Abacom DMM ProfiLab 4.0 User guide [nl]

Digitaal professioneel lab
GEBRUIKSAANWIJZING
Omwille van het milieu 100% recycling­papier
Impressum
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.
© Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.com
Bestnr.: 12 22 03
4. Werken met macro's 20
4.1 Importeren van macro's 21
4.2 Bewerken van macro's 21
4.3 Maken van eigen macro's 22
5. Simuleren 23
6. Componenten 24
6.1 Displays 24
6.2 Bediening (digitaal) 25
6.3 Tijdklok 26
6.4 Poorten 28
6.5 Flipflops 28
6.6 Tellers 30
6.7 Register 31
6.8 Schuifregister 31
6.9 Multiplexers 32
6.10 Aritmetica 33
6.11 RAM & ROM 34
6.12 AD/DA- omvormer 35
6.13 Diversen 36
6.14 Hardware 38
3
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze bedieningshandleiding is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betref fende de ingebruik­name en het gebruik. Lees deze handleiding zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van deze bedieningshandleiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades die hiervan het gevolg zijn.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig!
Inhoudsopgave Pagina
1. Overzicht 5
2. De toolbar 6
3. Het maken van schakelingen 7
3.1 Het locale popup-menu 7
3.2 De frontplaat 8
3.3 Componenten uit de bibliotheek toevoegen 11
3.4 Verbindingen maken 12
3.5 Bewerkingsfuncties 13
3.6 Teksten toevoegen 15
3.7 Zoomen 15
3.8 Bestandsfuncties 17
3.9 Stuklijsten 18
3.10 Afdrukken 19
2
1. Overzicht
De software van het digitale professionele laboratorium is een compleet ontwikkelingslaboratorium voor digitale schakelingen. U ontwikkelt uw schakeling simpel op uw PC. Een druk op de knop is voldoende en de PC simuleert uw schakeling in real time. Binnenkomende signalen worden bewerkt en signalen worden naar buiten afgegeven. Aan de complexiteit van de schakeling worden nauwelijks beperkingen opgelegd. Door de veelvoud aan componenten zijn de mogelijkheden praktisch onbegrensd. Tijdens de simulatie bedient u uw schakeling via een vrij vorm te geven front­plaat. Alle bedieningselementen zoals schakelaar, toetsen, maar ook displays zoals LEDs, kunnen op deze frontplaat aanwezig zijn. Geef de frontplaat helemaal vorm naar uw eigen wensen, zodat deze overzichtelijk en perfect gestyled wordt.
Een wezenlijk kenmerk van deze software is de geïntegreerde logic simulator voor de simulatie van digitale schakelingen. Experimenteer zonder gevaar met diverse logic bouwstenen, zoals tellers, schuifregisters, flipflops, poorten enz. De logische toestanden van de schakeling worden tijdens de simulatie indien gewenst getoond. Met de geïntegreerde logic analyser kunnen timing diagrammen met maximaal 8 kanalen tegelijkertijd weergegeven worden.
Met het digitale professionele lab stuurt u machines, modellen of huisinstallaties, demonstreert u digitale functieprocedures, of leert u spelenderwijs om te gaan met de digitale schakeltechniek. Een onmisbaar stuk gereedschap voor hobby, beroep of opleiding.
Wij wensen u veel succes bij het omgaan met dit digitale professionele laboratorium en hopen dat u uw projecten met succes kunt realiseren. Opmerkingen betreffende onze programma's ontvangen wij zoals altijd graag van u.
Bezoek ook onze homepage onder www.abacom-online.de. U krijgt daar actuele informatie over onze softwareproducten.
Uw ABACOM team.
5
Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Lees deze bedieningshandleiding volledig en zorgvuldig door, voordat u dit digitale professionele lab in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst,
Nederland: 053 – 428 54 80 Ma. – vr. 09.00 – 20.00 uur
4
Schakelt over naar de tekstmode
Laat het raster opkomen resp. verdwijnen
Maakt een stuklijst
Schakelt de logische toestandaanduiding in resp. uit
Start de simulatie
Beëindigt de simulatie
3. Het maken van schakelingen
3.1 Het locale popup-menu
De ProfiLab-software maakt druk gebruik van de zogenaamde locale popup-menu's, ook wel context-menu's genoemd. Veel functies kunnen alleen via deze menu's bereikt worden. Deze menu's krijgt u normaalgesproken steeds door op de rechter muisknop te drukken. De ProfiLab-software biedt u een locaal menu voor de schakeling en een locaal menu voor de frontplaat. Beide menu's bieden algemene functies aan, maar in de regel echter ook functies voor de gemarkeerde objecten. U dient er op te letten dat de opties, die steeds slechts op één object betrekking kunnen hebben (b.v. eigenschappen), ook alleen maar gekozen kunnen worden als er ook precies één object gemarkeerd is en dat dit object deze optie ondersteunt. Als er meerdere objecten gemarkeerd zijn, kan de software niet weten welke eigenschappen u wilt veranderen, waardoor u deze optie niet kunt kiezen. Normaalgesproken kunt u met de rechter muisknop direct op het gewenste object klikken.
7
2. De toolbar
De toolbar toont als u dat wilt kleine hulpteksten, als u kort met de muis op een knop drukt. Deze functie kan via het menupunt "Aanwijzingsteksten" in het menu "Opties" in- of uitgeschakeld worden.
Begint een nieuwe schakeling
Opent een bestaand project
Slaat het actuele project op
Print het actuele project
Kopieert gemarkeerde delen van een schakeling naar het tijdelijk geheugen
Knipt gemarkeerde onderdelen van een schakeling eruit
Voegt de inhoud van het tijdelijk geheugen toe aan de schakeling.
Wist alle gemarkeerde onderdelen van een schakeling
Schakelt over naar de standaardmode
Schakelt over naar de zoommode
Schakelt over naar de verbindingsmode
6
Alle elementen die deze lade aanraken worden dan bij het loslaten van de muistoets automatisch gemarkeerd. Een gemarkeerd element wordt steeds gemarkeerd met 8 zwarte vierkanten ("sizers"). Vele elementen kunnen direct in afmetingen gevarieerd worden. Dat kunt u zien doordat de muispijl op een 'sizer' verandert in een dubbele pijl. Als dat het geval is, drukt u op de linker muistoets en trekt dan met nog steeds ingedrukte muistoets het element naar de gewenste grootte.
Vaak is het noodzakelijk, dat u meerdere elementen gelijktijdig wilt verschuiven, b.v . meerdere lichtdiodes, zonder dat u de positie ten opzichte van elkaar wilt verliezen. Om die reden is het mogelijk, ook meer dan één component te markeren. Of u trekt een vak om de gewenste objecten, of u markeert de objecten steeds afzonderlijk, maar houdt daarbij de SHIFT-toets op het toetsen­bord ingedrukt.
Bij het verschuiven van de aparte elementen wordt er voor een betere positioneerbaarheid steeds een klein vangraster aangemaakt. Voor een pixel-precieze positionering drukt u tijdens het verschuiven op de Strg-toets van het toetsenbord. Daarmee wordt het vangraster uitgeschakeld.
Alle extra functies van de frontplaat en de zich daarop bevindende objecten zijn via het locale menu bereikbaar (rechter muisklik op de frontplaat):
Eigenschappen:
Hier kunt u de visuele eigenschappen van het object instellen, zoals b.v. kleur, vorm, units, enz. Dit menupunt kan alleen gekozen worden, als er slechts één object gemarkeerd is. Om de eigenschappen van een bepaald object in te stellen kunt u ook dubbelklikken op dit object.
Transparant
Deze instelling maakt het element transparant. Zo kan b.v. een lichtdiode op een gekleurd vlak liggen, zonder dat het element een vierkante rand heeft.
Naar voren halen/ Naar achteren zetten
Hiermee kunt u de volgorde (Z-posities) van de elementen op het beeld­scherm veranderen. Deze functie zult u vaak nodig hebben.
9
Dit wordt dan automatisch gemarkeerd en het locale menu wordt geopend. Voor de optie "eigenschappen", die waarschijnlijk het meeste gebruikt zal worden, kunt u ook simpelweg het desbetreffende object dubbel aanklikken. Dit bespaart u de omweg via het locale menu.
3.2 De frontplaat
Een wezenlijk kenmerk van de ProfiLab-software is de frontplaat. Deze is er in eerste instantie voor bedoeld, de schakeling tijdens de simulatie te bedienen en de resultaten weer te geven. Op de frontplaat bevinden zich steeds alle visuele bedienings- en weergave-elementen van de schakeling. Deze worden door de schakeling automatisch naar de frontplaat doorgegeven. Daar kunnen ze dan verschoven en gevarieerd worden. Bovenop deze automatisch aangelegde elementen kunt u echter ook nog een beroep doen op andere vormgevingsmogelijkheden. U kunt opschriften, vlakken, bitmaps, frames en schaalverdelingen gebruiken, om de frontplaat aan te passen aan uw wensen. Met deze functies is het mogelijk perfect vormgegeven en toch overzichtelijke frontplaten te maken. Als u met de muis over de verschillende elementen van de frontplaat gaat, wordt er steeds een korte tekstaanwijzing getoond. Deze aanwijstekst bevat de aanduiding van de component op het schakelschema. Zo kunt u ieder element van de frontplaat in overeenstemming met het element op het schakel­schema toewijzen, ook als er zich b.v. 20 LEDs op de frontplaat bevinden.
De aparte elementen op de frontplaat kunnen gemarkeerd en verschoven worden. U markeert een element door het direct aan te klikken. U kunt ook een lade opbouwen. Daartoe klikt u op een vrije plek van de frontplaat en trekt dan met ingedrukte muistoets een lade open.
8
Displays
De frontplaat kan indien gewenst ook gesloten worden. Om de frontplaat aansluitend weer te laten zien, moet u dit menupunt kiezen om de frontplaat weer zichtbaar te maken.
Steeds op de voorgrond
Als u deze optie kiest, is de frontplaat altijd zichtbaar boven alle andere ven­sters, ook als de plaat niet actief is. Deze optie is vooral bij hogere beeld­schermresoluties zinvol, omdat het dan gelijktijdig mogelijk is schakelsche­ma en frontplaat te bewerken, zonder dat u steeds tussen de twee vensters heen en terug moet springen.
Herbenoemen
Met deze optie kunt u uw frontplaat een sprekende titel geven.
3.3 Componenten uit de bibliotheek toevoegen
Een schakeling bestaat in principe alleen uit de componenten van de biblio­theek en de bijbehorende verbindingen. (Hoe u ook uw eigen componenten [macro's] kunt maken kunt u in het hoofdstuk over macro's nalezen) Het hoofdvenster van ProfiLab bezit aan de linkerkant de componenten­bibliotheek (met lichtgroene ondergrond). Direct boven de bibliotheek bevindt zich een openklapbare listbox, waaruit u een bepaalde bibliotheek kunt kiezen. Onder deze listbox wordt dan de bibliotheek met alle aparte componenten onder elkaar afgebeeld. Sommige bibliotheken zijn groter dan het beeldscherm, zodat u hier eventueel de scrollbar moet gebruiken om alle componenten te zien. Heeft u de component gevonden die u aan de schakeling toe wilt voegen, dan klikt u hem gewoon met de muis aan. De pijl van de muis verandert daarop in een handje en is op het schakelschema 'gevangen'. Gelijktijdig ziet u de gewenste component aan de muis plakken. Plaats nu de component op de gewenste plek van het schakelschema en klik dan met de muis. Daarmee heeft u deze component met succes ingevoegd. Als u tijdens het invoegen de rechter muisknop indrukt, kunt u de procedure afbreken. Elke ingevoegde component krijgt van de software een aanduiding en een doorlopend nummer (b.v. L1). Deze aanduiding is eenduidig en wordt gebruikt voor het samenstellen van de stuklijst. Bovendien is deze aandui­ding bij frontplaatelementen belangrijk.
11
Als u b.v . een nieuw frame aan de frontplaat toevoegt, dan heeft dit als nieuw object de hoogste positie, het ligt dus boven alle elementen. Om dit te veranderen, markeert u gewoon het frame, en kiest dan het menupunt "Naar achteren zetten" uit het locale menu. Daarop worden alle andere elementen boven het frame weer zichtbaar. Het frame is naar de achtergrond gedrukt.
Nieuwe tekst
Maakt een nieuwe tekst op de frontplaat. De teksten kunnen b.v. als opschrift gebruikt worden.
Nieuw vlak
Maakt een nieuw vlak op de frontplaat. Vlakken kunnen ook voor kleurige accentueringen gebruikt worden.
Nieuw frame
Maakt een nieuw frame op de frontplaat. Met frames kunnen functiegroepen optisch samengevat worden.
Nieuwe bitmap
Maakt een nieuwe bitmap op de frontplaat. Met bitmaps kunt u de duidelijkheid en de attractiviteit van uw frontplaat aanzienlijk verhogen.
Nieuwe schaalverdeling
Maakt een nieuwe schaalverdeling op de frontplaat. Schaalverdelingen zijn bedoeld voor het op schaal brengen van andere elementen, b.v. LED-bars.
Wissen
Hiermee wordt het gemarkeerde element van de frontplaat verwijderd. Deze functie kan alleen gekozen worden als het gemarkeerde element geen component van de schakeling is, maar een element van de frontplaat. Frontplaat-elementen die een overeenkomstige component in de schakeling zelf hebben, zoals b.v. bedieningselementen, kunnen niet op de frontplaat gewist worden. Daartoe moet de desbetreffende component in de schakeling zelf gewist worden. Het daarbijbehorende frontplaat-element wordt dan automatisch gewist.
De manier van weergeven van de frontplaat kan nog op andere manieren gewijzigd worden. In het menu frontplaat vindt u daarvoor de volgende onderwerpen:
10
U heeft zo steeds de keuze of een kruising van leidingen met of zonder verbinding gemaakt moet worden.
De profiLab-software optimaliseert steeds uw verbindingselementen. Segmenten die in dezelfde richting liggen en elkaar aanraken worden direct tot één segment samengevoegd. Eveneens worden segmenten die een verbindingspunt krijgen direct op dit punt gescheiden. Daardoor strekt een segment zich steeds uit over een complete horizontale of verticale lijn. U hoeft daarom niet te zitten piekeren hoe u elkaar overlappende lijnen kunt maken, omdat die door het programma direct geoptimaliseerd worden.
Tip:
Het omschakelen naar de lijnmode kan vervallen, als het startpunt van een verbindingslijn direct op een componentenaansluiting ligt. De muiswijzer verandert op een dergelijke plek in een cirkel. Als u nu op de muistoets klikt wordt automatisch de lijnmode ingeschakeld en hier wordt dan ook gelijk deze aansluiting als startpunt van de verbindingslijn geïnterpreteerd, zodat u de lijn direct kunt trekken.
3.5 Bewerkingsfuncties
Onder de bewerkingsfuncties vatten we de functies markeren, kopiëren, knippen, invoegen, wissen, dupliceren, naar voren plaatsen en naar achteren plaatsen samen. U kunt al deze functies bereiken onder het menupunt Bewerken van de ProfiLab-software. Bovendien kunnen sommige functies nog via de toolbar of via het locale menu van de schakeling opgeroepen worden.
Schakel eerst over naar de standaardmode (als deze nog niet actief is) om alle hierboven beschreven functies uit te kunnen voeren. Klik daartoe op deze knop in de toolbar:
13
Aan de hand van deze aanduiding kan de samenhang tussen een element op het schema en het bijbehorende element op de frontplaat duidelijk gemaakt worden.
3.4 Verbindingen maken
Om verbindingen tussen componenten of andere verbindingen te maken schakelt u eerst over naar de verbindingsmode. Klik daartoe met de muis op het overeenkomstige element op de toolbar:
U krijgt nu een dradenkruis i.p.v . de muispijl op het schakelschema. Met een muisklik bepaalt u nu simpel het startpunt van de verbindingslijn. Na de eerste muisklik hangt er een tijdelijke lijn aan uw dradenkruis. Lijnen kunnen steeds alleen maar horizontaal of vertikaal getrokken worden. Na nog een klik op de muis vormt u de tijdelijke lijn om tot een echte lijn. Het eindpunt van deze lijn is gelijktijdig het beginpunt van een nieuwe tijdelijke lijn, zodat u direct verder kunt verbinden. Met een rechter muisklik beëindigt u het trekken van deze lijn. U bevindt zich echter nog steeds in de lijnmode en kunt daarom met een nieuwe muisklik weer op een nieuwe positie starten. Als u in plaats daarvan nogmaals met de rechter muistoets klikt, komt u zonder de omweg via de toolbar, direct weer in de standaardmode.
Om een component aan te sluiten, moet u de verbindingslijn direct op het eind van de gewenste pin zetten. Met behulp van het automatische vang­raster is dit zeer gemakkelijk te realiseren. De component bevestigt een aan­gesloten pin door de leiding naar de pin zwart weer te geven (anders is de leiding lichtgroen). Bovendien is de tekst van het opschrift van de pin in aan­gesloten toestand donkerrood in plaats van lichtgrijs. Met deze optische controle kunt u steeds direct herkennen of een pin van een component juist is aangesloten of niet.
Verbindingspunten (soldeerpunten) worden door de ProfiLab-software auto­matisch gemaakt en weer verwijderd. Om dergelijke verbindingspunten te krijgen, zet u een verbindingslijn direct op een aanwezige lijn. Als u de ver­bindingslijn allen kruist wordt er geen verbindingspunt gemaakt.
12
Loading...
+ 15 hidden pages