AEG F55210S0 User Manual [nl]

FAVORIT 55210
NL
AFWASMACHINE GEBRUIKSAANWIJZING LAVE-VAISSELLE NOTICE D'UTILISATION
FR DE
26 51
2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 6 Beschrijving van het product 7 Bedieningspaneel 8 Bediening van het apparaat 9 De waterontharder instellen
10 Gebruik van zout voor de
vaatwasser 11 Gebruik van glansspoelmiddel 12 De vaatwasser inruimen 13 Gebruik van vaatwasmiddelen 15 Wasprogramma's 16 Een afwasprogramma selecteren
en starten 18 Onderhoud en reiniging 19 Problemen oplossen 21 Technische gegevens 21 Montage 22 Aansluiting aan de waterleiding 24 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet 25 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst deze handlei­ding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
• Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwas­machines, schoon te maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek.
• Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoel­middel).
• Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan er hete stoom ontsnappen. Ge­vaar voor brandwonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelo­pen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Gebruik alleen origi­nele reserveonderdelen.
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstan­delijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebrui­ken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit ap­paraat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achterge­bleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten ge­houden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikneming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
• Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig beschadigd zijn, dat u bij het
inwendige van het apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektri­sche onderdelen te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen.
5
Beschrijving van het product
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 Sproeiarm 2 Microfilter 3 Afwasmiddeldoseerbakje 4 Glansmiddeldoseerbakje 5 Platte filter 6 Zoutreservoir
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
BEDIENINGSPANEEL
Bedieningspaneel
6 5
7
1 2 3
ABC
7
1 Aan-/Uittoets 2 Programmakeuzetoetsen 3 Toets Energie besparen (ÖKO PLUS) 4 Toets uitgestelde start 5 Controlelampjes 6 Digitaal display 7 Functietoetsen
Indicatielampjes
Het indicatielampje gaat aan wanneer de wasfase of spoelfase loopt.
Het indicatielampje gaat aan als de droogfase loopt.
Het indicatielampje gaat aan wanneer het afwasprogramma is afgelopen.
4
Het indicatielampje gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwasser'.
1)
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan, maar heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Het indicatielampje gaat aan als er glansmiddel bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk ''Gebruik van glansspoelmiddel.
1)
1) Het indicatielampje gaat uit als een afwasprogramma loopt
Bediening van het apparaat
8
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het afwasprogramma met 1 tot 19 uur uit te stellen. Zie hoofdstuk 'Een wasprogramma selecteren en starten '.
Digitaal display
Op het display verschijnt:
• Aangepast niveau van de waterontharder.
• Programmaduur.
• Resterende tijd tot het einde van het programma.
• Einde van het afwasprogramma
• Aantal uitgestelde uren tot de start.
• Foutcodes.
Toets Energie besparen
Met deze functie wordt de temperatuur in de droogfase verlaagd. Hierdoor kunt u tussen 10% en 25% energie besparen.
Als het serviesgoed aan het eind van het programma nat is, laat dan de deur op een kier staan om het op natuurlijke wijze te laten drogen.
Deze functie is beschikbaar bij alle programma's. Het desbetreffende controlelampje gaat aan als u op deze toets drukt. De functie Energie besparen heeft geen effect op sommige programma's. Zie hoofdstuk 'Afwasprogramma's' voor de lijst programma's waarbij energie besparen al dan niet ef­fect heeft.
Functietoetsen
Gebruik de functietoetsen voor deze handelingen:
• het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'.
• het annuleren van het lopende afwasprogramma of aftellende uitgestelde start. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle programma-controlelampjes aan zijn. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor deze bewerkingen:
– het instellen van een afwasprogramma, – het instellen van het niveau van de waterontharder,
Als er een programma-controlelampje brandt, annuleer dan het programma om naar de instelmodus terug te keren. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'.
BEDIENING VAN HET APPARAAT
Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw
omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in.
De waterontharder instellen
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van vaatwasmiddelen '.
DE WATERONTHARDER INSTELLEN
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen:
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap.
Waterhardheid °dH mmol/l °TH Clarke
>24 >4,2 >40 > 28 5
Instelling wa-
terhardheid
9
Niveau digita-
le display
18- 24 3.2- 4.2 32- 40 22- 28 4
12- 18 2.1- 3.2 19- 32 13- 22 3
4- 12 0.7- 2.1 7- 19 5 -13 2
< 4 < 0,7 < 7 < 5
1) Geen zout nodig.
1)
1
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 3.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de controlelampjes van de functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen.
4. Laat de functietoetsen B en C los.
5. Druk op functietoets A. – De controlelampjes van functietoetsen B en C gaan uit.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
10
– Het controlelampje van functietoets A blijft knipperen. – Het digitale display geeft het huidige niveau aan.
Voorbeeld: het digitale display toont
6. Druk nogmaals op functietoets A om het niveau van de waterontharder met één stap te verhogen.
7. Druk op de aan-/uittoets om de bewerking op te slaan.
= niveau 3.
GEBRUIK VAN ZOUT VOOR DE VAATWASSER
LET OP!
Gebruik alleen zout voor afwasmachines. Andere soorten zout die niet geschikt zijn voor afwasmachines kunnen schade toebrengen aan de waterontharder.
LET OP!
Zoutkorrels en zout water op de bodem van het apparaat kunnen roest veroorzaken. Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start om roest te voorkomen.
Volg deze stappen om het zoutreservoir te vullen:
1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen.
2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen de eerste keer).
3. Gebruik de trechter om het zoutreser­voir te vullen met zout.
4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir.
5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten.
Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met zout.
Als u de waterontharder op niveau 1 instelt, gaat het indicatielampje voor zout uit.
Gebruik van glansspoelmiddel
GEBRUIK VAN GLANSSPOELMIDDEL
LET OP!
Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereini­gingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat serviesgoed vrij van vlekken is en streeploos opdroogt. Glansmiddel wordt tijdens de laatste keer spoelen automatisch gedoseerd.
Volg deze stappen om het glansmiddeldoseer­bakje te vullen:
11
1. Druk op de vrijgaveknop (A) om het glansmiddeldoseerbakje te openen.
2. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. Het maximale vulniveau wordt aangegeven door "max".
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat tijdens het wassen.
4. Sluit het glansmiddeldoseerbakje.
De capaciteit van het glansmiddeldoseerbakje is ongeveer 150 ml. De hoeveelheid van het glansmiddel is voldoende voor ongeveer 60 afwasprogramma's.
De glansmiddeldosering afstellen
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 1. U kunt de dosering instellen tussen niveau 1 - 6 ( 1 - 6 ml spoelmiddel). Kijk naar de afwasresultaten om de glansmiddeldosering aan te passen ("Wat te doen als..."). Start met de laagste dosering. Draai de pijl naar rechts om de dosering te verhogen. Verhoog de dosering als er na afloop van het programma waterdruppels of kalkvlekken op het serviesgoed achterblijven.
De vaatwasser inruimen
12
DE VAATWASSER INRUIMEN
Handige aanwijzingen en tips
LET OP!
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwas­machines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huis­houddoekjes, enz.) te reinigen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt:
– Verwijder alle voedselresten en vuil. – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt:
– Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar bene-
den. – Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een diepe pan kan verzamelen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet overlappen. – Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden.
• Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het hoofdrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschui­ven.
LET OP!
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogram­ma start.
Hoofdrek
Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het rek. Plaats voorwerpen op en onder de kopjesrekken. Het water moet aan alle kanten van het serviesgoed kunnen komen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
U kunt de kopjesrekken wegklappen om ho­gere voorwerpen te reinigen.
Bestekmand
WAARSCHUWING!
Zet geen lange messen rechtop in de bestekmand om letsel te voorkomen.
Lang en/of scherp snijgereedschap moet horizontaal in het bovenrek worden gelegd. Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen zoals messen. Gebruik de bestekmand voor:
• vorken en lepels met het handvat naar beneden.
• messen met het handvat omhoog.
De bestekmand heeft een bestekrooster dat verwijderd kan worden. Laat bestek niet aan elkaar kleven.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u de deur sluit.
13
GEBRUIK VAN VAATWASMIDDELEN
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwas­middelen. Volg de gegevens op de verpakking op:
• dosering aanbevolen door de fabrikant.
• aanbevelingen omtrent opslag.
De instructies op de verpakking verwijzen normaliter naar grote afwasmachines (12 in­stellingen).
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te sparen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
14
Afwasmiddel doseren
Volg deze stappen om het afwasmiddel­bakje te vullen:
1. Open het deksel van het afwasmid-
delbakje.
2. Vul het afwasmiddelbakje ( A) met
afwasmiddel.
3. Als u een wasprogramma gebruikt
met een voorwasfase, doet u ook af­wasmiddel in het voorwasdoseer­bakje ( B).
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de voorwasfase.
4. Sluit het deksel van het afwasmiddelbakje.
A
B
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje ( A). Afwasmiddeltabletten bevatten:
• afwasmiddel
•glansmiddel
• andere schoonmaakmiddelen.
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebruiken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw
omgeving. Zie de instructies van de fabrikant.
2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid en de glansmiddeldosering.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2.
Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmid­deltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Ge­bruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen.
Wasprogramma's
WASPROGRAMMA'S
Wasprogramma's
Programma
van ver-
vuiling
Mate
2)
mengd
normaal
en licht
vervuild
3)
Normaal vervuild
Normaal
30 MIN
of licht
vervuild
Normaal vervuild
1) Voor programma's waarbij deze optie effect heeft, is de energiebesparing tussen 10% en 25%.
2) Tijdens het afwasprogramma 'Auto' wordt de hoeveelheid vuil op het serviesgoed bepaald door de
troebelheid van het water. De programmaduur en het water- en energieverbruik kunnen variëren; dit hangt af van het feit of het apparaat geheel of gedeeltelijk is gevuld en of het servies licht of sterk is vervuild. De temperatuur van het water wordt automatisch ingesteld tussen 45 °C en 70 °C.
3) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
Ge-
(in minuten)
Soort ser-
viesgoed
Servies­goed, be­stek, pot-
ten en
pannen
Servies-
goed en
bestek
Servies-
goed en
bestek
Servies-
goed en
bestek
1)
Beschrijving programma
Voorwas Hoofdwas tot 45 °C of 70 °C 1 of 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen
Voorwas Hoofdwas tot 55 °C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen
Hoofdwas tot 50 °C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang
Voorwas Hoofdwas tot 40 °C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang
Energieverbruik
(in kWh)
Optie Ener-
gie bespa-
ren
Selecteer­baar, invloed op het was­program­ma.
Selecteer­baar, invloed op het was­program­ma.
Selecteer­baar, geen in­vloed op het was­program­ma.
Selecteer­baar, geen in­vloed op het was­program­ma.
Waterverbruik
(in liter)
15
1)
- 0,5-0,8 5-9
- 0,63 7
30 MIN - 0,45 6
Een afwasprogramma selecteren en starten
16
Programma Programmaduur
(in minuten)
1)
- 0,4 6
1) De duur van het programma is te zien op het digitale display.
Energieverbruik
(in kWh)
De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveel­heid serviesgoed kunnen deze waarden veranderen.
EEN AFWASPROGRAMMA SELECTEREN EN STARTEN
Stel het afwasprogramma in met de deur op een kier. Het afwasprogramma start alleen nadat u de deur heeft gesloten. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden ge­wijzigd.
Volg deze stappen om een afwasprogramma in te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op een van de programmatoetsen. Zie hoofdstuk 'Afwasprogramma's'. – Het programmalampje gaat aan. – Alle andere programma-indicatielampjes gaan uit. – De duur van het programma knippert op het digitale display. – Het fasecontrolelampje voor het afwasprogramma begint te knipperen.
4. Sluit de deur. – Het afwasprogramma start automatisch. – Het fasecontrolelampje voor het afwasprogramma gaat aan.
Wanneer het afwasprogramma loopt, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwasprogramma.
Waterverbruik
(in liter)
WAARSCHUWING!
Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is.
LET OP!
Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen.
Een afwasprogramma annuleren
1. Druk op functietoetsen B en C en houd ze ingedrukt totdat alle programmalampjes aan gaan.
2. Laat de functietoetsen B en C los om het afwasprogramma te annuleren.
Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in.
Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogram­ma instelt.
Een afwasprogramma selecteren en starten
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt.
Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken.
Een afwasprogramma instellen en starten met uitgestelde start
1. Druk op de aan-/uittoets.
2. Een afwasprogramma instellen.
3. Druk op de toets uitgestelde start totdat op het display de juiste duur van de uitge­stelde start van het afwasprogramma verschijnt.
– Het controlelampje uitgestelde start gaat branden.
4. Sluit de deur. – Het cijfer op het display gaat continu branden. – Het aftellen van de uitgestelde start begint. – Het aftellen van de uitgestelde start telt af in stappen van 1 uur. – Als het aftellen verstreken is, start het afwasprogramma automatisch.
Open de deur niet tijdens het aftellen om te voorkomen dat het aftellen wordt onderbro­ken. Als u de deur weer sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking.
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op functietoetsen B en C en houd ze ingedrukt totdat alle programmalampjes aan gaan.
– Als u een uitgestelde start annuleert, moet u ook het afwasprogramma annuleren.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in.
U kunt ook het afwasprogramma selecteren en de uitgestelde start instellen met de deur gesloten. Wanneer u op een programmatoets drukt, heeft u slechts 3 seconden om een ander afwasprogramma of een uitgestelde start te selecteren. Na deze 3 seconden, start het gekozen programma automatisch.
17
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat in deze omstandigheden uit:
• Het apparaat stopt automatisch.
• Op het display verschijnt 0.
• Het controlelampje einde programma gaat branden.
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. Open de deur.
3. Laat de deur enkele minuten op een kier staan voor betere droogresultaten. Haal de machine daarna pas leeg.
Laat het serviesgoed afkoelen voordat u het uit de afwasmachine haalt. Hete borden be­schadigen sneller.
Onderhoud en reiniging
18
Stand-bymodus
Als u het apparaat na afloop van het afwasprogramma niet uitschakelt, wordt het appa­raat automatisch in de stand-bymodus gezet. De stand-bymodus vermindert het ener­gieverbruik. Drie minuten na afloop van het programma gaan alle indicatielampjes uit en op het digi­tale display verschijnt een horizontale streep. Druk op een van de toetsen (niet op de aan-/uittoets), om terug te keren naar de einde­programmamodus.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt.
De filters schoonmaken
LET OP!
Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Zo niet, dan krijgt u onbevredigende wasresultaten en beschadigt u het apparaat.
Het apparaat heeft 2 filters:
1. microfilter
2. platte filter
Volg deze stappen om de filters schoon te maken:
1. Open de deur.
2. Verwijder het hoofdrek.
3. Verwijder de filters in de bodem van het apparaat.
4. Maak de filters schoon onder stromend water.
5. Plaats de filters terug.
6. Draai het microfilter rechtsom om te ver­grendelen.
De sproeiarm schoonmaken
Bekijk de sproeiarm regelmatig. Verwijder voedselresten van de openingen in de sproei­arm.
Problemen oplossen
Volg deze stappen om de sproeiarm te demonte­ren, indien nodig:
1. Draai de moer linksom.
2. Verwijder de sproeiarm.
3. Maak de openingen volledig schoon.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
LET OP!
Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang.
PROBLEMEN OPLOSSEN
19
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice.
LET OP!
Schakel het apparaat uit en voer de hieronder voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• op het digitale display ver­schijnt
De afwasmachine wordt niet ge­vuld met water
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
• Het filter in de watertoevoerslang is verstopt. Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
Problemen oplossen
20
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• op het digitale display ver­schijnt
Het afwaswater wordt niet afge­voerd
• de afvoerpomp werkt continu
• alle indicatielampjes op het be­dieningspaneel gaan uit
De anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze serviceafdeling.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering.
• De uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma on-
middellijk te starten.
Schakel, na de controle, het apparaat in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als de storing zich weer voordoet, kunt u contact opnemen met onze serviceafdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en correct te kunnen helpen:
• Modelbeschrijving (Mod.)
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.) Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelbeschrijving : ..........
Productnummer : ..........
Serienummer : ..........
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het
type lading en mate van vervuiling.
• Het hoofdrek is niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een on­juiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden
Het serviesgoed is nat en dof
De glazen en borden verto­nen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem
Opgedroogde waterdrup­pels op de glazen en de bor­den
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte cm 54,5 Hoogte cm 44,7 Diepte cm 48,0 Elektrische aansluiting -
Voltage - Totale vermogen
- Zekering Leidingwaterdruk Minimaal 0,8 bar (0,08 MPa) Maximaal 10 bar (1,0 MPa) Capaciteit Aantal couverts 6
Technische gegevens
De schoonmaakresultaten zijn slecht
• Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
• Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
• Verminder de glansmiddeldosering.
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Informatie over de elektrische aansluiting vindt u op het typepla­tje aan de achterkant van het apparaat.
21
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zorg er voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald tijdens de installatie.
Het apparaat inbouwen
Zet het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. Als u het apparaat op zijn plaats zet, zorg er dan voor dat de watertoevoerslangen niet geknakt of platgedrukt zijn. Installeer het apparaat onder een gootsteen, keukenblad of ingebouwd.
Opstelling
Installeer de afwasmachine in een keukenkastje.
Aansluiting aan de waterleiding
22
Zorg er voor dat de afmetingen van de opening overeenkomen met de gegeven afmetin­gen. Zorg ervoor dat er zich openingen in het kastje bevinden voor de toevoerslang, de water­afvoerslang en de hoofdkabel.
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afge­dicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster tot­dat het apparaat waterpas staat.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
Watertoevoerslang
Het apparaat heeft veiligheidsfuncties om te voorkomen dat het water in het apparaat terugstroomt naar het drinkwatersysteem. Sluit het apparaat aan op een warme (max. 60°) of koude watertoevoer. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete wa­ter door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zon­ne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Het is belangrijk een waterkraan of afsluitkraan dichtbij de afwasmachine te hebben. De­ze kranen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
Aansluiting aan de waterleiding
Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4". Als de watertoevoerslang te kort is, vervang de watertoevoerslang dan met een geschikte, langere hogedrukslang. Sluit geen verlengde slang aan. Om de installatie te laten passen is het mogelijk het uiteinde van de slang die aan de afwasmachine is aangesloten, te draaien. Ga als volgt te werk :
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de slang.
3. Draai de borgmoer vast.
WAARSCHUWING!
Zorg er voor dat de borgmoer en alle andere bevestigingsmiddelen goed vast zitten voor­dat u de afwasmachine op zijn plaats zet.
WAARSCHUWING!
Gebruik altijd een nieuwe watertoevoerslang. Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat.
Afvoerslang
Het apparaat heeft een waterbeveiligingssysteem om waterschade te voorkomen. Als er een storing is, begint de afvoerpomp automatisch het achtergebleven water uit de af­wasmachine te pompen.
WAARSCHUWING!
Alleen als de afwasmachine op het elektriciteitsnet is aangesloten, werkt het waterbevei­ligingssysteem als de afwasmachine uit staat.
23
Loading...
+ 53 hidden pages