Waarschuwingen en Adviezen ........................................................................................................................ 4
Beschrijving van het apparaat ......................................................................................................................... 6
De werkwijze van de elektronische Touch Control-regeltoetsen op de oven ........................................ 7
De elektronische ovenbediening .................................................................................................................... 8
Voor het in gebruik nemen ............................................................................................................................ 11
Bedienen van de oven .................................................................................................................................... 13
Gebruik van de ovenfuncties .........................................................................................................................15
EIGEN VOORKEUZE ........................................................................................................................................... 24
Extra functies .................................................................................................................................................... 35
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen .......................................................................................... 37
Aanwijzingen en Tips ....................................................................................................................................... 38
Reinigen en onderhoud .................................................................................................................................39
Als er iets verkeerd gaat .................................................................................................................................. 46
Aansluiting op het elektriciteitsnet ............................................................................................................... 48
Instructies voor de installateur ......................................................................................................................48
Aanwijzingen voor het inbouwen .................................................................................................................49
Europese garantie ............................................................................................................................................57
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
-2006/95 (Laagspanningsrichtlijn);
-89/336 (EMC Richtlijn);
-93/68 (algemene richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden geschonken
of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat
de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze dus
aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
·De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming van
de geldende voorschriften. De afzonderlijke
installatiewerkzaamheden zijn beschreven in
de Aanwijzingen voor de installateur.
·Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de hem,
dankzij zijn vakkennis bekende richtlijnen.
·Ook eventueel naar aanleiding van voor de
installatie noodzakelijke wijzigingen aan de
elektriciteitsvoorziening moeten door een
vakman aangebracht worden.
Werking
·Deze oven is ontworpen voor de bereiding van
gerechten; gebruik hem nooit voor andere
doeleinden.
·Pas, bij het openen van de ovendeur, tijdens of na
afloop van de bereiding op voor de hete
luchtstroom, die uit de oven naar buiten komt.
·Tijdens de werking van de oven extra voorzichtig zijn. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen zijn de roosters en
andere delen erg heet.
·Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie voor voedingsmiddelen in de oven
gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact
komen met de bodem van de oven.
·Ga bij het schoonmaken van de oven voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op het
vetfilter (indien aanwezig), het verwarmingselement en de thermostaatsensor.
·Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard
ook aan te brengen aan het apparaat of aan
de kenmerken ervan.
·Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden
de ovendeur en de andere onderdelen van het
apparaat erg heet, houd kinderen daarom uit
de buurt van het apparaat. Bij de aansluiting
van elektrische apparaten op stopcontacten
in de buurt van de oven, moet u er op letten
dat aansluitkabels niet in aanraking komen
met hete kooktoestellen of vastgeklemd raken
in de hete deur van de oven.
·Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete
schotels of schalen uit de oven te halen.
·Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang van het oppervlaktemateriaal van
de oven.
·Schakel voordat u de oven schoonmaakt de
stroom uit of trek de stekker uit het stopcontact.
·Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT»
staat, als de oven niet meer gebruikt wordt.
·Deze oven is zowel in de uitvoering als afzonderlijk apparaat of als combinatieapparaat met een elektrische kookplaat,
vervaardigd voor aansluiting op enkelfase
230 V.
·Het apparaat mag niet schoongemaakt
worden met een stoomreiniger.
·Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen
schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur
veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten
van het glas.
5
Kinderbeveiliging
·Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee te
laten spelen.
·Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in
werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
·Kinderen en personen, die wegens hun fysieke,
sensorische of verstandelijke vermogens of hun
onervarenheid of onwetendheid niet in staat
zijn het apparaat op veilige wijze te gebruiken,
mogen dit apparaat niet zonder toezicht of instructie van een verantwoordelijk persoon gebruiken.
Klantenservice
·Laat controlewerkzaamheden of reparaties door
de klantenservice van de fabrikant of door een
door de fabrikant geautoriseerde klantenservice
uitvoeren en gebruik altijd originele
vervangingsonderdelen.
·Probeer nooit zelf storingen van of beschadi-
gingen aan het apparaat te repareren. Reparaties door niet opgeleide personen kunnen schade
of letsel veroorzaken.
Het symboolop het product of op de verpak-
king geeft aan dat dit apparaat niet behandeld mag
worden als normaal huishoudelijk afval, maar
ingeleverd moet worden bij een inzamelingspunt
voor recycling van elektrische en elektronische
apparaten. Door uw bijdrage aan de juiste afvalverwerking van dit product helpt u het milieu en de
gezondheid van uw medemensen te beschermen. Het
milieu en de gezondheid worden door verkeerde
afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere
informatie over de recycling van dit product kunt u
contact opnemen met uw gemeentehuis, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
6
Beschrijving van het apparaat
TRUE FAN
15012.05
00.06
1
2
3
4
6
5
1.Bedieningspaneel
2.Grill
3.Ovenlampje
4.Telescopische, uittrekbare steunen
5.Hetelucht ventilator
6.Typeplaatje
7
De werkwijze van de elektronische Touch Controlregeltoetsen op de oven
De Touch Control-regeltoetsen
Alle functies van de oven worden elektronisch
geregeld. Met behulp van de Touch Controlregeltoetsen kunt u bereidingsfuncties,
bereidingstemperaturen en automatische
tijdinstellingen in elke gewenste combinatie
selecteren.
Raak daarvoor altijd slechts eenmaal een
regeltoets aan. Als u de regeltoets voor de
bereidingsfuncties langer aanraakt, wordt
steeds de volgende bereidingsfunctie
geselecteerd.
In het geval van een
stroomonderbreking, zullen de meeste
instellingen gewist worden. Als de
stroomtoevoer hersteld is, moeten de
instellingen opnieuw gemaakt worden.
Het display wordt automatisch
uitgeschakeld als er na twee minuten
geen enkele functie is geselecteerd en
geen enkele van de touch-controls
gebruikt is. Op het display verschijnt de
dagtijd, indien ingesteld.
Veiligheidsthermostaat
Om gevaarlijke oververhitting te voorkomen
(door ondeskundig gebruik van het apparaat
of defecte onderdelen), is de oven voorzien
van een veiligheidsthermostaat, die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur
gezakt is, wordt de oven weer automatisch ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat vanwege ondeskundig gebruik is geactiveerd, hoeft u, nadat
de oven is afgekoeld, alleen de oorzaak van de
fout op te lossen; wordt de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, dan dient u contact op te nemen met
de klantenservice.
Koelventilator
Deze dient voor het afkoelen van de elektrische onderdelen, de schakelaars en de handgreep van de deur.
De ventilator wordt automatisch in- en uitgeschakeld als de keuzeschakelaar wordt bediend.
Om gevaarlijke oververhitting te voorkomen,
draait de koelventilator, nadat de oven is uitgeschakeld, tot de temperatuur de normale
waarde bereikt heeft.
8
De elektronische ovenbediening
Indicaties
Pictogramlijst
TRUE FAN
HETELUCHT MET RING
15012.05
Verwarmingsˆindicatie
TemperatuurDagtijd
Menulijst
Tekstregel
00.06
Inzetniveaus
Tijdfuncties
Werkingsduur
Menulijst
In de menulijst wordt de huidige positie binnen het menu door een knipperende balk aangegeven.
Wanneer de menulijst niet meer te zien is in het display, begint de oven met op warmen of begint de
ingestelde tijd af te lopen.
Pictogramlijst
PictogramFunctie
SNELOPWARMENSNELOPWARMEN is in werking.
Toetsen
ToetsFunctie
9
Ovenfuncties selecteren.
Naar boven en onder in het menu.
Het menu Opties openen.
Het menu Opties sluiten (toets langer indrukken).
Bevestigen, naar submenu gaan.
Apparaat in- en uitschakelen.
SNELOPWARMEN in- en uitschakelen.
Kiezen tussen klokfuncties
Temperatuur, tijd, gewicht of gaarheid instellen.
10
Oven accessories
Speciaal-vetfilter
Bij het braden moet het speciale-vetfilter
geplaatst worden, om vervuiling van de
ventilator in de achterwand van de oven te
beperken. Na het braden moet het vetfilter als
volgt verwijderd en grondig gereinigd worden.
Filter-veer naar boven duwen en filter verwijderen.
Let op! Filter bij het bakken in ieder geval verwijderen.
Bakplaat
Braadslede
Kantelveilig rooster
Voor het in gebruik nemen
Taal instellen
1. Nadat u de stekker in het stopcontact hebt
gestoken wordt op de display SPRACHE
EINSTELLEN - LANGUAGE MENU
aangegeven.
2. Met de richtingtoetsen of selecteert
u de gewenste taal.
3. Bevestig de gekozen taal met de toets OK .
Vanaf nu verschijnen de teksten op de
display in de ingestelde taal.
11
NEDERLANDS
Klok instellenn
1. DAGTIJD licht op.
In de dagtijdindicatie staat 12.00.
2. Stel met de toets of de huidige tijd
in.
3. Bevestig uw keuze met de toets SELECTIE
.
Het apparaat schakelt zichzelf uit en is klaar
voor gebruik.
Wilt u een van deze basisinstellingen
later weer veranderen, dan volgt u de
aanwijzingen in het hoofdstuk
"Klokfuncties".
DAGTIJD
DAGTIJD
12
Eerste reiniging
Maak de oven schoon, voordat u hem voor
het eerst gebruikt.
Belangrijk: Gebruik geen caustische
of schurende reinigingsmiddelen!
Deze kunnen de ovenoppervlakken
beschadigen.
Gebruik voor de metalen
oppervlakken normaal in de handel
verkrijgbare reinigingsmiddelen.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel van de buitenkant als de
binnenkant van de oven, voordat u de
oven in gebruik neemt.
Maak de ovenaccessoires goed schoon
alvorens de oven voor het eerst te
gebruiken.
De oven werkt pas nadat de klok is
ingesteld.
Voordat u de oven in gebruik neemt,
moet de oven opgewarmd worden
zonder voedsel.
Gedurende deze tijd kan er een
onaangenaam luchtje ontstaan. Dit is
volkomen normaal. Het wordt
veroorzaakt door fabricageresten.
Zorg ervoor dat de ruimte goed wordt
geventileerd.
1. Raak de toets “AAN/UIT” aan om de
oven in te schakelen.
2. Raak de toets met de pijl aan en
selecteer de bereidingsfunctie
CONVENTIONEEL.
3. Stel de temperatuur in op 250°C met behulp
van .
4. Laat de oven, zonder voedsel, gedurende
ongeveer 45 minuten werken.
5. Zet een raam open voor ventilatie.
Deze procedure dient herhaald te worden
met de functie HETELUCHT MET RING en met
de functie GRILL GROOT gedurende
ongeveer 5-10 minuten.
6. Laat de oven daarna afkoelen.
7. Open de ovendeur. De ovenverlichting
brandt.
8. Maak de oven op dezelfde manier schoon
en veeg hem droog.
9. Veeg de voorzijde van de oven af met een
vochtige doek.
Om de ovendeur te openen, altijd de
handgreep in het midden vasthouden.
Bedienen van de oven
Overzicht van de menu’s
13
Menu
Ovenfuncties
LICHT
HETELUCHT MET RING
PIZZA HETELUCHT
LAGE TEMP.
CONVENTIONEEL
INFRATHERM
GRILL GROOT
GRILL KLEIN
WARMHOUDEN
ONTDOOIEN
ONDERWARMTE
GEVOGELTE
VARKENSVLEES
RUNDVLEES
KALFSVLEES
Menu
Opties
RECEPTEN
EIGEN VOORKEUZE
INSTELLINGEN
NORMAAL
PROFI
HEAT+HOLD
VERLENGEN TIJD
SNELOPWARMEN
RESTWARMTE
DISPLAY
GELUID
TAAL
FABRIEKSINSTELLING
WILD
De display geeft na elke bedieningsstap alleen de instelmogelijkheden aan die zinvol zijn.
Het menu Ovenfuncties
• Na het inschakelen bevindt u zich in het menu Ovenfuncties.
• Kies met de richtingtoetsen of de gewenste ovenfunctie. In de menuˆ lijst wordt de
huidige positie binnen het menu aangegeven.
14
Voorbeeld van het instellen van een
ovenfunctie
1. Schakel het apparaat met de toets AAN/UIT
in.
2. Met de richtingtoetsen of selecteert
u de ovenfunctie.
In de temperatuurindicatie verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
De oven begint met verwarmen.
3. Met de toets of kunt u de
temperatuur hoger of lager zetten.
Wanneer de ingestelde temperatuur is
bereikt, klinkt er een signaal.
Het menu Opties
• Met de toets OPTIE opent u het menu
Opties.
• Kies met de richtingtoetsen of de
gewenste functie. In de menulijst wordt de
huidige positie binnen het menu
aangegeven.
• U kunt met de toets OK naar het menu
van de gewenste optie gaan.
De submenu’s
• Kies met de richtingtoetsen of de
gewenste instelling of ga met de toets OK
naar een submenu.
Onderaan elk menu vindt u de
menuoptie TERUG.
Daarmee keert u terug naar het
bovenliggende menu.
U kunt het instellen van een functie
afbreken door langere tijd op de toets
OPTIE te drukken.
U keert dan terug naar het menu
Ovenfuncties.
–—OVENFUNCTIES
CONVENTIONEEL
CONVENTIONEEL
Gebruik van de ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie
1
LICHT
2
HETELUCHT MET RING
3
PIZZA HETELUCHT
4
LAGE TEMP.
-
NORMAAL
-
PROFI
Terwijl “NORMAAL”
knippert, drukt u op de
toetsen om te
kiezen tussen “NORMAAL”
of “PROFI”
5
CONVENTIONEEL
6
INFRATHERM
7
GRILL GROOT
8GRILL KLEIN
9
WARMHOUDEN (*)
10
ONTDOOIEN (*)
11
ONDERWARMTE
Toepassing
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt
ook als er geen bereiding plaatsvindt
Voor het bakken op maximaal twee
ovenniveaus tegelijkertijd. Stel de
oventemperatuur 20-40°C lager in dan
bij bereiding met CONVENTIONEEL.
Voor het bakken op een niveau voor
gerechten die een intensievere bruining
en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot
40 °C lager in dan bij CONVENTIONEEL.
Voor het bereiden van bijzonder mals en
sappig braadvlees. LAGE TEMP.
NORMAAL is vooraf ingesteld op 120°C,
LAGE TEMP. PROFI is vooraf ingesteld
op 150°C. Na 10 minuten verandert de
temperatuur automatisch naar 80°C tot
de oven wordt uitgeschakeld.
Voor het bakken en braden op één
niveau.
Voor het braden van grotere stukken
vlees of gevogelte op één niveau. Deze
functie is ook geschikt voor gratineren.
Selecteer voor INFRATHERM een
maximumtemperatuur van 200°C
Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in
grotere hoeveelheden en om te roosteren.
Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen,
die in het midden van het rooster worden
geplaatst en om te roosteren.
Voor het warmhouden van gerechten..
Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van
bijvoorbeeld gebak, boter, brood, fruit of andere
bevroren levensmiddelen.
Voor het afbakken van gebak met een
brosse bodem.
15
Verwarmingselement/
ventilator
Geen
Verwarmingselement
in de achterwand,
ventilator
Onderwarmte,
verwarmingselement
in de achterwand,
ventilator
Verwarmingselement
in de achterwand,
ventilator
Bovenwarmte,
onderwarmte
Grill,
bovenwarmte,
ventilator
Grill, bovenwarmte
Grill
Boven-, onderwarmte
Ventilator
Onderwarmte
(*) Temperatuurinstelling kan niet gewijzigd worden
16
Vleesprogramma’s
Vleesprogramma
met invoer van gewicht
GEVOGELTEKip, eend, gans, kalkoen0.8 tot 6.0 kg
VARKENSVLEESVarkensgebraad, varkensschouder0.8 tot 3.0 kg
RUNDVLEESRundergebraad0.8 tot 2.5 kg
KALFSVLEESKalfsbraadstuk0.8 tot 2.5 kg
WILDHert, ree, konijn0.8 tot 3.0 kg
ToepassingGewichtsbereik
Oven in- en uitschakelen
Ovenfunctie kiezen
1. Schakel het apparaat met de toets AAN/UIT
in.
2. Met de richtingtoetsen of selecteert
u de gewenste ovenfunctie.
In de temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
De oven begint met verwarmen.
–—OVENFUNCTIES
CONVENTIONEEL
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of kunt u de temperatuur
hoger of lager zetten.
Wanneer de ingestelde temperatuur is
bereikt, klinkt er een signaal.
–—OVENFUNCTIES
Ovenfunctie uitschakelen
Druk zo lang op de richtingtoetsen of
tot in de display weer OVENFUNCTIES wordt
weergegeven.
Apparaat helemaal uitschakelen
Schakel het apparaat met de toets AAN/UIT
uit.
17
Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator
nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
Voorverwarmen met de functie SNELOPWARMEN
Na het selecteren van een ovenfunctie kunt u met de extra functie SNELOPWARMEN de
voorverwarmtijd verkorten.
Bij de meeste bakˆ en braadprocedures is het niet nodig om de lege oven voor te verwarmen, omdat
de ingestelde temperatuur vrij snel bereikt wordt (zie Tabellen en tips).
Wij bevelen het voorverwarmen van de lege oven aan met de functie SNELOPWARMEN voor koekjes,
broodjes en opgerolde cake.
Let op: Leg het gerecht pas in de oven, wanneer het SNELOPWARMEN klaar is en de oven in
de gewenste functie werkt.
1. Stel de ovenfunctie in (bijv. CONVENTIONEEL). Wijzig eventueel de voorgestelde temperatuur.
2. Druk op de toets SNELOPWARMEN . Het pictogram brandt.
Aan de na elkaar oplichtende streepjes ziet u dat SNELOPWARMEN is ingeschakeld.
Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt lichten de streepjes van de verwarmingsndicatie
op. Er klinkt een signaal. Het pictogram gaat uit.
De oven verwarmt nu verder in de ingestelde ovenfunctie en temperatuur. U kunt het gerecht
in de oven leggen.
Als u het liefst uw gerechten altijd in een voorverwarmde oven doet, kunt u de functie
SNELOPWARMEN permanent inschakelen (zie menu INSTELLINGEN).
Met de toets SNELOPWARMEN kunt u de functie SNELOPWARMEN dan eventueel
uitschakelen.
De functie SNELOPWARMEN kan tegelijkertijd met de ovenfuncties HETELUCHT MET RING,
PIZZA HETELUCHT, CONVENTIONEEL en INFRATHERM gebruikt worden.
18
Verwarmingsindicatie
Indicatie opwarmen
Na het inschakelen van de ovenfunctie geven
de vier langzaam na elkaar oplichtende streepjes
aan hoe ver de oven is opgewarmd.
Indicatie snelopwarmen
Na het inschakelen van de functie
SNELOPWARMEN geven de na elkaar
oplichtende streepjes aan dat SNELOPWARMEN
uitgevoerd wordt.
Indicatie restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog
brandende streepjes de overgebleven
restwarmte in de oven aan. De huidige
temperatuur wordt weergegeven.
CONVENTIONEEL
CONVENTIONEEL
–—OVENFUNCTIES
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.