AEG ABE 81016 NF User Manual [nl]

USER MANUAL
ABE81016NF
NL Gebruiksaanwijzing 2
Vriezer
FR Notice d'utilisation 16
Congélateur
DE Benutzerinformation 32
Gefriergerät
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. BEDIENING..................................................................................................................6
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................8
5. AANWIJZINGEN EN TIPS...........................................................................................9
6. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................10
7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................10
8. MONTAGE.................................................................................................................13
9. GELUIDEN..................................................................................................................14
10. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 15
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
NEDERLANDS
3

Algemene veiligheid

1.2
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
www.aeg.com
4
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een
NEDERLANDS
5
elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.5 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
56 4 3 2
1
A B C
F E D
www.aeg.com
6

3. BEDIENING

3.1 Bedieningspaneel

Display
1
Toets om de temperatuur hoger te
2
zetten Toets om de temperatuur lager te
3
zetten
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van toetsen te wijzigen door de Mode-toets en de toets om de temperatuur kouder te zetten,

3.2 Display

3.3 Inschakelen

1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-toets van het
apparaat als het display uit is. Het temperatuurlampje toont de ingestelde standaardtemperatuur.
Het alarm kan na een paar seconden afgaan. Zie 'Alarm hoge temperatuur' voor informatie over het resetten van het alarm.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen.
Zie als "dEMo" op het display verschijnt het hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
OK
4
Mode
5
ON/OFF
6
tegelijkertijd gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt deze wijziging ongedaan maken.
A. Weergave timer B. FROSTMATIC-functie C. Indicatielampje voor temperatuur D. Alarmlampje E. ChildLock-functie F. MinuteMinder-functie

3.4 Uitschakelen

1. Druk de ON/OFF-toets van het
apparaat gedurende5 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.

3.5 Temperatuurregelaar

Stel de temperatuur van het apparaat in door op de temperatuurregelaren te drukken. Standaard ingestelde temperatuur:
• -18°C voor de vriezer
De temperatuurweergave toont de ingestelde temperatuur.
NEDERLANDS
7
De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen.

3.6 Alarm bij hoge temperatuur

Een toename van de temperatuur in de vriesruimte (bijvoorbeeld door een eerdere stroomuitval) wordt aangegeven door: knipperende indicatielampjes van het alarm en de vriezertemperatuur en de zoemer.
Druk op een willekeurige toets. De zoemer gaat uit. De temperatuurweergave van de vriezer toont de hoogste temperatuur gedurende een aantal seconden en geeft vervolgens de ingestelde temperatuur opnieuw weer.
Het alarmindicatielampje blijft knipperen totdat de normale omstandigheden zijn hersteld.

3.7 FROSTMATIC-functie

De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat al wordt bewaard tegen ongewenste opwarming.
1. Druk om deze functie aan te zetten
op de knop Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt.
Het FROSTMATIC-lampje knippert.
2. Druk op de toets OK om te
bevestigen. Het FROSTMATIC-lampje wordt getoond. Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
Om de functie uit te schakelen voor de automatische uitschakeleing, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram FROSTMATIC is uitgeschakeld.

3.8 Alarm bij open deur

Als de deur enkele minuten heeft opengestaan, klinkt er een geluidsalarm. Het alarm voor een geopende deur bestaat uit:
• een knipperend alarmindicatielampje:
• een zoemer. Als de normale omstandigheden zijn hersteld (deur gesloten), wordt het geluidsalarm uitgeschakeld. De zoemer kan worden uitgeschakeld door op een knop te drukken.

3.9 ChildLock-functie

Activeer de functie ChildLock om de bediening van de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde bediening.
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen. Het ChildLock-lampje wordt getoond. Om de functie ChildLock uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram ChildLock uit gaat.

3.10 MinuteMinder-functie

De MinuteMinder-functie moet worden gebruikt om een geluidsalarm op de gewenste tijd in te stellen. Dit is bijvoorbeeld handig als in een recept staat dat producten een bepaalde tijd moet afkoelen.
Deze functie is ook handig als u eraan moet worden herinnerd dat u flessen in de vriezer hebt gelegd om snel af te koelen.
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt. Het MinuteMinder-lampje knippert. De Timer toont gedurende enkele seconden de ingestelde waarde (30 minuten).
2. Druk op de timertoets om de waarde
van de timer te wijzigen van 1 tot 90
minuten.
3. Druk op OK om te bevestigen. Het MinuteMinder-lampje wordt getoond.
8
www.aeg.com
De Timer begint te knipperen (min). Op het einde van de aftelling knippert het lampje MinuteMinder en klinkt een alarm. Druk op de OK-toets om het geluid uit te schakelen en de functie te beëindigen.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat MinuteMinder wordt uitgeschakeld.

4. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 De binnenkant schoonmaken

Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.

4.2 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie FROSTMATIC en leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het derde vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Het is mogelijk om te allen tijde tijdens het aftellen en voor het einde van de ingestelde tijd, de tijd te veranderen door op de toets voor het lager zetten van de temperatuur en op de toets voor het hoger zetten van de temperatuur te drukken.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste temperatuur weer instellen (zie "FROSTMATIC functie").

4.3 Het bewaren van ingevroren voedsel

Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.
WAARSCHUWING!
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).

4.4 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
NEDERLANDS
9

4.5 Het maken van ijsblokjes

Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

5.1 Normale bedrijfsgeluiden:

De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Verwijder indien aangebracht de koelelementen niet uit de vriesmand.

5.3 Tips voor het invriezen

Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.

4.6 Koude accumulators

De vriezer is uitgerust met minstens een koude accumulator die de bewaartijd verlengt in geval van een stroomonderbreking of stroomuitval.
worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is.
5.4 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
www.aeg.com10

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

6.2 Periodieke reiniging

LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.

6.3 De vriezer ontdooien

Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op de binnenwanden, noch op het voedsel.

6.4 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Er is een hoorbaar of zicht­baar alarm.
Er verschijnt een rechthoe­kig symbool in plaats van getallen op het tempera­tuurdisplay.
De compressor werkt conti­nu.
Er worden veel producten
De omgevingstemperatuur
Het voedsel dat in het ap-
De kist is kortgeleden aan­gezet of de temperatuur is nog steeds te hoog.
De temperatuur in het ap­paraat is te hoog.
De deur is open gelaten. Sluit de vuldeur.
De temperatuur in het ap­paraat is te hoog.
Probleem met de tempe­ratuursensor.
De temperatuur is goed in­gesteld.
tegelijk geplaatst.
is te hoog.
paraat werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed ge­sloten.
De FROSTMATIC is inge­schakeld.
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan. Neem contact op met een ge­kwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm hoge temperatuur'.
Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm hoge temperatuur'.
Neem contact op met een er­kend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservice.
Neem contact op met de klan­tenservice (het koelsysteem blijft werken om uw levensmid­delen koud te houden, maar de temperatuur kan niet aan­gepast worden).
Zie 'Bediening'.
Wacht een paar uur en contro­leer dan nogmaals de tempe­ratuur.
Zie het typeplaatje voor de kli­maatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het bewaart.
Zie 'De deur sluiten'.
Zie 'FROSTMATIC -functie'.
NEDERLANDS 11
www.aeg.com12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge-
sloten of de deurpakking is vervormd/vies.
De compressor start niet on­middellijk na het drukken op FROSTMATIC of na het ver­anderen van de tempera­tuur.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
De temperatuur kan niet worden ingesteld.
dEMo verschijnt op het dis­play.
De temperatuur in het appa­raat is te laag/hoog.
Dit is normaal, er is geen storing.
aangesloten op de ver­damperbak boven de compressor.
De functie FROSTMATIC of COOLMATIC is inge­schakeld.
Het apparaat staat in de demonstratiemodus.
De temperatuurknop is niet goed ingesteld.
De temperatuur van het voedsel is te hoog.
De deur is te vaak geo­pend.
De functie FROSTMATIC of COOLMATIC is inge­schakeld.
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat aanwezig.
Zie 'De deur sluiten'.
De compressor start na enige tijd.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Schakel FROSTMATIC of COOLMATIC handmatig uit, of wacht tot de functie auto­matisch reset om de tempera­tuur in te stellen. Zie 'FROST­MATIC of COOLMATIC-func­tie'.
Houd OK ongeveer 10 secon­den ingedrukt tot een lang ge­luid klinkt en het display even uitschakelt.
Stel een hogere/lagere tem­peratuur in.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Open de deur alleen als het nodig is.
Zie 'FROSTMATIC of COOL­MATIC-functie'.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

7.2 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst.

8. MONTAGE

NEDERLANDS 13

8.1 Locatie

Raadpleeg de montage­instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren.

8.2 Plaatsing

Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat.
Klimaat­klasse
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Omgevingstemperatuur
8.3 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG­richtlijnen.

8.4 Ventilatievereisten

De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
LET OP!
Raadpleeg de montage­instructies voor de installatie.
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
www.aeg.com14

9. GELUIDEN

Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
BLUBB!
BLUBB!
CRACK!CRACK!

10. TECHNISCHE GEGEVENS

10.1 Technische gegevens

Afmetingen van de inbouw
In hoogte mm 1030
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 26
Spanning Volt 230-240
Frequentie Hz 50
NEDERLANDS 15
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Loading...
+ 33 hidden pages