lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door.
Lees in ieder geval hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina’s. Bewaar
deze gebruikersinformatie om later te kunnen naslaan. Geef deze aan
eventuele volgende eigenaren van het apparaat door.
Met de gevarendriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
1
Voorzichtig!, Attentie!) worden aanwijzingen geaccentueerd die voor
Uw veiligheid of het functioneren van het apparaat belangrijk zijn.
Deze absoluut in acht nemen.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
3. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
2
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Voor eventuele storingen bevat deze gebruikersinformatie aanwijzin-
gen voor het zelfstandig opheffen, zie hoofdstuk “Wat te doen als ...”.
Bij technische problemen staat onze TECHNISCHE DIENST bij u in de
buurt u te allen tijde ter beschikking (adressen en telefoonnummers
vindt u in hoofdstuk “Servicepunten”).
Lees daartoe ook hoofdstuk “Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend installateur uitgevoerd worden.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schaden de garantie vervalt.
De veiligheid van AEG elektro-apparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoopt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken.
Algemene veiligheid
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Aansluitingsleidingen
mogen geen hete kookzones aanraken of onder de hete ovendeur
geklemd raken.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Deze kunnen bij het
inschakelen in brand vliegen.
• Om veiligheidsredenen is het verboden het apparaat met een damp-
straal- of hogedrukreiniger schoon te maken.
• Bij gebruik van geweld, speciaal aan de glaskanten van de voorruit,
kan het glas breken.
• Als u kookt, braadt of grilt, wordt de ovendeur heet.
Houd daarom kleine kinderen altijd weg.
• Oververhit vet en olie kunnen snel in brand vliegen. Als u gerechten
in vet of olie (bijv. patat frites) bereidt, blijf dan in de buurt.
• Als alcohol bij de gerechten in de oven gebruikt wordt, kan eventueel
een lichte alcoholdamp ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Vermijd vonken of vuur. Wij raden aan het gerecht bij gesloten
ovendeur ca. 10-15 minuten te laten afkoelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door geschoold person-
eeluitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote
gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onzeafdeling Klantenservice.
• Bij storingen aan het apparaat: draai de zekeringen eruit c.q. schakel
ze uit.
6
Gebruiksaanwijzing
Gebruik volgens de voorschriften
• Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het
bestemd is, d.w.z. het normaal koken, braden, bakken van spijzen.
• Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van spijzen.
• Gebruik de oven niet om het vertrek te verwarmen.
Zo worden schaden aan het apparaat voorkomen
• Leg geen aluminiumfolie in de oven en zet geen bakblik, pan etc. op
de bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane
warmteophoping beschadigd wordt.
• Maak het apparaat na elk gebruik schoon. Vuil kan dan het
gemakkelijkst verwijderd worden en kan niet inbranden.
• Fruitsap dat van de bakplaat afdruppelt, veroorzaakt vlekken die niet
meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor zeer vochtige taarten
de universele plaat.
• Giet nooit direct water in de hete oven. Er kunnen schaden aan het
email ontstaan.
• Zet niets op de open ovendeur/de open ovenwagen.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven.
7
Gebruiksaanwijzing
Milieuvriendelijke isolatie
De oven is op de fabriek van een milieuvriendelijke isolatie voorzien.
Deze isolatie is door onafhankelijke testinstituten gecontroleerd op
schadelijke stoffen en als “zonder bezwaar” ingeschaald.
2 Weggooien
Verpakkingsmateriaal weggooien
Alle gebruikte materialen zijn onbeperkt recyclebaar en kunnen
opnieuw gebruikt worden.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor poyethyleen, bijv. bij het buitenomhulsel en de zakken in
het interieur.
• >PS< voor hard-schuim polystyreen, bijv. bij de bekledingsonderdelen, in principe FCKW-vrij.
De kartonnen onderdelen worden voor 80% van oud papier gemaakt.
Oude machine
Om milieuredenen moeten alle afgedankte apparaten op de juiste
manier weggegooid worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en als
het t.z.t. niet meer gebruikt wordt, voor uw nieuwe apparaat.
8
Waarschuwing! Maak afgedankte apparaten voor het weggooien
1
onbruikbaar. Trek de stekker uit het stopcontact, knip het elektriciteitssnoer door, verwijder eventuele aanwezige snap- of grendelsloten
of maak deze onbruikbaar. Daardoor voorkomt u dat spelende kinderen
in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
Aanwijzingen voor het weggooien
2
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil gezet worden.
• Informatie over afhaaltijden of verzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Gebruiksaanwijzing
De belangrijkste kenmerken van uw
apparaat
• Hoofdtoets: Via de hoofdtoets wordt het complete apparaat in- resp.
uitgeschakeld. Dit betekent extra veiligheid, zeker als er kinderen in
huis zijn, omdat het per ongeluk inschakelen van het apparaat via
deze ene schakelaar niet mogelijk is. Het betekent bovendien bedieningscomfort, omdat met één toetsdruk alle functies uitgeschakeld
worden.
• Veiligheidsuitschakeling kookzones: Het apparaat beschikt over een
veiligheidsuitschakeling. De kookzones worden na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld als binnen een langere periode de stand
van de schakelaar niet veranderd wordt.
• Kinderbeveiliging. Dit apparaat is bovendien uitgerust met een
kinderbeveiliging voor de oven. Zodra de kinderbeveiliging ingeschakeld is, kan de oven niet meer per ongeluk in gebruik genomen
worden.
• Elektronische ovenregelaar: De oven wordt via een elektronische
regelaar gestuurd, waarmee een exacte temperatuurinstelling
mogelijk is. Als extra comfort biedt hij bij elke gekozen ovenfunctie
automatisch een temperatuurvoorstel.
• Elektronisch geregelde aankookautomatiek: De automatische
functie van de kookzoneschakelaar schakelt automatisch van de hoge
aankookstand naar de gekozen lage doorkookstand om.
• Hittebeschermingsglas: De van onder naar achter ventilerende
ruiten zorgen ervoor dat de ovendeur niet te heet wordt om zo verbrandingsgevaar te voorkomen.
• Ontsnappen van damp uit de oven: De damp die aan de achterzijde
van de kookplaat ontsnapt, zorgt voor bedieningsveiligheid en een
hoog reinigingscomfort. Bij een eventueel aanwezige afzuigkap
wordt de damp hierin gericht gevoerd. Daardoor worden vuil aan het
apparaat en storende geuren voorkomen.
• Tijdindicatie: Een 24-uursindicatie laat ook bij uitgeschakelde oven
de dagtijd zien. Om energie te sparen kan deze indicatie echter ook
uitgeschakeld worden.
9
Gebruiksaanwijzing
Opbouw van het toestel
Bedieningspaneel
Hoofdtoets
Voor het in- en uitschakelen van het gehele apparaat.
Het apparaat is: -ingeschakeld als de toets uitsteekt,
-uitgeschakeld als de toets verzonken is.
10
Ovenfuncties en functielampjes
Verzinkbare draaischakelaar voor het selecteren van de gewenste ovenfunctie. De geselecteerde ovenfunctie wordt door het betreffende
functielampje aangegeven.
Snel opwarmen
Naast de keuze van een ovenfunctie en oventemperatuur, om de oven
snel op te warmen. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur
wordt automatisch op de geselecteerde functie omgeschakeld.
Temperatuur- en tijdskeuze
Toets voor het instellen van tijden of temperatuurwaarden, naargelang
functie. De gekozen instelling wordt in de temperatuur-/tijdsindicatie
digitaal aangegeven.
Klokfuncties en functielampjes
Toets voor het instellen van de klokfuncties. De gekozen functie wordt
door het betreffende functielampje aangegeven.
Gebruiksaanwijzing
Ovenverlichting
Toets voor het in- en uitschakelen van de ovenverlichting.
Als de oven in gebruik is, is de ovenverlichting automatisch aan. Hij kan
echter met deze toets uitgeschakeld worden en alleen indien nodig
ingeschakeld worden. Zo spaart u energie.
Temperatuurcontrolelampje
Het temperatuurcontrolelampje brandt, zolang de oven opwarmt en
gaat uit, als de ingestelde temperatuur bereikt is.
Kookzoneschakelaar en kookzoneindicatie
Verzinkbare draaischakelaar voor het inschakelen van de kookzones. De
geselecteerde kookstand wordt op het kookzonedisplay digitaal aangegeven.
Klokfuncties
Uw apparaat heeft een programmeerbare klok, waarmee u de dagtijd
kunt aflezen, de kookwekker als “eierwekker” kunt gebruiken of met
behulp van de automatische functie de bak- en braadtijden in kunt
stellen.
Dagtijd
Via de functie DAGTIJD wordt op het temperatuur-/tijddisplay de actuele dagtijd aangegeven zolang geen ovenfunctie ingeschakeld is.
Kookwekker
Met de functie KOOKWEKKER kunt u een maximale “wektijd” van
1 uur 30 minuten instellen. De kookwekker werkt als een normale keukenwekker en heeft geen invloed op het bakken in de oven.
Automatische functie
Met de functies DUUR en EINDE kunt u voor de oven de klok zo
instellen dat de oven vanzelf uit- resp. in- en uitschakelt.
11
Gebruiksaanwijzing
Uitrusting oven
Inzetniveaus
Aan beide zijden van de oven bevindt zich een inschuifrooster met 6
inzetniveaus voor het inschuiven
van de accessoires.
Let op: de niveaus worden van
boven naar beneden geteld.
Kiepbeveiliging
Alle inschuifdelen hebben een
kiepbeveiliging zodat ze er niet per
ongeluk helemaal uitgetrokken
kunnen worden.
Bij het inzetten van de inschuifdelen moet deze kiepbeveiliging achterin zitten.
12
✘
Vetfilter
Het meegeleverde vetfilter beschermt de ventilator in de achterwand van de oven tegen vuil.
Gebruik het vetfilter altijd bij het
braden met hete lucht of infratherm-braden open op het rooster,
de universele plaat of met open
pan/schaal.
Gebruiksaanwijzing
Er komt damp uit de oven
De damp uit de oven wordt via een
achter in het kookveld gelegen
opening direct naar boven naar de
afzuigkap geleid.
Naloop ventilator
De ventilator wordt automatisch ingeschakeld zodra de oven in gebruik
genomen wordt. Nadat de oven uitgeschakeld is, draait de ventilator
nog door om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch weer
uitgeschakeld.
Toebehoren
De volgende onderdelen behoren tot de leveringsomvang:
Bakplaat
Voor taarten en koekjes
Combirooster
Voor potten, pannen, taartvormen, braden en grilleren
Universele plaat
Voor vochtige taarten, vlees/vis of
alsbakplaat c.q. vetopvangplaat
13
Gebruiksaanwijzing
Ovenfuncties
Voor de oven heeft u de beschikking over de volgende functies:
SOLO HETELUCHT
Met deze functie kunt u optimaal taarten op één niveau bakken. Bovendien is hij geschikt voor gebak waarvoor een intensievere bruinering
en knapperigheid van de bodem nodig is. Daaronder vallen bijv. pizza,
Quiche Lorraine, kaastaarten etc.
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40 °C lager dan bij
Boven-/onderwarmte.
Boven-/onderwarmte is in bedrijf en bovendien is de ventilator ingeschakeld.
MULTI HETELUCHT
Multi-Hetelucht is bijzonder geschikt voor het bakken op meerdere
niveaus tegelijkertijd.
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40 °C lager dan bij
boven-/onderwarmte.
Een ringvormig verwarmingselement en een deel van de onderwarmte
zijn in gebruik.
Daarnaast zorgt een ventilator in de achterwand van de oven voor een
voortdurende circulatie van de warme lucht in de oven. De warmte
komt van alle kanten op het gerecht.
14
BOVEN + ONDERWARMTE
Boven-/onderwarmte is geschikt voor het bakken en braden op één
niveau.
De warmte komt gelijkmatig van boven en onderen.
INFRATHERM
Infratherm is bijzonder geschikt voor het grillen of braden van grotere
stukken vlees of gevogelte op één niveau. De functie is ook geschikt
voor het gratineren.
Grillelement en ventilator zijn gelijktijdig in bedrijf.
R Snel opwarmen
Met de extra functie snel opwarmen kunt u de lege oven voor de hiervoor genoemde functies in zeer korte tijd voorverwarmen.
Bij de functie snel opwarmen worden meerdere verwarmingselementen
tegelijkertijd ingeschakeld.
Gebruiksaanwijzing
GROTE GRILL
Grillen is geschikt voor het grillen of roosteren van platte levensmiddelen , zoals bijv. biefstuk, schnitzel, vis of brood.
De warmte komt van het grillelement aan het plafond van de oven.
ONDERWARMTE
Met deze ovenfunctie kunt u bakwaren zoals bijv. vochtige taarten van
onderen krokantnabakken.
Hier is alleen het onder de bodem van de oven geplaatste warmte-element in gebruik.
ONTDOOIEN
Met de ovenfunctie ontdooien kunt u bijv. taart, boter, brood, fruit en
andere gevoelige levensmiddelen gelijkmatig ontdooien.
Bij deze functie is alleen de ventilator zonder verwarming in gebruik.
15
Gebruiksaanwijzing
Voor het eerste gebruik
Dagtijd instellen/wijzigen
Na de elektrische aansluiting knipperen de functielampjes DAGTIJD en
de temperatuur-/tijdindicatie.
Als eerste moet de dagtijd ingesteld worden. De dagtijdinstelling kan
zowel bij ingeschakeld als bij uitgeschakeld apparaat geschieden.
Als de dagtijd niet is ingesteld, kan de oven niet in gebruik genomen
3
worden.
Dagtijd instellen
0 1. Druk op de toetsen + of - en stel de gewenste waarde in voor de dagtijd.
Bij elke druk op de toets + wordt de tijd met een minuut verhoogd c.q.
op - met een minuut verlaagd.
2. Druk op toets klok W of wacht ca. 5 seconden.
Op het temperatuur-/tijddisplay schakelt de dagtijd van knipperen op
continu branden over. De dagtijd is daarmee ingesteld.
Als de toetsen + of - gedurende meer dan 2 seconden ingedrukt
3
worden, gaan de minuten zolang voorwaarts c.q. achterwaarts lopen
tot de toets weer wordt losgelaten. Zo kunt u de gewenste waarde
sneller bereiken.
16
Gebruiksaanwijzing
Als de stroomtoevoer naar het apparaat wordt onderbroken, bijv. door
3
een kapotte zekering, knippert de temperatuur-/tijdindicatie opnieuw.
Stel in dat geval de tijd opnieuw in zoals beschreven.
Dagtijd wijzigen
De dagtijdinstelling kan zowel bij ingeschakeld als ook bij uitgeschakeld
apparaat veranderd worden.
Op het temperatuur-/tijddisplay wordt de ingestelde dagtijd aangegeven.
0 1. Druk toets W zo vaak in tot het functielampje DAGTIJD knippert.
2. Dagtijd instellen zoals beschreven.
Eerste keer reinigen
Maak de oven grondig schoon, voordat hij voor de eerste keer gebruikt
gaat worden. Om het reinigen te vergemakkelijken kan de oven verlicht
worden.
01.Schakel het apparaat met de hoofdtoets in.
Het netcontrolelampje boven de toets gaat
branden.
2. Druk de toets ovenverlichting L in.
3. Haal alle accessoires en inschuifroosters er uit en reinig deze met warm
sop.
4. Maak ook de oven schoon met warm sop en maak hem droog.
5. Apparaatfront alleen vochtig afnemen.
Tip: Gebruik bij roestvrijstalen fronten normale middelen voor roestvrij
3
staal, die tegelijkertijd een beschermfilm tegen vingerafdrukken vormen.
Attentie! Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! De
1
oppervlakte kan beschadigd worden.
17
Gebruiksaanwijzing
Bediening van de kookzones
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouwkookplaat. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen betreffende potten, pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
De volgende beschrijving geldt niet voor inductiekookzones. Als uw
3
apparaat inductiekookzones bezit, lees dan de gebruiksaanwijzing die u
speciaal daarvoor gekregen heeft.
Kookstanden
• Tussen de bereiken 1-9 kunt u 14 kookstanden (inclusief de tusseninstellingen) instellen.
• Tusseninstellingen kunt u in het bereik 2-7 kiezen. Deze hebben een
rode punt links boven naast de verwarmingsstand.
• Bovendien heeft elke kookzoneschakelaar ook een automatische
functie.
Het netcontrolelampje boven de toets gaat
branden.
2. Druk voor het gebruik op de kookzoneschakelaar.
De toets komt naar boven.
3. Draai de kookzoneschakelaar voor het aankoken/aanbraden en kies een
hoge capaciteit.
4. Schakel terug op de vereiste doorkookstand, zodra er damp afkomt of
het vet heet is.
5. Terudraaien op de nulstand om het koken te beëindigen.
6. De daarbij behorende kookzoneindicatie geeft nog gedurende
3 seconden “0” aan.
7. Laat de kookzoneschakelaar verzinken door er op te drukken.
8. Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar.
Koken met aankookautomatiek
Bij het koken met aankookautomatiek werkt de kookzone gedurende
een bepaalde tijd met volle capaciteit en schakelt dan naar de ingestelde doorkookstand terug. De tijd voor deze “aankookstoot” berekent
de kookzoneschakelaar afhankelijk van de gekozen doorkookstand.
0 1. Schakel het apparaat eventueel in met de
hoofdtoets.
2. Draai de kookzoneschakelaar naar rechts tot
hij niet verder kan om de aankookstoot in te
schakelen.
3. Op het kookzonedisplay verschijnt een “A”.
4. Draai daarna de kookzoneschakelaar op de
gewenste doorkookstand terug.
5. De ingestelde doorkookstand wordt aangegeven.
Na een paar seconden verschijnt i.p.v. de
doorkookstand opnieuw “A” op het display.
De doorkookstand wordt weer aangegeven,
zodra de berekende tijd voor de aankookstoot
afgelopen is.
6. Draai hem op stand “0” terug om het koken
te beëindigen.
19
Gebruiksaanwijzing
7. Schakel het apparaat eventueel met de hoofdtoets uit.
Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het kookeinde uit om de
2
restwarmte te gebruiken. Zo spaart u elektrische energie.
Als tijdens de automatische functie een hogere doorkookstand wordt
3
gekozen, bijv. van “3” op “6” doorschakelen, wordt rekening gehouden
met de reeds verlopen tijd voor de aankookstoot. Als u een lagere
doorkookstand kiest, wordt de automatische functie direct beëindigd.
U kunt de automatische functie voortijdig beëindigen door de kook-
3
zoneschakelaar eerst op “0” zetten en dan weer op de gewenste doorkookstand in te stellen.
Aankooktijden bij het koken met aankookautomatiek
Schakelaarstand:Aankooktijd van de
aankookautomatiek
A en 9zonder automatische functie
A en 88 minuten
A en 74 minuten
A en
A en 62 minuten
A en
A en 510 minuten
A en
A en 46,5 minuten
A en
A en 35 minuten
A en
A en 22 minuten
A en 11 minuut
Na afloop van de aankooktijd schakelt de aankookautomatiek automatisch op de ingestelde doorkookstand terug.
Bekijk de eerste paar keer het koken. Daarbij kunt u vaststellen welke
kookstand bij “uw kookgerei” voor “uw gerechten en hoeveelheden”
optimaal is.
.
63 minuten
.
512,5 minuten
.
48 minuten
.
35,5 minuten
.
23 minuten
20
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet uitgeschakeld of de
instelling niet veranderd wordt, worden alle kookzones automatisch
uitgeschakeld.
Op het kookzonedisplay van alle ingeschakelde kookzones verschijnt -.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
• Kookstand
• Kookstand
• Kookstand
• Kookstand
.
1 – .2 na 6 uur
.
3 – .4 na 5 uur
.
4 – .5 na 4 uur
.
6 – .9 na 1,5 uur
Veiligheidsuitschakeling opheffen
0 Draai voor het opheffen van de veiligheidsuitschakeling alle inge-
schakelde kookzones op de nulstand.
Daarna zijn de kookzones weer gereed voor gebruik.
21
Gebruiksaanwijzing
Gebruik van de oven
Vetfilter inzetten/verwijderen
Zet het vetfilter altijd in de oven als u open op het rooster, op de vetopvangplaat of in open pannen/schalen braadt.
0 Vetfilter plaatsen
Pak het vetfilter bij de greep en zet
de twee houders van boven naar
beneden in de opening op de achterwand van de oven (ventilatoropening).
0 Het vetfilter eruit halen
Pak het vetfilter aan de greep vast
en hang het er naar boven toe uit.
Rooster en plaat plaatsen
Alle inschuifdelen hebben een
kleine uitstulping rechts en links.
Deze uitstulping dient als kiepbeveiliging en moet altijd naar
beneden wijzen.
Rooster plaatsen
0 Plaats het rooster zo, dat de twee
geleidingsrails naar boven wijzen.
De kiepbeveiliging moet naar
beneden wijzen en achter in de
ovenruimte liggen.
Rooster en plaat plaatsen
0 Als het rooster en de universele
plaat samen gebruikt worden,
moet de kiepbeveiliging van het
rooster exact in de uitstulpingen
van de plaat gezet worden.
22
Gebruiksaanwijzing
Oven in- en uitschakelen
0 1. Schakel het apparaat met de hoofdtoets in.
Het netcontrolelampje boven de toets gaat
branden.
2. Druk ook de schakelaar “Ovenfuncties” in, als deze gebruikt moet
worden. De schakelaar komt naar boven.
3. Stel de gewenste functie in door de schakelaar “Ovenfuncties” te
draaien. Op de temperatuur-/tijdsindicatie verschijnt een voorgestelde
temperatuur.
Als de voorgestelde temperatuur niet binnen ca. 5 seconden veranderd
wordt, begint de oven met opwarmen. Het temperatuurcontrolelampje
geeft aan dat de oven aan het opwarmen is. Als de ingestelde temperatuur bereikt is, gaat het temperatuurcontrolelampje uit.
4. Draai de schakelaar “Ovenfuncties” op de nulstand om de oven uit te
schakelen.
5. Laat de schakelaar verzinken door hem in te drukken.
6. Schakel het apparaat met de hoofdtoets uit.
Het netcontrolelampje boven de toets gaat uit.
23
Gebruiksaanwijzing
Oventemperatuur wijzigen
Nadat de ovenfunctie gekozen is, wordt op de temperatuur-/tijdsindicatie een voor de functie geschikte temperatuur aangegeven. U kunt
deze temperatuur indien nodig voor of tijdens het bakken wijzigen.
0 Druk de toetsen + of - in om de temperatuur naar boven of naar
beneden te veranderen.
Het veranderen gebeurt in 5 °C-stappen. Door gedurende meer dan
3
2 seconden op de toetsen + of - te drukken begint de temperatuurindicatie zolang naar voren of naar achteren te lopen tot de toets weer
losgelaten wordt. Op deze manier kunt u de gewenste waarde sneller
bereiken.
Ovenfunctie veranderen
0 Stel de gewenste functie in door de schakelaar “Ovenfunctie” te
draaien.
Als de voorgestelde temperatuur niet veranderd wordt, begint de oven
na een paar seconden met de nieuw gekozen functie en de betreffende
temperatuur op te warmen.
Actuele oventemperatuur opvragen
Als de oven aan het opwarmen is, kunt u de reeds bereikte temperatuur
in de oven opvragen.
0 Druk de toetsen + en - tegelijkertijd 2 seconden in.
De temperatuur-/tijdsindicatie geeft de bij het opwarmen reeds
bereikte temperatuur aan. Na ca. 9 seconden verandert het display
weer in de ingestelde temperatuur.
24
Gebruiksaanwijzing
Snel opwarmen R
Nadat een ovenfunctie is gekozen, kan door de extra functie “Snel
opwarmen” de lege oven in relatief korte tijd voorverwarmd worden.
Let op: Zet het gerecht pas in de oven als het snel opwarmen gereed is
1
en de oven op de gewenste functie werkt.
0 1. Stel de gewenste ovenfunctie in (bijv. BOVEN + ONDERWARMTE).
Wijzig eventueel de temperatuur.
2. Druk op de toets snel opwarmen R.
Het controlelampje boven de toets snel opwarmen brandt. Het snel
opwarmen begint.
Als de ingestelde temperatuur bereikt is, klinkt een akoestisch signaal.
Het controlelampje gaat uit.
De oven verwarmt nu verder op de ingestelde ovenfunctie en temperatuur. U kunt nu uw gerecht in de oven zetten.
De functie Snel opwarming kan niet gebruikt worden met de functies
3
grill, onderwarmte of ontdooien.
Aanbevelingen voor het snel voorverwarmen staan in hoofdstuk
“Toepassingen, tabellen en tips”.
Werken met de automatische functie
U heeft twee mogelijkheden om de automatische functie te gebruiken:
• Automatisch uitschakelen: Als u de oven ingeschakeld heeft en niet
wilt vergeten de oven tijdig uit te schakelen, kunt u met de klok de
duurof het einde de kooktijd vastleggen. De oven schakelt dan automatisch uit.
• Automatisch in- en uitschakelen: Als u bijvoorbeeld ‘s morgens of ‘s
middags een gerecht voor de avond voorbereiden wilt, kunt u de
duuren bovendien het einde van de kooktijd vastleggen. De oven
schakelt dan automatisch op de berekende tijd in en automatisch
weer bij het kookeinde uit.
– Voorbeeld: Het gerecht heeft 1 uur nodig om gaar te worden: DUUR
= 1.00.
Het vlees moet om 18:00 uur klaar zijn: EINDE = 18.00.
De ovenfunctie kan voor of na het instellen van de automatische functie gekozen worden.
25
Gebruiksaanwijzing
U heeft na het kiezen van een klokfunctie steeds ca. 5 seconden tijd om
3
een ingave te doen. Daarna gaat het functielampje uit van de geselecteerde klokfunctie en moet u deze opnieuw selecteren.
Automatisch uitschakelen
0 1. Schakel het apparaat eventueel in met de hoofdtoets.
2. Ovenfunctie kiezen. Eventueel voorgestelde temperatuur wijzigen.
3. Toets klok W zo vaak indrukken tot het functielampje op DUUR of
EINDE staat.
De temperatuur-/tijdindicatie en het functielampje DUUR c.q. EINDE
knipperen.
4. Druk binnen 5 se conden de toets + in tot de gewenste kooktijd c.q.
het gewenste kookeinde ingesteld is.
5. Na ca. 5 seconden schakelt het functielampje DUUR c.q. EINDE op continu branden om. De klok is op automatisch inschakelen ingesteld.
Zodra de kooktijd afgelopen c.q. het kookeinde bereikt is, schakelt de
oven automatisch uit. Er klinkt gedurende ca. twee minuten een akoestisch signaal.
6. Druk de toets lok W in om het signaal af te zetten.
7. Draai de schakelaar ovenfuncties op de nulstand.
8. Schakel het apparaat eventueel met de hoofdtoets uit.
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.