Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
Inhoud
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
• In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge-
voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Personen (inclusief kinderen) die vanwege hun fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of hun onervarenheid of onkundigheid niet in staat zijn het apparaat veilig te
gebruiken, mogen dit apparaat uitsluitend onder toezicht of met aanwijzingen van
een verantwoordelijk persoon gebruiken.
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor het koken, bakken en braden van gerechten worden gebruikt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet ingeklemd raken onder de hete ovendeur.
• Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de binnenruimte van de
oven heet.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan eventueel een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dit geval voorzichtig. Kom niet
met hitte, vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Gebruiksaanwijzing
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Zo voorkomt u beschadiging van het apparaat
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen enz. op de
bodem, omdat daarmee het email van de oven door de optredende hitteconcentratie
wordt beschadigd.
• Fruitsappen die van de bakplaat druppelen veroorzaken vlekken die niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
• Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Page 4
Beschrijving van het apparaat4
• Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan
het glas breken.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan beschadigd worden.
• Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen terecht kan komen.
3Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Ovendeur
Page 5
Bedieningspaneel
5Beschrijving van het apparaat
BedrijfscontrolelampjeBedrijfscontrolelampje
Temperatuur-/tijdindicatie
Functietoetsen
OvenfunctiesTemperatuur-/tijdkeuze
Kookzoneschakelaar
Uitrusting oven
Kookzoneschakelaar
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in de
achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Page 6
Beschrijving van het apparaat6
Inschuifniveaus
Aan de ovendeur bevinden zich 2 houders met
5 openingen voor het ophangen van de hulpstukken.
Binnenzijde deur
Aan de binnenzijde van de ovendeur is de
nummering van de inschuifniveaus aan beide
zijden weergegeven.
Bovendiene vindt u korte informatie over
oven-functies, aanbevolen inschuifniveaus en
temperaturen voor de bereiding van de gebruikelijkste gerechten.
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de
kookplaat liggende kanaal direct naar boven
geleid.
Accessoires oven
Inhangrooster
Voor serviesgoed, keukenvormen, gebraden en
gegrild vlees.
Inhangraam
Voor het inhangen voor bakplaat en braadslede
Page 7
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Inlegrooster
Inzetstuk voor de braadslede voor braden en
grillen.
Voor het in gebruik nemen
7Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3De oven functioneert alleen als u de dagtijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert het functielampje
Dagtijd automatisch.
1. Voor het wijzigen van een reeds ingestelde tijd,
de toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Dagtijd knippert.
Page 8
Bedienen van de kookzones8
2. Met de schakelaar / de actuele dagtijd instellen.
Na ca. 5 seconden dooft het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd aan
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als de
kinderbeveiliging is uitgeschakeld en geen van
de klokfuncties Kookwekker , Duur of
Einde en geen oven-functies zijn ingesteld.
Voor de eerste keer reinigen
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt, moet u hem reinigen.
1Let op:Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! Het oppervlak kan dan
worden beschadigd.
3Gebruik bij metalen fronten gebruikelijke schoonmaakmiddelen.
1. De ovendeur openen
De verlichting in de oven is ingeschakeld.
2. Alle hulpstukken verwijderen en met warm sopje reinigen.
3. Oven eveneens met warm sopje uitnemen en drogen.
4. Front van het apparaat met vochtige doek afnemen.
Bedienen van de kookzones
3Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke in-
formatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Kookstanden
• In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen.
• Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
Page 9
9Bedienen van de kookzones
2Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te
maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
links voorlinks achterrechts achterrechts voor
Kookzoneschakelaar
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
3Het bijbehorende kookzone-bedrijfscontrole-
lampje brandt zolang de kookzone in gebruik is.
Page 10
Bedienen van de oven10
Bedienen van de oven
3De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uit-
gerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt
dan naar buiten.
Oven in- en uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje
Temperatuur-/tijdindicatie
Snelverwarmen
Verwarmings-indicatie
Bedrijfscontrolelampje
Ovenfuncties
Toets Snelverwarmen
Indicatiewisseling
Toets Selectie
De oven inschakelen
De schakelaar Ovenfuncties op de gewenste
functie draaien. Het bedrijfscontrolelampje licht
op. De temperatuurindicatie toont de voorgestelde temperatuur voor de gekozen ovenfunctie.
De oven begint te verwarmen.
Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt,
klinkt er een signaal.
Temperatuur-/tijdkeuze
Page 11
Oventemperatuur wijzigen
Met de schakelaar / de temperatuur naar
boven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats op stappen van 5 °C.
Temperatuur controleren
De toetsen Snelverwarmen en Selectie
gelijktijdig indrukken.
De oventemperatuur van dat moment verschijnt in de temperatuurindicatie.
De oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties in de stand Uit draaien.
11Bedienen van de oven
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
Snelverwarmen
Na het kiezen van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie
Snelverwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1Let op: Gerecht pas in de oven plaatsen, als Snelverwarmen beëindigd is en de oven
2. Toets Snelverwarmen indrukken. De balk naast het symbool brandt.
De na elkaar knipperende balken geven aan dat Snelverwarmen in werking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur lichten de balken van de verwarmingsindicatie op en de balk naast het symbool gaat uit. Er klinkt een signaal.
De oven verwarmt nu in de eerder ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
het gerecht nu in de oven plaatsen.
3De functie Snelverwarmen kan bij de ovenfuncties Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement, Pizzastufe, Boven- en onderwarmte en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselemen
t
PizzastufeVoor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
Boven- en
onderwarmte
InfrathermVoor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
Grote grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
Grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
OntdooienVoor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
OnderwarmteVoor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
PyrolyseVoor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op één niveau.
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
veelheden en om te roosteren.
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Page 13
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulpstukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar onderen drukken (2) tot de aanslag.
3De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Bakplaat of braadslede in het ophangraam
plaatsen:
Bakplaat of braadslede op borgpennen in het
ophangraam plaatsen.
13Bedienen van de oven
3Bakplaat of braadslede alleen met ophangraam
plaatsen.
Rooster en braadslede samen plaatsen:
Bij het gezamenlijk gebruik van ophangraam en
braadslede eerst het ophangraam met de
braadslede en dan het ophangrooster op het
volgende niveau daarboven plaatsen.
Page 14
Bedienen van de oven14
Grillset
De grillset omvat het inlegrooster en de braadslede. Het inlegrooster kan aan beide kanten worden gebruikt.
1Waarschuwing: Bij het verwijderen van de braadslede uit de hete oven is er gevaar voor
verbranding!
Inlegrooster diep plaatsen.
Inlegrooster ligt in de braadslede.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3Voor het braden van grotere stukken vlees of
gevogelte op één niveau.
Inlegrooster hoog plaatsen.
Inlegrooster sluit met rand van de braadslede
af.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3Voor het grillen van grotere hoeveelheden plat-
te levensmiddelen en om te roosteren.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het braden, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de
beide steuntjes van boven naar beneden
in de opening tegen de achterwand van
de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en
naar boven uit de oven nemen.
Page 15
Klokfuncties
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Temperatuur-/tijdindicatie
Toets Selectie
Indicatiewisseling
15Bedienen van de oven
Functielampjes voor klok
3Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert het betreffende functielampje gedurende
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de schakelaar / de gewenste tijd
ingesteld of gewijzigd worden.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw
ca. 5 seconden. Daarna brandt het functielampje. De ingestelde tijd begint op de achtergrond af te tellen.
• Na afloop van de klokfunctie Duur en Einde moet de schakelaar ovenfunc-
ties op ”0“ worden gezet.
• Met de toets Indicatie kan tussen oventemperatuur en dagtijd worden gewisseld.
3Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de
resterende tijd wordt aangegeven.
Page 16
Bedienen van de oven16
Kookwekker
1. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Kookwekker knippert.
2. Met de schakelaar / de gewenste tijd instellen (max. 99.00 minuten).
Het functielampje Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt
een signaal.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt een signaal.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
Page 17
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Duur knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste bereidingstijd instellen.
Het functielampje Duur brandt en de oven
is direct aan.
17Bedienen van de oven
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende
2 minuten een signaal. De oven schakelt automatisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Page 18
Bedienen van de oven18
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Einde knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste uitschakeltijd instellen.
Het functielampje Einde brandt en de oven
is direct aan.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende
2 minuten een signaal. De oven schakelt automatisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Page 19
19Bedienen van de oven
Duur en Einde in combinatie
3Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt als de oven op een later tijd-
stip automatisch in- en uitgeschakeld moet worden.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duurde bereidingstijd in-
stellen die het gerecht nodig heeft.
In dit geval 1 uur.
3. Met de functie Einde het tijdstip instellen,
waarop het gerecht klaar moet zijn.
In dit geval om 14:05 uur.
De functielampjes Duur en Einde branden en in de display wordt de temperatuur aangegeven.
In dit geval 200°C.
De oven wordt op het berekende tijdstip automatisch ingeschakeld.
In dit geval om 13:05 uur.
En na afloop van de ingevoerde duur wordt de
oven weer uitgeschakeld.
In dit geval om 14:05 uur.
Page 20
Bedienen van de oven20
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vast-
houden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de
indicatie donker wordt
3De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat
de dagtijdindicatie weer uit.
De tijdindicatie weer inschakelen om de dagtijd
weer voortdurend te laten aangeven.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vasthouden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie weer verschijnt.
Kinderbeveiliging van de oven
De oven heeft een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de
oven niet worden gebruikt.
3Om de kinderbeveiliging in te kunnen schakelen mag er geen ovenfunctie geselecteerd
zijn.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vast-
houden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de
indicatie ”SAFE“ verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ dooft.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
Page 21
21Toepassingen, tabellen en tips
Automatische uitschakeling van de oven
3Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of
Einde ingesteld is.
Toepassingen, tabellen en tips
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kook-
KookprocesGeschikt voorDuurAanwijzingen/tips
stand
0Nawarmte, uit-stand
1
1-2
2-3Wellen
3-4
Warm
houden
Smelten
Stollen
Stomen
Stoven
Warm houden van gare ge-
rechten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
Schuimomelet, bouillon met
ei
Wellen van rijst en melkge-
rechten
Verhitten van kant-en-
klaargerechten
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
Naar
behoefte
5-25 min.Tussendoor omroeren
10-40 min.Met deksel bereiden
Minimaal dubbele hoe-
veelheid vloeistof aan de
25-50 min.
20-45 min.
rijst toevoegen, melkgerechten tussendoor roe-
Bij groente weinig vocht
toevoegen (een paar eet-
Afdekken
ren
lepels)
Page 22
Toepassingen, tabellen en tips22
Kook-
KookprocesGeschikt voorDuurAanwijzingen/tips
stand
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoorbeeld:
max.
¼ l water per
750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus in-
grediënten
Tussendoor keren
Tussendoor keren
4-5Koken
6-7
7-8
9
Zacht
braden
Sterk
braden
Aan de
kook bren-
gen Aan-
bra den
Frituren
Koken van aardappels20-60 min.
Koken van grotere hoeveel-
heden, eenpansgerechten en
soep
Schnitzel, cordon bleu, kar-
bonade, gehaktballen, braad-
worst, lever, roux, eieren,
omelets, oliebollen
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannenkoe-
ken
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
60-150 min.
Voortdurend
bakken
5-15 min.
per pan
3Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de hoogste kookstand in
te stellen en vervolgens gerechten met een
langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1Oververhitte vetten en oliën vatten zeer snel vlam. Let op! Brandgevaar!
Bakken
Ovenfunctie: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement of Boven- en
onderwarmte
Bakvormen
• Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en vormen met een
coating geschikt.
• Voor Hete lucht met ringvormig verwarmingselement zijn ook lichte metaalvormen
geschikt.
Inzetniveaus
• Bakken met Boven- en onderwarmte is op een niveau mogelijk.
• Met Hete lucht met ringvormig verwarmingselement kunt u op max. 3 bakplaten
tegelijk bakken.
Page 23
1 bakplaat:
bijv. inschuifniveau 3
1 bakvorm:
bijv. inschuifniveau 1
23Toepassingen, tabellen en tips
2 bakplaten:
bijv. inschuifniveaus 1 en 3
Page 24
Toepassingen, tabellen en tips24
3 bakplaten:
Inschuifniveaus 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
• Bakplaat en braadslede zijn slechts met inhangraam voor de ovendeur te gebruiken.
• U kunt met Boven- en onderwarmte of Hete lucht met ringvormig
verwarmingselement ook twee vormen tegelijkertijd naast elkaar op het rooster
bakken. De baktijd wordt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoorschriften, bereidingstijden en inschuifniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden, aangezien deze waarden afhankelijk
zijn van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
• We adviseren u om bij de eerste keer de lage termperatuurwaarde in te stellen en pas
indien nodig, bijv. wanneer het gebak bruiner moet worden of de baktijd te lang duurt,
een hogere temperatuur te kiezen.
• Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, oriënteer u dan op een
soortgelijk gebak.
• Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn.
• Vochtig gebak (bijv. pizza's, vruchtentaart etc.) worden op een niveau bereid.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak aan het begin van het bakpro-
ces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de
loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
• Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag hebben dan de oven die u eerst had.
Pas daarom de instellingen (temperatuur, gaartijden) en de inzetniveaus waaraan u
was gewend aan aan de aanbevelingen in de volgende tabellen.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om gebruik te kunnen maken van de nawarmte.
Tenzij anders aangegeven gelden de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in een
koude oven.
Page 25
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
25Toepassingen, tabellen en tips
Soort
gebak
Ovenfunctie
Gebak in vormen
TulbandHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Zandgebak/koningstaartHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
BiscuittaartHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
BiscuittaartBoven- en
onderwarmte
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Taartbodem van roerdeegHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Dichte appeltaartBoven- en
onderwarmte
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Boven- en
onderwarmte
geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
KwarktaartBoven- en
onderwarmte
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-kransBoven- en
onderwarmte
KerststolBoven- en
onderwarmte
Brood (roggebrood)
-eerst
Boven- en
onderwarmte
-dan
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
uur: min.
1150-1600:50-1:10
1140-1601:10-1:30
11400:25-0:40
11600:25-0:40
3170-180
1)
0:10-0:25
3150-1700:20-0:25
1170-1900:50-1:00
11601:10-1:30
11801:10-1:30
1160-1800:30-1:10
1170-1901:00-1:30
3170-1900:30-0:40
1)
230
160-180
1)
0:40-1:00
0:30-1:00
3160-180
1
Tijd
0:25
Page 26
Toepassingen, tabellen en tips26
Soort
gebak
Ovenfunctie
Roomsoezen/tompoezenBoven- en
onderwarmte
BiscuitrolBoven- en
onderwarmte
Kruimelgebak droogHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Boter-/suikerkoekBoven- en
onderwarmte
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
Vruchtentaart op
zandtaartdeeg
2)
Boven- en
onderwarmte
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Plaatkoek met kwetsbaar
beleg (bijv. kwark, room,
Boven- en
onderwarmte
honing)
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Pizza (dun)Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Turks broodHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Zwitsers fruitpuddinkjeHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
SpritsHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
SpritsBoven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
3160-170
3180-200
1)
1)
uur: min.
0:15-0:30
0:10-0:20
3150-1600:20-0:40
3190-210
1)
0:15-0:30
31500:35-0:50
31700:35-0:50
3160-1700:40-1:20
3160-180
1180-200
1200-220
1)
1)
1)
0:40-1:20
0:30-1:00
0:10-0:25
1200-2200:08-0:15
1180-2000:35-0:50
3150-1600:06-0:20
31400:20-0:30
3160
1)
0:20-0:30
Tijd
Page 27
27Toepassingen, tabellen en tips
Soort
gebak
Ovenfunctie
Koekjes van roerdeegHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Schuimgebak, baiserHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
BitterkoekjesHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes van gistdeegHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Koekjes van bladerdeegHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
BroodjesHete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
BroodjesBoven- en
onderwarmte
Kleine cakejes (20stuks/
blik)
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingselement
Kleine cakejes (20stuks/
blik)
Boven- en
onderwarmte
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Bakken op meerdere niveaus
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
uur: min.
3150-1600:15-0:20
380-1002:00-2:30
3100-1200:30-0:60
3150-1600:20-0:40
3170-180
3160
3180
3140
3170
1)
0:20-0:30
1)
0:20-0:35
1)
0:20-0:35
1)
0:20-0:30
1)
0:20-0:30
Tijd
Soort gebak
Hete lucht
met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Niveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Tijd
uur: min.
Tempera-
tuur ºC
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen1/4---160-180
1))
0:35-0:60
Droog kruimelgebak1/3---140-1600:30-0:60
Page 28
Toepassingen, tabellen en tips28
Soort gebak
Hete lucht
met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Niveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Hete lucht met
ringvormig
verwarmingsel
ement
Tijd
uur: min.
Tempera-
tuur ºC
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg1/31/3/5150-1600:15-0:35
Sprits1/31/3/51400:20-0:60
Koekjes van roerdeeg1/3---160-1700:25-0:40
Schuimgebak, baiser1/3---80-1002:10-2:50
Bitterkoekjes1/3---100-1200:40-1:20
Met gist gebakken koekjes1/3---160-1700:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg1/3---170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes1/4---1600:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik)1/4---140
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van het gebak is te licht van kleur
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Gebak is te droogTe lage baktemperatuurBaktemperatuur hoger instellen
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Verkeerde inschuifhoogteGebak lager inschuiven
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere baktemperatuur
Te veel vocht in het deegGebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bijzonder bij het gebruik van keukenmachines
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig verdeeld
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
Page 29
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuurBaktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
Tabel Pizzastufe
29Toepassingen, tabellen en tips
Soort gebakInzetniveau
Temperatuur
°C
Pizza (dun)1180 - 200
1)
Tijd
uur: min.
20 - 30
Pizza (met veel beleg)1180 - 20020 - 30
Swabische pizza1180 - 20045 - 60
Spinazietaart1160 -18045 - 60
Quiche Lorraine1170 - 19040 - 50
Kwarktaart, rond1140 - 16060 - 90
Kwarktaart op bakplaat1140 - 16050 - 60
Appeltaart, dicht1150 - 17050 - 70
Groentetaart1160 - 18050 - 60
Turks brood1250 - 270
Bladerdeegtaart1160 - 180
Flammekuchen (brood)1250 - 270
Piroggen (gevulde broodjes)1180 - 200
1)
1)
1)
1)
10 - 20
40 - 50
12 - 20
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
GerechtOvenfunctie
Pastaschotel
Lasagne
Gegratineerde groente
Gegratineerd stokbrood
Zoete ovenschotels
Visschotels
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
1)
1)
Infratherm1160-1700:15-0:30
Infratherm1160-1700:15-0:30
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
Gevulde groenteInfratherm1160-1700:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
1180-2000:45-1:00
1180-2000:25-0:40
1180-2000:40-0:60
1180-2000:30-1:00
Page 30
Toepassingen, tabellen en tips30
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
GerechtOvenfunctie
Diepvriespizza
Patates frites
(300-600 g)
Stokbrood
Vruchtentaart
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
1)
Boven- en
onderwarmte
Infratherm3200-220
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
3
3
3
Temperatuur
°C
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Tijd
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Ovenfunctie: Boven- en onderwarmte of Infratherm
Braadservies
• Voor het braden is elk hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
• Voor het braden kunt u de grillset gebruiken.
• Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder dek-
sel braden.
3Aanwijzingen bij de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
• Wij adviseren vlees en vis pas vanaf 1 kg in de ovente braden.
• Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
wat vloeistof in het braadservies te doen.
• Braadstukken naar behoefte na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd keren.
• Grote braadstukken en gevogelte gedurende de bereidingstijd meerdere keren met
braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
• Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om gebruik te
maken van de nawarmte.
Braadservies
• Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
• Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met
hieronder de braadslede.
• Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Page 31
• Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder
deksel braden.
3Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
• Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
• Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
• Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
• Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braad-
vocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
• Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren
van de restwarmte.
1Waarschuwing: Voor het reinigen het apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet met stoomblazers of hogedrukreinigers schoonmaken.
Let op: Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen, scherpe voorwerpen of
vlekkenverwijderaars.
Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen of metalen schrapers die krassen
kunnen veroorzaken op het oppervlak. Hierdoor kan het glas springen.
Buitenkant apparaat
• De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
• Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
• Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Page 36
Reiniging en onderhoud36
Oven-binnenruimte
1Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3Reinig het apparaat elke keer na gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te verwij-
deren en kunnen niet inbranden. Niet verwijderde resten kunnen door de Pyrolyse veranderingen in het oppervlak veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3Bij hardnekkig vuil met Pyrolyse reinigen.
1Let op!Als u een ovenspray gebruikt, dient u beslist de aanwijzingen van de fabrikant in
acht te nemen.
Hulpstukken
Alle hulpstukken na ieder gebruik afwassen en goed afdrogen. Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kort laten inweken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1Let op! Alvorens de pyrolyse uit te voeren, moeten alle uitneembare delen inclusief de
inschuifroosters uit de oven worden verwijderd.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse.
– in de tijdindicatie verschijnt “03:15:00”,
– De tijdsduur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3De Ovenverlichting is buiten werking.
Bij het bereiken van de gespecificeerde temperatuur wordt de deur vergrendeld.
De balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld.
Duur van de pyrolytische reiniging veranderen
1. Ga te werk zoals beschreven bij “Pyrolytische Reiniging”.
2. Zolang als Duur knippert, met de toets of de gewenste pyrolyseduur selecte-
ren:
“2:15:00” of “3:15.00”
Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
Page 37
37Reiniging en onderhoud
3Indien Duur niet meer knippert, de toets Selectie opnieuw indrukken en dan de
instelling doorvoeren.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De pyrolyse-uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen
2 min. na het instellen van de pyrolyse).
Wanneer welke pyrolyse gebruiken:
P2 - 2:15:00 = Pyrolyse licht: Voor licht vervuilde oven.
P1 - 3:15:00 = Pyrolyse intensief: Voor sterk vervuilde oven
Ovenverlichting
1Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
– oven uitschakelen!
– zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hittebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovendeur
Om de ovendeur van uw apparaat gemakkelijker te kunnen schoonmaken kan deze worden uitgehangen.
Ovendeur verwijderen
1. Ovendeur eruit trekken.
2. Ovendeur met beide handen aan de zijkanten
vastpakken.
3. Ovendeur verticaal naar boven uit de geleidingsstangen trekken.
1Let op: Niet aan de deurgreep van de oven-
deur omhoogtrekken!
3Ovendeur met de buitenkant naar onderen op
een zachte, vlakke ondergrond leggen, bijvoorbeeld op een deken, om krassen te voorkomen.
Page 38
Reiniging en onderhoud38
Ovendeur plaatsen
1. Ovendeur vanaf de greepzijde met beide han-
den aan de zijkant vastpakken. Ovendeur
loodrecht op de geleidingsstaven zetten en
naar onderen laten glijden.
2. Ovendeur sluiten.
Ovendeurruit
De ovendeur is voorzien van drie achter elkaar aangebrachte ruiten. De ruiten aan de
binnenkant zijn afneembaar om ze te kunnen schoonmaken.
3Verwijderen van de ovendeurruiten alleen bij een uitgehangen deur
1Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat,
kan het glas breken.
Ovendeurruit verwijderen
1. Ovendeur uithangen en met handgreep naar onderen op een zachte, vlakke ondergrond
leggen.
2. Deurafdekking(B) aan de bovenkantvan de
deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. De deurafdekking er dan aftrekken
3. Bekleding aan de zijkant vastpakken. Met lichte druk in de richting van de deurgreep schuiven. De bekleding springt uit de geleiding en
kan worden afgenomen. Bekleding aan beide
kanten afnemen.
Page 39
4. Ovendeur een beetje optillen. Achtereenvolgens bij de bovenrand aanpakken en de geleiding wegtrekken.
Ovendeurruiten reinigen.
De ovendeurruiten grondig met een sopje reinigen. Daarna zorgvuldig afdrogen.
Ovendeurruiten reinigen.
1. Deurruiten schuin van boven in het deurprofiel
aan de onderkant van dedeur invoeren en laten zakken.
3Eerst de kleinste ruit, dan de grootste ruit
plaatsen.
39Reiniging en onderhoud
2. Bekleding aan de zijkant van de deurlijst zo
plaatsen, dat beide ventilatiesleuven naar de
deurgreep wijzen. Bekleding aandrukken en
vanaf de deurgreep erop schuiven. Bekleding
sluit ineen. Opnieuw controleren of deze aan
beide kanten goed vastzit.
3. Deurafdekking(B) links en rechts vastpakken,
tegen de binnenkant van de deurrand plaatsen
en deurafdekking(B) op de bovenkant van de
deur vastdrukken.
Page 40
Wat is er aan de hand als …40
3Aan de open zijde van de deurafdekking (B) be-
vindt zich een geleiderail (C). Deze moet tussen de buitenste deurruit en het
geleidingsprofiel (D) worden geschoven.
De klemsluiting (E) moet vastgeklikt zijn.
4. Ovendeur weer plaatsen.
Wat is er aan de hand als …
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De kookzones functioneren
niet
De oven wordt niet warmDe oven is niet ingeschakeldDe oven inschakelen
De ovenverlichting valt uitDe ovenlamp is defectOvenlampje vervangen
In de tijdindicatie verschijnt F2Deur niet juist gesloten of deur-
In de tijdindicatie verschijnt
een hier niet vermelde foutcode
Gebruiksaanwijzing van het inbouwkookveld volgen
De dagtijd is niet ingesteldDagtijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
De automatische uitschakeling
van de oven is in werking getreden
De zekering in de huisinstallatie
(stoppenkast) is doorgebrand
vergrendeling defect
Elektronisch defectHet apparaat via de
Instellingen controleren
Zie Automatische uitschakeling
Zekering controleren Als de
zekeringen meerdere malen
worden uitgeschakeld, neem
dan contact op met een erkend elektro-installateur
Deur juist sluiten
Het apparaat via de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in de
zekeringkast uit- en weer inschakelen;
Bij herhaalde weergave kunt
u contact opnemen met de
servicedienst
huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in de
zekeringkast uit- en weer inschakelen.
Bij herhaalde weergave kunt
u contact opnemen met de
servicedienst
Page 41
41Wat is er aan de hand als …
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzingen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden.
3Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de
binnenkant van het deurvenster.
Page 42
Afvalverwerking42
Afvalverwerking
2Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
1Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
Page 43
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: