AEG 68476IU-MN User Manual [nl]

Page 1
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
68476IU-MN
Page 2
2
www.aeg.com

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.............................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................... 8
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......................... 9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................... 10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................. 15
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................... 17
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................... 17
9. OVEN - KLOKFUNCTIES.............................................................................................. 22
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................23
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................... 34
12. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................ 38
13. MONTAGE ................................................................................................................. 41
14. ENERGIEZUINIGHEID................................................................................................ 43
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS
3

Algemene veiligheid

1.2
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Page 4
4
www.aeg.com
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking
is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle onderdelen van de oven.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Page 5
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading overeenkomstig de regels voor de bedrading.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS
5

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.

2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers,
Page 6
6
www.aeg.com
zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken!
• Gebruik dit apparaat uitsluitend in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.
– Plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
– Wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie.
• Gebruik een diepe braadpan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of direct op de bodem van het apparaat.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken. Til deze
Page 7
NEDERLANDS
7
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Trek de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de erkende servicedienst.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

2.5 Pyrolysereiniging

Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
• Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert, moet u
eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen:
– Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen
– Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met antiaanbaklaag, ovenroosters, kookgerei, etc.
• Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is. Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de voorkant.
• Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende aanbevelingen voor consumenten:
– Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
– Zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende verluchting.
• In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten.
– Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte.
• Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is.
• Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle pyrolytische ovens en kunnen
Page 8
3192 4
5
6
8
1
2
3
4
5
7
www.aeg.com8
mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen veroorzaken.
• Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief zuigelingen of personen met medische aandoeningen.

2.6 Binnenverlichting

• De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.

2.8 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Algemeen overzicht

Knop voor de ovenfuncties
1
Stroomlampje/symbool/
2
indicatielampje Elektronische tijdschakelklok
3
Knop voor de temperatuur
4
Verwarmingselement
5
Lampje
6
Verwijderbare inschuifrail
7
Ventilator
8
Roosterhoogtes
9
Page 9

3.2 Indeling kookplaat

4
1 2
35
Inductiekookzone 2300 W met
1
powerfunctie 3200 W Inductiekookzone 2300 W met
2
powerfunctie 3200 W Inductiekookzone 2300 W met
3
powerfunctie 3200 W Bedieningspaneel
4
Inductiekookzone 2300 W met
5
powerfunctie 3200 W
NEDERLANDS
9

3.3 Accessoires

Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen.
Teleskopauszüge
Voor roosters en bakplaten
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. Druk op de lade om de lade te openen. De lade komt dan naar buiten.

4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 Eerste reiniging

Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit het apparaat.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand.

4.2 De tiptoetsen gebruiken

Raak om een functie te activeren het geselecteerde symbool op het display minimaal 1 seconde aan.

4.3 Tijd instellen

Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
Nadat de softwareversie is verdwenen, toont het display
knippert.
1. Druk op
uur in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen. Dit is
alleen nodig de eerste keer dat u de tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden.
en "12:00". "12"
of op om het huidige
Page 10
1 2 43
6
75
9 811
10
10
www.aeg.com
Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert.
3. Druk op of op om de huidige
minuten in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen. Dit is
alleen nodig de eerste keer dat u de tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.

Tijd veranderen

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven is uitgeschakeld.
Blijf op drukken tot de weergave voor de tijd van de dag knippert op het
display. Zie "De duur instellen" om een nieuwe tijd in te stellen.

4.5 Voorverwarmen

Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.

4.4 Verzonken knoppen

Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren.

5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK

en de
en de
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Kookplaat bedieningspaneel

Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Page 11
NEDERLANDS 11
Tip­toets
1
2
3
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
6
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
7
8
9
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
-functie Opmerking
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kinderslot
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
Bridge De functie in- en uitschakelen.
kookzones
- Kookzone selecteren:
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.

5.2 Kookstanddisplays

Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
+ cijfer
/ /
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
Er is een storing.
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko­ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
Page 12
12
www.aeg.com
5.3 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan.
Temperatuurinstel­ling
, 1 - 3
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
De kookplaat scha­kelt uit na
6 uur
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.

5.4 In- en uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

5.5 Automatisch uitschakelen

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
branden en wordt de
gaat kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte­instelling en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:

5.6 De kookstand

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

5.7 Het gebruik van de kookzones

Plaats de pannen op het kruis / vierkant dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken.

5.8 Bridge-functie

Deze functie verbindt twee kookzones en werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de warmte-instelling in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker / rechter kookzones te activeren: raak /
aan. Raak een van de besturingsensoren links/rechts aan om de kookstand in te stellen of te wijzigen.
Om de functie uit te schakelen: raak
/ aan. De kookzones werken
onafhankelijk.
Page 13
NEDERLANDS
13
Als u maar één kookzone gebruikt van de twee dan raden wij aan om de kookzone achter te gebruiken. Ook als u een grote pan gebruikt dan raden wij aan om het kookgerei bij de kookzone achter te gebruiken.

5.9 Automatisch opwarmen

Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak
Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
aan ( gaat aan).

5.10 Powerfunctie

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
aan. gaat aan.

5.11 Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en dan de functie. U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen: raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met
van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met .
Raak of aan. Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in met
resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen: raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan. gaat aan. Als het
lampje van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De
display schakelt tussen en getelde tijd (minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie uit te schakelen:stel de kookzone in met
. Het indicatielampje
en raak aan. De
en raak of
Page 14
14
www.aeg.com
aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.

5.12 STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte­instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.

5.13 Toetsblokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan. De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

5.14 Het kinderslot

Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met . Stel geen kookstand in. Raak
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer.
4 seconden aan.
. Stel geen

5.15 OffSound Control (In- en uitschakelen van de geluiden)

Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn aan Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat kunt u de geluiden alleen horen als:
• U
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden komt
• als u iets op het bedieningspaneel plaatst.
3 seconden aan. of
- de signalen zijn uit
aanraakt
Page 15
NEDERLANDS
15

5.16 Vermogensbeheer-functie

• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase wordt overschreden.
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.

6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro­magnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.

6.2 Minimale diameter van het kookgerei

Kookzone Diameter van
Linksachter 125 - 210
Rechtsachter 125 - 210
Rechtsvoor 125 - 210
Linksvoor 125 - 210

6.3 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van
het kookgerei (mm)
Page 16
www.aeg.com16
verschillende materialen (sandwich­constructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de warmte­instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de

6.4 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als
richtlijn. met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.
Verwarmings­stand
- 1
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bot-
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
Gebruik om: Tijd
(min)
Bereide gerechten warmhou­den.
er, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melk­basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
heden voedsel, stoofschotels en soepen.
cordon bleu van kalfsvlees, ko­teletten, rissoles, worstjes, lev­er, roux, eieren, pannenkoek­en, donuts.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Met deksel bereiden.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
zoals nodig
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het be­reiden tussendoor roeren.
voegen.
750 g aardappelen.
diënten.
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Page 17
NEDERLANDS 17
Verwarmings­stand
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
Gebruik om: Tijd
(min)
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd gebakken aardappelen, lend­enbiefstukken, steaks.
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd.
Tips
omdraaien.

7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.
gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.

7.2 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende

8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Page 18
www.aeg.com18

8.1 De oven in- en uitschakelen

Het hangt van het model of uw apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft:
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient.

8.2 Ovenfuncties

Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Multi hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan bij Boven- en onderwarmte.
Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruinen en een krokantere korst. Stel de tem­peratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + on­derwarmte.
Conventionele functie (Boven + Onder­warmte)
Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons).
1. Draai aan de knop voor de
ovenfuncties om een ovenfunctie te selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur naar de uit-stand.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Page 19
Symbool Ovenfunctie Applicatie
A B C
D
EFG
Multi-hete lucht Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
Pyrolytische reiniging Automatische pyrolytische reiniging van de oven.
Hierdoor worden vuilresten in de oven verbrand.
NEDERLANDS 19

8.3 Koelventilator

Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.

8.4 Weergave

A) Timer B) Opwarmen en restwarmte-indicatie C) Waterreservoir (alleen geselecteerde
modellen)
D) Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
E) Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F) Uren/minuten G) Klokfuncties

8.5 Toetsen

Knop Functie Omschrijving
MIN De tijd instellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS De tijd instellen.

8.6 Controlelampje bij voorverwarmen

Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt.

8.7 Het kinderslot gebruiken

Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld.
Page 20
20
www.aeg.com
Als de pyrolysefunctie in werking is, wordt de deur vergrendeld. SAFE gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt.
1. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. SAFE gaat aan op het display. Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.

8.8 Gebruik van de Toetsblokkering.

U kunt de Toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat de temperatuur en de tijdinstelling van een lopende een ovenfunctie per ongeluk worden gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het
in volgens uw voorkeur
2. Houd en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. Loc gaat aan op het display. Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit te schakelen.
Als de Pyrolysefunctie werkt, is de deur vergrendeld en
gaat aan op het display.

8.9 Automatische uitschakeling

Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 3
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde.

8.10 Ovenaccessoires plaatsen

Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de geleidestangen van de inschuifrail.
Loc gaat aan op het display als u aan de temperatuurknop draait of op een knop indrukt. Als u aan de knop voor de ovenfuncties draait, gaat het apparaat uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl de toetsblokkering aan is, schakelt de toetsblokkering automatisch over naar kinderslot. Raadpleeg "Het kinderslot gebruiken".
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de geleidestangen van de roostersteun en het rooster op de roostersteun er boven.
Page 21
• Alle accessoires hebben
links en rechts bovenaan kleine inkepingen om de veiligheid te verhogen. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen.
• Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt, is kookgerei beveiligd tegen wegglijden.
8.11 Telescopische geleiders ­de ovenaccessoires plaatsen
Bewaar de montage­instructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen.
Plaats het bakrooster op de telescopische geleiders zodat de pootjes naar beneden zijn gericht.
Plaats de bakplaat of braadpan op de telescopische geleiders.
Plaats het bakrooster op de diepe pan. Plaats het rooster en de diepe pan op de telescopische geleiders.
NEDERLANDS
21
Met de telescopische geleiders kunt u de roosters eenvoudig plaatsen en verwijderen.
Page 22
www.aeg.com
22

9. OVEN - KLOKFUNCTIES

9.1 Tabel klokfuncties

Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie "De tijd in-
stellen".
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maxi-
maal 23 uur 59 minuten). Deze functie heeft geen inv­loed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOK­WEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Gebruik
dit alleen wanneer een ovenfunctie is ingesteld.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Gebruik dit alleen wanneer een ovenfunctie is inges­teld. Bereidingsduur en einde kunnen gelijktijdig wor­den gebruikt (tijdvertraging), als het apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld.
Druk opnieuw op om tussen de klokfuncties te schakelen.
Gebruik om de instellingen voor de klokfuncties te bevestigen of wacht 5 seconden op een automatische bevestiging.

9.2 De DUUR of het EINDE instellen

1. Druk herhaaldelijk op tot het
display of toont.
of knippert op het display.
2. Druk op of om de waarden in
te stellen en druk op bevestigen.
Voor de Duur stelt u eerst de minuten en dan de uren in, voor Einde
stelt u eerst de uren en dan de minuten in. Er klinkt twee minuten een geluidssignaal nadat de tijd is afgelopen.
om te
of symbool- en tijdsinstelling
knipperen in het display. De oven stopt.
3. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het geluid te stoppen.
Als u op de knop drukt terwijl u het uur instelt voor
de DUUR , gaat het apparaat naar de instelling
van de functie EINDE .

9.3 De KOOKWEKKER instellen

1.
Druk steeds opnieuw op het display verschijnt en "00" knippert.
2. Druk op of om de
KOOKWEKKER in te stellen. U moet eerst seconden en dan minuten en uren instellen. Eerst wordt de tijd berekend in minuten en seconden. Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten, dan verschijnt het symbool
op het display.
tot op
Page 23
NEDERLANDS 23
Het apparaat berekent nu de tijd in uren en minuten.
3. De KOOKWEKKER start automatisch
na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. "00:00"
en knipperen op het display. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen.
Als u de KOOKWEKKER instelt als de functie DUUR
of EINDE loopt, gaat
het symbool aan op het display.

9.4 Timer met optelfunctie

Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang de oven werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen.
Houd om de timer met optelfunctie te resetten en ingedrukt. De timer
gaat weer optellen.

10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.

10.1 Bakken

• Uw oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• De fabrikant raadt u aan de eerste keer een lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor een speciaal recept, kijkt u bij een soortgelijk product.
• Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
• Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen en profiteren van de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt, kunnen de bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming.
De timer met optelfunctie kan niet worden gebruikt
met de functies: Duur , Einde .

10.2 Baktips

Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
Page 24
www.aeg.com24
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt niet gaar bin­nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te hoog.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
Er zit te veel vloeistof in het mengsel.
laag.
De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld.
De oventemperatuur is te laag.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur lager in.
baktijd niet verlagen door een hogere temperatuur in te stellen.
Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenma­chines.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur hoger in.
cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd.
De baktemperatuur lager in­stellen en de baktijd verlen­gen.
Verdeel het deeg gelijkma­tig over de bakplaat.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur een beetje hoger in.

10.3 Multi-hete lucht

1. Gebruik de functie om te bakken in
bakblikken en te drogen op één niveau bij lage temperatuur.
3. We raden het gebruik van Multi-hete
lucht aan zonder voorverwarmen.
4. Gebruik als u de oven wilt
voorverwarmen de functie bereiding met hete lucht.
2. Bak maar één bakblik of bakplaat
tegelijkertijd.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Biscuitgebak in bakblik 160 50 - 70 2
Tulband of brioche in bakblik 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/Droge vruchtencake in bakblik
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
140 - 160 70 - 90 2
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Page 25
NEDERLANDS 25

10.4 Bereiding met hete lucht

Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
Taartbodem van zandtaartdeeg
150 - 160
170 - 180
1)
1)
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
160 60 - 90 2 - 3
gonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ sponsdeeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
170 - 180
160
1)
1)
25 - 40 3
10 - 25 2
hoogte
hoogte
20 - 30 3
10 - 35 3
Page 26
www.aeg.com26
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Kleine cakejes (20 per blad)
1)
Oven voorverwarmen.
150
1)
20 - 35 3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Roomsoezen/tompoezen
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
Kleine cakejes (20 per blad)
1)
Oven voorverwarmen.
170 - 180
1)
180
1)
150
1)
30 - 50 2 / 4
25- 40 2 / 4
20 - 40 2 / 4
hoogte
hoogte
hoogte
2 standen
hoogte
2 standen
Page 27
NEDERLANDS 27

10.5 Boven- en onderwarmte op één niveau

Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
Taartbodem van zandtaartdeeg
1)
170
190 - 210
1)
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
180 60 - 90 1 - 2
gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
Roomsoezen/tompoezen
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam)
160 - 180
1. 230
2. 160 - 180
190 - 210
180 - 200
1)
1)
1)
1)
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ sponsdeeg)
2)
190 - 210
170 35 - 55 3
1)
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling)
Pizza (met veel garnering)
160 - 180
190 - 210
1)
1)
25 - 40 3
10 - 25 2
50 - 70 2
1. 20
2. 30 - 60
1)
20 - 35 3
10 - 20 3
20 - 30 3
40 - 80 3
30 - 50 1 - 2
hoogte
1 - 2
Page 28
www.aeg.com28
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Pizza (dunne korst)
220 - 250
1)
15 - 25 1 - 2
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1)
20 - 35 3
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
Broodjes
Kleine cakejes (20 per blad)
1)
Oven voorverwarmen.
190 - 210
190 - 210
1)
170
1)
1)
20 - 30 3
10 - 55 3
20 - 30 3 - 4
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
180 - 200
200 - 220
1)
1)
15 - 30 1
15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
hoogte
hoogte
hoogte
Page 29
NEDERLANDS 29

10.6 Pizzastand

Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dun)
Pizza (met veel garnering)
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Flammekuchen
Piroggen (Russische variant op cal­zone)
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
1)
1)
200 - 230
180 - 200 20 - 35 1 - 2
230 - 250
160 - 180
230 - 250
180 - 200
2)
2)
2)
2)
2)
10 - 20 1 - 2
10 - 20 2 - 3
45 - 55 2 - 3
12 - 20 2 - 3
15 - 25 2 - 3

10.7 Braden

• Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwezig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
• Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg in het apparaat te bereiden.
• Giet een beetje vloeistof in de braadpan om het aanbranden van vleessap of vet te voorkomen.
• Indien nodig het braadstuk (na 1/2 ­2/3 van de gaartijd) keren.
• Besprenkel grote braadstukken en gevogelte diverse keren tijdens het braden met het eigen vleessap. Hiermee bereikt u een beter braadresultaat.
• U kunt het apparaat ongeveer 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen om de restwarmte te gebruiken.
Page 30
www.aeg.com30

10.8 Braden met boven- en onderwarmte

Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Rosbief of ossehaas: rood
Rosbief of ossehaas: medium
Rosbief of ossehaas: gaar
1)
Oven voorverwarmen.
per cm dikte
per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1
per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1
230 - 250
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voor­gekookt)
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
6 - 8 1
1)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Geroosterd kalfsvlees
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
1)
Tijd (min) Rooster-
Lamsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
Lamsrug 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
Page 31
NEDERLANDS 31
Game
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Reerug, hertenrug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Oven voorverwarmen.
220 - 240
Tijd (min) Rooster-
30 - 40 1
1)
Gevogelte
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 220 - 250 20 - 40 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 220 - 250 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
Vis
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
Tijd (min) Rooster-

10.9 Braden met circulatiegrill

Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
Rosbief of ossehaas: medi-umper cm dikte 180 - 190 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
190 - 200
Tijd (min) Rooster-
5 - 6 1
1)
hoogte
hoogte
Page 32
www.aeg.com32
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge­kookt)
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Tijd (min) Rooster-
Lamsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
hoogte
Gevogelte
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1

10.10 Grillen in het algemeen

WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
• Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste rekstand.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Page 33

10.11 Grill

NEDERLANDS 33
Het grilgedeelte is ingesteld in het midden van het rooster.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3
Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 - 4

10.12 Drogen

Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Tijd (min) Roos-
1e kant 2e kant
2e kant
ter­hoogte
vereiste tijd uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden.
Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de
Groenten
Gerecht
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 2 / 4
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 2 / 4
Groente in het zuur 60 - 70 5 - 6 3 2 / 4
Paddestoelen 50 - 60 6 - 8 3 2 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 2 / 4
Temperatuur (°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Fruit
Gerecht
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 2 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 2 / 4
Temperatuur (°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Page 34
www.aeg.com34
Gerecht
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 2 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 2 / 4

10.13 ontdrooien

• Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd.
Gerecht Aantal Ontdooitijd
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid scho-
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren sla-
Cake 1,4 kg 60 60 -
Temperatuur (°C)
(min.)
Tijd (u)
• Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan.
Nadooitijd (min)
Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Opmerkingen
teltje in een groot bord leg­gen. Halverwege de berei­dingstijd omdraaien.
omdraaien.
omdraaien.
groom.

11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Opmerkingen over schoonmaken

• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. Het risico is hoger voor de grillpan.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel.
Page 35
NEDERLANDS
35
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen.
11.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium:
Maak de ovendeur alleen schoon met een natte spons. Droog maken met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon

11.3 Pyrolyse

LET OP!
Verwijder alle accessoires en uitneembare bakplaatsteunen.
Start de pyrolytische reiniging niet als u de ovendeur niet volledig heeft gesloten. In sommige modellen geeft het display "C3" weer als deze fout zich voordoet.
WAARSCHUWING!
Het apparaat wordt heel heet. Er bestaat verbrandingsgevaar.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet tegelijk met de pyrolytische functie. Het kan schade aan het apparaat veroorzaken.
1. Verwijder het ergste vuil met de
hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur
met heet water, zodat de resten niet inbranden door de hete lucht.
3. Stel de pyrolytische functie in.
Raadpleeg de "Ovenfuncties".
4. Wanneer
of op om de gewenste procedure in te stellen:
Optie Beschrijving
P1 Als de oven
P2 Als het vuil
Na 2 seconden begint de procedure. U kunt de eindfunctie gebruiken om het starten van de reinigingsprocedure uit te stellen. Tijdens de pyrolytische reiniging is het ovenlampje uit.
5. U kunt de standaardlengte van de procedure (P1 of P2) wijzigen door
op te drukken om in te stellen. Druk vervolgens op
om de duur van de
reinigingsprocedure in te stellen.
6. Als de oven de ingestelde temperatuur bereikt, vergrendelt de deur. Het display toont het symbool
en de balken van de warmteaanduiding totdat de deur ontgrendelt.
7. Na afloop van de pyrolytische
reiniging geeft het display de tijd van de dag aan. De ovendeur blijft vergrendeld.
8. Zodra het apparaat is afgekoeld,
klinkt een geluidssignaal en wordt de ovendeur ontgrendeld.
knippert, drukt u op
niet erg vuil is. Tijdsduur van de proce­dure: 1 uur 30 min.
niet eenvou­dig te verwij­deren is. Tijdsduur van de procedure: 2 uur 30 min.
of op

11.4 Reinigingsherinnering

Om u te herinneren aan de pyrolytische reiniging, knippert PYR in het display
Page 36
1
2
1
2
36
www.aeg.com
gedurende 10 seconden na elke in- en uitschakeling van het apparaat.
De reinigingsherinnering gaat uit:
• na het einde van de functie pyrolytische reiniging.
• Als u gelijktijdig op en
drukt terwijl PYR op
het display knippert.

11.5 Verwijderen van de inschuifrails

Om de oven te reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde.

11.6 Uitnemen van de ovendeur

Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur.
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
3. Sluit de deur tot de schuif
4. Verwijder de deur.
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen.
hoort.
vergrendelt.
Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde.
Page 37
1
2
B
NEDERLANDS
37
11.7 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.

De lamp aan de achterkant.

Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
1.
Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje. Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.

11.9 De lade verwijderen

WAARSCHUWING!
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de stappen in omgekeerde volgorde uitvoeren.

11.8 Het lampje vervangen

Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte.
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
2. Til de lade enigszins op, zodat het
Bewaar geen ontvlambare dingen in de lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Gevaar voor brand
deze niet verder kan.
naar boven kan worden getild in een hoek van de ladegeleiders.
Page 38
www.aeg.com38
Om de lade te installeren, volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.

12. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet ac­tiveren.
U kunt het apparaat niet ac­tiveren.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uit­geschakeld. Er weerklinkt een geluids­signaal als de kookplaat uit staat.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
Restwarmte-indicatie treedt niet in werking.
Automatisch opwarmen­functie werkt niet.
Het apparaat is niet aan­gesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
U hebt twee of meer tiptoet­sen tegelijk aangeraakt.
STOP+GO -functie is in werking.
Er ligt water of vetspatten op het bedieningspaneel.
U hebt een of meer tiptoet­sen afgedekt.
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is ge­bruikt.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
Controleer of het apparaat goed is aangesloten op het lichtnet.
oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende elektri­cien.
Raak slechts één tiptoets te­gelijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Reinig het bedieningspa­neel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
Verwijder het object van de tiptoets.
Als het lang duurt alvorens de zone voldoende heet is, neem dan contact op met de klantenservice.
koelen.
Page 39
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Automatisch opwarmen­functie werkt niet.
De kookstand schakelt tus­sen twee kookstanden.
De sensorvelden worden warm.
Er klinkt geen signaal wan­neer u de sensorvelden van het bedieningspaneel aan­raakt.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
verschijnt op het display
van de kookplaat.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakel-
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
De hoogste verwarmings­stand is ingesteld.
Vermogensbeheer -functie is in werking.
Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedie­ningspaneel.
De signalen zijn uitgescha­keld.
Automatisch uitschakelen is in werking.
Het kinderslot of de Toets­blokkering-functie is in werk­ing.
Er staat geen kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone.
Het kookgerei dekt het kruis / vierkant niet.
zijn niet ingesteld.
ing is actief.
veerd.
De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Plaats groter kookgerei op de achterste zones indien mogelijk.
Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Schakel de kookplaat uit en weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks ge­bruik'.
Zet kookgerei op de zone.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en tips'.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en tips'.
Dek het kruis / vierkant volle­dig af.
Zorg ervoor dat de instellin­gen correct zijn.
Raadpleeg "Automatisch uitschakelen".
Raadpleeg "Gebruik van het kinderslot".
NEDERLANDS 39
Page 40
www.aeg.com40
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de ger­echten duurt te lang of de gerechten worden te snel gaar.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte.
Op het display van de oven verschijnt "F102".
De oven is geactiveerd en wordt niet warm. De ventila­tor werkt niet. Op het dis­play van de oven wordt "Demo" weergegeven.
Het display toont een fout­code die niet in deze tabel staat.
De temperatuur is te laag of te hoog.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
• U heeft de deur niet he­lemaal gesloten.
• Het deurslot is defect.
De demofunctie is ingescha­keld.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat uit via
Pas indien nodig de temper­atuur aan. Volg het advies in de handleiding op.
Laat gerechten na het berei­den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
• Sluit de deur volledig.
• Schakel de oven uit via de huiszekering of de vei­ligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in.
• Neem contact op met de klantenservice, wanneer "F102" opnieuw wordt weergegeven.
1. Schakel de oven uit.
2. Druk op de -toets en
houd deze ingedrukt.
3. Draai als er een geluids-
signaal klinkt de knop voor de ovenfuncties re­chtsom naar de eerste functie. "Demo" knip­pert in het display.
4. Draai de knop voor de
ovenfuncties naar de uit­stand.
5. Laat de knop
6. Draai de temperatuur-
knop drie seconden naar rechts. Het geluids­signaal klinkt drie keer. De demofunctie is uitge­schakeld.
de huiszekering of de vei­ligheidsschakelaar in de ze­keringkast en schakel het ap­paraat dan weer in. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven.
los.
Page 41
A
A
B
NEDERLANDS
41

12.2 Onderhoudgegevens

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................

13. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Technische gegevens

Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 2
B 685

13.3 Het apparaat waterpas zetten

13.2 Locatie van het apparaat

U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen.
Page 42
1
2
49 mm
77 mm
42
www.aeg.com

13.4 Anti-kantelbescherming

LET OP!
Monteer de anti­kantelbescherming zodat het apparaat niet valt als het incorrect wordt geladen. De antikantelbescherming werkt alleen als het apparaat in een correcte ruimte is geplaatst. Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de anti­kantelbescherming.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 49 mm van de linkerkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Zie afbeelding. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Zie afbeelding. Til de voorkant van het apparaat op (1) en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes (2). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.
LET OP!
Zorg dat u de anti­kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti­kantelbescherming gaat plaatsen.

13.5 Elektrische installatie

WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Page 43

14. ENERGIEZUINIGHEID

14.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn 66/2014

Modelidentificatie 68476IU-MN
Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob)
Linksachter Rechtsvoor Rechtsachter
Linksvoor Linksachter Rechtsvoor Rechtsachter
169,1 Wh / kg
NEDERLANDS 43
21,0 cm 21,0 cm 21,0 cm 21,0 cm
174,3 Wh / kg 165,3 Wh / kg 171,3 Wh / kg 165,3 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 2: Kookplaten ­Methodes voor het meten van de prestatie.
De energiemetingen betreffende de kookzone worden geïdentificeerd door de kruizen van de respectievelijke kookzones.
14.2 Kookplaat ­Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
• Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.

14.3 Productfiche en informatie voor ovens volgens EU 65-66/2014

Naam leverancier AEG
Modelidentificatie 68476IU-MN
Energie-efficiëntie Index 100.0
Energie-efficiëntieklasse A
Page 44
44
www.aeg.com
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven + onderwarmte
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 72 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 58.7 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 1: Reeksen, ovens, stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting.
0.98 kWh/cyclus
0.85 kWh/cyclus
kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
– U kunt de restwarmte gebruiken
om ander eten op te warmen.

14.4 Oven - Energiebesparing

Dit apparaat bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
– Zorg ervoor dat de ovendeur
goed is gesloten als het apparaat werkt en houd de deur tijdens de bereiding zo veel mogelijk gesloten.
– Gebruik metalen schalen om
meer energie te besparen.
– Zet indien mogelijk het eten in de
oven zonder voor te verwarmen.
– Verlaag bij een bereidingsduur
langer dan 30 minuten de oventemperatuur met minimaal 3
- 10 minuten, afhankelijk van de
Bereiding met hete lucht - gebruik
indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
– Bij sommige ovenfuncties
worden, als een programma met tijdselectie (Duur, Einde) in werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen automatisch 10% eerder uitgeschakeld. De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eeten warm houden - kies de laagste
temperatuur als u de restwarmte wilt gebruiken om eten warm te houden. Het display toont de restwarmtetemperatuur.
bereidingsduur voordat de
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
Page 45
NEDERLANDS 45
Page 46
www.aeg.com46
Page 47
NEDERLANDS 47
Page 48
www.aeg.com/shop
867319419-A-062015
Loading...