AEG 69476 IU-MN User Manual [nl]

NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
69476IU-MN
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT................. 10
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK................................................................... 11
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................ 15
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.................................................... 17
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .............................................................................. 18
9. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................................ 25
10. OVEN - AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S.......................................................27
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS......................................................................28
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING..............................................................41
13. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................... 44
14. MONTAGE ........................................................................................................... 47
15. ENERGIEZUINIGHEID.......................................................................................... 49
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
NEDERLANDS
3
1.2

Algemene veiligheid

Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
4
www.aeg.com
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
NEDERLANDS
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle onderdelen van de oven.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading overeenkomstig de regels voor de bedrading.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
5
www.aeg.com
6

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken!
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
NEDERLANDS
7
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of direct op de bodem van het apparaat.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.4 Reiniging en onderhoud

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Trek de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de erkende servicedienst.
8
www.aeg.com
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

2.5 Pyrolysereiniging

Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
• Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen:
– Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen
– Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met antiaanbaklaag, ovenroosters, kookgerei, etc.
• Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de voorkant.
• Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende aanbevelingen voor consumenten:
– Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
– Zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende verluchting.
• In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten.
– Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte.
• Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is.
• Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle pyrolytische ovens en kunnen mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen veroorzaken.
• Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief zuigelingen of personen met medische aandoeningen.

2.6 Binnenverlichting

• De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
5 4 3 2
1
2
3
6
1
4
5
4
1 2
35
NEDERLANDS 9
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.

2.8 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Algemeen overzicht

Elektronische tijdschakelklok
1
Verwarmingselement
2
Lampje
3
Verwijderbare inschuifrail
4
Ventilator
5
Roosterhoogtes
6

3.2 Indeling kookplaat

Inductiekookzone 2300 W met
1
powerfunctie 3200 W Inductiekookzone 2300 W met
2
powerfunctie 3200 W Inductiekookzone 2300 W met
3
powerfunctie 3200 W Bedieningspaneel
4
Inductiekookzone 2300 W met
5
powerfunctie 3200 W
10
www.aeg.com

3.3 Accessoires

Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen.
Teleskopauszüge
Voor roosters en bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. Druk op de lade om de lade te openen. De lade komt dan naar buiten.

4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 Eerste reiniging

Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit het apparaat.
De deur is voorzien van een traag sluitsysteem. Probeer in dat geval de deur niet te forceren.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand.

4.2 De tiptoetsen gebruiken

Raak om een functie te activeren het geselecteerde symbool op het display minimaal 1 seconde aan.

4.3 Dagtijd instellen en wijzigen

Wacht bij eerste aansluiting op de stroom totdat het display
weergeeft. "12" knippert.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Raak
of aan.
en 12:00
3. Raak of aan om de minuten in
te stellen.
4. Raak of aan. Op het display verschijnt de nieuwe tijd. Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat begint te
knipperen.

4.4 Tijd veranderen

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het apparaat aanstaat.
Raak herhaaldelijk aan totdat in het display knippert. Om de nieuwe dagtijd in te stellen, raadpleeg "Tijd instellen".

4.5 Voorverwarmen

Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.
en de
en stel de

5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

1 2 43
6
75
9 811
10
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Kookplaat bedieningspaneel

Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
NEDERLANDS 11
Tip­toets
1
2
3
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
8
9
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
Functie Opmerking
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kinderslot
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
Bridge De functie in- en uitschakelen.
kookzones
- Om de kookzone te selecteren.
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
12
www.aeg.com

5.2 Kookstanddisplays

Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer
/ /
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met ko­ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.

5.3 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie)

WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.

5.4 In- of uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

5.5 Automatisch uitschakelen

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha­keld na
, 1 - 3
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
6 uur
aan. Raak een van de besturingsensoren links/rechts aan om de kookstand in te stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak aan. De kookzones werken onafhankelijk.
Als u maar één kookzone van het tweetal gebruikt dan raden wij aan om de achterste kookzone te gebruiken. Ook als u een grote pan gebruikt dan raden wij aan om het kookgerei bij de achterste kookzone te gebruiken.
NEDERLANDS
/
13

5.6 De kookstand

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

5.7 Het gebruik van de kookzones

Plaats de pannen op het kruis / vierkant dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken.

5.8 Bridge-functie

De functie werkt als de pan de middelpunten van beide zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en deze werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker/rechter kookzones te activeren: raak /

5.9 Automatisch opwarmen

Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak
Raak meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
aan ( gaat aan).

5.10 Powerfunctie

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.

5.11 Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
14
www.aeg.com
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met
Raak of aan. De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak aan.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen (minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
en raak aan. De
en getelde tijd
kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt.
De functie uitschakelen:stel de kookzone in met
aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak Raak
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
.
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
of van de timer aan om de
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.
en raak of

5.12 STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.

5.13 Toetsblokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
aan.
NEDERLANDS
15
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

5.14 Het kinderslot

Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
.
met Om de functie uit te schakelen: schakel de kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
.
met
De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
, treedt de functie weer in
met werking.
. Stel geen
4 seconden aan.

5.15 Vermogensbeheer-functie

• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase wordt overschreden.
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.

6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een zone die ingesteld is op de hoogste instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
www.aeg.com16
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.

6.2 Minimale diameter van het kookgerei

Kookzone Diameter van
het kookgerei (mm)
Linksachter 125 - 210
Rechtsachter 125 - 210
Rechtsvoor 125 - 210
Linksvoor 125 - 210

6.3 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.

6.4 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
- 1
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bot-
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
Bereide gerechten warmhou­den.
er, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melk­basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Met deksel bereiden.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het be­reiden tussendoor roeren.
Loading...
+ 36 hidden pages