Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
• De afwasautomaat is alleen bestemd voor het afwassen van huishoudservies.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan de afwasautomaat
zijn niet toegestaan.
• Alleen speciaal zout, afwasmiddel en glansmiddel gebruiken dat voor
afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is.
• Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doseren. Explosiegevaar!
Veiligheid voor kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten het bereik van kinderen houden. Verstikkingsgevaar!
• Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrische apparaten verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder
toezicht bij de afwasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de afwasautomaat kunnen klauteren. Levensgevaar!
• Afwasmiddelen kunnen levensgevaarlijk zijn voor ogen, mond en keel.
De veiligheidsaanwijzingen van de afwasmiddelenfabrikant moeten
worden opgevolgd.
• Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Gevaarlijk voor de
gezondheid!
5
Algemene veiligheid
• Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
• Als de afwasautomaat niet gebruikt wordt, het apparaat uitschakelen
en de waterkraan dichtdraaien.
• De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de stekker.
• Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd
dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en
zich bezeert.
• Ga nooit op de geopende deur staan of zitten.
• Staat de afwasautomaat in een ruimte waar het kan gaan vriezen,
dan dient na ieder gebruik de aansluitslang van de waterkraan gescheiden te worden.
6
Apparaataanzicht
V
V
V
Plafondsproeier
Bovenkorf-sproeiarm en
bodemsproeiarm
Schakelaar hardheidsbereik
oorraadvat
voor zout
akje voor
afwasmiddel
oorraadvakje
voor glansmiddel
Bedieningsveld
Typeplaatje
Zeven
Bedieningspaneel
Voor de bediening van het apparaat moet altijd eerst de deur van de afwasautomaat worden geopend.
AAN/UIT-toets
Met de AAN/UIT-toets wordt de afwasautomaat in- en/of uitgeschakeld.
7
Programmatoetsen
Aantal uren
Starttijdkeuze
Controlelampjes
12 3
Functietoetsen
Starttijdkeuze
instellen
Indicatie programma-
Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma gekozen.
Functietoetsen: Naast het aangegeven afwasprogramma kunnen met
behulp van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
Functietoets 1Waterontharder instellen
Functietoets 2- niet in gebruik -
Functietoets 3Signaaltoon in- en uitschakelen
Controlelampjes hebben de volgende betekenis:
1)
1)
1) Deze controlelampjes branden niet tijdens het lopende afwasprogramma.
Zout bijvullen
Glansmiddel bijvullen
einde
8
De eerste keer gebruiken
Als u een 3in1-afwasmiddel wilt gebruiken:
3
– Lees a.u.b. eerst hoofdstuk ”Gebruik van 3in1- afwasmiddelen”.
– Niet vullen met zout, noch met glansmiddel.
Als u geen 3in1-vaatwasmiddel gebruikt, dient u alvorens de vaatwasser in gebruikte nemen:
1. Waterontharder instellen
2. Zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
Waterontharder instellen
De wateronderharder moet mechanisch en elektronisch worden ingesteld.
3Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen,
moet het servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
De waterontharder moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen
uw woongebied worden ingesteld. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen.
De afwasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
Mechanische instelling:
1. De deur van de afwasautomaat ope-
nen.
2. De onderste korf uit de
afwasautomaat nemen.
3. De schakelaar voor het hardheidsbereik aan de linkerzijde van de kuip op
O of 1 draaien (zie tabel).
Elektronische instelling:
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit af-
wasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LED-indicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen
branden.
9
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Druk op functietoets 1.
De LED-indicatie van de functietoets 1 knippert.
Gelijktijdig knippert de LED-indicatie voor het einde van het programma:
– Het aantal malen dat de LED-indicatie voor het programma-einde
knippert komt overeen met de ingestelde hardheidsgraad.
– Deze reeks knipperindicaties wordt verschillende keren om de 3 se-
conden herhaald.
4. Door op de functietoets 1 te drukken wordt de hardheidsgraad met 1
stap verhoogd.
(Uitzondering: na hardheidsgraad 10 volgt hardheidsgraad 1).
5. Als de hardheidsgraad goed is ingesteld, drukt u op de toets AAN/UIT.
De hardheidsgraad wordt dan opgeslagen.
Wanneer de waterontharder elektronisch op “1” wordt ingesteld, dan
wordt daarmee de controle-indicatie voor speciaalzout uitgeschakeld.
Waterhardheid
in
2)
°d
51 - 70
- 50
43
37
- 42
- 36
29
23
- 28
19 - 22
- 18
15
11 - 141,9 - 2,5II333
4 - 100,7 - 1,8I/II222
onder4onder0,7I
1) Alleen als de signaaltoon is ingeschakeld, wordt de waterhardheid met geluid weer-
gegeven.
2) (°d) Duitse graden, meeteenheid voor de waterhardheid
3) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid
4) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma iets langer worden.
*) instelling vanaf de fabriek
in
mmol/l
9,0 - 12,5
- 8,9
7,6
6,5
- 7,5
- 6,4
5,1
4,0
- 5,0
3,3 - 3,9
- 3,2
2,6
Bereik mechanisch elektronisch
3)
IV1
III
Instelling van de
hardheidsgraad
10
9
8
7
6
5
4*
0*
1
geen zout
noodzakelijk
4)
Aantal maal
knipperen
10
Aantal
sig-
naal-
tonen
9
8
7
6
5
4
11
1)
10
9
8
7
6
5
4
10
Speciaal zout doseren
Om de waterontharder te ontkalken dient speciaal zout gedoseerd te
worden. Alleen zout dat voor afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is gebruiken.
Als u geen 3in1-afwasmiddel gebruikt, doseer dan zout:
– Als u de afwasautomaat voor de eerste keer gebruikt.
– Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor zout brandt.
1. Deur openen, onderste korf
uitnemen
2. Afsluitdop van het voorraadvat van
het zout linksom opendraaien.
3. Alleen de eerste keer:
Het zoutvoorraadvat geheel met
water vullen.
4. De meegeleverde trechter in de opening van het voorraadvat steken.
Zout in het voorraadvat doseren, inhoud afhankelijk van de korrelgrootte ca. 1,0-1,5 kg. Het
voorraadvat niet overmatig vullen.
3Het kan geen kwaad als bij het doseren van het zout water overloopt.
5. De opening van het voorraadvat van zoutresten ontdoen.
6. De afsluitdop rechtsom dichtdraaien.
7. Na het doseren van het zout een afwasprogramma starten. Daar-
door worden overgelopen zout water en zoutkorrels weggespoeld.
3Afhankelijk van de korrelgrootte kan het enige uren duren voordat het
zout in het water is opgelost en het controlelampje voor zout weer uitgaat.
11
Glansmiddel doseren
Omdat het glansmiddel het spoelwater beter laat aflopen krijgt u vlekvrij, glanzend servies en heldere glazen.
Als u geen 3in1-afwasmiddel gebruikt, doseer dan glansmiddel:
– Als u voor de eerste keer de afwasautomaat gebruikt.
– Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor glansmiddel
brandt.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel
voor afwasautomaten en geen andere vloeibare reinigingsmiddelen.
1. De deur openen.
Het vakje voor het glansmiddel bevindt zich op de binnenzijde van de
deur van de afwasautomaat.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddelvak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. Glansmiddel langzaam en precies
tot de streepmarkering “max“ doseren;
dat komt ongeveer overeen met een
hoeveelheid van 140 ml
5. Deksel dichtdrukken tot deze vastklikt.
6. Als er glansmiddel naast is gelopen,
moet dit met een doek worden
weggeveegd. Anders vormt zich tijdens het afwassen te veel schuim.
12
Glansmiddeldosering instellen
3De dosering alleen dan veranderen als op glazen en servies vegen, melk-
achtige vlekken (dosering lager instellen) of opgedroogde waterdruppels (dosering hoger instellen) te zien zijn (zie hoofdstuk “Als het
afwasresultaat niet bevredigend is“). De dosering kan van 1-6 worden
ingesteld. Door de fabriek is de dosering op “4“ ingesteld.
1. De deur van de afwasautomaat
openen.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddelvak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. De dosering instellen.
5. Deksel dichtdrukken tot deze vast-
klikt.
6. Als er glansmiddel is uitgelopen,
moet dit met een doek worden
weggeveegd.
Signaaltoon in- en uitschakelen
U kunt instellen of u, naast een zichtbare indicatie (bij bijvoorbeeld het
programma-einde of storingen) ook een signaaltoon wilt horen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit af-
wasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LED-indicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen
branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 3 indrukken.
De LED-indicatie van de functietoets 3 knippert.
De indicatie voor het programma-einde geeft de huidige instelling aan:
De indicatie voor het programmaeinde brandt:
De indicatie voor het programma-einde brandt niet:
Signaaltoon ingeschakeld.
(instelling vanaf de fabriek)
Signaaltoon uitgeschakeld
13
4. Het indrukken van de functietoets 3 schakelt de signaaltoon in resp.
5. Druk nadat de signaaltoon als gewenst is ingesteld op de toets AAN/UIT.
De instelling voor de signaaltoon is dan opgeslagen.
Het dagelijks gebruik
Bestek en servies in de machine plaatsen
1Sponzen, huishouddoeken en alle voorwerpen die water opnemen mo-
gen niet in de afwasautomaat worden gereinigd. Servies voorzien van
een kunststof- en/of teflonlaag houdt waterdruppels sterk vast. Daarom droogt dit type servies iets minder goed dan porselein en edelstaal.
Voor het afwassen in de afwasautomaat is het volgende bestek/servies
niet geschikt:wel geschikt:
• Aardewerkservies alleen in de afwasautomaat
• Bestek voorzien van een houten,
hoornen, porseleinen of paarlemoergreep
• Niet hittebestendige
kunststofdelen
• Ouder bestek waarvan de lijm
temperatuurgevoelig is
• Gelijmd servies of bestekdelen
• Voorwerpen van tin en koper
• Kristal
• Roestgevoelige staaldelen
• Houten plankjes
• Kunstvoorwerpen
reinigen als dit door de fabrikant expliciet als
daarvoor geschikt is benoemd.
• Op het glazuur aangebrachte versieringen
kunnen na zeer vaak machinaal afwassen verbleken.
• Zilveren en aluminiumonderdelen kunnen als
gevolg van het afwassen verkleuren. Etensresten zoals eiwit, eigeel en mosterd veroorzaken
vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
dient daarom, als het niet direct na het gebruik wordt afgewassen, onmiddellijk van
etensresten ontdaan te worden.
• Glaswerk kan na vele afwasbeurten troebel
worden.
14
• Voordat u het servies in de machine plaatst, moet u:
– grove etensresten verwijderen.
– pannen met ingebrande etensresten inweken.
• Bij het plaatsen van het servies en het bestek op het volgende letten:
– Het servies en het bestek mogen de sproeiarmen niet in hun draai-
beweging hinderen.
– Schoteltjes, kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar onde-
ren plaatsen, opdat er geen water in kan achterblijven.
– Servies en bestekdelen mogen niet in elkaar worden geplaatst of el-
kaar afdekken.
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.