Adler 274, 271 Operating Instructions [nl]

Inhoud Blz.
Home
V oorwoord en algemene aanwijzingen b etreffende de veiligheid
Deel 1: Gebruiksaanwijzing Kl. 271 - 274
1. Beschrijving van de machine
1.1 Beknopt e bes chrijving en gebruik v olgens . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.2 Techni sche gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.3 Extras . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2. Machineonderdelen en hun funktie
2.2 Onderdelen van het onderstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3. Bediening
3.1 Naa lden , garens en draadspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.3 Vervangen van de spoel van afstellen van de spanning
van de opnemerdraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3.5 Reg elen van d e spa nning van de bovendraad . . . . . . . . . . . . . . . 17
3.6 Draadregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4. Onderhoud
4.1 Schoonmaken en/of testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.2 Invetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
De navolgende patenten en gebruiksmodellen zijn van toepassing:
Stand maart 1994 DE - 41 15 520 DE - 87 05 550
DE - 41 05 563 JP - 1 933 346
JP - HEI - 4 - 32044 DE - 41 38 402
DE - 40 04 892 JP - HEI - 4 - 312432
1. Beschrijving van de machine
1.1 Beknopte beschrijving en gebruik de voorschriften
De modellen 271 tot 274 zijn dubbele stiksteek naaimachine s m et één naald voorzien van een in richting voor het afsnijden van de draad voor lijnnaden volgens het steektype 301.
Volgens de voorschrift en mogen de machines slechts worden gebruikt voor het naaien van textielvezel m ateriaal en leer dat deel uitmaakt van de kleding.
Model 271 heeft een beweegbare ondertransportinrichting. De machine is voorzien van een automatische centrale
d.m.v. een oliekousje m et olievoorraadstank, alsmed e een aparte automatische smering van de opnemer, eveneens met o l i ev oorraadstank. De oliestand kan worden gekontroleerd d.m. v. een peilglas.
Doordat de machine is voorzien van een draad regelaar is het mogelijk om op dezelfde subklasse bij een geschikte keuze van naaiinrichting en naald zowel dik als dun materiaal te gebruiken.
Het spanningsmechanisme, d e draadafsnijder, de automatische vergrendeling en de ventilat ie van de naaivoet word en elektromagneti sch bediend. Uitgezonderd bi j klasse 273, 274 en 272-740142 is perslucht niet noodzakelijk.
Verdere technische kenmerken en uitrustingen per subklasse: zie onder 1.2 Technische gegevens.
Type 272 als 271, echter m et naaldtransport. 273 als 271, echter bovendien met een met tussenpozen
werkende rol l enboventransp ortinrichting. De transportlengte van de rollenboventransportinrichting
is 7 mm. Deze transportlengte kan gedifferentieerd worden afges teld voor ondert ransport d.m.v. een regelknop aan de voorkant van de arm van de machine.
Het toerental is stabiel tot aan het maximum aantal steken van 5500 per minuut. Dat betekent konstante steeklengtes alsmede gladde naden die niet verschuiven, zelfs bij snelle veranderingen van net toerental.
Bij omschakeling op achterwaarts transport wordt de transportwal s automatisch opgeheven (vergrendeling).
274 als 273, maar bovendien met naaldtransport.
5
1.2 T echnische gegevens
Subklassen
steken per min uu t
af werk
max.
271-140041 5500 4800 4mm x 271-140042 5500 4800 4mm x x x 271-240042 5500 4800 4mm x x x x 272-140041 5000 4800 4mm x 272-140042 5000 4800 4mm x x x
272-160062* 5000 4000 6mm x x x
272-640141 5000 4800 4mm x x 272-640142 5000 4800 4mm x x x x 272-740142 5000 4800 4mm x x x x 273-140042 5500 4800 4mm x x x 274-140042 5000 4800 4mm x x x
* massaopnemer = 70% groter opnamevermogen van de onderdraadklos dan bij de
standaardkl os
Ad 1: maximum steeklengte volgens de subklasse Ad 2: draadafsnijder voor boven- en onderdraad Ad 3: Elektro m agnetisch vergrendelingsmechanism e. Wordt geschakeld d.m.v. een pedaal.
Daarbij worden de volgende funkties uitgevoerd: naaivoet laten zakken, begin en eind van de naad vergrendelen, boven- en onderdraad afsnijden, naaivoet opheffen.
Ad 4: Taster op het bovengedeelte van de arm:
- naald hoog - l aag
- grendel in - grendelfunktie aan het bedieningsveld uitgeschak el d
- grendel ge bl okkeerd - grend elfunktie aan het bedieningsveld ingeschake l d
- grendel bin nen het verloop van de naad
Ad 5: Randafsnijder rechts naast de naald. Kan worden in- en uitgeschakeld d.m.v.
een handhefboom - of (als extra) ook elektropneumatisch via een drukknop. Al naar gelang de naaiinrichtin g (E no.) is de snijdaf stand 3,5; 5,0; 8,0 of 10 mm. Speciale naaiinnrichtingen zijn noodzakelijk voor trapsgewijs snijden. De hefhoogte van het mes bedraagt 5,5 mm.
Ad 6: Randafsnijder, echter met separate elektroaan- drijving. Kan worden
geschakeld op twee snijdtoerentallen.
Ad 7: Randafsnijder die de rand van het materiaal tij- dens het naaien dwars insnijdt
(bijv. bij ronde halsuitsnijdingen, kragen, armsgaten enz.) Het insnijden vindt plaats na 6 steken (op aanvtaag na 4 steken). De insnijddiepte bedraagt hoogstens 15 mm en kan aan de naad worden afgesteld tot 1 mm.
1234567
mm
Nadelsystem: 134, 797 of Sy 1955-01 Doorgang onder de naaivoet
Bij het opheffen: 8,0 mm bij 271 en 273
9,5 mm bij 272 en 274 Bij het naaien: 8,0 mm Werkdruk: 6 bar. Verbruik aan lucht: 0,02 Ni per cyclus bij 273 en 274
0,1 Ni per cycl us bij 272-7401 42
6
Geluidsniveau Lc :
emissiewaarde met betrekking tot de arbeidsplaats vlg. DIN 45635-48-A-1-KL2 bij steeklengte van 3,2 mm 271-140041 en 14 0042 bij aan tal st eken va n 480 0 p er m inu ut = 8 0 d B(A ) 272-140041 en 14 0042 bij aan tal st eken va n 480 0 p er m inu ut = 8 2 d B(A ) 272-140041 en 14 0042 bij aan tal st eken va n 450 0 p er m inu ut = 8 0 d B(A )
1.3 Extras
App. 301 afdekkap vo or het bovendee l van de machine Z 120 1801 elektromagnetische dtaadwisser voor 271 en 272
Z 120 1851 elektromagnetische draadwiss er voor 273 en 274 Z 133 371 Automatisch foto-elektrisch mechanisme, waardoor
Z 116 6741 Elektropneumatisch mechanisme voor het
Z 124 401 elektropneumati s che bediening voor het in- en
Z 145 1 Trapsgewijze randafsnijding (vingerversie foor licht
Z 145-101 Trapsgewijze randafsnijding (met 2 m essen voor
722 2041 Bak voor snijdafval (aansluiting op de vakuum-installatie
999 260029 voor draaistroom 380-400 V+N, 50 Hz 999 260030 voor draaistroom 220-230 V, 60 Hz 999 260031 voor draaistroom 415-440 V, 50 Hz 933 5736 stalen wals getand, breedte 9 mm voor 273 en 274
933 3501 Getande s tal e n wals, breedte 15 m m voor 273 en 274
273 1041 en 274 1141 afstelling van de hoogte voor het onderste gedeelte
570 1833 filterregelaar voor de perslucht aansluiting 271 661 set onderde len kniehefboo m voor het opheffen van
271 1671 set onderdelen handhefboom voor
subklasse -140000 en -160000
de naaicyclus wordt gestopt bij het eind van de stof met volgfunkties. Voor motoren met buitenliggend bedieningspaneel V730 of DB5.
afwisselend naaien met twee verschillend afgestelde steeklengten en twee verschillend afgestelde bovendraadspanningen. Normale naad en naad met stekenversoepeling (hechtsteken). Gedeeltelijk verhoogde spanning (naadverdikking) en siernaden.
uitschakelen van de randafsnijder door taster voor 272-640142
naaimateriaal). In kombinatie met de naaiinrichting 272/E 111 voor afsnijbreedtes van 4,5 en 7 mm.
middelzwaar naaimateriaal). In kombinatie met naaiinrich ting 272/E 112 voor afsnijbreedtes van 3, 5 en 6,5 mm.
van de firma). Als er geen vakuumi nstalla tie aanw ezig is moet de centrifugaa lve ntila tor wo rden ge bruik t.
walstransport walstransport stalen rollen mogen niet steunen, tussen
rol en steekplaat m o et 0,5 mm tussenruim te b estaan. Voor de afstelling zie de se rv ice handeleiding.
van de stofdrukker bij transportkritisch naaimateriaal , zoals fluweel
de naaivoet bij machines met automatisch vergrendelingsmechanisme
naadvergrendeling bij machines met automatisch vergrendelingsmechanisme
7
2. Machineonderdelen en hun funktie
2.1 Onderdelen van het bovendeel
Onderdeel Funktie
1 Schroef Regelt de naaivoetdruk. De schroef moet in de juiste
2 Handhefboom In- en uitschakelen van de randafsnijder 10. De
3 Opspoelinrichting Zie paragraaf 3.2 opspoelen van de onderdraad. 4 Bedieningspaneel Zie gebruiksaanwijzing van de motoren f abrikant. 5 Olievoorraadstank Het oliepeil mag niet lager zijn dan "MIN". Indien
6 Afstelknop Afstellen van de steeklengte voor achterwaarts
7 Afstelknop Afstellen van de steeklengte voor voorwaarts naaien
8 Steun Voor het omklappen v an het bovendee l van de
9 Spanning van de naalddraad– in draairichting + = naalddraad strakker gespannen
10 Randafsnijder Funktie zie volgende bladzijde. 11 Naald systeem 134, 797 of Sy 1 955-01
stelling worden vergrendeld.
handhefboom kan variabel worden ingesteld.
nodig moet er ol i e merk ESSO SP-NK10 worden bijgevuld tot aan de stand "MAX".
naaien (bij subklasse -....41 via de handhefboom).
(bij subklasse -....41 via de handhefboom).
machine naar achteren (niet bij klasse 273 en 274).
in draairichting - = naalddraad minder strak gespannen.
- gevaar voor verwondingen! -
Vóór het vervange n van de naald in ieder geval de hoofdschakelaar uizschakelen!
12 Vergrendelknop Naa i voet vergrendelen als deze opge heven is. 13 Handhefboom Transportwals in de hoogte heffen. De wals wordt
14 Afstelknop Transportlengte voor boventransportwals. 15 Walsenboventransport Funktie zie volgende bladzijde.
buiten het arbeidsbereik ge zwenkt. - Naaien alleen met ondertransport.
8
O N D
12 3
E R D E E L
12 11 10 9 8 7 6 5 4
272-640142
15
13
14
274-140042
9
Onderdeel Funktie
16 Separate aandrijving voor randafsnijder
17 LED Het oplichten van de diode geeft aan dat de
18 Schakelaar voor de randafsnijder
19 LED contrôlelamp voor hoofdschakelaar "in" (alleen
20 Drukknop begin- en eindvergrendeling in - grendel aan het
21 Drukknop afzonderlijke steken 22 Drukknop Bij stilstand van de naaimachine: naald hoog-laag.
23 Drukknop In- en uitschakelen van de randafsnijder. Bij
24 Drukknop Boventransportwals per hand opheffen en laten
25 Kniehefboom
(alleen subkl. -....41)
26 Smering van de opnemer – De olievoorraadtank voor de smering van de
twee snijdtoerentallen kunnen worden geschakeld
(alleen 272-740142)
- GEVAAR VOOR VERWONDINGEN! -
voorzichtig i n de buurt van d e randafsnijde r!
randafsnijder bedrijfsklaar is. Voor het in- en uitschakelen be-staan de vo l gende varianten: * handbedienin g d.m.v. een drukknop * via het naaipedaal door het loopsignaal van de naaiaandrijving * automatisch "in" en "uit" volgens het gekozen aantal steken * automatisch "uit" na het afsnij den van de draad (zie montagei nstruktie paragraaf 13)
I = normaal toerental
D = aandrijving "uit". Mes buiten het naaibereik II = verhoogd t o erental voor grote steeklengt es en dik mate riaal
272-740142)
bedieningpan eel uit begin- en eindvergrendeling uit - grendel aan het bedieningspa neel in
Tijdens het naaien: vergrendelen (achterwaarts naaien) op een willekeurige plaats van het naadverloop.
subklasse 272- 640000 moet daartoe de pneumatische bediening Z124-401 (extra) worden ingebouwd. A n ders is de drukk nop vrij.
zakken. Voor het automatisch laten zakken na een aantal steken zie montageinstrukties 12.
Voor het omk l appen van het bovendeel van de
machine naar achteren moet de hoofdschakelaar worden uitgeschakeld en de kniehefboom wo rden verwijderd. Voor het uithangen moeten de bewegingen 1 en 2 voor het inhangen de bewegingen 3 en 4 worden uitgevoerd.
op-nemer mag geen lagere stand dan de markering "MIN" aangeven. Bij normaal gebruik moet de oliestand iedere week worden gekontroleerd. Olie van het merk ESSO SP-NK10 kan worden bij-gevuld tot aan de markering "MAX" door de vulopening. De olietoevo er voor de smering van de opnemer wordt geregeld door schroef 5.
10
272-740142
16 1918
17
20 21 23 22
20 21 22
24
OIL SP-NK 10
5
26
11
2.2 Onderdelen van het onderst el
Onderdelen Funktie
1 Hoofschakelaar In- en uitschakelen van de naaiaandrijving.
Het bovendeel van de naaimachine is bedrijfsklaar.
BELANGRIJK!!
Voor het insteken en ve rvangen van naaigereedschap (zoals naald , naaivoet, steekplaat, stofschuiver enz.), voor het schoonmaken, bij het verlaten van de arbeidsplaats alsmende bij onderhoudswerkzaamheden moet de hoofdschakenlaar beslist worden uitgeschakeld. Zie ook onder Algemene veiligheidsaanwijzingen
2 Pedal
Onderhoudsunit
6 Luchtfilter en 7 waterafscheider
4 Drukregelaar Voor het instellen van de luchtdruk (6 bar) de
9 Oliesprayapparaat Dit apparaat voorziet de magneetventielen en
nulstand - gee n funktie
A
naaivoet opheffen bij stilstand van de machine
B
naaien met het maximum aantal steken door
C
intrappen
naadvergrendling* - draad a fsnijden - ophe ffen
D
van de naaivoet*
* niet bij subklasse -....41
Voordat de waterstand het luchtfilter 6 bereikt,
schroef 8 insc hroeven en het w ater onder druk afvoeren.
handgreep 4 naar boven trekken en afstellen. naar rechts draaien = verhogen van de druk naar links draai en = verlagen van d e druk
cilinders van smeerolie. Met de regelschroef 11 1 druppel olie voor 15 arbeidscyclussen instellen. Voor het bijvullen van het oliesprayapparaat moet de perslucht worden afgesloten. Daartoe handgreep 4 omhoog trekken en naar links draaien. Schroef 10 er uit draaien en olie Esso SP-NK10 bijvullen tot aan de gegroef de markering va n de olietank.
12
1
2
A
C
11
4
5
A B
D
10
6
7 8
9
13
3. Bediening
3.1 Naalden, garens en draadspanning
Er moeten naa l den systeem 134, 797 of Sy 1955-01 worden gebruikt.
Bij het aanbrengen van de naal d m oet men er op let ten dat die erin wordt geschoven tot aan de verdikking en dat de holle vorm van de naald naar rechts, d.w.z. naar de opnemerspits, wijst.
In de onders taande tabel zij n de voor enkel e naalddikten aanbevolen garendikte, dr aadspanning en positie van de draadregelaar weergegeven.
naalddikte naaidraad
70
80
90
100
110
120
Poly-Poly
Nm 95/2 Poly-BW
Nm 80/2
Poly-Poly
Nm 80/2
Poly-Poly
Nm 65/2
BW Ne 50/2
Poly-BW Nm 50/2
Poly-Poly
Nm 30/3 Poly-BW Nm 25/2
spanning van
de
naalddraad 1)
60-100 20-30 25-35 4 2,5
60-100 20-30 25-35 3,5 2
60-100 20-30 25-35 3,5 2 70-100
60-100
100-150 25-35 30-45 3 2
200-300 30-40 40-70 2,5 1,5
spanning van de opnemerdraad
Kl.271/273 Kl.272/274
20-30 25-40 3 2
1)
draadregelaar
kleine opnemer massaopnemer
1)
1) transportlengte 2,5 mm en aantal 5000/min. voor subklasse -140041,-140042,-640041,-640142 en-740142
1) transportlengte 4 mm en aantal steken 4000/min. voor subklasse -160062
3.2 Opspoelen van de onderdraad
Voor het insteken van de onderdraad vanaf de garenstand er tot aan de sp oelinrichting: zie onderstaa nde afbeelding.
Draadreste n die nog op de na af van de spoel zit t en moeten worden verwijderd vóór het opspoelen.
De spoeldra ad moet met de kl ok mee op de spoel naaf worden gewikkeld.
Het einde van de draad afsnijden in klem 2.
14
Om de volle spoel eruit te halen m oet men op de-zelfde wijze te werk gaan.
1
2
3.3 Vervangen van de spoel en af stellen van de sp anning van de opnemerdraad
- Gevaar voor verwondingen -
Hoofdschakelaar uitschakelen!
Verwijderen van de spoel
Deksel 3 optillen en het bovenste deel van het spoelhuis met de spoel er uit halen.
3
Inleggen van de spoel
Het inleggen van een nieuwe volle spoel wordt weergegeven i n onderstaand e afbeelding.
De draad wordt gevoerd in gleuf a onder de bladveer b tot in boring c. Bij het afrollrn van de draad moet de d oor de pijl aangegeven richting draaien.
Belangrijk!
De ruimte onder de remveer 5 van de spoel
re-gelmatig
worden verwi j derd opdat de re mveer ongehinderd kan bewegen. De veer moet worden opgetild (bijv. met een naald) en het stof worden weggeblazen.
5
Instellen van de spanning van de opnemerdraad
Bij de geadviseerde spanning van bijv. 30g wordt 15g door remveer 5 en 15g door spanni ngsveer 7 bereikt .
Basisinstelling van spanningsveer 7: Het spoelhuis moet door zijn eigen gewicht langzaam
zakken (zie de afbeelding). Remveer 5 verhindert, dat de spoel naloopt tijdens het
afsnijden van de draad. De remwerking moet fijn worden afgesteld.
worden schoongemaakt en al het naaistof
4
Moet
6
67
15
Voor het regelen van d e beide spanningen moet men als volgt te werk gaan:
Regelschroef 6 zò ver terugdraaien dat de spanning
van bladveer 7 volkomen is gene utraliseerd.
Remv eer 5 overeenkomst i g afstellen door draaien
van schroef 4.
De spoel in het bove nste deel van het spoelhuis
inleggen en de opnemerdeaad volgens de
afbeelding insteken. – Spoel huis met spoel in de opnemer aanbrengen. – D.m .v. een zogenaamde "luchtsteek" de
opnemer-draad met behulp van de naalddraad naar
de bovenkant van de steekope ni ng trekken. – De o pnemerdraad aftrekken onder een hoek van 45°.
Ongeveer de helft van de spanning moet voelbaar
zijn.
Vervolgens regelschroef 6 tot op de geadviseerde
spanning aandraaien.
3.4 Insteken van de bovendraad
- Gevaae voor verwondingen -
Hoofdschakel aar uitschakelen!
De draadweg van de bovendraad is in onderstaande afsbeelding weergegeven.
Om de draden zoveel mogelijk zonder spanning van de garenstander af te wikkelen, al l een door een draadopening in de afwikkelarm steken. De andere draadopening worden afgesloten d.m.v. de in de bijpakking meegeleverde stop.
16
3
4
3.5 Regelen van de spanning van de b ovendraad
Voorspanning voor het draadafsnijden
Voor het veilig werken van de draadafsnijder als de hoofdspanning 4 is geopend is een geringe restspanning van de bovendraad noodzakelijk.
Deze restspanning wordt bereikt door voorspanning 3 en be invloedt tegelijkertijd ook de lengte van het afgesneden ei nde van de naalddr aad (begindraad v oor de volgende naad).
Kortere begindraad = kartelmoer 3 aandraaien. De basisinstelling is: Voorkant kartelmoer en bout gelijk. Voor een grote verstelling van de voorspanning is een
extra regeling van de hoofdspanning noodzakelijk.
Hoofdspanning
Voorspanning 3 en hoofdspanning 4 moeten samen de geadviseerde bovendraadspanning van bijv. 80g leveren.
Hoofdspannin g 4 moet daarmee ov ereenkomstig worden ingesteld.
3.6 Draadregelaar
De draadregelaar 6 dient voor het regelen van de hoeveelheid bove ndra ad die beno dig d is voor de steekvorming. De instelling is afhankelijk van de steeklengte, dikte van het naaimateriaal en eigenschappen van het garen.
Belangrijk:
Een optimaal naairesultaat wordt allen ma ar gega­randeerd wanneer de draadregelaar precies is afgesteld.
De lus van de bovendraad moet zonder overschot met geringe spanning over de opnemer glijden.
Schroef 9 losd raaien en de reg elaar afstellen. De vertikale draad 7 dient in kombinatie met schaal 8 als
afstelhulp.
6
987
45
17
4. Onderhoud
Opmerking
Wanneer de regelaar juist is gepositioneerd wordt de draadaanhaalveer 5 0,5 mm uit de bovenste eindpositie naar beneden getrokken, wanneer de draadlus de grootste opnemeromvang passeert, d.w.z. wanneer de grootste hoeveelheid draad benodigd is (zie de afbeelding).
Het getal van 0,5 mm is ee n ri chtwaarde. Al na ar gelang de spanning van de draadaanhaalver kan deze waarde groter of kl ei ner zijn.
- Gevaar voor verwondingen -
De hoofdschakelaar moet in ieder geval worden uit­geschakeld wanneer de mach i ne wordt schoongemaakt of ingevent.
De onderhoudswerkzaamheden moeten uiterlijk na de tussen haakjes aang egev en be dr ijfsu re n wor den u itge vo erd.
Andere tussentijden tussen de onderhouds beurten kunnen noodzakelijk blijken wanner er speciaal materiaal wordt gebruikt.
4.1 Schoonmaken en/of testen
Een machine die regelmatig wordt schoongehouden geeft minder aanleiding tot storingen!
Van de ruimte onder de steekp l aat moet het na ai -
stof worden verwijderd. (8 uur)
Dit kan het beste worden gedaan met een persluchtpistool. – Het s tof dat tussen de transportrugge n i s opge-hoopt
moet worden verwijderd. (8 uur)
Daartoe moe t de steekplaat e raf worden geha al d. – De rui m te onder spoelremveer 3 moet worden ont-
daan van naai stof. (8 uur)
Daartoe veer 3 bijv. met een naald ietsje optillen en
het stof wegblazen. – Het m otorventilatief i l ter van naaistof reinigen. (8 uur ) – Wanneer de machine is uitgerust met de
persluchtonderhoudsunit 5 moeten olie- en
waterstand worden gekontr ol eerd.
18
Voordat het waterpeil tot aan het filterinzetstuk 6 is gestegen moe t het water in ieder geval uit de waterafscheider 7 worden afgevoerd nada t schroef 8 is aangedra ai d, bij onder druk staande onderhoudsunit.
waterstand in waterafscheider 7 (40 uur) luchtfilterinzetstuk 6 reinigen (500 uur) olietransport van het oliesprayapparaat 11
kontroleren (180 uur) zie ook paragr aaf 2.2
3
11
4
10
5
6
7 8
9
19
4.2 Invetten
Voor het invetten van deze machine moet smee rol ie merk ESSO SP-NK 10 (of olie van een overeenkomstige kwaliteit) worden gebruikt .
Het onderhoud van de met olie te verzorgen puten is beperkt tot de volgende plaatsen:
Het oliepeil in de olievoorraadtank 1 mag niet tot
onder de mark ering "MIN" dalen. (40 uur)
Olie bijvullen tot aan de markering "MAX" wanneer
de machine recht op staat.
Met uitzondering van de smering van de opnemer
worden alle lagers gesmeerd door een centrale
oliesmering d.m.v. een oliekousje uit de
olievoorraadstank 1. – Het oliepeil in de ol i evoorraadtan k 2 voor de smering
van de opnemeer mag eveneens niet dalen tot ond er
de markering "MIN". (40 uur)
Olie bijvullen tot aan de markering "MAX" wanneer
het bovendeel van de mach i ne is omgeklapt . – Indien nodig olie bijvullen in de olietank 9 van de
onderhoudsun i t tot aan de marke ri ng d.m.v.
geleuven. (40 uur)
Daartoe de persluchttoevoe r volkomen afslu i ten door
de handgreep 4 naar links te draaien en dan
schroef 10 erui t te draaien.
20
Oil SP-NK 10
Oil SP-NK 10
1
2
Loading...