een originele com-
plete slangset gebruiken (verkrijgbaar bij de vakhandel of de AEG
Onderdelenverkoop):
De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld zijn.
1
• Aansluiting van de afvoerslang:
– maximaal toelaatbare hoogte: 1 meter.
– minimaal vereiste hoogte 30 cm boven de onderkant van de
machine.
Verlengslangen
• Verlengslangen zijn verkrijgbaar bij
de vakhandel of de AEG Onderdelenverkoop. De binnendiameter van
de verlengslangen moet 19 mm
bedragen, opdat het functioneren
van de machine niet gestoord
wordt.
• Verlengslangen mogen maximaal 3
meter horizontaal liggen en de
maximaal toelaatbare hoogte voor
de aansluiting van de afvoerslang
bedraagt dan 85 cm.
Sifonaansluiting
• De tuit van de afvoerslang (Ø 19 mm) past op alle gangbare types
sifons. De buitendiameter van de sifonaansluiting moet minimaal
15 mm zijn.
• De afvoerslang moet met de meegeleverde slangklem aan de sifon-
aansluiting worden bevestigd.
Waterafvoer in een gootsteen (alleen mogelijk bij vrijstaande toestellen)
Als u de afvoerslang in een gootsteen wilt hangen, moet u een slanghouder gebruiken. Deze is te bestellen bij de AEG Onderdelenverkoop
onder ET-nr. 646 069 190.
0 1. Slanghouder op de afvoerslang steken.
2. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet van de gootsteenrand kan wegglijden.
Als u een koord door het gat trekt, kunt u de houder aan de muur of
aan de waterkraan bevestigen.
34
Page 35
Opstel- en aansluitaanwijzing
Beveiliging tegen wateroverlast
De afwasautomaat is uitgerust met het AQUA CONTROL SYSTEM, een
beveiliging tegen wateroverlast.
In geval van storing onderbreekt het veiligheidsventiel in de machine
direct de watertoevoer en de afvoerpomp wordt ingeschakeld. Daardoor kan er geen water uit- of overlopen. Restwater dat zich nog in het
toestel bevindt wordt automatisch weggepompt.
Het AQUA CONTROL SYSTEM functioneert ook, als het toestel uitge-
1
schakeld is – het mag echter niet van het stroomnet gescheiden zijn.
Elektrische aansluiting
Volgens de voorwaarden van de elektriciteitsbedrijven mag een vaste
1
aansluiting aan het elektriciteitsnet alleen door een erkend elektroinstallateur worden uitgevoerd.
Bij de aansluiting moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden.
Na de inbouw mogen volgens EN 60335/DIN VDE 0700 spanning voerende onderdelen en geïsoleerde leidingen niet aanraakbaar zijn.
Gegevens voor de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje op
de rechter binnenrand van de deur. Als het toestel omschakelbaar is
uitgevoerd, dient u zich bovendien aan de aanwijzingen op het
omschakelschema te houden dat zich in de snoeraansluitdoos bevindt.
Controleer vóór het aansluiten, of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en
stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook
de vereiste zekering.
Om de afwasautomaat van het net te scheiden, stekker uit het stopcontact trekken. Is het toestel d.m.v. een vaste aansluiting met het net verbonden, dan moet het door maatregelen in de installatie van het net
gescheiden worden (zekeringen uitschakelen, automatische zekering,
aardlekschakelaar e.d. die een contactopening van > 3 mm bezitten).
35
Page 36
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluittechniek
Toevoer- en afvoerslang en aansluitsnoer moeten aan de zijkant van de
machine worden aangesloten, omdat daarvoor achter het toestel geen
plaats is.
Het hier gegeven voorbeeld van water- en elektrische installatie is
slechts een richtlijn, omdat de situatie ter plaatse van opstelling (aanwezige aansluitingen, plaatselijke en algemeen geldende aansluitvoorschriften) maatgevend is.
watertoevoer
2 aansluitstukken 45° of recht,
uitwendig Ø 19 mm, lengte 30 mm
aansluitsnoer
waterafvoer
elektrische aansluiting
dubbele
waterkraan
waterafvoer watertoevoer
aansluitsnoer
36
Page 37
ADRES KLANTENSERVICE
TelefonTelefax
Electrolux Belgium
ELGROEP & AEG SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 LembeekWerkplaats02/363.04.67
Herstellingen
aan huis
02/363.04.4402/363.04.00
02/363.04.68
02/363.04.71
Adres klantenservice
02/363.04.60
02/363.04.70
Originele wisselstukken
en toebehoren
S.D.E.
Rue Gaucet 26
4020 Liege
02/363.05.5502/363.05.00
04/343.11.6004/343.47.68
GARANTIEBEPALINGEN
WAARBORGVOORWAARDEN
1. WERKING: De waarborg treedt slechts in werking indien de aankoopfaktuur kan
voorgelegd worden.
2. TOEPASSING
Deze waarborg gaat in op het ogenblik van de levering aan de gebruiker.
3. DUUR VAN DE WAARBORG
a) EEN JAAR op de onderdelen van het toestel, behalve
1) waterverwarmers
– Kuip: akkumulatieverwarmers van 50 tot 500 l: 5 jaar; gemengde waterverwar-
mers: 3 jaar; waterverwarmers 5 tot 10 l, doorstroomverwarmers, doorstroomverwarmers met reservoir, met versnelde opwarming, 600, 1000 l en warmtepompen:
1 jaar.
– Elektrische componenten: 3 jaar.
2) Veiligheidsgroep: 3 jaar
b) EEN JAAR op het arbeidsloon;
c) EEN JAAR op de verplaatsing van de technicus; behalve voor: kleine toestellen en
aanvullende verwarming: deze moeten bij de leverancier binnengebracht worden ten
laste van de koper.
02/363.04.19
37
Page 38
Garantiebepalingen
4. GELDIGHEID VAN DE WAARBORG
a) De waarborg is slechts geldig voor de eerste gebruiker, en inzoverre deze het toestel
als goede huisvader en in normale omstandigheden gebruikt;
b) De waarborg dekt de herstelling en/of de vervanging van de stukken en onderdelen
die door onze technische diensten als defect beschouwd worden en it met uitsluiting
van elke schadevergoeding;
c) He nakomen door de leverancier van de verpflichtigen die voortvloeien uit de waar-
borg kan geen aanleiding geven tot verlenging of hernieuwing van de oorspronkelijke waarborgtermijn.
5. UITGESLOTEN SCHADEGEVALLEN
Vermits het toestel bij de levering in goede werkingstaat werd bevonden, DEKT DE
WAARBORG NIET: de niet bij de levering vastgestelde krassen, afdrukken of vlekken op
de bekleding van het toestel / de verlichtings- en controlelampen / de motorborstels /
de breekbare toebehoren, met uitzondering van de materiaalfouten die als dusdanig
door onze technische diensten erkend worden. Daarenboven zijn wij niet verantwoordelijk voor alle schade, van welke aard ook, voortvloeiend uit een defect in de werking
van onze toestellen.
6. DE WAARBORG IS NIET VAN TOEPASSING
op tussenkomsten ingevolge: een verkeerde insallatie of aansluiting die niet door onze
technische diensten werd uitgevoerd / een defect aan de elektrische installatie van de
woning of van het gebouw / een elektrische spanning of een hydraulische druk die
overmaltig afwijkt van de nominale waarden die voor de voeding van het toestel zijn
voorzijn / een verkeerde behandeling of gebruik door de bezitter van het toestel / een
onvoldoende of verkeerd onderhoud / een val van het toestel of van een onderdeel /
een transport zonder de nodige voorzorgen om het toestel en zijn onderdelen tegen
beschadiging te vrijwaren.
7. DE WAARBORG WORDT VERVALLEN VERKLAARD voor de toestellen en onderdelen
die hersteld of veranderd werden door personen die niet door de firma gemachtigd
werden / waarvan de fabrikatienummers werden verwijderd od vervalst.
8. VOOR HERSTELLINGEN zich wenden tot uw AEG verkorper of tot de door AEG
Aanvaarde Herstelbedrijven.
9. Voor technische inlichtingen, enz:
Electrolux Belgium, Abt. AEG
Bergensesteenweg 719, 1502 Lembeek, Tel. 02/363.03.11
38
Page 39
KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u contact opnemen met AEG.
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het PNC- en S-nummer van
uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje (op de
rechter binnenrand van de deur) en kunt u het beste hieronder en
voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de AEG service-afdeling inschakelt,
wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot
39
Page 40
de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan
AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg