Zebra 170PAX4 Quick Reference Guide [nl]

170PA X 4 Naslaggids
Deze gids biedt algemene instructies voor het laden en bedienen van uw printengine. Voor extra informatie dient u de Gebruikershandleiding te raadplegen.
Print Engine - buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Controlepaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Knoppen op het controlepaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Indicatorlampjes (LED's) op het controlepaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Lint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Media laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Lint laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Gebruikt lint verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De printengine configureren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Een configuratielabel afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Een netwerkconfiguratielabel afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Parameters weergeven of wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Reinigingsschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
De printkop en degelrol reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
© 2007 ZIH Corp. Alle productnamen en getallen zijn handelsmerken van Zebra en Zebra en het logo van Zebra zijn gedeponeerde handelsmerken van ZIH Corp. Alle rechten voorbehouden.
57517L-202 Rev. A
13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
2

Print Engine - buitenkant

Print Engine - buitenkant
Printengines zijn beschikbaar in een rechterconfiguratie (RH) (het medium gaat van links naar rechts, Afbeelding 1) en een linkerconfiguratie (het medium gaat van rechts naar links,
Afbeelding 2).
Afbeelding 1 • Rechter (RH) printengine
2
1
3
Afbeelding 2 • Linker (LH) printengine
2
3
1
Mediadeurtje
1
Controlepaneel
2
Elektronicaklep
3
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007

Controlepaneel

Alle bedieningselementen en indicators voor de printengine bevinden zich op het controlepaneel (Afbeelding 3). De stroomschakelaar bevindt zich aan de zijkant van het controlepaneel.
Afbeelding 3 • Controlepaneel (rechts)
170PAX4 Naslaggids
Controlepaneel
3
1
Stroomschakelaar
1
Knoppen
2
Liquid Crystal Display (LCD)
3
Lampjes/LED's
4

Knoppen op het controlepaneel

De knoppen op het controlepaneel worden beschreven in Tabel 1.
Tabel 1 • Knoppen op het controlepaneel
Knop Beschrijving/functie
3 242
ZWARTE OVALEN
PREVIOUS (Vorige)
NEXT (Volgende) Schuift de LCD naar de volgende parameter.
SETUP/EXIT (Setup/Afsluiten)
PAUSE ( P auze) Stopt en start het afdrukken opnieuw of verwijdert foutberichten en wist het LCD. Als er
13-8-2007 170PA X4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
De twee zwarte ovalen worden gebruikt om de parameterwaarden te wijzigen voor een parameter die wordt weergegeven op het LCD. Ze worden vooral gebruikt om een waarde te verhogen of te verlagen, om ja of nee te antwoorden, om ON (aan) of OFF (uit) aan te geven en om door opties heen te schuiven.
Schuift de LCD naar de vorige parameter.
Schakelt de configuratiemodus aan/uit.
een label wordt afgedrukt, is het voltooid voordat het afdrukken stopt. Als de printengine is gepauzeerd, is het lampje PAUSE (Pauze) aan.
170PAX4 Naslaggids
4
Controlepaneel
Tabel 1 • Knoppen op het controlepaneel (vervolg)
Knop Beschrijving/functie
CANCEL (Annuleren)
CANCEL (Annuleren) werkt alleen maar in de modus Pause (Pauze). Het volgende
gebeurt als u op
CANCEL (Annuleren) drukt:
• Annuleert de labelindeling die op dat moment wordt afgedrukt.
• Als er geen labelindeling wordt afgedrukt, wordt de volgende labelindeling die wordt afgedrukt geannuleerd.
• Als er geen labelindelingen in de wacht staan om afgedrukt te worden, wordt
CANCEL (Annuleren) genegeerd.
Als u het hele labelindelingsgeheugen van de printengine wilt wissen, houdt u CANCEL (Annuleren) ingedrukt totdat het lampje DATA uitgaat.
FEED (Doorvoeren)
Voert een leeg label door.
• Als de printengine niet in gebruik is of is gepauzeerd, wordt het label automatisch doorgevoerd.
• Als de printengine afdrukt, wordt het label doorgevoerd na de huidige batchafdruktaken.
CALIBRATE (Kalibreren)
CALIBRATE (Kalibreren) werkt alleen maar in de modus Pause (Pauze). Druk op CALIBRATE (Kalibreren) om de juiste mediumlengte opnieuw te kalibreren, om het
mediatype in te stellen (ononderbroken/onderbroken) en om de afdrukmethode in te stellen (rechtstreeks thermisch/thermische overdracht).

Indicatorlampjes (LED's) op het controlepaneel

LED
POWER
(Aan/Uit)
(Groen)
PAUSE (Pauze)
(Geel)
DATA
(Groen)
De lampjes op het controlepaneel worden beschreven in Tabel 2.
Tabel 2 • Lampjes op het controlepaneel
UIT geeft aan AAN geeft aan KNIPPEREND geeft aan
Printengine is UIT of geen stroom
Stroomschakelaar is AAN en de stroom wordt naar de printengine geleverd.
naar printengine.
Normale bediening.
Een van de volgende opties:
• De printengine is gepauzeerd vanwege
een fouttoestand (fout met printkop, lint of papier). Dit gebeurt meestal in combinatie met een andere LED.
PAUSE (Pauze) is ingedrukt.
• Er is een pauze aangevraagd vanuit de aanbrengpoort.
• Een pauzesignaal is ontvangen als onderdeel van de labelindeling.
Er worden geen gegevens ontvangen of verwerkt.
Er worden gegevens verwerkt of er wordt afgedrukt. Er worden geen gegevens ontvangen.
De printengine ontvangt gegevens van of stuurt statusinformatie naar de hostcomputer.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
Tabel 2 • Lampjes op het controlepaneel
170PAX4 Naslaggids
Controlepaneel
5
LED
MEDIA
(Geel)
LINT
(Geel)
ERROR
(Fout)
(Oranje)
UIT geeft aan AAN geeft aan KNIPPEREND geeft aan
Normale bediening. Medium is juist geladen.
Normale bediening. Het lint is juist geladen.
Onvoldoende medium. (Printengine is gepauzeerd, LCD geeft een foutbericht weer en het lampje PAUSE (Pauze) is AAN).
Lint in wanneer de printengine in de rechtstreekse thermische modus is of geen lint in wanneer de printengine in de
thermische overdrachtmodus is. Printengine is gepauzeerd, LCD geeft een foutbericht weer en het lampje PAUSE (Pauze) is AAN.
Geen printenginefouten.
Er is een printenginefout
opgetreden. Kijk op het LCD voor de status.
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
6

Media

Media
De printengine is geschikt voor allerlei mediatypen (Tabel 3).
Tabel 3 • Mediatypen
Mediatype Hoe het eruitziet Beschrijving
Onderbroken rol Het medium is rondom een kern
gewikkeld. Individuele labels worden gescheiden door een tussenruimte, inkeping, gat of zwart merkteken, zodat u kunt zien waar het ene label eindigt en het volgende begint. Als u een medium gebruikt met gaten of inkepingen, dient u de mediasensor direct boven een gat of inkeping te plaatsen.
Ononderbroken rol Het medium is rondom een kern gewikkeld
zonder tussenruimtes, gaten, inkepingen of zwarte merktekens. Hierdoor kan de afbeelding op een willekeurige plaats op het label worden afgedrukt.
Kettingpapier Het medium is gevouwen in een
zigzagpatroon.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007

Lint

Lint is een dunne laag die aan één kant is bedekt met was of hars. De was of hars wordt op het medium overgebracht tijdens de thermische overdracht.
Wanneer gebruikt u lint
Thermische overdrachtmedia vereisten lint voor het afdrukken. Dit is niet het geval bij directe thermische media. Om te bepalen of er lint moet worden gebruikt bij een bepaald soort medium, voert u een krastest op het medium uit.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Schraap met uw vingernagel over het afdrukoppervlak van het medium.
2. Verschijnt er een zwarte merkteken op het medium?
Als er een zwart merkteken... Dan is het medium...
Niet op het medium verschijnt Thermische overdracht. Er is een lint vereist.
Op het medium verschijnt Directe thermische overdracht. Er is geen lint
170PAX4 Naslaggids
Lint
vereist, alhoewel er lint kan worden gebruikt om de printkop te beschermen tegen schurende media.
7
Gecoate kant van het lint
Het lint kan met de gecoate kant naar binnen of naar buiten worden gewikkeld (Afbeelding 4). Deze printengine kan alleen lint gebruiken dat aan de buitenkant is gecoat.
Afbeelding 4 • Lint gecoat aan de buitenkant of binnenkant
Buitenkant Binnenkant
Ga als volgt te werk om te bepalen welke kant van het lint gecoat is:
1. Trek een label los van het rugpapier.
2. Druk één hoek van de kleverige kant van het label tegen de buitenkant van de lintrol.
3. Trek het label van het lint af.
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
8
Lint
4. Bekijk het resultaat. Blijven er schilfertjes of deeltjes inkt van het lint aan het label
plakken?
Als de inkt van het lint... Dan..
Aan het label blijft plakken Is het lint gecoat aan de buitenkant.
Niet aan het label blijft plakken
Is het lint gecoat aan de binnenkant. Herhaal de test aan de binnenkant van de rol lint om dit te verifiëren.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007

Media laden

Afbeelding 5 identificeert de componenten die media hanteren van een rechterprintengine.
Een linkereenheid bevat een spiegelbeeld van deze componenten. Afbeelding 6 op pagina 10 geeft beide printengines weer met medium geladen.
170PAX4 Naslaggids
Media laden
Afbeelding 5 • Componenten voor het laden van media (rechts)
9
13
12
11
Hendeltje van printkop
1
Prinktkopmontage
2
Lostrekbalk
3
Degelrol
4
Borgpen van printkop
5
Lostrekrol
6
Hendeltje van lostrekrol
7
1
2
3
589 6
710
Mediageleider
8
Klemrolmontage
9
Labelgeleidermontage
10
Onderste geleidestang
11
Bovenste geleidestang
12
Bovenste mediasensorspoor
13
4
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
10
Media laden
Afbeelding 6 • Geladen medium
Links
Rechts
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Waarschuwing • Zorg dat u bij het laden van medium of lint alle sieraden afdoet die in
contact zouden kunnen komen met de printkop of andere printeronderdelen.
Ga als volgt te werk om het medium te laden:
1. Laad het medium op de aanbrenghaspel van de aanbrengroller (raadpleeg de
gebruikershandleiding van de aanbrengroller).
2. Open het mediadeurtje.
3. Zie Afbeelding 7. Druk het veerslot van de klemrol omlaag.
De klemrol springt omhoog (Afbeelding 8).
Afbeelding 7 • Het veerslot van de klemrol indrukken
1
Media laden
11
Veerslot van de klemrol
1
Afbeelding 8 • Geopende klemrolmontage
1
Klemrolmontage
1
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
12
Media laden
4. Zie Afbeelding 9. Grijp de koperen vingermoer van de buitenste mediageleider onder de
printengine en schuif de buitenste mediageleider er helemaal uit.
Afbeelding 9 • De buitenste mediageleider eruit schuiven
1
Koperen vingermoer
1
Buitenste mediageleider
2
2
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Media laden
5. Zie Afbeelding 10. Open de printkopmontage door het hendeltje van de borgpen te
ontgrendelen.
Waarschuwing • De printkop kan heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Laat
de printkop afkoelen.
Afbeelding 10 • De printkopmontage openen
1
13
Hendeltje van printkop
1
Borgpen
2
2
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
14
Media laden
6. Zie Afbeelding 11. Leid het medium als volgt via het bovenste mediapad:
a. Onder de bovenste geleidestang
b. Tussen het bovenste mediasensorspoor en de labelgeleidermontage
c. Onder de klemrol
d. Onder de printkopmontage
7. Zie Afbeelding 11. Trek ongeveer 75 cm (30 inches) medium voorbij de lostrekbalk.
Verwijder en gooi de labels van dit blootgestelde medium weg.
Afbeelding 11 • Het medium leiden
1 4
Bovenste geleidestang
1
Bovenste mediasensorspoor
2
Labelgeleidermontage
3
Klemrolmontage
4
Prinktkopmontage
5
Lostrekbalk
6
Rugpapier
7
Label
8
2 3
5
6
7
8
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Media laden
8. Zie Afbeelding 12. Plaat het medium zodanig dat het op één lijn staat met de binnenste
mediageleider en deze aanraakt.
9. Zie Afbeelding 12. Grijp de koperen vingermoer van de buitenste mediageleider onder de
printengine en plaats de buitenste mediageleider zodanig dat deze net de buitenrand van het medium aanraakt.
Afbeelding 12 • De buitenste mediageleider schikken
1
15
2
Buitenste mediageleider
1
Media
2
10. Zie Afbeelding 7 op pagina 11. Druk de klemrol omlaag totdat deze vastklikt.
11. Zie Afbeelding 10 op pagina 13. Sluit de printkopmontage door het hendeltje van de
printkop de draaien totdat het op de borgpen vastklikt.
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
16
Media laden
12. Zie Afbeelding 13. Breng het hendeltje van de lostrekrol omhoog zodat de lostrekrol naar
beneden draait.
Afbeelding 13 • De lostrekrol losmaken
1
2
Hendeltje van lostrekrol
1
Lostrekrol
2
13. Zie Afbeelding 14. Leid het rugpapier van het medium rond de lostrekbalk, onder de
degelrol en door de lostrekrol.
Opmerking • Als de aanbrengroller een luchtbuis heeft, dient u het rugpapier van het
medium tussen de luchtbuis en de lostrekbalk te leiden. Leid het rugpapier niet over de luchtbuis.
Afbeelding 14 • Het rugpapier leiden
1
2
4
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
3
170PAX4 Naslaggids
Media laden
Lostrekbalk
1
Degelrol
2
Lostrekrol
3
Onderste geleidestang
4
14. Zie Afbeelding 15. Draai de lostrekrol omhoog totdat deze in de gesloten stand vastklikt.
Afbeelding 15 • Gesloten lostrekrol
15. Zie Afbeelding 14. Leid het rugpapier onder de onderste geleidestang en rond de lintspoel
van de aanbrengroller (zie de gebruikershandleiding van de aanbrengroller).
16. Sluit het mediadeurtje.
17
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
18

Lint laden

Lint laden
Gebruik lint met thermische overdrachtmedia (zie Lint op pagina 7). Het lint moet aan de buitenkant zijn gecoat en breder zijn dan het medium. Als het lint smaller is dan het medium, zijn gedeelten van de printkop onbeschermd en kunnen ze voortijdig verslijten.
Afbeelding 16 identificeert de componenten van het lintsysteem binnen het
mediacompartiment van een rechterprintengine. Een linkereenheid bevat een spiegelbeeld van deze componenten. Afbeelding 17 op pagina 19 geeft de printengine weer met lint geladen.
Afbeelding 16 • Componenten voor het laden van lint
1 2
Lintaanbrengspoel
1
Lintspoel
2
Bovenste lintgeleiderol
3
Hendeltje van printkop
4
3
4
5
7
5 6 7
6
Prinktkopmontage Borgpen Onderste lintgeleiderol
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
Afbeelding 17 • Geladen lint
Links
170PAX4 Naslaggids
Lint laden
19
Rechts
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
20
Lint laden
Waarschuwing • Zorg dat u bij het laden van medium of lint alle sieraden afdoet die in
contact zouden kunnen komen met de printkop of andere printeronderdelen.
Ga als volgt te werk om het lint te laden:
1. Zie Afbeelding 18. Plaats een volle lintrol op de lintaanbrengspoel zodat het lint draait
zoals getoond en druk de rol naar het frame van de printengine toe totdat deze volledig op zijn plaats zit.
Afbeelding 18 • Lint op de lintaanbrengspoel plaatsen
Links Rechts
1
Lintaanbrengspoel met lint
1
1
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Lint laden
2. Zie Afbeelding 19. Open de printkopmontage door het hendeltje van de borgpen te
ontgrendelen.
Afbeelding 19 • De printkopmontage openen
1
2
21
Hendeltje van printkop
1
Borgpen
2
3. Zie Afbeelding 20. Leid het lint onder de onderste lintgeleiderol.
4. Zie Afbeelding 20. Zorg dat het lint rechtstreeks onder de lintsensor doorgaat. Deze
bevindt zich bij de achterwand van de printengine.
Afbeelding 20 • Lint onder de lintsensor leiden
21
Onderste lintgeleiderol
1
Lintsensor
2
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
22
Lint laden
5. Zie Afbeelding 21. Leid het lint onder de printkopmontage en rond de bovenste
lintgeleiderol.
Waarschuwing • De printkop kan heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Laat
de printkop afkoelen.
Afbeelding 21 • Lint onder de printkopmontage leiden
1
2
Bovenste lintgeleiderol
1
Prinktkopmontage
2
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Lint laden
6. Zie Afbeelding 22. Plaats een lege lintkern op de lintspoel en druk de kern in de richting
van het frame van de printengine totdat deze volledig op zijn plaats zit.
7. Zie Afbeelding 22. Bevestig het uiteinde van het lint op de lege lintkern met plakband of
een label en wikkel het enkele keren in de getoonde richting. Zorg dat het lint gelijkmatig op de spoel wordt gewikkeld.
Afbeelding 22 • Lint op de lintspoel laden
Links Rechts
23
1
Lintspoel met lege lintkern
1
8. Zie Afbeelding 19 op pagina 21. Sluit de printkopmontage door het hendeltje op de
1
borgpen te draaien.
9. Sluit het mediadeurtje.
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
24

Gebruikt lint verwijderen

Gebruikt lint verwijderen
Ga als volgt te werk om gebruikt lint te verwijderen:
1. Open het mediadeurtje.
2. Is het lint op?
Indien... Dan..
Ja a. Neem de lege kern van de lintaanbrengspoel. Bewaar de kern zodat u
Nee
deze kunt gebruiken op de lintspoel wanneer u lint laadt.
b. Neem het gebruikte lint en de kern van de lintspoel. c. Breng nieuw lint aan volgens de instructies in Lint laden
op pagina 18.
a. Snijd het lint af bij de lintspoel. b. Neem het gebruikte lint en de kern van de lintspoel. c. Vind een lege lintkern. Verwijder indien noodzakelijk het gebruikte
lint van de kern die u in een vorige stap hebt verwijderd en gooi het gebruikte lint weg.
d. Zie Afbeelding 22 op pagina 23. Breng een lege lintkern aan op de
lintspoel en druk de kern in de richting van het frame van de printengine totdat deze volledig op zijn plaats zit.
e. Leid het resterende lint op de lintaanbrengspoel volgens de
instructies in Lint laden op pagina 18.
f. Zie Afbeelding 22 op pagina 23. Bevestig het uiteinde van het lint op
de lege lintkern met plakband of een label en wikkel het enkele keren in de getoonde richting. Zorg dat het lint gelijkmatig op de spoel wordt gewikkeld.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007

De printengine configureren

Nadat u het medium en lint hebt aangebracht, kunt u de printengineparameters instellen voor uw toepassing met behulp van het controlepaneel.
Belangrijk • Voor bepaalde condities moet u mogelijk de afdrukparameters aanpassen, zoals
de afdruksnelheid, donkerheid of afdrukmodus. Deze condities omvatten (maar zijn niet beperkt tot):
• afdrukken op hoge snelheden
• het lostrekken van medium
• het gebruik van bijzonder dun, klein, synthetisch of gecoate labels
Aangezien de afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door deze en andere factoren, dient u testen uit te voeren om de beste combinatie van printerinstellingen en media vast te stellen voor uw toepassing. Een slechte combinatie kan de afdrukkwaliteit of -snelheid beperken of de printengine kan mogelijk niet juist functioneren in de gewenste afdrukmodus.
Ga als volgt te werk om naar de modus Setup te gaan.
170PAX4 Naslaggids
De printengine configureren
25
1. Op het voorpaneel drukt u op SETUP/EXIT (Setup/Afsluiten).
2. Druk op NEXT (Volgende) of PREVIOUS (Vorige) om door de parameters heen te gaan.
Ga als volgt te werk om de modus Setup te verlaten.
1. Druk op SETUP/EXIT (Setup/Afsluiten).
Het LCD geeft
2. Druk op het linker- of rechterovaal om de opties voor het opslaan weer te geven (Tab el 4).
Tabel 4 • Opties voor het opslaan bij het verlaten van de modus Setup
PERMANENT TIJDELIJK ANNULEREN
STAND.WAARD LADN
WIJZ. OPSLAAN aan.
LCD
Beschrijving
Slaat waarden op in de printengine zelfs als de stroom uit is.
Slaat de wijzigingen op totdat de stroom wordt uitgezet.
Annuleert alle wijzigingen vanaf de tijd dat u op SETUP/EXIT
(Setup/Afsluiten)
wijzigingen voor de donkerheid en voor het afscheuren.
Zet alle parameters met uitzondering van de netwerkinstellingen terug naar de fabriekswaarden.
hebt gedrukt met uitzondering van
Opmerking • Het laden van de fabriekswaarden leidt
ertoe dat de printengine zichzelf automatisch kalibreert.
LTST OPGESL LADN
STND. NET
3. Druk op NEXT (Volgende) om de weergegeven keuze te selecteren.
Zodra de configuratie- en kalibratieopeenvolging zijn voltooid, wordt
GEREED
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
weergegeven.
Laadt waarden van de laatste keer dat er permanent is opgeslagen.
Zet de bedrade en draadloze netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
PRINTER
170PAX4 Naslaggids
26
De printengine configureren

Een configuratielabel afdrukken

Zodra u het medium en het lint hebt geladen (indien noodzakelijk), drukt u een configuratielabel af als verslag van de huidige instellingen van uw printengine. Houd het label in geval u problemen hebt met het afdrukken.
Ga als volgt te werk om een configuratielabel af te drukken:
1. Op het voorpaneel drukt u op SETUP/EXIT (Setup/Afsluiten).
2. Druk op NEXT (Volgende) of PREVIOUS (Vorige) om door de parameters te schuiven
totdat u
3. Druk op het rechterovaal om het afdrukken te bevestigen.
LIJST INSTELLING bereikt.
Er wordt een configuratielabel afgedrukt (Afbeelding 23).
Afbeelding 23 • Configuratielabel
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007

Een netwerkconfiguratielabel afdrukken

Als u een printserver gebruikt, kunt u een netwerkconfiguratielabel afdrukken nadat de printer op een netwerk is aangesloten.
Ga als volgt te werk om een netwerkconfiguratielabel af te drukken:
1. Op het voorpaneel drukt u op SETUP/EXIT (Setup/Afsluiten).
2. Druk op NEXT (Volgende) of PREVIOUS (Vorige) om door de parameters te schuiven
totdat u
3. Druk op het rechterovaal om het afdrukken te bevestigen.
Er wordt een configuratielabel afgedrukt (Afbeelding 24). Als er geen draadloze printserver is geïnstalleerd, wordt het draadloze gedeelte van de label niet afgedrukt.
LIJST INSTELLING bereikt.
Afbeelding 24 • Netwerkconfiguratielabel
170PAX4 Naslaggids
De printengine configureren
27
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
28
De printengine configureren

Parameters weergeven of wijzigen

Tabe l 5 toont een subset van de printengineparameters in de volgorde waarop ze worden
weergegeven als u op tijdens deze procedure op
PREVIOUS (Vorige) om terug te keren naar de vorige parameter in de cyclus. Als een
parameter is gewijzigd, wordt een sterretje (*) weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm om aan te geven dat de waarde anders is dan de waarde die op dat moment actief is in de printengine.
NEXT (Volgende) drukt nadat u naar de modus Setup bent gegaan. Druk
NEXT (Volgende) om naar de volgende parameter te gaan of druk op
Tabel 5 • Printengineparameters
Parameter
DONKERHEID
- 4.0 +
AFDRUKSNELHEID
51 MM/S (2 IPS)
Actie/uitleg
De donkerheid van het afdrukken afstellen
Als de afdrukken te licht zijn of als er lege plekken zijn in gedrukte gebieden, dient u de donkerheid te verhogen. Als de afdrukken te donker zijn en als er verspreiding of uitloop op gedrukte gebieden is, dient u de donkerheid te verminderen. De donkerheidsinstellingen kunnen ook worden gewijzigd door het stuurprogramma of de software-instellingen.
Belangrijk • Zet de donkerheid op de laagste instelling die goede
afdrukkwaliteit biedt. Als de donkerheid te hoog is ingesteld, kan de inkt afgeven, kan het lint doorbranden of kan de printkop voortijdig verslijten.
• Druk op het rechterovaal om de donkerheid te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de donkerheid te verlagen.
Standaardwaarde: +4,0
Bereik: 00,0 tot +30,0
De afdruksnelheid afstellen
• Druk op het rechterovaal om de waarde te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de waarde te verlagen.
Standaardwaarde: 51 MM/S (2 IPS)
Bereik: 51 tot 305 MM/S (2 tot 12 IPS) voor 203 dpi, 51 tot 203 MM/S (2
tot 8 IPS) voor 300 dpi
SNELH PAPIERSPR
152 MM/S (6 IPS)
SNELH BACKFEED
51 MM/S (2 IPS)
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
De omschakelsnelheid afstellen
• Druk op het rechterovaal om de waarde te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de waarde te verlagen.
Standaardwaarde: 152 MM/S (6 IPS)
Bereik: 25 tot 305 MM/S (1 tot 12 IPS)
De backfeedsnelheid afstellen
• Druk op het rechterovaal om de waarde te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de waarde te verlagen.
Standaardwaarde: 51 MM/S (2 IPS)
Bereik: 25 tot 305 MM/S (1 tot 12 IPS)
Tabel 5 • Printengineparameters (vervolg)
170PAX4 Naslaggids
De printengine configureren
29
Parameter
AFSCHEUREN +000
- +
AFDRUKMODUS
AFSCHEUREN
MEDIATYPE
ONDERBROKEN
Actie/uitleg
De afscheurpositie afstellen
Stelt de positie van het medium boven de afscheur-/lostrekbalk in na het afdrukken. Positieve getallen verplaatsen het medium naar buiten en negatieve getallen naar binnen.
Door elke druk op een ovaal wordt de afscheurpositie bijgesteld met vier stiprijen.
• Druk op het rechterovaal om de waarde te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de waarde te verlagen.
Standaardwaarde: +0
Bereik: -120 tot +120
De afdrukmodus selecteren
De instellingen voor de afdrukmodus laten de printengine weten welke methode u wilt gebruiken om het medium te leveren.
• Druk op een van beide ovalen om de opties weer te geven.
Standaardwaarde: AFSCHEUREN
Selecties: AFSCHEUREN, OPROLLEN, AANBRENGROLLER
Het mediatype instellen
Laat de printengine weten wat voor soort medium u gebruikt. Als u onderbroken media selecteert, voert de printengine het medium in om de labellengte te berekenen (de afstand tussen twee herkende registratiepunten van de ruimte tussen labels of de uitlijningsinkeping of het gat). Als u ononderbroken media selecteert, dient u een instructie voor de labellengte op te nemen in uw labelindeling (
• Druk op een van beide ovalen om de opties weer te geven.
Standaardwaarde: ONDERBROKEN
Selecties: ONONDERBROKEN, ONDERBROKEN
^LLxxxx als u ZPL of ZPL II gebruikt).
SENSORTYPE
BAAN
AFDRUKMETHODE
THERM. TRANSFER
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
Het sensortype instellen
Laat de printengine weten of u baanmedia gebruikt (labelscheidingen worden aangeduid door een ruimte, inkeping of gat) of media met zwarte registratiemerktekens op de achterkant.
• Druk op een van beide ovalen om andere opties weer te geven.
Standaardwaarde: BAAN
Selecties: BAAN, MERKTEKEN
De afdrukmethode selecteren
Laat de printengine weten welke afdrukmethode u gebruikt: thermische overdracht (lint vereist) of rechtstreeks thermisch (geen lint).
• Druk op een van beide ovalen om de opties weer te geven.
Standaardwaarde: Thermische overdracht
Selecties: Thermische overdracht, rechtstreeks thermisch
Opmerking • Als u rechtstreeks thermisch gebruikt met een lint
veroorzaakt dit een foutconditie van de printengine, maar het afdrukken gaat door.
170PAX4 Naslaggids
30
De printengine configureren
Tabel 5 • Printengineparameters (vervolg)
Parameter
AFDRUKBREEDTE
168 0/8 MM +
MAX. LENGTE
-39,0 IN 988 MM+
Actie/uitleg
De afdrukbreedte instellen
Bepaalt het afdrukbare gebied over de breedte van het label gezien de resolutie van de printengine.
Ga als volgt te werk om de waarde te wijzigen:
1. Druk op het linkerovaal om de cursor te verplaatsen.
2. Druk op het rechterovaal om de waarde van het getal te verhogen.
Ga als volgt te werk om de maateenheid te wijzigen:
1. Druk op het linkerovaal totdat de maateenheid actief is.
2. Druk op het rechterovaal om heen en weer te schakelen naar een
andere maateenheid (mm, inches of stippen).
Standaardwaarde: 168 0/8 mm voor printengines van 203 dpi; 168 0/12 mm voor printengines van 300 dpi
OPMERKING: als u de breedte te smal instelt, kan dit ertoe leiden dat delen van het label niet worden afgedrukt op het medium. Als u de breedte te breed instelt, wordt er instellingsgeheugen verspilt en kan dit ertoe leiden dat er naast het label wordt afgedrukt en op de degelrol. Deze instelling kan de horizontale positie van de labelindeling beïnvloeden als de afbeelding werd omgekeerd tijdens de opdracht
^POI ZPL II.
De maximale labellengte instellen
De maximale labellengte wordt gebruikt tijdens het kalibreren. De ruimte tussen labels maakt deel uit van de labellengte.
Stel altijd een waarde in die minstens 2,54 mm (1 inch) langer is dan de lengte van het label dat u gebruikt. Als de labellengte bijvoorbeeld 126 mm is (5 inches) inclusief de ruimte tussen de labels, stelt u de parameter in voor 152 mm (6 inches). Als de waarde is ingesteld op een kleinere waarde dan de labellengte, neemt de printengine aan dat er ononderbroken media zijn geladen en kan de printengine niet kalibreren.
• Druk op het rechterovaal om de waarde te verhogen.
• Druk op het linkerovaal om de waarde te verlagen.
Standaardwaarde: 988 mm (39,0 inches).
Bereik: de waarden kunnen worden afgesteld in stappen van 25,4 mm
(1 inch).
LIJST FONTS
AFDRUKKEN
• Druk op het rechterovaal om een label te afdrukken die de standaardlettertypen (fonts) vermeldt en eventuele optionele lettertypen die zijn opgeslagen in de RAM, het Flash-geheugen op optionele PCMCIA-lettertypekaarten van de printengine.
Lijst barcodes
Lijst fonts
LIJST BARCODES
AFDRUKKEN
• Druk op het rechterovaal om een label af te drukken dat de beschikbare barcodes vermeldt in de printengine. De barcodes kunnen worden opgeslagen in RAM, Flash-geheugen of op optionele PCMCIA-kaarten.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
Tabel 5 • Printengineparameters (vervolg)
170PAX4 Naslaggids
De printengine configureren
31
Parameter
LIJST BEELDEN
AFDRUKKEN
LIJST INDELINGEN
AFDRUKKEN
LIJST INSTELLING
AFDRUKKEN
LST DRAADLOOS
AFDRUKKEN
LIJST VAN ALLES
AFDRUKKEN
TAAL
ENGLISH
Actie/uitleg
Lijst beelden
• Druk op het rechterovaal om een label af te drukken dat de beschikbare beelden vermeldt die zijn opgeslagen in de RAM, het Flash-geheugen of op de optionele geheugenkaart van de printengine.
Lijst indelingen
• Druk op het rechterovaal om een label af te drukken dat de beschikbare indelingen vermeldt die zijn opgeslagen in de RAM, het Flash-geheugen of op de optionele geheugenkaart van de printengine.
Lijst instelling
• Druk op het rechterovaal om een configuratielabel af te drukken met de huidige configuratie van de printengine.
Instellingen voor Lijst netwerk
• Druk op het rechterovaal om een netwerkconfiguratielabel af te drukken, die de instellingen voor alle geïnstalleerde printservers vermeldt.
Lijst van alles
• Druk op het rechterovaal om labels af te drukken die de beschikbare lettertypen, barcodes, beelden, instellingen en de huidige configuraties van de printengine en het netwerk vermelden.
De weergavetaal selecteren
Met deze parameter kunt u de taal veranderen die wordt weergegeven op het LCD van het controlepaneel.
• Druk op het rechter- of linkerovaal om andere opties weer te geven.
Standaardwaarde: ENGLISH
Selecties: ENGLISH, ESPANOL, FRANCAIS, DEUTSCH, ITALIANO,
NORSK, PORTUGUES, SVENSKA, DANSK, ESPANOL2, NEDERLANDS, SUOMI, AANGEPAST
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
32

Reinigingsschema

Reinigingsschema
Het aanbevolen reinigingsschema wordt weergegeven in Tabel 6. Zie de volgende pagina's voor specifieke procedures.
Waarschuwing • Gebruik alleen de aanbevolen reinigingsmiddelen. Zebra is niet
verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door andere vloeistoffen die op deze printer worden gebruikt.
Tabel 6 • Aanbevolen reinigingsschema voor printer
Gebied Methode Interval
Printkop Oplosmiddel* Voer deze procedures op de volgende tijden uit:
Degelrol Oplosmiddel*
Doorlaatbare mediasensor Luchtblazer
Reflectieve mediasensor Luchtblazer
Mediapad Oplosmiddel*
Lintsensor Luchtblazer
•Indien
Rechtstreekse thermische afdrukmodus: Na elke rol
Thermische overdracht afdrukmodus: Na elke rol
KOP NU REINIGEN verschijnt.
labels of 150 m (500 feet) kettinglabels.
(450 m of 1500 feet) lint.
Deur-open-sensors Luchtblazer Maandelijks
Afscheur-/lostrekbalk Oplosmiddel*
* Gebruik de kit voor preventief onderhoud van Zebra, onderdeelnummer 47362, of een oplossing van 90% isopropylalcohol en 10% gedeïoniseerd water.

De printkop en degelrol reinigen

Reinig de printkop en degelrol volgens het schema in Tabel 6 op pagina 32. Reinig de printkop vaker als u inconsistente afdrukkwaliteit ziet, zoals lege plekken of lichte afdrukken. Reinig de degelrol als u problemen zit met het verplaatsen van het medium.
Waarschuwing • De printkop kan heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de
printkop afkoelen.
Waarschuwing • Neem de juiste elektrostatische voorzorgsmaatregelen in acht bij het
hanteren van onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische elektriciteit zoals printplaten en printkoppen.
Waarschuwing • Zorg dat u bij het laden van medium of lint alle sieraden afdoet die in
contact zouden kunnen komen met de printkop of andere printeronderdelen.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
170PAX4 Naslaggids
Ga als volgt te werk om de printkop en degelrol te reinigen:
1. Zet de printengine uit (O).
2. Zie Afbeelding 25. Open de printkopmontage door het hendeltje van de borgpen te
ontgrendelen.
Afbeelding 25 • De printkopmontage openen
1
Reinigingsschema
33
Hendeltje van printkop
1
Borgpen
2
3. Neem het medium en het lint uit de printengine.
2
13-8-2007 170PA X 4 Naslaggids 57517L-202 Rev. A
170PAX4 Naslaggids
34
Reinigingsschema
4. Zie Afbeelding 26. Gebruik de kit voor preventief onderhoud (onderdeelnummer 47362)
of een oplossing van 90% isopropylalcohol en 10% gedeïoniseerd water op een wattenstaafje om de printelementen van het ene uiteinde tot het andere af te vegen. Laat het oplosmiddel verdampen.
Afbeelding 26 • Reinigen van de printkop en degelrol (rechtereenheid getoond)
1 2
3
Printkopelementen (grijze strook)
1
Wattenstaafje
2
Degelrol
3
5. Gebruik een pluisvrij doekje vochtig gemaakt met alcohol om de degelrol en andere rollen
te reinigen. Draai de rollen bij het reinigen.
6. Laad het lint en medium opnieuw (indien gebruikt).
7. Zet de printengine aan (I).
Opmerking • Als de afdrukkwaliteit niet beter wordt na het reinigen, dient u de printkop te
reinigen met Save-a-Printhead-reinigingsfilm. Neem contact op met uw erkende Zebra­dealer voor meer informatie.
57517L-202 Rev. A 170PAX 4 Naslaggids 13-8-2007
Loading...