Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft
een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel de
sign en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedie
ningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het
energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw
apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kun
nen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets
kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eige
naar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over
Bestek en servies in de machine plaatsen 15
Bovenste korf in hoogte verstellen 21
Afwasmiddel doseren 22
Gebruik van 3in1afwasmiddelen 24
Afwasprogramma kiezen (programmatabel) 26
Afwasprogramma starten 28
Starttijdkeuze instellen 29
Afwasautomaat uitschakelen 30
Onderhoud en reiniging 31
3Inhoud
Wat te doen als… 33
Kleine storingen zelf verhelpen 33
Als het vaatwasresultaat niet bevredigend is 36
Afvalverwerking 37
Technische gegevens 37
Aanwijzingen voor testinstituten 38
Opstel en aansluitaanwijzing 40
Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie 40
Opstellen van de afwasautomaat 41
Aansluiten van de afwasautomaat 42
Garantievoorwaarden 45
Adres serviceafdeling 48
Service 51
Page 4
Gebruiksaanwijzing4
Gebruiksaanwijzing
1Veiligheid
Voor de eerste keer gebruiken
• Volg de ”Opstel en aansluitaanwijzing” op.
Gebruik volgens de voorschriften
• De afwasautomaat is alleen bestemd voor het afwassen van huishoudservies.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan de afwasautomaat zijn niet
toegestaan.
• Alleen speciaal zout, afwasmiddel en glansmiddel gebruiken dat voor afwas
automaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is.
• Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doseren. Explosiegevaar!
Veiligheid voor kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten het bereik van kinderen houden. Verstikkings
gevaar!
• Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrische apparaten
verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de
afwasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de afwasautomaat kunnen klaute
ren. Levensgevaar!
• Afwasmiddelen kunnen levensgevaarlijk zijn voor ogen, mond en keel. De vei
ligheidsaanwijzingen van de afwasmiddelenfabrikant moeten worden opge
volgd.
• Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Gevaarlijk voor de gezond
heid!
Algemene veiligheid
• Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uit
gevoerd.
• Als de afwasautomaat niet gebruikt wordt, het apparaat uitschakelen en de
waterkraan dichtdraaien.
• De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de
stekker.
• Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd dicht is. Zo
voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en zich bezeert.
Page 5
• Ga nooit op de geopende deur staan of zitten.
V
V
V
• Staat de afwasautomaat in een ruimte waar het kan gaan vriezen, dan dient
na ieder gebruik de aansluitslang van de waterkraan gescheiden te worden.
Apparaataanzicht
Bovenkorfsproeiarm en
bodemsproeiarm
Schakelaar hardheids
bereik
oorraadvat
voor zout
5Apparaataanzicht
akje voor
afwasmiddel
oorraadvakje
voor glansmiddel
Bedieningsveld
Typeplaatje
Zeven
Binnenverlichting
1Deze vaatwasser is in de spoelruimte voorzien van een lamp die aan en uitgaat
met het openen en sluiten van de deur van de vaatwasser.
Binnenlamp voorzien van KLASSE 1 ledlamp, overeenkomstig EN 608251:
1994 + A1:2002 + A2:2001
Raadpleeg ELECTROLUX Service als de lamp moet worden vervangen.
Page 6
Bedieningspaneel6
Bedieningspaneel
Voor de bediening van het apparaat moet altijd eerst de deur van de afwasauto
maat worden geopend.
Met de AAN/UITtoets wordt de afwasautomaat in en/of uitgeschakeld.
AAN/UITtoets
Programmatoetsen
12 3
Functietoetsen
Controle
lampjes
Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma gekozen.
Functietoetsen: Naast het aangegeven afwasprogramma kunnen met behulp
van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
Functietoets 1Waterontharder instellen
Functietoets 2
Functietoets 3Signaaltoon in en uitschakelen
Glansmiddeltoevoer in en uitschakelen bij 3in1 in
geschakeld
De glansmiddeltoevoer wordt alleen beïnvloed als de 3in1functie is geselec
teerd.
Page 7
7Bedieningspaneel
Multidisplay
Starttijdkeuze
instellen
3in1functie
kiezen
Controle
lampjes
De multidisplay kan aangeven:
– op welk hardheidsniveau de waterontharder is ingesteld.
– of de glansmiddeltoevoer is in of uitgeschakeld.
– of de signaaltoon is in of uitgeschakeld.
– welke starttijd is ingesteld.
– hoe lang een lopend afwasprogramma naar verwachting nog duurt.
– van welke storing aan de afwasautomaat sprake is.
Controlelampjes hebben de volgende betekenis:
1)
1)
Zout bijvullen
Glansmiddel bijvullen
Waterkraan opendraaien
Zeefsysteem van de afwasautomaat reinigen
De deur van de afwasautomaat is open
De sproeiarm van de bovenste korf is geblokkeerd
1) Deze controleindicaties branden niet tijdens het lopende afwasprogramma.
Page 8
De eerste keer gebruiken8
De eerste keer gebruiken
3
Als u een 3in1afwasmiddel wilt gebruiken:
– Lees a.u.b. eerst hoofdstuk ”Gebruik van 3in1 afwasmiddelen”.
– Niet vullen met zout, noch met glansmiddel.
Als u geen 3in1vaatwasmiddel gebruikt, dient u alvorens de vaatwasser in
gebruikte nemen:
1. Waterontharder instellen
2. Zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
Waterontharder instellen
De wateronderharder moet mechanisch en elektronisch worden ingesteld.
3Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen, moet het
servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen. De waterontharder
moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen uw woongebied worden in
gesteld. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende
waterleidingbedrijf verkrijgen.
De afwasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
Mechanische instelling:
1. De deur van de afwasautomaat openen.
2. De onderste korf uit de afwasautomaat ne
men.
3. De schakelaar voor het hardheidsbereik aan
de linkerzijde van de kuip op 1 of 2 draaien
(zie tabel).
Page 9
Elektronische instelling:
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 1 indrukken.
De LEDindicatie van de functietoets 1 knippert.
De multidisplay geeft het ingestelde hardheidsniveau aan.
4. Het drukken op de functietoets 1 verhoogt het hardheidsniveau met 1.
(Uitzondering: na hardheidsniveau 10 volgt hardheidsniveau 1).
5. Als het hardheidsniveau correct is ingesteld, op de AAN/UITtoets drukken.
Het hardheidsniveau is dan opgeslagen.
Als de waterontharder elektronisch op “1“ wordt ingesteld, dan wordt daarmee
het controlelampje voor zout uitgeschakeld.
9De eerste keer gebruiken
Waterhardheid
in
2)
°d
51 70
43 50
37 42
29 36
23 28
19 22
15 18
11 141,9 2,5II33L3
4 100,7 1,8I/II22L2
onder 4onder 0,7I
1) Alleen als de signaaltoon is ingeschakeld, wordt de waterhardheid met geluid weergegeven.
2) (°d) Duitse graden, meeteenheid voor de waterhardheid
3) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid
4) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma iets langer worden.
*) instelling door de fabriek
in
mmol/l
9,0 12,5
7,6 8,9
6,5 7,5
5,1 6,4
4,0 5,0
3,3 3,9
2,6 3,2
Bereikmechanischelektronisch
3)
IV
III
Instelling van de
hardheidsgraad
2*
1
geen zout
noodzakelijk
10
Indicatie
op het
multidisplay
4)
9
8
7
6
5*
4
1
10L .
9L
8L
7L
6L
5L
4L
Aantal
signaal
tonen
10
9
8
7
6
5
4
1l1
1)
Page 10
De eerste keer gebruiken10
Speciaal zout doseren
Om de waterontharder te ontkalken dient speciaal zout gedoseerd te worden.
Alleen zout dat voor afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is ge
bruiken.
Als u geen 3in1afwasmiddel gebruikt, doseer dan zout:
– Als u de afwasautomaat voor de eerste keer gebruikt.
– Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor zout brandt.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen
2. Afsluitdop van het voorraadvat van het
zout linksom opendraaien.
3. Alleen de eerste keer:
Het zoutvoorraadvat geheel met water vul
len.
4. De meegeleverde trechter in de opening
van het voorraadvat steken.
Zout in het voorraadvat doseren, inhoud
afhankelijk van de korrelgrootte ca. 1,01,5
kg. Het voorraadvat niet overmatig vullen.
3Het kan geen kwaad als bij het doseren van
het zout water overloopt.
5. De opening van het voorraadvat van zoutresten ontdoen.
6. De afsluitdop rechtsom dichtdraaien.
7. Na het doseren van het zout een afwasprogramma starten. Daardoor wor
den overgelopen zout water en zoutkorrels weggespoeld.
3Afhankelijk van de korrelgrootte kan het enige uren duren voordat het zout in
het water is opgelost en het controlelampje voor zout weer uitgaat.
Page 11
Glansmiddel doseren
Omdat het glansmiddel het spoelwater beter laat aflopen krijgt u vlekvrij, glan
zend servies en heldere glazen.
Als u geen 3in1afwasmiddel gebruikt, doseer dan glansmiddel:
– Als u voor de eerste keer de afwasautomaat gebruikt.
– Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor glansmiddel brandt.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel voor
afwasautomaten en geen andere vloeibare
reinigingsmiddelen.
1. De deur openen.
Het vakje voor het glansmiddel bevindt
zich op de binnenzijde van de deur van de
afwasautomaat.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddel
vak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. Glansmiddel langzaam en precies tot de
streepmarkering “max“ doseren;
dat komt ongeveer overeen met een hoe
veelheid van 140 ml
5. Deksel dichtdrukken tot deze vastklikt.
6. Als er glansmiddel naast is gelopen, moet
dit met een doek worden weggeveegd. An
ders vormt zich tijdens het afwassen te veel
schuim.
11De eerste keer gebruiken
Page 12
De eerste keer gebruiken12
Glansmiddeldosering instellen
3De dosering alleen dan veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige
vlekken (dosering lager instellen) of opgedroogde waterdruppels (dosering hoger
instellen) te zien zijn (zie hoofdstuk “Als het afwasresultaat niet bevredigend is“).
De dosering kan van 16 worden ingesteld. Door de fabriek is de dosering op “4“
ingesteld.
1. De deur van de afwasautomaat openen.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddel
vak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. De dosering instellen.
5. Deksel dichtdrukken tot deze vastklikt.
6. Als er glansmiddel is uitgelopen, moet dit
met een doek worden weggeveegd.
Page 13
Glansmiddeltoevoer bij geselecteerd 3in1functie inschake
len
3Als de 3in1functie niet is geselecteerd, is de glansmiddeltoevoer altijd inge
schakeld.
Als de 3in1functie door het gebruik van 3in1afwasmiddelen is geselecteerd,
wordt de glansmiddeltoevoer uitgeschakeld. Als het servies dan onvoldoende
wordt gedroogd, dient de glansmiddeltoevoer weer ingeschakeld te worden (zie
ook hoofdstuk “Gebruik van 3in1afwasmiddelen“).
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 2 indrukken.
De LEDindicatie van de functietoets 2 knippert.
De multidisplay geeft de huidige instelling aan:
13De eerste keer gebruiken
0d
Glansmiddeltoevoer bij 3in1 uitgeschakeld
(instelling vanaf de fabriek)
1dGlansmiddeltoevoer bij 3in1 ingeschakeld
4. Het drukken op de functietoets 2 schakelt de glansmiddeltoevoer in of uit.
5. Als de multidisplay de gewenste instelling aangeeft, druk dan op de AAN/UIT
toets. De instelling wordt dan opgeslagen.
Page 14
De eerste keer gebruiken14
Signaaltoon in en uitschakelen
U kunt instellen of u, naast een zichtbare indicatie (bij bijvoorbeeld het pro
grammaeinde of storingen) ook een signaaltoon wilt horen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 3 indrukken.
De LEDindicatie van de functietoets 3 knippert.
Het multidisplay geeft de huidige instelling aan:
0bSignaaltoon uitgeschakeld
1bSignaaltoon ingeschakeld (instelling door de fabriek)
4. Door op de functietoets 3 te drukken verandert de instelling.
5. Als het multidisplay de gewenste instelling aangeeft, druk dan op de AAN/UIT
toets. De instelling wordt dan opgeslagen.
Page 15
15Het dagelijks gebruik
Het dagelijks gebruik
Bestek en servies in de machine plaatsen
1Sponzen, huishouddoeken en alle voorwerpen die water opnemen mogen niet in
de afwasautomaat worden gereinigd. Servies voorzien van een kunststof en/of
teflonlaag houdt waterdruppels sterk vast. Daarom droogt dit type servies iets
minder goed dan porselein en edelstaal.
Voor het afwassen in de afwasautomaat is het volgende bestek/servies
niet geschikt:wel geschikt:
• Bestek voorzien van een houten,
hoornen, porseleinen of paarlemoer
greep
• Niet hittebestendige kunststofdelen
• Ouder bestek waarvan de lijm
temperatuurgevoelig is
• Gelijmd servies of bestekdelen
• Voorwerpen van tin en koper
• Kristal
• Roestgevoelige staaldelen
• Houten plankjes
• Kunstvoorwerpen
• Voordat u het servies in de machine plaatst, moet u:
– grove etensresten verwijderen.
– pannen met ingebrande etensresten inweken.
• Bij het plaatsen van het servies en het bestek op het volgende letten:
– Het servies en het bestek mogen de sproeiarmen niet in hun draaibeweging
hinderen.
– Schoteltjes, kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar onderen plaat
sen, opdat er geen water in kan achterblijven.
– Servies en bestekdelen mogen niet in elkaar worden geplaatst of elkaar af
dekken.
– Om glasbeschadigingen te voorkomen mogen glazen elkaar niet aanraken.
– Kleine voorwerpen (bijv. deksels) niet in de servieskorven maar in de bestek
korf plaatsen zodat ze niet door de korf naar beneden kunnen vallen.
• Aardewerkservies alleen in de afwasautomaat reini
gen als dit door de fabrikant expliciet als daarvoor
geschikt is benoemd.
• Op het glazuur aangebrachte versieringen kunnen
na zeer vaak machinaal afwassen verbleken.
• Zilveren en aluminiumonderdelen kunnen als gevolg
van het afwassen verkleuren. Etensresten zoals eiwit,
eigeel en mosterd veroorzaken vaak verkleuringen of
vlekken op zilver. Zilver dient daarom, als het niet di
rect na het gebruik wordt afgewassen, onmiddellijk
van etensresten ontdaan te worden.
• Glaswerk kan na vele afwasbeurten troebel worden.
Page 16
Het dagelijks gebruik16
Bestek in de machine plaatsen
1Waarschuwing: Messen met een scherpe punt en scherpkantig bestek dienen
door de kans op verwondingen in de bovenste korf geplaatst te worden.
Opdat alle bestekdelen in de bestekkorf door water worden omspoeld, moet u:
1.Roosterinzet op de bestekkorf inste
ken
Voor grotere bestekdelen zoals bijv. een garde, kan een helft van het bestekroos
ter weggelaten worden.
2.Vorken en lepels met de greep naar
onderen in de roosterinzet van de
bestekkorf plaatsen.
De bestekkorf is openklapbaar.
De tweedelige greep moet bij het eruit ne
men altijd volledig met de hand worden
omsloten.
1. Plaats de bestekkorf op een tafel of op het
bovenblad.
2. Klap de beide delen van de greep uit elkaar.
3. Neem het bestek uit de korf.
Page 17
Onderste korf en bovenste korf laden / uitladen
Voor het laden en uitladen de onderste en
bovenste korf in het midden van de voor
greep uittrekken of terugschuiven.
Schalen, pannen, grote borden
Groter en sterk vervuild servies in de on
derste korf plaatsen
(Borden met een max. doorsnede van 29
cm).
17Het dagelijks gebruik
Om grotere serviesdelen gemakkelijk te
kunnen neerzetten, zijn de achterste bor
denrekken van de onderste korf inklapbaar.
Page 18
Het dagelijks gebruik18
Bierglazen en flûtes
In de bierglashouder, links in de onderkorf,
kunnen tot vier Duitse bierglazen, fluitjes,
enz. worden gehangen.
Indien nodig kan de bierglashouder om
hoog worden geklapt.
De bierglashouder kan worden geruild te
gen twee extra te leveren kopjesrekken, die
tevens voor Proseccoglazen of flûtes kun
nen worden gebruikt.
1. De bierglashouder kunt u verwijderend
door deze omhoog te trekken en een gerin
ge druk aan de onderkant van de inhang
haken uit te oefenen.
2. Kopjesrekken met inhanghaken op de
dwarslatjes A of B inhaken. Door een ge
ringe druk op de inhanghaakjes vastklikken.
3. Het verwijderen van het kopjesrek is iden
tiek aan het verwijderen van de bierglas
houder.
4. Voor witbierglazen van normale grootte
bierglashouder op dwarslat A plaatsen,
voor zeer zware kortere glazen op dwarslat
B.
Page 19
Het rooster voor de bevestiging van de
bierglashouder of het kopjesrek kan, indien
gewenst worden verwijderd.
1. Het rooster met de duimen naar achteren
schuiven (zie grafiek).
1Let op: Verwondingsgevaar:
Niet met de hand in het rooster grijpen; de
hand ter ondersteuning onder het rooster
van de bestekkorf plaatsen.
2. Het rooster kan weer worden bevestigd,
door het naar voren te schuiven.
19Het dagelijks gebruik
Page 20
Het dagelijks gebruik20
Kopjes, glazen
Klein, teer servies of lange, puntige bestek
delen in de bovenste korf plaatsen.
• Serviesdelen op en onder het opklapbare
kopjesrek om en om plaatsen zodat het
water de diverse delen kan bereiken.
• Voor hoge serviesdelen kunnen de kop
jesrekken omhoog worden geklapt.
• Wijn of cognacglazen in de kopjesrekken
hangen of hiertegen laten steunen.
• Voor glazen met een lange voet klapt u
het glasrek naar rechts, anders laat u het
rek naar links ingeklapt.
Page 21
• De reeks pennen links in de bovenste korf
kan eveneens in twee delen worden om
geklapt.
Pennenreeks niet omgeklapt: glazen, be
kers, enzovoort in de bovenste korf plaat
sen.
Pennenreeks omgeklapt: meer ruimte
voor schalen.
Bovenste korf in hoogte verstellen
maximale hoogte van het servies in
bovenste korfonderste korf
bij hoger geplaatste bovenste korf22 cm30 cm
bij lager geplaatste bovenste korf24 cm29 cm
3In hoogte verstellen is ook bij beladen korven mogelijk.
Hoger / Lager plaatsen van bovenste
korf
1. Bovenkorf geheel uittrekken.
2. Bovenkorf aan de greep tot de aanslag om
hoog heffen en recht naar beneden laten
zakken.
De bovenkorf klikt in de bovenste of onder
ste positie in.
21Het dagelijks gebruik
Page 22
Het dagelijks gebruik22
Afwasmiddel doseren
Afwasmiddelen lossen de vervuilingen van
servies en bestek op.
Het afwasmiddel moet vóór de start van
het programma worden gedoseerd.
1Gebruik alleen afwasmiddel voor huis
houdafwasautomaten.
Het vakje voor het afwasmiddel bevindt
zich op de binnenzijde van de deur.
1. Als het deksel gesloten is:
Ontgrendelingsknop indrukken.
Deksel springt open.
2. Afwasmiddel in het vakje voor afwasmiddel
doseren. Als doseerhulp voor afwasmiddel
in poedervorm dienen de markeringen: “20/
30“ is gelijk aan ca. 20/30 ml afwasmiddel.
Doseer en bewaaradviezen van de fabri
kant opvolgen.
3. Deksel dichtklappen en aandrukken tot
deze vastklikt.
3Bij zeer sterk vervuild servies moet extra af
wasmiddel in het zijvakje worden gedo
seerd (1). Dit afwasmiddel is reeds bij het
voorspoelen werkzaam.
Page 23
Compacte afwasmiddelen
Afwasmiddelen voor afwasautomaten zijn vandaag de dag bijna uitsluitend
compacte afwasmiddelen, in tablet of poedervorm, met een laag alkalisch ge
halte en natuurlijke enzymen.
250 °Cafwasprogramma’s in combinatie met deze compacte afwasmiddelen
ontlasten het milieu en sparen uw servies, omdat deze afwasprogramma’s spe
ciaal op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in compacte afwas
middelen zijn afgestemd. Daarom bereiken 50 °Cafwasprogramma’s in
combinatie met compacte afwasmiddelen dezelfde afwasresultaten die anders
alleen met 65 °Cprogramma’s bereikt kunnen worden.
Afwastabletten
3Afwastabletten van verschillende fabrikanten hebben een andere oplostijd.
Daarom kunnen sommige afwastabletten bij korte programma’s niet tot hun
volledige werking komen. Gebruik daarom afwastabletten voor afwasprogram
ma’s met voorspoelen.
23Het dagelijks gebruik
Page 24
Het dagelijks gebruik24
Gebruik van 3in1afwasmiddelen
Bij deze producten betreft het een afwasmiddel met een gecombineerde afwas
middel, glansmiddel en zoutfunctie.
Met het inschakelen van de 3in1functie
– wordt het toevoegen van zout en glansmiddel vanuit het desbetreffende re
servoir onderbroken.
– wordt ontbreken van zout of glansmiddel niet meer aangegeven.
– kunnen de vaatwasprogramma’s maximaal 30 minuten langer duren.
3Als u 3in1vaatwasmiddel wilt gebruiken, dient u te controleren of deze midde
len voor uw waterhardheid geschikt zijn (informatie fabrikant in acht nemen).
Is de waterhardheid bij u hoger dan de door de fabrikant geadviseerde hardheid
en u wilt desondanks 3in1reiniger gebruiken, ga dan als volgt te werk:
• Stel bij geselecteerde 3in1functie de waterontharder een hardheidsniveau la
ger in dan bij vaatwassen zonder 3in1reiniger.
• Vul het zout in het reservoir bij (als dit leeg is).
De vaatwasser onthoudt de twee verschillende instellingen van de hardheid voor
vaatwassen met 3in1functie en zonder 3in1functie.
Page 25
25Het dagelijks gebruik
Als u 3in1producten gebruikt
1. Toets AAN/UIT indrukken.
2. 3in1 indrukken.
Indicatie van toets brandt: 3in1functie is geselecteerd.
Voor de start van het vaatwasprogramma het 3in1vaatwasmiddel in het vakje
voor het vaatwasmiddel doseren.
3Omdat bij het inschakelen van de 3in1functie de glansmiddeltoevoer automa
tisch wordt uitgeschakeld, kan het vanwege de uiteenlopende kwaliteit van
3in1vaatwasmiddelen voorkomen dat de vaat niet voldoende droog wordt.
Ga in dat geval als volgt te werk (zie hoofdstuk ”Glansmiddel vullen“):
• Glansmiddel in het reservoir vullen (als dit leeg is).
• Dosering glansmiddel mechanisch op “2” instellen.
• Glansmiddeltoevoer inschakelen.
Als u geen 3in1producten meer gebruikt
Als u geen 3in1producten meer wilt gebruiken, ga dan als volgt te werk:
• Schakel de 3in1functie uit.
• Vul het zoutvat en het vakje voor het glansmiddel.
• Stel de waterontharder op de hoogste stand in en voer max. drie normale cycli
zonder belading uit.
• Stel vervolgens de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Als u 4in1producten gebruikt
Bij gebruik van "4 in 1" vaatwasmiddelen die ook een een antiglascorrosiemid
del naar een "3 in 1" formule bevatten, dezelfde aanwijzing opvolgen als gege
ven voor "3 in 1" vaatwasmiddelen.
Page 26
Het dagelijks gebruik26
Afwasprogramma kiezen (programmatabel)
Afwas
programma
AUTOMATIC
(50°65°)
30 MIN
3)
(60°)
INTENSIVE
CARE 70°
ECO 50°
5)
Geschikt
Servies en pannen
2)
Servies zonder pan
nen
Servies en pannen
4)
Servies en pannen,
temperatuurge
voelig servies
voor:
Programma
verloop
Soort
vervuiling
Voorspoelen
Reinigen
Spoelen
normaal vervuild,
opgedroogde etensresten
zojuist gebruikt, licht tot nor
maal vervuild
• •
• •
1 tot 2x
• •
sterk vervuild,
opgedroogde etensresten,
••
2x
••
met name eiwit en zetmeel
normaal vervuild• • • • •
Naspoelen
Verbruiks
waarden
Drogen
Duur (minuten)
90 110
30
120 130
130 160
1)
Energie (kWh)
1,0 1,5
0,8
1,8 2,0
0,95 1,05
Dessert en koffie
servies, kwetsbare
licht vervuild •
2x
• •
73
0,9
glazen
Gebruikt servies dat in de af
wasautomaat wordt opge
spaard en pas later moet
•
12
< 0,1
(koud)
Alle soorten servies
6)
worden afgewassen.
1) De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Deze zijn van de belading van de korven
afhankelijk. In de praktijk zijn afwijkingen daarom mogelijk.
2) Bij dit programma wordt aan de hand van de vertroebeling van het spoelwater vastgesteld hoe sterk het
servies vervuild is. Programmaduur, water en energieverbruik kunnen sterk variëren afhankelijk van de
belading en de mate van vervuiling. Afhankelijk van de vervuiling wordt automatisch de temperatuur van
het spoelwater tussen 50°C en 65°C aangepast.
3) Bij dit programma de afwasautomaat slechts voor de helft beladen.
4) Bij het glansspoelen de temperatuurverhoging gedurende 10 minuten op 68° instellen voor het hygië
nisch of steriel reinigen van bijv. babyflessen, kunstsstof snijplanken of jampotten.
5) Testprogramma voor proefinstituten
6) Voor dit afwasprogramma is geen afwasmiddel nodig.
Water (liter)
13 25
9
23 25
12 14
15
4
Page 27
Programmakeuze
Wanneer uw vaatwerk er zo uitziet, kiest u
een intensief programma.
een normaal of energiebesparend program
ma.
27Het dagelijks gebruik
een kort programma (bijvoorbeeld 30 min.
programma).
Page 28
Het dagelijks gebruik28
Afwasprogramma starten
1. Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. De kraan helemaal opendraaien.
3. De toets AAN/UIT indrukken.
4. Kies het gewenste programma.
De programmaindicatie brandt. In het multidisplay wordt de te verwachten res
terende looptijd van het programma aangegeven.
3De resterende looptijd in het multidisplay wordt tijdens het afwassen eventueel
aangepast aan de belading, de mate van vervuiling, enzovoort.
5. Sluit de deur. Het afwasprogramma begint.
Op de vloer verschijnt een lichtpuntje.
3Bij een hoge inbouw met een direct aansluitende kastdeur is het lichtsignaal niet
meer zichtbaar.
Het puntvormige lichtsignaal is niet gevaarlijk (geen laser). Het brandt altijd als
een afwasprogramma loopt en gaat uit zodra het programma is beëindigd.
Afwasprogramma onderbreken of afbreken
Onderbreek een lopend afwasprogramma alleen als het absoluut noodzakelijk is.
Afwasprogramma onderbreken door het openen van de deur van de afwa
sautomaat
1Bij het openen van de deur kan hete damp naar buiten komen. Verbrandingsge
vaar!
1. De deur voorzichtig openen. Het afwasprogramma stopt.
2. De deur sluiten. Het afwasprogramma loopt verder.
Afwasprogramma afbreken
1. De functietoetsen 2 en 3 indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen loslaten. Het afwasprogramma is afgebroken.
3. Als u een nieuw afwasprogramma wilt starten, controleer dan eerst of er afwas
middel in het vakje aanwezig is.
Page 29
29Het dagelijks gebruik
Starttijdkeuze instellen
3Met de starttijdkeuze kunt u het begin van een afwasprogramma 1 tot 19 uur
uitstellen.
1. De toets starttijdkeuze zo vaak indrukken tot het gewenste startuitstel in de
multidisplay verschijnt, bijv. 12h, als het afwasprogramma over 12 uur moet
starten. De indicatie starttijdkeuze brandt.
2. Afwasprogramma kiezen.
3. De resterende tijd tot de start van het afwasprogramma wordt doorlopend aan
gegeven (vb.12h, 11h, 10h, ... 1h enz.).
Starttijdkeuze wijzigen:
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u door het indrukken van de
toets starttijdkeuze de instelling alsnog wijzigen:
Starttijdkeuze annuleren:
Druk zo vaak op de toets starttijdkeuze tot in de multidisplay de looptijd van het
gekozen programma verschijnt. Het gekozen programma start direct.
Afwasprogramma wijzigen
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u het alsnog wijzigen: eerst het
afwasprogramma onderbreken, vervolgens een nieuwe starttijdkeuze instellen
en als laatste een nieuw afwasprogramma kiezen.
Page 30
Het dagelijks gebruik30
Afwasautomaat uitschakelen
Aan het einde van het afwasprogramma gaat het lichtpuntje onder de apparaat
deur uit.
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt aan het einde van het afwaspro
gramma een ca. 15 seconde lange, aanhoudende toon.
Als de deur van de afwasautomaat niet wordt geopend, dan wordt het signaal
na 3 minuten en na 6 minuten herhaald.
Bij veel afwasprogramma's loopt de droogventilator ook na het einde van het
programma door.
1De deur voorzichtig openen, er kan hete damp naar buiten komen.
• Heet servies is gevoelig voor stoten. Daarom het servies voor het uitruimen
eerst ca. 15 minuten laten afkoelen. Daardoor ontstaat er tevens een beter
droogresultaat.
• Uw vaat droogt sneller als u de deur na afloop van het programma even hele
maal open zet en vervolgens laat aanstaan.
1. De toets AAN/UIT indrukken. Alle indicaties gaan uit.
2. De kraan dichtdraaien!
Machine leeghalen
3Het is normaal dat de binnendeur en het vakje voor afwasmiddel vochtig zijn.
• Eerst de onderste korf, dan de bovenste korf uitruimen. Daardoor voorkomt u
dat restwater van de bovenste korf op servies in de onderste korf druppelt.
• De binnenverlichting van de afwasautomaat is altijd ingeschakeld, als de deur
van de afwasautomaat geopend is. Om energie te besparen kunt u na het in
ruimen/uitruimen van de afwasautomaat, de deur altijd sluiten.
Page 31
Onderhoud en reiniging
31Onderhoud en reiniging
1
Geen meubelreinigingsmiddel of agressieve reinigingsmiddelen gebruiken.
• De bedieningselementen van de afwasautomaat met een zachte doek en
warm, schoon water reinigen.
• De vakjes voor reinigingsmiddel, deurafdichting en watertoevoerslang (indien
aanwezig) af en toe op vervuiling controleren en eventueel reinigen.
Reiniging van de zeven
3De zeven moeten regelmatig worden gecon
troleerd en gereinigd. Vervuilde zeven beïn
vloeden het afwasresultaat.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen.
2. Greep ongeveer een kwart slag linksom (A)
draaien en het zeefsysteem uitnemen (B).
3. Fijne zeef (1) aan het greepoog vastpakken
en uit de microfilter (2) trekken.
4. Alle zeven onder stromend water grondig
reinigen.
Page 32
Onderhoud en reiniging32
5. Platte zeef (3) uit de bodem van de afwasau
tomaat nemen en aan beide zijden grondig
reinigen.
6. Platte zeef weer plaatsen.
7. Fijne zeef in de microfilter plaatsen en in el
kaar drukken.
8. Zeefsysteem inzetten en vergrendelen door
de greep zover mogelijk rechtsom te draaien.
Opletten dat de platte zeef niet buiten de
kuipbodem uitsteekt.
1Zonder zeven mag de afwasautomaat onder geen enkele voorwaarde worden
gebruikt.
Page 33
Wat te doen als…
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de klantservice belt, dient u eerst te controleren of u de storing
– zelf aan de hand van de volgende fouttabel kunt verhelpen
of
– dat het probleem niet wordt veroorzaakt door verkeerde elektrische aanslui
tingen of wateraansluitingen.
Als u dit nalaat en een van de hierboven genoemde gevallen doet zich voor,
moet de monteur ondanks de garantieperiode toch kosten in rekening brengen.
Bij storingen knippert het vloerlichtsignaal.
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt bij een storing een waarschu
wingssignaal.
Als tijdens het gebruik een van de volgende foutcodes in de multidisplay wordt
aangegeven:
– Foutcode Å10 (problemen met de watertoevoer),
– Foutcode Å20 (problemen met de waterafvoer),
kijk dan in de onderstaande tabel.
Druk nadat de storing is opgelost op de toets van het begonnen afwasprogram
ma. Het afwasprogramma loopt verder.
Bij andere foutcodes (“Å “ gevolgd door een getal):
– Afwasprogramma onderbreken.
– Apparaat uit en weer inschakelen.
– Het afwasprogramma opnieuw instellen.
Als de storing nogmaals wordt aangegeven neem dan contact op met de servi
ceafdeling en noem de foutcode.
33Wat te doen als…
Page 34
Wat te doen als…34
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Er klinkt 1 kort waarschu
wingssignaal, dat voortdu
rend wordt herhaald.
Programmaindicatie van het
gekozen afwasprogramma
knippert:
Controleindicatie
brandt:
het multidisplay geeft de
foutcode
(problemen met de watertoe
voer)
Er klinken 2 korte waar
schuwingssignalen, die
voortdurend worden her
haald.
Programmaindicatie van het
gekozen afwasprogramma
knippert,
het multidisplay geeft de
foutcode
men met de waterafvoer.)
Er klinken 3 korte waar
schuwingssignalen, die
voortdurend worden her
haald.
Het multidisplay geeft de
foutcode
Er klinkt 1 lang waarschu
wingssignaal,
de controleindicatie
Controleindicatie
brandt.
Å10 aan:
Å20 aan. (Proble
Å30 aan.
brandt.
De kraan is verkalkt of is de
fect.
De kraan is gesloten.Open de kraan.
Zeef (indien aanwezig) in de
slangkoppeling aan de kraan is
verstopt.
De zeven in de kuipbodem zijn
verstopt.
Watertoevoerslang ligt niet
goed.
De sifon is verstopt.De sifon reinigen.
Waterafvoerslang ligt niet
goed.
Het beveiligingssysteem tegen
wateroverlast is in werking ge
treden.
De sproeiarm van de bovenste
korf is geblokkeerd.
De deur van de afwasautomaat
is open.
Controleer de kraan, indien no
dig laten repareren.
Zeef in de slangkoppeling reini
gen.
Breek het programma af (zie
hoofdstuk: Vaatwasprogramma
starten),
reinig de zeven (zie hoofdstuk:
Reiniging van de zeven).
Start vervolgens het vaat
wasprogramma opnieuw.
De ligging van de slang contro
leren.
De ligging van de slang contro
leren.
Draai eerst de kraan dicht, scha
kel vervolgens het apparaat uit
en neem contact op met de
klantenservice.
Doe de deur voorzichtig open.
Tijdens het openen van de deur
kan hete stoom ontsnappen.
Verbrandingsgevaar! Plaats het
keukengerei en het bestek zo
danig in de korven, dat de bo
venliggende sproeiarm vrij kan
draaien. Sluit de deur van de af
wasautomaat.
Sluit de deur van de afwasauto
maat.
Page 35
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De controleindicatie
brandt.
Het programma start niet.
In de kuip zijn roestvlekken
zichtbaar.
Fluitend geluid tijdens het af
wassen.
Binnenverlichting van de af
wasautomaat brandt niet.
De indicatie is alleen be
doeld, om u eraan te herinne
ren dat de zeven van de
afwasautomaat af en toe moe
ten worden gecontroleerd en
indien nodig moeten worden
gereinigd. De indicatie licht
met regelmatige tussenpozen
op, onafhankelijk van de mate
van verontreiniging van de ze
ven.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering in de huisinstalla
tie is niet in orde.
Bij modellen met starttijdkeu
ze:
er is een starttijdkeuze inge
steld.
De kuip is van roestvrij staal.
Roestvlekken in de kuip zijn op
vreemd roest terug te voeren
(roestdelen afkomstig uit de
waterleiding, van pannen, be
stek, enzovoort). Verwijder
vlekken met gangbare reini
gingsmiddelen voor edelstaal.
Het fluiten geeft geen reden
tot zorgen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Lamp van de binnenverlichting
is defect.
35Wat te doen als…
De indicatie dooft automatisch
bij de start van het volgende af
wasprogramma.
De stekker in het stopcontact
steken.
De zekering vervangen.
Als het servies direct afgewas
sen moet worden, de starttijd
keuze uitschakelen.
Alleen daarvoor geschikt bestek
en servies in de afwasautomaat
reinigen.
Het apparaat met een in de
handel verkrijgbaar ontkalking
middel, geschikt voor het reini
gen van afwasautomaten,
ontkalken.
Als na het ontkalken de gelui
den nog steeds waarneembaar
zijn, gebruik dan een afwasmid
del van een ander merk voor
het reinigen van bestek en ser
vies.
De stekker in het stopcontact
steken.
Contact opnemen met de servi
ceafdeling.
Page 36
Wat te doen als…36
Als het vaatwasresultaat niet bevredigend is
De vaat wordt niet schoon.
• U hebt niet het juiste vaatwasprogramma gekozen.
• De vaat was zo in de machine geplaatst dat het water niet alle delen heeft
kunnen bereiken. De vaatkorven mogen niet te vol worden geladen.
• De zeven op de bodem van de vaatwasser zijn niet schoon of verkeerd ge
plaatst.
• Er is geen merkvaatwasmiddel gebruikt of te weinig vaatwasmiddel gedoseerd.
• Bij kalkafzetting op de vaat: Het zoutreservoir is leeg of de wateronthardings
voorziening is verkeerd ingesteld.
• De afvoerslang is niet correct gelegd.
• Als in het vak voor het vaatwasmiddel na afloop van het programma nog
vaatwasmiddelresten aanwezig zijn, was ofwel de sproeiarm geblokkeerd of
zijn de sproeiarmopeningen door verontreinigingen in het spoelwater verstopt
geraakt.
U hebt de mogelijkheid de sproeiarmen voor reiniging uit hun bevestiging los
te maken (zie hoofdstuk ”Reiniging en onderhoud“).
De vaat wordt niet droog en krijgt geen glans.
• Er is geen merkglansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddelreservoir is leeg.
Op glazen en overige vaat zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of een
blauwachtige aanslag zichtbaar.
• Glansmiddeldosering lager instellen.
Op glazen en overige vaat blijven opgedroogde waterdruppels achter.
• Glansmiddeldosering hoger instellen.
• Het vaatwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de klantenservi
ce van de vaatwasmiddelfabrikant.
Glascorrosie
• Neem contact op met de klantenservice van de vaatwasmiddelfabrikant.
Page 37
Afvalverwerking
37Afvalverwerking
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De
kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder
de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de ge
meentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats
worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecy
cled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in
verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1Waarschuwing! Als u het apparaat afdankt dient de stekker uit het stopcontact
getrokken te worden. Het aansluitsnoer afsnijden en met de stekker verwijderen.
Het slot van de deur onklaar maken zodat de deur niet meer gesloten kan wor
den. Daardoor kunnen kinderen zich niet insluiten en zo in levensgevaar komen.
Toegestane waterdruk:0,11,0 MPa (= 10100 N/cm2 = 110 bar )
Elektrische aansluiting:Zie ook het typeplaatje aan de rechterbinnenzijde van de deur van
de afwasautomaat.
Afmetingen:820 880 x 596 x 555 (H x B x D in mm)
Max. gewicht:45 kg
5
Page 38
Aanwijzingen voor testinstituten38
Aanwijzingen voor testinstituten
De test volgens EN 60704 moet bij een volle belading met het testprogramma
(zie programmatabel) worden uitgevoerd.
De testen volgens EN 50242 moeten met een volledig gevuld zoutvakje van de
waterontharder, met een volledig gevuld vakje voor glansmiddel en met het
testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
12 standaardcouverts incl. dienbestek
Dosering van het afwasmiddel:5 g + 25 g (type B)
Instelling van het glansmiddel:4 (type III)
Volle belading:
Voorbeelden voor het beladen van de afwasautomaat:
Bovenste korf
*) Eventueel de aan de linkerkant beschikbare kopjesrekken evenals de eventueel beschikbare be
stekhouder verwijderen.
*)
Page 39
39Aanwijzingen voor testinstituten
Onderste korf met bestekkorf
*)
Bestekkorf
*) Eventueel aan de linkerkant aanwezige kopjesrekken en eventueel aanwezige bierglashouders
inclusief frame verwijderen.
Page 40
Opstel en aansluitaanwijzing40
Opstel en aansluitaanwijzing
1Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie
• De afwasautomaat alleen staand transporteren omdat anders zout water uit
de machine kan lopen.
• Voor de ingebruikname de afwasautomaat op transportschade controleren.
Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade
contact op met uw leverancier.
• Neem de afwasautomaat nooit in gebruik als het aansluitsnoer, de toe of af
voerslang beschadigd zijn of als het bedieningspaneel, het bovenblad of de
sokkel dermate beschadigd zijn dat het apparaat open toegankelijk is.
• De stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd randgeaard
stopcontact steken.
• Controleer vóór de ingebruikname of de op het typeplaatje van het apparaat
aangegeven netspanning en stroomsoort met de netspanning en stroomsoort
op de opstellingsplaats overeenkomen. De vereiste elektrische zekering is
eveneens op het typeplaatje aangegeven.
• Meerwegstekkers en/of verbindingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar als gevolg van oververhitting!
• Het aansluitsnoer van de afwasautomaat mag alleen door de serviceafdeling
of een erkend vakman worden vervangen.
• Een toevoerslang met veiligheidsventiel mag alleen door de serviceafdeling
worden vervangen.
Page 41
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat dient op een vaste vloer opgesteld te worden, stabiel en
horizontaal te staan en in alle richtingen uitgelijnd te worden.
• Om oneffenheden in de vloer te compenseren en de apparaathoogte t.o.v. an
dere meubels aan te passen, kunnen de schroefvoeten met een schroeven
draaier worden uitgedraaid.
• De achterst apparaatvoet kan met een schroevendraaier aan de voorzijde van
het apparaat worden ingesteld (zie montageaanwijzing).
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokkeluitspa
ring achter vrij beweeglijk liggen opdat ze niet afgeklemd of platgedrukt wor
den.
• De afwasautomaat moet bovendien aan het doorlopende keukenwerkblad of
de aangrenzende meubels vastgeschroefd worden. Deze maatregel is absoluut
noodzakelijk opdat de kiepveiligheid volgens VDEvoorschrift gegarandeerd is.
Geïntegreerde afwasautomaat
(zie bijgevoegd montagesjabloon)
De meegeleverde montageplaat is bedoeld voor het eenvoudig monteren en sta
biel bevestigen van een samengestelde deur bestaande uit een ladeblende en
onderdeur.
41Opstellen van de afwasautomaat
Page 42
Aansluiten van de afwasautomaat42
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
• De afwasautomaat kan zowel aan koud water als aan warm water tot max. 60
°C aangesloten worden.
• De afwasautomaat mag niet aan open warmwaterapparatuur of een geiser
Bij een waterdruk van minder dan
0,1 MPa verzoeken wij u contact met uw instal
lateur op te nemen.
Bij een waterdruk die hoger is dan 1 MPa dient
een drukverlagingsklep voorgeschakeld te wor
den (verkrijgbaar bij uw vakhandel).
Toevoerslang aansluiten
1De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of ineenge
strengeld zijn.
De toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 2281:2000) aan een kraan met
buitenschroefdraad (¾ inch) aansluiten. De toevoerslang is of van een kunststof
of van een metalen aansluitmoer voorzien:
– De aansluitmoer van de slangkoppeling alleen met de hand aandraaien.
Vervolgens visueel op lekken controleren (controleren of de kraan niet druppelt).
3Opdat de beschikbaarheid van water in de keuken niet wordt beperkt adviseren
wij om een extra kraan te installeren.
Page 43
1Waarschuwing: gevaar voor elektrische
schok
(geldt alleen voor vaatwassers met veilig
heidsklep).
De elektrische kabel voor de veiligheidsklep
loopt door de dubbelwandige toevoerslang
en staat onder spanning.
De toevoerslang en de veiligheidsklep nooit
in water onderdompelen.
Waterafvoer
Afvoerslang
1De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt
of ineengestrengeld zijn.
• Aansluiting van de afvoerslang:
maximale toegestane hoogte boven de
onderkant van het apparaat: 60 cm.
43Aansluiten van de afwasautomaat
Verlengslangen
• Verlengslangen zijn via de vakhandel of
onze serviceafdeling te verkrijgen. De bin
nendiameter van de verlengslang moet 19
mm zijn, opdat de functie van het appa
raat niet wordt verstoord.
• De totale lengte incl. verlengingsslang
mag max. 4 meter bedragen.
Sifonaansluiting
• De tuit van de afvoerslang (ø 19 mm) past op alle gangbare sifontypes. De bui
tendiameter van de sifonaansluiting moet ten minste 15 mm zijn.
• De afvoerslang moet met de bijgeleverde slangklem aan de sifonaansluiting
worden bevestigd.
toegestaan bereik
Page 44
Aansluiten van de afwasautomaat44
Beveiliging tegen wateroverlast
Ter voorkoming van waterschade is de afwasautomaat met een systeem ter be
veiliging tegen wateroverlast uitgerust.
In geval van een storing sluit de veiligheidsklep in de toevoerslang onmiddellijk
de watertoevoer af.
Elektrische aansluiting
Gegevens over netspanning, stroomsoort en vereiste zekering zijn op het type
plaatje aangegeven. Het typeplaatje is aan de rechterbinnenkant van de deur
van de afwasautomaat aangebracht.
Om de afwasautomaat van het net te scheiden dient de stekker uit het stopcon
tact getrokken te worden.
Let op:
– Veiligheidsnormen vereisen dat het apparaat wordt geaard.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor het nalaten van de hier
boven genoemde veiligheidsmaatregelen.
– De stekker moet na het installeren van het apparaat toegankelijk blijven.
Page 45
Garantievoorwaarden
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorko
men dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die
zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professio
neel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten
geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak
vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop en/of leveringsdatum te worden overlegd.
Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof,
rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deug
delijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, nietvakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht
nemen van de gebruiks of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze
servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor
het in en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in of uitbouw komt ten laste van de ge
bruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkos
ten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garan
tietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitge
sloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij
wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de tech
nische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in
het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
45Garantievoorwaarden
Page 46
Garantievoorwaarden46
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één
werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als
regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oor
zaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begro
ting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnosekosten. Desgevraagd zal deze
begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel wor
den teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen al
leen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede
tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote be
drag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaats
vinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in
werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende serviceorganisatie of door de technicus met
de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de
noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van
het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een
korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een
reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie
van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde
reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een be
roep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaan
de reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik
opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij
het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exem
plaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per pro
duct te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van
de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig vol
doet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk
gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat re
paraties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken
en voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Page 47
47Garantievoorwaarden
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorko
men dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die
zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoor
waarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop en/of leveringsdatum te worden over
legd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof,
rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht
nemen van de gebruiks of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze
klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor
het in en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten
aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in of uitbouw komt ten laste van
de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkos
ten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe
waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten
voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toe
stel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische
voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het be
treffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van
de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen
niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Page 48
Adres serviceafdeling48
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
Adres serviceafdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Serviceinformatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(voor algemene, product of
gebruiksinformatie)
tel.0172468 300
tel.0172468 172
www.aeg.nl
België
TelefonTelefax
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Email:
consumer.services@electrolux.be
Consumer services02/363.04.4402/363.04.00
02/363.04.60
Onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten
Voor België: U kan onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten online bestel
len op adres http://www.aeghome.be
Domáce spotrebièe SK, Seberíniho 1,
821 03 Bratislava
Electrolux Service, S:t Göransgatan 143,
S105 45 Stockholm
Tarlabaþý caddesi no : 35 Taksim
Istanbul
129090 Москва, Олимпийский
проспект, 16, БЦ „Олимпик“
Page 51
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaan
wijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze servi
ceafdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de
volgende gegevens nodig: