Belangrijke aanwijzingen en FAQ's over dit product en andere
producten vindt u op website
www.abus.com
Versie 1.2
Nederlandse vertaling van de originele Duitse handleiding.
Bewaren voor toekomstig gebruik!
1
Page 2
Nederlands
Uitsluiting van aansprakelijkheid
Deze gebruikershandleiding is met grote zorgvuldigheid opgesteld. Mocht u toch weglatingen of
onnauwkeurigheden ontdekken, informeer ons dan schriftelijk hierover via het bovenstaande adres.
ABUS Security-Center GmbH aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische en typografische
fouten en behoudt zich het recht voor te allen tijde, zonder aankondiging vooraf, wijzigingen aan het
product en in de gebruikershandleidingen aan te brengen.
ABUS Security-Center is niet aansprakelijk of verantwoordelijk voor directe en indirecte gevolgschade
die in verband met de uitrusting, de prestatie en het gebruik van dit product ontstaan. Voor de inhoud
van dit document wordt geen enkele garantie gegeven.
Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de geldende EU-richtlijnen. De conformiteitsverklaring is
verkrijgbaar bij:
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
Linker Kreuthweg 5
86444 Affing
DUITSLAND
Om deze toestand te behouden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker deze
gebruikershandleiding in acht te nemen!
Lees de complete gebruikershandleiding door voordat u het product in gebruik neemt. Neem alle
gebruiks- en veiligheidsinstructies in acht!
Alle genoemde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren.
Alle rechten voorbehouden.
Neem bij vragen contact op met uw installateur of speciaalzaak!
2
Page 3
Nederlands
Het symbool met de flits in de driehoek wordt gebruikt als er gevaar voor de
gezondheid bestaat, bijv. door een elektrische schok.
Een driehoek met uitroepteken wijst op belangrijke instructies in deze
gebruikershandleiding die absoluut in acht genomen moeten worden.
Dit symbool wijst op bijzondere tips en instructies over de bediening.
1. …
2. …
Opsommingen met vaste volgorde in de tekst of waarschuwing.
…
…
Opsommingen zonder vaste volgorde in de tekst of waarschuwing.
Bij schade die door het niet in acht nemen van deze gebruikershandleiding wordt
veroorzaakt vervalt het recht op garantie. Wij stellen ons niet aansprakelijk voor
gevolgschade!
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of letselschade, die
door onjuist gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies is
veroorzaakt. In deze gevallen vervalt ieder recht op garantie!
Verklaring van symbolen
Opsommingen
Beoogd gebruik
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het doel waarvoor het werd gebouwd en ontworpen! Ieder ander
gebruik geldt als niet beoogd!
Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het/de volgende doel(en):
Het draadloze Smartvest-alarmsysteem biedt een ongecompliceerde instap in het moderne
wonen met een betrouwbare algehele beveiliging in combinatie met aantrekkelijke Home
Automation-functies. De Smartvest-centrale verbindt maximaal 32 draadloze componenten en
4 IP-camera's met de gratis app. Met de gratis app heeft de gebruiker wereldwijd toegang tot
de centrale. De centrale heeft een geïntegreerde sirene die bij een alarm afgaat met een volume
van 90dB en kan daarnaast ook met pushnotificaties via app en e-mail alarmeren.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Algemeen
Lees voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt nauwkeurig de volgende instructies en let op
alle waarschuwingen, zelfs als u vertrouwd bent in de omgang met elektronische apparaten.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig als naslagwerk in de toekomst.
Als u het apparaat verkoopt of doorgeeft, overhandig dan ook deze handleiding.
De volgende veiligheids- en gevareninstructies dienen niet alleen ter bescherming van uw gezondheid,
maar zijn ook bedoeld voor de bescherming van het apparaat. Lees de volgende punten aandachtig
door:
3
Page 4
Nederlands
Voeding
Gebruik dit apparaat alleen op een stroombron die de op het typeplaatje vermelde netspanning
levert. Neem contact op met uw energiebedrijf als u niet zeker weet welke voeding bij u
beschikbaar is.
Koppel het apparaat los van de netvoeding, voordat u onderhouds- of installatiewerkzaamheden
uitvoert
Om het apparaat helemaal van het stroomnet te scheiden, moet de netstekker uit het stopcontact
worden getrokken.
Om brandgevaar uit te sluiten, moet de netstekker van het apparaat altijd uit het stopcontact
worden getrokken, als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt.
Overbelasting / overspanning
Voor een storm en/of onweer met het risico van blikseminslag koppelt u het apparaat los van het
elektriciteitsnet of sluit u het apparaat op een noodvoeding aan.
Vermijd overbelasting van stopcontacten, verlengsnoeren en adapters. Overbelasting kan leiden
tot brand of een elektrische schok.
Kabels
Houd kabels altijd aan de stekker vast en trek niet aan de kabel zelf
Raak het netsnoer nooit met natte handen aan, omdat dit kortsluiting of een elektrische schok kan
veroorzaken.
Plaats niet het apparaat, meubels of andere zware voorwerpen op de kabels en let erop dat deze
niet worden geknikt, in het bijzonder aan de stekker en aan de aansluitingen
Maak nooit een knoop in een kabel en bind de kabel niet samen met andere kabels.
Alle kabels moeten zo worden gelegd dat niemand erop kan gaan staan of erdoor wordt
belemmerd.
Een beschadigd netsnoer kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Controleer het
netsnoer regelmatig.
Wijzig of manipuleer netsnoeren en netstekkers niet.
Gebruik geen adapterstekkers of verlengsnoeren die niet voldoen aan de geldende
veiligheidsnormen en manipuleer netsnoeren niet.
Kinderen
Elektrische apparaten mogen niet in de handen van kinderen terechtkomen! Laat kinderen nooit
zonder toezicht elektrische apparaten gebruiken. Kinderen kunnen de mogelijke gevaren niet altijd
goed herkennen. Kleine onderdelen kunnen levensgevaarlijk zijn als ze worden ingeslikt.
Houd verpakkingsfolie uit de buurt van kinderen. Er bestaat gevaar voor verstikking!
Dit apparaat hoort niet thuis in de handen van kinderen. Verende onderdelen kunnen bij onjuist
gebruik eruit springen en letsel (bijv. ogen) bij kinderen veroorzaken.
4
Page 5
Nederlands
Opstelplaats/gebruiksomgeving
Plaats of monteer de Smartvest op een vast, effen oppervlak of muur en zet geen zware voorwerpen
op het apparaat.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie (plaats de Smartvest niet in een kast, op een dik tapijt, op een bed,
of op plaatsen waar de ventilatieopeningen afgedekt zijn, en houd minimaal 10 cm afstand aan naar
alle kanten)
De Smartvest is niet geschikt voor gebruik in ruimtes met een hoge temperatuur of luchtvochtigheid
(bijv. badkamers) of in zeer stoffige ruimtes.
Let bij alle componenten die alleen voor binnentoepassingen geschikt zijn erop dat
geen directe warmtebronnen (zoals van verwarmingen) op de componenten werken.
geen direct zonlicht of sterk kunstlicht op de beeldopnemer schijnt.
geen open brandhaarden (bijv. brandende kaarsen) op of naast de componenten staan.
het contact met spat- of druipwater wordt vermeden.
de componenten niet worden gebruikt in de buurt van water, de componenten mogen vooral niet
ondergedompeld worden (plaats geen met vloeistoffen gevulde voorwerpen, bijv. vazen of
drankflessen op of naast het apparaat).
de componenten niet blootstaan aan sterke temperatuurschommelingen, omdat anders
luchtvochtigheid kan condenseren en een elektrische kortsluiting kan veroorzaken.
Let bij alle componenten die voor binnen- en buitentoepassingen geschikt zijn erop dat
de componenten niet blootstaan aan sterke schokken of trillingen.
de componenten niet in de directe omgeving van magnetische velden (bijv. luidsprekers) staan.
het contact met agressieve vloeistoffen wordt vermeden.
geen vreemd materiaal binnendringt.
de bedrijfstemperatuur en de bedrijfsluchtvochtigheid van de componenten worden aangehouden.
Lees voor de correcte montage en de naleving van de bedrijfsomgeving van de componenten de
bijbehorende Quick Guide, de technische gegevens en de montagehandleiding in hoofdstuk 3.
Batterij
Alle componenten van de Smartvest behalve het draadloze stopcontact worden of kunnen met een
batterij worden gevoed. Voor een lange levensduur en om brand en letsel te voorkomen dient u zich te
houden aan de volgende aanwijzingen:
Gooi de batterij niet bij het huishoudelijke afval.
Stel de batterij niet bloot aan een warmtebron of aan direct invallend zonlicht. Bewaar de batterij
niet op een plaats waar zeer hoge temperaturen kunnen optreden.
De batterij mag niet worden verbrand.
De batterij mag niet met water in aanraking komen.
De batterij mag niet uit elkaar gehaald, doorboord of beschadigd worden.
De batterijcontacten mogen niet kortgesloten worden.
De batterij mag niet in handen van kleine kinderen terechtkomen.
De batterij is niet herlaadbaar.
5
Page 6
Nederlands
Waarschuwing
Bij een eventuele beschadiging van de originele verpakking controleert u eerst het
apparaat. Als het apparaat beschadigd is, stuurt u het in de verpakking terug en informeert
u de bezorgdienst.
Waarschuwing
Ondeskundige en amateuristische werkzaamheden aan het elektriciteitsnet of aan de
huisinstallaties zijn niet alleen gevaarlijk voor uzelf, maar ook voor anderen.
Sluit de installaties zo aan dat net- en laagspanningsstroomkringen altijd gescheiden
verlopen en op geen enkele plaats met elkaar verbonden zijn of door een defect met elkaar
verbonden kunnen raken.
Het apparaat werkt met gevaarlijke spanning. Koppel het apparaat voor
onderhoudswerkzaamheden (bijv. reinigen) los van het stroomnet!
Uitpakken
Tijdens het uitpakken dient u het apparaat met uiterste zorgvuldigheid te behandelen.
Verpakkingen en verpakkingsmiddelen kunnen worden gerecycled en dienen voor hergebruik te
worden afgevoerd.
Wij adviseren u:
Papier, karton en golfkarton of kunststofverpakkingen dienen in de daarvoor bestemde
verzamelcontainer te worden gedeponeerd.
Zolang deze in uw woonomgeving nog niet beschikbaar zijn, kunt u deze materialen bij het huisvuil
doen.
Ingebruikname
Voor de eerste ingebruikname alle veiligheids- en bedieningsinstructies lezen!
Onderhoud en reiniging
Onderhoudswerkzaamheden zijn nodig als het apparaat beschadigd is, bijv. als de netstekker, het
netsnoer of de behuizing beschadigd is, vloeistof of voorwerpen in het apparaat terecht zijn gekomen,
het apparaat blootgestaan heeft aan regen of vocht of als het niet goed werkt of gevallen is.
Onderhoud
Als u rookontwikkeling, of ongebruikelijke geluiden of geuren vaststelt, schakelt u het apparaat
meteen uit en trekt u de netstekkers uit het stopcontact. In deze gevallen mag het apparaat niet
meer gebruikt worden tot een deskundige een controle heeft uitgevoerd.
Laat alle onderhoudswerkzaamheden uitsluitend door gekwalificeerde specialisten uitvoeren.
Open nooit de behuizing van het apparaat of de accessoires. Bij geopende behuizing bestaat
levensgevaar door elektrische schok.
Reiniging
De behuizing van het apparaat alleen met een vochtige doek reinigen.
Geen oplosmiddelen, spiritus, verdunners etc. en geen van de volgende stoffen gebruiken:
zout water, insectenverdelger, chloor- of zuurhoudende oplosmiddelen (salmiak),
schuurpoeder.
Met de katoenen doek zacht over het oppervlak wrijven totdat deze helemaal droog is.
1. Beschrijving van het apparaat ......................................................................................................... 8
Systeem is ‘inactief’ en er is een storing
(bijvoorbeeld lage batterij of magneetcontact staat
‘open’)
Blauw
Aan
Systeem is ‘actief’
Rood
Aan
Systeem is ‘actief’ en in alarmtoestand
(normaal alarm, sabotagealarm of paniekalarm)
Netwerk LED
Groen
Aan
Verbinding met netwerk en internet
Uit
Verbinding met netwerk zonder internet
Rood
Knipperend
Geen netwerkverbinding
Optionele voet. Afneembaar voor wandmontage.
1. Beschrijving van het apparaat
In dit hoofdstuk worden de Smartvest en alle bijbehorende componenten beschreven.
FUAA35000 Smartvest
Voorzijde
8
Page 9
Nederlands
Resetknop
Resetten van de wachtwoorden op de fabrieksinstellingen (123456) en
netwerkinstellingen op DHCP:
druk bij een ingeschakelde installatie de resetknop langer dan 10
seconden in met behulp van een paperclip. De Power LED gaat uit
en er is een continue toon te horen. De installatie start vervolgens
opnieuw op.
Reset van de installatie op de fabrieksinstellingen betekent dat alle
instellingen teruggezet worden en de pairing van de componenten worden
gewist.
Druk bij een spanningsloze centrale op de resetknop en houd deze
langer dan 10 seconden ingedrukt terwijl u de centrale met spanning
voedt. De Power LED gaat uit en er is een continue toon te horen.
De installatie start vervolgens opnieuw op.
RJ45-aansluiting
Geïntegreerde netwerkaansluiting 10/100 Mbit
Voedingsspanning
5V DC / 1,5 A. Apparaat start automatisch bij netspanning
Hygrometer
Geïntegreerde hygrometer voor de meting van temperatuur en
luchtvochtigheid
Onderzijde
9
Page 10
Nederlands
Batterijvak
6x AA (1,5 V) batterijen voor noodstroom (levensduur van de batterij ca. 5
uur )
Batterij vervangen
Klemmen indrukken om de afdekking van het batterijvak te openen.
Verwijder de lege 6 AA (1,5 V) batterijen uit het vak en plaats nieuwe 6 AA
(1,5 V) batterijen. Let daarbij op de in de bodem aangegeven richting. Sluit
daarna het batterijvak af met de afdekking.
Ophanging
Ophanging voor wandmontage
Afstand tussen boorgaten: 10 cm (boorsjabloon bijgevoegd)
Luidspreker
Luidspreker van Smartvest met een volume van maximaal 90db.
AchtergrondLED's
Uit
Uit
Systeem is ‘inactief’
Geel
Aan
Systeem is ‘inactief’ en er is een storing
(bijvoorbeeld lege batterij of magneetcontact staat
open)
Blauw
Aan
Systeem is ‘actief’
Rood
Aan
Systeem is ‘actief’ en in alarmtoestand
(bijvoorbeeld magneetcontact geopend)
Kabelgeleiding
Kabelgeleiding voor voedingsspanning en netwerkkabel.
Achterzijde
10
Page 11
Nederlands
Geaard
stopcontact
Geaard stopcontact type F (CEE 7/4). Te gebruiken in de volgende landen:
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Nederland
Status-LED
Uit
Draadloos stopcontact is actief, spanning wordt
doorgegeven.
Blauw
Aan
Draadloos stopcontact is inactief, spanning wordt
niet doorgegeven aan de verbruiker.
Knipperend
Draadloos stopcontact start
Oranje
Knipperend
Repeater-modus gestart.
Aan
Draadloos stopcontact is inactief, spanning wordt
niet doorgegeven aan de verbruiker.
Repeater-modus aan en verbonden met een
component.
Toets
Druk één keer op de toets om het draadloze stopcontact actief of inactief te
schakelen.
Houd de toets 5 seconden ingedrukt om de repeater-modus in te schakelen.
Geaarde
stekker
Geaarde stekker type F (CEE 7/4). Te gebruiken in de volgende landen:
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Nederland
Aanwijzing
Er kan altijd slechts één component worden aangesloten op een draadloos stopcontact.
FUHA35000 draadloos stopcontact
Repeater-modus
Het draadloze stopcontact kan een verbruiker schakelen maar ook als draadloze repeater voor een
andere component worden gebruikt. Hiertoe volgt u de volgende stappen:
1. Houd de toets 5 seconden ingedrukt om de repeater-modus in te schakelen. De Status-LED begint
oranje te knipperen.
2. Voer een handmatige programmering uit bij de component die u wilt verbinden met het draadloze
stopcontact (zie hoofdstuk 5 Configuratie).
3. Als de verbinding is gelukt, brandt de status-LED oranje.
4. Om de repeater-modus weer uit te schakelen, koppelt u eerst het stopcontact los. Druk nu de
toets in en houd deze toets ingedrukt. Sluit het stopcontact weer aan. Wacht tot de LED blauw
knippert en laat pas dan de toets los. Alshet uitschakelen is gelukt, brandt de LED nu blauw.
11
Page 12
Nederlands
Zendercomponent
Bestaat uit draadloze component
Montage aan raamkozijn
Signaal-LED
Blauw
Knipperend
Magneetcontact wordt gesloten
Magneetcontact wordt geopend
Batterijvak
1x 3V knoopcelbatterij (CR2032) voor de voedingsspanning (levensduur
van de batterij is 1 jaar)
De Smartvest-app waarschuwt als de batterij bijna leeg is. Volg de
aanwijzingen in de app.
Batterij vervangen
Schuif de afdekking van het batterijvak naar beneden toe eruit.
Trek de lege 3V-knoopcelbatterij uit de daarvoor bestemde houder en
plaats een nieuwe 3V-knoopcelbatterij. Sluit het batterijvak nu weer af
met de afdekking.
Magneetcomponent
Bestaat uit magnetische component
Montage aan raam
FUMK35000 magneetcontact
12
Page 13
Nederlands
Knop
Knop voor afnemen van achterzijde
Programmeertoets
Toets voor het handmatig programmeren in de Smartvest
Inschakelen testmodus: 5s indrukken
Uitschakelen testmodus: 5s indrukken
Sabotagecontact
Sabotagecontact voor alarmering bij ongewilde demontage
Batterijvak
3x AA (1,5 V) batterijen als voedingsspanning (levensduur batterij tot 2
jaar)
De Smartvest-app waarschuwt als de batterij bijna leeg is. Volg de
aanwijzingen in de app.
Batterij vervangen
Druk op de knop aan de onderzijde van de bewegingsmelder en verwijder
de achterzijde van de bewegingsmelder. Verwijder de lege 3 AA (1,5 V)
batterijen uit het vak en plaats nieuwe 3 AA (1,5 V) batterijen. Let daarbij
op de in de bodem aangegeven richting. Monteer de bewegingsmelder
weer aan de gemonteerde achterzijde.
Aanwijzing
In de testmodus wordt de spaarmodus van de bewegingsmelder gedeactiveerd en
activeert daarmee bij iedere erkende beweging. Gebruik deze modus om te controleren
of de melder de bewaakte ruimte helemaal kan detecteren. Schakeld de testmodus na de
toepassing uit, omdat anders de levensduur van de batterij sterk verkort wordt!
FUBW35000 bewegingsmelder
FURM35000 rook-hittemelder
Lees voor de beschrijving de handleiding van de rook-hittemelder.
13
Page 14
Nederlands
LED-kamer
LED knippert (afhankelijk van de instelling) bij alarm en als feedback bij
wijziging van de sirene-instellingen.
Luidspreker
Luidspreker van de sirene met een volume van maximaal 80db of 100db.
Programmeertoets
Toets voor het handmatig programmeren in de Smartvest
Sabotagecontact
Sabotagecontact voor alarmering bij ongewilde demontage.
Batterijvak
4x C (1,5V) batterijen als voedingsspanning (levensduur batterij tot 2 jaar)
Batterij vervangen
Draai de beide schroeven in de afdekking los. De schroeven hoeven niet
helemaal te worden verwijderd. Klap de afdekking aan de onderzijde naar
boven en haal de afdekking daarna eruit.
Om de schroeven beter te bereiken, kunt u de rubberen afdekking van het
sabotagecontact tijdens het vervangen van de batterij voor korte tijd
verwijderen.
Verwijder de lege 4 C (1,5 V) batterijen uit het vak en plaats nieuwe 4 C
(1,5 V) batterijen. Let erop dat de springveer zich altijd aan de negatieve
(-) zijde van de batterij bevindt. Voer de bovenste zijde van de afdekking
in de daarvoor bedoelde gaten en monteer de afdekking aan de onderste
zijde met behulp van de beide schroeven.
FUSG35000 sirene
14
Page 15
Nederlands
Signaal-LED
Blauw
Knipperend
Feedback bij druk op de toets
Actief-toets
Toets voor het actief schakelen van de Smartvest
Voor het actief schakelen 5 seconden ingedrukt houden
Inactief-toets
Toets voor het inactief schakelen van de Smartvest
Camera-toets
Toets voor het starten van de opname voor aangesloten camera's
Paniek-toets
Toets voor het inschakelen van het paniekalarm (3 seconden indrukken)
Batterijvak
1x 3V knoopcelbatterij (CR2032) voor de voedingsspanning (levensduur
batterij tot 2 jaar)
De Smartvest-app waarschuwt als de batterij bijna leeg is. Volg de
aanwijzingen in de app.
Batterij vervangen
Trek het batterijvak aan de zijkant van de afstandsbediening eruit
Trek de lege 3V-knoopcelbatterij uit de daarvoor bestemde houder en plaats
een nieuwe 3V-knoopcelbatterij. Schuif het batterijvak weer in de
afstandsbediening.
Aanwijzing
De precieze reactie die volgt op een druk op de toets hangt af van de instellingen in de
app. Lees hiertoe voor de actief-toets en inactief-knop paragraaf 5.6 Geavanceerde
instellingen 5.6 en voor de camera-toets en paniek-toets paragraaf 5.3 Hotkeys.
FUBE35000 afstandsbediening
15
Page 16
Nederlands
Smartvest-app installeren
Voor de Smartvest kan in de Google Playstore en in de iOS App
Store een app met de naam ‘Smartvest’ worden gedownload.
Deze app kan op smartphones en tablets, die hieronder
randapparaten genoemd worden, worden gebruikt.
Voor de installatie gaat u naar de Google Playstore of iOS App
Store en zoekt naar de term ‘Smartvest’.
Installeer de Smartvest-app.
Aanwijzing
Houd er rekening mee dat voor de Smartvest-app
minimaal de volgende besturingssystemen nodig
zijn:
Apple iOS 7
Android 4.0
Smartvest instellen
Sluit eerst de meegeleverde LAN-kabel aan op de onderzijde van
de Smartvest en verbindt deze met uw router.
Sluit daarna de meegeleverde voeding aan.
Aanwijzing
Zorg ervoor dat bij uw router de functie DHCP is
geactiveerd, omdat anders geen verbinding mogelijk
is met de Smartvest.
Begin pas met het instellen van de Smartvest via de
app als de groene Power-LED continu brandt en de
centrale twee keer gepiept heeft.
Bij de integratie in een lokaal netwerk zonder
internettoegang vervalt de dubbele pieptoon.
2. Ingebruikname
Volg, voordat u uw Smartvest en melders monteert, de onderstaande stappen om uw Smartvest in
gebruik te nemen en de componenten in de Smartvest te programmeren.
16
Page 17
Nederlands
Start nu de Smartvest-app en neem de volgende stappen:
Instelling starten
Druk op het plusteken om een Smartvest toe te voegen.
Vervolgens zoekt de app automatisch naar apparaten in uw
netwerk.
Selecteren
Kies de Smartvest in de lijst. Als u de Smartvest van een ander
netwerk uit wilt integreren of de Smartvest niet is gevonden, voert
u de DID handmatig in. Alle volgende overige gegevens moeten
dan eveneens handmatig worden ingevoerd.
Apparaatveiligheidscode
De standaardinstelling apparaatveiligheidscode ‘123456’ is reeds
opgeslagen. Bij de eerste inrichting drukt u op ‘Volgende’. Als de
apparaatveiligheidscode reeds werd gewijzigd, voert u hier de
juiste code in.
Standaard-apparaatveiligheidscode: ‘123456’
Als u voor het eerst inlogt, wordt u gevraagd om de
apparaatveiligheidscode te wijzigen.
Aanwijzing
De apparaatveiligheidscode kunt u in de instellingen
wijzigen. Als u de apparaatveiligheidscode reeds
heeft gewijzigd, kunt u de code hier handmatig
invoeren voordat u op ‘Volgende’ drukt.
17
Page 18
Nederlands
Naamgeving, informatie over ruimte en plaats
Geef een naam voor de Smartvest. Standaard is de naam
‘Smartvest’ vergeven.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de Smartvest wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om naar het vorige venster terug
te gaan.
Voor het weergeven van weersinformatie drukt u op de regel Stad
en zoekt u uw plaats met behulp van de plaatsnaam of de
postcode en kiest u in de resultaten uw plaats.
Aanwijzing
De plaatsgegevens worden uitsluitend gebruikt voor
de bepaling van de weergegevens.
Instelling beëindigen
Druk op ‘Opslaan’ om de invoer te beëindigen.
U heeft nu uw Smartvest in de app geïntegreerd.
Apparaatveiligheidscode bij de eerste ingebruikname
wijzigen
Bij de eerste ingebruikname (of na het resetten van de centrale
op de fabrieksinstellingen) wordt u gevraagd om de
apparaatveiligheidscode te wijzigen. Deze moet minimaal 6 en
mag maximaal 16 tekens lang zijn. De volgende tekens zijn
toegestaan:
De gewijzigde apparaatveiligheidscode mag niet
123456 zijn. U kunt de apparaatveiligheidscode in de
instellingen (geavanceerde instellingen /
veiligheidsinstellingen) op ieder moment wijzigen.
Nieuwe firmware beschikbaar
Voer een firmware-update van de Smartvest-centrale uit om alle
nieuwe functies van de smartvest-app te kunnen gebruiken.
De update start u in de geavanceerde instellingen (hoofdstuk 5.6)
18
Page 19
Nederlands
Componenten programmeren
Start de Smartvest-app en maak een verbinding met de
Smartvest.
Aanwijzing
De instellingen van uw componenten vindt u in het
hoofdstuk 5.1 Componenten.
Voer de volgende stappen uit:
Smartvest-instellingen openen
Druk in de bedieningsweergave linksonder op het
instellingensymbool om naar de instellingen van de Smartvest
te gaan. Voer het volgende wachtwoord voor de instelling in
(standaard: ‘123456’) om alle instelmogelijkheden te openen.
Standaardwachtwoord voor instellingen:
‘123456’ U kunt dit in de ‘geavanceerde instellingen
/ veiligheidsinstellingen’ aanpassen.
Component selecteren
Selecteer in de lijst helemaal bovenaan ‘Componenten’.
Druk rechtsboven op het plussymbool voor het toevoegen van
een component.
Selecteer de gewenste component uit de lijst.
Om het programmeren van een component voortijdig te verlaten,
drukt u in de individuele vensters op ‘Annuleren’.
19
Page 20
Nederlands
Componenten programmeren
Voer de naam van de component in.
Aanwijzing
De naam mag maximaal 15 tekens hebben. Meer
tekens worden na het opslaan automatisch
verwijderd.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’.
Volg de aanwijzingen in de app.
Let op
Als het automatisch programmeren aan de hand van
de instructies niet gewerkt heeft, is voor iedere
component een procedure voor het handmatige
programmeren beschikbaar. Deze vindt u in het
hoofdstuk 5.1 Componenten.
De instellingen van uw componenten vindt u
eveneens in hoofdstuk 5.1 Componenten.
Herhaal deze stappen voor al uw componenten.
Aanwijzing
In principe zenden alle componenten een
programmeersignaal op het moment dat ze
voedingsspanning hebben.
Aanwijzing
Om compatibele camera’s te integreren in het
Smartvest-systeem, volgt u eerst de bijbehorende
handleiding van de camera voor het instellen van uw
netwerk. Als u de camera met een LAN-kabel op
hetzelfde netwerk als de Smartvest-centrale
aangesloten heeft, kunt u die ook met de Smartvestapp inrichten. Het programmeren van de camera
wordt beschreven in hoofdstuk 5 Configuratie.
Monteer nu de componenten en de Smartvest. Dit wordt
beschreven in het volgende hoofdstuk Montage.
20
Page 21
Nederlands
Component verwijderen
Open de componentenlijst en…
Voor Android:
… schuif de component naar de rechter rand van het
beeldscherm en bevestig het verwijderen
Voor iOS:
… schuif de component naar de linker rand van het beeldscherm
en druk op wissen
Algemene instellingen
Start de Smartvest-app en druk op het instellingensymbool
rechtsboven om de algemene instellingen te openen.
Beschikbare systemen
Voeg een nieuwe Smartvest toe aan de app of selecteer uw
Smartvest, om de algemene instellingen van de Smartvest te
openen.
Smartvest details
Als de apparaatveiligheidscode gewijzigd of onjuist ingevoerd is,
kunt u deze hier voor de verbinding met de Smartvest aanpassen.
Aanwijzing
Hoe u uw apparaatveiligheidscode wijzigt is
beschreven in hoofdstuk 5 Configuratie.
Activeer het automatisch inloggen om de handmatige verbinding
met de Smartvest over te slaan. Bij de volgende start van de app
komt u dan direct in het overzicht van de Smartvest.
Druk op ‘Systeem uit app verwijderen’ om de Smartvest te
verwijderen.
21
Page 22
Nederlands
App-veiligheid
Druk op ‘App-PIN wijzigen’ om uw eigen app-PIN te kiezen. Bij de
eerste instelling is de standaardpin voor de app ‘123456’.
Let op
Na inschakelen van de app-PIN wordt deze bij iedere
start van de app op uw randapparaat opgevraagd.
Als u de app-PIN vergeten bent, verwijdert u de
Smartvest-app en installeert u deze opnieuw.
Standaard app-PIN: ‘123456’
Schakel het automatisch inloggen voor de app-PIN uit, zodat bij
iedere start van de app de app-PIN wordt opgevraagd. Gebruik
dit om de toegang tot de app te verhinderen als ook andere
personen uw randapparaat gebruiken .
Handleiding
Hier kunt u de Smartvest-handleiding op uw mobiele telefoon
openen.
22
Page 23
Nederlands
Waarschuwing
Bij gebruik van de zelfklevende pads moet de ondergrond schoon, slijtvast en droog zijn.
Oppervlakken zoals behang, Styropor® of oppervlakken met een siliconen- of teflonlaag
zijn niet geschikt als montagelocatie.
3. Montage
in dit hoofdstuk wordt de montage van de Smartvest en alle bijbehorende componenten beschreven.
Voor de bediening en de instelling van de Smartvest met de Smartvest-app leest u de hoofdstukken 4
en 5.
FUAA35000 Smartvest
De Smartvest is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen bij de
veiligheidsinstructies over de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving .
Algemene montage-instructies
Zorg er vóór de montage voor dat de Smartvest noodstroom krijgt via de batterij.
1. Open hiervoor de afdekking van het batterijvak door beide klemmen in te drukken.
2. Trek de kunststofstrook los.
3. Sluit daarna de afdekking weer.
Vrijstaande montage
Druk de Smartvest op de voet en plaats de Smartvest op de gewenste plek. De kabels kunnen in de
kabelgeleiding op de voet worden geklemd zodat ze netjes kunnen worden gelegd.
Wandmontage
23
Page 24
Nederlands
Plak de meegeleverde boorsjabloon van de Smartvest op de gewenste installatieplaats. Gebruik een
waterpas om de boorsjabloon recht uit te lijnen. Boor gaten op de opgegeven plekken en plaats de
meegeleverde pluggen. Schroef nu de meegeleverde schroeven zo in de pluggen dat de koppen
ongeveer 6mm uitsteken. Hang daarna de Smartvest op.
FUHA35000 draadloos stopcontact
Het draadloze stopcontact is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de
aanwijzingen bij de veiligheidsinstructies over de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving .
Draadloze stopcontacten mogen nooit in een rij worden gestoken.
Montage
Steek het draadloze stopcontact in een stopcontact en steek de gewenste verbruiker (bijvoorbeeld
lamp) in het draadloze stopcontact.
FUMK35000 magneetcontact
Het magneetcontact is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen bij
de veiligheidsinstructies over de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving .
Algemene montage-instructies
Monteer altijd de kleine magneetcomponent op het raam of de deur en de grote zendercomponent
op het raam- of deurkozijn
Monteer het magneetcontact zo dat de twee componenten horizontaal maximaal 0,5 cm en
verticaal maximaal 1,5 cm van elkaar verwijderd zijn.
Als u twijfelt, test u of het hoogteverschil bij uw raam of uw deur te hoog is, door de beide
componenten op de gewenste plaats op het raam of de deur tegen elkaar te houden en daarna
de zendercomponent op het raam- of deurkozijn te brengen. Als dan de blauwe signaal-LED
brandt, is het hoogteverschil te groot.
Om het hoogteverschil te vereffenen, gebruikt u de meegeleverde sluitringen die aan de
achterzijde van de componenten moeten worden aangebracht. De meegeleverde schroeven
passen bij het gebruik van de sluitringen niet meer voor de montage. Gebruik hiervoor of eigen
schroeven of gebruik de meegeleverde zelfklevende pads (aanbevolen).
Monteer het magneetcontact altijd op de zijde waar het raam of de deur wordt geopend en niet
aan de scharnierzijde.
U kunt het magneetcontact zowel aan de bovenzijde als de zijkant van een raam aanbrengen.
Als u het magneetcontact aan de onderkant van een raam monteert, zal het magneetcontact bij
gekanteld raam mogelijk niet inschakelen (niet aanbevolen).
24
Page 25
Nederlands
Montage met zelfklevende pads (aanbevolen)
1. Plak de beide kleine zelfklevende pads op de grote zendercomponent van het magneetcontact en
de langere zelfklevende pad op de kleinere magneetcomponent van het magneetcontact.
2. Plak de grote zendercomponent bij het raam op de gewenste plek op het raamkozijn en de
kleinere magneetcomponent op het raam zelf.
Montage met schroeven
1. Open de kleinere magneetcomponent van het magneetcontact met een dunne platte
schroevendraaier.
2. Verwijder de afdekking van het batterijvak van de grotere zendercomponent van het
magneetcontact.
3. Schroef de kleinere magneetcomponent op de gewenste positie van het raam met behulp van de
2 schroeven. Daarvoor moet u eerst de bedoelde gaten met een schroevendraaier of boor
doorbreken.
4. Schroef één schroef voor het ophangoog van de zendercomponent aan het raamkozijn.
5. Hang de zendercomponent op en zet deze met de laatste schroef vast aan het raamkozijn .
25
Page 26
Nederlands
FUBW35000 bewegingsmelder
De bewegingsmelder is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen bij
de veiligheidsinstructies over de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving .
Algemene montage-instructies
De bewegingsmelder 2 - 2,5 m boven de vloer monteren voor een bereik van 12m.
De melder ofwel vlak aan de muur of in een hoek (aanbevolen) monteren.
De bewegingsmelder niet tegenover warmtebronnen of ramen, boven een radiator, in de buurt
van grote metalen structuren, in de buurt van stroomkabels of gasleidingen, in de buurt van
elektronische of draadloze apparaten of op een afstand van minder dan 30mm van het plafond
monteren.
Het bewakingsgebied van de melder is naar beneden gericht. Neig de melder daarom niet te sterk
naar onderen, omdat het bereik anders kleiner wordt. Aanbevolen wordt een horizontale,
rechtopstaande positie.
Plakmontage
1. Voor een wandmontage plakt u de meegeleverde zelfklevende pads aan de achterzijde van de
bewegingsmelder.
2. Voor een hoekmontage plakt u de zelfklevende pads op de fasen (schuine vlakken) van de
bewegingsmelder.
3. Monteer de bewegingsmelder op de gewenste installatieplaats op een effen oppervlak.
26
Page 27
Nederlands
Boormontage met houder
1. Druk de houder in de bewegingsmelder.
2. Houd de bewegingsmelder op de gewenste installatieplaats en stel de gewenste hoek in.
3. Zet de positie vast door de schroef aan de achterkant van de houder vast te draaien.
4. Plak de meegeleverde boorsjabloon van de bewegingsmelder op de gewenste installatieplaats.
Gebruik een waterpas om de boorsjabloon recht uit te lijnen. Boor gaten op de opgegeven plekken
en plaats de meegeleverde pluggen.
Druk de houder er weer uit en monteer de houder met de meegeleverde schroeven. Aan het einde
schuift u de bewegingsmelder weer op de houder.
Boormontage zonder houder
1. Druk op de knop aan de onderzijde van de bewegingsmelder en verwijder de achterzijde van de
bewegingsmelder.
2. Gebruik de daarvoor bestemde gaten aan de binnenkant van de achterzijde als boorsjabloon voor
de wand- of hoekmontage.
3. Boor de gaten en plaats de meegeleverde pluggen. Schroef daarna de achterzijde van de
bewegingsmelder met de meegeleverde schroeven vast aan de wand of de hoek.
4. Druk de bewegingsmelder weer op de gemonteerde onderplaat van de bewegingsmelder.
FURM35000 rook-hittemelder
De rook-hittemelder is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen over
de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving bij de veiligheidsinstructies en in de handleiding van de
rook-hittemelder.
Montage
Lees voor de montage de handleiding van de rook-hittemelder.
27
Page 28
Nederlands
Waarschuwing
Bij het monteren van de sirene kan het sabotagecontact activeren. Voor dit geval is de
sirene standaard op ‘LED’ingesteld. Als u de sirene reeds op ‘sirene’ of ’LED en sirene’
heeft geconfigureerd, stelt u dit voor de montage weer op ‘LED’. Het plotseling activeren
van het akoestische alarmgeluid van de sirene tijdens de montage op grote hoogte kan
anders tot ernstige ongevallen en lichamelijk letsel of schade leiden.
U kunt ook de onderhoudsmodus inschakelen om valse alarmen te vermijden. (Zie
hoofdstuk 5 Configuratie)
Houd bij een test van het akoestische alarm van de sirene altijd een minimale afstand van
3 m aan om lichamelijk letsel (bijvoorbeeld aan het gehoor) te voorkomen.
FUSG35000 sirene
De sirene is geschikt voor buiten- en binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen bij de
veiligheidsinstructies over de opstellingsplaats en de bedrijfsomgeving .
Algemene montage-instructies
De sirene is uitsluitend geschikt voor beschermde buitentoepassingen. (IP44)
Breng de sirene buiten het handbereik (minimaal 3 m montagehoogte) aan.
Kies de installatieplaats zo dat de sirene reeds vanuit een grote afstand goed te zien en te horen
is.
De sirene wordt geactiveerd als het sabotagecontact voor het eerst geactiveerd wordt. Als het
sabotagecontact vervolgens losgemaakt wordt, wordt het sabotagecontact getriggerd.
Boormontage
1. Plak de meegeleverde boorsjabloon van de bewegingsmelder op de gewenste installatieplaats.
Gebruik een waterpas om de boorsjabloon recht uit te lijnen. Boor gaten op de opgegeven plekken
en plaats de meegeleverde pluggen. Verwijder de boorsjabloon weer
Bevestig nu A-vormige houder met behulp van de schroeven aan de muur.
2. Steek de meegeleverde voeding in de sirene en plaats de sirene van boven in de houder (klik 1)
en druk deze tegen de muur (klik 2).
3. Draai nu de kleine schroef aan de onderzijde van de houder vast.
28
Page 29
Nederlands
FUBE35000 afstandsbediening
De afstandsbediening is uitsluitend geschikt voor binnentoepassingen. Lees hiertoe de aanwijzingen
over de gebruiksomgeving in de veiligheidsinstructies.
Montage
Gebruik de sleutelring om de afstandsbediening aan bijvoorbeeld uw sleutelhanger te bevestigen.
29
Page 30
Nederlands
Aanwijzing
Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en randapparaat kan de daadwerkelijke
weergave iets van de in deze handleiding gebruikte screenshots afwijken. Het overzicht
van de menu's wordt in deze handleiding met behulp van tablet-screenshot weergegeven
terwijl de beschrijvingen van de individuele menupunten met behulp van smartphonescreenshots zijn weergegeven. De namen van de menupunten en de menunavigatie zijn
echter gelijk op ieder apparaat.
4. Bediening
De Smartvest-app is onderverdeeld in twee fundamentele menu-onderdelen. De bediening en
configuratie.
In dit hoofdstuk wordt de bediening van de Smartvest met de Smartvest-app beschreven.
Voor de configuratie van de Smartvest leest u hoofdstuk 5.
De volgende functies zijn in de bediening beschikbaar:
Overzicht van de belangrijkste informatie en functies
o Actief / intern actief / inactief schakelen van de Smartvest
o Actieve apparaten
o Storingen
Overzicht en inschakelen van uw hotkeys
Overzicht van uw ruimtes en de status van de ruimtemelders
Overzicht en inschakelen van uw camera’s
Overzicht en oproepen van uw contacten
Overzicht van de gebeurtenissen
30
Page 31
Nederlands
Navigatiebalk en voettekst
Start de Smartvest-app en maak een verbinding met de
Smartvest.
Navigatiebalk
Weergave
Bovenaan in de navigatiebalk worden de menupunten
weergegeven. Het menu waarin u zich bevindt wordt met een
kleur geaccentueerd.
Menuwissel
U kunt tussen de individuele menu's wisselen middels het
zogenaamde ‘swipen’ (met de vinger van rechts naar links of van
links naar rechts over het beeldscherm vegen). U kunt de
individuele menu's ook oproepen door op het gewenste menu in
de menubalk te drukken.
Kleurcode
De toestand waarin de Smartvest zich bevindt wordt op de
navigatiebalk met een kleurcodering aangegeven.
Grijs
Systeem is ‘inactief’
Geel
Systeem is ‘inactief’ en er is een storing
(bijvoorbeeld batterij leeg)
Blauw
Systeem is ‘actief’
Rood
Systeem is ‘actief’ en in alarmtoestand
(bijvoorbeeld magneetcontact geopend, paniek of
sabotage)
Voettekst
Instellingen
In de voettekst bevindt zich linksonder het symbool voor de
instellingen . Druk hierop om naar de instellingen van de
Smartvest te gaan.
Indicatie van temperatuur, luchtvochtigheid en weer
Rechtsonder ziet u informatie over de temperatuur, de
luchtvochtigheid en het weer.
Indicatie van de binnentemperatuur en de
luchtvochtigheid, gemeten met de hygrometer van
de Smartvest.
Weerbericht voor de in de Smartvest ingestelde
locatie.
Aanwijzing
Het duurt na de start van de centrale circa 30
minuten totdat de waarden van de hygrometer voor
binnen zijn gestabiliseerd
31
Page 32
Nederlands
Overzicht
Statusindicatie
In de statusindicatie worden drie verschillende symbolen voor de
betreffende status van de Smartvest weergegeven. De status die
op dat moment van toepassing is, wordt in kleur gemarkeerd.
Daaronder staat de bijbehorende tekst. U kunt de status
veranderen door naar links of rechts te trekken of door op de
gewenste status te drukken.
Smartvest is gedeeltelijk ingeschakeld
De interne inschakelen is af fabriek als
buitenbeveiliging voorgeprogrammeerd. Dat
betekent dat magneetcontacten weliswaar alarm
slaan, maar de bewegingsmelders niet. Zo kunt u vrij
door het huis (intern) lopen zonder een alarm te
activeren. Als echter iemand van buiten het object
binnendringt, wordt ook het alarm van het
magneetcontact geactiveerd. Aanbevolen
toepassing: Zet de Smartvest op intern ingeschakeld
voordat u naar bed gaat.
Smartvest is uitgeschakeld (gereed voor
inschakelen)
In deze status staat het systeem niet op scherp. De
meldingen van de meeste sensoren activeren geen
alarm. De enige uitzondering is de rookmelder die
voor uw veiligheid altijd een alarm activeert
onafhankelijk van de systeemstatus. Bovendien
wordt het alarm geactiveerd als één van de
componenten een sabotagemelding verstuurd.
Aanbevolen toepassing: Zet de Smartvest op
uitgeschakeld voordat u thuis komt.
Smartvest is ingeschakeld
De inschakeling is af fabriek als volledige beveiliging
voorgeprogrammeerd. Dat betekent dat alle
sensoren alarm slaan. Aanbevolen toepassing: Zet
de Smartvest op geactiveerd als u het huis verlaat en
niemand meer thuis is.
Aanwijzing
Bij het programmeren van componenten worden
automatisch standaardwaarden ingesteld voor de
geactiveerde status. De instellingen voor de status
wijzigt u onder het punt 5.5 Geavanceerde
instellingen / status configuratie.
32
Page 33
Nederlands
Hotkeys
Onder de statusindicatie bevinden zich twee voorgeconfigureerde
hotkeys, Paniek en Camera, die u in het overzicht met een druk
kunt inschakelen. De beide hotkeys vindt u ook op de
afstandsbediening FUBE35000 zodat u deze ook met de
afstandsbediening kunt schakelen.
Standaard:
Alle actuatoren activeren (bijvoorbeeld sirene) en alle
camera's nemen op
Standaard:
Alle camera's nemen op.
Aanwijzing
Bij het programmeren van componenten worden voor
de voorgeconfigureerde hotkeys automatisch
standaardwaarden ingesteld. De instellingen voor
betreffende hotkey wijzigt u onder het punt 5.3
Hotkeys.
Storing
Als er storingen (bijvoorbeeld lege batterij) zijn, worden deze
onder de hotkeys weergegeven. Als de storingen verholpen zijn,
verdwijnen de storingen uit het overzicht.
U vindt de storingsmeldingen bovendien in het
gebeurtenissenoverzicht (4.7).
Actieve apparaten
Componenten die zich in de actieve toestand bevinden
(bijvoorbeeld draadloos stopcontact op ‘Aan’) worden
weergegeven in een lijst. Als de componenten worden
gedeactiveerd, verdwijnen ze uit het overzicht.
Zo houdt u altijd zicht op eventuele stroomverbruikers.
33
Page 34
Nederlands
Hotkeys
Toepassingsvoorbeelden
Hotkeys worden gebruikt voor de eenvoudige inschakeling van verschillende componenten door
drukken.
U kunt bijvoorbeeld een hotkey (Paniek) voor het inschakelen van de sirene configureren voor het
geval dat u een potentiële inbreker nog vóór de inbraakpoging voor uw huis ontdekt. Met een druk op
de hotkey schakelt u dan de sirene in die de inbreker zal afschrikken.
U kunt bijvoorbeeld ook een door de gebruiker gedefinieerde hotkey voor het inschakelen van één of
meer stopcontacten maken en de verlichting in het huis met één druk op de hotkey in- en
uitschakelen.
Overzicht hotkeys
In het hotkey-overzicht kunnen maximaal 11 hotkeys worden
weergegeven. 2 voorgeconfigureerde hotkeys Paniek en Camera
zijn reeds bij de eerste installatie opgeslagen. U kunt in de
instellingen (zie hoofdstuk 5.3 Hotkeys) nog 9 verdere hotkeys
toevoegen aan het overzicht of de reeds bestaande hotkeys
bewerken.
Druk op de gewenste hotkey om deze uit te voeren.
Voorgeconfigureerde hotkeys
Er bevinden zich twee voorgeconfigureerde hotkeys Paniek en
Camera in het hotkey-overzicht. De beide hotkeys vindt u ook op
de afstandsbediening FUBE35000 zodat u deze ook met de
afstandsbediening kunt schakelen.
Standaard:
Alle actuatoren activeren (bijvoorbeeld sirene) en alle
camera's nemen op
Standaard:
Alle camera's nemen op.
Aanwijzing
Bij het programmeren van componenten worden voor
de voorgeconfigureerde hotkeys automatisch
standaardwaarden ingesteld. De instellingen voor de
componenten voor de betreffende hotkey wijzigt u
onder het punt 5.3 Hotkeys.
34
Page 35
Nederlands
Configureerbare hotkeys
U kunt tot 9 hotkeys in de instellingen configureren (zie hoofdstuk
5.3 Hotkeys). Nadat ze zijn gemaakt, worden ze weergegeven in
het hotkey-overzicht en kunnen met een druk worden uitgevoerd.
Geconfigureerde hotkey
Ruimtes
Ruimteoverzicht
In het ruimteoverzicht bevinden zich alle ruimtes waar minimaal
één component aan is toegevoegd. Onder iedere ruimtenaam
worden maximaal 2 componenten weergegeven.
Details ruimte
Druk op de gewenste ruimte om het individuele ruimteoverzicht te
openen. Alle aan de ruimte toegevoegde componenten worden
getoond. Door op de pijl linksboven te drukken verlaat u het
individuele ruimteoverzicht.
35
Page 36
Nederlands
Kleurcode
Als een individuele component een storing heeft, wordt de
bijbehorende ruimte in het ruimteoverzicht en de component geel
gemarkeerd.
36
Page 37
Nederlands
Camera’s
Cameraoverzicht
In het cameraoverzicht kunnen maximaal 4 camera’s worden
weergegeven. U kunt in de instellingen (zie hoofdstuk 5.5
Geavanceerde instellingen) 4 camera’s aan het cameraoverzicht
toevoegen of de instellingen van de reeds bestaande camera’s
bewerken.
Door op de betreffende camera te tikken gaat u naar de live-
weergave van deze camera met de verschillende camerafuncties.
TVAC19000
Live-weergave
U stuurt de camera door met uw vinger over de live-weergave
naar links, rechts, boven of onder te vegen.
Zoom het camerabeeld door twee vingers van elkaar af te
bewegen.
Acties
Push-to-Talk
Houd de knop ingedrukt om door de
cameraluidspreker met personen op locatie te
spreken.
Microfoon inschakelen
Druk op de knop om het opgenomen geluid van de
camera te beluisteren.
Presetposities
Druk op de knop om de zojuist ingestelde posities op
te slaan (preset 1, 2, 3) of op te roepen.
Snapshot
Druk op de knop om een snapshot op uw
randapparaat op te slaan.
Opname
Druk op de knop om een opname van 1 minuut te
starten.
Aanwijzing:
Opnames zijn alleen mogelijk als er een microSD-
kaart in de camera is geplaatst! Anders verschijnt de
knop ‘REC’ niet.
37
Page 38
Nederlands
TVAC19100
Live-weergave
Zoom het camerabeeld door twee vingers van elkaar af te
bewegen.
Acties
Microfoon inschakelen
Druk op de knop om het opgenomen geluid van de
camera te beluisteren.
Snapshot
Druk op de knop om een snapshot op uw
randapparaat op te slaan.
Opname
Druk op de knop om een opname van 1 minuut te
starten.
Aanwijzing:
Opnames zijn alleen mogelijk als er een microSDkaart in de camera is geplaatst! Anders verschijnt de
knop ‘REC’ niet.
TVAC16000
Live-weergave
Zoom het camerabeeld door twee vingers van elkaar af te
bewegen.
Camerawissel
Selecteer de gewenste camera (camera 1 – 4)
Acties
Snapshot
Druk op de knop om een snapshot op uw
randapparaat op te slaan.
Opname
Druk op de knop om een opname van 1 minuut te
starten.
Aanwijzing:
Opnames zijn alleen mogelijk als er een microSD-
kaart in de TVAC16000 monitor is geplaatst! Anders
verschijnt de knop ‘REC’ niet.
38
Page 39
Nederlands
Contacten
Contactenoverzicht
In het contactenoverzicht kunnen maximaal 4 contacten worden
weergegeven. 2 voorgeconfigureerde contacten Noodoproep en
Politie zijn reeds bij de eerste installatie opgeslagen. U kunt in de
instellingen (zie hoofdstuk 5.6 Contacten) nog 2 verdere
contacten toevoegen aan het contactenoverzicht of reeds
bestaande contacten bewerken.
Oproepen
Door op het nummer van het contact te drukken opent
automatisch de telefoonweergave van uw randapparaat waarin
het nummer van het contact reeds ingevoerd is. Om de oproep te
starten moet u op de beltoets van uw randapparaat drukken.
Let op
De voorgeconfigureerde contacten Noodoproep en
Politie alleen in noodgevallen gebruiken.
39
Page 40
Nederlands
Gebeurtenissen
Gebeurtenissenoverzicht
In het gebeurtenissenoverzicht worden de laatste 100
gebeurtenissen weergegeven.
Om oudere gebeurtenissen te bekijken, gebruikt u de zoekfunctie.
De Smartvest-centrale slaat maximaal 1000 items op.
Aanwijzing
Cameragebeurtenissen worden direct van de camera
in het gebeurtenissenoverzicht geladen en
bijgewerkt. Afhankelijk van de netwerkverbinding kan
het meerdere minuten duren totdat een nieuwe video
wordt weergegeven.
Aanwijzing
Gebeurtenissen van de bewegingsmelder worden
niet in het gebeurtenissenoverzicht weergegeven.
Voor het testen van functies gebruikt u de testmodus.
(Zie hoofdstuk 1.4 Bewegingsmelder)
Kleurcode
Als componenten een alarmtoestand getriggerd hebben, worden
deze in het gebeurtenissenoverzicht rood gemarkeerd.
Als componenten geen signaal naar de Smartvest verzenden of
als de batterij leeg is, worden deze in het gebeurtenissenoverzicht
geel gemarkeerd.
Export
Druk op het exportsymbool linksonder om het actuele
gebeurtenissenoverzicht op uw randapparaat in een tekstbestand
op te slaan.
Zoeken
Druk op het zoeksymbool linksonder om de gebeurtenissen
in een gespecificeerde periode te zoeken. Druk op ‘Zoeken’ om
een zoekopdracht uit te voeren of op het pijlsymbool om terug
te gaan naar het gebeurtenissenoverzicht.
Handmatig verversen
U kunt de gebeurtenislijst met een ‘swipe' naar onderen
handmatig verversen. Dit is vooral handig bij het laden
cameragebeurtenissen.
40
Page 41
Nederlands
Alarmweergave
Alarmweergave
De alarmweergave wordt geopend door het activeren van een
alarm als
de Smartvest-app reeds geopend is.
de Smartvest-app na het alarm wordt geopend.
de Smartvest-app door een druk op de pushnotificatie
van het alarm geopend wordt.
Volgorde van de gebeurtenissen
De volgorde van de gebeurtenissen geeft aan welke
gebeurtenis het alarm heeft getriggerd (rood gemarkeerd), op
welk tijdstip de gebeurtenis het alarm getriggerd heeft, en
gebeurtenissen die na het geactiveerde alarm hebben
plaatsgevonden. Max. 5 gebeurtenissen worden
weergegeven.
Acties
Onder de acties vindt u de voorgeconfigureerde hotkeys
Paniek en Opname.
Standaard:
Alle actuatoren activeren (bijvoorbeeld sirene)
en alle camera's nemen op
Standaard:
Alle camera's nemen op.
Cameraoverzicht
Door op een camera te drukken gaat u naar de live-weergave
van deze camera met de verschillende camerafuncties.
Reddingswerker
Contacten die u heeft geselecteerd als reddingswerker
worden nu weergegeven en kunnen voor hulp worden
opgeroepen.
Door op het nummer van het contact te drukken opent
automatisch de telefoonweergave van uw randapparaat
waarin het nummer van het contact reeds ingevoerd is.
Let op
De voorgeconfigureerde contacten Noodoproep
en Politie alleen in noodgevallen gebruiken.
Situatie onder controle
Door op de toets ‘Alarm bevestigen’ te drukken wordt het
alarm en uw systeem gedeactiveerd.
U kunt ook het alarm bevestigen en uw systeem uitschakelen
door op de toets ‘Inactief’ van uw afstandsbediening te
drukken.
41
Page 42
Nederlands
Aanwijzing
Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en randapparaat kan de daadwerkelijke
weergave iets van de in deze handleiding gebruikte screenshots afwijken. Het overzicht
van de menu's wordt in deze handleiding met behulp van tablet-screenshot weergegeven
terwijl de beschrijvingen van de individuele menupunten met behulp van smartphonescreenshots zijn weergegeven. De namen van de menupunten en de menunavigatie zijn
echter gelijk op ieder apparaat.
5. Configuratie
De Smartvest-app is onderverdeeld in twee fundamentele menu-onderdelen. De bediening en
configuratie.
In dit hoofdstuk wordt de configuratie van de Smartvest met de Smartvest-app beschreven.
Voor de bediening van de Smartvest leest u hoofdstuk 4.
De volgende punten kunt u in de configuratie uitvoeren:
uw componenten instellen en toevoegen
uw hotkeys instellen
uw scenario’s instellen
uw tijdschema's instellen
netwerk- en veiligheidsparameters instellen
Modi voor inschakelen / gedeeltelijk inschakelen / uitschakelen instellen
tijd en firmware instellen
de test-, onderhouds- af afstandsbedieningsmodus inschakelen
42
Page 43
Nederlands
Configuratieoverzicht
Configuratieoverzicht
In het configuratieoverzicht zijn de Smartvest-instellingen, contacten en de handleiding weergegeven.
Smartvest-instellingen
Voer het wachtwoord voor de instellingen in (standaard: ‘123456’)
om alle instelmogelijkheden voor de Smartvest te openen.
De volgende instellingen kunnen alleen met het wachtwoord voor
de instellingen worden gewijzigd:
Deze instellingen zijn gedetailleerder beschreven in de
hoofdstukken 5.2 tot 5.6.
Contacten
Druk op ‘Contacten’ om de contactenlijst te openen.
De wijze waarop de contacten worden weergegeven kan op ieder
apparaat individueel worden ingesteld, omdat deze in de app zelf
worden opgeslagen.
Druk op het gewenste contact dat u wilt wijzigen of op het
plussymbool om een nieuw contact toe te voegen.
Naam
Voer de naam van het contact in.
Nummer
Voer het telefoonnummer van het contact in
Geselecteerde helper
Activeer deze eigenschap bij favoriete contacten die u in
noodsituaties wilt bereiken. Als u ten minste één contact als
geselecteerde helper heeft geactiveerd, wordt bij de volgende
alarmering van de Smartvest dit contact meteen als oproepoptie
weergegeven. Maximaal 2 van de 4 contacten kunnen
geactiveerd zijn als geselecteerde helper.
Nieuwe of gewijzigde contacten worden in het contactoverzicht
(zie hoofdstuk 4.6 Contacten) weergegeven.
Handleiding Smartvest
Hier kunt u de Smartvest-handleiding op uw mobiele telefoon
openen.
Afmelden
Druk op ‘Afmelden’ om de verbinding met de Smartvest te
beëindigen. Daarna gaat u naar het beginscherm.
43
Page 44
Nederlands
Componenten
Componentenoverzicht
Druk op ‘Componenten’ om naar het componentenoverzicht te gaan. In dit overzicht worden alle
geprogrammeerde componenten en de bijbehorende ruimtes weergegeven.
Component programmeren
Druk op het plussymbool om een component toe te voegen. Selecteer de component uit de
componentenlijst.
Camera
Aanwijzing
Als de camera met een LAN-kabel op hetzelfde
netwerk als de Smartvest-centra aangesloten is, kunt
u de camera direct met de Smartvest-app
programmeren, configureren en daarna in de WLANmodus schakelen.
Voor de directe WLAN-verbinding volgt u eerst de
handleiding van de camera voor de ingebruikname
van de camera in uw thuisnetwerk.
Voer de naam van de component in.
Zoek in het netwerk naar de camera.
Selecteer de DID van de camera in de gebeurtenissen. U
kunt de DID van de camera ook handmatig invoeren en
daarna op ‘Volgende’ drukken.
Voer nu de veiligheidscode van de camera in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende' om het programmeren af te
sluiten.
44
Page 45
Nederlands
Draadloos stopcontact
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de instructies in de app en sluit het proces af.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
herhaalt u deze stappen opnieuw.
Magneetcontact
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de aanwijzingen in de app.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
drukt u op ‘Programmeren’ en opent het batterijvak
van het magneetcontact en sluit deze weer.
Bewegingsmelder
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de instructies in de app en sluit het proces af.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
drukt u op ‘Programmeren’, op de knop aan de
onderzijde van de bewegingsmelder en verwijdert u
45
Page 46
Nederlands
de bewegingsmelder van de achterzijde van de
behuizing en drukt u op de programmeertoets.
Rook-hittemelder
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de instructies in de app en sluit het proces af.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
drukt u op ‘Programmeren’, maakt u de rookhittemelder los van de onderplaat en verwijdert u de
batterijen en plaatst ze opnieuw.
Sirene
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de instructies in de app en sluit het proces af.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
drukt u op ‘Programmeren’ en op de
programmeertoets aan de achterzijde van de sirene.
46
Page 47
Nederlands
Afstandsbediening
Voer de naam van de component in.
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar
de instellingen.
Druk daarna op ‘Volgende’
Volg de instructies in de app en sluit het proces af.
Aanwijzing
Als het programmeerproces niet succesvol was,
drukt u op ‘Programmeren’ en 5 seconden op de
camera-hotkey van de afstandsbediening.
Component instellen
Selecteer in het componentenoverzicht de component die u wilt instellen.
Alarmcentrale
Naam
Voer de naam voor de Smartvest in.
Achtergrond-LED
Stel de lichtsterkte van de achtergrond-LED's in op ‘Uit, ‘Laag’ of
‘Hoog’.
Volume
Stel het volume van de alarmcentrale bij alarmeringen of andere
gebeurtenissen op ‘Uit, ‘Laag’ of ‘Hoog’ in.
Uit
Laag: 70 dB
Hoog: 90 dB
Reactietijd
Stel hier de alarmduur van de alarmcentrale bij een noodgeval in.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de Smartvest wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
Plaats
Voor het weergeven van weersinformatie drukt u op de regel Stad
en zoekt u uw plaats met behulp van de plaatsnaam of de
postcode en kiest u in de resultaten uw plaats.
47
Page 48
Nederlands
Draadloos stopcontact
Naam
Voer de naam van de component in.
Automatisch uitschakelen na scenario
Stel in hoe lang het draadloze stopcontact geactiveerd moet
blijven nadat deze door een scenario geactiveerd is.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin het draadloze
stopcontact wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan
naar de instellingen.
Magneetcontact
Naam
Voer de naam van de component in.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin het magneetcontact
wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
Bewegingsmelder
Naam
Voer de naam van de component in.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de
bewegingsmelder wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug
te gaan naar de instellingen.
48
Page 49
Nederlands
Rook-hittemelder
Naam
Voer de naam van de component in.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de component wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
Sirene
Naam
Voer de naam van de component in.
Reactietype
Stel in hoe de sirene bij inschakeling moet reageren.
LED
LED's knipperen
Sirene
Sirene wordt ingeschakeld
LED en sirene
LED's knipperen en sirene wordt
ingeschakeld
Duur
Stel voor de sirene in hoe lang deze bij inschakeling moet klinken
of de LED's moeten knipperen.
Volume
Stel het volume van de sirene in.
Uit
Laag: ca 80 dB
Hoog: ca 100 dB
Let op
Houd bij een ingesteld volume van 100dB altijd een
minimale afstand van 3 m aan om lichamelijk letsel
(bijvoorbeeld aan het gehoor) te voorkomen.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin
de Smartvest wordt gemonteerd. Druk op de pijl om terug te
gaan naar de instellingen.
49
Page 50
Nederlands
Afstandsbediening
Naam
Voer de naam van de component in.
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de Smartvest wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
Voor de afstandsbediening is de ruimte ‘Mobiele apparaten’”
beschikbaar.
Camera
Naam
Voer de naam van de component in.
DID
Lees hier de DID van de camera af
Security Code
Security Code in de camera invoeren
Geavanceerde instellingen
Open de geavanceerde instellingen door de camera-
administratorcode (basisinstelling: 123456) in te voeren
Ruimte
Open de ruimtelijst en kies een ruimte waarin de camera wordt
gemonteerd. Druk op de pijl om terug te gaan naar de
instellingen.
50
Page 51
Nederlands
Uitgebreide camera-instellingen
(niet beschikbaar TVAC16000-camera’s)
Administratorwachtwoord en apparaatveiligheidscode
Wijzig hier de apparaatveiligheidscode en het
administratorwachtwoord van de camera
Met de apparaatveiligheidscode krijgt u toegang tot het
camerabeeld
Met het administratorwachtwoord opent u de geavanceerde
instellingen.
Instellingen tijdzones
Kies de tijdzone waarin de camera wordt geïnstalleerd. Als in de
tijdzone wordt omgeschakeld naar zomertijd, activeert u de
zomertijd.
Videoinstellingen
Videokwaliteit
Stel de kwaliteit voor de videostreams in:
Betere streaming: de videoweergave wordt vloeiender.
Beter beeld: het videobeeld wordt met een hogere resolutie
weergegeven.
HD Video: het videobeeld wordt in HD-resolutie
uitgezonden. Het beeld kan op grond van het grote
datavolume vertraagd worden weergegeven.
Aanwijzing:
Gebruik de instelling Beter beeld / HD video alleen bij
voldoende bandbreedte (1Mbps) en voldoende
systeemvoorwaarden; houd er rekening mee dat op
grond van de verschillende overdrachtstechnologieën
van audio en video een asynchrone overdracht op grond
van verschillende netwerkbelastingen kan optreden.
Omgevingsmodus
U kunt kiezen uit een netfrequentie Binnen (50Hz), Binnen
(60Hz) en Buiten.
standaardwaarde Duitsland: 50 Hz
Aanpassing slechte lichtverhoudingen
Aanpassing van het videobeeld aan slechte lichtomstandigheden
in de nachtmodus in stappen van 5 niveaus. Op niveau 5 wordt
het beeld het helderst belicht.
Beelduitlijning
Hier kunt u het beeld draaien, spiegelen of draaien en spiegelen.
Wifi-instellingen
51
Page 52
Nederlands
Kies het gewenste netwerk dat de camera voor de
internettoegang gebruikt en voer het benodigde WLANwachtwoord in.
Aanwijzing:
Om de toegang door vreemden te voorkomen, beschermt
u uw netwerk door versleuteling met WPA/ WPA2/ WPA2PSK.
Nadat de instellingen zijn opgeslagen, start de camera
opnieuw op. U dient niet te vergeten om de ethernetadapterkabel (als deze gebruikt is bij de eerste setup)
eruit te trekken.
Als de verbindingsopbouw mislukt of de ingevoerde wifigegevens onjuist zijn, drukt u 5 seconden op de
resetknop om de camera te resetten naar de
fabrieksinstellingen.
Detectiemodus
De instellingen voor de bewegingsdetectie zijn nodig voor de
bewegingsgestuurde opname.
U kunt kiezen tussen Uit of Software.
Uit: Geen notificatie / opname bij beweging.
Software: Bewegingsdetectie via de software van de
camera.
U kunt voor de dag en nacht verschillende gevoeligheden voor de
bewegingsdetectie vastleggen. Hoe hoger de gevoeligheid, hoe
minder beweging hoeft te worden gedetecteerd om de
bewegingsdetectie te activeren.
Instellingen SD-kaarten
SD-kaart formatteren
SD-kaart formatteren. Als u een SD-kaart langdurig wilt gebruikt,
gebruikt u een SD-kaart van de klasse 10.
Aanwijzing:
Bij het formatteren van de SD-kaart worden alle gegevens
gewist. U dient voor de formattering een back-up te
maken van de gegevens.
Ringgeheugen inschakelen
Als deze functie ingeschakeld is, worden bij een volle SD-kaart
de oudste opnames overschreven met de nieuwe.
Apparaatinformatie
Lees hier de firmware-versie, het totale geheugen en de
beschikbare geheugenplaats af.
Hotkeys
Hotkeys
52
Page 53
Nederlands
Druk op de geconfigureerde hotkeys Paniek of Camera of op één
van de 9 configureerbare hotkeys om deze in te stellen. De
geconfigureerde en nog niet geconfigureerde hotkeys worden in
de weergave gescheiden door een lege regel.
Hotkey-instellingen
Kies in de lijst met actuatoren de gewenste componenten die bij
het indrukken van de hotkey moeten worden geactiveerd.
Druk op ‘Opslaan’ om de hotkey met de gewenste actuatoren te
maken.
De hotkey is daarna te zien in het hotkey-overzicht (zie hoofdstuk
4.3 Hotkeys) en kan door drukken geactiveerd worden.
53
Page 54
Nederlands
Scenario’s
Toepassingsvoorbeelden
U kunt uw woning met scenario’s automatiseren.
U kunt bijvoorbeeld een bewegingsmelder-detectie bij het binnentreden van de ruimte of een
magneetcontact-detectie bij het openen van een deur gebruiken om lichtbronnen, die zijn
aangesloten op een draadloos stopcontact, in te schakelen.
U kunt echter ook een detectie door een bewegingsmelder of magneetcontact gebruiken om een
camera-opname te starten. Zo ziet u altijd wanneer iemand in uw woning binnengetreden is.
Scenario’s
Kies in de lijst met sensoren de gewenste componenten waaraan
u een scenario wilt toewijzen.
Aan een sensor kan een willekeurig aantal actuatoren worden
toegewezen.
U kunt bestaande, geconfigureerde scenario’s met de AAN/UITschakelaar aan de rechterzijde van de componenten ook
handmatig uitschakelen totdat u ze weer wilt inschakelen.
Scenario-instellingen
Druk op het plussymbool om de lijst met actuatoren te
openen. Kies één of meer actuatoren die u aan het scenario van
de sensor wilt toevoegen en druk op ‘Opslaan’.
Bij draadloze stopcontacten kiest u bovendien nog of het
draadloze stopcontact bij inschakeling van het scenario
geactiveerd (‘aan’) of gedeactiveerd (‘uit’) moet worden.
Als u de draai- en kantelbare TVAC19000-camera als actuator
gebruikt, kunt u de opname vanaf 1 van 3 presetposities uit
starten.
Aanwijzing:
U kunt een actuator uit de lijst verwijderen door deze uit
de lijst met actuatoren te verwijderen (vinkje verwijderen)
Aanwijzing:
U dient erop te letten dat een scenario niet met de
configuratie bij alarm in conflict komt.
Voorbeeld:
Als een bewegingsmelderdetectie bij een alarm een
draadloos stopcontact inschakelt, zou u voor deze
bewegingsmelder geen scenario moeten maken waarbij
hetzelfde stopcontact wordt uitgeschakeld.
54
Page 55
Nederlands
Tijdschema's
Toepassingsvoorbeelden
Tijdschema's kunt u gebruiken om uw woning te automatiseren of uw aanwezigheid te simuleren.
U kunt voor ieder draadloos stopcontact tijdschema's opslaan en tijdens uw afwezigheid
aanwezigheid simuleren door bijvoorbeeld op het draadloze stopcontact aangesloten lichtbronnen in
te schakelen.
Maar u kunt bijvoorbeeld de kerstverlichting op een draadloos stopcontact aansluiten en deze via
tijdschema's alleen 's nachts inschakelen.
Tijdschema's
Selecteer in de lijst met draadloze stopcontacten het gewenste
draadloze stopcontact waarvoor u een tijdschema wilt maken.
Instellingen tijdschema
Druk op het plussymbool om een tijdschema toe te voegen.
Kies de start- en eindtijd uit waarop het draadloze stopcontact
geactiveerd en gedeactiveerd moet worden.
Selecteer hier de weekdagen waarop dit tijdschema moet worden
uitgevoerd.
Aanwijzing
U kunt maximaal 10 tijdschema's voor ieder
draadloos stopcontact maken.
55
Page 56
Nederlands
Geavanceerde instellingen
Netwerkinstellingen
Standaard is de Smartvest ingesteld op DHCP. Dit betekent dat
de Smartvest automatisch een IP-adres, subnetmasker, gateway
en DNS-server van uw router krijgt.
Als u deze gegevens handmatig wilt invoeren, schakelt u DHCP
op ‘Uit’ en voert de gegevens zelf in.
Aanwijzing
Aanbevolen wordt om de DHCP-functie op ‘Aan’ te
laten staan.
IP-adres
De beschikbare IP-adressen voor het IP-adres van de Smartvest
vindt u in uw router-instellingen.
Subnetmasker
Het subnetmasker is afhankelijk van het netwerk waarin de
Smartvest zich bevindt. Het gebruikelijke subnetmasker is:
255.255.255.0.
Gateway en DNS-server
Voor de gateway en de DNS-server vult u normaal het IP-adres
van uw router in.
Voorbeeld voor een handmatige invoer:
IP-adres: 192.168.0.50
Subnetmasker: 255.255.255.0
Gateway: 192.168.0.1
DNS-server: 192.168.0.1
Druk als u klaar bent op “Opslaan” om de gegevens op te slaan.
56
Page 57
Nederlands
Beveiligingsinstellingen
In de beveiligingsinstellingen kunt u de apparaatveiligheidscode
en het wachtwoord voor de instellingen van de Smartvest
wijzigen. Er wordt dringend aanbevolen om reeds bij de eerste
inrichting beide wachtwoorden te wijzigen.
Apparaatveiligheidscode
Vul de oude apparaatveiligheidscode in en daarna een nieuwe
apparaatveiligheidscode. Bevestig deze opnieuw en druk op
‘Opslaan’.
Aanwijzing
De apparaatveiligheidscode wordt automatisch op
het randapparaat in de centrale instellingen gewijzigd
waarop u de wijziging heeft uitgevoerd.
Bij andere randapparatuur moet u vóór de volgende
aanmelding de apparaatveiligheidscode in de
algemeen instellingen (zie punt 2.4 Algemene
Instellingen) wijzigen.
Wachtwoord voor instellingen
Voer eerst het oude wachtwoord voor de instellingen in en daarna
het nieuwe wachtwoord voor de instellingen. Bevestig het nieuwe
wachtwoord en druk op ‘Opslaan’.
Aanwijzing
Als u uw apparaatveiligheidscode of uw wachtwoord
voor de instellingen vergeten bent, kunt u deze door
een reset op de standaardwaarde ‘123456’ resetten.
Druk daarvoor 10 seconden (terwijl het apparaat
ingeschakeld is) met behulp van een paperclip op de
resetknop op de Smartvest om de Smartvest te
resetten op de fabrieksinstellingen. De pairing met de
componenten en de belangrijkste instellingen gaan
daarbij niet verloren.
Status configuratie
Selecteer de status die u wilt configureren. Bepaal hoe uw
Smartvest in deze status moet reageren.
Actief
Kies de actuatoren en sensoren die in de status ‘Actief' moeten
activeren of detecteren.
Uitgangsvertraging
Schakel de uitgangsvertraging in zodat u na inschakelen van de
Smartvest nog voldoende tijd heeft om het huis te verlaten. De
uitgangsvertraging geldt voor Actief en Intern actief.
Aanwijzing
57
Page 58
Nederlands
In de status ‘Actief' worden standaard alle actuatoren
en sensoren geactiveerd.
Intern actief
Kies de actuatoren en sensoren die in de status ‘Intern actief'
moeten activeren of detecteren.
Uitgangsvertraging
Schakel de uitgangsvertraging in zodat u na inschakelen van de
Smartvest nog voldoende tijd heeft om het huis te verlaten. De
uitgangsvertraging geldt voor Actief en Intern actief.
Aanwijzing
In de status ‘Intern actief' worden standaard alle
actuatoren en sensoren geactiveerd, met
uitzondering van de bewegingsmelders.
Inactief
Ingangsvertraging
Activeer de ingangsvertraging zodat u na de inactief-schakeling
van de Smartvest nog voldoende tijd heeft als u uw huis
binnenkomt.
Let op
De ingangsvertraging brengt een verhoogd
veiligheidsrisico met zich mee, omdat de centrale in
deze periode kan worden gesaboteerd.
58
Page 59
Nederlands
Notificaties
Pushnotificatie inschakelen
Schakel de pushnotificatie in om een melding over een
statuswijziging of een alarm op uw randapparaat te krijgen.
E-mailnotificatie inschakelen
Schakel de e-mailnotificatie in om een melding over een
statuswijziging of een alarm op uw randapparaat te krijgen.
Voer hiervoor uw e-mailadres(sen) in de ontvangerslijst in.
SMS-notificatie inschakelen
Schakel de SMS-notificatie in om een melding over een
statuswijziging of een alarm op uw randapparaat te krijgen.
Voor een SMS-notificatie gaat u naar www.smstrade.de en
bestelt u een passend abonnement. Na de aanmelding krijgt u
een verificatieverzoek op uw mobiele telefoon. Bevestig dit
verzoek.
Voer nu de sleutel en uw telefoonnummer in en kies het
geselecteerde programma.
Let op
‘SMS Service’ is een product van het bedrijf CM
Telecom Germany GmbH, Office Frankfurt,
Mainfrankenpark 53, 97337 Dettelbach. U gebruikt
het product voor eigen risico. ABUS Security-Center
GmbH & Co. KG, Linker Kreuthweg 5, 86444 Affing
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
eventuele schade door het gebruik van deze dienst.
Firmware-update
Druk op ‘Vernieuwen’ om de firmware-update te starten.
Wacht totdat de melding 'Update gelukt' wordt weergegeven. -De centrale start daarna opnieuw op. Tijdens het opstarten
knippert de netwerk-LED rood.
Aanwijzing
De firmware-update voert u het beste uit als u zich in
hetzelfde netwerk als de Smartvest bevindt.
59
Page 60
Nederlands
Tijd overnemen
Druk op Tijd overnemen om de actuele tijdzone en tijd van uw
smartphone naar de Smartvest te sturen.
Over
Druk op ‘Over’ om de actuele informatie over de Smartvest DID,
actuele firmwareversie en de actuele app-versie te bekijken.
Speciale modus
Onderhoudsmodus
Zet het systeem in de onderhoudsmodus om bij het vervangen
van de batterij te voorkomen dat een sabotagealarm wordt
geactiveerd en een supervisiefout optreedt.
Let op
Vergeet niet om de onderhoudsmodus weer in te
schakelen als u terugkeert naar de normale modus.
Testmodus
Na het inschakelen van de testmodus verschijnt een weergave
met alle nieuwe gebeurtenissen, inclusief de bewegingsdetectie.
De testmodus is alleen beschikbaar als het systeem is
uitgeschakeld.
Let op
Vergeet niet om de testmodus weer uit te schakelen
als u terugkeert naar de normale modus.
Afstandsbedieningsmodus
Met de instelling ‘Afstandsbedieningsmodus’ is de functionaliteit
van de app beperkt tot de functie van een afstandsbediening.
Deze is geschikt voor gebruikers die alleen toegang krijgen tot de
basisfunctie, bijvoorbeeld uw kinderen.
60
Page 61
Nederlands
Modelnummer FUAA35000 - Smartvest
Batterij
6 x AA (2 x 3) (1,5V) voor noodstroomvoeding
Levensduur van de batterij
h
Ø 5
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 40
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
540
Hygrometer
Geïntegreerd
Afmetingen
mm
279,6 x 89,3 x 193,8
Max. draadloze zones
32
Max. luchtvochtigheid
%
80
Montage
Vrijstaande montage of wandmontage.
Netwerkaansluiting
Mbit.
10/100
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Geluidsniveau
dB
Uit, laag (70), hoog (90)
Voedingsspanning
V
5
Energieverbruik
mA
Max. 450
Modelnummer
FUHA35000 – draadloos stopcontact
Aansluitingen
Geaarde stekker aan apparaat (type:F); geaarde
stekkerdoos aan apparaat (type:F)
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 40
Frequentie
MHz
868
Gewicht
g
129
Afmetingen
mm
55 x 99 x 31
Max. luchtvochtigheid
%
80
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Sabotagebeveiliging
Nee
Schakelvermogen
W
< 3680
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
Voedingsspanning
V
250 AC
6. Technische gegevens
61
Page 62
Nederlands
Modelnummer
FUMK35000 – magneetcontact
Batterij
1 x CR2032 (3V)
Levensduur van de batterij
h
Ø 1 jaar
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 40
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
30
Afmetingen
mm
40 x 71 x 14
Max. luchtvochtigheid
%
80
Montage
Deur- en raammontage
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Sabotagebeveiliging
Ja
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
Modelnummer
FUBW35000 – bewegingsmelder
Batterij
3 x AA (1,5V)
Levensduur van de batterij
h
Ø 2 jaar
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 40
Detectiemethode
Warmtedetectie
Energiebesparingsmodus
s
120 (na herkende beweging stuurt de
bewegingsmelder pas na 120 seconden weer een
volgende melding)
Bewakingsgebied
m
16
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
163
Afmetingen
mm
61 x 110 x 52
Max. luchtvochtigheid
%
80
Montage
Wandmontage
Hoogte > 2m
PIR-beeldhoek
Horizontaal: 105°
Verticaal: 45°
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Sabotagebeveiliging
Ja
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
62
Page 63
Nederlands
Modelnummer
FURM35000 – rook-hittemelder
Mute schakeling alarm
M
10
Batterij
2 x AA (1,5V)
Levensduur van de batterij
h
Ø 1 jaar
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 45
Bewakingsgebied
m²
40
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
166
Afmetingen
mm
32 x 120
Max. luchtvochtigheid
%
93
Montage
Plafondmontage
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
Modelnummer FUSG35000 – sirene
Batterij
4 x C (1,5V)
Levensduur van de batterij
h
Ø 2 jaar
Bedrijfstemperatuur
°C
-10 - 50
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
870
Kleur verlichting
Rood
Verlichting
LED
Afmetingen
mm
112 x 300 x 102
Max. luchtvochtigheid
%
80
Montage
Wandmontage in beschermd buitengebied
PIR-beeldhoek
Horizontaal: 105°, verticaal: 45°
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Sabotagebeveiliging
Ja
Geluidsniveau
dB
Uit, laag (80), hoog (100)
Beschermingsklasse
IP
44
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
Voedingsspanning
V
5
Energieverbruik
mA
200
Modelnummer
FUBE35000 – afstandsbediening
63
Page 64
Nederlands
Batterij
1 x CR2032 (3V)
Levensduur van de batterij
h
Ø 2 jaar
Bedrijfstemperatuur
°C
0 - 40
Frequentie
MHz
868,3
Gewicht
g
22
Afmetingen
mm
30 x 60 x 14
Max. luchtvochtigheid
%
80
Montage
Deur- en raammontage
Reikwijdte
m
Ca. 30, afhankelijk van de situatie ter plaatse
Sabotagebeveiliging
Nee
Signaalcontrole
Ja, tijdinterval 3h
64
Page 65
Smartvest
Manuel d’utilisateur
Vous trouverez les questions les plus fréquemment posées (FAQ) et
des remarques importantes sur ce produit ainsi que d’autres produits
sur notre site Internet.
www.abus.com
Version 1.2
Traduction française du manuel original allemand.
1
Page 66
À conserver pour une utilisation ultérieure.
2
Page 67
Français
Clause de non-responsabilité
Ce manuel d’utilisateur a été rédigé avec le plus grand soin. Si vous constatez malgré tout des
omissions ou autres imprécisions, nous vous prions de bien vouloir nous les signaler par écrit à
l’adresse indiquée ci-dessus.
La société ABUS Security-Center GmbH décline toute responsabilité pour les erreurs techniques ou
typographiques et se réserve le droit de modifier à tout moment le produit et les manuels d’utilisateur
sans préavis.
ABUS Security-Center ne peut être tenu responsable des dommages consécutifs, directs ou indirects,
liés à l’équipement, aux performances et à l’utilisation de ce produit. Le contenu de ce document ne
fait l’objet d’aucune garantie.
Introduction
Chère cliente, cher client,
Nous vous remercions d’avoir choisi ce produit.
Cet appareil est conforme aux exigences des directives européennes en vigueur. La déclaration
de conformité est disponible auprès de :
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
Linker Kreuthweg 5
86444 Affing
ALLEMAGNE
Lorsque vous utilisez ce produit, respectez les consignes du manuel d’utilisateur afin de ne pas altérer
la conformité du produit et sa sécurité de fonctionnement.
Avant la mise en service du produit, veuillez lire le manuel d’utilisateur dans son intégralité et respecter
toutes les consignes d’utilisation et de sécurité.
Tous les noms de sociétés et de produits mentionnés dans cette notice sont des marques
déposées de leurs propriétaires respectifs. Tous droits réservés.
Pour toute question, adressez-vous à votre installateur ou revendeur spécialisé.
3
Page 68
Français
Le pictogramme représentant un éclair dans un triangle indique un danger pour la
santé, par exemple une décharge électrique.
Le pictogramme représentant un point d’exclamation dans un triangle indique la
présence, dans ce manuel, d’instructions importantes devant être impérativement
respectées.
Ce pictogramme indique la présence de conseils et de remarques spécifiques
relatives à l’utilisation.
1. …
2. …
Énumérations avec ordre particulier dans le texte ou dans l’avertissement.
…
…
Énumérations sans ordre particulier dans le texte ou dans l’avertissement.
En cas de dommages consécutifs au non-respect de ce manuel d’utilisateur, la
garantie devient caduque. Nous déclinons toute responsabilité pour les dommages
consécutifs !
Nous déclinons toute responsabilité pour les dommages matériels et/ou corporels
résultant d’une manipulation non conforme ou du non-respect des consignes de
sécurité. Dans de tels cas, la garantie devient caduque !
Signification des pictogrammes
Énumérations
Utilisation conforme
Utilisez l’appareil exclusivement aux fins pour lesquelles il a été construit et conçu ! Toute autre
utilisation est considérée comme non conforme.
Ce matériel est conçu exclusivement pour les applications suivantes :
Le système d’alarme radio Smartvest est un système simple pour débuter dans la configuration
d’un concept d’habitation moderne avec une sécurité totale et fiable, combinée à des fonctions
de domotique attrayantes. La centrale d’alarme Smartvest relie jusqu’à 32 composants radio et
jusqu’à 4 caméras IP à l’application gratuite, qui permet d’accéder à la centrale d’alarme partout
dans le monde. En cas d’alarme, la centrale d’alarme est dotée d’une sirène intégrée d’une
puissance de 90 dB et peut alerter en parallèle avec des notifications push par l’application et
par e-mail.
Consignes de sécurité importantes
Généralités
Avant la première utilisation du matériel, lisez attentivement les indications, et plus particulièrement les
avertissements, même si vous êtes autorisé à utiliser des appareils électroniques.
Conservez ce manuel en lieu sûr pour pouvoir vous y référer ultérieurement.
Si vous revendez ou donnez l’appareil, remettez également le présent manuel.
Les consignes de sécurité et les mises en garde suivantes sont destinées à vous protéger ainsi que
l’appareil. Veuillez lire attentivement les points suivants :
4
Page 69
Français
Alimentation électrique
Utilisez cet appareil uniquement avec une source de courant dont la tension secteur correspond
à celle indiquée sur la plaque signalétique. Si vous ne savez pas exactement de quelle
alimentation électrique vous disposez, veuillez vous adresser à votre fournisseur d’électricité.
Déconnectez l’appareil du réseau électrique avant toute intervention de maintenance ou
d’installation.
Afin de complètement débrancher l’appareil du réseau, la fiche doit être retirée de la prise.
Afin de prévenir tout danger d’incendie, il convient de débrancher la fiche de l’appareil de la prise
en cas de non-utilisation prolongée.
Surcharge/surtension
Avant une tempête et/ou un orage avec risque d’éclair, débranchez l’appareil du réseau électrique
ou branchez l’appareil à une ASI.
Évitez toute surcharge des prises secteur, des rallonges de câble et des adaptateurs, ceci pouvant
entraîner un risque d’électrocution ou d’incendie.
Câble
Saisissez tous les câbles au niveau de la fiche et ne tirez jamais sur le câble.
Ne saisissez jamais le câble électrique avec des mains mouillées, car vous risqueriez un court-
circuit ou une décharge électrique.
Ne posez ni appareil, ni partie de meuble ou autres objets lourds sur le câble et veillez à ce que
celui-ci ne soit pas plié, surtout au niveau de la fiche et des broches de raccordement.
Ne faites jamais de nœud avec le câble et ne l’attachez jamais à d’autres câbles.
Tous les câbles doivent être installés de manière à ce qu’ils ne gênent personne et que personne
ne marche dessus.
Un câble électrique peut engendrer un incendie ou une électrocution. Contrôlez de temps à autre
le câble électrique.
Ne modifiez pas et ne manipulez pas le câble ni la prise secteur.
N’utilisez pas d’adaptateur ou de rallonge qui ne satisfont pas aux normes de sécurité en vigueur
et n’intervenez pas au niveau du câble électrique ou réseau.
À propos des enfants
Ne pas laisser les appareils électriques entre les mains des enfants ! Ne laissez jamais les enfants
utiliser des appareils électriques sans surveillance. Les enfants ne peuvent pas toujours identifier
les dangers. Les petites parties peuvent mettre leur vie en danger si elles sont ingérées.
Veuillez aussi garder les enfants à l’écart de l’emballage. Risque d’asphyxie !
Cet appareil n’est pas conçu pour les enfants. En cas d’utilisation non conforme, les ressorts
peuvent sauter et provoquer des blessures chez les enfants (par ex. au niveau des yeux).
5
Page 70
Français
Lieu d’installation/environnement d’exploitation
Posez ou montez la Smartvest sur une surface ou un mur solide et plan, et ne posez pas d’objets lourds
sur l’appareil.
Veillez à garantir une aération suffisante (ne posez pas la Smartvest sur des étagères, un tapis épais,
un lit ou là où les fentes d’aération sont bouchées, et gardez un écart de 10 cm minimum de tous les
côtés).
La Smartvest n’est pas conçue pour fonctionner dans des pièces à température ou humidité de l’air
élevées (par ex. les salles de bain), ou encore dans des locaux soumis à une quantité importante de
poussières.
Pour tous les composants conçus pour une utilisation à l’intérieur, veillez à :
ne jamais exposer directement les composants à des sources de chaleur (par ex. les chauffages) ;
éviter l’exposition directe des composants aux rayons du soleil ou à une source de lumière
artificielle puissante ;
ne pas poser sur ou à côté des composants des sources d’inflammation non protégées (par ex.
des bougies) ;
éviter les éclaboussures et le contact avec des gouttes d’eau ;
ne pas utiliser les composants à proximité d’eau, et surtout ne jamais plonger les composants
dans l’eau (ne posez pas de récipients remplis de liquide, tels que des vases ou des boissons sur
ou à côté de l’appareil) ;
ne pas exposer les composants à d’importantes fluctuations de températures, sinon l’humidité
peut se condenser et provoquer des courts-circuits.
Concernant tous les composants qui sont conçus pour une utilisation à l’intérieur et à l’extérieur, veillez
à :
ne pas exposer les composants à des secousses ou des vibrations importantes ;
ne pas poser les composants à proximité de champs magnétiques (par ex. des haut-parleurs) ;
éviter le contact avec des liquides agressifs ;
ne pas insérer de corps étrangers dans les composants ;
respecter la température et l’humidité de l’air requises pour le fonctionnement des composants.
Pour le montage correct et le respect de l’environnement d’exploitation des composants, veuillez
consulter le guide de démarrage rapide, les caractéristiques techniques et les instructions de montage
au chapitre 3.
Pile
Tous les composants de la Smartvest, à l’exception de la prise radio, sont ou peuvent être alimentés
avec une pile. Pour prolonger la durée de vie de la pile et éviter les incendies et les blessures, respectez
les instructions suivantes :
Ne jetez pas la pile avec les ordures ménagères.
La pile ne doit pas être directement exposée à une source de chaleur, au rayonnement solaire,
ou être conservée dans un lieu très chaud.
La pile ne doit pas être brûlée.
La pile ne doit pas entrer en contact avec de l’eau.
La pile ne doit pas être démontée, percée ni endommagée.
Les contacts des piles ne doivent pas être court-circuités.
Tenez la pile hors de la portée des enfants en bas âge.
La pile n’est pas rechargeable.
6
Page 71
Français
Avertissement
Si l’emballage d’origine est endommagé, examinez tout d’abord l’appareil. Si ce dernier a
subi des dommages, veuillez le renvoyer avec son emballage et en informer le service de
livraison.
Avertissement
Toute intervention mal exécutée et réalisée par un non-professionnel sur le réseau
électrique ou sur les installations domestiques peut être dangereuse, pour vous-même et
pour autrui.
Les installations doivent être câblées de manière à ce que le circuit secteur et le circuit
basse tension soient toujours séparés. Ils ne doivent en aucun cas être reliés ou pouvoir
être reliés suite à un défaut.
L’appareil fonctionne sous une tension dangereuse. Débranchez l’appareil du
réseau pour effectuer les travaux de maintenance (nettoyage, etc.) !
Déballage
Veuillez manipuler l’appareil avec la plus grande précaution lorsque vous le retirez de l’emballage.
Les emballages et les accessoires liés sont recyclables et doivent toujours être confiés au recyclage.
Nous vous recommandons ce qui suit :
jeter les parties d’emballage en papier, carton, carton ondulé ou plastique dans les collecteurs prévus
à cet effet.
S’il n’y en a pas dans votre zone de résidence, vous pouvez jeter ces matériaux avec les déchets
ménagers.
Mise en service
Avant la première mise en service, respecter toutes les consignes de sécurité et d’utilisation !
Maintenance et entretien
Des travaux de maintenance sont nécessaires lorsque l’appareil est endommagé (par exemple lorsque
la fiche, le câble ou le boîtier est endommagé, en cas de pénétration de liquide ou d’objets à l’intérieur
de l’appareil, d’exposition à la pluie ou à l’humidité, ou s’il ne fonctionne pas correctement, ou encore
après une chute).
Maintenance
Si vous constatez un dégagement de fumée, des bruits ou une odeur inhabituelle, éteignez
immédiatement l’appareil et débranchez la prise secteur. Dans ces cas, l’appareil ne doit plus être
utilisé tant qu’un spécialiste n’a pas procédé à un contrôle.
Confiez tous les travaux de maintenance à un spécialiste qualifié.
N’ouvrez jamais le boîtier de l’appareil ou des accessoires. Un boîtier ouvert représente un danger
de mort par électrocution.
Nettoyage
Nettoyez le boîtier de l’appareil uniquement à l’aide d’un chiffon humide.
N’utilisez pas de solvants, d’alcool, de diluants, etc., ni aucune des substances suivantes :
eau salée, insecticides, solvants à base de chlore ou d’acides, ammoniac, poudre à récurer.
Frottez doucement avec un chiffon en coton sur la surface, jusqu’à ce que cette dernière soit
entièrement sèche.
7
Page 72
Français
Sommaire
1. Description de l’appareil .................................................................................................................. 9
Le système est désactivé et une anomalie est
survenue
(par ex. la pile est vide ou le détecteur d’ouverture
est ouvert).
Bleu
Allumée
Le système est activé.
Rouge
Allumée
Le système est activé et se trouve en état d’alarme
(alarme normale, alarme anti-sabotage ou alarme
de panique).
LED réseau
Vert
Allumée
Connexion au réseau et à Internet
Éteinte
Connexion au réseau sans Internet
Rouge
Clignotante
Pas de connexion au réseau
Pied en option. Amovible pour le montage encastré.
1. Description de l’appareil
Ce chapitre décrit la Smartvest et tous les composants correspondants.
Smartvest FUAA35000
Face avant
9
Page 74
Français
Bouton de
réinitialisation
Réinitialisation des réglages usine pour les mots de passe (123456) et des
réglages réseau sur DHCP :
À l’aide d’un trombone, appuyez sur le bouton de réinitialisation plus
de 10 secondes pendant que la centrale fonctionne. La LED
d’alimentation s’éteint et un son continu retentit. La centrale
redémarre ensuite.
Réinitialisation des réglages usine de la centrale. Cela signifie que tous les
réglages sont réinitialisés et que le pairage des composants est supprimé.
Appuyez sur le bouton de réinitialisation lorsque la centrale d’alarme
est hors tension et maintenez ce bouton enfoncé plus de
10 secondes pendant que vous la réalimentez. La LED d’alimentation
s’éteint et un son continu retentit. La centrale redémarre ensuite.
Connexion RJ45
Connexion réseau 10/100 Mbit intégrée
Alimentation
électrique
5 V CC / 1,5 A. L’appareil démarre automatiquement quand il est raccordé
au secteur
Hygromètre
Hygromètre intégré pour la mesure de la température et de l’humidité de
l’air
Face inférieure
10
Page 75
Français
Compartiment
de la pile
6 piles AA (1,5 V) pour l’alimentation de secours (durée de vie des piles env.
5 h)
Remplacement de la pile
Appuyez sur les crochets pour ouvrir le couvercle du compartiment des piles.
Retirez les 6 piles AA (1,5 V) vides du compartiment, puis insérez 6 piles AA
(1,5 V) neuves. Respectez bien le sens indiqué au fond. Replacez ensuite le
couvercle sur le compartiment des piles.
Suspension
Suspension pour montage encastré
Écart entre les trous : 10 cm (gabarit de perçage fourni)
Haut-parleur
Haut-parleur de la Smartvest d’un volume maximal de 90 db.
LED d’arrièreplan
Éteinte
Éteinte
Le système est désactivé.
Jaune
Allumée
Le système est désactivé et une anomalie est
survenue
(par ex. la pile est vide, le détecteur d’ouverture
est ouvert)
Bleu
Allumée
Le système est activé.
Rouge
Allumée
Le système est activé et se trouve en état
d’alarme
(par ex. détecteur d’ouverture ouvert)
Passe-câbles
Passe-câbles pour alimentation électrique et câble réseau.
Face arrière
11
Page 76
Français
Prise Schuko
Prise Schuko de type F (CEE 7/4). Utilisable dans les pays suivants :
Allemagne, Autriche, Suède, Pays-Bas
LED d’état
Éteinte
La prise radio est activée, la tension est transmise.
Bleu
Allumée
La prise radio est prête et désactivée, la tension
n’est pas transmise au consommateur.
Clignotante
Démarrage de la prise radio
Orange
Clignotante
Mode Répéteur démarré.
Allumée
La prise radio est prête et désactivée, la tension
n’est pas transmise au consommateur.
Le mode Répéteur est démarré et connecté à un
composant.
Touche
Appuyez une fois sur la touche pour activer ou désactiver la prise radio.
Maintenez la touche appuyée pendant 5 secondes pour activer le mode
Répéteur.
Fiche Schuko
Fiche Schuko de type F (CEE 7/4). Utilisable dans les pays suivants :
Allemagne, Autriche, Suède, Pays-Bas
Remarque
Un seul composant peut être connecté à une prise radio.
Prise radio FUHA35000
Mode Répéteur
En plus de permettre la commutation d’un consommateur, la prise radio peut aussi faire office de
répéteur radio pour un autre composant. Pour cela, procédez comme suit :
1. Maintenez la touche appuyée pendant 5 secondes pour activer le mode Répéteur. La LED d’état
commence à clignoter en orange.
2. Pour connecter le composant à la prise radio, exécutez la procédure manuelle de programmation
d’un composant (voir chapitre 5 Configuration).
3. Une fois la connexion établie, la LED d’état s’allume en orange.
4. Pour désactiver à nouveau le mode Répéteur, débranchez la prise. Appuyez ensuite sur la touche
et maintenez-la enfoncée. Rebranchez la prise. Attendez que la LED bleu clignote, puis relâchez
la touche. Une fois la désactivation réussie, la LED s’allume en bleu.
12
Page 77
Français
Composant
d’émission
Contient un composant radio
Montage sur cadre de fenêtre
LED de signal
Bleu
Clignotante
Le détecteur d’ouverture est fermé.
Le détecteur d’ouverture est ouvert.
Compartiment
de la pile
1 pile bouton 3 V (CR2032) pour l’alimentation électrique (durée de vie de la
pile jusqu’à 1 an)
L’application Smartvest vous avertit en cas de pile faible. Suivez les
instructions dans l’application.
Remplacement de la pile
Faites glisser le couvercle du compartiment de la pile vers le bas.
Retirez la pile bouton 3 V vide du support prévu à cet effet, puis insérez une
pile bouton 3 V neuve. Replacez ensuite le couvercle sur le compartiment de
la pile.
Composant
magnétique
Contient un composant magnétique
Montage sur fenêtre
Détecteur d’ouverture FUMK35000
13
Page 78
Français
Bouton
Bouton permettant de démonter la face arrière
Touche de
programmation
Touche de programmation manuelle dans la Smartvest
Activation du mode test : Appuyer pendant 5 s
Désactivation du mode test : Appuyer pendant 5 s
Contact antisabotage
Contact anti-sabotage pour alerte en cas de démontage non autorisé
Compartiment
de la pile
3 piles AA (1,5 V) pour l’alimentation électrique (durée de vie des piles
jusqu’à 2 ans)
L’application Smartvest vous avertit en cas de pile faible. Suivez les
instructions dans l’application.
Remplacement de la pile
Appuyez sur le bouton situé sous le détecteur de mouvement, puis retirez la
face arrière de ce dernier. Retirez les 3 piles AA (1,5 V) vides du
compartiment, puis insérez 3 piles AA (1,5 V) neuves. Respectez bien le
sens indiqué au fond. Replacez la face arrière du détecteur de mouvement.
Remarque
En mode test, le mode d’économie d’énergie du détecteur de mouvement est désactivé.
Celui-ci se déclenche donc à chaque mouvement détecté. Utilisez ce mode pour contrôler
si le détecteur couvre bien toute la pièce surveillée. Désactivez le mode test après
utilisation sous peine de réduire considérablement la durée de vie des piles !
Détecteur de mouvement FUBW35000
Détecteur de fumée et de chaleur FURM35000
Pour obtenir une description, reportez-vous au manuel du détecteur de fumée et de chaleur.
14
Page 79
Français
Compartiment à
LED
La LED clignote (selon le réglage) en cas d’alarme et pour confirmer une
modification des paramètres de sirène.
Haut-parleur
Haut-parleur de la sirène d’un volume maximal de 80 db ou 100 db.
Touche de
programmation
Touche de programmation manuelle dans la Smartvest
Contact antisabotage
Contact anti-sabotage pour alerte en cas de démontage non autorisé.
Compartiment
de la pile
4 piles C (1,5 V) pour l’alimentation électrique (durée de vie des piles jusqu’à
2 ans)
Remplacement de la pile
Desserrez les 2 vis du couvercle. Vous ne devez pas retirer entièrement les
vis. Rabattez le couvercle vers le haut, puis retirez-le.
Pour une meilleure accessibilité aux vis, vous pouvez retirer temporairement
le couvercle en caoutchouc du contact anti-sabotage pendant le
remplacement des piles.
Retirez les 4 piles C (1,5 V) vides du compartiment, puis insérez 4 piles C
(1,5 V) neuves. Veillez à ce que le ressort se trouve toujours du côté négatif
(-) des piles. Introduisez la partie supérieure du couvercle dans les trous
prévus à cet effet, puis montez le couvercle sur la partie inférieure à l’aide
des deux vis.
Sirène FUSG35000
15
Page 80
Français
LED de signal
Bleu
Clignotante
Réaction à la pression d’une touche
Touche
d’activation
Touche permettant d’activer la Smartvest
Maintenir appuyé pendant 5 secondes pour activer le mode interne.
Touche de
désactivation
Touche permettant de désactiver la Smartvest
Touche Caméra
Touche permettant de démarrer l’enregistrement pour les caméras
connectées
Touche Panique
Touche permettant de déclencher l’alarme de panique (appuyer pendant
3 secondes)
Compartiment
de la pile
1 pile bouton 3 V (CR2032) pour l’alimentation électrique (durée de vie de la
pile jusqu’à 2 ans)
L’application Smartvest vous avertit en cas de pile faible. Suivez les
instructions dans l’application.
Remplacement de la pile
Retirez le compartiment de la pile sur le côté de la télécommande.
Retirez la pile bouton 3 V vide du support prévu à cet effet, puis insérez une
pile bouton 3 V neuve. Replacez le compartiment de la pile dans la
télécommande.
Remarque
La réaction exacte à la pression d’une touche dépend des réglages dans l’application.
Pour les touches d’activation et de désactivation, reportez-vous à la section 5.6 Réglages
avancés et, pour les touches Caméra et Panique, à la section 5.3 Raccourcis clavier.
Télécommande FUBE35000
16
Page 81
Français
Installation de l’application Smartvest
Pour la Smartvest, une application de même nom est disponible
en téléchargement dans le Google Playstore et dans l’iOS App
Store. Cette application peut être utilisée sur smartphones et
tablettes, désignés ci-après comme terminaux.
Pour l’installation, recherchez Smartvest dans le Google
Playstore ou l’iOS App Store.
Installez l’application Smartvest.
Remarque
Veuillez noter que l’application Smartvest exige les
systèmes d’exploitation suivants comme conditions
minimales :
Apple iOS 7
Android 4.0
Configuration de la Smartvest
Branchez d’abord le câble LAN fourni au bas de la Smartvest,
puis raccordez-le à votre routeur.
Raccordez finalement le bloc d’alimentation fourni.
Remarque
Assurez-vous que la fonction DHCP est activée sur
votre routeur, sinon aucune connexion à la Smartvest
ne peut être établie.
Commencez à configurer la Smartvest avec
l’application uniquement lorsque la LED Power verte
est allumée en permanence et que la centrale
d’alarme a émis deux bips.
En cas d’intégration dans un réseau local sans accès
Internet, le double bip sonore est supprimé.
2. Mise en service
Avant de monter votre Smartvest et le détecteur, exécutez les étapes suivantes pour mettre en service
votre Smartvest et programmer les composants dans la Smartvest.
17
Page 82
Français
Ouvrez l’application Smartvest et exécutez les étapes suivantes :
Démarrer la configuration
Appuyez sur le signe plus pour ajouter une Smartvest.
L’application recherche alors automatiquement les appareils de
votre réseau.
Sélectionner
Sélectionnez la Smartvest dans la liste. Si vous souhaitez
connecter la Smartvest d’un autre réseau ou que la Smartvest est
introuvable, indiquez manuellement le DID. Toutes les saisies
suivantes doivent ensuite être aussi réalisées manuellement.
Code de sécurité de l’appareil
Le code de sécurité d’appareil par défaut 123456 est déjà
enregistré. Lors de la configuration initiale, appuyez sur
« Suivant ». Si vous avez déjà modifié le code de sécurité de
l’appareil, veuillez saisir ici le code correct.
Code de sécurité d’appareil par défaut : 123456
Lors de la première connexion, il vous est demandé
de modifier le code de sécurité de l’appareil.
Remarque
Vous pouvez modifier le code de sécurité de
l’appareil dans les réglages. Si vous avez déjà
modifié le code de sécurité de l’appareil, vous pouvez
le saisir ici manuellement avant d’appuyer sur
Suivant.
18
Page 83
Français
Dénomination, indications de pièce et de lieu
Attribuez un nom à la Smartvest. Le nom Smartvest est
préalablement enregistré.
Ouvrez la liste de pièces, puis sélectionnez la pièce dans laquelle
la Smartvest est montée. Appuyez sur la flèche pour revenir à
la fenêtre précédente.
Pour afficher les informations météorologiques, appuyez sur la
ligne de la ville, puis recherchez votre lieu par son nom ou son
code postal, et sélectionnez-le dans les résultats.
Remarque
Les données de lieu sont exclusivement utilisées
pour déterminer les données météorologiques.
Terminer la configuration
Pour terminer la saisie, appuyez sur « Enregistrer ».
Votre Smartvest est maintenant intégrée à l’application.
Modifier le code de sécurité de l’appareil lors de la première
mise en service
Lors de la première mise en service (ou après réinitialisation des
réglages usine de la centrale d’alarme), il vous est demandé de
modifier le code de sécurité de l’appareil. Celui-ci doit
comprendre au moins 6 caractères et 16 au plus. Les caractères
suivants sont autorisés :
Le code de sécurité modifié de l’appareil ne doit pas
être 123456. Vous pouvez modifier à nouveau le
code de sécurité de l’appareil à tout moment dans les
réglages (Réglages avancés/Paramètres de
sécurité).
Nouveau firmware disponible
Effectuez une mise à jour du firmware de la centrale d’alarme
Smartvest afin de pouvoir utiliser toutes les nouvelles fonctions
de l’application Smartvest.
Commencez la mise à jour dans les réglages avancés
(chapitre 5.6).
19
Page 84
Français
Programmation des composants
Ouvrez l’application Smartvest et connectez-vous à la Smartvest.
Remarque
Vous trouverez les réglages de vos composants à la
section 5.1.
Suivez les étapes ci-après :
Ouvrir les réglages de la Smartvest
Dans la vue utilisateur, appuyez sur le symbole de réglage en
bas à gauche pour accéder aux réglages de la Smartvest.
Saisissez le mot de passe correspondant au réglage (par défaut :
123456) pour ouvrir toutes les possibilités de réglage.
Mot de passe par défaut permettant d’accéder
aux réglages : « 123456 » Vous pouvez l’adapter
dans les « Réglages avancés/Paramètres de
sécurité ».
Sélectionner un composant
Effectuez une sélection dans la liste Composants du haut.
Appuyez sur le symbole plus en haut à droite pour ajouter un
composant.
Dans la liste, sélectionnez le composant souhaité.
Pour quitter prématurément la programmation d’un composant,
appuyez sur Annuler dans les différentes fenêtres.
20
Page 85
Français
Programmer des composants
Définissez un nom pour le composant.
Remarque
Le nom peut être composé de 15 caractères
maximum. Tout caractère supplémentaire est
automatiquement supprimé après l’enregistrement.
Ouvrez la liste de pièces, puis sélectionnez la pièce dans laquelle
le composant est monté. Appuyez sur la flèche pour revenir
aux réglages.
Appuyez ensuite sur Suivant.
Suivez les instructions dans l’application.
Attention
Si la programmation automatique ne fonctionne pas
malgré les instructions fournies, il est possible de
programmer manuellement chaque composant.
Vous trouverez cette procédure à la section 5.1
Composants.
Vous trouverez aussi à cette section les réglages de
vos composants.
Répétez cette procédure pour tous vos composants.
Remarque
En principe, tous les composants envoient le signal
d’assignation dès lors qu’ils sont alimentés.
Remarque
Pour connecter les caméras compatibles à la
Smartvest, suivez le manuel de la caméra pour
procéder à la configuration dans votre réseau. Si
vous avez connecté la caméra via un câble LAN au
même réseau que la centrale d’alarme Smartvest,
vous pouvez également procéder au réglage dans
l’application Smartvest. La programmation de la
caméra est décrite au chapitre 5 Configuration.
Procédez ensuite au montage des composants et de la
Smartvest, comme décrit au chapitre suivant Montage.
21
Page 86
Français
Retirer des composants
Ouvrez la liste des composants et…
Pour Android :
… faites glisser les composants sur la droite de l’écran et
confirmez le retrait
Pour IOS :
… faites glisser les composants sur la gauche de l’écran et
appuyez sur Supprimer
Réglages généraux
Ouvrez l’application Smartvest et appuyez sur le symbole de
réglage en haut à droite pour ouvrir les réglages généraux.
Systèmes disponibles
Dans l’application, ajoutez une nouvelle Smartvest ou
sélectionnez votre Smartvest pour ouvrir les réglages généraux
de la Smartvest.
Détails Smartvest
Si le code de sécurité de l’appareil a été modifié ou saisi de
manière erronée, vous pouvez l’adapter ici pour la connexion à la
Smartvest.
Remarque
La modification du code de sécurité de l’appareil est
décrite au chapitre 5 Configuration.
Activez la reconnexion automatique pour ignorer la connexion
manuelle à la Smartvest. Au démarrage suivant de l’application,
vous accédez directement à la vue d’ensemble de la Smartvest.
Pour supprimer la Smartvest, appuyez sur Retirer un système de
l’appli.
22
Page 87
Français
Sécurité de l’appli
Pour sélectionner votre propre code PIN d’application, appuyez
sur « Modifier le PIN de l’appli ». Lors de la configuration initiale,
le code PIN d’application par défaut 123456 est défini.
Attention
Une fois le code PIN d’application activé, celui-ci est
demandé à chaque démarrage de l’application sur
votre terminal. Si vous avez oublié votre code PIN
d’application, désinstallez, puis réinstallez votre
application Smartvest.
Code PIN d’application par défaut : 123456
Désactivez la reconnexion automatique pour le code PIN
d’application afin que celui-ci soit demandé à chaque démarrage
de l’application. Utilisez-le pour empêcher tout accès à
l’application si d’autres personnes utilisent votre terminal.
Instructions
Vous pouvez ouvrir ici les instructions Smartvest sur votre
téléphone portable.
23
Page 88
Français
Avertissement
Lors de l’utilisation des pastilles adhésives, assurez-vous que le support est propre,
résistant à l’abrasion et sec.
Certaines surfaces, comme le papier peint, le polystyrène, le silicone ou le Teflon, ne
conviennent pas au montage de ce produit.
3. Montage
Ce chapitre décrit le montage de la Smartvest et des composants correspondants.
Pour l’utilisation et le réglage de la Smartvest via l’application Smartvest, veuillez vous reporter aux
chapitres 4 et 5.
Smartvest FUAA35000
La Smartvest est uniquement conçue pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez respecter les instructions
relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans les consignes de sécurité.
Instructions de montage générales
Avant le montage, assurez l’alimentation de secours par pile de votre Smartvest.
1. Pour cela, appuyez sur les deux crochets pour ouvrir le couvercle du compartiment des piles.
2. Retirez les bandes en plastique.
3. Refermez ensuite le couvercle.
Montage sur pied
Clipsez la Smartvest sur le pied, puis placez-la à l’emplacement souhaité. Vous pouvez fixer les câbles
dans le passe-câbles du pied afin de les ordonner.
24
Page 89
Français
Montage encastré
Collez le gabarit de perçage fourni avec la Smartvest à l’emplacement d’installation souhaité. Utilisez
un niveau à bulle pour aligner le gabarit de perçage. Percez des trous aux emplacements prévus, puis
insérez les chevilles fournies. Vissez ensuite les vis fournies dans les chevilles en laissant dépasser
les têtes d’environ 6 mm. Accrochez enfin la Smartvest.
Prise radio FUHA35000
La prise radio est uniquement conçue pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez respecter les instructions
relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans les consignes de sécurité.
Il ne faut jamais brancher des prises radio les unes sur les autres.
Montage
Branchez la prise radio sur une prise de courant, puis branchez le consommateur souhaité (par ex. une
lampe) sur la prise radio.
Détecteur d’ouverture FUMK35000
Le détecteur d’ouverture est uniquement conçu pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez respecter les
instructions relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans les consignes
de sécurité.
Instructions de montage générales
Montez toujours le petit composant magnétique sur la fenêtre ou la porte et le grand composant
d’émission sur le châssis de la fenêtre ou de la porte.
Montez le détecteur d’ouverture de sorte que les deux composants soient espacés l’un de l’autre
au maximum de 0,5 cm à l’horizontal et de 1,5 cm à la verticale.
En cas de doute, testez si la différence de hauteur sur votre fenêtre ou votre porte est trop
importante : maintenez les deux composants à la position souhaitée sur la fenêtre ou la porte,
puis amenez le composant d’émission sur le châssis de la fenêtre ou de la porte. Si la LED de
signal bleu s’allume, la différence de hauteur est trop importante.
Pour compenser cette différence de hauteur, utilisez les rondelles fournies, qui doivent être
placées au dos des composants. En cas d’utilisation des rondelles, les vis fournies ne sont plus
adaptées pour le montage. Utilisez donc vos propres vis ou les pastilles adhésives fournies
(recommandé).
Montez toujours le détecteur d’ouverture du côté ouverture de la fenêtre ou de la porte, et jamais
côté charnières.
Vous pouvez placer le détecteur d’ouverture sur le dessus ou sur le côté d’une fenêtre. Si vous
montez le détecteur d’ouverture en dessous d’une fenêtre, il pourrait ne pas se déclencher en
cas de basculement de la fenêtre (non recommandé).
25
Page 90
Français
Montage avec pastilles adhésives (recommandé)
1. Collez les deux petites pastilles adhésives sur le grand composant d’émission du détecteur
d’ouverture et la pastille adhésive plus longue sur son petit composant magnétique.
2. Collez le grand composant d’émission à l’emplacement souhaité sur le châssis de la fenêtre et le
petit composant magnétique sur la fenêtre.
Montage avec vis
1. Ouvrez le petit composant magnétique du détecteur d’ouverture à l’aide d’un fin tournevis plat.
2. Retirez le couvercle du compartiment de la pile du grand composant d’émission du détecteur d’ouverture.
3. À l’aide de 2vis, vissez le petit composant magnétique à l’emplacement souhaité sur la fenêtre.
Vous devez au préalable percer les trous prévus à cet effet à l’aide d’un tournevis ou d’une
perceuse.
4. Vissez une vis pour l’œillet d’accrochage du composant d’émission sur le châssis de la fenêtre.
5. Accrochez les composants d’émission, puis fixez-les avec la dernière vis sur le châssis de la
fenêtre.
26
Page 91
Français
Détecteur de mouvement FUBW35000
Le détecteur de mouvement est conçu uniquement pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez respecter
les instructions relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans les
consignes de sécurité.
Instructions de montage générales
Pour une portée de 12 m, montez le détecteur de mouvement à 2 - 2,5 m du sol.
Montez le détecteur plaqué contre le mur ou dans un angle (recommandé).
Ne montez pas le détecteur de mouvement face à une source de chaleur ou une fenêtre, au-
dessus d’un radiateur, à proximité de grandes structures métalliques, de câbles électriques, de
conduites de gaz, d’appareils électroniques ou d’appareils radio, ou à moins de 30 mm du plafond.
La portée de détection du détecteur est dirigée vers le bas. N’inclinez donc pas trop le détecteur
vers le bas, sous peine de minimiser la portée. Il est recommandé de le placer bien droit à
l’horizontale.
Fixation par collage
1. Pour un montage encastré, collez les pastilles adhésives fournies au dos du détecteur de
mouvement.
2. Pour un montage dans un angle, collez les pastilles adhésives sur les chanfreins (surfaces
biseautées) du détecteur de mouvement.
3. Montez le détecteur de mouvement à l’emplacement d’installation souhaité sur une surface plane.
27
Page 92
Français
Montage en saillie avec support
1. Insérez le support dans le détecteur de mouvement.
2. Positionnez le détecteur de mouvement à l’emplacement d’installation souhaité et réglez l’angle
voulu.
3. Fixez la position en tournant la vis à l’arrière du support.
4. Collez le gabarit de perçage fourni avec le détecteur de mouvement à l’emplacement souhaité.
Utilisez un niveau à bulle pour aligner le gabarit de perçage. Percez des trous aux emplacements
prévus, puis insérez les chevilles fournies.
Retirez le support et montez-le avec les vis fournies. Enclenchez enfin à nouveau le détecteur de
mouvement sur le support.
Montage en saillie sans support
1. Appuyez sur le bouton situé sous le détecteur de mouvement, puis retirez la face arrière de ce
dernier.
2. Utilisez les trous prévus à cet effet à l’intérieur de la face arrière comme gabarit de perçage pour
le montage encastré ou dans un angle.
3. Percez les trous et insérez les chevilles fournies. À l’aide des vis fournies, vissez ensuite la face arrière du détecteur de mouvement au mur ou dans l’angle.
4. Enclenchez à nouveau le détecteur de mouvement sur le socle monté du détecteur de
mouvement.
Détecteur de fumée et de chaleur FURM35000
Le détecteur de fumée et de chaleur est uniquement conçu pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez
respecter les instructions relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans
les consignes de sécurité et dans le manuel du détecteur de fumée et de chaleur.
Montage
Pour le montage, reportez-vous au manuel du détecteur de fumée et de chaleur.
28
Page 93
Français
Avertissement
Lors du montage, la sirène peut se déclencher du fait du contact anti-sabotage. À cet effet,
la sirène est réglée par défaut sur LED. Si vous avez déjà paramétré la sirène sur Sirène
ou LED et sirène, réglez-la à nouveau sur LED avant le montage. Sinon, un
déclenchement soudain du signal d’avertissement sonore de la sirène lors d’un montage
à une hauteur élevée peut provoquer des accidents graves et des blessures corporelles
ou des dommages matériels.
Vous pouvez aussi activer le mode de maintenance pour éviter le déclenchement de
fausses alarmes. (Voir chapitre 5 Configuration)
Lors du test du signal d’avertissement sonore de la sirène, respectez toujours un écart
minimum de 3 m pour éviter les blessures corporelles (au niveau de l’ouïe par ex.).
Sirène FUSG35000
La sirène est conçue pour une utilisation à l’extérieur et à l’intérieur. Veuillez respecter les instructions
relatives au lieu d’installation et à l’environnement d’exploitation figurant dans les consignes de sécurité.
Instructions de montage générales
La sirène est conçue uniquement pour une utilisation en extérieur sous abri. (IP44)
Veillez à ce que la sirène soit placée hors de portée de main (hauteur de montage 3 m minimum).
Sélectionnez l’emplacement d’installation de sorte que la sirène soit bien visible et audible même
à bonne distance.
La sirène est activée à la première pression du contact anti-sabotage. Le déclenchement du
contact anti-sabotage entraîne celui de l’alarme anti-sabotage.
Montage en saillie
1. Collez le gabarit de perçage fourni avec le détecteur de mouvement à l’emplacement souhaité.
Utilisez un niveau à bulle pour aligner le gabarit de perçage. Percez des trous aux emplacements
prévus, puis insérez les chevilles fournies. Retirez à nouveau le gabarit de perçage.
Fixez le support en forme de A au mur à l’aide des vis.
2. Branchez le bloc d’alimentation fourni sur la sirène. Insérez celle-ci dans le support par le haut
(clic 1), puis clipsez-la contre le mur (clic 2).
3. Serrez enfin la petite vis sur la face inférieure du support.
29
Page 94
Français
Télécommande FUBE35000
La télécommande est uniquement conçue pour une utilisation à l’intérieur. Veuillez respecter les
instructions relatives à l’environnement d’exploitation figurant dans les consignes de sécurité.
Montage
Utilisez le porte-clés pour fixer la télécommande à votre trousseau de clés ou autre.
30
Page 95
Français
Remarque
Selon le système d’exploitation et le terminal utilisés, la représentation réelle peut différer
quelque peu des captures d’écran insérées dans ce manuel. Dans ce manuel, la vue
d’ensemble des menus est représentée à l’aide de captures d’écran de tablette, tandis
que les descriptions des différentes options de menu sont représentées à l’aide de
captures d’écran de smartphone. Toutefois, les désignations des options de menu et le
guidage par menu sont identiques sur chaque appareil.
4. Utilisation
L’application Smartvest est divisée en deux guidages par menu principaux : Utilisation et configuration.
Ce chapitre vous explique l’utilisation de la Smartvest via l’application Smartvest.
Pour la configuration de la Smartvest, veuillez vous reporter au chapitre 5.
Le menu Utilisation comporte les fonctions suivantes :
Vue d’ensemble des informations et fonctions les plus importantes
o Activation, activation Internet et désactivation de la Smartvest
o Appareils actifs
o Anomalies
Vue d’ensemble et activation de vos raccourcis clavier
Vue d’ensemble de vos pièces et de l’état du détecteur de fumée
Vue d’ensemble et affichage en temps réel de vos caméras
Vue d’ensemble et appel de vos contacts
Vue d’ensemble des événements passés
31
Page 96
Français
Barre de navigation et pied de page
Ouvrez l’application Smartvest et connectez-vous à la Smartvest.
Barre de navigation
Affichage
Les différentes options de menu sont représentées dans la barre
de navigation supérieure. Le menu dans lequel vous vous
trouvez est mis en surbrillance.
Changement de menu
Vous pouvez basculer entre les différents menus par balayage
(en faisant glisser le doigt sur l’écran de droite à gauche ou de
gauche à droite). Vous pouvez aussi consulter les différents
menus en appuyant sur le menu souhaité dans la barre de menu.
Code couleur
L’état dans lequel se trouve la Smartvest est indiqué par une
couleur dans la barre de navigation.
Gris
Le système est désactivé.
Jaune
Le système est désactivé et une anomalie est
survenue
(par ex. pile vide)
Bleu
Le système est activé.
Rouge
Le système est activé et se trouve en état d’alarme
(par ex. détecteur d’ouverture ouvert, panique ou
sabotage)
Pied de page
Réglages
Dans le pied de page, en bas à gauche, figure le symbole de
réglage . Appuyez dessus pour accéder aux réglages de la
Smartvest.
Affichage de la température, de l’humidité de l’air et de la météo
Les informations relatives à la température, à l’humidité de l’air
et à la météo sont affichées en bas à droite.
Affichage de la température et de l’humidité de l’air
intérieures, mesurées par l’hygromètre de la
Smartvest.
Affichage de la météo pour le lieu indiqué dans les
réglages de la Smartvest.
Remarque
Après le démarrage de la centrale, la stabilisation
des valeurs de l’hygromètre pour l’intérieur prend
environ 30 minutes.
32
Page 97
Français
Vue d’ensemble
Affichage d’état
Dans l’affichage d’état, trois symboles différents indiquent l’état
respectif de la Smartvest. L’état du moment est affiché en
surbrillance et le texte correspondant est affiché en dessous.
Vous pouvez modifier l’état en tirant vers la gauche ou la droite,
ou en appuyant sur l’état souhaité.
Activation Partielle de Smartvest effectuée
Le mode interne est pré-programmé départ usine
pour protéger l’enveloppe extérieure. Cela signifie
que les détecteurs d’ouverture déclenchent une
alarme, mais pas les détecteurs de mouvements.
Ainsi, vous pouvez vous déplacer chez vous en toute
liberté, sans déclencher d’alarme. Si une personne
extérieure pénètre dans le bâtiment, le détecteur
d’ouverture déclenche une alarme. Application
recommandée : réglez Smartvest en mode interne
avant d’aller vous coucher.
Smartvest est désactivé (prêt à être activé)
Avec ce statut, le système n’est pas enclenché. Les
messages de la plupart des détecteurs ne
déclenchent pas d’alarme. La seule exception est le
détecteur de fumée qui déclenche systématiquement
une alarme, quel que soit le statut du système, pour
votre sécurité. En outre, une alarme se déclenche si
un des composants envoie un message signalant un
sabotage. Application recommandée : désactivez
Smartvest en rentrant chez vous.
Activation de Smartvest effectuée
L’activation est pré-programmée départ usine pour
assurer une sécurité absolue. Cela signifie que tous
les détecteurs déclenchent une alarme. Application
recommandée : activez Smartvest en sortant de chez
vous, s’il n’y a plus personne à l’intérieur.
Remarque
Lors de la programmation des composants, des
valeurs par défaut sont automatiquement définies
pour chaque état. Si vous souhaitez modifier les
réglages de chaque état, vous trouverez les réglages
à la section 5.5 Réglages avancés/Configuration
d’état.
33
Page 98
Français
Raccourcis clavier
Sous l’affichage d’état figurent les deux raccourcis clavier
préconfigurés Panique et Caméra, que vous pouvez activer par
pression dans la vue d’ensemble. Ces deux raccourcis clavier se
trouvent également sur la télécommande FUBE35000 et vous
pouvez aussi les activer par ce biais.
Par défaut :
Tous les acteurs se déclenchent (sirène par ex.) et
toutes les caméras enregistrent.
Par défaut :
Toutes les caméras enregistrent.
Remarque
Lors de la programmation des composants, des
valeurs par défaut sont automatiquement définies
pour les raccourcis clavier préconfigurés. Si vous
souhaitez modifier les réglages de chaque raccourci
clavier, vous trouverez les réglages à la section 5.3
Raccourcis clavier.
Anomalie
Si des anomalies (par ex. pile vides) surviennent, elles sont
indiquées sous les raccourcis clavier. Une fois les anomalies
corrigées, elles disparaissent de la vue d’ensemble.
Les messages d’erreur se trouvent en outre dans la vue
d’ensemble des événements (4.7).
Appareils actifs
Les composants se trouvant à l’état actif (par ex. prise radio sur
Activé) sont répertoriés dans une liste. Une fois les composants
désactivés, ils disparaissent de la vue d’ensemble.
Ainsi, vous avez toujours les éventuels consommateurs
d’électricité à l’œil.
34
Page 99
Français
Raccourcis clavier
Exemples d’application
Les raccourcis clavier permettent d’activer différents composants par une simple pression.
Si vous découvrez des malfaiteurs potentiels devant votre domicile avant la tentative d’effraction,
vous pouvez, par exemple, configurer un raccourci clavier (Panique) pour activer la sirène afin de
dissuader le malfaiteur en appuyant sur ce raccourci clavier avant même sa tentative d’effraction.
Vous pouvez aussi créer un raccourci clavier personnalisé pour l’activation d’une ou de plusieurs
prises radio, et allumer ou éteindre ainsi l’éclairage de votre habitation en appuyant sur le raccourci
clavier.
Vue d’ensemble des raccourcis clavier
Jusqu’à 11 raccourcis clavier peuvent être affichés dans la vue
d’ensemble des raccourcis clavier. 2 raccourcis clavier
préconfigurés Panique et Caméra sont déjà définis lors de
l’installation initiale. Dans les réglages (voir section 5.3
Raccourcis clavier), vous pouvez ajouter 9 autres raccourcis
clavier à la vue d’ensemble ou modifier les raccourcis existants.
Pour exécuter un raccourci clavier, appuyez dessus.
Raccourcis clavier préconfigurés
La vue d’ensemble des raccourcis clavier comprend deux
raccourcis clavier préconfigurés : Panique et Caméra. Ces deux
raccourcis clavier se trouvent également sur la télécommande
FUBE35000 et vous pouvez aussi les activer par ce biais.
Par défaut :
Tous les acteurs se déclenchent (sirène par ex.) et
toutes les caméras enregistrent.
Par défaut :
Toutes les caméras enregistrent.
Remarque
Lors de la programmation des composants, des
valeurs par défaut sont automatiquement définies
pour les raccourcis clavier préconfigurés. Si vous
souhaitez modifier les réglages des composants pour
chaque raccourci clavier, vous trouverez les réglages
à la section 5.3 Raccourcis clavier.
35
Page 100
Français
Raccourcis clavier configurables
Vous pouvez configurer jusqu’à 9 raccourcis clavier dans les
réglages (voir section 5.3 Raccourcis clavier). Une fois créés, ils
apparaissent dans la vue d’ensemble des raccourcis clavier et
peuvent être exécutés par simple pression sur le bouton
correspondant.
Raccourci clavier configuré
Pièces
Vue d’ensemble des pièces
La vue d’ensemble des pièces comprend toutes les pièces à
laquelle au moins un composant a été ajouté. 2 composants
maximum sont répertoriés sous le nom de chaque pièce.
Détails d’une pièce
Appuyez sur la pièce souhaitée pour ouvrir la vue d’ensemble
correspondante. Tous les composants ajoutés à cette pièce sont
répertoriés. Pour quitter la vue d’ensemble de la pièce, appuyez
sur la flèche en haut à gauche.
36
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.