ABUS COWM300 User manual [nl]

14
EN 50291-1:2010 + A1:2012
ABUS CO-melder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
COWM300
Inhoud
Inleiding ............................................................................... 6
Aanwijzingen bij de gebruikershandleiding ......................... 6
Beoogd gebruik ................................................................... 6
Aansprakelijkheidsbeperking .............................................. 7
Veiligheidsinstructies ......................................................... 8
Verklaring van symbolen..................................................... 8
Algemeen ............................................................................ 9
Aanwijzingen over de batterij ............................................ 10
Verpakking ........................................................................ 11
Werking van het toestel .................................................... 11
Leveringsomvang ............................................................. 12
Technische gegevens ....................................................... 12
Werkingsprincipe en eigenschappen ............................. 13
Ontstaan en gevaren door koolmonoxide ...................... 15
Giftige werking .................................................................. 15
Inhoud
Typische vergiftigingsverschijnselen................................. 16
Bronnen voor koolmonoxide en preventieve maatregelen 17
Gedrag bij alarm ................................................................ 18
Locatie kiezen .................................................................... 19
Algemeen .......................................................................... 19
Welke ruimte? ................................................................... 20
Waar in de ruimte? ............................................................ 21
Montage en inbedrijfstelling ............................................ 25
Wandmontage ................................................................... 25
Deskstand ......................................................................... 29
Indicaties en functies ....................................................... 30
Inbedrijfstelling .................................................................. 30
Normale toestand .............................................................. 30
Toestelelektronica testen .................................................. 31
Indicatie maximale waarde ............................................... 32
Batterij bijna leeg............................................................... 33
Inhoud
Sensorfout ......................................................................... 34
Alarmtoestand ................................................................... 35
Alarm-muteschakeling ...................................................... 36
Einde van de sensorlevensduur ....................................... 37
Reiniging en onderhoud ................................................... 38
Reinigen ............................................................................ 38
Onderhoud ........................................................................ 39
Productiedatum en softwareversie ................................... 40
Garantie .............................................................................. 41
Afvoer ................................................................................. 42
Conformiteitsverklaring ................................................... 43
Inleiding
Inleiding
Aanwijzingen bij de gebruikershandleiding
Geachte klant, Hartelijk bedankt voor de aankoop van deze CO-melder. Met dit toestel heeft u
een product gekocht, dat met de allernieuwste techniek is gebouwd. Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over de inbedrijfstelling
en bediening. Bewaar de gebruikershandleiding zodat u deze later nog eens kunt raadplegen! Deze handleiding hoort bij het product. Houd daar rekening mee wanneer u dit product doorgeeft aan derden.
In de inhoudsopgave vindt u een opsomming van de inhoud met vermelding van de bijbehorende paginanummers.
Beoogd gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend voor het doel waarvoor het werd gebouwd en ontworpen! Iedere ander gebruik geldt als niet beoogd!
Dit toestel mag alleen gebruikt worden voor het volgende doel: detectie van koolmonoxide in particuliere huishoudens
6
Inleiding
Aansprakelijkheidsbeperking
Neem de instructies en aanwijzingen in deze handleiding in acht! Als u zich niet aan deze handleiding houdt, vervalt uw aanspraak op garantie! We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor gevolgschade! Het gehele product mag niet gewijzigd of omgebouwd worden.
Er is alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat de inhoud van deze handleiding juist is. De schrijver en/of ABUS August Bremicker Söhne KG, Altenhofer Weg 25, 58300 Wetter kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor verlies of schade, die door onjuiste bediening, oneigenlijk gebruik of door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies en waarschuwingen zijn veroorzaakt.
De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
© ABUS August Bremicker Söhne KG, 06/2014
7
Veiligheidsinstructies
Symbool
Signaalwoord
Betekenis
Gevaar
Waarschuwing voor letsel- of gezondheidsrisico's.
Gevaar
Waarschuwing voor letsel- of gezondheidsrisico's door elektrische spanning.
Belangrijk
Veiligheidsaanwijzing voor mogelijke schade aan toestel/accessoires.
Aanwijzing
Verwijzing naar belangrijke informatie.
Veiligheidsinstructies
Verklaring van symbolen
De volgende symbolen worden gebruikt in de handleiding en/of op het toestel:
8
Gevaar
Bij schade die is veroorzaakt door het niet volgen van deze handleiding vervalt de aanspraak op garantie.
We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor gevolgschade!
Gevaar
Voor letsel en/of materiële schade die is veroorzaakt onjuiste omgang of het niet volgen van veiligheidsinstructies aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
In zulke gevallen vervalt ieder recht op garantie!
Veiligheidsinstructies
Algemeen
Lees voordat u het toestel voor de eerste maal gebruikt nauwkeurig de volgende instructies en let op alle waarschuwingen, zelfs als u vertrouwd bent in de omgang met elektronische apparaten.
Bewaar daarom deze handleiding om deze in de toekomst te kunnen raadplegen.
Als u het toestel verkoopt of doorgeeft, overhandig dan ook deze handleiding.
9
Veiligheidsinstructies
De batterijen mogen niet direct aan een warmtebron of
zonlicht worden blootgesteld en niet op een plaats met een zeer hoge temperatuur worden bewaard.
De batterijen mogen niet verbrand worden.
De batterijen mogen niet met water in aanraking komen.
De batterijen mogen niet uit elkaar gehaald, aangestoken of
beschadigd worden.
De batterijcontacten mogen niet kortgesloten worden.
De batterijen mogen niet in de handen van kleine kinderen
terechtkomen.
De batterijen zijn niet heroplaadbaar.
Gooi de batterij niet bij het huishoudelijke afval.
Aanwijzingen over de batterij
Het toestel wordt door een 9V-alkalineblokbatterij gevoed met 9V-gelijkspanning. Om een lange levensduur te garanderen en brand en letsel te voorkomen, dient u de volgende aanwijzingen in acht te nemen:
10
Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen -
verstikkingsgevaar!
Voordat u het toestel gaat gebruiken, verwijdert u eerst het
verpakkingsmateriaal.
Het toestel mag niet worden afgedekt!
Het toestel mag niet overgelakt of met behang afgedekt
worden!
U mag het toestel in geen geval openen of repareren. Als u
zich hieraan niet houdt, vervalt de garantie.
Als het toestel is gevallen of op een andere manier
beschadigd is, mag deze niet meer worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies
Verpakking
Werking van het toestel
Om een optimale werking van het toestel te garanderen, neemt u de volgende punten in acht:
11
Leveringsomvang | Technische gegevens
ABUS CO-melder
Bevestigingsmateriaal
9V-alkalineblokbatterij
Gebruikershandleiding
Voedingsspanning
DC 9V-alkalineblokbatterij
- Duracell 9 V Alkaline (6LR61, MN1604)
- GP 9 V Alkaline (6F22, 1604S)
Activeringsgevoeligheid
Conform EN 50291-1:2010 + A1:2012
CO-
concentratie
Geen alarm
binnen
Alarm
uiterlijk
na
30 ppm
120 min - 50 ppm
60 min
90 min
100 ppm
10 min
40 min
300 ppm
-
3 min
Leveringsomvang
Technische gegevens
12
Sensortype
Elektrochemisch
Levensduur sensor
7 jaar
Sensorbereik
0 tot 1.000 ppm
Bewakingsgebied
max. 60 m²
Energieverbruik
< 80 µA (Ø stand-by) || < 25 mA (Ø alarm)
Bedrijfstemperatuur
0° tot 40° C
Luchtvochtigheid
30 % tot 95 % (niet condenserend)
Geluidsdruk
> 85 dB (A)@1 m (3,5 +/- 0,5 kHz pulserend)
Muteschakeling alarm
5 minuten
Montagelocatie
Wand
De ABUS CO-melder COWM300 is op basis van EN 50291
uitsluitend voor de detectie van CO (koolmonoxide) in particuliere huishoudens ontworpen en toegelaten!
De toepassing in industriële faciliteiten, bedrijfsruimtes,
boten, caravans of campers is dus niet toegestaan!
Werkingsprincipe en eigenschappen
Werkingsprincipe en eigenschappen
13
Werkingsprincipe en eigenschappen
Een CO-melder is geen vervanging voor een rook-, brand- of
andere melders!
De melder detecteert geen rook, hitte of andere gassen!
De elektrochemische sensor kan bovendien alleen in een
beperkte omtrek (afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden) CO in een vroeg stadium detecteren (max. 60m²).
De op batterijen werkende ABUS CO-melding (COWM300) detecteert
koolmonoxide (CO) reeds in lage concentraties en waarschuwt dan zowel akoestisch als optisch.
De CO-melder is bestemd om personen voor de acute effecten van
koolmonoxide te beschermen. Hij kan echter niet de chronische effecten van een blootstelling aan koolmonoxide voorkomen en personen met speciale risico's een algehele veiligheid bieden.
14
Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, geurloos, niet-irriterend
gas, dat snel een dodelijk gevaar kan vormen.
Koolmonoxide bindt zich aan de kleurstof van de rode
bloedlichaampjes en belemmert zo het zuurstoftransport, wat kan leiden tot bewusteloosheid en verstikkingsdood.
Een hoge CO-concentratie kan binnen enkele minuten tot de
dood leiden!
Ontstaan en gevaren door koolmonoxide
Ontstaan en gevaren door koolmonoxide
Giftige werking
15
Ontstaan en gevaren door koolmonoxide
Zwakke CO-concentratie
Lichte hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, griepachtige symptomen
Gemiddelde CO-concentratie
Sterke hoofdpijn, snelle hartslag, braken
Hoge CO-concentratie
Krampen, verwarring, bewusteloosheid, hartritmestoringen
U dient er rekening mee te houden dat de symptomen bij
kleine kinderen, zwangere vrouwen, senioren en mensen met luchtweg- of hartziektes ook vroeger kunnen optreden en zelfs lage CO-belastingen de organen van ongeboren kinderen kunnen beschadigen!
Typische vergiftigingsverschijnselen
16
Koolmonoxide ontstaat onder andere bij onvolledige
verbrandingsprocessen (bijvoorbeeld bij defecte cv-ketels of een verstopte rookgasafvoer).
De installatie van een CO-melder is geen vervanging voor de
correcte installatie, en het correcte gebruik en onderhoud van op brandstof werkende toestellen inclusief de bijbehorende ventilatie- en rookgassystemen.
Laat dergelijke toestellen/installaties uitsluitend door
gekwalificeerde personen installeren. Houd de toestellen/installaties in een goede technische staat en laat ze regelmatig controleren!
Houd fornuizen, haarden en schoorstenen altijd schoon!
Gebruik grills, terraskachels, verwarmingstoestellen of andere
toestellen die zijn bestemd voor gebruik in de openlucht nooit in gesloten ruimtes.
Ontstaan en gevaren van koolmonoxide
Bronnen voor koolmonoxide en preventieve maatregelen
17
Gedrag bij alarm
(1) Raak niet in paniek en open alle ramen en deuren, om de
ventilatie te vergroten. Staak het gebruik van verbrandingsinstallaties en controleer of deze zijn uitgeschakeld.
(2) Schakel het alarmsignaal uit door op de test/reset-knop te
drukken. Betreed de betreffende ruimte niet meer totdat de CO-concentratie tot een niet kritische waarde gedaald is.
(3) Als de CO-concentratie na de muteschakeltijd van 5 min
nog steeds kritisch is, activeert de CO-melder weer. (Bij waarden boven de 999 ppm kan het alarmsignaal niet worden uitgeschakeld!)
(4) Verlaat vooral bij hoge CO-belasting of als de bron niet
meteen achterhaald kan worden het gebouw en alarmeer eventueel de overige bewoners.
(5) Bel meteen de brandweer/reddingsdienst. Volg de
instructies op die zij geven. Wijs erop dat er een vermoeden bestaat dat koolmonoxide ingeademd is.
Gedrag bij alarm
Als een koolmonoxidemelder een alarmsignaal geeft, moeten de volgende maatregelen worden getroffen in de aangegeven volgorde:
18
(6) Neem de betreffende brandhaard pas weer in gebruik als de
oorzaak van de CO-emissie vakkundig is verholpen.
(7) Controleer of de CO-melder na een alarm weer bedrijfsklaar
is (test/reset-knop) en vervang indien nodig de batterij.
Gedrag bij alarm | Locatie kiezen
Locatie kiezen
Algemeen
De vormgeving en ruimtelijke indeling van woonhuizen, evenals aantal, soort en locatie van koolmonoxidebronnen variëren sterk. Toch wordt een algemene handleiding gegeven over de plaats waar het toestel al dan niet zou moeten worden aangebracht om het risico door misleidende indicaties zo gering mogelijk te houden.
19
Locatie kiezen
In iedere ruimte waar een verbrandingsinstallatie staat.
In iedere ruimte die als slaapkamer wordt gebruikt.
In iedere gang per etage.
In alle ruimtes waarin personen gedurende een langere tijd verblijven en
van waaruit deze personen een alarm uit een ander deel van het gebouw niet kunnen horen.
Welke ruimte?
Uitrusting voor optimale veiligheid
20
De melders moeten in een ruimte worden aangebracht, waarin een
installatie zonder rookafvoer of met een open rookafvoer staat.
De melders moeten in een ruimte worden aangebracht, waarin de
bewoners het vaakst verblijven.
Minimale uitrusting
Als het aantal melders beperkt is of als er in meerdere ruimtes verbrandingsinstallaties staan, moet bij het aanbrengen van de melders rekening worden gehouden met de volgende criteria:
Locatie kiezen
Waar in de ruimte?
Koolmonoxide (CO) heeft ongeveer dezelfde dichtheid als lucht en verspreidt zich daarom op ongeveer dezelfde wijze door de ruimte. Houd eventueel rekening met de volgende punten bij de positionering van de CO-melder:
Het is niet mogelijk om precieze aanwijzingen te geven voor de juiste positionering van een detector die van toepassing zijn op alle soorten ruimtes en het gebruik ervan. Met de volgende punten zou in ieder geval bij de keuze voor een optimale locatie rekening moeten worden gehouden.
21
Locatie kiezen
De detector zou op een vrije wand, minimaal 200 mm onder het plafond
worden aangebracht.
Monteer de detector op een hoogte, die u zonder hulpmiddelen
bereiken, en waarop u alle indicaties van de detector herkennen kunt. (“hoogte borst tot hoofd”)
De detector zou op een horizontale afstand tussen 1 m en 3 m van de
mogelijke bron moeten hebben.
Als er een scheiding in de kamer is aangebracht, moet de detector aan
de kant van de scheiding worden aangebracht als de plaats van de bron.
In ruimtes met schuine plafonds moeten koolmonoxidedetectoren op de
hogere kant van de ruimte worden aangebracht.
Detector in dezelfde ruimte als de verbrandingsinstallatie
Als CO ontsnapt uit een verbrandingspunt ontsnapt, stijgt deze door de warmte eerst naar boven. Monteer de melder daarom in ruimtes met een verbrandingsinstallatie zo hoog mogelijk op een vrije wand en houd rekening met de volgende punten:
22
Detector in slaapkamers en in kamers die ver van de verbrandingsinstallaties liggen
In ruimtes die ver van de verbrandingsinstallaties liggen is het koolmonoxide reeds afgekoeld tot kamertemperatuur. Omdat CO ongeveer dezelfde dichtheid heeft als lucht verspreidt deze zich gelijkmatig in de ruimtelucht. Houd daarom rekening met de volgende punten:
In slaapkamers en kamers die ver van de verbrandingsinstallaties liggen,
moeten de toestellen zich op ademhoogte van de bewoners bevinden
(bijvoorbeeld “deskstand” op de nachttafel in slaapkamers of op “ooghoogte” in recreatieruimtes).
Let hierbij ook op voldoende afstand tot het plafond, de hoeken en
meubilair (min. 200 mm).
Locatie kiezen
23
Locatie kiezen
buiten (toepassing uitsluitend in gesloten ruimtes mogelijk);
waar de detector kan worden geblokkeerd (bijvoorbeeld door
meubels);
op plafonds van kamers (uitsluitend geschikt voor
wandmontage);
naast een deur of een raam (geen betrouwbare detectie
gegarandeerd);
naar een ventilatieafvoer of soortgelijke ventilatieopeningen;
in gedeeltes waar de temperatuur onder de 0 °C dalen of
boven de 40 °C oplopen kan;
in ruimtes met bijzonder veel stof, vuil of vet.
De detector zou niet moeten worden geïnstalleerd
24
Neem de volgende stappen in de aangegeven volgorde, om de melder aan de wand te monteren:
1. Gebruik een waterpas voor het markeren van de boorgaten in horizontale positie. (afstand 60 mm)
2. Boor de gaten met een geschikte boor op de eerder gemarkeerde punten. (Ø 5 mm)
Let erop dat u geen leidingen beschadigt!
60 mm
Ø 5 mm
Montage en inbedrijfstelling
Montage en inbedrijfstelling
De CO-melder kan op de volgende twee wijzen worden gebruikt:
Wandmontage
25
Montage en inbedrijfstelling
3. Druk de plastiekpluggen in de
boorgaten en draai de twee meegeleverde schroeven erin totdat de schroefkoppen nog ca. 5 mm naar buiten steken.
4. Open het batterijvak aan de achterkant van het toestel, door op het geribbelde vlak te drukken en het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
5. Steek de batterijclip met de juiste polen stevig op 9V­blokbatterij. Alle drie leds lichten kort op en op het display verschijnen alle symbolen. De CO-melder bevestigt de inbedrijfstelling met een pieptoon
5 mm
26
POWER
6. Plaats de batterij in het batterijvak (de rode borgpen wordt daarbij naar
onderen geduwd) en sluit het batterijvak.
7. De groene led knippert 30 seconden om de 3 seconden. Daarna is de CO-melder bedrijfsklaar en de knippert de groene led om de 30 seconden. Op het display verschijnt “0 ppm”.
8. Schrijf daarna met een water­en slijtvaste stift de huidige datum (installatiedatum) op het etiket aan de achterkant van de melder (zie afbeelding hiernaast).
Bijvoorbeeld: 9 mei 2014
30s [1x / 3s]
Montage en inbedrijfstelling
27
Montage en inbedrijfstelling
9. De melder kan nu met de
achterkant van de behuizing op de schroeven geplaatst en vastgeklikt worden. (Zie afbeelding hiernaast).
10. Als de CO-melder bedrijfsklaar is (groene led knippert om de 30 seconden), controleert u of hij werkt door op de test/reset-knop te drukken. Houd daarbij om uw gehoor te beschermen een armlengte afstand tot het toestel!
28
Bij gebruik “op ademhoogte” in
slaapkamers en recreatieruimtes zonder verbrandingsinstallatie.
De batterij wordt geplaatst voor de inbedrijfsstelling zoals
beschreven in de paragraaf “Wandmontage” onder de punten 4 tot
7, en 9 en 10.
1. Plaats de melder met behulp van de standvoeten aan de onderkant van de behuizing op een effen, stofvrije ondergrond.
2. Controleer of de melder stabiel staat en het indringen van CO in de melder niet wordt belemmerd door voorwerpen.
Montage en inbedrijfstelling
Deskstand
29
Indicaties en functies
Na het aansluiten van de batterij lichten alle drie leds kort op en op het display verschijnen alle symbolen. De CO-melder bevestigt de inbedrijfstelling met een pieptoon.
De groene led knippert 30 seconden om de 3 seconden (melder wordt afgesteld). Daarna is de CO-melder bedrijfsklaar en de knippert de groene led om de 30 seconden. Op het display verschijnt “0 ppm”.
In de normale toestand knippert de groene “POWER”-led om de 30 seconden en geeft aan dat de melder bedrijfsklaar is. Op het display wordt de actuele CO-concentratie in de omgevingslucht aangegeven (bijvoorbeeld 0 ppm).
Indicaties en functies
Inbedrijfstelling
Normale toestand
30
Op het display wordt de CO-concentratie van 30 tot 999 ppm aangegeven. Als de CO­concentratie tot boven deze maximale waarde stijgt, blijft het display 999 ppm aangeven.
Door op de test/reset-knop te drukken activeert u een test van de toestelelektronica: Het akoestische alarmsignaal klinkt en de rode “ALARM”-led knippert. Dit betekent niet dat er CO in de ruimtelucht aanwezig is, maar bevestigt dat de melder correct werkt.
Test de werking van de melder altijd na de installatie en na ieder verwisselen van de batterij (wacht ca. 30 seconden nadat de batterij contact heeft gemaakt). Bovendien wordt een regelmatige wekelijkse controle aanbevolen.
Indicaties en functies
Toestelelektronica testen
31
Indicaties en functies
Als tijdens uw afwezigheid koolmonoxide (waarde boven de 30 ppm) gedetecteerd werd, maar het CO-alarm weer in de normale modus teruggezet is, omdat er inmiddels geen CO-belasting meer aanwezig is, slaat het toestel de bepaalde CO-piekwaarde op.
Door het indrukken van de test/reset-knop wordt de opgeslagen waarde gedurende 5 seconden weergegeven. Na het loslaten van de test/reset-knop keert de CO-melder weer terug naar de normale toestand.
Om de opgeslagen waarde te wissen, drukt u 5 seconden op de test/reset­knop. Bij een batterijwissel wordt de waarde automatisch gewist en bij activering van een alarm automatisch overschreven.
Indicatie maximale waarde
32
Een dubbele pieptoon in combinatie met een geel knipperende “FAULT”-led geeft aan dat de
batterij bijna leeg is. Bovendien wordt op het display blijvend “ ” weergegeven.
Het akoestische alarmsignaal kan door het indrukken van de test/reset-knop 8 uur worden uitgeschakeld. De gele “FAULT”-led blijft knipperen en op het display wordt “ ” weergegeven.
U dient de batterij toch binnen de volgende zeven dagen te vervangen, om te garanderen dat de melder correct werkt. De bij de melder passende batterijtypen zijn vermeld op het etiket aan de achterkant van de melder.
Indicaties en functies
Batterij bijna leeg
33
Indicaties en functies
Een gedetecteerde sensorfout wordt met een pieptoon (om de 30 seconden) in combinatie met een knipperende gele “FAULT”-led aangegeven.
Bovendien wordt op het display “Err” (error)
weergegeven. In dat geval moet u de complete melder
vervangen - de sensor kan niet worden vervangen!
FAULT
[30s]
Sensorfout
34
Als een kritische hoeveelheid CO in de ruimtelucht wordt gedetecteerd, wordt de gemeten CO-concentratie op het display aangegeven en klinkt het volgende akoestische alarmsignaal:
4 korte pieptonen
|| 5 s pauze ||
4 korte pieptonen
Na 4 minuten continu alarm verandert het alarmsignaal als volgt:
4 korte pieptonen
|| 60 s pauze ||
4 korte pieptonen
[4 min] [CO]
[5s]
[60s]
Alarmtoestand
Indicaties en functies
35
Indicaties en functies
Iedere pieptoon wordt begeleidt door een knipperende rode “ALARM”-led. Het akoestische alarmsignaal klinkt zolang er CO in de ruimtelucht aanwezig is. Als de concentratie tot onder de kritische drempel daalt, stopt het akoestische alarm en wordt de melder weer in de normale toestand gezet.
1 x = 1 x ALARM
Als de melder zich in de alarmtoestand bevindt, kan de akoestische alarmering door het indrukken van de test/reset-knop 5 minuten worden uitgeschakeld.
Als de muteschakeling actief is, wordt “ ” op het
display weergegeven en blijft de rode led knipperen (zolang er een kritische hoeveelheid CO in de ruimtelucht wordt gemeten).
Als de CO-concentratie na de muteschakeltijd van 5 minuten nog steeds hoger wordt, klinkt het akoestische alarm opnieuw.
ALARM
Alarm-muteschakeling
36
De levensduur van de elektrochemische sensor bedraagt 7 jaar. Als het einde van de levensduur bereikt is, wordt dit aangegeven met een drievoudige pieptoon om de 30 seconden in combinatie met een knipperende gele
“FAULT”-led. Bovendien wordt op het display “End” weergegeven.
In dat geval moet de melder meteen worden vervangen!
Het akoestische alarmsignaal kan door het indrukken van de test/reset-knop 48 uur mutegeschakeld worden. De gele “FAULT”- led blijft knipperen en op het display wordt “ ” weergegeven.
Als het einde van de sensorlevensduur 30 dagen lang (of langer) gesignaleerd wordt, is muteschakeling niet meer mogelijk. Na afloop van deze 30 dagen is alarmering niet meer gegarandeerd.
FAULT
[30 s]
Indicaties en functies
Einde van de sensorlevensduur
37
Reiniging en onderhoud
Stoffige melders moeten worden gereinigd. Stofafzettingen in
de luchtspleten kunnen worden weggezogen of uitgeblazen.
Indien nodig kan het stof met een kwast worden verwijderd.
Het oppervlak kan met een licht met zeepsop bevochtigde
doek worden gereinigd.
Let op dat er geen water in het binnenste van het toestel
binnendringt!
Toestel niet in de vaatwasser reinigen!
Gebruik geen scherpe, puntige, schurende, bijtende
reinigingsmiddelen of harde borstels!
Reiniging en onderhoud
Reinigen
38
Gebruik geen chemische stoffen! De volgende substanties
kunnen de sensor beperken en daardoor valse alarmen activeren: methaan, propaan, isobutaan, isopropanol,
ethyleenglycol, benzeen, toluol, ethylacetaat, waterstofsulfide, zwaveldioxide, producten op alcoholbasis, verven, verdunners, oplosmiddelen, lijmen, haarsprays en andere reinigingsmiddelen.
Reinig de melder niet met licht ontvlambare vloeistoffen!
De elektrochemische sensor is onderworpen aan
verouderingsprocessen. De sensorlevensduur is daarom beperkt tot 7 jaar.
De sensor kan niet worden vervangen. Vervang de volledige
melder daarom uiterlijk 7 jaar na installatiedatum. (Zie etiket op de achterkant van de melder).
Reiniging en onderhoud
Onderhoud
39
Productiedatum en softwareversie
Plaats 11 – [productiejaar]
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
9 A B C D E F
G
Plaats 12 – [productiemaand]
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B
C
Plaats 21 – [softwareversie]
7 B C D …
V00
V01
V02
V03
Productiedatum en softwareversie
Aan de achterkant van de melder is een barcode met 21 tekens aangebracht, waaruit de productiedatum en de softwareversie van de melder kunnen worden afgeleid.
Hier zijn de plaatsen 11, 12 en 21 van de barcode relevant:
E4 productiedatum [april 2014] A software [V.00]
40
ABUS-producten zijn met de grootst mogelijk zorgvuldigheid
ontworpen, geproduceerd en op basis van de geldende voorschriften getest.
De garantie heeft uitsluitend betrekking op gebreken die op
materiaal- of fabrieksfouten duiden op het moment van verkoop. Bij bewijs van een materiaal- of fabrieksfout wordt de CO-melder na beoordeling van de garantiegever gerepareerd of vervangen.
De garantie eindigt in dit geval met het aflopen van de
oorspronkelijke garantieperiode van 2 jaar. Verdergaande aanspraken zijn uitdrukkelijk uitgesloten.
De meegeleverde batterijen zijn uitgesloten van de garantie.
ABUS is niet aansprakelijk voor gebreken en schade die zijn
veroorzaakt door inwerkingen van buitenaf (bijvoorbeeld door transport, inwerking van geweld, onjuiste bediening), onjuist gebruik, normale slijtage of het niet in acht nemen van deze handleiding.
Garantie
Garantie
41
Garantie | Afvoer
Bij het indienen van een garantieclaim moet bij de CO-melder
het originele aankoopbewijs met datum van de aankoop en een korte schriftelijke beschrijving van de fout worden gevoegd.
Als u gebreken aan de CO-melder vaststelt, die bij de
aankoop reeds aanwezig waren, wendt u zich binnen de eerste twee jaar direct aan uw verkoper.
Afvoer volgens richtlijn WEEE 2002/96 EG
Dit product bevat waardevolle grondstoffen. Voer het product aan het einde van de levensduur af volgens de geldende wettelijke bepalingen. Het product samen met de accessoires moet binnen de EU verzameld en apart afgevoerd worden. Toestellen die aldus gemarkeerd zijn, mogen niet met het gewone huisvuil meegegeven worden. Neem contact op met uw distributeur of breng de producten naar het gemeentelijke verzamelpunt voor elektrisch afval.
Afvoer
42
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
Hiermee verklaart ABUS August Bremicker Söhne KG, Altenhofer Weg 25, 58300 Wetter dat het toestel met de artikelaanduiding COWM300 voldoet aan de essentiële eisen en overige geldende bepalingen van de richtlijn 2004/108/EG.
De conformiteitsverklaring kan worden aangevraagd onder het volgende adres:
ABUS August Bremicker Söhne KG Klantenservicecentrum Altenhofer Weg 25 58300 Wetter GERMANY
43
44
Loading...