AEG BC3331302, BC3331300 User Manual [nl]

BC3331300 BC3331302
NL Gebruiksaanwijzing
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
7. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8. EXTRA FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in­stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva­liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha­melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap­paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili­ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Van binnen wordt het apparaat heet als het in werk­ing is. Raak de verwarmingselementen in het appa­raat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
www.aeg.com
4
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te ple­gen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre­ken.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge­keerde volgorde.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Aansluiting op het
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie­technicus mag het apparaat in­stalleren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn­stalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de­zelfde hoogte.
elektriciteitsnet
• Alle elektrische aansluitingen moeten
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
• Controleer of de elektrische informatie
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
• Gebruik geen meerwegstekkers en
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
• De schokbescherming van delen on-
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
door een gediplomeerd elektromon­teur worden gemaakt.
ten op een geaard stopcontact.
op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromon­teur.
leerd, schokbestendig stopcontact.
verlengsnoeren.
niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektro­monteur om een beschadigde hoofd­kabel te vervangen.
komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
der stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin­gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlek­schakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet af­gesloten kan worden. Het isolatieap­paraat moet een contactopening heb­ben met een minimale breedte van 3 mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden, elektrische schokken of een ex­plosie.
• Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap­paraat aan staat. Er kan hete lucht ont­snappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
• Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
• Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
NEDERLANDS 5
• Open de deur van het apparaat voor­zichtig. Als u alcoholische toevoegin­gen gebruikt, kan er alcohol-lucht­mengsel ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlamba­re producten in, bij of op het appa­raat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa­raat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– Zeg geen kookgerei of andere voor­werpen direct op de bodem van het apparaat.
- Leg geen aluminiumfolie op de bo­dem van het apparaat.
- Plaats geen water direct in het hete apparaat.
- Haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met ko­ken.
- Wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie.
• Gebruik een diepe braadpan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem con­tact op met de service-afdeling.
www.aeg.com
6
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het appa­raat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Ge­bruik geen schuurmiddelen, schuur­sponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray ge­bruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (in­dien van toepassing) met een schoon­maakmiddel.
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara­ten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok­ken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorko­men dat kinderen en huisdieren opge­sloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Bedieningspaneel
1
Knop voor de ovenfuncties
2
Power lamp/symbool
3
Elektronische tijdschakelklok
4
Knop voor de temperatuur
5
Temperatuurlampje/symbool/indica-
6
tielampje Verwarmingselement
7
Lampje
8
Ventilator
9
Verwarmingselement achterwand
10
Onderwarmte
11
Rekframe, verwijderbaar
12
Rekstanden
13
13
41 2 3 5 6
7
5 4 3 2 1
12
8
9
10 11
3.1 Accessoires
NEDERLANDS 7
Bakrooster
Voor kookgerei, cake bakblikken en braadvormen.
Bakplaat
Voor cake en koekjes.
Grill- / Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen.
Telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het ap­paraat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomon­derbreking, gaat het symbool voor de tijd knipperen. Druk op + of - om de correcte tijd in te stellen. Na ongeveer vijf seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestel­de tijd van de dag weer.
www.aeg.com
8
Wanneer u de tijd verandert, mag u niet tegelijkertijd de func-
tie Duur stellen.
of Eindtijd in-
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De be­dieningsknop komt naar voren.
5.1 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2.
Verdraai de thermostaatknop om een temperatuur te selecteren.
3.
Draai om het apparaat uit te schake­len, de knop voor de ovenfuncties
5.2 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Binnenverlichting Het lampje activeren zonder een bereidings-
Multi hetelucht Voor het bakken op maximaal 3 niveaus tegelij-
Pizza hetelucht Om gerechten op 1 niveau te bakken met in-
Boven + onderwarmte Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
functie.
kertijd en het drogen van voedsel. Stel de tem­peratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
tensief bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Bo­ven + onderwarmte.
en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie Beschrijving van het product):
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de oven­functies of de temperatuur be­dient.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperi-
ge bodem en voedsel te bewaren.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te rooste-
ren.
Grill intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote
hoeveelheden en voor het maken van toast.
Ovenfunctie Applicatie
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of
5.3 Elektronische tijdschakelklok
1 2 3
hr min
6. KLOKFUNCTIES
NEDERLANDS 9
gevogelte op één niveau. Ook om te gratine­ren en te bruinen.
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Functie-indicatie
3
Toets +
4
Keuzetoets
5
Toets -
6
456
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
De tijd weergeven, instellen of wijzigen.
dag
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur De duur van een ovenprogramma instellen.
Einde Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uit-
schakelt.
U kunt Duur en Eindtijd op dezelfde tijd instellen als u wilt dat het apparaat automatisch wordt in- en uitgeschakeld: stel
eerst de Duur Eindtijd
en dan de
in.
6.1 De klokfuncties instellen
hr minhr min
1.
Stel voor Duur en Eindtijd een oven­functie en temperatuur in. Dit is niet nodig voor de kookwekker.
www.aeg.com
10
2.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het functielampje voor de benodigde klokfunctie knippert.
3.
Druk op + of - om de benodigde klokfunctie in te stellen.
Het display toont de weergave voor de klokfunctie die u instelt. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, knip­pert het indicatielampje en klinkt er gedurende twee minuten een ge­luidssignaal.
Bij de functies Duur en Eindtijd schakelt het apparaat automa­tisch uit.
4.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
5.
6.2 De klokfuncties annuleren
1.
2.
7. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
7.1 Ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookge­rei niet verschuift.
Draai de knop voor de ovenfuncties en de temperatuurknop naar de uit stand.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het gewenste functielampje knippert.
Druk op de toets - en houd de toets ingedrukt.
Na een paar seconden gaat de klok­functie uit.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleides­tangen van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS 11
7.2 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of braadpan op de telescopische geleiders.
Plaats het bakrooster op de telescopi­sche geleiders zodat de pootjes naar be­neden zijn gericht.
Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt is het kookgerei bovendien beveiligd tegen weg­glijden.
7.3 Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats het rooster en de diepe pan op de telescopische geleiders.
8. EXTRA FUNCTIES
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
www.aeg.com
12
9. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
9.1 Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het volgende aan de binnenkant van de deur:
• De nummers van de ovenniveaus
• Informatie over de verwarmingsfunc­ties, aanbevolen rekstanden en tem­peraturen voor karakteristieke gerech­ten
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richt­lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de ge­bruikte ingrediënten.
9.2 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap­paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (tempera­tuur, gaartijden) en de rekstanden aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen en profiteren van de restwarmte
Wanneer u bevroren gerechten ge­bruikt, kunnen de bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, ver­dwijnt de vervorming.
Aanwijzingen bij de baktabellen
• De fabrikant raadt u aan de eerste keer een lagere temperatuur in te stel­len.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bereiden van cake op meerde­re niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuur­instelling niet. De verschillen vermin­deren tijdens het bakproces.
9.3 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca­ke is niet voldoende ge­bruind.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake is te droog.
De rekstand is incorrect.
De oventemperatuur is
te hoog.
Te korte baktijd.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is
te laag.
Plaats de cake op een la-
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. U
kunt de baktijd niet
verlagen door een ho-
gere temperatuur in te
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van keukenmachines.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
gere rekstand.
stellen.
in.
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De volgende keer dat u
De cake is te droog. Te lange baktijd.
een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
kort.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
De oventemperatuur is
te laag.
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
9.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwar-
mingssoort
Tulband / brioche
Moskovisch gebak/vruch­tencake
Fatless spon­ge cake / Ca­ke, zacht zon­der vet
Fatless spon­ge cake / Ca­ke, zacht zon­der vet
Taartbodem van zandtaart­deeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie / Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst)
Apple pie / Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst)
Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
(°C)
Multi hete-
1 150 - 160 50 - 70
lucht
Multi hete-
1 140 - 160 70 - 90
lucht
Multi hete-
2 140 - 150 35 - 50
lucht
Boven + On-
2 160 35 - 50
derwarmte
Multi hete-
lucht
Multi hete-
2
170 - 180
2 150 - 170 20 - 25
lucht
Multi hete-
2 160 60 - 90
lucht
Boven + On-
1 180 70 - 90
derwarmte
NEDERLANDS 13
tijd verlengen.
beetje hoger in.
Tijd (min.)
1)
10 - 25
www.aeg.com
14
Verwar-
Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
mingssoort
Kwarktaart Boven + On-
derwarmte
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Vlechtbrood/ broodkrans
Ovenfunctie Plaathoogte
Boven + On-
derwarmte
Kerststol Boven + On-
derwarmte
Brood (rog­gebrood):
1.
Eerste deel van
Boven + On-
derwarmte
2.
het bak­proces.
Tweede deel van het bak­proces.
Roomsoezen/ tompoezen
Boven + On-
derwarmte
Koninginnen­brood (opge­rolde cake
Boven + On-
derwarmte
met jam)
Kruimeltaart (droog)
Amandelca­ke/suikertaart
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/ roerdeeg)
2)
Multi hete-
lucht
(°C)
Tijd (min.)
1 170 - 190 60 - 90
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
3 170 - 190 30 - 40
2
1
3
3
160 - 180
1.
2.
190 - 210
180 - 200
1)
1)
230
160 - 180
1)
1)
1.
2.
50 - 70
20
30 - 60
20 - 35
10 - 20
3 150 - 160 20 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
3 150 35 - 55
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/ roerdeeg)
2)
Vruchtentaart met kruimel­deeg
Boven + On-
derwarmte
Multi hete-
lucht
3 170 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
NEDERLANDS 15
Verwar-
mingssoort
Gistcake met delicate gar­nering (bij­voorbeeld kwark, room, puddingvul­ling)
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan
Koekjes
Verwar-
mingssoort
Zandkoekjes
Short bread / Zandtaart­deeg/ Geba­kreepjes
Short bread / Zandtaart­deeg/ Geba­kreepjes
Roerdeeg­koekjes
Eiwitgebak, schuimgebak
Bitterkoekjes
Klein gerezen gebak
Klein blader­deeggebak
Broodjes
Broodjes
Small cakes / Kleine cakes (20 stuks/bak­plaat)
Ovenfunctie Plaathoogte
Boven + On-
derwarmte
3
Ovenfunctie Plaathoogte
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Boven + On-
derwarmte
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 10 - 20
3 140 20 - 35
3
3 150 - 160 15 - 20
3 80 - 100 120 - 150
3 100 - 120 30 - 50
3 150 - 160 20 - 40
3
3
3
3
Temperatuur
(°C)
160 - 180
1)
Temperatuur
(°C)
1)
160
160
150
1)
1)
1)
1)
170 - 180
190 - 210
Tijd (min.)
40 - 80
Tijd (min.)
20 - 30
20 - 30
10 - 25
10 - 25
20 - 35
www.aeg.com
16
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Small cakes / Kleine cakes (20 stuks/bak-
Boven + On-
derwarmte
3
plaat)
1)
Oven voorverwarmen.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie
Pastaschotel
Lasagne
Groentegra-
1)
tin
Stokbroden bedekt met gesmolten
Boven + On-
derwarmte
Boven + On-
derwarmte
Circulatiegrill
of Multi hete-
Circulatiegrill of Multi hete-
kaas
Zoete oven­schotels
Visschotels
Gevulde groente
1)
Oven voorverwarmen.
Boven + On-
derwarmte
Boven + On-
derwarmte
Circulatiegrill of Multi hete-
lucht
lucht
lucht
Roosterhoog-teTemperatuur
1 180 - 200 45 - 60
1 180 - 200 25 - 40
1 160 - 170 15 - 30
1 160 - 170 15 - 30
1 180 - 200 40 - 60
1 180 - 200 30 - 60
1 160 - 170 30 - 60
Temperatuur
(°C)
1)
170
(°C)
Tijd (min.)
20 - 30
Tijd (min)
9.5 Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Roomsoezen/ tompoezen
Kruimeltaart 1 / 4 - 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen.
Multi hetelucht
2 rekposities 3 rekposities
1 / 4 -
Temperatuur
(°C)
160 - 180
1)
Tijd (min.)Plaathoogte
25 - 45
NEDERLANDS 17
Koekjes / small cakes / cakejes / gebak / broodjes
Multi hetelucht
Verwar-
mingssoort
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Zandkoekjes 1 / 4 1 / 3 / 5 150 - 160 20 - 40
Short bread / Zandtaart­deeg/ Geba-
1 / 4 1 / 3 / 5 140 25 - 50
kreepjes
Roerdeeg­koekjes
1 / 4 - 160 - 170 25 - 40
Koekjes ge­maakt met ei­witten /
1 / 4 - 80 - 100 130 - 170
schuimgebak
Bitterkoekjes 1 / 4 - 100 - 120 40 - 80
Klein gerezen gebak
Klein blader­deeggebak
1 / 4 - 160 - 170 30 - 60
1 / 4 -
170 - 180
1)
30 - 50
Broodjes 1 / 4 - 180 30 - 55
Small cakes / Kleine cakes (20 stuks/bak-
1 / 4 -
150
1)
25 - 40
plaat)
1)
Oven voorverwarmen.
9.6 Pizza hetelucht
Verwarmings-
soort
Pizza (dunne korst)
Pizza (met uiteen­lopende garne­ring)
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, be­dekt
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd (min.)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
2 180 - 200 20 - 30
1 150 - 170 50 - 60
www.aeg.com
18
Verwarmings-
soort
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd (min.)
2
2
Flammekuchen (pizza-achtig ge-
2
recht uit de Elzas)
Piroggen (Russi­sche variant op
2
calzone)
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
9.7 Braden
• Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fa­brikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aan­wezig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees die een korst moe­ten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
• Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg in de oven te bereiden.
230 - 250
160 - 180
230 - 250
180 - 200
• Giet een beetje vloeistof in de braad­pan om het aanbranden van vleessap of vet te voorkomen.
• Indien nodig het braadstuk (na 1/2 ­2/3 van de gaartijd) keren.
• Besprenkel grote braadstukken en ge­vogelte diverse keren tijdens het bra­den met het eigen vleessap. Hiermee bereikt u een beter braadresultaat.
• U kunt het apparaat ongeveer 10 mi­nuten voor het einde van de berei­dingstijd uitschakelen om de rest­warmte te gebruiken.
1)
1)
1)
1)
10 - 20
45 - 55
12 - 20
15 - 25
9.8 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Stoofvlees 1 - 1,5 kg
Biefstuk of os­sehaas: rood
Biefstuk of os­sehaas: medi­um
Biefstuk of os­sehaas: gaar
1)
Oven voorverwarmen.
per cm
dikte
per cm
dikte
per cm
dikte
Ovenfunc-
tie
Boven +
Onder­warmte
Circulatie-
grill
Circulatie-
grill
Circulatie-
grill
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
1 230 120 - 150
1
1
1
190 - 200
1)
180 - 190
1)
170 - 180
1)
5 - 6
6 - 8
8 - 10
Varkensrug
Soort vlees
Schouder­stuk / nek­stuk / hamlap
Kotelet / rib­betje
Gehaktbrood
Varkens­schenkel (voorgekookt)
Hoeveel-
heid
1 - 1,5 kg
1 - 1,5 kg
750 g - 1kgCirculatie-
750 g - 1kgCirculatie-
Ovenfunc-
tie
Circulatie-
grill
Circulatie-
grill
grill
grill
Kalfsvlees
Soort vlees
Geroosterd kalfsvlees
Kalfsschen­kel
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
1 kg Circulatie-
grill
1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
Lamsvlees
Soort vlees
Lamsbout / geroosterd
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
lamsvlees
Lamsrug 1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
NEDERLANDS 19
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
1 160 - 180 90 - 120
1 170 - 180 60 - 90
1 160 - 170 50 - 60
1 150 - 170 90 - 120
Plaathoog-teTempera-
tuur °C
1 160 - 180 90 - 120
1 160 - 180 120 - 150
Plaathoog-teTempera-
tuur °C
1 150 - 170 100 - 120
1 160 - 180 40 - 60
Tijd (min.)
Tijd (min.)
Tijd (min.)
Wild
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Hazerug tot 1 kg Boven +
Onder­warmte
Reerug, hertenrug
1,5 - 2 kg Boven +
Onder­warmte
Reebout, hertenbout
1,5 - 2 kg Boven +
Onder­warmte
1)
Oven voorverwarmen.
Plaathoog-teTempera-
tuur °C
1
230
1)
1 210 - 220 35 - 40
1 180 - 200 60 - 90
Tijd (min.)
30 - 40
www.aeg.com
20
Gevogelte
Soort vlees
Stukken gevogelte
Halve kip 400 – 500 g
Kip, haan­tje
Hoeveel-
heid
200 – 250 g
p.p.
Ovenfunc-
tie
Circulatie-
grill
Circulatie-
p.p.
grill
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
Eend 1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
Gans 3,5 - 5 kg Circulatie-
grill
Kalkoen 2,5 - 3,5 kg Circulatie-
grill
Kalkoen 4 - 6 kg Circulatie-
grill
Vis (gestoomd)
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Hele vis 1 - 1,5 kg Boven +
Onder­warmte
9.9 Grill
Grill altijd met de maximale tempera­tuurinstelling. Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in de grilleertabel. Altijd de pan plaatsen om vet op te van­gen op de eerste rekstand.
Plaathoog-teTempera-
Tijd (min.)
tuur °C
1 200 - 220 30 - 50
1 190 - 210 35 - 50
1 190 - 210 50 - 70
1 180 - 200 80 - 100
1 160 - 180 120 - 180
1 160 - 180 120 - 150
1 140 - 160 150 - 240
Plaathoog-teTempera-
Tijd (min.)
tuur °C
1 210 - 220 40 - 60
Alleen platte stukken vlees of vis grillen. Lege oven met grillfuncties altijd 5 minu­ten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de oven­deur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Plaathoogte Huishoudelijk
Tijd (min.)
1e kant 2e kant
Biefstuk 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet 3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 25
Hele vis, 500 ­1000 g
3 / 4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
NEDERLANDS 21
Grill intens
Gerecht Plaathoogte
1e kant 2e kant
Tijd (min.)
Burgers / Burgers 4 8 - 10 6 - 8
Varkenshaas 4 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 10 - 12 6 - 8
Runderfilet / kalfs­biefstukken
Toast / Geroo­sterd brood
1)
Brood met iets er­op
1)
Oven voorverwarmen.
4 7 - 10 6 - 8
5 1 - 3 1 - 3
4 6 - 8 -
9.10 Kant-en-klaar gerecht
Multi hetelucht
Kant-en-klaar ge-
recht
Pizza, bevroren 2 200 - 220 15 - 25
American pizza, bevroren
Pizza, gekoeld 2 210 - 230 13 - 25
Pizza snacks, be­vroren
Patat, dun 3 200 - 220 20 - 30
Patat, dik 3 200 - 220 25 - 35
Aardappel partjes 3 220 - 230 20 - 35
Rösties 3 210 - 230 20 - 30
Lasagne/Cannel­loni, vers
Pastaschotel, be­vroren
Oven gegrati­neerde kaas
Kippenvleugels 2 190 - 210 20 - 30
Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min.)
2 190 - 210 20 - 25
2 180 - 200 15 - 30
2 170 - 190 35 - 45
2 160 - 180 40 - 60
3 170 - 190 20 - 30
www.aeg.com
22
Diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Ovenfuncties Rekstand
Pizza, bevro­ren
Patat 1) (300 ­600 g)
Baguettes
Vruchtentaar­ten
1)
Patat frites tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren
Boven + on-
derwarmte
Boven + on­derwarmte of Circulatiegrill
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
9.11 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op een bord.
Schotel
Ontdooitijd
(min.)
3
3 200 - 220
3
3
Verdere ont-
dooitijd (min.)
Temperatuur
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Bedek het bord niet met een kom of an­der bord, aangezien het ontdooien hier­door langer kan duren. Gebruik het eerste ovenrek vanaf de on­derkant.
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Taart, 1400 g 60 60 -
9.12 Inmaken
Let op:
• Gebruik alleen weckpotten van dezelf­de afmetingen.
• Gebruik geen weckpotten met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
• Gebruik het eerste rooster van de bo­dem van deze functie.
• Zet niet meer dan zes weckpotten van één liter op de bakplaat.
(°C)
Tijd (min.)
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Opmerking
Leg de kip op een om­gekeerde onderschotel in een groot bord. Hal­verwege de berei­dingstijd omdraaien.
Halverwege de berei­dingstijd omdraaien.
Halverwege de berei­dingstijd omdraaien.
Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt.
NEDERLANDS 23
• Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met een klem.
• De weckpotten mogen elkaar niet ra­ken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste weck­potten begint te borrelen (na ca. 35 ­60 minuten bij 1 liter-glazen), schakelt u de oven uit of verlaagt u de tempe­ratuur tot 100 °C (zie tabel).
Bessen
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Aardbeien / bos­bessen / frambo­zen / rijpe kruis-
160 - 170 35 - 45 -
bessen
Steenvruchten
In te maken eet-
waar
Peren / kweepe­ren / pruimen
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Groenten
In te maken eet-
waar
Wortelen
1)
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde pic­kles
Koolrabi / erw­ten / asperges
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
9.13 Drogen - Multi hetelucht
Gebruik bakpapier om de ovenroosters mee af te dekken. Voor de beste resultaten schakelt u het apparaat halverwege de bereidingstijd
160 - 170 50 - 60 5 - 10
160 - 170 50 - 60 15 - 20
uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden.
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
1 niveau 2 niveaus
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Bonen 3 1 / 4 60 - 70 6- 8
Paprika's 3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
www.aeg.com
24
Voedsel om
te drogen
Groente in het zuur
Paddenstoe­len
Plaathoogte
1 niveau 2 niveaus
3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
3 1 / 4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 1 / 4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 1 / 4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 1 / 4 60 - 70 6 - 9
10. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Opmerkingen over schoonmaken:
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met warm water en een schoon­maakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mo­gen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voor­werpen met scherpe randen of een af­wasautomaat. Dit kan de antiaanbak­laag beschadigen.
Temperatuur
(°C)
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Tijd (u)
10.1 Katalytische wanden
De wanden met een katalytische coating zijn zelf-reinigend. Ze absorberen op de wand opgehoopt vet tijdens de werking van het apparaat.
Ter ondersteuning van dit zelfreinigende proces moet u de oven regelmatig zonder gerechten verwarmen:
1.
Ovenverlichting inschakelen.
2.
Haal de accessoires uit de oven.
3.
Reinig de de bodem van de oven met water en afwasmiddel en droog het af.
4.
Stel de -functie in.
5.
Stel de oventemperatuur in op 250°C en laat de oven een uur wer­ken.
6.
Reinig de ovenruimte met een zach­te, vochtige doek.
WAARSCHUWING!
Maak het katalytisch oppervlak niet schoon met reinigingsmid­delen. Hierdoor raakt het kataly­tische oppervlak beschadigd.
De verkleuring van het katalytisch oppervlak heeft geen invloed op de katalytische eigenschappen.
10.2 Inschuifrail
Verwijderen van de inschuifrail
2
1
NEDERLANDS 25
U kunt de inschuifrail verwijderen om de zijwanden te reinigen.
1.
Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand.
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze.
De inschuifrail installeren
Installeer de inschuifrail in de omgekeer­de volgorde.
Geldig bij de telescopische ge­leiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wij­zen.
10.3 Lamp
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken. De lamp en het afdekglas kun­nen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel het apparaat uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekerin­genkast, of schakel de stroomonder­breker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het af­dekglas en de ovenruimte. Gebruik altijd hetzelfde lampty­pe.
De lamp aan de bovenkant van de binnenruimte vervangen.
1.
Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2.
Reinig het afdekglas.
3.
Vervang de lamp door een geschikte tegen 300 °C hittebestendige oven­lamp.
4.
Plaats het afdekglas terug.
www.aeg.com
26
10.4 De ovendeur reinigen
De deur en de glaspanelen verwijderen
U kunt de ovendeur en de interne glazen panelen verwijderen om schoon te ma­ken. Het aantal glasplaten verschilt per model.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij­deren van de deur uit het appa­raat. De deur is zwaar.
A
A
2
B
1
1.
Open de deur helemaal.
2.
Duw de klemhendels (A) volledig op de twee scharnieren.
3.
Sluit de ovendeur in de eerste ope­ningsstand (in een hoek van onge­veer 70°).
4.
Pak de deur aan de zijkanten met beide handen vast en trek deze on­der een opwaartse hoek weg van het apparaat.
5.
Plaats de ovendeur met de buiten­kant omlaag op een zachte en egale ondergrond. Dit voorkomt krassen.
6.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vast­pakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
7.
Trek de deur naar voor om deze te verwijderen.
De deur en de glaspanelen installeren
Als u de glaspanelen en de ovendeur heeft schoongemaakt, plaatst u ze terug.
8.
Houd de glasplaten aan de boven­kant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding.
9.
Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer bovenstaande stappen uit in de omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glas­platen.
11. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt niet warm.
Het apparaat wordt niet warm.
Het apparaat wordt niet warm.
Het apparaat wordt niet warm.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte.
Op het display verschijnt '12.00'.
Als u niet zelf het probleem kunt verhel­pen, neem dan contact op met uw ver­koper of de klantenservice. De contactgegevens van het servicecen­trum staan op het typeplaatje. Het type-
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
Het apparaat is uitge­schakeld.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De benodigde kookstan­den zijn niet ingesteld.
De zekering is uitgescha­keld.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
Een stroomonderbre­king.
NEDERLANDS 27
Schakel het apparaat in.
Controleer de kookstan­den.
Controleer of de zeke­ring de oorzaak van de storing is. Als de zekerin­gen keer op keer door­slaan, neem dan contact op met een erkende in­stallateur.
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
Stel de klok opnieuw in.
plaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van het apparaat.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en
. Gooi de verpakking in
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
niet weg met het
www.aeg.com/shop
892956757-A-412012
Loading...