Adler 274, 271 Installation Instruction [nl]

Inhou ld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz:
Deel 2: Montag einstr ukties Kl. 271 - 274
1. Algemene inlichtingen
1.1 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Machine in bedrijf zonder naaimateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Tafelbladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Montage van het onderstel
3. Tafelblad kompleteren en vastschroeven
4. Verbinding aandrijving naaimechanisme met het tafelblad
4.1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.2 Motortype vlg. subklasse en extra uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.3 Beves tigin g van de aandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.4 Aantallen steken voor draaistroomaandrijvingen als f unktie
van de gem iddelde doorsnede van de riemschijf . . . . . . . . . . . . . 8
4.5 Instelling motorbeveiligingsschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. Aanbrengen bovendeel en- V-snaren, snaarbeveiliging, montage handwiel en pedaal
6. Verbinding met de motorbediening en aanbrengen positiemelder
7. Aansluiten persluchtonderhoudsunit
8. Machine bedrijfsk l aar maken en naaitest doen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
. . . . . . . . . . . . . . . . 5
. . . . . . 6
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
. . . . . . . . . . . . . 13
9. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van een naaiaandrijving met digitale bedieningstechniek
9.1 Aansluiti ng op het net en draairi chting van een
gelijkstroomnaaiaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.2 Korrektie der afstellingswaarden (parameter) . . . . . . . . . . . . . . . 15
9.3 Funktie foto-elektr. beveiliging bij "Quick" . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. Taster aan de kop van de arm
11. Afstelling positiemelder
11.1 Positi oneringsaandrijving z onder extern bedienin gspaneel . . . . . . . . 19
11.2 Positioneringsaandrijving met extern bedieningspaneel . . . . . . . . . 20
12. Hef- en daalfunkties van de transportwals bij klasse 273 en 274
13. In- en uitschakelfunkti es van de randafsnijder bij
kla sse 272-640142 en -740142 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
. . . . . . . . . . . 14
. . 24
25
1. Algemene inlichtingen
1.1 Veiligheid svoorschriften
Zeer belangrijk!
De netspanning en de op het identifikatiebordje van de motor aangegeven werkspanning moeten overeenstemmen!
Alle werkzaamheden aan de elektrische uitrusting mogen alleen maar worden uitgevoerd door daartoe bevoegde personen en alleen indien de stekker uit het stopkontakt is gehaald!
De veiligheidsvoorschriften moeten worden opgevolgd.
De montagewe rkzaamheden moeten wo rden uitgevoerd volgens ond erstaande voorschri ften.
De elektrische aansluitingen zi j n aangegeven in het schakelsche ma.
De bezetting van de in- en uitgange n die voor iedere subklasse typ i sch is, alsmede de betreffende parameter-nos. staan vermeld in het gegevensblad.
Alle noodzakelijke onderdelen zitten in de meegeleverde bijpakking.
1.2 Machine in bedrijf zonder naaimateriaal
In dat geval m oeten eerst de naaivoe ten in opgeheven toestand worden vastgezet.
1.3 T afelbladen
De uitsnijdi ngen van zelfgemaa kt e tafelbladen moet en de in de tekeningen aangegeven maten hebben.
2. Montage van het onderstel
De onderdelen van het onderstel (zie de afbeelding) monteren.
De bijgesloten onderstelpote n 1 er op schuiven. Wanner de schroeven 2 worden losgedraaid staat het
onderstel veilig. De gewenste werkhoogte en een horizontaal werkop-
pervlak kunnen worden ingesteld nadat de schroeven 3 zijn losgedraaid.
3
2
1
2
Schnitt - Selection
A - A
unbemaßte Radien R9
undimension radius R9
Ankörnung für Befestigung
des Gestells auf Tischplat-
tenunterseite
Ref. mark for fastening the
stand on the r eserve of the
table
* auf Wunsch
Oberseite
Top side
* on request
Schnitt - Selection
B - B
3
Schnitt / Section
C - C
Einzelheit / Detail
X
791 1012
1
791 1011
Auflagepunkt / Supporting point
2
ab/from
bis/till
10/93
9.93
Einzelheit / Detail
Y
3
4
5
8
7
6
4
3. T afelblad kompleter en en vastschroeven
Versterkingsribben 2 t ussen de uitsnijdingen voor het bovendeel en de motorriem aanschroeven.
Kabelgoot 5 en houder voor de trekontl asting van de leidingen a an de onderkant van h et tafelblad schroeven.
Hoofdschakelaar 6 vastschroeven.
Naailichttrafo. (indien aanwezig) vastschroeven.
Elektrische leidingen aanbrengen.
Schuiflade 8 met houder vastschroeven.
Tafelblad met houtschroeven B8x35 op het onder-stel schroeven. De stand van het tafelblad t.o.v. het onderstel is aangegeven door de mar kering op de onderkant van het tafelblad (zie de maatschets).
Scharnieronderdelen 3 voor de machinescharnieren in de uitspari ngen in het tafelbla d drukken en vastschroe ven.
Voor het voorste steunpunt van het bovendeel der machine moeten 2 steunpluggen in het tafelblad worden aangebracht en de drukveren daarop worden geschoven. De linker plug 1 moet in de boring vlg. doorsnede C-C en de rechter plug in de boring vlg. detail Y worden aangebracht. De aan de onderkant van het tafe l -blad uitstekende plugeinden afsnijden.
Technische bijzonderheid!
De plaatsin g van de linker plug 1 heeft tot resultaa t dat het linker machinescharnier 1 mm omhoog gelicht kan worden; op die manier vindt een ontkoppeling van het tafelblad plaats.
Olieopvanbblik 7 met houtschroeven zo onder het tafelblad schroeven dat er tussen de rechterkant van het blik en de rechterkant van de tafelbladuitsnijding een afstand van 55 mm bestaat. Het olieopvangblik is aan de voor- en achterkant van de tafelbladuitsnijding zó te richten dat het bovendeel van de machine nergens tegenaan stoot bij het omklappen. De kniehefboom stoot bij het omklappen. De kniehefboom mag later, rekening houdend met alle afstelmogelijkheden, niet tegen het olieopvangblik stoten.
5
4. Ver binding aandrijving naaimechanisme met het tafelblad
4.1 Algemene aanwijzingen
Voor type 271, 272, 273 en 274 zijn komplete aan-drijvingspaketten leverbaar; deze bestaan uit de naaiaandrijving, hoofdschakelaar met de leidingen, V-snaarschijf, V-snaar en verschillende onderdelen. De koppelingsmotoren voor draaistroom zijn in de standaardui t voering gebouwd voor 3 x380-400V 50 Hz. Het toerent al i s 2800 omw/min. Draais t roommotoren voor andere netspanningen op aanvraag . De voor deze machines gebruikte gelijkstroomaandrijvingen benodigen een-fazige wisselstroom spanning; daarom moeten de aansluiti ngen bij meerdere machines gelijkmatig over de fazen van het draaistroomnet worden verdeeld; anders kunnen fazen worden overbelast. Het type motor dat per subklasse en extra uitrusting noodzakelijk is is vermeld in het navolgende overzicht in par. 4.2.
Belangrijk!
Wanneer de naaiaandrijvingen voor type 273 en 274 worden aangebracht moet bij de daaropvolgende inbedrijfneming worden gekont roleerd of in de motorbediening de juiste funkties voor de transportwals zijn ingevoerd (zie par. 12).
Indien de elektrische uitrusting niet wordt geleverd door DÜRKOPP ADLER moet de kont role vlg. EN 60204-3-1 of JEC 204-3-1 wor den uitgevoerd.
6
4.2 Motortype vlg. subklasse en extra uitrustin g
271 272 273 274
Subklasse
-140041
-640141
-140042
-160062
-240042
-640142
-140042
-160062
-240042
-640142
-740142
-140042
-160062
Type motor
Bedienings -
paneel
( ) op
bestelling
Z120 1801
extra uitrust i ng
Z133
371
Z116 6741
FIR 1100F-ZT37
Efka VD552/6F62AV
Efka DC1600/DA62AV
- x---
Quick QD552/D21K01
FIR 1180F70 670 x - - -
Efka VD552/6F62AV V62 x - - -
Efka DC1600/DA62AV (V62) x - - -
V720 x - - x
1)
1)2)
1)2)
2)
1)
V730 x x - x
DB4x---
DB5 x x - ­V720 x - - x V730 x x - x
DB4 x - - x
DB5 x x - x V720 x - - o V730 x x - o V720 x - - o V730 x x - o
DB4 x - - o
DB5 x x - o V720 x - x V730 x x x
DB4 x - x
2)
DB5 x x x
3)
3)
3)
3)
Efka VD552/6F72CV2049
Quick QD552/D40K02
Efka DC1600/DA82CV
3201
Quick QE6040/D40S02
Efka VD552/6F72CV2049
Efka DC16 00/DA82CV32 01
Quick QE6040/D40S02
Efka DC1600/DA82AV
3207
Quick QE6040/D50S01
Z124
401
-
-
-
-
Z120181 Z133371
Z1166741
Z124401
o
1)
Voor klasse 273 en 274 kunnen allen worden gebruikt
de met
2)
Gelijkstroom-positioneringsaandrijvingen voor de
aansluiting op 1x220-240 V 50/60 Hz.
3)
niet voor klasse 273 en 274
– –
1)
gemerkte aandrijvingen.
draadwisser foto-elektrische cel voor naaistop aan het einde van
de naad met volgfunkties
mechanisme voor het naaien met twee van tevoren ingestelde naalddraadspanningen (zie par. 1.3 extras)
elektropneumatische bediening voo r het in- en uitschakelen van de randafsnijder d.m.v. een taster (voor type 272-640142)
bij subklasse -740142 standaard
7
4.3 Bevestiging van de aandrijving
De aandrijving met het voetstuk aan de onderkant van het tafelblad bevestigen. Daartoe de 3 zeskantbouten M8x35 in de moeren 4 (zie de maatschets va n het tafelblad) sc hroeven.
Met de aardkabel 2 uit het aand ri j vingspakket een verbinding m aken van het motorvo e t stuk naar de onderkant va n de machine.
Daarbij het oog van de kabel met een bout M4 bevestinge n aan de van schroefdraad voorziene boring in het motorvoetstuk.
De kabel door het olieopvangblik halen en de platte stekker 1 in de kontaktlijst steken (zie afbeelding).
De aardkabel dient om de statische lading van het bovendeel der machine via de m otor naar de massa af te leiden.
V-snaarschijf op de motoras bevesti gen.
De plaatsing v an de aansluitingen aan de trafo. van de naaiaandr ijving kontroleren en zo nodig wijzigen overeenkomsti g de netspanning (zie het bijgaande schakelsche ma).
1
2
4.4 Aantallen steken als funktie van de doorsnede van de riemschijf
Aantallen steken voor draaistroomaandrijv ingen
Steken/min. 50 Hz 60 Hz
3800 4000 4200 4500 4800 5000 5500
Met
gelijkstroomaandrijvingen
gehaald dan met draaistroomaandrijvingen. Daarom moet men hier een kleinere doorsnede van de riemschijf nemen. Algemene regel: Riemschifdroorsnee voor wisselstroomaandrijvingen minus 30% = de geschikte doorsnee voor gelijkstroomaandrijvingen. Bovendien kan het motortoerental worden geregeld aan het bedieningspaneel (zie de gebruiksaanwijzing van de motor).
8
80 mm 85 mm 90 mm 95 mm 100 mm 106 mm 112 mm
67 mm 71 mm 75 mm 80 mm 85 mm 90 mm 95 mm
kunnen aanzienlijk hogere toerentallen worden
4.5 Instelling motorbeveiligingsschakelaar
Type motor Netspanning
3 x 380-400V 3 x 220-230V 3 x 415-440V
FIR 1,6A 2,7A -
Efka VD552/.... 2,5A 4,2A 2,4A
Quick 1,9A 3,3A 1,7A
5. Aanbrengen bovendeel en v-snaren, snaarbeveiliging montage handwiel en pedaal
Bovendeel van de machine in de uitsnijding in het tafelblad aanbrengen.
Steun 2, die nodig is voor het omklappen van de machine, inslaan (niet bij klasse 273 en 274).
43 2
5
6
De vergrendel i ngspen (in de bijpa kk i ng) in een van de insnijdingen van de ingebouwde regelschijf insteken. Schroeven van het handwiel losdraaien en het handwiel wegnemen.
Bij machines met een draadafsnijder en een au-tomatisch vergrendelingsmechanisme moet de gemarkeerde opening 6 voor de stekkeraansluiting met behulp van een schroevendraaier uit de snaarbeveiliging worden geslagen.
Zoals op nevenstaande afbeelding is te zien, wordt de V-snaar vervolgens van buitenaf door de snaarbeveiliging gehaald; dan worden de beide delen over de riemschijf naar het bo vendeel toe gebracht.
Leg de V-snaar op de ri em schijf aan het handwiel.
De vier bouten 5 van de snaarbeveiliging aan-draaien.
Nu het bovendeel van de machine naar achteren omklappen en de V-snaar op de motorschijf leggen.
Bij het omklappen moet de snaarbeveiliging ongehinder d in de uitsnijdingen van het tafelblad kunnen komen.
Door de motor te zwenken kan de V-snaar zo worden gespannen, dat deze in het midden noch 10 mm zonder al te grote krachtsinspanning naar binnen kan worden ge drukt.
De snaarbeveiliging aandraaien en daarbij de nok zó instellen, dat de riem in de riemschijf bilijft liggen wanneer de machine naar achteren is gezwenkt.
9
Belangrijk! De boringen voor het bevestigen van het handwiel
zijn systematisch aangebracht.
Bij het aanbrengen van het handwiel m oet de vergrendelingspen 4 (in de bijpakking) door de boring 3 in de diepere insnijding A van de op de as van de arm aangebrachte regelschijf worden gemonteerd.
Handwiel met lette r A op marke ri n g 7 i nstellen en bouten 8 vast aandraaien.
4
De voetstangen 9 zó instellen, dat het pedaal 10 zich op 10 ten opzichte van de horizontale lijn bevindt, d.w.z. met de voorkant lager en met de achterkant enigszins verhoogd.
Om ergonomische redenen moet het pedaal in zijdelingse richting dusdanig op de versterkingsbalk zijn bevestigd, dat het midden van het pedaal ongeveeer onder de naald ligt.
9
873
10
10
6. Verbi nding met de motorbediening en aanbr engen positiemelder
Alle elektrische aansluitingen naar het bovendeel van de machine via de centrale stekkerverbinding 16 leiden. De leiding kompl. met koppeling en stekker voor de motorbediening ligt in de bijpakking.
Wanneer de knoppen 15 tegelijkertijd worden ingedrukt kan de koppeli ng na ar bu iten wo rden getro kk en.
Indien aanwez i g, m oet het buitenligge nde bedie-ningspaneel aan de arm van de machine worden bevestigd d.m.v. de bouten 17.
De leidingen voor de taster en evt . voor het naailampje in het leidingskanaal van het bovendeel der machine aanbrengen; daartoe moet de deksel van het opspoelapparaat worden weggenomen.
De positiemelder moet bij uitgeschakelde hoofd-schakelaar dusdanig worden vastgezet op de flens van het handwiel, dat de sleuf over de sluitpen op snaarbeveiliging pakt.
Bij "Efka"-moto ren me t het handwiel (p unt va n de n aal d in de ste ek plaat) na ar markering 11 brengen en de vergrendelingspen insteken.
Merk 12 en inkerving 13 nauwkeuri g m et elkaar in overeenstemming berengen.
Bouten van de positiemelder aand raaien.
Dit is stand 0, d.w.z., het uitgangspunt voor alle machines die door de fabriek zijn afgesteld.
Bij op die manier aangebrachte positiemelders is de door de fabriek ingestelde onderste en bovenste stand van de naald gegeven.
Andere motoren
Hier moeten de posities van de machine na het bevestigen van de positiemelde r volgens par. 11 worden gekontro-lee rd en indien nodig ingesteld.
Bedieningspaneel
11
12 13
, stand D van
17
14
15 16
11
7. Aansluiten persluchtondererhoudsunit
Ingeval van gebruik van bepaalde subklassen en extra uitrustingen is de voorzien i n g met perslucht (watervrij en enigszins geolied) noodzakelijk.
De onderhoudsunit moet worden bevestigd aan het onderstel (zie afb.).
Onderhoudsunit en bovendeel va n de machine verbinden d. m .v. de slangkoppeling (Pu3) 1.
Onderhoudsun i t d.m.v. de aansluitingsslang 4 (d oor de klient ter beschikking te stell en) en aanslui-tingsonderdelen aansluiten op het persluchtnet.
Bij niet aangesloten of afgesloten persluchttoevoer de olievooraadtank 3 vullen met sm eerolie ESSO SP-NK 10 tot aan de gleufmarkering, nadat bout 2 verwijderd is.
De werkdruk van 6 bar instellen door de handgreep 5 omhoog te trekken en te draaien.
5
4
1
2
3
12
8. Machine bedrijfsklaar maken en naaitest doen
Maschine scho onmaken na de verzendi ng.
De garenstan daard volgens onder st aande tekening bevestigen.
De draadopeningen sluiten d.m.v. de meegelev erde plugs, zoals in de afbeelding.
Naald- en klosdraad mogen elk maar do or één opening worden gestoken.
De olietank voor de smering van de opnemer en de centrale sm ering d.m.v. een oliekousje mo et tot aan de markering "Max." met olie worden gevuld. Zie 4 van de gebruik saanwijzing.
Als smeerolie moet worden gebruikt ESSO SP-NK 10 - of olie van een volkomen gelijkwaardige kwaliteit.
De netstekker in het stopkontakt steken. Door de motorbeveiligingsschakelaar korte tijd in te schakelen ( bij looprichting aan het ventilatiewiel van de motor vaststellen.
Voor de looprichting van de machine zie de pijl aan de snaarbeveiliging.
Bij een verkeerde looprichting moeten 2 fazen in de netstekker worden verwisseld.
De machine een paar minuten op een laag toerental laten lopen, voordat er wordt genaaid op het toegestane max. toerental.
De transporthoeveelheid van de oliesprayinrichting ( 1 druppel pe r 15 werkcyclussen) kontroleren en, indien nodig, korrigeren. Zie 4 van d e gebruiks-aanwijzing.
draaistroom naaiaandrijvingen ) de
13
9. Aanwijzingen voor de inbedrijfstell ing van een naaiaandrijving met digitale bedieningstechniek
Vóór het inbedrijfnemen van deze aandrijvingen moeten de onderstaande aanwijzingen zorgv ul dig worden doorgelezen om te voorkomen dat aandrijving en naaimachine worden beschadigd.
De gebruiksaanwijzing van de naaiaandrijving moet in ieder geval in acht worden genomen.
9.1 Aansluiting op het net en draairichting van een gelijkstroom
naaiaandrijving
D.m.v. een interne omsch akeling kan de aandrijv i ng worden omgeschakeld op een netspanning tussen 190 V en 240 V (50 en 60 Hz). De fabriek lev ert de aandrijving met een geaarde schakelaar. Indien aansluiting op een draaistroomnet noodzakelijk is kan de geaarde stekker worden vervangen door een perilexstekk er. Die wordt aangesloten op een van de 3 fazen (L1, L2 of L3), de null-eider (N) en de aardleider (of PE).
Als ze zijn aangesloten op een draaistroomnet, moeten de motoren gelijkelijk worden verdeeld over de drie fazen. Wij adviseren de perilexstekker te markeren zodat men van buitenaf kan zien welke faze is aangesloten. Daardoor verkrijgt men een overzicht van de verdeling. Normaliter wordt de aandrijving geleverd met de juiste looprichting van de machine: naar links (tegen de wijzers van klok in). De loopricht i ng kan worden veranderd aan onderstaan de parameters:
rechtsomdraaiend met blikrich ting riemschijf (met de wijzers van de klok mee) bij Efka modulair = F161-0 bij Quick digitaal = 800-1
linksomdraa i end met blikrichting riemschijf (tegen de wijzers van de klok in) bij Efka modulair = F161-1 bij Quick digitaal = 800-2
Voor de noodzakelijke bediening van de regeling zie 11.2 of de bijgesloten motorgebruiksaanwijzing.
14
Rangschikking van de aansluitingen in de perilex-stekker, gezien vana f de aansluiting.
9.2 Korrektie der afstellingswaarden (parameter)
Om de aandrijving aan te passen aan de machineklasse moeten enkele parameters worden gekontroleerd en eventueel moeten de bij levering ingestelde waarden worden gewijzigd.
Daartoe moet het nummer van de parameter die moet worden gewijzigd worden opgeroepen en de waarde die dan in het dis pl ay verschijnt moet worden verhoogd (+) of verlaagd (-).
Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de volgende parameter-nummers:
a) max. toerental
F111 bij Efka modulair 607 bij Quick digi taal
Er mag géén groter aantal steken/min. worden ingesteld dan in 1.2 van de aan te drijven machineklasse is voorgeschrev en. De ingestelde waarde verschijnt in het display als eerste informatie na het inschakelen van de hoofds chakelaar.
Bijj draaistroom naaiaandrijvingen moet het max. aantal steken/min. (pedaal helemaal ingetrapt) worden bepaald door de keuze van de motorriemschujf (zie
4.4). Het max. aan t al steken dat op het bedienings-paneel is
aangegeven moet worden ingesteld i n bovenstaande parameter overeenkomstig de waarde van de motorriemschijf.
Het aantal s teken kan dan via het bedieningspaneel worden verla agd tot onder het maximum.
b) Referentiestand (stand 0)
F170 bij Efka modulair 700 bij Quick digi taal
Het instellen is noodzakelijk voordat de 10-po-lige machinestekker i n de motorregeling wordt gestoken. De referent i estand is bereikt wan neer het handwiel in de looprichting wordt gedraaid en in stand D wordt vergrendeld .
Met deze instelling zijn tegelijkertijd de naaldpositie insnijding F en de naaldpositie insnijding C juist ingesteld voor de meeste toepassingen. Deze naaldposities kunnen worden gekorrigeerd in de onderstaande parameters:
Bij Efka modulair F-171. 1- naaldpositie insnijding F F-171. 2- naaldpositie insnijding C
Bij Quick digitaal 702 - naaldpositie insnijding F 703 - naaldpositie insnijding C
(zie 11)
15
c) 884 - instelparameter bij Quick
Met de in parameter 884 ingestelde waarde wordt de regelkarakteristiek van het toerental aangepast aan de betreffe nde belasting van de aan te drijven machineklasse. Voor zware machines is een hogere waarde nodig als voor lichte.
Bij een te hoog ingestelde waarde "knort" de motor bij lage toerentallen.
Bij een te laag ingestelde waarde krijgt men regelproblemen wanneer er een verhoogde prestati e (bijn. draadaf-snijden) wordt ver l angd.
9.3 Funktie foto-elektr . beveilig img bij Quick
Op de printplaat van het bedieningspaneel DB 5 be-vindt zich een draadschakelaar voor de omschakeling van de gevoeligheid der foto-elektrische beveiliging.
Bij de levering van het bedieningspaneel is deze schakelaar gesloten, d.w.z. de hoge ge voeligheid is ingeschakeld en klaar voor aansluiting van de reflex foto-elektrische beveiliging Weko 7245 (on-derdeel no. Z133 103).
Foto-elektrische beveiligingen van andere fabrikanten (bijv. Leutze) hebben gedeeltelijk een lagere gevoeligheid. In dat geval moet de draadschakelaar worden geopend.
Bij problemen met de foto-elektr. beveiliging adviseren wij eveneens een kontrole van deze schakelaar. Daartoe moet de voorkant van het bedieningspaneel worden geopend.
16
10. T aster aan de kop van de arm
Maschines met een automatisch vergrendlings-mechanisme zijn uitgerust met de viervoudige taster 1.
De in de bijpakk i ng meegeleverde taster moet d.m.v. de twee bout en 2 worden bevestigd aan de kop van de arm.
De deksel van de opspoeler afnemen en de toe-voerlei ding in de kabelgoo t aanbrengen.
De stekker do or de doorbraak in het tafelbald halen en in de motorregeling steken.
1
2
17
12
7
9
8
11
10
10
3
4
18
1 1. Afstelling positiemel der
De in de arm van de machine ingebouwde afstelschijf is voorzien van insnijdingen, die d.m.v. letters kenbaar zijn gemaakt op het handwiel.
Samen met markering 4 geven de letters de ligging vn de insnijdingen aan, waarin de machine d.m.v. de bijgesloten pen 3 kan worden vergrendeld.
Nadat de positiemelder hoofd-schakel aar zodanig is beves tigd op de flens van het handwiel dat de sleuf daarin over de sluitpen aan de snaarbeveiliging grijpt, kunnen de posities snel worden gekontroleerd of ingesteld.
Positie 1
De machine mo et tot stilstand komen wanneer de naald een lage stand inneemt = insnijding F.
Positie 2
De machine mo et tot stilstand komen wanneer de draadhefboo m een hoge stand inneemt = i nsnijding C.
11.1 Positioneringsaan drijving zonder extern bedieningsp aneel
Voorbeeld Efka DC 1600 DA 62 AV of 6 F 62 A V
Opgepast!
Bij het verplaatsen van de positiemelderschijven Hoofdschakelaar uit!
Eerste positie
1. Schakelaar S3 aan de motorbediening naar rechts draaien. (niet bij 6 F 62 AV)
2. Pedaal naar voren indrukken en lo sl aten.
3. Handwiel in de draairichting draaien en pen 3 in de insnijding F vergrendelen.
4. Hoofdschakelaar uitschakelen.
5. Schijf 7 draaien totdat de regelsleuf 8 achter schakelaar 9 staat.
Tweede positie
1. Schakelaar S3 aan de motorbediening links draaien. (niet bij 6 F 62 AV)
2. Handwiel in draairichting verder dra ai en en d.m.v. pen 3 in insnijding C vergrendelen.
3. Schijf 11 draaien totdat de regelsleuf 12 achter schakelaar 10 staat.
4. Pen wegnemen.
Indien er naaim ateriaal aanwezig is m oeten de po-sities worden gekontroleerd. Indien nodig moet de instelprocedure worden herhaald.
bij uitgeschakelde
19
11.2 Positioneringsaand rijving met ext ern bed ienings-paneel
Voor de inbedrijfstelling moet alleen bij Efka de 0-stand en bij Quick de referentiepositie (uitgangspunt voor alle machineposities) worden ingevoerd.
Dit uitgangs punt is insnijding D van de afstel-schijf = punt van de naald i n de steekplaat.
Vóór de bevestigi ng van de Efka positi em elder moet 6 goed worden doorgelezen.
Alle machineposities zijn geprogrammeerd do or de fabriek. Aan de positiemelder moeten geringe mechanische
instellingen worden uitgevoerd. De kap van de melder kan niet worden afgenomen.
De machineposities worden door de positiemelder in sektoren (inkrementen) in het disp l ay aangegeven. Een volle omwenteling is bij Efka in 510 en bij Quick in 480 sektoren verdeeld.
a) Efka modulair
Voor h et i n ge ven van de 0-stand ga at m e n als volgt te werk:
1. Toets P ingedrukt houden.
2. Hoofdschakelaar inschakelen. In het display verschijnt code no. C-0000.
3. Voor het binnengaan in "Serviceniveau 1" geeft U de
Efka code no. 1907 aan de hand van de toetsen 1....0
in.
4. Toets E indrukken. In het display verschijnt parameter no. F 100.
5. Met de toetsen 1...0 parameter no. 170 in-geven. Toets E indruk ken - service-routine 1 (sr1) verschijnt. Toets F indrukken - positie 0 verschijnt.
6. Het handwiel een volle omwenteling in de loopricht ing draaien en in stand D d.m.v. de meegeleverde pen vergrendelen. Dit is de "0-stand", d.w.z. het afhankelijke uitgangspunt voor alle machines die afgesteld zijn door de leverancier.
7. Toets P twee maal i ndrukken. Machineposities F en C kontroleren. Daarmee is de afstelprocedure beeindigd.
20
8.
Opgepast!
draad-afsnijding naaien. Dan pas is de ingevoerde afstelling definitief in het geheugen opgenomen.
Indien een korrektie t.a.v. de door de leverancier uitgevoerde afstellingen noodzakelijk is moet voor de programmeri ng van de posities F en C als volgt te werk worden gegaan:
Belangrijk! bij alle afstellingen steeds verder in de looprichting van de machine draaien.
1. Indien de hoofdschakelaar in de tussentijd werd uitgeschakeld moet weer worden begonnen zoals beschreven bij " i ngeven van de 0-sta nd". Anders P indrukken.- In het displ ay verschijnt P170.
2. Toets E twee maal indrukken.- In het di splay verschijnt de "servicero utine 2" (sr2).
3. Toets F indrukken. Positie 1 verschijnt. Handwiel minstens 1 omwenteling draaien en in positie F verg rendelen.
4. Toets E indrukken. In het display ver schijnt positie 2. Handwiel in stand C vergrendelen.
5. Toets P twee maal indrukken en daarmee de afstellingsprocedure beeindigen.
6.
Belangrijk!
draadafsnijding naaien, want pas dan is de ingevoerde afstelling definitief in het geheugen opgenomen. Indien er niet wordt genaaid, gaat de afstelling bij het uitschakelen v an de hoofdschakelaar v erloren.
In ieder geval een naad met
In ieder geval een naad met
Het aangegeven aantal inkrementen bedraagt voor positie F = 60 en positie C = 438 telkens 2.
21
b) Quick digitaal
1. Hoofdschakelaar uitschakelen, terwijl de toetsen G en Minus (-) ingedrukt blijven. In het display verschijnt * en bijv. 3000. Het sterretje staat voor programmeermodus en 3000 voor het aantal steken per minuut.
2. Toets G blijft ingedrukt, daarna de minus-toets (-) drukken. In het display verschijnt INGEVEN. Dan beide toetsen loslaten.
3. Toets G zo vaak indrukken totdat er G7 .... verschijnt in
het display.
4. Toets F indrukken. In het display verschijnt 7000*XXXX, dat is een toevallige getalswaarde die met de vastgeschroefde stand van de positiemelder overeenkomt.
5. Pedal naar voren indrukken. De machine positioneert in elke willekeurige stand.
6. Handwiel in m achinelooprichtin g draaien en d.m.v. de vergrendelingspen in stand D van het handwiel vergrendelen. Dit is de referentiepositie vo or de verdere posities van de verdere posities van de ma chine.
7. Vergrendel in gspe n w egne men . De re feren tie- po siti e in h et geheugen doen opne men do or he t pe daal in te d rukk en .
8. Referentiepositie D d.m. v. de verg rend elin gs -pen nog e en keer kontrolere n. W a nnee r d e pos itie n iet ju ist i s (k an gebeurd zijn door het naar voren trekken van de rotor in de zgn. "voorkeursstand"), moet de afstellingsprocedure zoals beschr even in 6 en 7 w or den h erha ald .
9. Toetsen G en Minus (-) tegelijkertijd indruk-ken. In het display verschijnt * MANUEEL.
Machineposi ties F en C kontroleren. Normaal ge-sproken is dan de afstellingsprocedure beeindingd.
Indien er een korrektie t.a.v. de door de leveran-cier uitgevoerde afstellingen noodzakelijk is moet men voor het programmeren van de machinepos i ties F en C te werk gaan zoal s hiernaast aangegeven.
Opgepast
looprichting van de machine draaien.
! Bij alle afstellingen steeds verder in de
22
1. Indien de schakelaar in de tussentijd werd uitgeschakeld moet men eerst van voren af aan beginnen zoal s hi e rvoor beschrev en. Anders toets G en tegelijkertijd de minustoets (-) indrukken. In het display verschijnt INGEVEN.
2. Toets F indrukken. In het display verschijnt 700 *XXXX = getalswaarde der referentiepo si tie.
3. Toets F meermaals indrukken totdat 702* 0026 verschijnt. Pedaal kort intrappen. Machine positioneert in de door de lever ancier afgestelde st and. Handwiel draaien in machineloo prichting en vergrendelingspen in positie F (o nderste stand van de naald) vergrendelen.
4. Vergrendelingspen wegnemen en de waarde in h et geheugen doen opnemen door het pedaal in te trappen. Positie F d.m.v. de vergrendelingspen kontroleren. Indien nodig, bijn. door de voorkeursstand van de rotor, de afstellingsprocedure weer herhale n.
Belangrijk!
de posities aangegeven afstellingswaarden tot 0002 afwijken.
5. Toets F een keer indrukken. Er verschijnt 70 3* 0205. Pedaal intrappen. Machine position eert in de door de leverancier afgestelde positie. Handwiel draaien in machineloo prichting en vergrendelingspen in stand C (bovenste stand van de draadhefboo m ) vergrendelen.
6. Vergrendelingspen wegnemen. De waarde in het geheugen doen opnemen door het pedaal in te trappen. Positie C d.m .v. de vergrendel i ngspen kontroleren. Indien noodzakelijk, afstelling herhalen.
7. Toetsen G en (-) indrukken. In het dis play verschijnt * MANUEEL. Daarm ee is de machine gebr ui ksklaar.
Afhankelijk van toleranties kunnen de voor
Opmerking! Het bedieningspaneel biedt de mogelijkheid om in
verschillende talen iest aan te geven. Daartoe d.m.v. toets F op 733 drukken. Met de minus- of de plustoets de gewenste taal kiezen.
Met toets F terug in de gewenste parameter.
23
12. Hef- en daalfunkt ies va n de transport wals bi j klasse 273 en 274
De transportwals wordt bij het opheffen van de naaivoet en de naadver grendeling automatisch omhoog gebracht.
De daalfunktie kan plaatsvinden zonder vertraging of bij een instelbaar aantal steken.
D.m.v. de bijbehorende parameter nos. moet di t worden ingegeven op het bedieningspaneel. Voor de daartoe benodigde toegang tot het "serviceniveau" zie 11.2
a) Efka modulair, of b) Quick digitaal.
Motortype Efka modulair Quick digitaal
Flip-flop Mode
Dalen na een aantal steken
Dalen zonder vertraging
parameter 1 90 Flip-flop 5
parameter 1 91 aantal steken instellen (max.254)
parameter 1 91 aantal steken instellen op 0
parameter 5 10 Flip-flop 5
parameter 5 50 aantal steken instellen (max.254)
parameter 5 50 aantal steken instellen op 0
24
13. In- en uitschakelfunkties van de randafsnijder bij klasse 272 - 640142 EN - 740142
Om de hierna beschreven funkties bij klasse 272 - 640142 t e k unnen uitvoeren moet de extra uitrusting Z 12 4401 aanwezig zijn. Deze extra uitrusting bestaat uit de elektropneumatische bediening voor de randafsnijder.
De verschillende in- en uitschakelfunkties kunnen worden ingegeven op het bedieningspaneel m et de bijbehorende parameter n os. Voor de daartoe noodzakelijke toegang tot het "serviceniveau" zie 11.2 a) Efka modulair, of b) Quick digitaal.
Motortype Efka modulair Quick digitaal
Flip-flop Mode
In na een aantal steken
Uit na een aantal steken
In - uit manueel via taster
Uit na draadafsnijden
In - uit Met signaal "motor loopt" via pedaal
parameter 1 90 flip-flop 6
parameter 1 92 aantal steken instellen (max.254)
parameter 1 93 aantal steken instellen (max.254)
parameter 192 op 0 parameter 193 op 0 parameter 1 94 op "off"
parameter 194 op "on" parameter 504 op 2
parameter 1 90 flip-flop 3
parameter 510 flip-flop 6
parameter 551 aantal steken instellen (max.254)
parameter 552 aantal steken instellen (max.254)
parameter 552 op 0 parameter 551 op 0 parameter 504 op 1
afsnijden
parameter 510 flip-flop 3
25
Loading...