Uitpakken: Bedankt voor de aanschaf van de Inno Pocket Spot Twins van American DJ®.
Elke Inno Pocket Spot Twins wordt uitgebreid getest, zorgvuldig verpakt en gebruiksklaar
geleverd. Controleer de verpakking nauwkeurig op schade die ontstaan kan zijn tijdens het
transport. Indien de verpakking is beschadigd, controleer dan nauwkeurig de Inno Pocket
Spot Twins op eventuele schade en controleer of alle meegeleverde noodzakelijk onderdelen
van de Inno Pocket Spot Twins aanwezig en intact zijn. In geval van schade of het ontbreken
van onderdelen, neemt u contact op met uw American DJ® dealer.
Introductie: De Inno Pocket Spot Twins is een intelligente mini LED DMX moving head. Het
apparaat heeft drie verschillende werkmodi; sound-active, show modus of DMX gestuurd.
Het apparaat kan gebruikt worden als stand-alone effect of in een meervoudig geschakelde
Master/Slave configuratie. Dit apparaat is ontworpen voor gebruik in theaters, studio’s,
winkels, en verder op elke locatie waar een compact lichtgewicht effectapparaat wenselijk is.
Gebruik voor het beste resultaat rook of speciale effect rook, dit versterkt het effect van de
geprojecteerde stralen.
Waarschuwing! Ter voorkoming van elektrische schok of brand, het apparaat niet
blootstellen aan regen of vocht.
Waarschuwing! Tijdens gebruik kan de behuizing extreem heet worden. Vermijd ten allen
tijde het apparaat tijdens gebruik met blote handen aan te raken.
Waarschuwing! Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron. Vermijd dit ten allen tijde, dit kan
leiden tot ernstig oogletsel.
Lees a.u.b. de instructies in deze handleiding zorgvuldig en grondig door alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Deze instructies bevatten belangrijke informatie met
betrekking tot veiligheid en onderhoud tijdens gebruik. Bewaar deze instructie bij het
apparaat.
Let op! Er zijn geen onderdelen in het apparaat die onderhoud behoeven door de gebruiker.
Reparaties mogen niet door gebruikers worden uitgevoerd, hiermee vervalt de
fabrieksgarantie. In het onwaarschijnlijke geval dat het apparaat reparatie behoeft, neem dan
contact op met uw lokale dealer of stuur een e-mail naar service@adjgroup.eu.
American DJ® is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het niet naleven van
deze gebruikershandleiding of door schade die is veroorzaakt door ongeautoriseerde
aanpassingen van het apparaat.
Europese energiebesparende informatie
Energiebesparende maatregelen (EuP 2009/125/EC)
Besparen van elektrische energie speelt een sleutelrol wanneer het gaat om het beschermen
van ons milieu. Schakel daarom s.v.p. alle elektrische apparaten uit na gebruik. Verbreek de
stroomvoorziening om onnodig stroomverbruik te voorkomen in de stand by modus.
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektriciteit
Waarschuwing: ter voorkoming van
brandgevaar en elektrische schok moet
het apparaat beschermd worden tegen
water en vocht.
LET OP! Ter voorkoming van elektrische
schok alleen gebruik maken van het
originele netsnoer. Maak geen gebruik
van een verlengkabel of tussenstuk met
een steker die niet volledig in het
stopcontact past.
Attentie:
1. Zorg ervoor dat het netsnoer niet wordt
beschadigd, bijvoorbeeld doordat de
kabel wordt gedraaid, geknikt of bekneld
raakt. Beschadigingen kunnen leiden tot
elektrische schok, brandgevaar of storing
in het apparaat. Houd het stopcontact
vast als u de steker eruit trekt. Niet aan
de kabel trekken.
2. Ter voorkoming van een elektrische
schok mag de behuizing nooit worden
geopend als het apparaat op de
netspanning is aangesloten. Bij
problemen kunt u contact opnemen met
uw American DJ dealer.
3. Geen metalen voorwerpen in het
apparaat steken of vloeistoffen in het
apparaat gieten. Dit kan leiden tot een
elektrische schok of storing in het
apparaat.
PAS OP!
niet openen gevaar voor
elektrische schok
Pas op: teneinde het risico van een
elektrische schok te verkleinen mag de
behuizing niet worden geopend.
Reparaties of veranderingen mogen niet
door gebruikers worden uitgevoerd.
Wendt u zich tot een erkende American
DJ dealer.
Dit symbool waarschuwt de gebruiker
voor ongeïsoleerde onderdelen in het
apparaat waar spanning op staat. Het
negeren van dit symbool kan ernstig
letsel, een ongeval of de dood tot gevolg
hebben.
Dit symbool geeft aan dat er in de
handleiding belangrijke informatie staat
voor gebruik en onderhoud. Het negeren
van deze informatie kan leiden tot
persoonlijk letsel of beschadiging van het
product.
LET OP! Andere toepassingen of instellingen
dan in deze handleiding beschreven worden,
kunnen gevaarlijke straling veroorzaken. Het
apparaat mag alleen door gekwalificeerd
personeel afgeregeld en onderhouden
worden.
LET OP. Het apparaat kan storingen in
de ontvangst van radio- en
televisieontvangst veroorzaken.
Lees voor gebruik de gebruikershandleiding
zorgvuldig door. De gebruikershandleiding
bevat belangrijke informatie over de
veiligheid bij het gebruik en over het
onderhoud van dit apparaat. Let vooral op de
symbolen en waarschuwingstekens die op
het apparaat en in de gebruikershandleiding
staan. Bewaar deze handleiding bij het
apparaat.
1. Handleiding lezen - Voor gebruik van de apparatuur de gebruikershandleiding zorgvuldig
lezen en de handleiding bewaren.
2. Waarschuwingen in acht nemen - Alle waarschuwingen op het product en in de
gebruikershandleiding dienen precies opgevolgd te worden. Verwijder geen
waarschuwingstekens van het product.
3. Reinig het apparaat alleen met een pluisvrije droge doek. Gebruik geen agressieve
poetsmiddelen of middelen die oplosmiddel bevatten.
4. Gebruik geen accessoires die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
5. Water en vocht - Het apparaat mag NIET in de buurt van water gebruikt worden. Bijv.
naast het bad, wasbak, spoelbak, in een vochtige kelder, in de buurt van het zwembad
en/of vergelijkbare plaatsen.
6. Plaats het apparaat op een stabiele ondergrond, zodanig dat het in geen geval naar
beneden kan vallen.
7. Vervoer het apparaat voorzichtig, bij voorkeur in de originele verpakking of in een
daarvoor bedoelde flightcase. Vermijd schokken en stoten.
8. Openingen dienen voor de ventilatie en voorkomen oververhitting. Ventilatie is
noodzakelijk om het betrouwbaar functioneren van het apparaat te garanderen.
Openingen mogen niet afgedekt worden of verstopt raken. Oververhitting leidt tot
storingen en verhoogt de kans op brandgevaar. Het apparaat mag niet op een bed, bank,
tapijt of een vergelijkbare ondergrond geplaatst worden. Het apparaat mag niet in een
boekenkast of in een rek ingebouwd worden, tenzij de noodzakelijke ventilatie
gegarandeerd is.
9. Hittebronnen - Het apparaat verwijderd houden van warmtebronnen zoals radiatoren,
verwarmingselementen, ovens en andere apparatuur (incl. versterkers) die hitte
produceren.
10. Stroomvoorziening - Inno Pocket Spot Twins mag alleen worden aangesloten op een
stroomvoorziening zoals aangegeven in de gebruikershandleiding of op het apparaat.
Sluit het apparaat nooit aan op een dimmer.
11. Wanneer het apparaat is geleverd met een netsteker met randaarde (VDE), dan dient
deze ook op een stopcontact met randaarde te worden aangesloten. Dit is belangrijk voor
een goede werking en verhoogt de veiligheid.
12. Aansluitkabels dienen zo te worden gelegd dat men er niet over kan struikelen. Voorkom
dat kabels geknikt worden of bekneld raken. Sluit de stekers alleen aan op de daarvoor
bedoelde aansluitingen.
13. Indien een buitenantenne direct of indirect op het apparaat is aangesloten, dient u de
voorschriften voor het plaatsen en aarden van antennes op te volgen. Dit ter voorkoming
van blikseminslag. Plaats nooit een buitenantenne in de buurt van hoogspanningsmasten
of hoogspanningskabels.
14. Trek bij onweer de netsteker uit het stopcontact om het apparaat voor stroompieken op
het net te beveiligen. Een blikseminslag op het lichtnet zal het apparaat naar alle
waarschijnlijkheid beschadigen.
15. Voorkom overbelasting van de elektriciteitsgroep. Overbelasting kan brandgevaar tot
gevolg hebben.
16. Zorg dat geen voorwerpen en of vloeistoffen in het apparaat komen om kortsluiting of
elektrische schokken te voorkomen.
17. Onderhoud - De gebruiker mag geen reparaties of onderhoud uitvoeren, tenzij dit in de
gebruikershandleiding is aangegeven. Alle overige verrichtingen dienen door hiervoor
gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Bij zichtbare schade aan het apparaat
dient u de netsteker uit het stopcontact te verwijderen en het apparaat bij de
servicedienst ter reparatie aan te bieden.
Het apparaat moet ook in de volgende gevallen naar de servicedienst worden gebracht:
• Kabel of steker zijn beschadigd.
• Vloeistoffen of vreemde voorwerpen zijn in het apparaat gekomen.
• Het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
• Het apparaat functioneert niet, of niet volgens de gebruiksaanwijzing.
18. Gebruik alleen originele onderdelen of onderdelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
De garantie vervalt indien er geen originele onderdelen worden gebruikt.
Serienummer en typenummer van dit apparaat staan op de achterkant. Noteer dit nummer
hier en bewaar deze notities.
Bij montage dient erop gelet te worden dat de truss- of installatieconstructie waaraan het
apparaat bevestigd wordt tenminste 10 keer het gewicht kan dragen zonder te deformeren.
Bij montage dient het apparaat gezekerd te worden met een extra veiligheidskabel. Sta nooit
direct onder het apparaat tijdens montage, demontage of onderhoud.
Montage boven hoofden van publiek vereist grote ervaring, evenals het berekenen van de
maximaal toegestane belasting van gebruikte installatiematerialen en een periodieke
veiligheidsinspectie van installatiematerialen en apparatuur. Probeer de montage nooit zelf
uit te voeren bij gebrek aan deze kwalificaties.
De installatie dient eenmaal per jaar door een hiervoor bevoegd persoon te worden
gecontroleerd.
De Inno Pocket Spot Twins is volledig operationeel indien het apparaat op een van de twee
volgende manieren is gemonteerd; ondersteboven aan een plafond of aan een truss of
staand op een vlakke ondergrond. Zorg dat het apparaat tenminste 0,5m is verwijderd van
brandbare materialen (decoratiemateriaal etc.). Gebruik altijd de meegeleverde
veiligheidskabel als veiligheidsmaatregel ter voorkoming van schade en/of letsel voor het
geval dat de bevestigingsklem stuk gaat (zie afbeelding). Bevestig de extra veiligheidskabel
nooit aan de handgrepen van het apparaat.
OPMERKING: De geschikte omgevingstemperatuur voor dit apparaat ligt tussen -25°C en
45°C. Plaats deze Inno Pocket Spot Twins NIET in een ruimte waarvan de temperatuur
onder of boven de hierboven aangegeven temperatuur ligt. Binnen de aangegeven
temperatuur zal het apparaat optimaal kunnen functioneren en een maximale levensduur
hebben.
Schroef een Truss-klem met een M12 bout en moer op de omega beugel. Plaats de quicklocks in de daarvoor bestemde openingen van de Inno Pocket Spot Twins en draai ze vast.
Trek de veiligheidskabel door de openingen van de bodemplaat van de Inno Pocket Spot
Twins en vervolgens over de trussconstructie of een ander veilig bevestigingspunt. Maak het
uiteinde vast aan de karabijnhaak en schroef de veiligheidsschroef vast.
Stroomvoorziening: De Inno Pocket Spot Twins is uitgevoerd met een elektronische ballast
die zich automatisch instelt op de juiste netspanning wanneer de Inno Pocket Spot Twins op
de netspanning wordt aangesloten. Met deze elektronische ballast kan het apparaat overal
direct worden aangesloten en worden gebruikt, ongeacht de hoogte van de netspanning.
DMX-512: DMX is de afkorting van Digital Multiplex en is een universeel internationaal
protocol voor communicatie tussen intelligente effecten en controllers. Een DMX controller
stuurt data instructies naar het aangesloten effect. DMX data wordt serieel van lichteffect
naar lichteffect doorgekoppeld via de DATA “IN” en DATA “OUT” XLR aansluitingen op alle
DMX apparaten (de meeste controllers hebben alleen een DATA “OUT” aansluiting).
DMX Linking: DMX is een taal waarmee alle merken en modellen van verschillende
fabrikanten, indien ze DMX compatibel zijn, met elkaar verbonden, en door één
besturingsorgaan bediend kunnen worden. Om gegarandeerd te zijn van correcte DMX data
transmissie dient u steeds de kortst mogelijke kabel te gebruiken. De volgorde waarin de
lichteffecten zijn aangesloten op een DMX leiding heeft geen invloed op de DMX
adressering. Bijv.: een lichteffect met DMX adres 1 kan willekeurig op de DMX lijn worden
aangesloten, in het midden, in het begin of op het einde. Indien een lichteffect
geprogrammeerd is met adres 1, zal de controller alle data gericht aan adres 1 naar het
specifieke apparaat zenden, ongeacht de positie in de DMX lijn.
DATA KABEL (DMX kabel) productvereisten (voor DMX en Master/Slave toepassing):
De Inno Pocket Spot Twins kan via het DMX-512 protocol gestuurd
worden. De Inno Pocket Spot Twins is een 19-kanaals of een 23kanaals DMX apparaat. Het DMX adres wordt elektronisch ingevoerd
op het voorpaneel van de Inno Pocket Spot Twins. Zowel het
apparaat als de DMX controller moeten een 3-polige XLR connector
voor data-ingang en data-uitgang hebben (zie afbeelding 1). Indien u
uw eigen kabels maakt dient u erop te letten 2-aderige
afgeschermde kabel te gebruiken (te verkrijgen bij de professionele
licht- en geluidsvakhandel). De kabels moeten voorzien zijn van een
mannelijke en vrouwelijke XLR connector. Let er ook op dat DMX
kabel in serie en niet parallel aangesloten wordt.
Fig. 1
OPMERKING: Volg figuur twee en drie, indien u uw eigen kabel maakt. Gebruik de aardlip
van de XLR connector niet. De afscherming van de DMX kabel wordt niet op de aardlip of
op de behuizing van de XLR connector aangesloten. Dit kan kortsluiting veroorzaken of
onberekenbaar functioneren ten gevolge hebben.
EXTRA AANWIJZING: Afsluitweerstand. Indien langere stukken kabel worden gebruikt,
wordt het aanbevolen om een afsluitweerstand te gebruiken op het laatste apparaat teneinde
storingen te voorkomen. Een afsluitweerstand is een 120 ohm ¼ watt weerstand die is
verbonden tussen pin 2 en 3 van een mannelijke XLR connector (DATA + en |DATA -). Deze
afsluitweerstand wordt op de vrouwelijke XLR connector aangesloten van het laatste
apparaat in de DMX keten en dient als eindstop van het circuit. Het gebruik van een
afsluitweerstand (ADJ onderdeel nummer 1613000030) verkleint de kans op storingen. (zie
fig. 4)
Een afsluitweerstand verkleint de kans op signaalstoringen
en voorkomt interferentie- en signaaloverdrachtproblemen.
Het is altijd raadzaam een DMX afsluitweerstand (120 Ohm
/ ¼W) tussen Pin 2 (DMX-) en Pin 3 (DMX+) van het laatste
apparaat in de DMX keten aan te sluiten.
Fig. 4
5-POLIGE XLR DMX CONNECTOR. Sommige fabrikanten gebruiken 5-polige XLR
connectoren voor DATA transmissie in plaats van 3-polige. 5-Polige XLR apparaten kunnen
worden geïmplementeerd in een 3-polige XLR DMX lijn. Wanneer 5-polige XLR connectoren
worden gebruikt in een 3-polige DMX lijn, moet er een kabeladapter worden gebruikt. Deze
adapters zijn verkrijgbaar in de professionele vakhandel. Onderstaande tabel geeft de details
voor de juiste kabelconversie.
3-polige XLR naar 5-polige XLR Kabelconversie
Geleider 3-polige XLR Female (Uit) 5-polige XLR Male (In)
Massa / Afscherming Pin 1 Pin 1
Data (- signaal) Pin 2 Pin 2
Data (+ signaal) Pin 3 Pin 3
Niet gebruikt Pin 4 – Niet gebruiken
Niet gebruikt Pin 5 – Niet gebruiken
Systeemmenu: Indien er instellingen in het systeemmenu worden gewijzigd kan op
ENTER worden gedrukt en dient de MENU toets gedurende tenminste 3 seconden te
worden ingedrukt ter bevestiging. Druk op de MENU toets om het systeemmenu te
verlaten zonder dat er wijzigingen zijn aangebracht. Het display blokkeert na 30
seconden, druk 3 seconden op de MENU toets om het display te ontgrendelen.
ADDR
1. Druk zo vaak op de MENU UP of MENU DOWN toets totdat “ADDR” in het display
2. Het ingestelde adres wordt nu knipperend in het display weergegeven. Druk op de UP
CHND
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “CHND” in het display verschijnt. Druk op
2. “19CH” of “23CH” wordt in het display weergegeven. Gebruik de UP en DOWN
3. Druk op ENTER ter bevestiging en om het menu te verlaten.
SLND
te laten functioneren in een Master/Slave configuratie.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SLND” in het display verschijnt en druk op
2. Druk zo vaak op de UP of DOWN toets totdat de gewenste instelling in het display
Attentie: Indien in een Master/Slave configuratie een apparaat als Master wordt
geselecteerd en het volgende apparaat in de “SL 2” modus wordt gezet, zijn de bewegingen
van de apparaten ten opzichte van elkaar geïnverteerd.
– DMX adressering
verschijnt. Druk vervolgens op de ENTER toets.
of DOWN toets om het gewenste adres te vinden en druk op ENTER ter bevestiging.
– Met deze functie wordt de kanaal modus geselecteerd.
ENTER.
toetsen om de gewenste modus te selecteren.
– Met deze functie kan gekozen worden om het apparaat als Master of Slave
ENTER. In het display verschijnt “SL 1”, “SL 2” of “MAST”.
verschijnt en druk op ENTER ter bevestiging.
SHND
voorgeprogrammeerde shows gekozen worden. Tijdens de show modus kan de sound
active modus zowel in- als uitgeschakeld zijn.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SHND” in het display verschijnt, druk op
2. Druk zo vaak op de UP of DOWN toets totdat het gewenste programma in het display
3. Druk op ENTER wanneer de gewenste show is gekozen en houd de MENU toets ten
SOUN
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SOUN” in het display verschijnt, druk op
– Show modus 0-4. Met deze functie kan een van de 4
ENTER. In het display verschijnt vervolgens “SH X”. “X” vertegenwoordigt een
nummer tussen 0 – 4.
verschijnt. Show 1-4 zijn voorgeprogrammeerde shows, show “0” is een random
modus.
minste 3 seconde gedrukt om de show te activeren. Nadat de gewenste show is
ingesteld kan deze ten alle tijden gewijzigd worden door gebruik te maken van de UP
en DOWN toetsen.
2. In het display verschijnt “ON” of “OFF”. Druk op de UP of DOWN toets om met “ON”
de sound-active modus te activeren of om met “OFF” de sound-active modus uit te
schakelen.
3. Druk op ENTER ter bevestiging.
SENS
minst gevoelig, 100 is het meest gevoelig.
DNST
installeren ingestelde, bedieningsmodus. Het apparaat keert ook naar deze ingestelde
bedieningsmodus bij het inschakelen van de stroomvoorziening. Er kan uit 3 modi
gekozen worden.
– Met deze functie kan de geluidsgevoeligheid worden ingesteld. 0 is het
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SENS” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de geluidsgevoeligheid naar wens in te
stellen.
3. Druk op ENTER ter bevestiging.
– Indien er geen DMX signaal is gaat het apparaat naar deze, bij het
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “DNST” in het display verschijnt. Druk op
ENTER.
2. “MASL”, “BLND”, of “LAST” verschijnt in het display. Druk op ENTER en de
onderste regel begint te knipperen. Kies de gewenste bedieningsmodus waarin
het apparaat moet starten bij het wegvallen van het DMX signaal of bij het
inschakelen van de stroom.
• MASL (Master/Slave modus) – Het apparaat gaat automatisch in
Master/Slave en geeft een ingebouwde show weer modus als het DMX
signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt aangesloten.
• BLND (Black-out) – Het apparaat gaat automatisch in Stand-by modus als
het DMX signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt aangesloten.
• LAST – Als het DMX signaal wegvalt blijft het apparaat in de laatste DMX
instelling. Als deze modus is geprogrammeerd en de stroomvoorziening
wordt aangesloten gaat het apparaat automatisch naar de laatste DMX
instelling.
3. Druk op ENTER om de gewenste instelling te bevestigen.
DIND
tabel op pagina 24.
PAN 1
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “PAN 1” in het display verschijnt en druk op
2. Om de Pan inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden
– Met deze functie wordt de dimmer curve geselecteerd. Zie de dimmer curve
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “DIND” in het display verschijnt. Druk op
ENTER. In het display wordt een van de vijf dimmer curven weergegeven, “STDA”
(standard), “STGE”(stage), “TV” (TV), “ARAL” (theater) of “THAL” (architectuur).
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de gewenste modus te selecteren en druk op
ENTER ter bevestiging en om het menu te verlaten.
– Pan Inversie (Moving Head 1).
ENTER. In het display verschijnt “Yes” of “No”.
totdat “Yes” in het display verschijnt, druk op ENTER. Om de Pan inversie te
deactiveren dient “No” geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
3. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “PAN 2” in het display verschijnt en druk op
4. Om de Pan inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden
– Pan Inversie (Moving Head 2).
ENTER. In het display verschijnt “Yes” of “No”.
totdat “Yes” in het display verschijnt, druk op ENTER. Om de Pan inversie te
deactiveren dient “No” geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
TLT 1
1. Druk zo vaak op de Menu toets totdat “TLT” 1 in het display verschijnt en druk op
2. Om de Tilt inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden totdat
TLT 2
3. Druk zo vaak op de Menu toets totdat “TLT 2” in het display verschijnt en druk op
4. Om de Tilt inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden totdat
LED
seconden uitgeschakeld.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “LED” in het display verschijnt en druk op
2. In het display verschijnt “ON” of “OFF”. Selecteer met de UP of DOWN toets “ON” om
3. Druk op ENTER ter bevestiging. Druk op een willekeurige toets om de verlichting van
– Tilt Inversie.
ENTER. In het display verschijnt “Yes” of “No”.
“Yes” in het display verschijnt en druk op ENTER. Om de Tilt inversie te deactiveren
dient “No” geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
– Tilt Inversie.
ENTER. In het display verschijnt “Yes” of “No”.
“Yes” in het display verschijnt en druk op ENTER. Om de Tilt inversie te deactiveren
dient “No” geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
– Met deze functie wordt de verlichting van het display automatisch na 10
ENTER.
de LED verlichting altijd te laten branden, of “OFF” om de LED verlichting na 10
seconden automatisch uit te schakelen.
het display weer te laten branden.
DISP
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “DISP” in het display verschijnt en druk op
2. Druk op ENTER om het display te draaien. Druk op ENTER om het display nogmaals
TEST
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “TEST” in het display verschijnt en druk op
2. Het apparaat doorloopt het testprogramma.
MANU –
kleur, gobo’s, dimmer en strobe.
– Met deze functie wordt het display 180° gedraaid.
ENTER.
te keren. Druk op ENTER als de gewenste instelling is bereikt.
– Deze functie voert een testprogramma uit.
ENTER.
Met dit submenu kunnen de volgende functies getest worden: pan, tilt,
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “MANU” in het display verschijnt. Druk
op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de te testen functie te selecteren. Druk
op ENTER.
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de waarde naar wens in te stellen. Druk
op de MENU toets om het menu te verlaten.
– Met deze functie kan de softwareversie van het apparaat worden
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “VER” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
2. De softwareversie wordt nu in het display weergegeven. Druk op MENU om het menu
te verlaten.
– Met deze functie kan het apparaat gereset worden.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “RSET” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
2. Het apparaat zal nu resetten.
Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te krijgen tot
het Pan/Tilt submenu. In dit menu kan de originele positie van de Pan en Tilt, het kleurenwiel
en gobowiel worden aangepast. Met de blik op de voorkant van het LED display gericht, is
de rechter moving head de MASTER, en is de moving head aan de linkerzijde de SLAVE.
PAN1
worden aangepast.
–
In dit submenu kan de uitgangspositie van de Pan van moving head 1
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te
krijgen tot het submenu. Druk op de UP of DOWN toets totdat “PAN1” in het display
verschijnt en druk op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER
ter bevestiging. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
In dit submenu kan de uitgangspositie van de Pan van moving head 2
3. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te
krijgen tot het submenu. Druk op de UP of DOWN toets totdat “PAN2” in het display
verschijnt en druk op ENTER.
4. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER
ter bevestiging. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
TIL1
worden ingesteld/aangepast.
TIL2
worden ingesteld/aangepast.
COL1
head 1 ingesteld/aangepast worden.
– Met deze functie kan de uitgangspositie van de Tilt van moving head 1
1. Druk tenminste 5 seconden op de ENTER toets om toegang te krijgen tot het
submenu.
2. Druk de UP of DOWN toets totdat “TIL1” in het display verschijnt en druk op ENTER.
3. Druk de UP of DOWN toets om de gewenste uitgangspositie te bepalen. Als de
gewenste uitgangspositie is gevonden druk dan op ENTER om de instelling op te
slaan. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
– Met deze functie kan de uitgangspositie van de Tilt van moving head 2
1. Druk tenminste 5 seconden op de ENTER toets om toegang te krijgen tot het submenu.
2. Druk de UP of DOWN toets totdat “TIL2” in het display verschijnt en druk op ENTER.
3. Druk de UP of DOWN toets om de gewenste uitgangspositie te bepalen. Als de
gewenste uitgangspositie is gevonden druk dan op ENTER om de instelling op te
slaan. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
– In dit submenu kan de uitgangspositie van het kleurenwiel van moving
1. Druk tenminste 5 seconden op de ENTER toets om toegang te krijgen tot het
submenu. Druk op de UP of DOWN toets totdat “COL1” in het display
verschijnt. Druk op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instelling te wijzigen en druk op
ENTER ter bevestiging. Druk een seconde op de MENU toets om het menu te
verlaten.
COL2
head 2 worden aangepast.
GOB1
1 worden aangepast.
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te
krijgen tot het submenu. Druk op de UP of DOWN toetsen totdat “GOB1” in het display
verschijnt. Druk op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER ter
bevestiging. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
–
In dit submenu kan de uitgangspositie van het kleurenwiel van moving
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te
krijgen tot het submenu. Druk op de UP of DOWN toetsen totdat “COL2” in het
display verschijnt. Druk op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER
ter bevestiging. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
–
In dit submenu kan de uitgangspositie van het gobowiel van moving head
1. Houd de ENTER toets gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt om toegang te
krijgen tot het submenu. Druk op de UP of DOWN toetsen totdat “COL2” in het display
verschijnt. Druk op ENTER.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de instellingen te wijzigen en druk op ENTER ter
bevestiging. Druk 1 seconde op de MENU toets om het menu te verlaten.
–
In dit submenu kan de uitgangspositie van het gobowiel van moving head
Inno Pocket Spot Twins Bediening
Bedieningsmogelijkheden: De Inno Pocket Spot Twins kan op drie verschillende manieren
bediend worden. In iedere bedieningsmogelijkheid kan het apparaat zowel als stand-alone
effect functioneren als ook in een Master/Slave configuratie. Hieronder worden de
verschillende bedieningsmogelijkheden gedetailleerd beschreven.
•Sound-active modus - Het apparaat reageert op geluid en doorloopt de
ingebouwde programma’s.
• Show modus – Het apparaat doorloopt een van de vier geselecteerde shows.
• DMX-control modus - Met deze functie kunnen alle bedieningsopties van ieder
apparaat afzonderlijk bediend worden via een DMX-512 controller.
UNIVERSAL DMX CONTROL: Met deze functie kan een universele DMX-512 controller
worden gebruikt om alle afzonderlijke functies te bewerken. Met de DMX controller kunnen
unieke, op ieders persoonlijke wensen toegesneden programma’s worden gecreëerd.
1. De Inno Pocket Spot Twins heeft 2 DMX kanaalmodi (19-kanaal modus en 23-kanaal
modus). Zie pagina 18 t/m 23 voor een gedetailleerde beschrijving van de DMX
kenmerken.
2. Volg de installatieprocedure van pagina 8 en 9 voor het gebruik van het apparaat in
de DMX modus. Volg tevens de installatieprocedure volgens de specificaties van de
DMX controller. Volg de instructies van pagina 11 voor het instellen van een DMX
adres.
3. Gebruik de faders van de controller om de diverse DMX kanalen te bedienen en zo
een eigen programma te creëren.
4. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DMX controller voor hulp of vragen als
apparaat in DMX modus werkt.
5. Gebruik een eindweerstand op het laatste apparaat in de keten bij het gebruik van
langere stukken kabel.
SOUND ACTIVE MODE: Met deze functie kan een enkel apparaat, of meerdere aan elkaar
gekoppelde apparaten, functioneren op de beat van de muziek.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SOUN” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
2. Druk op de UP of DOWN toets totdat “ON” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
3. Druk op de MENU toets totdat “SENS” in het display verschijnt. Gebruik de UP en
DOWN toetsen om de geluidsgevoeligheid in te stellen. Druk op ENTER om de
gewenste instelling te selecteren.
SHOW MODE: Met deze functie kan een enkel apparaat of meerder op elkaar aangesloten
apparaten een van de vier gekozen shows afspelen.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SHND” in het display verschijnt en druk op
ENTER.
2. Druk zo vaak op de UP of DOWN toets totdat de gewenste show is gevonden en druk
Inno Pocket Spot Twins Afstandsbediening
op ENTER.
Inno Pocket Spot Twins Master/Slave configuratie
MASTER/SLAVE BEDIENING: Met deze functie kunnen tot 16 apparaten met elkaar
verbonden worden en zonder controller functioneren. De apparaten reageren op geluid. In de
Master/Slave functie stuurt een apparaat het programma aan en de andere apparaten
reageren hierop. Elk willekeurig apparaat kan zowel Master als Slave zijn.
1. Gebruik standaard XLR DMX kabel, verbind de apparaten met elkaar via de XLR
connector aan de achterkant van de apparaten. De mannelijke XLR connector is de
input en de vrouwelijke XLR connector is de output. Het eerste apparaat in de keten
(Master) gebruikt alleen de vrouwelijke connector. Het laatste apparaat in de keten
gebruikt alleen de mannelijke connector. Indien langere stukken kabel worden
gebruikt is het raadzaam een eindweerstand te gebruiken bij het laatste apparaat.
2. Druk bij het Master apparaat op de MENU toets totdat “SLND” in het display
verschijnt en druk op ENTER. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de “MAST”
instelling te zoeken en druk op ENTER.
3. Selecteer de gewenste bedieningsmodus.
4. Druk bij de Slave apparaten zo vaak op de MENU toets totdat “SLND” in het display
verschijnt en druk op ENTER. Kies “SL 1” of “SL 2” en druk op ENTER. Zie pagina 10
voor meer informatie.
5. De Slave apparaten reageren nu identiek aan het Master apparaat.
De UC-IR infrarood afstandsbediening heeft veel verschillende functies en geeft complete
controle over de Inno Pocket Spot Twins. De afstand tot het te bedienen apparaat mag
maximaal 9 meter bedragen. Richt de afstandsbediening op de voorzijde van het te bedienen
apparaat.
STAND BY – Het indrukken van deze toets dooft de lichtbron.
FULL ON – Houd deze toets ingedrukt voor maximale output van de lichtbron. Laat de toets
los om terug te keren naar de voorgaande instelling.
FADE/GOBO – Druk de toets in om de GOBO modus te activeren. Gebruik toets 1-9 om de
gewenste gobo te selecteren. Gebruik de “DIMMER +” en “DIMMER-“ toetsen om de
intensiteit aan te passen.
“DIMMER+” EN “DIMMER-“ – Met deze toetsen wordt de intensiteit ingesteld en kan de
snelheid van de strobe worden aangepast.
STROBE - Met deze toets wordt het strobe effect geactiveerd. Met de “DIMMER+” en
“DIMMER-“ toetsen kan de snelheid van de strobe worden aangepast.
COLOR – Met deze toets wordt de dimmer modus geactiveerd. Gebruik toets 1-9 om de
gewenste kleur te selecteren. Gebruik de “DIMMER +” en “DIMMER-“ toetsen om de
intensiteit aan te passen.
Met deze optie kunt u de apparaten met elkaar doorlussen, gebruik makend van de IEC
netstekkers. Het maximum aantal apparaten dat op elkaar aangesloten kan worden bedraagt
6 (120V) of 14 (240V). Bij een groter aantal moet er op een nieuwe spanningsgroep worden
aangesloten. Kies voor het doorlussen ALLEEN apparaten van hetzelfde type.
Inno Pocket Spot Twins Vervangen Zekering
Verwijder de netkabel uit het apparaat. De zekeringhouder bevindt zich op de achterzijde
naast de ingang van de I.E.C. netspanningconnector. Wip de zekeringhouder voorzichtig met
een platte schroevendraaier uit de spanningsconnector en verwijder de defecte zekering.
Vervang de zekering door een gelijkwaardige nieuwe zekering.
Inno Pocket Spot Twins Onderhoud
Schoonmaken apparaat: voor een optimaal lichteffect dient zowel de interne als de externe
optische lens regelmatig gereinigd te worden en te worden ontdaan van aanslag ontstaan
door nevel, rook en stof. De schoonmaakfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin
het apparaat wordt gebruikt. Bij veelvuldig gebruik in een club adviseren we het apparaat
maandelijks te reinigen. Regelmatig onderhoud garandeert een lange levensduur en een
scherpe heldere output.
ROHS - Een belangrijke bijdrage tot behoud van ons milieu
Het Europees Parlement heeft een aantal richtlijnen opgesteld waarin het gebruik van
gevaarlijke stoffen wordt verboden of verminderd. Deze regeling, genaamd ROHS, is een
veel besproken thema in de elektronica branche.
Er worden o.a. een zestal stoffen verboden:
Lood (Pb), kwikzilver (Hg), zeswaardig chroom (CR VI), cadmium ( Cd), broomhoudende
vlamvertragers (PBB en PBDE).
Deze richtlijnen gelden voor alle elektrische en elektronische apparatuur, kortom alle
elektrische apparaten die we thuis of op het werk gebruiken.
Als fabrikant van de apparaten met de merknamen AMERICAN AUDIO, AMERICAN DJ en
ELATION professional zijn wij verplicht ons aan deze richtlijnen te houden. Reeds 2 jaar
voor het ingaan van de ROHS richtlijnen zijn wij gestart met het zoeken naar alternatieve,
milieu vriendelijke materialen en productieprocessen. Ruim voor de ingangsdatum van de
ROHS richtlijnen werden al onze apparaten volgens de normen van het Europees Parlement
geproduceerd. Door regelmatige controles en materiaaltests vergewissen we ons dat de
toegepaste onderdelen steeds aan de richtlijnen voldoen en dat de producten zo vriendelijk
mogelijk worden geproduceerd.
De ROHS regeling is een belangrijke stap voor het behoud van ons milieu. Wij als fabrikant
voelen ons verantwoordelijk om hieraan ons deel bij te dragen.
WEEE - Afvoeren en recyclen van elektrische en elektronische apparatuur
Jaarlijks worden er wereldwijd duizenden tonnen milieuverontreinigende
elektronicaonderdelen op de vuilstortplaatsen gedumpt. Om een verantwoord afvoeren en
recyclen van elektronische onderdelen te garanderen heeft het Europees Parlement de
WEEE (Waste of Electrical and Electronical Equipment) richtlijnen opgesteld.
Als fabrikant zijn wij bij de Nederlandse stichting NVMP aangesloten onder aansluitnummer
1312. Deze vereniging regelt de inzameling en verwerking van elektrische apparaten, die
betaald wordt uit een verwijderingsbijdrage.
Net als de eerder genoemde ROHS is de WEEE een belangrijke bijdrage tot behoud van het
milieu en werken wij graag mee om de natuur door deze manier van recyclen te ontlasten.
Neem voor vragen of suggesties contact op met: info@americandj.eu.