lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door.
Lees in ieder geval hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina’s. Bewaar
deze gebruikersinformatie om later te kunnen naslaan. Geef deze aan
eventuele volgende eigenaren van het apparaat door.
Met de gevarendriehoek en/of door signaalwoorden (
1
Voorzichtig!, Attentie!
Uw veiligheid of het functioneren van het apparaat belangrijk zijn.
Deze absoluut in acht nemen.
Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
1.
0
...
2.
...
3.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
2
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Voor eventuele storingen bevat deze gebruikersinformatie aanwijzin-
gen voor het zelfstandig opheffen, zie hoofdstuk “Wat te doen als ...”.
Bij technische problemen staat onze TECHNISCHE DIENST bij u in de
buurt u te allen tijde ter beschikking (adressen en telefoonnummers
vindt u in hoofdstuk “Servicepunten”).
Lees daartoe ook hoofdstuk “Service”.
) worden aanwijzingen geaccentueerd die voor
Waarschuwing!
,
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
2
Page 3
INHOUD
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Weggooien
De belangrijkste kenmerken van uw apparaat
Opbouw van het toestel
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een
erkend installateur
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schaden de garantie vervalt.
De veiligheid van AEG elektro-apparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoopt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken.
Algemene veiligheid
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Aansluitingsleidingen
mogen geen hete kookzones aanraken of onder de hete ovendeur
geklemd raken.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Deze kunnen bij het
inschakelen in brand vliegen.
• Om veiligheidsredenen is het
straal- of hogedrukreiniger schoon te maken.
• Bij gebruik van geweld, speciaal aan de glaskanten van de voorruit,
kan het glas breken.
• Als u kookt, braadt of grilt, wordt de ovendeur heet.
daarom
Houd
• Oververhit vet en olie kunnen snel in brand vliegen. Als u gerechten
in vet of olie (bijv. patat frites) bereidt, blijf dan in de buurt.
• Als alcohol bij de gerechten in de oven gebruikt wordt, kan eventueel
een lichte alcoholdamp ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Vermijd vonken of vuur. Wij raden aan het gerecht bij gesloten
ovendeur ca. 10-15 minuten te laten afkoelen.
•
Reparaties
uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote
neel
gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onzeafdeling Klantenservice.
• Bij storingen aan het apparaat: draai de zekeringen eruit c.q. schakel
ze uit.
kleine kinderen altijd weg.
aan het apparaat mogen
uitgevoerd worden.
verboden
het apparaat met een damp-
alleen door geschoold perso-
5
Page 6
Gebruiksaanwijzing
Gebruik volgens de voorschriften
• Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het
bestemd is, d.w.z. het normaal koken, braden, bakken van spijzen.
• Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van spijzen.
• Gebruik de oven niet om het vertrek te verwarmen.
Zo worden schaden aan het apparaat voorkomen
• Leg geen aluminiumfolie in de oven en zet geen bakblik, pan etc. op
de bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane
warmteophoping beschadigd wordt.
• Maak het apparaat na elk gebruik schoon. Vuil kan dan het gemakkelijkst verwijderd worden en kan niet inbranden.
• Fruitsap dat van de bakplaat afdruppelt, veroorzaakt vlekken die niet
meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor zeer vochtige taarten
de universele plaat.
• Giet nooit direct water in de hete oven. Er kunnen schaden aan het
email ontstaan.
• Zet niets op de open ovendeur/de open ovenwagen.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven.
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
Milieuvriendelijke isolatie
De oven is op de fabriek van een milieuvriendelijke isolatie voorzien.
Deze isolatie is door onafhankelijke testinstituten gecontroleerd op
schadelijke stoffen en als “zonder bezwaar” ingeschaald.
2
Weggooien
Verpakkingsmateriaal weggooien
Alle gebruikte materialen zijn onbeperkt recyclebaar en kunnen
opnieuw gebruikt worden.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor poyethyleen, bijv. bij het buitenomhulsel en de zakken in
het interieur.
• >PS< voor hard-schuim polystyreen, bijv. bij de bekledingsonderdelen, in principe FCKW-vrij.
De kartonnen onderdelen worden voor 80% van oud papier gemaakt.
Oude machine
Om milieuredenen moeten alle afgedankte apparaten op de juiste
manier weggegooid worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en als
het t.z.t. niet meer gebruikt wordt, voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing!
1
onbruikbaar. Trek de stekker uit het stopcontact, knip het elektriciteitssnoer door, verwijder eventuele aanwezige snap- of grendelsloten of
maak deze onbruikbaar. Daar door voorkomt u dat spelende kinder en in
het apparaat opgesloten raken (stikg e v a a r ! ) o f i n a n d e re leve n s gevaarlijke situaties terecht komen.
Aanwijzingen voor het weggooien
2
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil gezet worden.
• Informatie over afhaaltijden of verzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Maak afgedankte apparaten voor het weggooien
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
De belangrijkste kenmerken van uw
apparaat
•
Veiligheidsuitschakeling kookzones:
veiligheidsuitschakeling. De kookzones worden na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld als binnen een langere periode de stand
van de schakelaar niet veranderd wordt.
•
Elektronisch geregelde aankookautomatiek
functie van de kookzoneschakelaar schakelt automatisch van de hoge
aankookstand naar de gekozen lage doorkookstand om.
•
Hittebeschermingsglas
ten zorgen ervoor dat de ovendeur niet te heet wordt om zo verbrandingsgevaar te voorkomen.
•
Ontsnappen van damp uit de oven:
van de kookplaat ontsnapt, zorgt voor bedieningsveiligheid en een
hoog reinigingscomfort. Bij een eventueel aanwezige afzuigkap
wordt de damp hierin gericht gevoerd. Daardoor worden vuil aan het
apparaat en storende geuren voorkomen.
: De van onder naar achter ventilerende rui-
Het apparaat beschikt over een
: De automatische
De damp die aan de achterzijde
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
Opbouw van het toestel
Bedieningspaneel
Ovenfuncties en functie-indicatie
Verzinkbare draaischakelaar voor het selecteren van de gewenste ovenfunctie. De geselecteerde ovenfunctie wordt op het ovenfunctiedisplay
links van de schakelaar aangegeven.
Temperatuurkeuze en temperatuurindicatie
Verzinkbare draaischakelaar voor het selecteren van de gewenste oventemperatuur. De geselecteerde oventemperatuur wordt op het temperatuurdisplay links van de schakelaar aangegeven.
Temperatuurcontrolelampje
Het temperatuurcontrolelampje brandt, zolang de oven opwarmt en
gaat uit, als de ingestelde temperatuur bereikt is.
Kookzoneschakelaar en kookzoneindicatie
Verzinkbare draaischakelaar voor het inschakelen van de kookzones. De
geselecteerde kookstand wordt op het kookzonedisplay digitaal aangegeven.
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Uitrusting oven
Inzetniveaus
In de ovenwagendeur bevinden
zich 5 inhanghaken om de accessoires in te haken.
Let er op dat de niveaus
naar beneden
Vetfilter
Het meegeleverde vetfilter
beschermt de ventilator in de
achterwand van de oven tegen
vuil.
Gebruik het vetfilter altijd bij het
braden
therm-braden open op het rooster, de universele plaat of met
open pan/schaal.
geteld worden.
met hete lucht of infra-
van boven
10
Er komt damp uit de oven
De damp uit de oven wordt via een
achter in het kookveld gelegen
opening direct naar boven naar de
afzuigkap geleid.
Page 11
Toebehoren
De volgende onderdelen behoren tot de leveringsomvang:
Bakplaat
Voor taarten en koekjes
Combirooster
Voor potten, pannen, taartvormen, braden en grilleren
Braadslede
Om te braden c.q. als opvangplaat
voor vet
Gebruiksaanwijzing
Universele plaat
Voor vochtige taarten, vlees/vis of
bakplaat c.q. vetopvangplaat
als
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
Ovenfuncties
Voor de oven heeft u de beschikking over de volgende functies:
U
Multi-Hetelucht
Multi-Hetelucht is bijzonder geschikt voor het
niveaus
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40 °C lager dan bij
boven-/onderwarmte.
Een ringvormig verwarmingselement en een deel van de onderwarmte
zijn in gebruik.
Daarnaast zorgt een ventilator in de achterwand van de oven voor een
voortdurende circulatie van de warme lucht in de oven. De warmte
komt van alle kanten op het gerecht.
S
Met deze functie kunt u optimaal taarten op
Bovendien is hij voor gebak geschikt dat een intensievere bruinering en
knapperigheid van de bodem nodig heeft. Daaronder vallen bijvoorbeeld pizza, Quiche Lorraine, kaastaarten etc.
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40 °C lager dan bij
boven-/onderwarmte.
Boven-/onderwarmte is in bedrijf en bovendien is de ventilator ingeschakeld.
tegelijkertijd.
Solo-hetelucht
bakken
één niveau bakken
op
meerdere
.
12
O
Boven-/onderwarmte
Boven-/onderwarmte is geschikt voor het
niveau
De warmte komt gelijkmatig van boven en onderen.
I
Infratherm is bijzonder geschikt voor het
stukken vlees of gevogelte op één niveau. De functie is ook geschikt
voor het
Grillelement en ventilator zijn gelijktijdig in bedrijf.
R
Met de extra functie snel opwarmen kunt u de
voor genoemde functies
Bij de functie snel opwarmen worden meerdere verwarmingselementen
tegelijkertijd ingeschakeld.
.
Infratherm
gratineren
Snel opwarmen
.
in zeer korte tijd voorverwarmen
bakken
grillen
en
braden
of
braden
lege oven
op
één
van grotere
voor de hier-
.
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Grill
F
Grillen is bijzonder geschikt voor
grillen
of
roosteren
van platte stuk-
ken, zoals biefstuk, schnitzel, vis of toost.
De hitte komt van het grillelement aan de bovenkant van de oven.
Ontdooien
A
Met de ovenfunctie ontdooien kunt u bijv. taarten, boter, ijs, brood,
fruit of andere gevoelige levensmiddelen gelijkmatig
ontdooien
.
Bij deze functie is alleen de ventilator zonder verwarming in gebruik.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Voor het eerste gebruik
Eerste keer reinigen
Maak de oven grondig schoon, voordat hij voor de eerste keer gebruikt
gaat worden. Om het reinigen te vergemakkelijken kan de oven verlicht
worden.
Druk de toets ovenverlichting L in.
0
1.
Haal alle accessoires en inschuifroosters er uit en reinig deze met warm
2.
sop.
Maak ook de oven schoon met warm sop en maak hem droog.
3.
Apparaatfront alleen vochtig afnemen.
4.
Gebruik bij roestvrijstalen fronten normale middelen voor roestvrij
Tip:
3
staal, die tegelijkertijd een beschermfilm tegen vingerafdrukken vormen.
Attentie!
1
oppervlakte kan beschadigd worden.
Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! De
14
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Bediening van de kookplaatsen
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouwkookplaat. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen betreffende potten, pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Aanwijzing:
3
nes. Als uw apparaat inductiekookzones bezit, lees dan de gebruiksaanwijzing die u speciaal daarvoor gekregen heeft.
Kooktreden
• Tussen de bereiken 1-9 kunt u 14 kooktreden (inclusief de tusseninstellingen) instellen.
• Tusseninstellingen kunt u in het bereik 2-7 kiezen. Deze hebben een
rode punt linksboven naast de verwarmingstrede.
• Bovendien heeft elke kookplaatsenschakelaar ook een automatische
functie.
De volgende beschrijving geldt niet voor inductiekookzo-
Druk voor het gebruik op de kookplaatsenschakelaar.
0
1.
De toets komt naar boven.
Kies voor het aankoken/aanbraden een hoge capaciteit.
2.
Schakel terug op de vereiste doorkooktrede, zodra er damp afkomt of
3.
het vet heet is.
Terugdraaien op de nulstand om het koken te beëindigen.
4.
De daarbij behorende kookplaatsindicatie geeft nog gedurende
3 seconden “0” aan.
Laat de kookplaatsenschakelaar verzinken door er op te drukken.
5.
Koken met aankookautomatiek
Bij het koken met aankookautomatiek werkt de kookzone gedurende
een bepaalde tijd met volle capaciteit en schakelt dan naar de ingestelde doorkooktrede terug. De tijd voor deze “aankookstoot” berekent
de kookplaatsenschakelaar afhankelijk van de gekozen doorkooktrede.
Draai de kookplaatsenschakelaar naar rechts
0
1.
tot hij niet verder kan om de aankookstoot
in te schakelen.
Op het kookplaatsendisplay verschijnt een
“A”.
Draai daarna de kookplaatsenschakelaar op
2.
de gewenste doorkooktrede terug.
De ingestelde doorkooktrede wordt aangegeven.
Na een paar seconden verschijnt i.p.v. de
doorkooktrede opnieuw “A” op het display.
De doorkooktrede wordt weer aangegeven,
zodra de berekende tijd voor de aankookstoot afgelopen is.
Draai hem op stand “0” terug om het koken
3.
te beëindigen.
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het kookeinde uit om de
2
restwarmte te gebruiken. Zo spaart u elektrische energie.
Als tijdens de automatische functie een hogere doorkooktrede wordt
3
gekozen, bijv. van “3” op “6” doorschakelen, wordt rekening gehouden
met de reeds ver lopen tijd voor de aankookstoot. Als u een lagere
doorkooktrede kiest, wordt de automatische functie direct beëindigd.
U kunt de automatische functie voortijdig beëindigen door de kook-
3
plaatsenschakelaar eerst op “0” zetten en dan weer op de gewenste
doorkooktrede in te stellen.
Aankooktijden bij het koken met aankookautomatiek
Schakelaarstand:Aankooktijd van de
aankookautomatiek
en 9zonder automatische functie
A
en 88 minuten
A
en 74 minuten
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Na afloop van de aankooktijd schakelt de aankookautomatiek automatisch op de ingestelde doorkooktrede terug.
Bekijk de eerste paar keer hoe het koken verloopt. Daarbij kunt u dan
vaststellen welke kooktrede bij “uw kookgerei” voor “uw gerechten en
hoeveelheden” optimaal is.
.
63 minuten
en
en 62 minuten
.
512,5 minuten
en
en 510 minuten
.
48 minuten
en
en 46,5 minuten
.
35,5 minuten
en
en 35 minuten
.
23 minuten
en
en 22 minuten
en 11 minuut
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet uitgeschakeld of de
instelling niet veranderd wordt, worden
uitgeschakeld.
Op het kookzonedisplay van alle ingeschakelde kookzones verschijnt -.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
• Kookstand
• Kookstand
• Kookstand
• Kookstand
.
1 – .2 na 6 uur
.
3 – .4 na 5 uur
.
4 – .5 na 4 uur
.
6 – .9 na 1,5 uur
kookzones automatisch
alle
Veiligheidsuitschakeling opheffen
Draai voor het opheffen van de veiligheidsuitschakeling
0
kelde kookzones op de nulstand.
Daarna zijn de kookzones weer gereed voor gebruik.
alle
ingescha-
18
Page 19
Gebruiksaanwijzing
Gebruik van de oven
Vetfilter inzetten/verwijderen
Zet het vetfilter altijd in de oven als u open op het rooster, op de vetopvangplaat of in open pannen/schalen
0
Vetfilter plaatsen
Pak het vetfilter bij de greep en zet
de twee houders van boven naar
beneden in de opening op de achterwand van de oven (ventilatoropening).
0
Het vetfilter eruit halen
Pak het vetfilter aan de greep vast
en hang het er naar boven toe uit.
Rooster en plaat plaatsen
Zet het rooster er zo in dat de
0
twee vasthoudhaken in de
inhanghaken van de deur grijpen.
braadt
.
Als
0
rooster en vetopvangplaat
samen gebruikt worden eerst
de vetopvangplaat en dan het
rooster op het volgende daarboven liggende niveau plaatsen.
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Oven aan- en uitschakelen
Voor het gebruik eventueel de schakelaars “Ovenfuncties” en “Tempera-
0
1.
tuurkeuze” indrukken.
De schakelaars staan uitgetrokken.
Stel de gewenste functie in door de schakelaar “Ovenfuncties” te
2.
draaien.
Het functiedisplay toont het symbool voor de geselecteerde functie.
Stel de gewenste temperatuur in door de schakelaar “Temperatuur-
3.
keuze” te draaien.
Het temperatuurdisplay toont de geselecteerde temperatuur.
20
Het temperatuurcontrolelampje brandt zolang de oven opwarmt.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur gaat het temperatuur-
controlelampje uit.
Draai de schakelaars “Ovenfuncties” en “Temperatuurkeuze” op de nul-
4.
stand om de oven uit te schakelen.
Laat de schakelaar verzinken door hem te draaien.
5.
Page 21
Gebruiksaanwijzing
Snel opwarmen
Door de extra functie “Snel opwarmen” kan de lege oven in relatief
korte tijd voorverwarmd worden.
Let op:
1
en de oven op de gewenste functie werkt.
Schakelaar “Ovenfuncties” op het symbool voor snel opwarmen R zet-
1.
0
ten.
Schakelaar “Temperatuurkeuze” op de gewenste temperatuur instellen.
2.
Het temperatuurcontrolelampje brandt. Het snel opwarmen begint.
Zodra het temperatuurcontrolelampje uitgaat,
3.
ties” op de gewenste ovenfunctie zetten.
U kunt nu uw gerechten in de oven zetten.
4.
Zet het gerecht pas in de oven als het snel opwarmen gereed is
R
schakelaar “Ovenfunc-
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen, tabellen en tips
Koken
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. Welke schakelstand voor het koken nodigd is, hangt af van de kwaliteit van de pannen en van de soort en de hoeveelheid levensmiddelen.
Aanhoudwaarden voor het koken zonder automatiek
Schakelstand
9
7-8
6-7
4-5
3-4
2-3
1-2
0 Nawarmte, uit-stand
Kook/
doorkookstand
Aan de kook
brengen
Aanbraden
Braden
Koken
Stomen,
stoven
Verwarmen
Smelten
Geschikt voor
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden
water, macaroni koken
Frituren van patates frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
braden van lsteaks e.d.
Braden van vlees, schnitzel, cordon bleu
karbonade, gehaktballen, braadworst, lever,
eieren, beignets frituren
Koken van grotere hoeveelheden,
eenpansgerechten en soepen,
koken van aardappels,
vleesbouillon trekken
Stoven van groente,
smoren van vlees,
rijstepap koken
Koken van rijst en melkgerechten
(tussendoor roeren),
koken van kleinere hoeveelheden aardappels of
groente,
verhitten van kant-en-klare gerechten
Schuimomelet, bouillon met stukjes ei, sauce
hollandaise, warmhouden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
22
Wij raden aan bij het aan de kook brengen stand „9“ te gebruiken en
3
gerechten met een langere kooktijd aansluitend op de betreffende
doorkookstand gaar te laten koken.
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Toepassingsvoorbeelden voor koken op automatische
stand
Schakel-
stand
A7
tot A8
A6
tot A7
A6 tot A7
A3½
tot A5½
A3
tot A5
A2½
tot A4½
A2
tot A3½
A2
tot A3½
Kookproces
Hard
braden
Braden
Bakken
Koken
Stomen
Stoven,
ontdooien
Weken
Opwarmen
Geschikt
voor
Biefstuk
Schnitzel,
frikadellen,
spiegeleie-
ren,
braadworst
Pannenkoe-
ken
Soepen
Aardappe-
len, groente
Groente
Rijst, gierst,
boekweit
Kant-en-
klare
gerechten,
één-
pansmaaltij-
den
Duur
3-10
minuten
10-20
minuten
doorlopend
bakken
40-150
minuten
20-60
minuten
20-45
minuten
25-50
minuten
10-30
minuten
Aanwijzingen
Tips
Tussendoor omdraaien
Tussendoor omdraaien
Tussendoor omdraaien
Tot 2l vocht
plus ingrediënten
Gebruik weinig vocht
bijv.: max. ¼l water
op 750g aardappelen
Indien nodig vocht toevoegen
Minstens de dubbele hoeveel-
heid aan vocht bijvoegen
Naargelang hoeveelheid
instelling aanpassen
Bekijk in het begin het koken op automatische stand. Naargelang pannen/schalen en
hoeveelheid levensmiddelen moeten de bovenstaande toepassingsvoorbeelden aan uw
ervaringen aangepast worden.
Koken op automatische stand wordt aanbevolen voor:
3
• Gerechten die koud opgezet worden, met hoge capaciteit verwarmd
worden en op de doorkookstand niet constant in de gaten gehouden
behoeven te worden,
• Gerechten die voortdurend in de hete pan gebraden worden.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Koken op automatische stand is niet geschikt voor:
3
• goulash, rollades en soortgelijke suddergerechten, die tot het berei-
ken van de juiste bruinering vaak gedraaid, begoten en verder gaargesmoord moeten worden,
• vermicelligerechten met veel vocht,
• het koken met snelkookpannen,
• grote hoeveelheden soep/éénpansmaaltijden met meer dan 2 liter
vocht.
24
Page 25
Bakken
Gebruik voor het bakken de ovenfuncties Solo-Hetelucht S, MultiHetelucht
of Boven-/Onderwarmte O.
U
Gebruiksaanwijzing
1
Let op!
Gebruik geen vetfilter bij het bakken!
Bakvormen
• Voor Boven-/Onderwarmte
coating geschikt.
• Voor Solo-Hetelucht
len vormen geschikt.
Inzetniveaus
• Bakken met Solo-Hetelucht
slechts op één niveau mogelijk.
• Met Multi-Hetelucht
bakken:
1 bakplaat:
inzetniveau 3
zijn vormen van donker metaal zonder
O
c.q. Multi-Hetelucht U zijn ook lichte meta-
S
of Boven-/Onderwarmte O is steeds
S
kunt u op max. 3 bakplaten tegelijkertijd
U
1 bakvorm:
inzetniveau 4
2 bakplaten:
inzetniveaus 2 en 4
3 bakplaten:
inzetniveaus 1, 3 en 4
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Algemene aanwijzingen
• Let op: de inzetniveaus worden van boven naar beneden geteld.
• Zet taarten in vormen steeds in het midden van het rooster neer.
U kunt met Solo-Hetelucht
vormen tegelijkertijd bakken. Zet de vormen in dat geval naast elkaar
op het rooster. De baktijd wordt hierdoor maar heel weinig langer.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen staan voor een keur aan gerechten de daarvoor benodigde temperatuurgegevens, gaartijden en inzetniveaus.
• Temperatuur en baktijden zijn globaal aangegeven, omdat deze
afhangen van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de
bakvorm.
• Bij het bakken van meerdere taarten op bakplaten of in vormen kan
Plaatkoek met tere vulling
(bijv. kwark, slagroom,
3.
crème-amandel)
Pizza (met veel vulling)
2
4.
Pizza (dun) 4.
Koek 3.
Klein gebak
Zandtaartkoekjes 3.
Spritsgebak 3.
Roerdeegkoekjes 3.
Eiwitgebak, schuimgebak 3.
Bitterkoekjes 3.
Klein gistgebak 3.
Klein bladerdeeggebak 3.
Broodjes 3.
S
Tempera-
tuur
°C
140-160
180-200
200-220
200-220
150-160
140-150
150-160
80-100
100-120
160-170
170-180
180-200
Boven-/Onder-
warmte
Inzetni-
veau van
boven
O
Tempera-
tuur
°C
3. 160-180 0:40-1:20
4.
190-210
4.
230-300
3.
270-300
3.
170-190
3.
160-180
3. 170-190 0:15-0:20
3. 100-120 2:00-2:30
3. 120-140 0:30-0:60
3. 170-190 0:20-0:40
1
3.
190-210
1
4.
180-220
voor beide
functies
uur:min.
1
0:30-1:00
1
0:10-0:25
1
0:08-0:15
1
0:06-0:20
1
0:10-0:40
1
0:20-0:30
1
0:20-0:35
Tijd
28
1)Oven voorverwarmen
2)Gebruik de combi-/vetopvangplaat c.q. vetopvangplaat!
De vetgedrukte gegevens geven steeds de
gunstigste ovenfunctie aan.
Page 29
Bakken op meerdere niveaus
Gebruiksaanwijzing
Multi-Hetelucht
Soort gebak
Gebak op bakplaten
Roomsoezen, tompoezen 2e en 4e – 170-180 0:35-0:60
Plaatkoek droog 2e en 4e – 140-160 0:30-0:60
Pizza 2e en 4e – 170-190 0:40-0:70
Klein gebak
Zandtaartkoekjes 2e en 4e 1e, 3e en 4e 160-170 0:16-0:40
Spritsgebak 2e en 4e 1e, 3e en 4e 140-150 0:20-0:60
Roerdeegkoekjes 2e en 4e 1e, 3e en 4e 160-170 0:25-0:40
Eiwitgebak, schuimgebak 2e en 4e – 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 2e en 4e 1e, 3e en 4e 100-120 0:40-1:20
Klein gistgebak 2e en 4e – 160-170 0:30-0:60
Klein bladerdeeggebak 2e en 4e –
Broodjes 2e en 4e –
Inzetniveau van boven
2 niveaus 3 niveaus
U
Tempera-
tuur ºC
170-180
180-190
1
1
Tijd
Uur:min.
0:30-0:50
0:30-0:55
Tips voor het bakken
Zo stelt u vast of de taart
gaar is
De taart val in elkaar (wordt
klef, sponzig, waterstrepen)
De taart is aan de onderkant
te licht
Taart met vochtige vulling/
ta a r t i s n i e t gaa r, is ongelijkmatig bruin
Steek een houten stokje boven in de taart. Als er geen
deeg meer aan het hout kleeft, kunt u de oven uitschakelen en de nawarmte gebruiken.
Controleer uw recept. Gebruik de volgende keer minder vocht. Let op de roertijden, zeker bij het gebruik
van keukenmachines.
Neem de volgende keer een donkere bakvorm of zet
de taart een niveau lager.
Bak de volgende keer op een lagere
temperatuur en een langere baktijd.
1)Opmerking: patates frites tussendoor 2-3 x draaien
1
3.
2. Infratherm
Boven-/onder-
warmte
O
I
Boven-/onder-
warmte
O
Boven-/onder-
warmte
O
volgens opga-
ven fabrikant
volgens opga-
ven fabrikant
volgens opga-
ven fabrikant
volgens opga-
ven fabrikant
200-220 °C 15-25 min.
volgens opga-
ven fabrikant
volgens opga-
ven fabrikant
Page 31
Gebruiksaanwijzing
Braden
Voor het braden de ovenfunctie boven-/onderwarmte O gebruiken.
Let op:
1
Servies
• Voor het braden is elke hittebestendige pan/schaal geschikt.
• Let er bij pannen/schalen met kunststof grepen op, dat deze hittebe-
• Grote stukken vlees kunnen
• Alle magere vleessoorten kunt u het beste
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunnen
•
Inzetniveaus
• De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
Aanwijzingen bij de braadtabellen
In de tabel vindt u voor diverse vleessoorten informatie over de temperatuurinstelling, gaartijd en inzetniveau. De gaartijdgegevens zijn richtwaarden.
• Wij raden aan vlees en vis
• In het algemeen is voor zeer mager vlees, zoals vis of wild, de functie
• De noodzakelijke gaartijd hangt af van het soort en de kwaliteit van
• Om het inbranden van vrijgekomen vleessap of vet te voorkomen,
• Draai het vlees na ca. 2/3 van de gaartijd om.
Zet bij het braden het vetfilter erin!
stendig zijn.
direct in de braadslede of op het roos-
ter met daaronder geplaatste braadslede
(bijv. kalkoen, gans, 3-4 kippenpoten).
braden (bijv . kalfs- en rundstoofvlees, diepgevroren vlees). Zo blijft
sel
het vlees sappig.
braadpan zonder deksel
gehakt, lams- en schapenvlees, eend, 1-2 kippenpoten, klein gevogelte, rosbief, filet, wild).
: Als u in een pan/schaal braadt (in het bijzonder kleinere hoeveel-
Tip
heden), wordt de oven minder vuil!
Boven-/Onderwarmte
vleessoorten (in het bijzonder gevogelte) raden wij de functie
Infratherm
het vlees.
raden wij u aan wat vocht in de braadpan te doen.
I
aan.
gebraden worden (bijv. varkensvlees,
pas vanaf 1 kg in de oven
bijzonder geschikt. Voor alle andere
O
gebraden worden
in de braadpan met dek-
te braden.
in de
Schakel de oven 10-15 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om
2
de nawarmte te gebruiken.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
Tabel braden
Soort vlees
Hoe-
veelheid
Gewicht
Boven-/onder-
warmte O
Inzetni-
veau van
boven
Tempera-
tuur
°C
Infratherm
Inzetni-
veau van
boven
I
Tempe-
ratuur
ºC
Tijd
Uur:min.
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg 4. 200-250 – – 2:00-2:30
Rosbief of filet
- binnen rood
- binnen roze
- doorbakken
per cm
hoogte
per cm
hoogte
per cm
hoogte
3.
3.
4.
250-275
250-275
210-250
1
3.
190-200
1
3.
180-190
1
4.
170-180
per cm
hoogte
0:05-0:06
0:06-0:08
0:08-0:10
Varkensvlees
Schouder, nek
hamgedeelte
Karbonade,
kasselerrib
Gehakt
Varkensschenkel
(voorgekookt)
1-1,5 kg 4. 210-220 4.
1-1,5 kg 3. 180-190 3.
750 g-1 kg
750 g-1 kg
3. 170-180 3.
4. 210-220 4.
160-180
170-180
160-170
150-170
1:30-2:00
1:00-1:30
0:45-1:00
1:30-2:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1kg 4.
210-220
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 4. 210-225 4.
4. 150-170 1:30-2:00
150-170
2:00-2:30
Lam
Lamsbout,
lamsbraadstuk
Lamsrug 1-1,5 kg 3. 210-220 3.
1-1,5 kg 4. 210-220 4. 150-170 1:15-2:00
160-180
1:00-1:30
32
Page 33
Gebruiksaanwijzing
Soort vlees
Hoe-
veelheid
Gewicht
Boven-/onder-
warmte O
Inzetni-
veau van
boven
Tempera-
tuur
°C
Inzetni-
veau van
boven
Wild
Hazenrug,
hazenbout
tot 1 kg 3.
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg 4.
Ree-/
hertenbout
1,5-2 kg 4.
220-250
210-220
200-210
1
3. 160-170 0:25-0:40
4. 160-170 1:00-1:30
4. 150-160 1:15-1:50
Gevolgelte
Gevogelte in
stukken
4-6 stuk
Halve kip
2-4 stuk
Kip,
poularde
per
200-
250 kg
per
400-500 g
3. 220-250 3.
4. 220-250 4.
1-1,5 kg 4. 220-250 4.
Eend 1,5-2 kg 4. 210-220 4.
Gans 3,5-5 kg 4. 200-210 4.
Kalkoen
2,5-3,5 kg
4-6 kg
4.
200-210
180-200
4.
4.
4.
Vis (stoven)
Hele vis 1-1,5 kg 4.
210-220
4. 160-170 0:45-1:15
Infratherm
I
Tempe-
ratuur
180-200
180-200
170-180
160-180
150-160
150-160
140-150
Tijd
Uur:min.
ºC
0:35-0:50
0:35-0:50
0:45-1:15
1:00-1:30
2:30-3:00
1:30-2:00
2:30-4:00
1)Oven voorverwarmen.
De vetgedrukte gegevens geven de voor het gerecht steeds gunstigste ovenfunctie aan.
33
Page 34
Gebruiksaanwijzing
Grillen van platte stukken vlees/vis
Zet voor het grillen de ovenfunctie op Grill F met als temperatuur
300 °C.
1
Let op:
men!
De lege oven op de
grillfunctie altijd 5 minuten voorverwar-
Het gebruik van het vetfilter is niet nodig.
Grilltoebehoren
• Gebruik voor het grillen het rooster samen met de vetopvangplaat.
Inzetniveaus
• Gebruik voor het grillen van platte levensmiddelen altijd het
2e inzetniveau van boven
.
Aanwijzingen bij de grilltabel
De grilltijden zijn slechts richtwaarden en hangen af van het soort en
de kwaliteit van het vlees c.q. de vis.
• Grillen is bijzonder geschikt voor platte vlees- en visstukken.
• Draai het vlees c.q. de vis na de helft van de grilltijd om.
Waarschuwing:
1
Verbrandingsgevaar!
Grilleer altijd met gesloten ovendeur.
Tabel grillen
Inzetniveau
Gerecht
van boven
vetopvangplaat/
rooster
Grilltijd
34
1e kant 2e kant
Frikadellen 2 / 1 8-10 min. 6-8min.
Varkensfilet 2 / 1 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 2 / 1 8-10 min. 6-8 min.
Runderbiefstuk,
kalfsbiefstuk
Rundfilet, rosbief
(ca. 1 kg)
Brood 2 / 1 2-3 min. 2-3 min.
Belegde toast 2 / 1 6-8 min. –
2 / 1 6-7 min. 5-6 min.
2 / 1 10-12 min. 10-12 min.
Page 35
Gebruiksaanwijzing
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien de ovenfunctie Ontdooien A bij 30 °C.
Ontdooigerei
• Leg gerechten op een bord en zet dit op het rooster.
• Gebruik voor het afdekken alleen perkamentpapier of folie. Gebruik
geen borden of schalen, omdat hierdoor het ontdooien aanzienlijk
langer duurt.
Inzetniveaus
• Schuif voor het ontdooien het rooster op het
4e niveau van boven
Aanwijzingen bij de ontdooitabel
In de volgende tabel vindt u een aantal aanknopingspunten bij de ontdooitijden.
Tabel ontdooien
.
Ont-
Gerecht
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Vlees, 1000 g 100-140 20-30
Vlees, 500 g 90-120 20-30
Forel, 150 g 25-35 10-15 Onafgedekt laten ontdooien
Aardbeien, 300 g 30-40 10-20 Onafgedekt laten ontdooien
Boter, 250 g 30-40 10-15 Onafgedekt laten ontdooien
Slagroom,
2 x 200 g
Taart, 1400 g 60 60 Onafgedekt laten ontdooien.
dooitijd
min.
80-100 10-15
Na-
ontdooitijd
min.
Opmerking
Kip op omgekeerde schotel op een
groot bord leggen. Onbedekt laten
ontdooien en na de helft van de tijd
omkeren, of met folie bedekt laten
ontdooien.
Onafgedekt laten ontdooien en na de
helft van de tijd omdraaien of met
folie bedekken.
Onafgedekt laten ontdooien en na de
helft van de tijd omdraaien of met
folie bedekken.
Onafgedekt laten ontdooien
(slagroom kan ook licht bevror en
goed stijf geslagen worden)
35
Page 36
Gebruiksaanwijzing
Inmaken
Voor het inmaken de ovenfunctie Multi-Hetelucht U gebruiken.
Inmaakpotten
• Gebruik voor het inmaken alleen de in de handel verkrijgbare
inmaakglazen (inmaakglazen met rubber ring en glazen deksel).
• Glazen potten met schroefdeksel of bajonetsluiting en metalen blikken zijn ongeschikt.
Inzetniveaus
• Gebruik voor het inmaken het
Aanwijzingen bij het inmaken
• Gebruik voor het inmaken de vetopvangplaat. Daarop kunnen maximaal 6 inmaakpotten van 1 liter staan.
• Zet een kopje water op de vetopvangplaat, zodat in de oven voldoende vocht ontstaat.
• Zet de inmaakpotten zo op de vetopvangplaat dat ze elkaar niet aanraken.
• De inmaakpotten moeten allemaal evenveel bevatten en dicht
geklemd zijn.
4e inzetniveau van boven
.
36
Inmaaktijden
Fruit en komkommers
Kies ovenfunctie Multi-Hetelucht
0
1.
peratuur in 160 °C
Schakel de oven uit, zodra het vocht in de eerste potten begint te pare-
2.
.
len (bij 1 liter potten na ca. 45 minuten).
De potten nog 30 minuten – bij gevoelige fruitsoorten, bijv. aardbeien
3.
ca. 15 minuten – in de gesloten oven laten staan.
Groente c.q. vlees
Kies ovenfunctie Multi-Hetelucht
0
1.
temperatuur in 160 °C
Zet de temperatuur op 100°C terug, zodra het vocht in de eerste pot-
2.
.
ten begint te parelen.
Laat de in te maken producten op 100°C ca. 60-90 minuten verder
3.
gaar worden.
Schakel dan de oven uit en laat de inmaakpotten nog 30 minuten in de
4.
gesloten oven staan.
en
U
wijzig de voorgestelde tem-
en
U
verander de voorgestelde
Page 37
Gebruiksaanwijzing
Reiniging en onderhoud
Buitenkant van het apparaat
Neem de voorzijde van het apparaat met een zachte doek en een warm
0
sopje af.
• Gebruik geen schuurmiddelen, scherpe reinigingsmiddelen of schu-
rende voorwerpen.
• Bij roestvrijstalen fronten kunnen normale onderhoudsmiddelen voor
roestvrij staal gebruikt worden. Deze vormen tevens een beschermlaag tegen vingerafdrukken.
Oveninterieur
Ovenverlichting
Voor het gemakkelijker reinigen kunt u de ovenlamp inschakelen.
Reiniging
Neem de oven na elk gebruik af met een sopje waaraan u een paar
0
1.
lepels azijn heeft toegevoegd.
Wrijf daarna de oven met een doek droog.
2.
Hardnekkig vuil met speciale ovenreinigers verwijderen.
3.
Waarschuwing:
1
straal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen
Let op:
fabrikant opvolgen!
Bij gebruik van een ovenspray absoluut de aanwijzingen van de
Het schoonmaken van het apparaat met een stoom-
verboden!
Accessoires
Was alle inschuifdelen (rooster, vetopvangplaat, etc.) na elk gebruik af
0
en droog ze goed af. Laat ze kort weken om ze gemakkelijker schoon te
kunnen maken.
Vetfilter
Reinig het vetfilter in een heet sopje van afwasmiddel of in de af-
0
1.
wasmachine.
Kook het bij sterk ingebrand vuil in wat water en 2-3 eetlepels reiniger
2.
voor afwasmachines uit.
37
Page 38
Gebruiksaanwijzing
Grillelement
Om het plafond van de oven gemakkelijker te kunnen reinigen, kan
grillelement weggeklapt worden.
Waarschuwing:
1
en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat!
Grillelement wegklappen
Draai de twee vasthoudhaken 90° (kwartslag) naar het midden.
0
Het verwarmingselement draait naar beneden.
: Druk het verwarmingselement niet met geweld naar beneden!
Let op
1
Door geweld te gebruiken kan het verwarmingselement afbreken.
Grillelement bevestigen
Druk het verwarmingselement licht naar boven en draai de vastzetha-
0
ken 90° naar achteren, zodat de houder met de verwarmingsstaven tus-
sen de vasthoudhaken komt te liggen.
Grill alleen wegklappen, als de oven uitgeschakeld is
2 x 90˚
38
Let op:
1
Gevaar op breken!
Schuif de vastzethaken nooit op het verwarmingselement.
Page 39
Ovenlamp
Gebruiksaanwijzing
Waarschuwing:
1
het ovenlampje:
– Oven uitschakelen!
– Draai c.q. schakel de zekeringen in de zekeringenkast uit.
Ovenlampje vervangen/Glas reinigen
Leg een doek op de ovenbodem.
1.
0
Haal de glasafdekking er af door
2.
hem naar links te draaien en maak
hem schoon.
3. Vervang de ovenverlichting
40 Watt, 230 V, 300 °C
hittebestendig.
Zet het afdekglas er weer op.
4.
Haal de doek uit de oven.
5.
Gevaar op elektrische schok! Voor het vervangen van
39
Page 40
Gebruiksaanwijzing
Ovenwagendeur
De ovenwagendeur kan er afgehaald worden om hem schoon te maken.
Let op:
1
vet behandeld. Dit kan heel moeilijk uit textiel verwijderd worden!
De ovenwagendeur verwijderen
Ovenwagendeur er uittrekken.
1.
0
Pak de ovenwagendeur met beide
2.
handen aan de zijkanten vast.
Trek de deur loodrecht naar boven
3.
uit de geleidingsstaven.
Voorzichtig:
1
de deurgreep uit!
Leg de deur met de buitenkant
4.
naar beneden op een zachte,
egale ondergrond, bijvoorbeeld
een deken, om krassen te voorkomen.
Ovenwagendeur er weer inzetten
Pak de deur aan de greepzijde met
1.
0
beide handen aan de zijkanten
vast. Zet de deur loodrecht op de
voeringsstaven en laat hem naar
beneden glijden.
Ovenwagen sluiten.
2.
De geleidingsstaven van de ovenwagendeur zijn met duurzaam
Trek hem er niet aan
40
Page 41
Gebruiksaanwijzing
Ovenruit
De ovendeur heeft drie achter elkaar aangebrachte glazen ruiten. De
twee binnenste ruiten kunnen er voor het schoonmaken afgehaald
worden.
Waarschuwing:
1
ovendeur er uitgehaald is! Als hij in zijn scharnieren hangt, kan de deur
bij het weghalen van de ruit omhoogvliegen door het verminderde
gewicht en u in gevaar brengen.
Bovenste deurruit losnemen
Haal de ovendeur eruit en leg
1.
0
hem met de greep naar beneden
op een zachte, vlakke ondergrond.
Pak de bovenste ruit aan de
2.
onderrand vast en schuif hem
tegen de veerdruk in de richting
van de ovendeurgreep tot hij aan
de onderkant vrij ligt (1).
Til de ruit aan de onderkant
3.
op en trek hem eruit (2).
Let op:
1
Gevaar op glasbreuk!
Middelste ruit losnemen
Pak de middelste ruit aan de
1.
0
onderrand vast en schuif hem in
de richting van de ovendeurgreep
tot hij aan de onderkant vrij ligt
(1).
Til de ruit aan de onderkant licht
2.
op en trek hem eruit (2).
De inhanghaken mogen er in geen geval afgehaald worden!
Voer de volgende stappen in principe alleen uit als de
licht
Trek het afstandsprofiel aan de
3.
linker en rechter rand van de middelste ruit eraf om het schoon te
maken.
41
Page 42
Gebruiksaanwijzing
Middelste deurruit weer inz
Steek de twee afstandsprofielen op de linker en rechter rand van de
1.
0
middelste ruit.
Middelste ruit (met de matte zijde van de laklaag naar boven)
2.
deurprofiel
Laat de middelste ruit naar beneden zakken (2) en schuif hem in de
3.
aan de greepzijde voeren (1).
richting van de deuronderkant tot hij niet verder kan onder de onderste
houder.
in het
Bovenste deurruit weer inzetten
Voer de bovenste glasruit dwars
1.
0
van boven in het deurprofiel aan
de greepzijde (1). (De inhanghaken moeten met de neus in de
richting van de deurgreep wijzen).
Laat de glasruit zakken (2). Leg de
2.
ruit tegen de veerkracht in tegen
de greepzijde voor het vasthoudprofiel aan de onderkant van de
deur en
vasthoudprofiel
schuif hem onder het
.
De glasruit moet stevig vastzitten!
Hang de ovendeur er weer in.
3.
42
Page 43
Gebruiksaanwijzing
Wat te doen als ...
.... op de kookzone-indicatie - verschijnt?
Draai alle kookzoneschakelaars op de nulstand en schakel dan opnieuw
0
in.
.... de oven niet opwarmt?
Controleer of
0
– het apparaat ingeschakeld is,
– alle benodigde instellingen gedaan zijn,
– de zekering in de huisinstallatie (zekeringkast) niet defect is.
Wend u tot een erkend elektro-installateur als de zekeringen vaker
defect raken.
.... de ovenverlichting uitvalt?
Ovenlampje verwisselen (zie Reiniging en Onderhoud).
0
Als u voor een van de genoemde aanwijzingen of op grond van defecten de klantendienst nodig heeft, kan het bezoek van de technicus van
de klantendienst ook tijdens de garantietijd niet gratis plaatsvinden.
Wend u tot een vakman als deze informatie u niet verder helpt.
Waarschuwing!
1
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u in
geval van reparatie tot uw vakhandelaar of tot de klantendienst.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
43
Page 44
Gebruiksaanwijzing
Extra accessoires
Bij uw apparaat kunt u de volgende extra accessoires via de vakhandel
verkrijgen:
Universele plaat
E-Nr. 611 898 627
Combirooster
E-Nr. 611 898 623
Keramische-braadslede:
h6,5 x b32,0 x d27,0cm
E-Nr. 611 899 660
Bakplaat:
E-Nr. 611 898 621
Pizzasteen en houten plank:
h1,2 x b34,5 x d34,5cm
E-Nr. 944 189 008
Katalyseset KTU, 4-delig
E-Nr. 944 189 017
44
2 zijstrips, wit
voor witte meubelombouw
E-Nr. 611 898 700
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
voor alle roestvrijstalen apparaten
E-Nr. 944 190 002
Page 45
MONTAGEAANWIJZINGEN
Montageaanwijzingen
Attentie:
1
alleen door een
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schaden de garan-
tie vervalt.
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen
erkend installateur
uitgevoerd worden.
Technische gegevens
Buitenmaten oven
Hoogte x breedte x diepte60 cm x 56 cm x 55 cm
Binnenmaten oven
Hoogte x breedte x diepte31 cm x 38 cm x 41 cm
Volume (nuttige inhoud)54 l
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
• EN 60 335-1 en EN 60 335.2-6
betreffende de veiligheid van elektrische apparaten voor huishoudelijk gebruik en gelijksoortige doeleinden en
• DIN 44546 / 44547 / 44548
betreffende de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen voor
huishoudelijk gebruik.
• EN 55014-2 / VDE 0875 Deel 14-2
• EN 55014 / VDE 0875 Deel 14/12.93
• EN 61000-3-2 / VDE 0838 Deel 2
• EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
betreffende de principiële veiligheidseisen voor elektro-magnetische
compatibiliteit (EMC).
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
4
• 73/23/EWG van 19.02.1973 (Laagspanningsrichtlijn)
• 89/336/EEG van 03.05.1989 (EMC-Richtlijn met inbegrip van
Wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG).
45
Page 46
Montageaanwijzingen
1
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting zitten waarmee het
apparaat met een contactopeningswijdte van minimaal 3 mm alpolig
van het elektriciteitsnet afgekoppeld kan worden.
Als geschikte scheidingsinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar,
zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting gehaald worden), veiligheidschakelaar.
• Het apparaat voldoet wat betreft beveiliging tegen brand aan het
type Y (IEC 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één
zijde tegen hoge kasten of wanden aangebouwd worden.
• Contactbescherming moet door de inbouw gegarandeerd zijn.
Inbouw met inductiekookplaten
• Bij de combinatie met AEG inductiekookplaten moeten speciale
inbouw- en combinatieaanwijzingen opgevolgd worden! Deze zijn bij
de inductiekookplaat gevoegd.
46
Page 47
Montage
Montageaanwijzingen
47
Page 48
Montageaanwijzingen
Het apparaat uitpakken
Belangrijke aanwijzingen
48
Page 49
Combinatie alleen met
Montageaanwijzingen
49
Page 50
Montageaanwijzingen
Voorbereiding keukenmeubels
50
Page 51
Montageaanwijzingen
Afgeronde (“Softline”)-kookplaat: uitsnijden alleen volgens sjabloon!
51
Page 52
Montageaanwijzingen
52
Page 53
Montageaanwijzingen
53
Page 54
Montageaanwijzingen
Inbouw
54
alternatief Ú
Ú
Page 55
Montageaanwijzingen
Extra toebehoren E-Nr. 611 898 716
55
Page 56
Montageaanwijzingen
56
Page 57
Montageaanwijzingen
57
Page 58
Montageaanwijzingen
Elektrische aansluiting
58
Page 59
Montageaanwijzingen
Bevestiging
59
Page 60
Montageaanwijzingen
60
Page 61
61
Page 62
62
Page 63
KLANTENSERVICE
In het hoofdstuk “Wat te doen, als ...” staan een aantal storingen die u
zelf kunt oplossen. Kijk daar eerst in geval van een storing.
Gaat het om een technische storing?
Wend u dan tot de klantenservice. (Adressen en telefoonnummers vindt
u onder “Servicepunten”.)
Bereidt het gesprek in ieder geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de
diagnose en de beslissing of een servicebezoek nodig is:
Leg zo exact mogelijk vast:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek absoluut
de volgende gegevens van uw
apparaat op het typeplaatje:
• PCN-cijfer (9 cijfers),
• S-No-cijfer (8 cijfers).
Wij raden aan de nummers hier te
noteren zodat u ze steeds bij de
hand heeft.
Klantenservice
PNC . . . . . . . . .
S-No. . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kosten?
• als u de storing met behulp van de storingstabel (zie hoofdstuk
“Wat te doen, als ...”) zelf had kunnen oplossen,
• als er meerdere bezoeken van de service-monteur nodig zijn omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gehad en hij
daarom bijv .reserveonderdelen moet halen. Deze extra ritten kunnen
voorkomen worden als u het telefoongesprek op de hiervoor beschreven wijze goed voorbereidt.
63
Page 64
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg