Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het
leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft.
Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatieinformatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
NEDERLANDS3
Page 4
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
en de kabel vervangen.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op het stroomnet
met een kabel van het type H05V2V2-F om de temperatuur
van het achterpaneel te kunnen weerstaan.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van
2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten
of vaartuigen.
• Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting
niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet door middel van een externe timer
of een apart afstandsbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
• Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen. Schakel
het apparaat uit en bedek de vlammen met bijv. een
branddeken of deksel.
• LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur of de glazen
afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze
4NEDERLANDS
Page 5
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor
het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks op de
stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u
de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem
altijd contact op met de erkende servicedienst.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
• Haal, vóór pyrolytische reiniging, alle accessoires en
overmatige afzettingen/morsingen uit de ovenruimte van het
apparaat.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
• Wees voorzichtig als je de opslaglade aanraakt. Deze kan
heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• De middelen voor ontkoppeling moeten worden
geïncorporeerd in de vaste bedrading, in overeenstemming
met de bedradingsregels.
NEDERLANDS5
Page 6
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep
van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatieeisen voldoet.
• Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met meubel om
te voorkomen dat de gevaarlijke delen
worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur
of onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de
deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg het hoofdstuk Installatie.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische verbindingen moeten
worden uitgevoerd door een erkend
elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat of de
niche onder het apparaat, met name niet
als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
6NEDERLANDS
Page 7
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden.
Risico op elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de
deur van het apparaat wanneer het
apparaat in werking is. Er kan hete lucht
vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
• Als er tijdens de werking van het apparaat
een stroomstoring optreedt, kunnen
sommige oppervlakken heet zijn. Vermijd
contact met het apparaat totdat het is
afgekoeld. Als er fouten opduiken
wanneer het apparaat is afgekoeld, koppel
het dan 10 seconden lang los van de
stroomtoevoer.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd open vuur of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vetten en
oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie
ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan
bevatten, kan ontbranden bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Laat geen vonken of open vlammen in
contact met het apparaat komen wanneer
u de deur opent.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten
met alcohol kan een mengsel van alcohol
en lucht veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de
bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van de
uitsparing.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal
is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Vruchtensappen veroorzaken
vlekken die permanent kunnen zijn.
• Laat geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of
kookgerei op het apparaat laat vallen. Het
oppervlak kan beschadigd raken.
• Schakel de kookzones niet terwijl er leeg
kookgerei of geen kookgerei op geplaatst
is.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer,
aluminium of met een beschadigde bodem
NEDERLANDS7
Page 8
kan krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als je ze op de
kookplaat moet verplaatsen.
2.4 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan
het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld.
Er bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als
deze beschadigd zijn. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft, kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur
na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en
kan roest veroorzaken. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Pyrolytische reiniging
Risico op letsel/Brand/Chemische
uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
• Voordat je een pyrolytische
zelfreinigingsfunctie of de functie voor het
eerste gebruik uitvoert, dien je het
volgende uit de ovenruimte te verwijderen:
– Overtollig voedselresten, olie of vet/
resten.
– Eventuele verwijderbare voorwerpen
(inclusief legplanken, zijrails, enz. die
bij het product zijn geleverd), met
name pannen met anti-aanbaklaag,
pannen, bakgerei, enz.
• Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging in
werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er wordt
hete lucht uit de voorste koelventilatie
vrijgegeven.
• Pyrolytische reiniging is een hoge
temperatuur die dampen kan vrijgeven
van kookresten en constructiematerialen.
Zo wordt de consument geadviseerd om:
– Zorg voor goede ventilatie tijdens en
na elke pyrolytische reiniging.
– Zorg voor goede ventilatie tijdens en
na het eerste gebruik bij maximale
temperatuurwerking.
• In tegenstelling tot alle mensen kunnen
bepaalde vogels en reptielen uiterst
gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen
die tijdens het reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens worden uitgestoten.
– Verwijder huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van de locatie van
het apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik eerst
de maximale temperatuur in een goed
geventileerde ruimte.
• Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de nabijheid van
alle pyrolytische ovens wanneer de
pyrolytische reiniging in werking is.
• Antiaanbakoppervlakken op potten,
pannen, bakgerei, keukengerei enz.
kunnen worden beschadigd door de hoge
temperatuur van de pyrolytische reiniging
van alle pyrolytische ovens. Ook kunnen
ze een bron zijn voor schadelijke dampen
op laag niveau.
• Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens/kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief kinderen of personen
met medische aandoeningen.
8NEDERLANDS
Page 9
2.6 Binnenverlichting
A
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van
energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
3. MONTAGE
• Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het afvoeren
van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
3.1 Technische gegevens
Afmetingen
Hoogte847 - 867 mm
Breedte596 mm
Diepte600 mm
3.2 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
Minimum afstanden
Afmetingenmm
A685
NEDERLANDS9
Page 10
3.3 Het apparaat waterpas zetten
1
24 mm
176 mm
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van
het apparaat om het kookoppervlak aan de
bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
3.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de anti-kantelbescherming zodat
het apparaat niet valt als het incorrect
wordt geladen. De antikantelbescherming
werkt alleen als het apparaat in een
correcte ruimte is geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien
van toepassing) om u te herinneren aan
de montage van de antikantelbescherming.
LET OP!
Zorg dat u de anti-kantelbescherming op
de correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar
op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming 176
mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 24 mm van de linkerkant van
het apparaat in de ronde opening op een
steun. Zie afbeelding. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal of
gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de linkerachterkant
van het apparaat. Zie afbeelding. Zet het
apparaat in het midden van de ruimte
tussen de kastjes (1). Als de afstand
tussen de aanrechtkastjes groter is dan
de breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het apparaat
wilt centreren.
10NEDERLANDS
Page 11
3.5 Elektrische installatie
7
5
4
3
2
1
5
6
9
1342
8
FaseMinimumformaat ka‐
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u
3 met neutraal5 x 1,5 mm²
zich niet houdt aan de
veiligheidsvoorschriften in het hoofdstuk
Veiligheid.
Dit apparaat wordt geleverd zonder een
stekker of netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het in de illustratie
gearceerde onderdeel van het apparaat
niet raken.
Voor het vervangen van een beschadigde
voedingskabel, gebruik je het kabeltype:
H05V2V2-F dat een temperatuur van 90°C of
hoger weerstaat. Neem contact op met de
servicedienst. Het vervangen van de
verbindingskabel mag alleen worden gedaan
door een gekwalificeerde elektricien.
Toepasselijke kabelsoorten voor
verschillende fasen:
FaseMinimumformaat ka‐
13 x 6,0 mm²
bel
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Algemeen overzicht
bel
Ovenfunctieknop
1
Display
2
Temperatuurinstelknop
3
Knoppen voor de kookplaat
4
Verwarmingselement
5
Lamp
6
Inschuifrails, verwijderbaar
7
Ventilator
8
Inzetniveaus
9
NEDERLANDS11
Page 12
4.2 Overzicht kookplaat
170 mm
265 mm
170 mm
265 mm
120/210mm140/210
mm
145 mm
145 mm
11
11
2
Kookzone
1
Restwarmte-indicator
2
4.3 Accessoires
• Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als pan om vet
• Telescopische geleiders
Voor platen en plateaus.
• Opslaglade
De opslaglade bevindt zich onder de
ovenruimte.
Druk op de lade om deze te openen. De
lade opent.
in op te vangen.
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
De deur is voorzien van een traag
sluitsysteem. Probeer in dat geval de
deur niet te forceren.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.3 Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste gebruik
voor.
1. Stel de functie in.Stel de maximale
temperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie
temperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur en
rook afgeven. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
. Stel de maximale
5.2 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop komt dan
naar buiten.
12NEDERLANDS
Page 13
6. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Kookstand
Symbolen Functie
Uit-stand
Dubbele zone
Warm houden
1 - 9Kookstanden
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verminderen. Schakel
de kookzone ongeveer 5 - 10 minuten uit
voordat het kookproces is voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde
kookzone naar de gewenste warmteinstelling.
Draai de knop naar de uit-stand om het
kookproces te voltooien.
6.2 Activeren en deactiveren van de
buitenringen
Het verwarmingsvlak kan worden aangepast
aan de grootte van de pannen.
Om de buitenste ring in te schakelen: draai
de knop rechtsom door een lichte weerstand
naar . Draai vervolgens de knop linksom
naar de juiste kookstand.
Om de buitenste ring uit te schakelen: de
timerknop op de uitstand zetten. Het
controlelampje gaat uit.
6.3 Restwarmte-indicator
WAARSCHUWING!
Zolang het indicatielampje aanstaat,
bestaat er een risico op brandwonden
door restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een
kookzone heet is, maar het werkt niet als de
hoofdstroom is onderbroken.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs
als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude
kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de
kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone
is afgekoeld.
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Pannen
De kookresultaten zijn afhankelijk van het
kookgerei
De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
NEDERLANDS13
Page 14
7.2 Minimale pandiameter
Gebruik geen kookgerei op de
keramische kookplaat met bodems met
uitgesproken randen of richels, bijv.
gietijzeren pannen. Deze kunnen het
oppervlak van de kookplaat permanent
bekrassen of schuren.
Pannen gemaakt van geëmailleerd staal
of met aluminium of koperen bodems
Kookzone Diameter van
het kookgerei
Vermogen
(W)
(mm)
Links achter Φ 1451200
Rechtsach‐
ter
RechtsvoorΦ 1451200
Links voor140-2101000/2200
170-2651400/2200
kunnen tot verkleuringen van de glazen
keramische kookplaat leiden.
Om energie te besparen en ervoor te zorgen
7.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
dat de kookplaat goed werkt, moet de bodem
van het kookgerei een geschikte
minimumdiameter hebben.
De gegevens in de tabel dienen alleen
als richtlijn.
Warmte-instel‐
ling
1Houd gekookt voedsel warm.indien no‐
1 - 2Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
2Stollen: luchtige omeletten, gebakken
2 - 3Zachtjes aan de kook brengen van rijst
3 - 4Stoofgroenten, vis, vlees.20 - 45Voeg een paar eetlepels water toe.
4 - 5Stoom aardappelen en andere groen‐
Gebruik om het volgende te
doen:
colade, gelatine.
eieren.
en gerechten op melkbasis, reeds be‐
reide gerechten opwarmen.
ten.
Tijd
Tips
(min)
dig
5 - 25Roer af en toe.
10 - 40Kook met een deksel erop.
25 - 50Voeg minimaal twee keer zo veel
20 - 60Bedek de bodem van de pan met 1-2
Doe een deksel op het kookgerei.
vocht toe als rijst en roer gerechten op
melkbasis halverwege de procedure
door.
Controleer de hoeveelheid water tij‐
dens het proces.
cm water. Controleer het waterpeil tij‐
dens het proces. Houd het deksel op
de pan.
• Krassen of donkere vlekken op het
oppervlak hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor het
glas.
8.2 De kookplaat reinigen
• Verwijder onmiddellijk: gesmolten
kunststof, plastic folie, zout, suiker en
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
9.1 Bedieningspaneel
suikerhoudend voedsel, anders kan dit
schade aan de kookplaat veroorzaken.
Doe voorzichtig om brandwonden te
voorkomen. Gebruik de speciale schraper
op de glazen plaat en verwijder resten
door het blad over het oppervlak te
schuiven.
• Verwijder wanneer de kookplaatvoldoende is afgekoeld: kalkringen,
waterringen, vetvlekken, glanzende
metaalverkleuring. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje nietschurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte
doek.
• Verwijder glanzende metaalverkleuring:
reinig het glazen oppervlak met een doek
en een oplossing van water met azijn.
Timer
Sensorvelden bedieningspaneel
Fast Heat Up
Binnenverlich‐
ting
Blokkering
NEDERLANDS15
Instelling be‐
vestigen
Page 16
Selecteer een verwarmingsfunctie om de
oven in te schakelen.
Indicatielampjes op de display
Draai de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uit-stand om de oven uit te
schakelen.
De display met het maximumaantal ingestelde functies.
Blokkering
Indicatie‐
lampjes ti‐
mer:
Voortgangsbalk - voor temperatuur, tijd, opwarmen of rest‐
Kook- En Bakas‐
sistent
warmte.
Stoomkookindicator
9.2 Instellingenmenu
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om het menu te
Reinigen
Instellingen
3. Draai aan de temperatuurknop om de
gewenste positie te kiezen en druk op
.
openen.
2. Draai de knop voor de temperatuur om
te selecteren en druk op .
PositieStandaardinstellingInstellingenOpties
1uurDagtijdInstellen dagtijd
24Helderheid1-2-3-4-5
32Toetsvolume1-piep/2-klik/3-geen
42Geluidsvolume1-2-3-4
5UitUptimerAAN-UIT
6AanBinnenverlichtingAAN-UIT
7UitSnel opwarmenAAN-UIT
8AanReinigingsherinneringAAN-UIT
9UitDemo ModusDemofunctie - alleen voor de de‐
monstratie
Fast Heat Up
16NEDERLANDS
Page 17
PositieStandaardinstellingInstellingenOpties
10fwSoftwareversieWeergave softwareversie
11neeAlles resettenNEE-JA
9.3 Ovenfuncties
WAARSCHUWING!
Giet geen vloeistoffen in de uitsparing
van de ovenruimte voor en tijdens het
kookproces. Er bestaat een risico op
schade.
SymboolOvenfunctieToepassing
Uit-positieDe oven staat uit.
Echte heteluchtVoor het bakken op maximaal twee rekniveaus tegelijk en om
Boven + onderwarmteVoor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
True Fan Cooking PLUSOm tijdens de bereiding vocht toe te voegen. Om tijdens het bak‐
Pizza FunctionVoor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een kro‐
OnderwarmteVoor het bakken van taarten met een krokante bodem en het be‐
Frozen FoodsOm kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of
voedsel te drogen.
Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Boven + onder‐
warmte.
ken de juiste kleur en knapperigheid te krijgen. Om bij het opwar‐
men meer sappigheid te geven.
kante bodem.
waren van voedsel.
loempia's) krokant te maken.
NEDERLANDS17
Page 18
SymboolOvenfunctieToepassing
Warmelucht (vochtig)Deze functie wordt gebruikt om te voldoen aan de energie-effi‐
GrillenOm plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
ciëntieklasse en ecodesign-vereisten (overeenkomstig EU
65/2014 en EU 66/2014). Tests volgens:IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de
functie niet wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de
oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie.
Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte
verschillen van de ingestelde temperatuur. Het verwarmingsver‐
mogen kan worden verminderd. Zie voor algemene aanbevelin‐
gen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’,
Energiebesparing.
Deze functie is ontworpen om energie te besparen tijdens het ko‐
ken. Raadpleeg voor de bereidingsinstructies het hoofdstuk "Aan‐
wijzingen en tips",Warmelucht (vochtig).
Als je deze functie gebruikt, gaat de verlichting na 30 seconden
automatisch uit.
CirculatiegrillVoor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met bot
op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
MenuOm deMenu: Kook- en Bakassistent,,Pyrolitische Reiniging, In‐
stellingen in te voeren.
9.4 De oven activeren en
deactiveren
Het hangt van het model of je apparaat
knopsymbolen, indicatielampjes of
lampjes heeft:
• Het indicatielampje gaat aan wanneer
de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan wanneer de oven
in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop een
van de kookzones, de ovenfuncties of
de temperatuur regelt.
1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties
om een ovenfunctie te selecteren.
2. Draai aan de knop voor de temperatuur
om een temperatuur te selecteren.
3. Om de oven uit te schakelen, draai je de
knoppen voor de ovenfuncties naar de
uit-stand.
9.5 De functie activeren: True Fan
Cooking PLUS
Deze functie verhoogt de vochtigheid tijdens
het koken.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden en schade
aan het apparaat.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden
veroorzaken:
• Open de deur van het apparaat niet als u
de functie True Fan Cooking PLUS
gebruikt.
• De deur van het apparaat voorzichtig
openen nahet gebruik van de functie: True
Fan Cooking PLUS.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen
en tips'.
1. Open de ovendeur.
2. Vul de uitsparing in de ovenruimte met
kraanwater.
18NEDERLANDS
Page 19
De maximumcapaciteit van de uitsparing
in de ovenruimte is 250 ml ml.
Vul uitsluitend de uitsparing van de
ovenruimte met water als de oven koud
is.
3. Draai de functieknop: True Fan Cooking
PLUS .
4. Draai aan de temperatuurknop om een
temperatuur in te stellen.
5. Zet het voedsel in het apparaat en sluit
de ovendeur.
LET OP!
Vul de uitsparing in de ovenruimte
niet met water bij tijdens de bereiding
of als de oven heet is.
6. Om het apparaat uit te schakelen, draait
u de knoppen voor de ovenfuncties en
temperatuur naar de uit-stand.
7. Verwijder het water uit de uitsparing van
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het apparaat koud is voordat
u het resterende water uit de
uitsparing van de ovenruimte
verwijdert.
9.6 Opwarmings- en restwarmte-
indicator en opwarmen
De lamp blijft werken. Wanneer u de oven
uitschakelt, geeft het display de restwarmte
aan. U kunt die warmte gebruiken om het
eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot
minimaal 10 minuten voor het einde van het
koken. Door de restwarmte blijft de oven
koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
9.7 Fast heat up
De Fast Heat Up vermindert de opwarmtijd.
Tip op op het display om Fast Heat Up te
activeren.
9.8 Blokkering
De deur wordt vergrendeld wanneer deze
functie wordt geactiveerd.
Deze functie voorkomt dat de ovenfunctie
per ongeluk wordt gewijzigd.
Schakel het in als de oven werkt – de ingestelde be‐
reiding gaat door, het bedieningspaneel wordt ver‐
grendeld.
Schakel deze in als de oven is uitgeschakeld - de
oven kan niet worden ingeschakeld, het bedienings‐
paneel is vergrendeld.
– houd inge‐
drukt om de func‐
tie in te schake‐
len.
een geluidssig‐
naal.
3 x – knippert wanneer de vergrendeling
wordt ingeschakeld.
– houd inge‐
drukt om het uit
te schakelen.
9.9 Automatische uitschakeling
Omwille van veiligheidsredenen schakelt de
oven na bepaalde tijd automatisch uit als er
een verwarmingsfunctie in werking is en u de
oventemperatuur niet wijzigt.
Temperatuur (°C)Uitschakeltijd (u)
30 - 11512.5
120 - 1958.5
200 - 2455.5
250 - maximum1.5
Druk na een automatische uitschakeling op
een willekeurige knop om de oven opnieuw te
activeren.
Plaats geen voedsel in de oven als de
Fast Heat Up in werking is.
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: licht, duur, einde.
NEDERLANDS19
Page 20
9.10 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van de oven koel te houden.
Als je de oven uitschakelt, blijft de ventilator
doorgaan, totdat de oven is afgekoeld.
9.11 De ovenaccessoires plaatsen
Diepe schaal:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails.
• Alle accessoires hebben kleine
inkepingen aan de aan de bovenkant
van de randen rechts en links om de
veiligheid te verhogen. De inkepingen
zijn ook anti-kantelmechanismen.
• De hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei wegglijdt.
9.12 Telescopische geleiders - de
ovenaccessoires plaatsen
Bewaar de installatie-instructies voor de
telescopische geleiders voor toekomstig
gebruik.
Met telescopische geleiders kun je de
plateaus gemakkelijker plaatsen en
verwijderen.
Bakrooster:
Bakrooster:
Plaats de / tussen de geleidestangen van de
inschuifrail.
20NEDERLANDS
Plaats het bakrooster zodanig op de
telescopische geleiders dat de pootjes naar
beneden wijzen.
Diepe schaal:
Page 21
10. OVEN - KLOKFUNCTIES
Plaats de bakplaat of diepe pan op de
telescopische geleiders.
10.1 Klokfuncties
00:00 pulsen op het display wanneer u
het apparaat aansluit op de elektrische
voeding.
Klokfunc‐
tie
Kookwekker
Kooktijd
Uitsteltijd
Uptimer
Toepassing
De afteltijd instellen. Deze functie
heeft geen invloed op de werking van
de oven. Wanneer de tijd is verstre‐
ken, klinkt er een geluidssignaal.
Wanneer de timer stopt, klinkt het sig‐
naal en stopt de verwarmingsfunctie.
Om het begin en/of het einde van het
koken uit te stellen.
Het maximum is 23 uur 59 min. Deze
functie heeft geen invloed op de werk‐
ing van de oven.
Om de Uptimer in en uit te schakelen,
selecteer: Menu, Instellingen.
10.2 Instellen: Dagtijd
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de te
openenMenu.
2. Draai de knop voor de temperatuur om
Instellingen
3. Draai de knop voor de temperatuur om de
klok in te stellen.
4. Druk op .
, Dagtijd te selecteren.
10.3 Instellen: Kookwekker
1. Als de oven uit staat, drukt u op . Als
de oven aan staat, drukt u tweemaal
op.
2. Het display toont: 0:00 en .
3. Draai de knop voor de temperatuur om
Kookwekker in te stellen.
4. Druk op
.
5. De timer begint onmiddellijk af te tellen.
6. Wanneer de tijd is verstreken, drukt u op
en draait u de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
10.4 Instellen: Kooktijd
1. Draai aan de knop om de
verwarmingsfunctie te selecteren en de
temperatuur in te stellen.
2. Druk herhaaldelijk op .
3. Het display toont: 0:00 en .
4. Draai de knop voor de temperatuur om
Kooktijd in te stellen.
5. Druk op .
6. De timer begint onmiddellijk af te tellen.
7. Wanneer de tijd is verstreken, drukt u op
en draait u de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
10.5 Instellen: Uitsteltijd
1. Draai aan de knop om de
verwarmingsfunctie te kiezen.
2. Druk herhaaldelijk op .
NEDERLANDS21
Page 22
3. Het display toont: de dagtijd START.
4. Draai de knop voor de temperatuur om de
starttijd in te stellen.
5. Druk op .
6. Op het display verschijnt: --:-- STOP .
7. Draai de knop voor de temperatuur om de
8. Druk op .
9. De timer begint af te tellen op een
ingestelde starttijd.
10. Wanneer de tijd is verstreken, drukt u op
en draait u de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
eindtijd in te stellen.
11. INSTELLEN: KOOK- EN BAKASSISTENT
Kook- En Bakassistent - gebruik het om
snel een gerecht te bereiden met
standaardinstellingen:
1. Draai aan de knop voor de
3. Selecteer het gerecht en druk op .
4. Plaats de schaal in de oven en druk op
om de instelling te bevestigen.
verwarmingsfuncties om het menu te
openen.
2. Draai de knop voor de temperatuur om
Kookassistentie te selecteren en druk
.
op
12. KOOK- EN BAKASSISTENT MET RECEPTEN
Legenda
Per gewicht beschikbaar.
Verwarm de oven 10 minuten (180°C) voor met de functie Hetelucht voordat u het on‐
dersteunde programma selecteert.
Lagerniveau.
• De temperatuur voor elk geassisteerd
recept is standaard en kan met ongeveer
10 graden worden gewijzigd.
Als de functie is afgelopen, controleert u of het voedsel klaar is.
GerechtGewichtSchapniveau/accessoireDuur
• De duur is standaard en kan met
ongeveer 10 minuten worden gewijzigd.
Rundvlees
P1Biefstuk, rauw
P2Biefstuk: medi‐
um
P3Biefstuk, gaar110 min
1 - 1,5 kg; 4 - 5
cm dikke stuk‐
ken
2; bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen.
85 min
95 min
22NEDERLANDS
Page 23
GerechtGewichtSchapniveau/accessoireDuur
P4Biefstuk, medi‐um180 - 220 g per
P5Rundvlees ge‐
roosterd/
gestoofd (prime
rib, bovenste
ronde, dikke
flank)
P6Biefstuk, rauw,
LTC
P7Biefstuk, medi‐
um, LTC
P8Geroosterd
rundvlees,
doorbakken
P9Filet, rauw, LTC
P10Filet, medium,
LTC
P11Filet, doorbak‐
ken, LTC
Kalfsvlees
P12Geroosterd
kalfsvlees (bijv.
schouder)
stuk; 3 cm dikke
plakjes
1,5 - 2 kg
1 - 1,5 kg; 4 - 5
cm dikke stuk‐
ken
0,5 - 1,5 kg; 5 6 cm dikke stuk‐
ken
0,8 - 1,5 kg; 4
cm dikke stuk‐
ken
3; braadschaal op bakrooster; bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen.
2 braadschaal op bakrooster
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
Vloeistof toevoegen. In de oven plaatsen.
2; bakplaat ; braadschaal op bakrooster
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen.
2; bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen.
2; braadschaal op bakrooster; bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
Vloeistof toevoegen. In de oven plaatsen.
180 min
105 min
125 min
170 min
125 min
115 min
15 min
80 min
95 min
Varkensvlees
P13Geroosterde
varkenshals of
schouder
P14Pulled pork LTC1,5 - 2 kg
P15Lende, vers1 - 1,5 kg; 5 - 6
P16Spare ribs2 - 3 kg; gebruik
Lamsvlees
1,5 - 2 kg
cm dikke stuk‐
ken
ruwe, 2 - 3 cm
dunne spare
ribs
2; braadschaal op bakplaat: bakplaat
Draai het vlees na halverwege de bereidingstijd,
om een gelijkmatige bruining te krijgen.
2; bakplaat
Draai halverwege de bereidingstijd het vlees om
2; braadschaal op bakrooster; bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen.
3; diepe pan
Draai halverwege de bereidingstijd het vlees om.
NEDERLANDS23
170 min
230 min
105 min
120 min
Page 24
GerechtGewichtSchapniveau/accessoireDuur
P17Lambeen met
botten
Gevogelte
P18Hele kip1 - 1,5 kg; vers
P19Halve kip0,5 - 0,8 kg
P20Kippenborst180 - 200 g per
P21Kippenpoten,
vers
P22Hele eend1,5 - 2,5 kg
P23Gans, heel4 - 5 kg
1,5 - 2 kg; 7 - 9
cm dikke stuk‐
ken
stuk
-
2; braadschaal op bakplaat
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
In de oven plaatsen Voeg 200 ml water toe aan
de bodem van de ovenruimte.
2; braadpan op bakplaat; bakplaat met
diepe pan op niveau 1 om het vet op te vangen
Draai de kip halverwege de bereidingstijd om
voor een gelijkmatige bruining.
3 ;bakrooster met diepe pan op niveau 1
om het vet op te vangen. Draai de kip halverwe‐
ge de bereidingstijd om voor een gelijkmatige
bruining.
2 stoofschotel op bakrooster
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan.
3; bakplaat
Als u eerst kippenpoten hebt gemarineerd, stel
dan een lagere temperatuur in en kook ze lan‐
ger.
2; braadschaal op bakrooster of bak‐plaat met diepe pan op niveau 1 om het vet op
te vangen.
Leg het vlees op de braadschaal. Begin met on‐
dersteboven en draai na de halve tijd.
2;bakrooster met diepe pan op niveau
1 om het vet op te vangen.
Leg het vlees op een diepe bakplaat. Begin met
ondersteboven en draai na de helft van de berei‐
dingstijd.
130 min
110 min
60 min
50 min
65 min
45 min
80 min
Overig
P24Vleesbrood1 kg
Vis
P25Hele vis, gegrild 0,5 - 1 kg per
vis
P26Visfilet-
Zoet bakken / nagerechten
P27Cheesecake-
24NEDERLANDS
2; bakrooster met papier of bakplaat
2; bakplaat
Vul de vis met boter en gebruik je favoriete krui‐
den en specerijen.
3; stoofschotel op bakrooster
2; springvorm van 28 cm op bakroos‐
ter
70 min
30 min
40 min
100 min
Page 25
GerechtGewichtSchapniveau/accessoireDuur
P28Appelcake-
P29Appeltaart-
P30Appeltaart-
P31Brownies2 kg
P32Chocolade muf‐
fins
P33Broodcake-
Groente / bijgerechten
P34Gebakken aard‐
appelen
P35Wegdes1 kg
P36Gegrilde ge‐
mengde groen‐
ten
P37Kroketten, be‐
vroren
P38Patat, bevroren0,75 kg
-
1 kg
1 - 1,5 kg
0,5 kg
2; bakplaat
2; springvorm van 26 cm op bakroos‐
ter
2; 20 cm taartvorm op bakrooster
Voeg 125 ml water toe aan de bodem van de
holte.
3; bakplaat
3; muffinbakplaat op bakrooster of bak‐
plaat
Voeg 150 ml water toe aan de bodem van de
holte.
2 broodvorm op bakrooster
2; bakplaat
Leg de gesneden aardappelen met huid op de
bakplaat.
3; bakplaat bedekt met bakpapier
Snijd aardappelen in stukken.
3; bakplaat bekleed met bakpapier of inge‐
vette bakplaat
Snijd de groenten in stukken.
3; bakplaat
3; bakplaat
60 min
55 min
80 min
30 min
30 min
80 min
50 min
50 min
30 min
30 min
30 min
Gratins, brood en pizza
P39Lasagne / noe‐
delstoofschotel
P40Aardappelgratin1 - 1,5 kg
P41Verse pizza,
dun
P42Verse pizza, dik
P43Quiche-
1 - 1,5 kg
-
-
3; stoofschotel op bakrooster
1; stoofschotel op bakrooster
2; bakplaat bekleed met bakpapier of inge‐
vette bakplaat
Voeg 100 ml water toe aan de bodem van de
holte.
2; bakplaat bekleed met bakpapier of
ingevette bakplaat
2; bakblik op bakrooster
NEDERLANDS25
60 min
65 min
25 min
25 min
45 min
Page 26
GerechtGewichtSchapniveau/accessoireDuur
P44Stokbrood / cia‐
batta / witbrood
P45Volledig graan /
rogge / bruin
brood volledig
graan in brood‐
pan
0,8 kg
1 kg
3; bakplaat
Meer tijd nodig voor witbrood.
2; bakplaat bekleed met bakpapier of
ingevette bakplaat; broodpan op bakrooster
Voeg 150 ml water toe aan de bodem van de
holte.
13. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
45 min
40 min
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
13.1 Algemene informatie
Tel de rekstanden vanaf de bodem van het
apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem dat
de lucht circuleert en voor doorlopende
recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen
deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga
altijd iets terug staan van het apparaat als u
de deur van het apparaat tijdens de werking
opent. Om de condens te verminderen, dient
u het apparaat 10 minuten te laten
voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat en bedek de bodem tijdens
de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan
de bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
13.2 Bakken
Gebruik voor de eerste baksessie de lagere
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten
langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt
de cake niet overal even bruin. Als de cake
niet overal even bruin wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen. De
verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de
oven vervormen. Wanneer de bakplaten weer
afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming.
13.3 Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt,
dient u één niveau ertussen leeg te laten.
13.4 Voor de bereiding van vlees en
vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel
om te oven te behoeden voor blijvende
vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten
voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er
niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven
te vermijden, kunt u een beetje water in de
26NEDERLANDS
Page 27
lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u
water toe wanneer het is opgedroogd.
13.5 Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebakken.
De cake zakt in en wordt klef,
of streperig.
De cake is te droog.De oventemperatuur is te laag.Stel de volgende keer de oventemperatuur
De cake wordt ongelijkmatig
gebakken.
De cake wordt niet gaar bin‐
nen de in het recept aangege‐
ven baktijd.
De rekstand is incorrect.Plaats de cake op een lagere rekstand.
De oventemperatuur is te hoog.Stel de volgende keer de oventemperatuur
De oventemperatuur is te hoog en
de baktijd te kort.
Te lange baktijd.Stel volgende keer een kortere baktijd in.
De oventemperatuur is te hoog en
de baktijd te kort.
Het cakebeslag is niet gelijkmatig
verdeeld.
De oventemperatuur is te laag.Stel de volgende keer de oventemperatuur
iets lager in.
Stel volgende keer een langere baktijd en
een lagere oventemperatuur in.
hoger in.
Stel volgende keer een langere baktijd en
een lagere oventemperatuur in.
Verspreid de volgende keer het cakebe‐
slag gelijkmatig over de bakplaat.
iets hoger in.
13.6 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het soort
voedsel, de samenstelling en het volume.
apparaat de beste instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces
in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit
13.7 Warmelucht (vochtig)
Brood en pizza
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Broodjes18020 - 303
Bevroren pizza 350 g21020 - 303
Cake in bakplaat
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Biscuitrol18020 - 303
Brownie18025 - 353
NEDERLANDS27
Page 28
Cake in bakblik
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Soufflé20025 - 303
Luchtige flanbodem18020 - 303
Victoriataart met jamvulling17030 - 403
Vis
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Vis in zakjes 300 g18025 - 353
Hele vis 200 g18020 - 303
Visfilets 300 g18030 - 353
Vlees
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Vlees in zakje 250 g20030 - 403
Vleesspiesjes 500 g20025 - 303
Kleine gebakken items
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Koekjes18025 - 353
Bitterkoekjes18030 - 403
Muffins17020 - 303
Smakelijke cracker18025 - 303
Kruimeldeegkoekjes15025 - 353
Tartelettes17020 - 303
Vegetarisch
GerechtTemperatuur (°C)Tijd (min)Roosterhoog‐
te
Groentemix in zakjes 400 g18020 - 303
Omelet17025 - 353
Groenten op plaat 700 g19025 - 303
13.8 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken).
Rooster grote stukken vlees direct op de
bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
28NEDERLANDS
Page 29
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Als niveau 1 wordt aanbevolen, plaatst u het
voedsel direct op de bakplaat
Bedruip vleesstukken meerdere malen met
hun eigen sap tijdens het roosteren.
13.9 Grillen in het algemeen
WAARSCHUWING!
Grill altijd met een gesloten ovendeur.
• Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
13.10 Informatie voor testinstituten
• Zet het schap in de rekstand zoals
aanbevolen in de grilltafel.
• Als de eerste rekstand wordt aanbevolen,
plaats je het voedsel direct op de
bakplaat.
• Plaats de diepe ovenschaal altijd om vet
op te vangen op de eerste rekstand.
• Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Het grillgedeelte bevindt zich in het midden
van het rooster.
Gerecht-functieTempera‐
tuur (°C)
Kleine cakes (20 cakejes
per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes
per bakplaat)
Kleine cakes (20 cakejes
per bakplaat)
Appeltaart, 2 blikken (ø 20
cm) op het rooster, diago‐
naal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20
cm) op het rooster, diago‐
naal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20
cm) op het rooster, diago‐
naal verdeeld
Appeltaart, 2 blikken (ø 20
cm) op het rooster, diago‐
Voeg 150 ml water toe aan de uitsparing in de ovenruimte.
Tijd (min)Accessoi‐
res
kant.
10 - 15 tweede
kant.
Rooster/
druipbak
Rooster‐
hoogte
4
14. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
14.1 Opmerkingen over de reiniging
Reinig de voorkant van het apparaat uitsluitend met een microvezeldoek met warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinigingsmid‐
delen
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen brand veroor‐
zaken.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in het apparaat. Droog de ruimte na elk ge‐
Dagelijks gebruik
Accessoires
bruik uitsluitend met een microvezeldoek.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik alleen een zachte doek
met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in een afwasmachine rei‐
nigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scherpe voor‐
werpen.
14.2 Reinigen van de uitsparing in
de binnenkant van de oven
De reinigingsprocedure verwijdert kalkresten
van de bodemuitsparing na het
bereidingsproces met stoom.
30NEDERLANDS
Voor de functie: True Fan Cooking
PLUSwe raden aan de
reinigingsprocedure na minstens iedere 5
-10 kookcycli uit te voeren.
Page 31
1. Doe 250 ml witte azijn in de uitsparing
onderin de oven.
Gebruik maximaal 6% azijn zonder
toevoegingen.
2. Laat de azijn de kalkresten gedurende 30
minuten op kamertemperatuur oplossen.
3. Reinig de uitsparing met warm water en
een zachte doek.
14.3 Hoe gebruikt u: Pyrolytische
reiniging
LET OP!
Verwijder alle accessoires uit de oven en
de verwijderbare inschuifrails.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet tegelijkertijd
met de pyrolysefunctie. Dit kan de oven
beschadigen.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor brandwonden.
Start de pyrolyse niet als je de ovendeur
niet volledig hebt gesloten. Bij sommige
modellen toont het display 'C3' als deze
fout optreedt.
3. Draai de knop voor de temperatuur om
het reinigingsprogramma te selecteren en
druk op om te bevestigen.
4. Druk op om het reinigen te starten.
5. Draai na de reiniging de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
6. De deur wordt onmiddellijk vergrendeld.
Totdat de deur wordt ontgrendeld, toont
het display: .
7. Wanneer de oven weer koel is, wordt de
deur ontgrendeld.
14.4 Schoonmaakherinnering
De oven herinnert je eraan dat je hem moet
reinigen met: pyrolytische reiniging.
- knippert in het display gedurende 5 sec
na elke in- en uitschakeling van de oven.
Om de herinnering uit te schakelen, opent u
het menu en selecteert u Instellingen,
Reinigingsherinnering.
14.5 Verwijderen van de
inschuifrails
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
Tijdens het reinigen is de ovenlamp uit.
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om het menu te
openen.
2. Draai de knop voor de temperatuur om
Reinigen
om te bevestigen.
te selecteren en druk op
OptieOmschrij‐
C1 - Licht reinigen1 uur 30 min
C2 - Normaal reini‐
gen
C3 - Grondig reinigen2 uur 30 min
ving
2 uur
NEDERLANDS31
Page 32
2. Trek de inschuifrail bij de achterkant uit
2
1
1
2
1
2
1
2
B
de zijwand en verwijder deze.
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde
volgorde.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de deur
eerst aan de ene zijde naar buiten en
daarna aan de andere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u
de ovendeur terug in omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de
deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
14.7 Verwijderen en reinigen van de
deurglazen
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin wordt
aangebracht. De uiteinden van de twee
draden moeten naar achteren wijzen.
Incorrecte installatie kan schade aan het
email toebrengen.
14.6 Uitnemen van de ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
32NEDERLANDS
De glasplaten van de ovendeur op uw
product kunnen in type en vorm
verschillen van de voorbeelden die u hier
ziet. Het aantal glasplaten kan ook
verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en
naar binnen drukken om de klemsluiting
te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
Page 33
3. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
14.8 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven
afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de
holte.
LET OP!
Houd de halogeenlamp altijd met een
doek vast om te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp verbranden.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de relevante
tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
14.9 De lade
WAARSCHUWING!
Plaats geen voedsel in de lade.
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare voorwerpen
zoals schoonmaakmiddelen, plastic
zakken, ovenhandschoenen, papier,
schoonmaakmiddelen, spuitbussen,
plastic voorwerpen) in de lade. Als u de
oven gebruikt, kan de lade heet worden.
Er bestaat een risico op brand.
De lade onder de oven eruit worden gehaald
voor reiniging.
De lade verwijderen:
1. Trek de lade naar buiten totdat hij stopt.
2. Til de lade iets op, zodat deze onder een
hoek van de ladegeleiders omhoog kan
worden getild.
Volg de procedure in omgekeerde volgorde
om de lade te monteren.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de ovenruimte.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
NEDERLANDS33
Page 34
15.1 Wat te doen als...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De automatische opwarmfunctie
start niet.
De automatische opwarmfunctie
start niet.
Je kunt de buitenste ring niet in‐
schakelen.
De oven wordt niet warm.De oven is uitgeschakeld.Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm.De klok is niet ingesteld.Stel de klok in.
De oven wordt niet warm.De benodigde instellingen zijn niet
De oven wordt niet warm.De automatische uitschakeling
De oven wordt niet warm.Het kinderslot is geactiveerd.Zie 'Het kinderslot gebruiken'.
De lamp werkt niet.De lamp is defect.Vervang de lamp.
Het bereiden van gerechten gaat te
langzaam of te snel.
Er slaat stoom en condens neer op
het voedsel en in de ovenruimte.
Op het ovendisplay verschijnt
'F102'.
Op het ovendisplay verschijnt
'00:00'.
Het apparaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
De zekering is doorgeslagen.Verzeker je ervan dat de zekering
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is bediend.
De zone is heet.Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste kookstand is ingesteld.De hoogste kookstand heeft hetzelf‐
Activeer eerst de binnenring.
ingesteld.
wordt geactiveerd.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Je hebt het gerecht te lang in de
oven achtergelaten.
• Je hebt de deur niet volledig ge‐
sloten.
• De deurvergrendeling is stuk.
Er was een stroomstoring.Stel het tijdstip van de dag in.
Controleer of het apparaat goed is
aangesloten op de elektriciteitsvoor‐
ziening.
de oorzaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een erken‐
de installateur.
Als de zone voldoende lang gebruikt
is om heet te zijn, neem je contact
op met een erkende servicedienst.
de vermogen als de functie.
Controleer of de instellingen correct
zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uitschakel‐
en'.
Pas de temperatuur zo nodig aan.
Volg het advies in de gebruikers‐
handleiding.
Laat de gerechten na afloop van het
kookproces niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
• Sluit de deur volledig.
• Schakel de oven uit via de (au‐
tomatische) zekering of de
hoofdschakelaar in de meterkast
en schakel deze opnieuw in.
• Als het display weer 'F102'
weergeeft, neem dan contact op
met de klantenservice.
34NEDERLANDS
Page 35
15.2 Service-informatie
Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich op het voorframe van de apparaatruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de
apparaatruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.).........................................
16.1 Productinformatie voor kookplaat conform EU 66/2014
ModelnummerCCB6692APM
Type kookplaatOven in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones4
VerwarmingstechnologieStralingsverwarmer
Diameter van ronde kookzones (Ø)Links voor
Lengte (L) en breedte (W) van nietronde kookzone
Energieverbruik per kookzone (EC
electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob)179.2 Wh/kg
Links achter
Rechtsvoor
RechtsachterL 26.5 cm
Links voor
Links achter
Rechtsvoor
Rechtsachter
21.0 cm
14.5 cm
14.5 cm
W 17.0 cm
178.9 Wh/kg
181.8 Wh/kg
181.8 Wh/kg
174.1 Wh/kg
Voor de EU: IEC/EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - Deel 2: Kookplaten - Methoden voor
het meten van prestaties.
16.2 kookplaat - Energiebesparend
Je kunt energie besparen tijdens het dagelijks
koken als je de onderstaande aanwijzingen
volgt.
• Gebruik bij het opwarmen van water
alleen de hoeveelheid die je nodig hebt.
• Plaats, indien mogelijk, altijd de deksels
op het kookgerei.
• Plaats het kookgerei op de kookzone
• De bodem van het kookgerei moet
dezelfde diameter hebben als de
kookzone.
• Plaats het kleinere kookgerei op de
kleinere kookzones.
• Plaats het kookgerei direct in het midden
van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het voedsel
warm te houden of om het te laten
smelten.
voordat je deze inschakelt.
NEDERLANDS35
Page 36
16.3 Productinformatie voor ovens en productinformatieblad
Naam leverancierAEG
ModelnummerCCB6692APM 940002991
Energie-efficiëntie-index81.4
Energie-efficiëntieklasseA+
Energieverbruik met een standaard belading, conventionele modus 0.98kWh/cyclus
Energieverbruik met een standaard belasting, heteluchtmodus0.70kWh/cyclus
Aantal holtes1
WarmtebronElektriciteit
Volume73l
Soort ovenOven in vrijstaand fornuis
Massa54.4kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills Methoden voor het meten van prestaties.
16.4 Oven - Energiebesparing
Dit apparaat heeft functies die u helpen
energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat
gesloten is als het apparaat in werking is.
Open de deur van het apparaat niet te vaak
tijdens het koken. Houd het deurrubber
schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie
te besparen.
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te
koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo
kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties
met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot
minimaal 3-10 minuten voor het einde van het
koken. De restwarmte binnen in het apparaat
zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te houden.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen.
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
36NEDERLANDS
Page 37
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de
gemeente.