AEG E5745-5 User Manual [nl]

Page 1
E5745-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Page 2
Inhoud2
1
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti­male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
Inhoud
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Totaalaanzicht 4 Bedieningspaneel 5 Uitrusting oven 5 Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen en wijzigen 7 Voor de eerste keer reinigen 8
Bedienen van de kookzones 8
Kookstand instellen 9
Bedienen van de oven 10
Oven in- en uitschakelen 10 Snelverwarmen 11 Ovenfuncties 12 Hulpstukken plaatsen 13 Grillset 14 Vetfilter plaatsen/verwijderen 14 Klokfuncties 15 Overige functies 20
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
Toepassingen, tabellen en tips 21
Kooktabel 21 Bakken 22 Braden 30 Vlak-grilleren 32 Ontdooien 33 Drogen met hetelucht 34 Wecken 34
Reiniging en onderhoud 35
Buitenkant apparaat 35 Oven-binnenruimte 36 Hulpstukken 36 Vetfilter 36 Pyrolytische reiniging 36 Ovenverlichting 37 Ovendeur 37 Ovendeurruit 38
Wat is er aan de hand als … 40
Afvalverwerking 42
Service 43
2 Milieu-informatie
Page 3
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge- voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (inclusief kinderen) die vanwege hun fysieke, zintuiglijke of mentale vermo­gens of hun onervarenheid of onkundigheid niet in staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, mogen dit apparaat uitsluitend onder toezicht of met aanwijzingen van een verantwoordelijk persoon gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor het koken, bakken en braden van ge­rechten worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet ingeklemd raken onder de hete oven­deur.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de binnenruimte van de oven heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan eventueel een licht ontvlam­baar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dit geval voorzichtig. Kom niet met hitte, vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Gebruiksaanwijzing
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens­middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge­lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Zo voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen enz. op de bodem, omdat daarmee het email van de oven door de optredende hitteconcentratie wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen veroorzaken vlekken die niet kunnen wor­den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Page 4
Beschrijving van het apparaat4
Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan beschadigd worden.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te­recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Ovendeur
Page 5
Bedieningspaneel
5Beschrijving van het apparaat
Bedrijfscontrolelampje Bedrijfscontrolelampje
Temperatuur-/tijdindicatie
Functietoetsen
Ovenfuncties Temperatuur-/tijdkeuze
Kookzoneschakelaar
Uitrusting oven
Kookzoneschakelaar
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in de achterwand Ventilator
Onderwarmte
Page 6
Beschrijving van het apparaat6
Inschuifniveaus
Aan de ovendeur bevinden zich 2 houders met 5 openingen voor het ophangen van de hulp­stukken.
Binnenzijde deur
Aan de binnenzijde van de ovendeur is de nummering van de inschuifniveaus aan beide zijden weergegeven. Bovendiene vindt u korte informatie over oven-functies, aanbevolen inschuifniveaus en temperaturen voor de bereiding van de ge­bruikelijkste gerechten.
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Accessoires oven
Inhangrooster
Voor serviesgoed, keukenvormen, gebraden en gegrild vlees.
Inhangraam
Voor het inhangen voor bakplaat en braadslede
Page 7
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak voor het vet.
Inlegrooster
Inzetstuk voor de braadslede voor braden en grillen.
Voor het in gebruik nemen
7Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3 De oven functioneert alleen als u de dagtijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dagtijd automatisch.
1. Voor het wijzigen van een reeds ingestelde tijd, de toets Selectie zo vaak indrukken tot het functielampje Dagtijd knippert.
Page 8
Bedienen van de kookzones8
2. Met de schakelaar / de actuele dagtijd in­stellen.
Na ca. 5 seconden dooft het knipperen en geeft de klok de ingestelde dagtijd aan
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als de
kinderbeveiliging is uitgeschakeld en geen van de klokfuncties Kookwekker , Duur of Einde en geen oven-functies zijn ingesteld.
Voor de eerste keer reinigen
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt, moet u hem reinigen.
1 Let op:Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! Het oppervlak kan dan
worden beschadigd.
3 Gebruik bij metalen fronten gebruikelijke schoonmaakmiddelen.
1. De ovendeur openen De verlichting in de oven is ingeschakeld.
2. Alle hulpstukken verwijderen en met warm sopje reinigen.
3. Oven eveneens met warm sopje uitnemen en drogen.
4. Front van het apparaat met vochtige doek afnemen.
Bedienen van de kookzones
3 Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke in-
formatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Kookstanden
In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen.
Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen.
1 = laagste vermogen 9 = hoogste vermogen
Page 9
9Bedienen van de kookzones
2 Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te
maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3 Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
links voor links achter rechts achter rechts voor
Kookzoneschakelaar
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
3 Het bijbehorende kookzone-bedrijfscontrole-
lampje brandt zolang de kookzone in gebruik is.
Page 10
Bedienen van de oven10
Bedienen van de oven
3 De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uit-
gerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten.
Oven in- en uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje
Temperatuur-/tijdindicatie
Snelverwarmen
Verwarmings-indicatie
Bedrijfscontrolelampje
Ovenfuncties
Toets Snelverwarmen
Indicatiewisseling
Toets Selectie
De oven inschakelen
De schakelaar Ovenfuncties op de gewenste functie draaien. Het bedrijfscontrolelampje licht op. De temperatuurindicatie toont de voorge­stelde temperatuur voor de gekozen ovenfunc­tie. De oven begint te verwarmen. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er een signaal.
Temperatuur-/tijdkeuze
Page 11
Oventemperatuur wijzigen
Met de schakelaar / de temperatuur naar boven of naar beneden wijzigen. De instelling vindt plaats op stappen van 5 °C.
Temperatuur controleren
De toetsen Snelverwarmen en Selectie gelijktijdig indrukken. De oventemperatuur van dat moment ver­schijnt in de temperatuurindicatie.
De oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven de schake­laar Ovenfuncties in de stand Uit draaien.
11Bedienen van de oven
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa­tisch uitgeschakeld.
Snelverwarmen
Na het kiezen van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelverwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Gerecht pas in de oven plaatsen, als Snelverwarmen beëindigd is en de oven
in de gewenste functie werkt.
Page 12
Bedienen van de oven12
1. Gewenste ovenfunctie instellen (bijv. Boven- en onderwarmte ). Eventueel tempera- tuurvoorstel wijzigen.
2. Toets Snelverwarmen indrukken. De balk naast het symbool brandt. De na elkaar knipperende balken geven aan dat Snelverwarmen in werking is. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur lichten de balken van de verwarmingsin­dicatie op en de balk naast het symbool gaat uit. Er klinkt een signaal. De oven verwarmt nu in de eerder ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
het gerecht nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelverwarmen kan bij de ovenfuncties Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement , Pizzastufe , Boven- en onderwarmte en Infratherm te­vens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Hete lucht met ringvormig verwarmingselemen t
Pizzastufe Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
Boven- en onderwarmte
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
Grote grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
Grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op één niveau.
niveau. Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
veelheden en om te roosteren.
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven wordt verhit tot circa 500 °C.
Page 13
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulp­stukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar on­deren drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Bakplaat of braadslede in het ophangraam plaatsen:
Bakplaat of braadslede op borgpennen in het ophangraam plaatsen.
13Bedienen van de oven
3 Bakplaat of braadslede alleen met ophangraam
plaatsen.
Rooster en braadslede samen plaatsen:
Bij het gezamenlijk gebruik van ophangraam en braadslede eerst het ophangraam met de braadslede en dan het ophangrooster op het volgende niveau daarboven plaatsen.
Page 14
Bedienen van de oven14
Grillset
De grillset omvat het inlegrooster en de braadslede. Het inlegrooster kan aan beide kan­ten worden gebruikt.
1 Waarschuwing: Bij het verwijderen van de braadslede uit de hete oven is er gevaar voor
verbranding!
Inlegrooster diep plaatsen.
Inlegrooster ligt in de braadslede. Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3 Voor het braden van grotere stukken vlees of
gevogelte op één niveau.
Inlegrooster hoog plaatsen.
Inlegrooster sluit met rand van de braadslede af.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van de ovendeur ophangen.
3 Voor het grillen van grotere hoeveelheden plat-
te levensmiddelen en om te roosteren.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra­den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de beide steuntjes van boven naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de oven nemen.
Page 15
Klokfuncties
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen (zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Temperatuur-/tijdindicatie
Toets Selectie
Indicatiewisseling
15Bedienen van de oven
Functielampjes voor klok
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het kiezen van een klokfunctie knippert het betreffende functielampje gedurende
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de schakelaar / de gewenste tijd ingesteld of gewijzigd worden.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw
ca. 5 seconden. Daarna brandt het functielampje. De ingestelde tijd begint op de ach­tergrond af te tellen.
Na afloop van de klokfunctie Duur en Einde moet de schakelaar ovenfunc-
ties op ”0“ worden gezet.
Met de toets Indicatie kan tussen oventemperatuur en dagtijd worden gewisseld.
3 Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de resterende tijd wordt aangegeven.
Page 16
Bedienen van de oven16
Kookwekker
1. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Kookwekker knippert.
2. Met de schakelaar / de gewenste tijd in­stellen (max. 99.00 minuten). Het functielampje Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt een signaal.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt een sig­naal. Het knipperen en het signaal uitschakelen: Willekeurige toets indrukken
Page 17
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Duur knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste berei­dingstijd instellen.
Het functielampje Duur brandt en de oven is direct aan.
17Bedienen van de oven
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt auto­matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Page 18
Bedienen van de oven18
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Einde knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste uitscha­keltijd instellen.
Het functielampje Einde brandt en de oven is direct aan.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt auto­matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Page 19
19Bedienen van de oven
Duur en Einde in combinatie
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt als de oven op een later tijd-
stip automatisch in- en uitgeschakeld moet worden.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur de bereidingstijd in-
stellen die het gerecht nodig heeft. In dit geval 1 uur.
3. Met de functie Einde het tijdstip instellen, waarop het gerecht klaar moet zijn. In dit geval om 14:05 uur.
De functielampjes Duur en Einde bran­den en in de display wordt de temperatuur aan­gegeven. In dit geval 200°C.
De oven wordt op het berekende tijdstip auto­matisch ingeschakeld. In dit geval om 13:05 uur.
En na afloop van de ingevoerde duur wordt de oven weer uitgeschakeld. In dit geval om 14:05 uur.
Page 20
Bedienen van de oven20
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2 U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vast-
houden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie donker wordt
3 De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt genomen. Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat de dagtijdindicatie weer uit. De tijdindicatie weer inschakelen om de dagtijd weer voortdurend te laten aangeven.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vasthouden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie weer verschijnt.
Kinderbeveiliging van de oven
De oven heeft een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de oven niet worden gebruikt.
3 Om de kinderbeveiliging in te kunnen schakelen mag er geen ovenfunctie geselecteerd
zijn.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vast-
houden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ verschijnt. De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ dooft.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
Page 21
21Toepassingen, tabellen en tips
Automatische uitschakeling van de oven
3 Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld. In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
30 - 120°C na 12,5 uur 120 - 200°C na 8,5 uur 200 - 250°C na 5,5 uur 250 - max°C na 3,0 uur
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit. Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3 De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of
Einde ingesteld is.
Toepassingen, tabellen en tips
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kook-
Kookproces Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips
stand
0 Nawarmte, uit-stand
1
1-2
2-3 Wellen
3-4
Warm
houden
Smelten
Stollen
Stomen
Stoven
Warm houden van gare ge-
rechten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
Schuimomelet, bouillon met
ei
Wellen van rijst en melkge-
rechten
Verhitten van kant-en-
klaargerechten
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
Naar
behoefte
5-25 min. Tussendoor omroeren
10-40 min. Met deksel bereiden
Minimaal dubbele hoe-
veelheid vloeistof aan de
25-50 min.
20-45 min.
rijst toevoegen, melkge­rechten tussendoor roe-
Bij groente weinig vocht
toevoegen (een paar eet-
Afdekken
ren
lepels)
Page 22
Toepassingen, tabellen en tips22
Kook-
Kookproces Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips
stand
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoorbeeld:
max.
¼ l water per
750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus in-
grediënten
Tussendoor keren
Tussendoor keren
4-5 Koken
6-7
7-8
9
Zacht
braden
Sterk
braden
Aan de
kook bren-
gen Aan-
bra den
Frituren
Koken van aardappels 20-60 min.
Koken van grotere hoeveel-
heden, eenpansgerechten en
soep
Schnitzel, cordon bleu, kar-
bonade, gehaktballen, braad-
worst, lever, roux, eieren,
omelets, oliebollen
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannenkoe-
ken
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
60-150 min.
Voortdurend
bakken
5-15 min.
per pan
3 Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de hoogste kookstand in
te stellen en vervolgens gerechten met een langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1 Oververhitte vetten en oliën vatten zeer snel vlam. Let op! Brandgevaar!
Bakken
Ovenfunctie: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement of Boven- en onderwarmte
Bakvormen
Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en vormen met een coating geschikt.
Voor Hete lucht met ringvormig verwarmingselement zijn ook lichte metaalvormen geschikt.
Inzetniveaus
Bakken met Boven- en onderwarmte is op een niveau mogelijk.
Met Hete lucht met ringvormig verwarmingselement kunt u op max. 3 bakplaten
tegelijk bakken.
Page 23
1 bakplaat: bijv. inschuifniveau 3
1 bakvorm: bijv. inschuifniveau 1
23Toepassingen, tabellen en tips
2 bakplaten: bijv. inschuifniveaus 1 en 3
Page 24
Toepassingen, tabellen en tips24
3 bakplaten: Inschuifniveaus 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
Bakplaat en braadslede zijn slechts met inhangraam voor de ovendeur te gebruiken.
U kunt met Boven- en onderwarmte of Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement ook twee vormen tegelijkertijd naast elkaar op het rooster bakken. De baktijd wordt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep­gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor­schriften, bereidingstijden en inschuifniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden, aangezien deze waarden afhankelijk zijn van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
We adviseren u om bij de eerste keer de lage termperatuurwaarde in te stellen en pas indien nodig, bijv. wanneer het gebak bruiner moet worden of de baktijd te lang duurt, een hogere temperatuur te kiezen.
Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, oriënteer u dan op een soortgelijk gebak.
Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de bak­tijd 10-15 minuten langer zijn.
Vochtig gebak (bijv. pizza's, vruchtentaart etc.) worden op een niveau bereid.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak aan het begin van het bakpro-
ces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag hebben dan de oven die u eerst had. Pas daarom de instellingen (temperatuur, gaartijden) en de inzetniveaus waaraan u was gewend aan aan de aanbevelingen in de volgende tabellen.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om gebruik te kunnen maken van de nawarmte. Tenzij anders aangegeven gelden de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in een koude oven.
Page 25
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
25Toepassingen, tabellen en tips
Soort gebak
Ovenfunctie
Gebak in vormen
Tulband Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Zandgebak/koningstaart Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Biscuittaart Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Biscuittaart Boven- en
onderwarmte
Taartbodem van zandtaartdeeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Taartbodem van roerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Dichte appeltaart Boven- en
onderwarmte
Appeltaart (2vormen Ø20cm, diagonaal ge­plaatst)
Appeltaart (2vormen Ø20cm, diagonaal
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Boven- en
onderwarmte
geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Kwarktaart Boven- en
onderwarmte
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-krans Boven- en
onderwarmte
Kerststol Boven- en
onderwarmte
Brood (roggebrood)
-eerst
Boven- en
onderwarmte
-dan
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
uur: min.
1 150-160 0:50-1:10
1 140-160 1:10-1:30
1 140 0:25-0:40
1 160 0:25-0:40
3 170-180
1)
0:10-0:25
3 150-170 0:20-0:25
1 170-190 0:50-1:00
1 160 1:10-1:30
1 180 1:10-1:30
1 160-180 0:30-1:10
1 170-190 1:00-1:30
3 170-190 0:30-0:40
1)
230
160-180
1)
0:40-1:00
0:30-1:00
3 160-180
1
Tijd
0:25
Page 26
Toepassingen, tabellen en tips26
Soort gebak
Ovenfunctie
Roomsoezen/tompoezen Boven- en
onderwarmte
Biscuitrol Boven- en
onderwarmte
Kruimelgebak droog Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Boter-/suikerkoek Boven- en
onderwarmte
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
Vruchtentaart op zandtaartdeeg
2)
Boven- en
onderwarmte
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Plaatkoek met kwetsbaar beleg (bijv. kwark, room,
Boven- en
onderwarmte
honing)
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Pizza (dun) Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Turks brood Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Zwitsers fruitpuddinkje Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes
Koekjes van zandtaart­deeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Sprits Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Sprits Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
3 160-170
3 180-200
1)
1)
uur: min.
0:15-0:30
0:10-0:20
3 150-160 0:20-0:40
3 190-210
1)
0:15-0:30
3 150 0:35-0:50
3 170 0:35-0:50
3 160-170 0:40-1:20
3 160-180
1 180-200
1 200-220
1)
1)
1)
0:40-1:20
0:30-1:00
0:10-0:25
1 200-220 0:08-0:15
1 180-200 0:35-0:50
3 150-160 0:06-0:20
3 140 0:20-0:30
3 160
1)
0:20-0:30
Tijd
Page 27
27Toepassingen, tabellen en tips
Soort gebak
Ovenfunctie
Koekjes van roerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Schuimgebak, baiser Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Bitterkoekjes Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes van gistdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes van bladerdeeg Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Broodjes Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Broodjes Boven- en
onderwarmte
Kleine cakejes (20stuks/ blik)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Kleine cakejes (20stuks/ blik)
Boven- en
onderwarmte
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Bakken op meerdere niveaus
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
uur: min.
3 150-160 0:15-0:20
3 80-100 2:00-2:30
3 100-120 0:30-0:60
3 150-160 0:20-0:40
3 170-180
3 160
3 180
3 140
3 170
1)
0:20-0:30
1)
0:20-0:35
1)
0:20-0:35
1)
0:20-0:30
1)
0:20-0:30
Tijd
Soort gebak
Hete lucht
met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Niveau van onderen
2 niveaus 3 niveaus
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Tijd
uur: min.
Tempera-
tuur ºC
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-180
1))
0:35-0:60
Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60
Page 28
Toepassingen, tabellen en tips28
Soort gebak
Hete lucht
met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Niveau van onderen
2 niveaus 3 niveaus
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Tijd
uur: min.
Tempera-
tuur ºC
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35
Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60
Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40
Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20
Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik) 1/4 --- 140
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het ge­bak is te licht van kleur
Het gebak zakt in (wordt klef, papperig, vochtig)
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Gebak wordt ongelijkma­tig bruin
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden verkort door een hogere bak­temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij­zonder bij het gebruik van keu­kenmachines
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig ver­deeld
Baktemperatuur lager instellen en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Page 29
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Tabel Pizzastufe
29Toepassingen, tabellen en tips
Soort gebak Inzetniveau
Temperatuur
°C
Pizza (dun) 1 180 - 200
1)
Tijd
uur: min.
20 - 30
Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30
Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60
Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Turks brood 1 250 - 270
Bladerdeegtaart 1 160 - 180
Flammekuchen (brood) 1 250 - 270
Piroggen (gevulde broodjes) 1 180 - 200
1)
1)
1)
1)
10 - 20
40 - 50
12 - 20
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Ovenfunctie
Pastaschotel
Lasagne
Gegratineerde groente
Gegratineerd stokbrood
Zoete ovenschotels
Visschotels
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
1)
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
1 180-200 0:45-1:00
1 180-200 0:25-0:40
1 180-200 0:40-0:60
1 180-200 0:30-1:00
Page 30
Toepassingen, tabellen en tips30
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
Gerecht Ovenfunctie
Diepvriespizza
Patates frites (300-600 g)
Stokbrood
Vruchtentaart
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
1)
Boven- en
onderwarmte
Infratherm 3 200-220
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
3
3
3
Temperatuur
°C
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Tijd
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Ovenfunctie: Boven- en onderwarmte of Infratherm Braadservies
Voor het braden is elk hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Voor het braden kunt u de grillset gebruiken.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder dek- sel braden.
3 Aanwijzingen bij de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij adviseren vlees en vis pas vanaf 1 kg in de ovente braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
wat vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de bereidingstijd meerdere keren met
braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om gebruik te maken van de nawarmte.
Braadservies
Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met
hieronder de braadslede.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op deze manier blijft het vlees sappiger.
Page 31
Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder deksel braden.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braad-
vocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren van de restwarmte.
Braadtabel
31Toepassingen, tabellen en tips
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood (rare)
- van binnen roze (medium)
- doorbakken (well done)
Varkensvlees
Schouderstuk, nekstuk, ham
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout, lamsgebraad
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
per cm
dikte
per cm
dikte
per cm
dikte
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
Boven- en
onderwarmte
Infratherm 1 190-2001)0:05-0:06
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
1 200-250 2:00-2:30
Tijd
uur: min.
Page 32
Toepassingen, tabellen en tips32
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Wild
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Gevogelte
Stukken gevogelte
Halve kip
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
1) Oven voorverwarmen
per 200-
250g
per 400-
500g
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
3 220-2501)0:25-0:40
1 210-220 1:15-1:45
1 200-210 1:30-2:15
1 210-220 0:45-1:15
Tijd
uur: min.
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill of Grote grill met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: Grillen altijd bij gesloten ovendeur.
3 Verwarm de lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voor.
Gebruik voor het grillen de grillset.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grillen is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
1 Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
3 De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen.
De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Page 33
Grilltabel
33Toepassingen, tabellen en tips
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
1) Niet voorverwarmen
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Gebak, 1400g 60 60 ---
Gerecht Inzetniveau
1)
zienlijk verlengen.
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Tijd
1e zijde 2e zijde
3 4-6 min. 3-5 min.
Nadooitijd
min.
Kip op een omgekeerd schoteltje in een groot bord leggen Na de helft van de tijd keren
Slagroom kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt
Opmerking
Page 34
Toepassingen, tabellen en tips34
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Wecken
Gerecht
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
1 niveau 2 niveaus
Tijd in uren
(richtwaarde)
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het­zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on­geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Page 35
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
35Reiniging en onderhoud
Product
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruisbessen
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
1)
Wortels
Paddestoelen
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
Bonen 160-170 50-60 ---
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
1)
Temperatuur
in°C
160-170 35-45 ---
160-170 50-60 5-10
160-170 40-60 10-15
Wecken tot het
parelen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen het apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet met stoomblazers of hoge­drukreinigers schoonmaken.
Let op: Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen, scherpe voorwerpen of vlekkenverwijderaars.
Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen of metalen schrapers die krassen kunnen veroorzaken op het oppervlak. Hierdoor kan het glas springen.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Page 36
Reiniging en onderhoud36
Oven-binnenruimte
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3 Reinig het apparaat elke keer na gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te verwij-
deren en kunnen niet inbranden. Niet verwijderde resten kunnen door de Pyrolyse ver­anderingen in het oppervlak veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3 Bij hardnekkig vuil met Pyrolyse reinigen.
1 Let op!Als u een ovenspray gebruikt, dient u beslist de aanwijzingen van de fabrikant in
acht te nemen.
Hulpstukken
Alle hulpstukken na ieder gebruik afwassen en goed afdrogen. Om het schoonmaken te vergemakkelijken kort laten inweken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1 Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1 Let op! Alvorens de pyrolyse uit te voeren, moeten alle uitneembare delen inclusief de
inschuifroosters uit de oven worden verwijderd.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse .
in de tijdindicatie verschijnt “03:15:00”,De tijdsduur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 De Ovenverlichting is buiten werking.
Bij het bereiken van de gespecificeerde temperatuur wordt de deur vergrendeld. De balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld.
Duur van de pyrolytische reiniging veranderen
1. Ga te werk zoals beschreven bij “Pyrolytische Reiniging”.
2. Zolang als Duur knippert, met de toets of de gewenste pyrolyseduur selecte-
ren: “2:15:00” of “3:15.00” Duur knippert ca. 5 seconden. Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
Page 37
37Reiniging en onderhoud
3 Indien Duur niet meer knippert, de toets Selectie opnieuw indrukken en dan de
instelling doorvoeren.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De pyrolyse-uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2 min. na het instellen van de pyrolyse).
Wanneer welke pyrolyse gebruiken:
P2 - 2:15:00 = Pyrolyse licht: Voor licht vervuilde oven. P1 - 3:15:00 = Pyrolyse intensief: Voor sterk vervuilde oven
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
oven uitschakelen!zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3 Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hit­tebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovendeur
Om de ovendeur van uw apparaat gemakkelijker te kunnen schoonmaken kan deze wor­den uitgehangen.
Ovendeur verwijderen
1. Ovendeur eruit trekken.
2. Ovendeur met beide handen aan de zijkanten
vastpakken.
3. Ovendeur verticaal naar boven uit de gelei­dingsstangen trekken.
1 Let op: Niet aan de deurgreep van de oven-
deur omhoogtrekken!
3 Ovendeur met de buitenkant naar onderen op
een zachte, vlakke ondergrond leggen, bij­voorbeeld op een deken, om krassen te voor­komen.
Page 38
Reiniging en onderhoud38
Ovendeur plaatsen
1. Ovendeur vanaf de greepzijde met beide han-
den aan de zijkant vastpakken. Ovendeur loodrecht op de geleidingsstaven zetten en naar onderen laten glijden.
2. Ovendeur sluiten.
Ovendeurruit
De ovendeur is voorzien van drie achter elkaar aangebrachte ruiten. De ruiten aan de binnenkant zijn afneembaar om ze te kunnen schoonmaken.
3 Verwijderen van de ovendeurruiten alleen bij een uitgehangen deur
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat,
kan het glas breken.
Ovendeurruit verwijderen
1. Ovendeur uithangen en met handgreep naar onderen op een zachte, vlakke ondergrond
leggen.
2. Deurafdekking(B) aan de bovenkantvan de deur aan beide kanten vastpakken en naar bin­nen drukken om de klemsluiting te ontgrende­len. De deurafdekking er dan aftrekken
3. Bekleding aan de zijkant vastpakken. Met lich­te druk in de richting van de deurgreep schui­ven. De bekleding springt uit de geleiding en kan worden afgenomen. Bekleding aan beide kanten afnemen.
Page 39
4. Ovendeur een beetje optillen. Achtereenvol­gens bij de bovenrand aanpakken en de gelei­ding wegtrekken.
Ovendeurruiten reinigen.
De ovendeurruiten grondig met een sopje reinigen. Daarna zorgvuldig afdrogen.
Ovendeurruiten reinigen.
1. Deurruiten schuin van boven in het deurprofiel
aan de onderkant van dedeur invoeren en la­ten zakken.
3 Eerst de kleinste ruit, dan de grootste ruit
plaatsen.
39Reiniging en onderhoud
2. Bekleding aan de zijkant van de deurlijst zo plaatsen, dat beide ventilatiesleuven naar de deurgreep wijzen. Bekleding aandrukken en vanaf de deurgreep erop schuiven. Bekleding sluit ineen. Opnieuw controleren of deze aan beide kanten goed vastzit.
3. Deurafdekking(B) links en rechts vastpakken, tegen de binnenkant van de deurrand plaatsen en deurafdekking(B) op de bovenkant van de deur vastdrukken.
Page 40
Wat is er aan de hand als …40
3 Aan de open zijde van de deurafdekking (B) be-
vindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus­sen de buitenste deurruit en het
geleidingsprofiel (D) worden geschoven. De klemsluiting (E) moet vastgeklikt zijn.
4. Ovendeur weer plaatsen.
Wat is er aan de hand als
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functioneren niet
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld De oven inschakelen
De ovenverlichting valt uit De ovenlamp is defect Ovenlampje vervangen
In de tijdindicatie verschijnt F2Deur niet juist gesloten of deur-
In de tijdindicatie verschijnt een hier niet vermelde fout­code
Gebruiksaanwijzing van het inbouwkookveld volgen
De dagtijd is niet ingesteld Dagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen zijn niet uitgevoerd
De automatische uitschakeling van de oven is in werking getre­den
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is doorgebrand
vergrendeling defect
Elektronisch defect Het apparaat via de
Instellingen controleren
Zie Automatische uitschake­ling
Zekering controleren Als de zekeringen meerdere malen worden uitgeschakeld, neem dan contact op met een er­kend elektro-installateur
Deur juist sluiten Het apparaat via de huis­zekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast uit- en weer in­schakelen; Bij herhaalde weergave kunt u contact opnemen met de servicedienst
huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast uit- en weer in­schakelen. Bij herhaalde weergave kunt u contact opnemen met de servicedienst
Page 41
41Wat is er aan de hand als …
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin­gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden.
3 Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven­deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
Page 42
Afvalverwerking42
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst­stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak­kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge­bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijde­ren.
Page 43
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde­ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol­gende gegevens nodig:
ModelaanduidingProductnummer (PNC)Serienummer (S-No.)
Soort storingEventuele foutmelding die het apparaat aan-
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num­mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
43Service
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
geeft
S-No: .....................................
Page 44
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl www.aeg-electrolux.be
822 720 839-M-030708-01 Wijzigingen voorbehouden
Loading...