Lees deze informatie aandachtig door.
Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar dit
boekje goed zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door
aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In de tekst worden de volgende symbolen gebruikt:
1 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid.
Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het ap-
paraat.
3Aanwijzingen en praktische tips
2Informatie m.b.t. het milieu
1. Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. …
3. …
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje tips om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de hand als...“.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling (zie ook hoofdstuk Service).
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo …
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend vakman worden aan-
gesloten.
• In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen
losdraaien of uitschakelen.
• Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedruk-reiniger is om veiligheidsredenen verboden.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door erkende vak-
mensen worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde repara-
ties kunnen grote gevaren ontstaan. Wendt u zich in geval van
reparatie tot onze service-afdeling of uw vakhandelaar.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Dit apparaat mag slechts worden gebruikt voor het huishoudelijk koken, braden en bakken van levensmiddelen.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met
hete kookzones in aanraking komen of onder de hete ovendeur worden geklemd.
• Waarschuwing: Gevaar voor verbranding! Tijdens het gebruik
wordt de binnenkant van de oven heet.
• Waarschuwing: Tijdens het stomen nooit de ovendeur openen.
Door de ontsnappende stoom kan waterschade aan meubels ontstaan. Vermijd direct contact met de ontsnappende stoom.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan mogelijkerwijs een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan Doe de
deur in dit geval voorzichtig open. Houd daarbij gloeiend materiaal,
vonken of open vuur op een afstand.
5
Page 6
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het
apparaat
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakblikken,
deksels, enz. op de bodem omdat daarmee het email van de oven
door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd.
• Fruitsappen, die van het bakblik druppelen, veroorzaken vlekken, die
niet kunnen worden verwijderd. Gebruik de braadslede voor zeer
vochtig gebak.
• Plaats geen gewicht op de open ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de oven. Zo kunnen functiestoringen
en beschadiging van het email ontstaan.
• Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste
glasplaat, kan het glas breken.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Bij het inschakelen
kunnen deze ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Dat kan het email
beschadigen.
2Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
Oud apparaat verwijderen
Verwijder afgedankte apparatuur conform de in uw woonplaats geldende richtlijnen.
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
gedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
6
Page 7
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Waterlade
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
7
Page 8
Bedieningspaneel
Waterlade
Uitrusting oven
Oven-/tijdindicatiesTemperatuurindicatie
Hoofdtoets
Ovenfuncties
Insteltoetsen
Klokfuncties
Ovenverlichting
Bovenwarmte en grillelement
8
Inzetniveaus
Inschuifroosters,
uitneembaar
Onderwarmte
Ovenverlichting
Stopcontact vleesther-
mometer
Ventilator
Ovenverlichting
Verwarmingselement
achterwand/vetfilter
Inschuifroosters,
uitneembaar
Stoomgenerator/stoomrozet
Page 9
Accessoires oven
Combi-rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
grilleren.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes
(niet geschikt voor stomen)
Braadslede
Om te braden of als opvang voor vet
(niet geschikt voor stomen)
Vleesthermometer
Voor het nauwkeurig bepalen van
de gaarheid van stukken vlees (niet
geschikt voor stomen)
9
Page 10
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
3De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
De pijl voor de dagtijdknippert
na het aansluiten van de oven op
het elektriciteitsnet of na een
stroomuitval.
Stel de actuele dagtijd in met de
toets of.
5 seconden wachten.
10
De pijl knippert niet meer en de klok
geeft de actuele dagtijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Page 11
Taal instellen
1. Schakel het apparaat in met de
hoofdtoets.
2. Druk tegelijk op de hoofdtoets
en de toets klokfuncties.
3. Kies met de insteltoetsen
en een van de voorgestelde talen uit.
4. Druk tegelijk op de hoofdtoets
en de toets klokfuncties om de
gekozen taal op te slaan.
11
Page 12
Helderheid van de indicatie instellen
Als de oven hoog is ingebouwd, kunt u helderheid van de indicatie instellen om de leesbaarheid te verbeteren.
1. Schakel het apparaat in met de
hoofdtoets.
2. Druk tegelijk op de hoofdtoets
ende toets klokfuncties.
3. Druk op de toets ovenfuncties.
4. Stel de helderheid in met de
toets of.
5. Druk tegelijk op de hoofdtoets
en de toets klokfuncties om de
gekozen helderheid op te slaan.
12
Page 13
Eerste reiniging
Voordat u de oven voor de eerste keer gebruikt, moet u deze eerst grondig reinigen.
1 Let op: gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen! U zou
de oppervlakken kunnen beschadigen.
3Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel
verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
1. Druk op de hoofdtoets en dan op de toets ovenverlichting: de
ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Open de ovendeur.
2. Neem alle accessoires en inschuifroosters uit de oven en reinig deze
met een warm sopje.
3. Maak ook de oven schoon met een warm sopje en droog de oven na.
4. Veeg de voorzijde van de oven af met een vochtige doek.
13
Page 14
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
Indicatie
ovenfuncties
KooktijdindicatieEinde-indicatie
TijdfunctiesTijdfuncties
Tijdindicaties
Dagtijd/kookwekker
Temperatuurindicatie
Hoofdtoets
Ovenfuncties
thermometer
Programma
Vlees-
Klokfuncties
Ovenverlichting
Insteltoetsen
3Algemene aanwijzingen
• Schakel het apparaat altijd eerst in met de hoofdtoets.
• Wanneer de gekozen functie brandt, gaat de oven opwarmen of be-
gint de ingestelde tijd te lopen.
• Wanneer de gekozen temperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer.
• De ovenverlichting kan tijdens het gebruik worden in- en uitgescha-
keld met de toets .
• Schakel het apparaat uit met de hoofdtoets.
14
Page 15
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
3De functies pizzastand, infratherm-braden en boven- en onder-
warmte beschikken over een automatische snel-opwarming. Deze au-
tomatische snel-opwarming zorgt ervoor dat de gekozen temperatuur
zo snel mogelijk wordt bereikt.
Stomen
Vaste temperatuurinstelling: 96°C
Voor fruit, groente, vis, aardappelen, rijst, deegwaren en gelijksoortige
etenswaren.
Stoomgenerator, onderwarmte-element en ventilator zijn in werking.
Interval-stomen
Temperatuurvoorstel: 180 °C.
Voor het bakken en braden en opwarmen van gekoeld en bevroren
voedsel.
Hetelucht en stoomgenerator zijn afwisselend in werking.
Multi-hetelucht
Temperatuurvoorstel: 150 °C.
Voor het bakken op max. drie niveaus en braden.
gebruik Het achterwandverwarmingselement is in werking en boven-
dien is de ventilator ingeschakeld.
Pizzastand
Temperatuurvoorstel: 200°C
Voor het bakken van gebak op één niveau en voor gebaksoorten, die
erg bruin moeten zijn en een krokante bodem moeten hebben. Daartoe
behoren bijv. pizza, quiches, vruchtengebak, enz.
Onderwarmte- en achterwandverwarmingselementen zijn in werking
en bovendien is de ventilator ingeschakeld.
Infratherm-braden
Temperatuurvoorstel: 180 °C
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grillelement en bovenwarmte werken afwisselend met de ventilator.
15
Page 16
Grote grill
Temperatuurvoorstel: 230°C
Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoeveelhe-
den, zoals bijvoorbeeld steaks, schnitzels en vis. Deze functie is ook geschikt voor roosteren.
De verwarmingselementen van bovenwarmte en grill werken.
Kleine grill
Temperatuurvoorstel: 230 °C.
Voor het grillen van platte etenswaren, die in het midden van het
rooster worden geplaatst, zoals b. v. steaks, schnitzels, vis of om te
roosteren.
Het grillelement is in werking.
Boven- en onderwarmte
Temperatuurvoorstel: 200 °C
Voor bakken en braden op één niveau.
De verwarmingselementen van boven- en onderwarmte werken.
Drogen/ontdooien
Temperatuurvoorstel: 30°C.
Voor het drogen van kruiden, fruit en groente en om te ontdooien.
Verwarmingselementen van onderwarmte en ventilator zijn in werking.
Braden bij lage temperaturen
Vaste temperatuurinstelling: 120/80 °C.
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig braadvlees.
Achterwandverwarmingselement en ventilator zijn in werking.
16
Page 17
Oven in- en uitschakelen
Ovenfunctie inschakelen
1. Schakel het apparaat in met de hoofdtoets.
2. Druk net zo vaak op de toets
ovenfunctie totdat de gewenste ovenfunctie verschijnt.
• In de temperatuurindicatie ver-
schijnt een voorstel voor de temperatuur.
• Als de voorgestelde temperatuur
niet binnen ca. 5 seconden wordt
veranderd, gaat de oven opwarmen.
Temperatuur van de oven veranderen
Druk op de toets of om de
temperatuur hoger of lager in te
stellen.
U kunt de temperatuur in stappen
van 5°C instellen.
Thermometer-symbool
• Het langzaam oplopende thermometer-symbool geeft aan in hoever-
re de oven al is opgewarmd.
• De drie na elkaar knipperende delen van het thermometer-symbool
geven aan dat de snel-opwarming is geactiveerd.
17
Page 18
Temperatuur opvragen
Druk tegelijk op de toetsen
en.
De actuele temperatuur van de oven
verschijnt in de
temperatuurindicatie.
Ovenfunctie veranderen
Druk net zo vaak op de toets
ovenfunctie totdat de gewenste ovenfunctie verschijnt.
Ovenfunctie uitschakelen
Om de oven uit te schakelen, drukt
u net zo vaak op de toets
ovenfunctie totdat er geen
ovenfunctie meer wordt aangegeven.
18
Page 19
Oven uitschakelen
Schakel het apparaat uit met de
hoofdtoets.
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder
lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
19
Page 20
Rooster, plaat en braadslede plaatsen
Plaat en braadslede plaatsen:
De platen hebben links en rechts
een kleine uitholling. Deze uitholling werkt als kantelbeveiliging en
moet altijd naar achteren zijn gericht.
Rooster plaatsen:
Rooster in het gewenste inschuifrooster plaatsen.
Vetfilter inzetten/uitnemen
Het vetfilter beschermt tijdens het
braden het verwarmingselement in
de achterwand tegen vetspatten.
Vetfilter inzetten
Vetfilter aan het greepje pakken en de twee steuntjes van
boven naar beneden in de opening in de achterwand van de
oven (ventilatoropening) steken.
20
Vetfilter uitnemen
Vetfilter aan het greepje pakken en naar boven uitnemen.
Page 21
Stoomfuncties
1 Let op: De stoomfuncties moeten altijd in combinatie met de klokfunc-
ties duur of einde worden ingesteld (zie hoofdstuk Klokfuncties
duur/einde).
1 Let op: Gebruik uitsluitend water als vloeistof!
Er klinkt een zoemtoon wanneer het water op is. Kort na het bijvullen
van het water wordt de zoemtoon automatisch uitgeschakeld.
3Gebruik uitsluitend ontkalkt water om kalkaanslag te voorkomen (bij-
voorbeeld uit een waterfilterapparaat).
3Door de automatische ca. 5 minuten durende verdamping aan het ein-
de van de bereidingstijd en de opwarmtijd van ca. 2 minuten zijn instellingen van minder dan 10 minuten niet zinvol.
Bij het openen van de deur ontsnapt nog stoom.
Stomen
1. Voeg het water (ca. 700 ml) niet di-rect toe in de stoomgenerator, maar
in de waterlade in het bedienings-
paneel.
De watervoorraad is toereikend voor
ca. 30 minuten.
2. Schakel de oven in met de
hoofdtoets.
3. Kies de functie stomen met de toets
ovenfuncties.
4. Kies de functie duur of einde
met de toets klokfuncties en stel
de gewenste bereidingstijd of uitschakeltijd in met de toets
of.
Na ca. 2 minuten is de eerste stoom
zichtbaar. Een enkelvoudige signaaltoon meldt wanneer de temperatuur
van ca. 96°C is bereikt.
Een drievoudige signaaltoon geeft
het einde van de bereidingstijd aan.
21
Page 22
5. Schakel de signaaltoon en de oven uit met de hoofdtoets.
Zuig na het afkoelen van de oven het restwater met een spons uit de
stoomgenerator en wrijf eventueel na met een paar druppels azijn.
Laat de deur van de oven open staan zodat de oven volledig kan dro-
gen.
Interval-stomen
Hetelucht wordt automatisch steeds afgewisseld met stoom.
1. Voeg het water niet direct toe in de stoomgenerator, maar in de wa-
terlade in het bedieningspaneel.
2. Schakel de oven in met de hoofdtoets.
3. Kies de functie interval stomen met de toets ovenfuncties en stel
de gewenste temperatuur in met de toets of.
4. Kies de functie duur of einde
met de toets klokfuncties en stel
de gewenste bereidingstijd of uitschakeltijd in met de toets
of.
Verder zoals bij stomen.
22
Page 23
Extra functies
Programma’s
3Gebruik voor deze functie de recepten die worden genoemd in het
hoofdstuk “Geprogrammeerde functies en recepten“.
Programma kiezen
1. Druk net zo vaak op de toets
programma totdat het gewenste programma verschijnt.
– In de functie-indicatie verschij-
nen het symbool voor de betreffende ovenfunctie en het
aanbevolen inzetniveau.
– In de temperatuurindicatie ver-
schijnt een voorstel voor de
temperatuur.
– In de tijdindicaties verschijnen de bereidingstijd en het einde van de
bereidingstijd.
– Na ca. 5 seconden wordt de oven ingeschakeld.
– 10 minuten voor het einde van het programma klinkt er een zoe-
mer.
2. Controleer nu hoe gaar de levensmiddelen zijn.
3Is niet van toepassing voor stomen!
– Na het verstrijken van de bereidingstijd klinkt er een zoemer.
In de tijdindicatie knippert “0:00”.
3. Druk op een willekeurige toets om de zoemer uit te
schakelen.
Start uitstellen
U kunt de start van de bereidingstijd uitstellen (zie Klokfuncties
einde).
3U kunt de klokfunctie einde alleen instellen wanneer het programma
nog niet langer dan twee minuten loopt.
Bereidingstijd voortijdig beëindigen
Druk net zo vaak op de toets programma totdat er geen programma meer wordt aangegeven.
23
Page 24
Vleesthermometer
Met deze functie kunt u de oven laten uitschakelen wanneer een ingestelde kerntemperatuur exact is bereikt.
Het gebruik van de vleesthermometer is zinvol bij boven-/onderwarmte
en infratherm-braden.
Er moet op twee temperaturen worden gelet:
– De temperatuur van de oven: (zie de braadtabel)
– De kerntemperatuur: (zie de tabel vleesthermometer)
1 Let op: Alleen de meegeleverde vleesthermometer mag worden ge-
bruikt! Wanneer deze moet worden vervangen, mag alleen het originele
reserveonderdeel worden gebruikt!
1. Steek de punt van de vleesthermometer volledig in het vlees. De punt
moet zich hierbij zo veel mogelijk in
het midden van het product bevinden.
2. Steek de stekker van de vleesthermometer tot de eindaanslag in het
stopcontact in de
zijwand van de oven.
3. Druk net zo vaak op de toets
ovenfuncties totdat de gewenste ovenfunctie verschijnt.
4. Stel binnen 5 seconden de gewenste
kerntemperatuur in met de
toets of.
De actuele kerntemperatuur verschijnt in de indicatie.
24
Page 25
3• De kerntemperatuur wordt vanaf
30°C aangegeven.
• Wanneer de actuele kerntempera-
tuur al moet worden aangegeven
voordat de gewenste kerntemperatuur is ingesteld, drukt u op de
toets vleesthermometer en
stelt u de temperatuur in. Druk
twee keer op de toets vleesthermometer om de temperatuur
van de oven in te stellen.
• Stel binnen 5 seconden de ge-
wenste oventemperatuur in met
de toets of.
– Zodra de ingestelde kerntemperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer
en wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om de zoemer uit te schakelen.
1 Waarschuwing: De vleesthermo-
meter is heet! Bij het uittrekken van
de stekker en de punt van de vleesthermometer bestaat verbrandingsgevaar!
6. Trek de stekker van de vleesthermometer uit het stopcontact en neem
het vlees met de ingestoken vleesthermometer uit de oven.
7. Apparaat uitschakelen.
Kerntemperatuur opvragen of wijzigen
– Met de toets vleesthermometer kunt u wisselen tussen de actue-
le en de ingestelde kerntemperatuur en de ingestelde temperatuur
van de oven.
– Wijzig de temperatuur zo nodig met de toets of.
25
Page 26
Klokfuncties
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
3Algemene aanwijzingen
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert de bijbehorende pijl
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kunt u de gewenste tijden instellen of veranderen met of .
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert de pijl nogmaals
ca. 5 seconden. Daarna gaat de pijl branden. De ingestelde tijd begint
af te lopen.
26
Page 27
Kookwekker
1. Druk net zo vaak op de
toets klokfuncties totdat de pijl
kookwekker knippert.
2. Stel met de toets of de ge-
wenste korte tijd in
(max. 99 minuten).
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie
de resterende tijd aan.
De pijl kookwekker is gaan branden.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2minuten.
„0.00“ en de pijl kookwekker
knipperen.
Zoemer uitschakelen:
druk op een willekeurige toets.
27
Page 28
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur
kiezen.
2. Druk net zo vaak op de toets
klokfuncties totdat de pijl
duur knippert.
3. Stel de gewenste bereidingstijd in
met de toets of.
De pijl duur is gaan branden.
28
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De oven wordt
uitgeschakeld.
„0.00“ en de pijl duur knipperen.
Zoemer uitschakelen:
druk op een willekeurige toets.
Page 29
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Druk net zo vaak op de toets
klokfuncties totdat de pijl
einde knippert.
3. Stel de gewenste uitschakeltijd in
met de toets of.
De pijl einde is gaan branden.
Na het verstrijken van de tijd klinkt
er een zoemer gedurende
2 minuten. De oven wordt uitgeschakeld.
„0.00“ en de pijl einde knipperen.
Zoemer uitschakelen:
druk op een willekeurige toets.
29
Page 30
Duur en einde gecombineerd
3U kunt de functies duur en einde gelijktijdig gebruiken wanneer de
oven op een later tijdstip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Ovenfunctie en temperatuur
kiezen.
2. Met de functie duur de benodig-
de bereidingstijd voor het gerecht
instellen,
bijvoorbeeld: 1 uur.
3. Met de functie einde het tijdstip
instellen waarop het gerecht klaar
moet zijn,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
30
De pijlen duur en einde gaan
branden.
De oven wordt automatisch ingeschakeld op het berekende tijdstip,
bijvoorbeeld: 13:05 uur.
Na het verstrijken van de ingestelde
duur klinkt er een zoemer gedurende 2 minuten en de oven wordt automatisch uitgeschakeld,
bijvoorbeeld: 14:05 uur.
Page 31
Dagtijd veranderen
1. Druk net zo vaak op de toets
klokfuncties totdat de pijl
dagtijd knippert.
2. Stel de actuele dagtijd in met de
toets of.
3. Na ca. 5 seconden knippert de pijl
niet meer en geeft de klok de ingestelde dagtijd aan.
Het apparaat is weer klaar voor gebruik.
3U kunt de dagtijd alleen veranderen,
wanneer de kinderbeveiliging is uitgeschakeld, de klokfuncties duur
of einde niet zijn ingesteld en er
geen ovenfunctie is ingesteld.
31
Page 32
Overige functies
3Tussen 22:00 en 6:00 uur vermindert de helderheid van de indicatie au-
tomatisch.
Tijdindicatie uitschakelen
2U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
1. Schakel het apparaat met de hoofdtoetsuit.
2. Druk net zo lang tegelijk op de toet-
sen vleesthermometer en
totdat de indicatie donker wordt
(ca. 2 seconden).
3De indicatie wordt automatisch in-
geschakeld wanneer het apparaat
weer in gebruik wordt genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat de tijdindicatie weer
uit.
Wanneer u wilt dat de tijd weer blijvend wordt aangegeven, moet u de
tijdindicatie weer inschakelen.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakel het apparaat met de hoofdtoetsuit.
2. Druk net zo lang tegelijk op de toetsen vleesthermometer en
totdat de indicatie weer verschijnt (ca. 2 seconden).
32
Page 33
Kinderbeveiliging van de oven
Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de oven niet worden
gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakel het apparaat in met de
hoofdtoets. Er mag geen ovenfunctie zijn gekozen.
2. Houd de toetsen programma
en tegelijk ingedrukt totdat
KINDERBEVEILIGING in de indicatie
verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
Houd de toetsen programma en tegelijk ingedrukt totdat KINDERBEVEILIGING in de indicatie uit gaat.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
33
Page 34
Programmabeveiliging
Met deze functie voorkomt u dat ingestelde ovenfuncties per abuis
worden gewijzigd.
Programmabeveiliging inschakelen
1. Schakel het apparaat in met de hoofdtoets.
2. Kies een ovenfunctie.
3. Houd de toetsen programma
en gedurende ca. 2 seconden
tegelijk ingedrukt totdat in de indicatie PROGRAMMABEVEILIGING
verschijnt.
De programmabeveiliging is nu ingeschakeld.
Programmabeveiliging uitschakelen
Houd de toetsen programma en ca. 2 seconden tegelijk ingedrukt.
De programmabeveiliging wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
het apparaat wordt uitgeschakeld.
Veiligheidsuitschakeling van de oven
3Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer
de temperatuur niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch
uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de temperatuur die als laatste is
ingesteld en er klinkt een zoemer.
De oven wordt uitgeschakeld bij een oventemperatuur van:
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
34
Page 35
Toepassingen, tabellen en tips
Stomen
Voor het stomen gebruikt u de ovenfunctie stomen of interval-stomen.
Waarschuwing: Tijdens het stomen nooit de ovendeur openen!
1
Let op: Gebruik uitsluitend water als vloeistof!
1
Servies voor het stomen
• Voor stomen zijn vormen van passend hitte- en corrosiebestendig
materiaal geschikt.
• Chroomstalen servies is zeer geschikt (zie extra toebehoren).
Inzetniveaus
• Raadpleeg de volgende tabellen voor het inzetniveau. De inzetni-
veaus worden van onderen naar boven geteld.
3Algemene aanwijzingen
• Vul water bij indien de bereidingstijd langer is dan 30 minuten of als
u grote hoeveelheden wilt stomen.
• Neem bij stomen en interval-stomen het vetfilter uit de oven, om-
dat het bereidingsproces anders langer duurt.
• Spoel de waterlade, de slangverbindingen en de stoomgenerator
grondig door als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt (zie
het hoofdstuk Reiniging en onderhoud).
Aanwijzingen bij de tabel stomen
In de volgende tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoorschriften, bereidingstijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en bereidingstijden zijn richtwaarden. De waarden
zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling en de grootte van de
levensmiddelen, de hoeveelheid en het servies.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
35
Page 36
Stomen
De bereidingswijze stomen is geschikt voor alle levensmiddelen, vers of
bevroren. Met deze functie kunt u groente, vlees, vis, deegwaren, rijst,
maïs, griesmeel en eieren bereiden, opwarmen, ontdooien, pocheren of
blancheren.
U kunt het volledige gerecht in één keer en direct op het servies bereiden, onafhankelijk van de hoeveelheid of de bereidingstijd.
Raadpleeg de tabel voor aanwijzingen.
Tabel stomen
Stomen (700 ml water)
Product
Risotto225-30
Rijst235-40
Aardappelen in de schil, middelgroot245-55
Gekookte aardappelen235-40
Ratatouille225-30
Spruitjes230-35
Bloemkool, heel240-45
Tomaten, heel215-20
Rode bieten, heel260-70
Koolrabi/selderij/venkel, gesneden235-40
Courgettes, gesneden220-25
Wortels, gesneden230-35
Groente ontdooien en koken230-35
Bonen blancheren220-22
Groente blancheren212-15
Ham, 1000 g250-75
Kasselerrib 600-1000 g245-55
Gehaktbrood opwarmen (plakken van 1
cm)
Forellen 170-300 g215-25
InzetniveauTijd in min.
220-25
36
Page 37
Stomen (700 ml water)
Product
Eieren, zachtgekookt28-10
Eieren, middelhard210-12
Eieren, hardgekookt215-20
InzetniveauTijd in min.
Stomen en multi-hetelucht gecombineerd
Met de combinatie van stomen en multi-hetelucht kunt u eerst met de
functie multi-hetelucht het vlees aanbraden en vervolgens met de
functie stomen het vlees, de groente en de bijgerechten samen in de
oven bereiden, zodat deze tegelijk kunnen worden geserveerd.
• Braad het vlees aan met de functie multi-hetelucht.
• Plaats de voorbereide groente en bijgerechten op hittebestendig ser-
vies bij het vlees in de oven.
• Start de functie stomen en laat alles samen in de oven staan tot het
klaar is.
3U kunt de functie stomen pas starten als de oven een tot een tempera-
tuur van ca. 85°C is afgekoeld (zie temperatuurindicatie). Open de
ovendeur zodat de oven sneller afkoelt.
Stomen en multi-hetelucht gecombineerd
Product
Varkensvlees 1 kg,
aardappelen, groente,
jus
Kalfsvlees 1 kg,
rijst, groente
Multi-hetelucht
Temp.
in °C
18040-5030-35
18040-5030-35
Vlees
tijd in min.
Vlees en bij-
gerechten,
tijd in min.
Stomen
(700 ml water)
Inzet-
niveau
1
3
1
3
37
Page 38
Interval-stomen
De bereidingswijze interval-stomen is met name geschikt voor het aanbraden van grote stukken vlees en voor het ontdooien en opwarmen
van reeds bereide gerechten die in porties zijn verdeeld.
Tabel interval-stomen
Bereiden op meerdere inzetniveaus
Interval-stomen (250 ml water)
Soort vlees
Opwarmen van een gerecht
6 borden Ø 24 cm
Varkensvlees 1 kg180*55-652
Kalfsvlees 1 kg180*45-552
Gehaktbrood, rauw 500 g18030-402
Bokworst9015-202
Knakworstjes9015-202
Kasselerrib 600-1000 g18035-452
Kip 1 kg180*45-552
Eend 1,5-2 kg180*55-652
Gans 3 kg170*130-1701
Visfilets9010-152
Gegratineerde aardappelen,
gegratineerde aardappelen met
prei
Pastaschotel18035-452
Lasagne18045-502
Brood
500-1000 g
Broodjes 50-60 g200-21020-252
Snijd hele stukken vlees voor het opwarmen in plakken.
* Oven voorverwarmen.
Temperatuur
in °C
12015-201, 3 en 5
18040-502
190-20050-602
Tijd
in min.
Inzet-
niveau
38
Page 39
Bakken
Voor het bakken gebruikt u de ovenfuncties multi-hetelucht, pizzastand of boven-/onderwarmte.
3Neem bij het bakken het vetfilter uit de oven, omdat het bakproces
anders langer duurt en de oppervlakken ongelijkmatig worden gebruind.
Bakvormen
• Voor boven-/onderwarmte zijn vormen van donker metaal en vormen
met een speciale laag geschikt.
• Voor multi-hetelucht of pizzastand zijn ook lichtgekleurde metalen
vormen en glazen en keramische vormen geschikt.
Inzetniveaus
• Met boven-/onderwarmte kunt u bakken op één niveau.
• Met multi-hetelucht kunt u droge, vlakke gebaksoorten op maximaal
3 bakplaten tegelijk bakken.
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
inzetniveau 1 en 4
3 bakplaten:
inzetniveau 1, 3 en 5
39
Page 40
Algemene aanwijzingen
• Onthoud dat de inzetniveau van onderen naar boven worden geteld.
• Plaats de bakplaat met de schuine kant naar voren in de oven!
• Plaats gebak in een vorm altijd in het midden van het rooster.
• Met boven-/onderwarmte of multi-hetelucht kunt u ook twee vor-
men tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt
nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het
gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur.
Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende
temperatuurvoorschriften, bereidingstijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn na-
melijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid
en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste tem-
peratuurwaarde in te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer het gebak niet bruin
genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
• Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in
vormen kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op
één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin
van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het
gebak overal even bruin.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
de baktijd uitschakelen en gebruik maken van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
40
Page 41
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
Multi-heteluchtBoven-/onderwarmteTijd
Soort gebak
Inzet-
niveau
TemperatuurºCInzet-
niveau
Temperatuur
ºC
de func-
ties
uren: min.
Gebak in vormen
Tulband1150-1701160-1800:50-1:10
voor bei-
Zandgebak/
driekoningenkoek
1140-1601150-1701:10-1:30
Biscuittaart1140-1602160-1800:25-0:40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem van
roerdeeg
3170-1802190-210
3150-1702170-1900:20-0:25
1)
0:10-0:25
Dichte appeltaart1150-1701170-1900:50-1:00
Hartige taart
(bijvoorbeeld Qui-
1160-1801190-2100:30-1:10
che Lorraine)
Kwarktaart1140 -1601170-1901:00-1:30
Gebak op de bakplaat
Gistbroodje/-krans3160-1703170-1900:30-0:40
140-160
1)
1)
1)
1
1)
3160-1801)0:40-1:00
2230
160
1)
0:20
0:30-1:00
3190-2100:25-0:40
3180-2001)0:10-0:20
3190-2101)0:15-0:30
Kerststol3160-170
Brood (roggebrood)
eerst
1180-200
dan
Roomsoezen/
2)
éclairs
3160-170
Biscuitrol3150-170
Kruimeltaart,
3)
droog
3150-1603170-1900:20-0:40
Boter-/suikertaart3160-170
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roer-
3140-1603170-1900:25-0:50
deeg)
41
Page 42
Multi-heteluchtBoven-/onderwarmteTijd
Soort gebak
Inzet-
niveau
TemperatuurºCInzet-
niveau
Temperatuur
ºC
de func-
ties
uren: min.
voor bei-
Vruchtentaart op
zandtaartdeeg
2)
3150- 1703170-1900:40-1:20
Plaatkoek met
delicaat beleg
(bijv. kwark, slag-
--3170-1900:40-1:20
room, enz.)
Pizza (met veel be-
2)
leg)
1180-2001190-210
Pizza (rond bakblik)1230
Turks brood, pittabrood
Zwitsers fruitpuddinkje
--2230
1180-2001210-2300:35-0:50
1)
1230
1)
0:30-1:00
1)
0:10-0:25
1)
0:15-0:25
Koekjes
Koekjes van
zandtaartdeeg
3)
Sprits
Koekjes van
roerdeeg
3)
3)
3150-1603170-190
3140-1503160-1800:10-0:40
3150-1603170-1900:15-0:20
1)
0:06-0:20
Schuimpjes380-1003100-1202:00-2:30
Bitterkoekjes3100-1203120-1400:30-0:60
Gistkoekjes3150-1603170-1900:20-0:40
Bladerdeegkoekjes3170-180
Broodjes3170-190
1)
1)
3190-2101)0:20-0:30
3180-2201)0:20-0:35
Gratineren
Toast „Hawaii“3200-2203230
1)
0:14-0:16
1) Oven voorverwarmen.
2) Braadslede gebruiken.
3) Bakken op 2 niveaus is mogelijk.
De vetgedrukte gegevens tonen u de gunstigste ovenfunctie
resp. temperatuur.
42
Page 43
Bakken op verschillende inzetniveaus
Multi-hetelucht
Soort gebak
gebak op de bakplaat
soezen1/4-160-18010:35-0:60
kruimeltaart droog1/4-140-1600:30-0:60
koekjes
koekjes van zandtaartdeeg
sprits1/41/3/5140-1500:20-0:60
koekjes van roerdeeg1/4-160-1700:25-0:40
schuimpjes1/4-80-1002:10-2:50
bitterkoekjes1/4-100-1200:40-1:20
gistkoekjes1/4-160-1700:30-0:60
bladerdeegkoekjes1/4-170-18010:30-0:50
broodjes1/4-180-19010:30-0:55
1) Oven voorverwarmen
Inzetniveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
1/41/3/5150-1600:15-0:35
Tempera-
tuur ºC
Tijd
uren: min.
43
Page 44
Pizzastand
De opgegeven baktijden zijn richtwaarden.
Pizzastand
Soort gebak
Zandtaartdeeg
Dichte vruchtentaart150-160245-60
Kwarktaart op bakplaat150-160245-55
Bessentaart,
Bodem voorbakken
Bessentaart
afbakken
Bladerdeeg
Franse appeltaart160-170*240-45
Gistdeeg
Kwarktaart150-160235-45
Pizza220*115-20
Koekjes
Notenkoekjes160-170125
Gekneed deeg
Spinazietaart190-200230-35
Brood en broodjes
Turks brood200-220*221
Soufflés en gegratineerde gerechten
Schotel van pasta en prei180-200137
* Oven voorverwarmen.
Temperatuur
in °C
160-170*215
150-160230
InzetniveauBaktijd in minuten
44
Page 45
DiepvriesgerechtenPizzastand
Soort gebak
Diepvries-pizza
Temperatuur
in °C
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant op de
verpakking
Inzetniveau
Op het grilrooster leg-
gen, bakplaat eronder
schuiven (inzetniveau
volgens de aanwijzingen
van de fabrikant op de
verpakking)
Baktijd in
minuten
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant op
de verpakking
Volg de aanwijzingen van de fabrikant ook voor alle andere diepvriesproducten.
Tabel ovenschotels en gratineren
Boven- en onderwarmteInfratherm-bradenTijd
Inzetniveau
van
onderen
pastaschotel1180-2001160-1700:45-1:00
lasagne1180-2001160-1700:25-0:40
gegratineerde
*
groente
gegratineerd
stokbrood
zoete
ovenschotel
visschotel1180-2001160-1700:30-1:00
gevulde
groente
* oven voorverwarmen
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
*
1200-2201160-1700:15-0:30
1200-2201160-1700:15-0:30
1180-200--0:40-0:60
1180-2001160-1700:30-1:00
Tempera-
tuur
°C
Inzetniveau
van
onderen
Tempera-
tuur
°C
uren: min.
45
Page 46
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Gerecht
diepvries-pizza3
patates frites
(300-600 g)
baguettes3
vruchtengebak3
* opmerking: patates frites tussendoor 2-3 x omkeren.
Inzetniveau
van onderen
*
OvenfunctieTemperatuurTijd
boven- en on-
derwarmte
3
infratherm-bra-
den
boven- en on-
derwarmte
boven- en on-
derwarmte
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
200-220 °C15-25 min.
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
46
Page 47
Tips voor het bakken
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
Het gebak is aan de
onderkant te licht
Het gebak zakt in elkaar (wordt klef,
sponzig, waterstrepen)
Het gebak is te droog Te lage baktemperatuurBaktemperatuur volgende
Het gebak wordt ongelijkmatig bruin
Te lange baktijdTe lage temperatuurBaktemperatuur volgende
Verkeerde inzethoogteGebak lager inzetten
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur wat lager
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Te veel vloeistof in het deegGebruik de volgende keer
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig verdeeld
Het vetfilter is ingezetVetfilter uitnemen
Het vetfilter is ingezetVetfilter uitnemen
instellen
Baktijden kunnen niet door
een hogere baktemperatuur worden verkort
minder vloeistof
Let op de kneedtijden, vooral
bij het gebruik van keukenmachines
keer wat hoger instellen
Baktemperatuur wat lager
instellen en baktijd verlengen
Deeg gelijkmatig op de bakplaat verdelen
keer wat hoger instellen
47
Page 48
Braden
Gebruik voor het braden de ovenfunctie infratherm-braden of boven-/
onderwarmte.
Servies
• Voor het braden is elk soort hittebestendig servies geschikt (Volg de
aanwijzingen van de fabrikant op!).
• Bij servies met kunststof handvatten moet men erop letten dat deze
hittebestendig zijn (Volg de aanwijzingen van de fabrikant op!).
• Grote stukken vlees kunt u direct in de braadslede of op het roos-
ter met daaronder de braadslede braden (bijv. kalkoen, gans, 3-4
kippen, 3-4 varkensschenkels)
• Wij bevelen aan om alle magere vleessoorten in de braadpan met
deksel te braden (bijv. kalfsvlees, gemarineerd vlees, runder smoor-
vlees, diepgevroren vlees). Op deze manier blijft het vlees sappiger.
• Alle vleessoorten die een knapperig korstje moeten krijgen, kunnen in
de braadpan zonder deksel worden bereid (bijv. varkensvlees, schapenvlees, eend, 1-2 varkensschenkels, 1-2 kippen, klein gevogelte,
rosbief, ossenhaas, wild).
3Tip: Wanneer u in een pan braadt, wordt de oven minder vies!
Inzetniveaus
• De inzetniveaus kunt u met behulp van de volgende tabel bepalen.
Aanwijzing bij de braadtabel
In de tabel treft u de aanwijzingen aan voor de ovenfunctie, de temperatuurinstelling, de braadtijd en het inzetniveau voor diverse vleessoorten. De aangegeven waarden zijn slechts richtlijnen.
• Wij bevelen u aan vlees en vis pas bij hoeveelheden groter dan 1 kg
in de oven te bereiden.
• In het algemeen is de functie boven-/onderwarmte bijzonder geschikt
voor zeer mager vlees, vis en wild. Voor alle andere vleessoorten (speciaal gevogelte) bevelen wij de functie infratherm-braden aan.
• Om het aanbranden van druppelend vleessap of vet te voorkomen,
bevelen wij aan om wat vocht in de braadpan te gieten.
• Het vlees indien nodig (na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd) omkeren.
3Tip: Grote stukken vlees en gevogelte tijdens het braden diverse malen
met het braadsap begieten. Daardoor verkrijgt u een beter resultaat.
2Schakel de oven ongeveer 10 minuten voor het einde van de berei-
dingstijd uit om zo de nawarmte optimaal te benutten.
48
Page 49
Tabel braden
Hoe-
veelheid
Soort vlees
Rundvlees
Suddervlees1-1,5 kg2200-230--2:00-2:30
Rosbief of ossenhaas
Rood (rare)
van binnen
Van binnen
roze (medium)
Doorbakken
Varkensvlees
Fricandeau,
Hamlap
Karbonade,
kasselerrib
Gehakt
Varkensschenkel (voorgekookt)
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk
Kalfsbout1,5-2 kg2210-2252160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout
Lamsbraadstuk
Lamsrug1-1,5 kg2210-2202160-180 1:00-1:30
Gewicht
per cm
dikte
per cm
dikte
per cm
dikte
1-1,5 kg2210-2202160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg)2180-1902170-180 1:00-1:30
750 g-
1 kg
750 g-
1 kg
1 kg2210-2202160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg2210-2202150-170 1:15-2:00
Boven-/onderwarmteInfratherm-bradenTijd
Inzetni-
veau van
onderen
Tempera-
tuur
ºC
2230
2230
2210-230
2170-1802160-170 0:45-1:00
2210-2202150-170 1:30-2:00
1)
1
Inzetni-
veau van
onderen
1
Tempera-
tuur
2190-200 0:05-0:06
2180-190 0:06-0:08
2170-180 0:08-0:10
Uren:
ºC
min.
per cm
dikte
49
Page 50
Hoe-
veelheid
Boven-/onderwarmteInfratherm-bradenTijd
Soort vlees
Wild
Hazenrug,
Hazenbouten
Ree-/hertenrug
Ree-/hertenbout
Gevogelte
Gevogelte
4-6 stuks
Halve kip
2-4 stuks
Kip
Poularde
Eend1,5-2 kg2210-2202160-180 1:00-1:30
Gans3,5-5 kg2200-2102150-160 2:30-3:00
Kalkoen
Vis (stoven)
Hele vissen1-1,5 kg2 / 3210-2202 / 3160-170 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen.
De dikgedrukte informatie geeft telkens de voor het gerecht gunstigste ovenfunctie.
Gewicht
tot 1 kg3220-230
1,5-2 kg2210-2202160-180 1:15-1:45
1,5-2 kg2200-2102160-180 1:30-2:15
elk 200-
250 g
elk 400-
500 g
1-1,5 kg2220-2302170-180 0:45-1:15
2,5-
3,5 kg
4-6 kg2180-2002140-150 2:30-4:00
Inzetni-
veau van
onderen
Tempera-
tuur
ºC
3220-2303180-200 0:35-0:50
3220-2303180-200 0:35-0:50
2200-2102150-160 1:30-2:00
Inzetni-
veau van
onderen
1
Tempera-
tuur
ºC
3160-170 0:25-0:40
Uren:
min.
50
Page 51
Tabel vleesthermometer
Soort vleesKerntemperatuur van het vlees
Rundvlees
Rosbief of ossenhaas van binnen rood (rare)
van binnen roze (medium)
doorbakken (well-done)
Varkensvlees
Fricandeau, hamlap80 - 82°C
Karbonade, kasselerrib75 - 80°C
Gehakt75 - 80°C
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk75 - 80°C
Kalfsbout85 - 90°C
Schapenvlees / lamsvlees
Schapenbout80 - 85°C
Schapenrug80 - 85°C
Lamsbout, lamsbraadstuk75 - 80°C
Wild
Hazenrug70 - 75 °C
Hazenpoot, hazenbout70 - 75 °C
Gehele haas70 - 75 °C
Reerug, hertenrug70 - 75 °C
Reebout, hertenbout70 - 75 °C
45 - 50°C
60 - 65°C
75 - 80°C
51
Page 52
Vlak grilleren
Om te grilleren moet de ovenfunctie kleine grill of grote grill met
de temperatuurinstelling 230°C worden gebruikt.
1 Let op: Grilleren altijd met gesloten ovendeur.
3De lege oven altijd 3 minuten vóórverwarmen!
Servies
• Bij het grilleren het rooster met daaronder de braadslede gebruiken.
Inzetniveaus
• Voor het grilleren van vlak voedsel in principe niveau 4 gebruiken.
Aanwijzingen bij de grilleertabel
De grilleertijden zijn richtwaarden en hangen van het soort en de kwaliteit van het vlees of de vis af.
• Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
• Vlees of vis omdraaien na ong. de helft van de grilleertijd.
Tabel grilleren
52
GrilleergerechtFunctie
4-8 varkenskarbonades
2-4 varkenskarbonades
Gemarineerd
varkensvlees
2-4 rundersteaks
4 rundersteaks,
medium
2 halve kippen
4 halve kippen
Grote
grill
Kleine
grill
Grote
grill
Kleine
grill
Grote
grill
Kleine
grill
Grote
grill
Tempera-
Braadslede
tuur in°C
Inzetniveau
230141512
230141412
230141214
230145-76-8
230146-87-9
2301415-2018-22
2301315-2018-22
Combirooster
Grilleertijd
minuten
1e
kant
2e
kant
Page 53
GrilleergerechtFunctie
Temperatuur in°C
Braadslede
Inzetniveau
Combirooster
Grilleertijd
minuten
1e
kant
2e
kant
1-4 kippenpoten
4-6 kippenpoten
Grillworstjes,
tot 6 stuks
Grillworstjes,
meer dan 6 stuks
Braadworst, tot
4 stuks
Braadworst, tot
6 stuks
Hele vissen
Geroosterd brood
(zonder beleg)
Grote
grill
Grote
grill
Kleine
grill
Grote
grill
Kleine
grill
Grote
grill
Grote
grill
Grote
grill
230142014
230142018
230145-107
230145-107
230141011
230141012
2301312---
230141-21-2
53
Page 54
Drogen
Voor drogen de ovenfunctie drogen/ontdooien gebruiken.
Servies
• Rooster of bakblik met bakpapier bekleden.
Inzetniveaus
• U kunt tot op 2 niveaus tegelijk drogen.
• Rooster of bakblik op het eerste en vierde niveau van onderen
plaatsen.
Aanwijzingen bij de droogtabel
• Voorbereide levensmiddelen gelijkmatig over het rooster of bakblik
verdelen.
• Levensmiddelen regelmatig keren.
• Levensmiddelen uit de oven nemen als ze nog kunnen worden gebo-
gen en er geen sap meer uit vloeit.
Droogtabel
54
Levensmiddelen
Groente
Bonen756 - 8
Peperoni (reepjes)756 - 8
Soepgroenten755 - 6
Paddestoelen506 - 8
Kruiden40 - 502 - 3
Fruit
Pruimen758 - 10
Abrikozen758 - 10
Appelschijven756 - 8
Peren756 - 9
Temperatuur
°C
Tijd
Uren
Page 55
Ontdooien
Voor ontdooien de ovenfunctie drogen/ontdooien met temperatuurinstelling 30°C gebruiken.
Ontdooiservies
• Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen
• Niet afdekken met borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd
aanzienlijk verlengen.
Inzetniveaus
• Voor ontdooien het rooster op het eerste niveau plaatsen.
Aanwijzingen bij de ontdooitabel
De volgende tabel geeft u enkele aanknopingspunten voor de ontdooitijden.
Ontdooitabel
Gerecht
Kip (1000 g)100-14020-30
Vlees (1000 g)100-14020-30
Vlees (500 g)90-12020-30
Forel (150 g)25-3510-15Niet afdekken
Aardbeien (300 g)20-3010-20Niet afdekken
Ontdooitijd
min.
Nadooitijd min.
Leg de kip op een omgekeerde schotel
in een groot bord. Halverwege de ontdooitijd keren of met folie afdekken
Halverwege de ontdooitijd keren of
met folie afdekken
Halverwege de ontdooitijd keren of
met folie afdekken
Opmerking
55
Page 56
Biofuncties
Met de lage temperaturen die u met deze oven kunt instellen, kunt u
yoghurt maken of gistdeeg laten rijzen.
1 Let op: verander bij alle biofuncties het temperatuurvoorstel!
Yoghurt maken
Gebruik voor het bereiden van yoghurt de ovenfunctie boven-/onderwarmte.
Servies
• Gebruik kopjes of glazen van ca. 150 ml en dek het geheel af met fo-
lie of een deksel.
Inzetniveau
• Plaats het rooster in het derde inzetniveau van onderen.
1. Kook de melk (bijvoorbeeld 1 liter voor 6-8 porties).
2. Laat de melk afkoelen tot 40 °C.
3. Roer één beker zuivere yoghurt (ca. 150 g) door de melk, vul de kopjes
of glazen en dek het geheel af.
4. Plaats de kopjes of glazen op het rooster.
5. Kies met de toets ovenfuncties de functie boven-/onderwarmte en
verander het temperatuurvoorstel in 40 °C.
6. De yoghurt na ca. 5-8 uur uit de oven (nemen en op een koele plaats
zetten).
Gistdeeg laten rijzen
Gebruik voor het rijzen van deeg de ovenfunctie boven-/onderwarmte.
Servies
• Gebruik voor het rijzen van het deeg een schaal die hittebestendig is
tot 40°C.
Inzetniveau
Plaatst het rooster in het tweede inzetniveau van onderen.
1. Dek de schaal met het deeg af met huishoudfolie en plaats het geheel
op het rooster.
2. Kies met de toets ovenfuncties de functie boven-/onderwarmte en
verander het temperatuurvoorstel in 40 °C.
3. Laat het deeg net zo lang rijzen totdat het twee keer zo groot is.
56
Page 57
Braden bij lage temperaturen
Met de functie braden bij lage temperaturen blijft het vlees lekker mals
en bijzonder sappig.
2Bij het braden op een lage temperatuur gebruikt u tot 20 procent min-
der energie dan bij regulier braden.
1 Let op: plaats bij het braden het vetfilter in de oven!
Servies
• Gebruik bij braden bij lage temperaturen altijd schalen zonder dek-
sel.
Inzetniveau en braadtijd
• Raadpleeg de volgende tabellen voor het inzetniveau en de braadtijd.
Aanwijzingen voor braden bij lage temperaturen
• In de eerste 10 minuten van het verloop van het programma wordt de
lege oven opgewarmd tot 120°C. De drie delen van het thermometersymbool knipperen na elkaar. Na het verstrijken van de opwarmtijd
klinkt er een zoemer.
• De oven wordt automatisch naar een temperatuur van 80°C gescha-
keld. Deze temperatuur blijft tijdens de gehele bereidingstijd constant.
• Braad het vlees intussen aan in de pan op hoog vuur. Leg het vlees
vervolgens in een braadschaal of leg het direct op het rooster en
schuif de braadslede eronder. Braad het vlees verder in de voorver-
warmde oven.
3Het automatisch uitschakelen van de oven is niet mogelijk in combi-
natie met de ovenfunctie braden bij lage temperaturen.
3Wij raden de functie braden bij lage temperaturen aan voor zachte,
magere stukken vlees en vis.
Braden bij lage temperaturen is niet geschikt voor bijvoorbeeld suddervlees of varkensvlees.
57
Page 58
Tabel voor braden bij lage temperaturen
VoorverwarmenBraden
Soort vlees
Rosbief1-1,51208090-1102
Ossenhaas1-1,51208090-1102
Kalfsvlees1-1,512080100-1202
GewichtkgTemperatuur°CTemperatuur
°C
Tijd
min.
Inzet-
niveau
58
Page 59
Wecken
Voor wecken de ovenfunctie interval-stomen gebruiken.
Servies
• Voor wecken uitsluitend in de handel verkrijgbare weckglazen van
gelijke grootte gebruiken.
3Glazen potten met een Twist-Off- of bajonetsluiting en metalen blik-
ken zijn niet geschikt.
Inzetniveaus
• Voor wecken het onderste niveau gebruiken.
Aanwijzingen bij het wecken
• Voor wecken de braadslede gebruiken. Daarop kunnen tot zes weck-
glazen van elk een liter worden geplaatst.
• De weckglazen moeten allemaal even vol zijn en afgesloten.
• Plaats de weckglazen dusdanig op de braadslede dat ze elkaar niet
Peren, kwee-appels
Pruimen
Vruchten met hard
vruchtvlees
Groente
Wortels/uien140-150501560
Paddestoelen140-150453060
Gemengd zuur150-1605015---
Temperatuur
°C
140-15035-45------
140-15035-4515---
tot
begin bor-
relen
min.
Verder
koken
bij 100 °C
min.
In de
uitgeschakelde
oven
laten staan
min.
59
Page 60
Geprogrammeerde functies en recepten
Met het apparaat kunt u 12 geprogrammeerde functies en recepten na
elkaar kiezen met de toets programma.
1.Reinigingsprogramma
2.Groente
3.Aardappelgratin
4.Brood
5.Luxe broodjes
6.Visfilet
7.Vis
8.Pizza
9.Quiche
10.Kip
11.Kalfsvlees
12. Opwarmen
1. Reinigingsprogramma
1. Voeg water (ca. 150 ml) en 1 eetlepel azijn direct toe in de stoomgene-
rator.
2. Start de reinigingsautomatiek.
Een drievoudige signaaltoon geeft het einde van het reinigingspro-
gramma aan.
3. Schakel de signaaltoon en de oven uit met de hoofdtoets.
Veeg de oven schoon met een zachte doek.
Verwijder het restwater uit de stoomgenerator.
Laat de ovendeur ca. 1 uur open staan zodat de oven volledig kan
drogen.
60
Page 61
Recepten
2. Groenteschotel
Ingrediënten:
– 400 g bloemkool,
– 200 g wortelen,
– 200 g koolrabi,
– 200 g gele en rode paprika.
Bereidingswijze:
Spoel de bloemkool af en snijd de bloemkool in roosjes.
Schil de wortelen en de koolrabi en snijd ze in kleine stukjes.
Was de paprika en snijd de paprika in reepjes.
Doe alle groenten in een roestvrijstalen schaal voorzien van een zeef.
Gelijktijdig kan de dubbele hoeveelheid op 2 niveaus worden voorbereid.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Groente1 en 3700 ml
waterlade
61
Page 62
3. Aardappelgratin
Ingrediënten:
– 1000 g aardappelen,
– 1 theelepel zout en 1 theelepel peper,
– 1 teentje knoflook geschild
– 300 g gruyère of emmentaler kaas geraspt,
– 3eieren,
– 250 ml melk,
– 4 eetlepels slagroom,
– 1 eetlepel tijm,
– 3 eetlepels boter.
Bereidingswijze:
Schil de aardappelen, snijd ze in dunne plakken, droog ze af en doe er
zout en peper op.
Verdeel de helft van de aardappelen over een ingevette, vuurvaste vorm
en strooi er een beetje geraspte kaas over. Leg de overige aardappelen
hier bovenop en strooi de rest van de geraspte kaas eroverheen.
Pers het teentje knoflook. Voeg hier de eieren, de melk, de slagroom en
de tijm aan toe en roer het geheel goed door. Doe er een beetje zout bij
en giet het geheel over de aardappelen.
Snijd de boter in kleine stukjes en verdeel deze over het gerecht.
62
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
waterlade
Aardappelgratin2 200 ml
Page 63
4. Wit brood
Ingrediënten:
– 1000 g bloem
– 1 klontje verse gist of 2 pakjes droge gist,
– 600 ml melk,
– 15 g zout.
Bereidingswijze:
Giet de melk en het zout in een grote schaal. Los de gist op in de melk
en voeg het geheel toe aan de bloem. Kneed alle ingrediënten tot een
soepel deeg.
Per bloemsoort kan iets meer melk noodzakelijk zijn.
Laat het deeg rijzen totdat het twee keer zo groot is.
Vorm uit het deeg twee broden en leg deze op een met bakpapier bedekte bakplaat of patisserieplaat (extra toebehoren). Laat de broden
nogmaals rijzen totdat ze de helft groter zijn.
Strooi voor het bakken wat bloem over de broden en maak met een
scherp mes drie keer een diagonale snede van minstens 1 cm diep.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Brood2200 ml
waterlade
63
Page 64
5. Luxe broodjes (40 g)
Ingrediënten:
– 500 g bloem
– 20 g verse gist of 1 pakje droge gist,
– 300 ml water,
– 10 g zout.
Bereidingswijze:
Giet de melk en het zout in een grote schaal. Los de gist op in het water
en voeg het geheel toe aan de bloem. Kneed alle ingrediënten tot een
soepel deeg.
Laat het deeg rijzen totdat het twee keer zo groot is.
Snijd het deeg in stukken, vorm er broodjes van en leg deze op de ingevette bakplaat of patisserieplaat (extra toebehoren). Laat de broodjes
nogmaals ca. 25 minuten rijzen.
Snijd voor het bakken kruizen in de broodjes. Naar keuze bestrooien
met maanzaad, komijn of sesamzaad.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Luxe broodjes2 en 4200 ml
waterlade
64
Page 65
6. Gegratineerde visfilet
Ingrediënten:
– 700 g snoekbaarsfilet of zalmforelfilet in blokjes,
– 100 g emmentaler kaas geraspt,
– 200 ml slagroom,
– 50 g paneermeel,
– zout, peper, citroensap,
– peterselie, gehakt,
– 40 g boter voor het invetten van de vorm.
Bereidingswijze:
Druppel het citroensap over de visfilets en laat het een beetje intrekken. Dep het overtollig sap met keukenpapier.
Bestrooi vervolgens de visfilets aan beide kanten met zout en peper. Leg
de visfilets daarna in een ingevette, vuurvaste vorm.
Maak een mengsel van slagroom, geraspte kaas, paneermeel en gehakte
peterselie en verdeel dit over de visfilets.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Vis3 200 ml
waterlade
7. Vis
Ingrediënten:
– 300 g vis, bijv. forel,
– citroensap, peper, zout.
Bereidingswijze:
Was de vis grondig van binnen en buiten. Druppel het citroensap over
de vis, strooi een beetje zout en peper over de vis en doe deze per 2
stuks in een roestvrijstalen vorm voorzien van een zeef.
Met geroosterde amandelsnippers serveren.
Variant Truite au bleu:
Giet heet azijnwater over de vis voordat deze in de roestvrijstalen vorm
voorzien van een zeef wordt geplaatst.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Vis1 en 3700 ml
waterlade
65
Page 66
8. Pizza
1 bakplaat
Ingrediënten deeg:
– 300 g bloem
– 180 ml water,
– 15 g gist,
– 2 eetlepels olijfolie,
– 1 theelepel zout.
Bereidingswijze van het deeg:
Los de gist op in het water en kneed dit samen met de overige ingrediënten tot een soepel deeg.
Laat het deeg 30 minuten afgedekt rijzen.
Ingrediënten beleg:
– 1 blik gesneden tomatenblokjes (uitlekgewicht 400 g),
– 150 g salami, in plakjes en dan in vieren gesneden,
– 300 g mozzarella, gesneden in blokjes van 1 cm.
Ter variatie kunnen bijv. champignons of plakjes ham worden gebruikt.
De bereiding vervolgen:
Rol het deeg uit, leg het op de bakplaat en leg het beleg één voor één
op het deeg.
Laat het deeg nogmaals 20 minuten rijzen.
66
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
waterlade
Pizza2 -
Page 67
9. Quiche Lorraine
Ingrediënten deeg:
– 250 g bloem
– 125 g boter,
– 60 ml water,
– 1 theelepel zout,
– een beetje peper en nootmuskaat.
Bereidingswijze:
Meng de bloem, de boter en het zout door elkaar. Voeg het water toe
en kneed het geheel snel tot een deeg.
Laat het deeg 1 uur afkoelen in de koelkast.
Ingrediënten beleg:
– 100 ml melk,
– 150 ml zure room,
– 2eieren,
– 150 g gruyère of emmentaler kaas, geraspt,
– 150 g magere spek, in blokjes,
– 150 g uien, in blokjes gesneden,
– peper, nootmuskaat.
Bereidingswijze:
Bak het spek en de uien licht aan.
Roer de melk, room, eieren en kruiden goed door elkaar met een garde,
Roer vervolgens de kaas door het mengsel.
De bereiding vervolgen:
Rol het deeg uit en leg het in een ingevette, gladde springvorm
(ø 28 cm). Verdeel het spek en de uien gelijkmatig over het deeg en giet
het mengsel eroverheen.
Was de kip en droog deze af met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk de binnen- en buitenkant van
de kip gelijkmatig met het mengsel.
Leg de kip vervolgens met de borstzijde naar beneden in een vuurvaste
vorm of een glazen vorm voorzien van een zeef (extra toebehoren).
Keer de kip na ca. 25 minuten om.
Controleer na de eerste signaaltoon (ca. 50 min.) of de kip gaar is. Indien noodzakelijk laat u de resterende braadtijd tot de tweede signaaltoon (ca. 60 min.) verlopen.
Was het kalfsvlees en droog het af met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk het vlees gelijkmatig met het
mengsel.
Leg het kalfsvlees in een vuurvaste vorm of een glazen vorm voorzien
van een zeef (extra toebehoren) en plaats het geheel in de oven.
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Kalfsvlees2 200 ml
waterlade
68
Page 69
12. Opwarmen
Voorbereiding:
Doe het gerecht op een bord.
Plaats het gerecht zonder af te dekken in de oven.
Max. 6 borden (ø 26 cm).
InstellingInzetniveauWater toevoegen in de
Opwarmen1, 3, 5200 ml
waterlade
69
Page 70
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing: Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of
1
hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden!
Buitenkant van het apparaat
• De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sop-
je afnemen.
• Gebruik geen schuurmiddelen, scherpe reinigingsmiddelen of schu-
rende voorwerpen.
• Bij metalen fronten in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen
gebruiken.
Binnenkant oven
Reinigingsprogramma
De functie reinigingsprogramma wordt in het hoofdstuk Geprogrammeerde functies en recepten, uitvoerig beschreven.
Handmatige reiniging
1 Waarschuwing: Voor het reinigen mag er geen ovenfunctie zijn geko-
zen en moet de oven zijn afgekoeld.
3Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil na-
melijk niet aan en kunt u vuil het makkelijkst verwijderen.
1. Open de ovendeur en druk op de toets ovenverlichting.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven
na. Gebruik geen schurende voorwerpen. Indien nodig laat u het vuil
eerst inweken of schakelt u de functie stomen kort in.
3Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
1 Let op: Volg de aanwijzingen van de fabrikant op als u een ovenspray
gebruikt!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na
het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor
makkelijker schoonmaken.
70
Page 71
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel
voor afwasautomaten uitkoken.
Inschuifroosters
Voor het schoonmaken van de zijkanten kunnen de inschuifroosters
links en rechts in de oven worden verwijderd.
Inschuifroosters uitnemen
1. Schroef losdraaien.
2. Rooster zijdelings weg trekken (1).
3. Rooster uit de achterophanging
lichten (2).
3Om het rechter rooster te verwijderen
en weer te plaatsen de afdekking van
het stopcontact van de vleesthermometer openen.
71
Page 72
Inschuifroosters inzetten
1. Rooster in de achterophanging
plaatsen en dan zijdelings tegen de
schroefdraad drukken (1).
2. Schroef plaatsen en vastdraaien (2).
72
Page 73
Stoomproductiesysteem
1 Let op: De stoomgenerator na ieder gebruik droog wrijven. Water met
een spons opzuigen.
3Eventuele kalkresten kunnen het best met azijn worden verwijderd.
Gebruik uitsluitend ontkalkt water om kalkaanslag te voorkomen (bijvoorbeeld uit een waterfilterapparaat).
1 Let op: Chemische ontkalkingsmiddelen kunnen het email van de oven
beschadigen. Volg a.u.b. nauwlettend de aanwijzingen van de fabrikant
op!
Waterlade en stoomgenerator
1. Azijnwater (ca. 300 ml) in de
stoomgenerator gieten.
Laten inwerken.
2. Azijnwater met een niet krassende
spons verwijderen.
3. Het stoomproductiesysteem via de
waterlade met helder, ontkalkt wa-
ter (100-200 ml) doorspoelen.
4. Water met de spons uit de stoomgenerator verwijderen en droogwrijven.
5. Laat de deur van de oven open staan zodat de oven volledig kan drogen.
73
Page 74
Ovenverlichting
1 Gevaar voor elektrische schokken! Voor het vervangen van de oven-
lamp:
• De oven uitschakelen.
• Zekeringen in de huisinstallatie losdraaien of uitschakelen.
3Leg een doek op de bodem van de oven ter bescherming van de oven-
Voor het reinigen kan de ovendeur van uw apparaat open blijven staan.
Ovendeur uitnemen
1. Ovendeur volledig openen.
2. Klemhendels aan beide deurschar-nieren helemaal openklappen.
3. De ovendeur met beide handen aan de zijkant vastnemen en over de
blokkering heen ca. 3/4 deel slui-
ten.
4. De ovendeur wegtrekken (Voorzichtig: zwaar!).
5. De deur met de buitenzijde naar on-
deren op een zachte, vlakke ondergrond plaatsen, bijv. op een doek
om krassen te voorkomen.
Ovendeur inhangen
1. De deur, gezien vanaf de greepzijde,
met beide handen aan de zijkant
vastnemen.
2. De deur in een hoek van ca. 60°
vasthouden.
3. De deurscharnieren gelijktijdig in
de beide uitsparingen rechts en links
aan de onderkant van de oven zover
mogelijk inschuiven.
4. De deur naar boven schuiven en
vervolgens helemaal openen.
5. Klemhendels aan beide deurscharnieren in de oorspronkelijke stand
terugklappen.
6. Ovendeur sluiten.
76
Page 77
Wat is er aan de hand als ...
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De oven wordt niet warm.De oven is niet ingescha-
keld.
De dagtijd is niet ingesteld. Dagtijd instellen.
De vereiste instellingen zijn
niet uitgevoerd.
De veiligheidsuitschakeling van de oven werd geactiveerd.
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is
gesprongen.
“F 9“ verschijnt in de indicatie.
De oven wordt niet warm,
de functieweergave is in
werking. Het indicatielampje met een kleine pijl
brandt.
De ovenverlichting valt uit. De ovenlamp is kapot.Lamp van de ovenverlich-
Oven inschakelen.
Instellingen controleren.
Zie Veiligheidsuitschakeling.
Controleer de zekering.
Neem contact op met een
erkend elektroinstallatiebedrijf als de zekeringen
meermaals springen.
Hoofdtoets indrukken.
Ovenfunctie op NUL instellen. Oven niet uitschakelen.
De drie toetsen PROGRAMMA, VLEESTHERMOMETER
entegelijk ingedrukt
houden tot er een zoemer
klinkt.
ting vervangen.
Neem als u de storing m.b.v. bovenstaande oplossingen niet kunt
opheffen contact op met uw vakhandelaar of met de klantendienst.
1 Waarschuwing: Reparaties aan het apparatuur mogen uitsluitend door
erkende vakmensen worden uitgevoerd! Als gevolg van ondeskundige
reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Bij storingen kan een bezoek van de technici van de klantendienst of de
vakhandelaar ook tijdens de garantietijd niet zonder kosten plaatsvinden.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
77
Page 78
Technische gegevens
Binnenafmetingen oven
hoogte x breedte x diepte31 cm x 41 cm x 41 cm
volume (nuttige inhoud)52 l
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
• EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6 m.b.t. de veiligheid van elektrische
apparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden en
• EN 60350 resp. DIN 44546 / 44547 / 44548 m.b.t. de gebruikseigen-
schappen van elektrische fornuizen, kookplaaten, ovens en grills voor
het huishouden.
• EN 55014-2 / VDE 0875 deel 14-2
• EN 55014 / VDE 0875 deel 14/1999-10
• EN 61000-3-2 / VDE 0838 deel 2
• EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
m.b.t. de fundamentele beschermingseisen voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC).
5 Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
• 73/23/EG van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn)
• 89/336/EG van 03.05.1989 (EMC-richtlijn incl. wijzigingsrichtlijn 92/
31/EG).
78
Page 79
Montageaanwijzing
Attentie: Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen al-
1
leen door een erkend installateur uitgevoerd worden.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schade de garantie
vervalt.
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting zzijn aangebracht die
het mogelijk maakt om met een contactopening van min. 3 mm alle
polen van het net te scheiden.
Als geschikte scheidingsinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting gehaald worden),
veiligheidschakelaar.
• Contactbescherming moet door de inbouw gegarandeerd zijn.
• De stabiliteit van de inbouwkast moet voldoen aan DIN 68930.
• Inbouwfornuizen en inbouwkookplaten zijn met speciale
steeksystemen uitgerust. Ze mogen alleen met apparaten van het
passende systeem gecombineerd worden.
In het hoofdstuk ”Wat is er aan de hand als …” vindt u enkele storingen
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling. (Adres en telefoonnummers vindt u in de lijst „Adres klantenservice”.)
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Dat vereenvoudigt de diagnose en de vaststelling of bezoek van een servicetechnicus nodig is:
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat
op het typeplaatje:
• Model,
• PNC-nr. (9 cijfers),
• S-nr. (8 cijfers).
Wij raden u aan de nummers hier te
noteren zodat u ze altijd bij de hand
hebt
Model: . . . . . . . . . . .
PNC: . . . . . . . . . . .
S-nr: . . . . . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kosten?
• als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk ”Wat is er aan
de hand als …”) zelf had kunnen opheffen,
• als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
87
Page 88
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg