BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID: LEES DE VOLGENDE AANWIJZINGEN GOED DOOR
EN BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING.
Om brand te voorkomen
Magnetronovens mogen tijdens het
gebruik niet zonder toezicht worden
gelaten. Te hoge vermogens of te lange
bereidingstijden kunnen de
levensmiddelen oververhitten en brand
veroorzaken.
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, zodat
de stekker er in geval van nood makkelijk kan
worden uitgetrokken. De netspanning moet 230 V
wisselspanning, 50 Hz zijn en de zekering moet
minstens 10 A zijn.
Wij raden u aan het apparaat aan een aparte
stroomkring aan te sluiten.
Het apparaat niet in de open lucht bewaren of
opstellen.
NOOIT DE DEUR OPENEN, als in het
apparaatverwarmde levensmiddelen
beginnen te roken. Het apparaat
uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact trekken en wachten tot de
levensmiddelen niet meer roken. Als u
de deur opent tijdens de
rookontwikkeling kan dat brand
veroorzaken.
Alleen voor magnetrons geschikt servies
gebruiken, zie pag. 195-196.
Het apparaat nooit zonder toezicht laten,
als u verpakkingen van kunststof, papier
of ander brandbaar materiaal gebruikt.
De afdekking van de microgolvengeleider, de ovenruimte, het
draaiplateau en het draaimechanisme na
gebruik van het apparaat reinigen. Deze
onderdelen moeten droog en vetvrij zijn.
Achterblijvende vetspatten kunnen
oververhit aken, gaan roken of
ontbranden.
Geen brandbare materialen in de buurt van het
apparaat of de ventilatie-openingen bewaren.
De ventilatie-openingen nooit blokkeren.
Alle metalen sluitingen, draden enz. van
levensmiddelen en verpakkingen verwijderen.
Vonkvorming op metalen oppervlakken kan tot
brand leiden.
De magnetron niet gebruiken om levensmiddelen in
olie of vet te frituren. De temperatuur kan niet
gecontroleerd worden en het vet kan vlam vatten.
Alleen speciaal daarvoor geschikte popcorn in de
magnetron bereiden.
Geen levensmiddelen of andere voorwerpen in het
apparaat bewaren.
Na het starten van het apparaat de instellingen
controleren om er zeker van te zijn dat het
apparaat zoals gewenst werkt. Deze
gebruiksaanwijzing gebruiken.
Om verwondingen te voorkomen
WAARSCHUWING:
Het apparaat niet gebruiken als het beschadigd
is of niet goed functioneert. Controleer het
volgende voordat u het apparaat inschakelt:
a) De deur moet correct sluiten en mag niet
verkeerd uitgelijnd of vervormd zijn.
b) De scharnieren en veiligheidsvergrendelingen
van de deur mogen niet kapot of los zijn.
c) De deurafdichtingen en afsluitvlakken mogen
niet beschadigd zijn.
d) In de ovenruimte en de deur mogen geen
deuken of andere beschadigingen aanwezig
zijn.
e) Het aansluitsnoer en de stekker mogen niet
beschadigd zijn.
Voer in geen geval zelf reparaties of
wijzigingen aan uw magnetron uit.
Reparaties, vooral reparaties waarbij de
afdekking van het apparaat moet
worden verwijderd, mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico’s voor de gebruiker
leiden. Wend u daarom in geval van
storing altijd tot onze service-afdeling.
Alleen originele Zanussi-onderdelen
voldoen aan alle eisen! voldoen aan alle
eisen!.
Nooit op enigerlei wijze veranderingen
aanbrengen aan de veiligheidsvergrendeling van
de deur.
NEDERLANDS
189
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
Het apparaat nooit inschakelen als zich
voorwerpen tussen de deurafdichtingen en de
afsluitvlakken bevinden.
Laat vet of vuil zich niet ophopen aan de
afdichtingen van de deur of
aangrenzende delen. Volg de instructies
betreffende “Reiniging en onderhoud”,
Pagina 228. De oven niet schoonhouden,
kan leiden tot een aantasting van het
oppervlak, wat de levensduur van het
toestel negatief kan beïnvloeden en
mogelijk gevaarlijke situaties
veroorzaakt.
Personen met PACEMAKERS moeten bij hun arts of
bij de fabrikant informeren naar
voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met
magnetrons.
Om elektrische schokken te voorkomen
Unter keinen Umständen sollte das äußere De
ommanteling van het apparaat mag in geen geval
worden verwijderd.
Nooit vloeistof in de openingen van de
veiligheidsvergrendelingen van de deur of
ventilatieopeningen aten komen of voorwerpen in
deze openingen steken. Als u grotere
hoeveelheden vloeistof morst, het apparaat direct
uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken
en contact opnemen met onze service-afdeling.
Het aansluitsnoer en de stekker nooit in water of
andere vloeistof leggen.
Het aansluitsnoer mag niet over hete of scherpe
oppervlakken geleid worden, zoals bijvoorbeeld
de hete ventilatie-openingen bovenaan de
achterwand van het apparaat.
In geen geval proberen om de ovenlamp zelf te
vervangen. Dit mag alleen door vakmensen
geschieden.
Als de ovenlamp uitvalt, neem dan contact op met
onze service-afdeling.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door
een nieuw speciaal snoer worden vervangen.
Vervangen mag alleen door vakmensen
geschieden.
Om explosies en plotseling koken te
voorkomen
WAARSCHUWING: levensmiddelen in
vloeibare en andere vorm mogen niet in
afgesloten bakjes verwarmd worden; ze
zouden kunnen exploderen.
Nooit afgesloten bakjes gebruiken. Sluitingen en
afdekkingen verwijderen. Afgesloten bakjes
kunnen door de drukverhoging zelfs na
uitschakelen van het apparaat nog exploderen.
Wees voorzichtig bij het verwarmen van
vloeistoffen.
Kopjes of bekers met een grote opening gebruiken,
opdat luchtbellen kunnen ontsnappen.
Wees bij het verwarmen van vloeistoffen
in de magnetron voorzichtig als u het
kopje of de beker uit de oven neemt; het
kan tot kookpuntvertraging komen en
de vloeistof kan plotseling hevig
overkoken of spatten.
Om verbrandingen door plotseling overkoken
(kookpuntvertraging) te voorkomen:
1. De vloeistof vóór het verwarmen omroeren.
2. Bij het verwarmen van vloeistoffen een glazen
staafje of lepeltje in het glas of kopje zetten.
3. Na het verwarmen de vloeistof nog even in de
oven laten staan, om kookpuntvertraging te
voorkomen.
Eieren niet in de dop koken.
Hardgekookte eieren mogen niet in de
magnetron verwarmd worden, omdat ze
zelfs na het verwarmen kunnen
exploderen. Voor het koken of
opwarmen van eieren die niet geklutst
of geroerd worden, eidooier en eiwit
inprikken, zodat ze niet kunnen
exploderen. Vóór het opwarmen in de
magnetron de doppen van gekookte
eieren verwijderen n de eieren in
plakjes snijden.
Levensmiddelen met een schil of vel, zoals
aardappelen, worstjes of fruit, altijd eerst enkele
malen met een vork inprikken, zodat de stoom kan
ontsnappen.
190
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
Om verbranding te voorkomen
Gebruik pannenlappen als u levensmiddelen uit de
ovenruimte neemt.
Schalen, popcorn-verpakkingen, braadzakjes enz.
altijd van gezicht en handen afgewend openen om
verbranding door stoom te voorkomen.
Om verbrandingen te voorkomen altijd
de temperatuur van de levensmiddelen
controleren en ze voor het serveren
omroeren. Wees extra voorzichtig als de
levensmiddelen of dranken voor baby's,
kinderen of oudere personen bestemd
zijn.
De temperatuur van het servies is geen echte
aanwijzing voor de temperatuur van de
levensmiddelen of dranken; altijd de temperatuur
controleren.
Houd bij het openen van de ovendeur voldoende
afstand, om verbranding door vrijkomende hitte of
stoom te voorkomen. Snijd gevulde, gebakken
gerechten na het bereiden in plakken om de stoom
te laten ontsnappen en verbranding te voorkomen.
Houd kinderen uit de buurt van het deurvenster om
verbranding te voorkomen.
Om foutieve bediening door kinderen te
voorkomen
WAARSCHUWING: kinderen mogen het
apparaat alleen onder toezicht
gebruiken of als ze voldoende instructies
voor een veilig gebruik hebben
gekregen en de gevaren van
ondeskundig gebruik begrijpen.
Niet tegen de ovendeur leunen of aan de deur
hangen.
De magnetron is geen speelgoed!
Kinderen moet u vertrouwd maken met alle
belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid: bijv.
gebruik van pannenlappen en voorzichtig afnemen
van deksels.
Let vooral op verpakkingen die levensmiddelen
knapperig maken (bijv. zelfbruinende gerechten);
deze worden bijzonder heet.
Overige aanwijzingen
Breng op geen enkele wijze veranderingen aan het
apparaat aan.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk
gebruik en mag alleen voor het bereiden van
levensmiddelen worden gebruikt. Het is niet
geschikt voor industriële doeleinden of voor
gebruik in een laboratorium.
Om foutieve bediening en beschadiging
van het apparaat te voorkomen.
Het apparaat nooit inschakelen als er geen
levensmiddelen in staan.
Bij het gebruik van bruineringsservies of
zelfverwarmende materialen moet een
hittebestendige isolatie (bijv. een porseleinen bord)
tussen servies en draaiplateau worden gezet.
Daardoor worden beschadigingen door warmte
van het draaiplateau en het draaimechanisme
voorkomen. De aangegeven opwarmtijd voor het
ervies mag niet worden overschreden.
Geen metalen servies gebruiken, omdat
microgolven gereflecteerd worden en dit tot
vonkvorming leidt.
Geen conservenblikken in het apparaat zetten.
Alleen het voor dit apparaat bedoelde
draaiplateau en draaimechanisme gebruiken.
Gebruik de oven niet zonder het draaiplateau.
Om te voorkomen dat het draaiplateau barst:
(a) Vóór het reinigen het draaiplateau laten
afkoelen.
(b) Geen hete gerechten of heet servies op het
koude draaiplateau zetten.
(c) Geen koude levensmiddelen of koud servies op
het hete draaiplateau zetten.
Geen voorwerpen op de ommanteling zetten als
het apparaat in werking is.
AANWIJZINGEN:
Wend u met vragen over de aansluiting van het
apparaat tot een erkend installateur.
Zowel de fabrikant als de handelaar kunnen geen
verantwoording op zich nemen voor
beschadigingen van het apparaat of
verwondingen van personen, die als gevolg van
een foutieve elektrische aansluiting ontstaan.
Op de wanden in de ovenruimte resp. rond de
deurafdichtingen en afsluitvlakken kunnen zich
waterdamp en druppels vormen. Dit is normaal en
is geen aanwijzing dat er microgolven naar buiten
komen of dat er van een andere storing sprake is.
NEDERLANDS
191
APPARAAT EN TOEBEHOREN
1
2
3
4
1.front
2.ovenlamp
3.bedieningspaneel
4.toets om de deur te openen
5.afdekking van de microgolvengeleider
6.ovenruimte
7.aandrijfas
8.deurafdichtingen en afsluitvlakken
9.bevestigingspunten (4 plaatsen)
10. ventilatie-openingen
11. ommanteling
12. achterzijde van het apparaat
13. snoerdrager
14. aansluitsnoer
TOEBEHOREN:
Controleer of de volgende onderdelen zijn
meegeleverd:
Deze toets indrukken om een van de 2
automatische programma's te kiezen.
5 toets AUTOMATISCH KOKEN 2
Deze toets indrukken om een van de 2
automatische programma's te kiezen.
6 toets DIEPVRIESPRODUCTEN KOKEN
Deze toets indrukken om een van de 3
automatische programma's te kiezen.
7 toets AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Deze toets indrukken om een van de 5
automatische programma's te kiezen.
8 toets VERMOGENSSTAND
9 toets START/+30
10 toets STOP
11 toets om de deur te openen.
NEDERLANDS
11
193
VOR HET IN GEBRUIK NEMEN
De stekker in het stopcontact steken.
1. De indicatie begint te knipperen.
Gebruik van toets STOP
1. Wissen van een invoerfout bij het programmeren.
2. Lopend proces even onderbreken.
3. Wissen van een programma tijdens het lopende
2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren.
proces door tweemaal indrukken.
x1
De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen.
EINSTELLEN VAN DE KLOK
De klok kan als 12-uurs of als 24-uurs-klok worden ingesteld.
1. Om de 12-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND 3 seconden ingedrukt
houden. verschijnt op het display.
2. Om de 24-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND nogmaals indrukken
verschijnt op het display.
Voorbeeld:
Instellen van de 24-uurs-klok op 23:35 uur.
1. Kies de klokfunctie
(12-uurs-klok).
Kies de
24uurs-klok.
2. Stel de uren in. Knop
TIJDSCHAKELKLOK/
GEWICHT/ PORTIE
draaien, tot het juiste uur
wordt aangegeven (23).
3. Toets
1 x 3 seconden
ang indrukken
VERMOGENSSAND
indrukken om van de uren
naar de minuten te gaan.
1x 3 seconden
x1
lang indrukken
4. De minuten instellen.Knop
TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT/PORTIE
draaien, tot de juiste minuten worden
aangegeven (35).
AANWIJZING:
1. U kunt knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT/PORTIE rechtsom
en linksom draaien.
2. Druk toets STOP in als u bij het programmeren een
fout hebt gemaakt.
3. Als de stroomverzorging naar het apparaat wordt
x1
5. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om de klok te starten.
Indicatie controleren.
x1
onderbroken, laat het display regelmatig
zien als de stroomverzorging weer hersteld is. Als dat
tijdens een bereidingsproces gebeurt, wordt het
programma gewist.
4. Als u de dagtijd opnieuw wilt instellen, gaat u te werk
zoals hierboven beschreven.
194
WAT ZIJN MICROGOLVEN?
Net als radio- en televisiegolven zijn microgolven
elektromagnetische golven.
Microgolven worden in de oven door het
magnetron opgewekt en brengen de
watermoleculen in levensmiddelen in trilling. Door
de veroorzaakte wrijving ontstaat warmte, die
ervoor zorgt dat de gerechten ontdooid, verwarmd
of gekookt worden.
Het geheim van de kortere bereidingstijden is het
feit dat de microgolven van alle kanten in de
levensmiddelen doordringen. Energie wordt ten
volle benut. De energie van een conventionele
kookplaat bijvoorbeeld gaat van de kookzone
naar de pan en zo naar de levensmiddelen.
Daarbij wordt veel energie verspild.
DE EIGENSCHAPPEN VAN MICROGOLVEN
Microgolven dringen door alle voorwerpen van
glas, porselein, aardewerk, kunststof, hout of
papier. Daarom maken de microgolven deze
materialen niet heet.
Servies wordt alleen warm omdat het voedsel erin
warm is.
De levensmiddelen absorberen de microgolven en
worden verwarmd. Micorogolven kunnen niet door
metaal heendringen, maar worden daardoor
teruggekaatst. Daarom zijn metalen voorwerpen
niet geschikt voor de magnetron. Er zijn
uitzonderingen waarbij u er juist gebruik van kunt
maken dat de microgolven niet door metaal heen
kunnen dringen. Als u tijdens het ontdooien en
koken bepaalde gedeelten van de levensmiddelen
met aluminiumfolie afdekt, wordt voorkomen dat
deze gedeelten te heet of te gaar worden. Let op
de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing.
GESCHIKT SERVIES
NEDERLANDS
GLAS EN GLASKERAMIEK
Hittebestendig glazen servies is
heel geschikt. Het
bereidingsproces kan van alle
kanten geobserveerd worden.
Het servies mag echter geen
metaal bevatten (loodkristal) of van een versiering
van metaal voorzien zijn (bijv. gouden randje,
kobaltblauw).
AARDEWERK
Is over het algemeen goed geschikt. Aardewerk
moet geglazuurd zijn, omdat anders vocht in het
servies kan binnendringen. Vocht verhit het
materiaal en kan het laten barsten. Als u niet zeker
weet of uw servies geschikt voor de magnetron is,
voer dan de geschiktheidstest uit.
PORSELEIN
Is heel goed geschikt. Let erop dat het porselein
geen randje van goud of zilver heeft en geen
metaal bevat.
KUNSTSTOF EN PAPIER
Hittebestendig, voor de magnetron
geschikt kunststof servies kunt u
gebruiken bij ontdooien,
verwarmen en koken. Let op de
aanwijzingen van de fabrikant.
Hittebestendig, voor de magnetron geschikt servies
van papier kunt u ook gebruiken. Let op de
aanwijzingen van de fabrikant.
KEUKENPAPIER
Kan gebruikt worden om bij korte
verwarmingsprocessen, bijv. bij brood of
gepaneerd vlees, vocht op te nemen. Het papier
tussen de levensmiddelen en het draaiplateau
leggen. Zo blijft het oppervlak van de
evensmiddelen knapperig en droog. Door vettige
gerechten met keukenpapier af te dekken worden
spatten opgevangen.
195
GESCHIKT SERVIES
MAGNETRONFOLIE
Magnetronfolie of hittebestendig
folie is goed geschikt om
gerechten af te dekken of te
omwikkelen. Let op de
aanwijzingen van de fabrikant.
BRAADZAKKEN
Braadzakken kunt u in de magnetron gebruiken.
Metalen sluitclips zijn echter ongeschikt, omdat de
braadzak dan kan smelten. Gebruik een touwtje
om de braadzak af te sluiten en prik de braadzak
met een vork enkele malen in. Het is niet
raadzaam om niet hittebestendig folie, bijv.
vershoudfolie, in de magnetron te gebruiken.
BRUINERINGSSERVIES
Speciaal braadservies voor in de magnetron met
een metaallegering op de bodem die ervoor zorgt
dat de evensmiddelen bruin worden. Bij gebruik
van bruineringsservies moet een geschikte isolator,
bijv. een porseleinen bord, tussen draaiplateau en
servies worden gelegd. Let goed op de door de
fabrikant van het servies aangegeven
voorverwarmtijd. Bij overschrijding daarvan kan
het tot beschadiging van het draaiplateau en het
draaimechanisme komen en de
veiligheidsinrichting kan in werking treden en het
apparaat uitschakelen.
METAAL
Metaal mag in de regel niet
gebruikt worden, omdat
microgolven niet door metaal
heen dringen en zo niet bij de
levensmiddelen terechtkomen. Er
zijn echter uitzonderingen:
smalle stroken aluminiumfolie kunt u gebruiken om
delen af te dekken, zodat deze niet te snel
ontdooien of gaar worden (bijv. de vleugels bij
een kip). Kleine spiesjes van metaal en aluminium
schaaltjes (bijv. bij kant-enklaar
gerechten) kunnen gebruikt
worden. Ze moeten echter in
verhouding tot de
levensmiddelen klein zijn,
aluminium schaaltjes bijv. moeten voor minstens
2/3 tot 3/4 met levensmiddelen gevuld zijn. Wij
raden u aan de levensmiddelen over te doen in
voor de magnetron geschikt servies. Bij gebruik van
aluminium schalen of ander metalen servies moet
een minimale afstand van ongeveer 2 cm tot de
ovenwanden worden aangehouden, omdat deze
anders door mogelijke vonkvorming beschadigd
kunnen worden.
GEEN SERVIES MET METALEN
VERSIERINGEN OF METALEN DELEN,
zoals schroeven, hengsels of grepen
gebruiken
GESCHIKTHEIDSTEST
Als u niet zeker weet of uw
servies geschikt voor de
magnetron is, voer dan de
volgende test uit. Het servies in de magnetron
zetten. Een glas met 150 ml water op of naast het
servies zetten.
Het apparaat 1 tot 2 minuten op 900 W vermogen
inschakelen. Als het servies koel of handwarm blijft,
is het geschikt. Voer deze test niet uit met kunststof
servies, dat kan smelten.
196
TIPPS EN ADVIEZEN
VOORDAT U BEGINT…
Om het gebruik van de magnetron zo makkelijk
mogelijk te maken, hebben we wat tips en
adviezen voor u. Schakel het apparaat alleen in
als er levensmiddelen in staan.
TIJDEN INSTELLEN
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het
algemeen aanzienlijk korter dan in een
conventionele oven. Houd u daarom aan de in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel
de tijden liever korter dan langer in. Controleer de
gerechten na het bereiden. Liever nog even koken
dan te gaar laten worden.
UITGANGSTEMPERATUUR
De ontdooi-, verwarm- en
kooktijden zijn afhankelijk van
uitgangstemperatuur van de
evensmiddelen. Bevroren en
gekoelde levensmiddelen hebben
bijvoorbeeld langer tijd nodig dan
levensmiddelen op
kamertemperatuur. Voor het
verwarmen en koken van
levensmiddelen gaan we uit van
normale bewaartemperaturen
(koelkasttemperatuur ongeveer 5°C,
kamertemperatuur ongeveer 20°C). Voor het
ontdooien van levensmiddelen gaan we uit van
–18°C.
ALLE AANGEGEVEN TIJDEN …
in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht
en aard (water-, vetgehalte enz.) van de
levensmiddelen.
ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN
In de magnetron bereide gerechten behouden hun
eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij
gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden
toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak
uit. Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk
gebruiken.
KOOKTEST
Net als bij conventionele bereiding kunt u testen
hoe gaar de levensmiddelen zijn:
• Voedselthermometer: elke soort levensmiddelen
heeft een bepaalde kerntemperatuur aan het
einde van het bereidingsproces. Met een
speciale thermometer kunt u bepalen of de
levensmiddelen gaar zijn.
• Vork: u kunt vis met een vork testen. Als het
visvlees niet meer doorzichtig is en makkelijk
van de graat loslaat, is het gaar. Als het te gaar
is, wordt het taai en droog.
• Cocktailprikker: gebak en brood kunt u testen
door er een cocktailprikker in te steken. Als
deze schoon en droog blijft, is het gebak klaar.
VOEDSELTHERMOMETER GEBRUIKEN
OM DE BEREIDINGSTIJD TE BEPALEN
De kerntemperatuur van levensmiddelen en
dranken kunt u vaststellen met een
voedselthermometer. In onderstaande tabel vindt u
een overzicht van temperaturen.
Gemüse und andere sehr wasserhaltige Lebensmittel
können im eigenen Saft oder mit wenig
Wasserzugabe gegart werden. Dadurch bleiben
viele Vitamine und Mineralstoffe im Lebensmittel
erhalten.
LEBENSMITTEL MIT HAUT ODER
SCHALE
wie Würstchen, Hähnchen, Hähnchenschenkel,
Pellkartoffeln, Tomaten, Äpfel, Eigelb oder
ähnliches, mit einer Gabel oder einem
Holzstäbchen einstechen. Dadurch kann der sich
bildende Dampf entweichen, ohne daß die Haut
oder Schale platzt.
FETTE SPEISEN
Mit Fett durchwachsenes Fleisch und Fettschichten
garen schneller als magere Teile. Decken Sie
deshalb diese Teile beim Garen mit etwas
Aluminiumfolie ab oder legen Sie die Lebensmittel
mit der fetten Seite nach unten.
BLANCHIEREN VON GEMÜSE
Gemüse sollte vor dem Einfrieren blanchiert
werden. So bleiben die Qualität und die
Aromastoffe am besten erhalten.
Verfahren: Das Gemüse waschen und zerkleinern.
250 g Gemüse mit 275 ml Wasser in eine
Schüssel geben und abgedeckt 3-5 Minuten
erhitzen. Nach dem Blanchieren sofort in
Eiswasser tauchen, um ein Weiterkochen zu
verhindern, und danach abtropfen lassen. Das
blanchierte Gemüse luftdicht verpacken und
einfrieren.
EINKOCHEN VON OBST UND GEMÜSE
Das Einkochen in der Mikrowelle
ist schnell und einfach. Im Handel
gibt es speziell für die Mikrowelle
geeignete Einmachgläser,
Gummiringe und passende
Einmachklammern aus Kunststoff.
Die Hersteller geben genaue Anwendungshinweise.
KLEINE UND GROSSE MENGEN
Die Mikrowellenzeiten sind direkt abhängig von
der Menge des Lebensmittels, das Sie auftauen,
erhitzen oder garen möchten. Das bedeutet, kleine
Portionen garen schneller als große.
Als Faustregel gilt:
Doppelte Menge=fast doppelte Zeit
Halbe Menge=halbe Zeit.
HOHE UND FLACHE GEFÄSSE
Beide Gefäße haben das gleiche Fassungsvermögen,
aber in der hohen Form ist die
Garzeit länger als in der flachen.
Bevorzugen Sie deshalb möglichst
flache Gefäße mit großer
Oberfläche. Hohe Gefäße nur für
Gerichte verwenden, bei denen
die Gefahr des Überkochens besteht, z.B. für Nudeln,
Reis, Milch etc.
RUNDE UND OVALE GEFÄSSE
In runden und ovalen Formen garen Speisen
gleichmäßiger als in eckigen, da sich in Ecken
Mikrowellenenergie konzentriert und die Speise an
diesen Stellen übergaren könnte.
198
TIPPS EN ADVIEZEN
WATER TOEVOEGEN
Groente en andere waterhoudende levensmiddelen
kunnen in hun eigen vocht of met weinig water
worden gekookt. Daardoor blijven vele vitamines en
mineralen in de levensmiddelen behouden.
LEVENSMIDDELEN MET SCHIL OF VEL
zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels,
eidooier e.d., met een vork of houten prikker
inprikken. Daardoor kan de stoom die ontstaat
ontsnappen zonder dat de schil of het vel springt.
VETTE GERECHTEN
Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek
daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of
eg de levensmiddelen met de vette kant naar
beneden.
GROENTE BLANCHEREN
Voor het invriezen moet groente worden
geblancheerd. Zo blijven kwaliteit en smaak het
best behouden. Methode: groente wassen en
snijden. 250 g groente met 275 ml water in een
schaal met deksel doen. 3-5 minuten verwarmen.
Na het blancheren de groente direct in koud water
onderdompelen om te voorkomen dat het verder
kookt. Dan laten uitlekken. De groente in een
uchtdichte doos doen en invriezen.
FRUIT EN GROENTE INMAKEN
In de magnetron kunt u snel en
makkelijk inmaken. Er zijn
speciale potten, gummiringen en
deksels voor gebruik in de
magnetron. Volg de aanwijzingen
van de fabrikant.
KLEINE EN GROTE HOEVEELHEDEN
De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de
hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien,
verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties
zijn sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt:
DUBBELE HOEVEELHEID = BIJNA DUBBELE TIJD
HALVE HOEVEELHEID = HALVE TIJD
HOGE EN LAGE SCHALEN
Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in
de hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in
de lage. Gebruik daarom lRonde en ovale
schaleniefst lage schalen met een groot oppervlak.
Hoge schalen alleen gebruiken voor gerechten die
kunnen overkoken, bijv. pasta, rijst, melk enz.
RONDE EN OVALE SCHALEN
In ronde en ovale schalen worden
gerechten gelijkmatiger gaar dan
in rechthoekige, omdat zich in de
hoeken microgolvenenergie
concentreert en het gerecht op die
plekken te gaar zou kunnen worden.
AFDEKKEN
Als levensmiddelen worden afgedekt, blijft het vocht
behouden en de bereidingstijd wordt korter. Gebruik
een deksel, magnetronfolie of een afdekkap.
Gerechten die een korstje moeten krijgen, bijv. vlees of
kip, niet afdekken. Wat in de conventionele oven wordt
afgedekt, moet ook in de magnetron worden afgedekt.
ONREGELMATIGE DELEN
met de dikke resp. compacte kant
naar boven leggen.
Groente (bijv. broccoli) met de
stelen naar buiten leggen. Dikkere
delen hebben een langere
bereidingstijd en krijgen aan de
buitenkant meer microgolvenenergie, zodat de
levensmiddelen gelijkmatig gaar worden.
OMROEREN
Omroeren van de levensmiddelen is nodig , omdat
de microgolven eerst de buitenste gedeelten
verwarmen.
Door omroeren wordt de temperatuur verdeeld en
het gerecht gelijkmatig verwarmd.
RANGSCHIKKING
Verschillende enkele porties, bijv.
puddingvormpjes, kopjes of
aardappelen in de schil, in een
kring op het draaiplateau
plaatsen. Tussen de porties ruimte
laten, zodat de microgolvenenergie van alle kanten
kan binnendringen.
OMKEREN
Middelgrote gerechten, zoals hamburgers en steaks,
tijdens het bereidingsproces
eenmaal omkeren om de
bereidingstijd te verkorten. Grote
gerechten, zoals vlees en kip,
moeten worden omgekeerd, omdat
de naar boven gerichte kant meer microgolvenenergie
krijgt en zou kunnen uitdrogen.
199
NEDERLANDS
TIPPS EN ADVIEZEN
STANDTIJD
Aanhouden van de standtijd is een van de
belangrijkste regels bij het gebruik van de
magnetron. Bijna alle gerechten die in de magnetron
worden ontdooid, verwarmd of gekookt hebben een
korte of langere standtijd nodig, waarin een
temperatuurcompensatie plaatsvindt en de vloeistof in
het gerecht zich gelijkmatig kan verdelen.
BRUINERINGSMIDDEL
gesmolten boter en paprikapoeder
paprikapoeder
sojasaus
barbecue- en worcestersaus
uitgebakken spekblokjes of gedroogde ui
cacao, chocoladehagelslag, bruin glazuur, honing
en jam
gevogelte
ovenschotels, toast met kaas
vlees en gevogelte
vlees, gehaktballen
ovenschotels, soep, éénpansgerechten
gebak en desserts
BRUINERINGSMIDDELEN
Levensmiddelen krijgen na meer dan 15 minuten
bereidingstijd een bruine kleur,
die echter niet met de intensieve
bruine kleur en korst bij
conventioneel bereiden te
vergelijken is. Om een
aantrekkelijke bruine kleur te krijgen, kunt u
bruineringsmidelen gebruiken. Ze dienen meestal
tegelijk als specerij. Hieronder vindt u enkele tips
voor het gebruik van bruineringsmiddelen.
GERECHTMETHODE
gevogelte met het
boter/paprikamengsel
bestrijken
met paprikapoeder bestrooien
met de saus bestrijken
met de saus bestrijken
met de spekblokjes of uien
bestrooien
gebak en desserts bestrooien of
glazuren
VERWARMEN
● Kant-en-klare gerechten uit het aluminium
schaaltje nemen en op een bord of in een
schaal verwarmen.
● Gerechten met magnetronfolie, bord of
afdekkap (in de handel verkrijgbaar) afdekken,
opdat het oppervlak niet uitdroogt. Dranken niet
afdekken.
● Bij vast afgesloten bakjes het deksel
verwijderen.
● Bij het verwarmen van vloeistof, zoals water,
koffie, thee of melk, een glazen staafje of
lepeltje in de beker of het glas zetten.
● Grotere hoeveelheden indien mogelijk
tussendoor omroeren, zodat de temperatuur
zich gelijkmatig verdeelt.
● De aangegeven tijden zijn bedoeld voor
levensmiddelen op kamertemperatuur (20°C).
Bij gekoelde levensmiddelen wordt de tijd iets
langer.
● Laat de levensmiddelen na het verwarmen 1-2
minuten staan, zodat de temperatuur zich
gelijkmatig kan verdelen (standtijd).
● De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur,
gewicht, watergehalte, vetgehalte en gewenste
eindtoestand van de levensmiddelen.
200
ONTDOOIEN
De magnetron is ideaal voor het ontdooien van
levensmiddelen. De ontdooitijden zijn in de regel
aanzienlijk korter dan bij ontdooien op traditionele
manier. Hieronder vindt u enkele tips. Neem de
diepvriesproducten uit de verpakking en leg ze op
een bord.
BAKJES
Goed geschikt voor het ontdooien en verwarmen
van gerechten zijn voor de magnetron geschikte
bakjes, die zowel geschikt voor de diepvries (tot
ongeveer –40°C) als hittebestendig (tot ongeveer
220°C) zijn. Zo kunt u in hetzelfde servies
ontdooien, verwarmen en zelfs koken.
AFDEKKEN
Dunnere delen voor het ontdooien met kleine
stroken aluminiumfolie afdekken.
Reeds ontdooide of warme delen
tijdens het ontdooien eveneens
met strookjes aluminiumfolie
afdekken. Dit voorkomt dat
dunnere delen al te heet worden,
terwijl dikkere delen nog bevroren zijn
MAGNETRONVERMOGEN
liever te laag dan te hoog kiezen. Zo krijgt u een
gelijkmatiger ontdooiresultaat. Als het vermogen te
hoog is, wordt het oppervlak van het gerecht al
gaar, terwijl het binnenste nog bevroren is.
OMKEREN/OMROEREN
Bijna alle levensmiddelen moeten
tussendoor eenmaal omgekeerd of
omgeroerd worden. Delen die aan
elkaar plakken zo snel mogelijk
loshalen en anders rangschikken.
KLEINERE HOEVEELHEDEN
ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij
raden u daarom aan, zo klein mogelijke porties in
te vriezen. Zo kunt u snel en makkelijk hele menu's
samenstellen.
KWETSBARE LEVENSMIDDELEN
zoals gebak, room, kaas en brood, niet helemaal,
maar slechts gedeeltelijk ontdooien en bij
kamertemperatuur verder laten ontdooien. Daardoor
voorkomt u dat de buitenste gedeelten al te heet
worden, terwijl het binnenste nog bevroren is.
DE STANDTIJD
na het ontdooien van levensmiddelen is bijzonder
belangrijk, omdat het ontdooiproces in die tijd
wordt voortgezet. In de ontdooitabel vindt u de
standtijden voor verschillende levensmiddelen.
Dikke, compacte levensmiddelen hebben een
langere standtijd nodig dan platte of poreuze
levensmiddelen. Als de levensmiddelen niet
voldoende ontdooid zijn, kunt u ze nog even in de
magnetron zetten of de standtijd verlengen. De
levensmiddelen na de standtijd zo snel mogelijk
verder verwerken en niet opnieuw invriezen.
NEDERLANDS
201
KOKEN VAN VERSE GROENTE
● Let er bij het kopen van groente op, dat de
stukken zo veel mogelijk even groot zijn. Dat is
vooral belangrijk als u de groente in z'n geheel
wilt koken (bijv. aardappelen in de schil).
● Groente voor het bereiden wassen,
schoonmaken en dan pas de benodigde
hoeveelheid voor het recept afwegen.
● Kruid de groente zoals gebruikelijk, maar voeg
pas na het koken zout toe.
● Per 500 gram groente ongeveer 5 eetlepels
water toevoegen. Vezelrijke groente heeft wat
meer water nodig. Aanwijzingen vindt u in de
tabel op pag. 216.
BRADEN VAN VLEES, VIS EN GEVOGELTE
● Let er bij het kopen op, dat de stukken zo veel
mogelijk even groot zijn. Zo krijgt u een goed
resultaat.
● Vlees, vis en gevogelte zoals gebruikelijk
verwerken.
● Rundvlees moet zo min mogelijk zenen hebben.
● Ondanks de gelijke grootte van de stukken kan
het resultaat verschillend zijn. Dat ligt o.a. aan
de soort, aan het vet- en vochtgehalte en aan
de temperatuur voor het bereiden.
● Vanaf 15 minuten bereidingstijd ontstaat een
natuurlijke bruine kleur, die door het gebruik
van bruineringsmiddelen nog kan worden
versterkt.
● Groente wordt in de regel in een schaal met
deksel gekookt. Groente met veel vocht, zoals
uien en aardappelen, kunt u koken zonder
water toe te voegen.
● Groente na de helft van de kooktijd omroeren
of omkeren.
● Na het koken de groente ongeveer 2 minuten
laten staan, opdat de temperatuur zich
gelijkmatig verdeelt (standtijd).
● De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht
en aard van de groente. Hoe verser de groente is,
des te korter is de kooktijd.
Om bovendien een knapperig oppervlak te
krijgen, moet u bruineringsservies gebruiken of
het vlees op de kookplaat aanbraden en in de
magnetron verder braden. Op deze manier
krijgt u ook een bruine jus.
● Grotere stukken vlees, vis en gevogelte na de
helft van de bereidingstijd omkeren, zodat ze
van alle kanten gelijkmatig gebraden worden.
● Dek het vlees na het braden met aluminiumfolie
af en laat het ongeveer 10 minuten rusten
(standtijd). In deze tijd wordt het vlees nog
verder gaar en het vocht verdeelt zich
gelijkmatig, zodat bij het snijden minder
vleessap verloren gaat.
ONTDOOIEN EN KOKEN
Diepgevroren gerechten kunnen in de magnetron
in één proces ontdooid en tegelijk gekookt
worden. In de tabel vindt u enkele voorbeelden. Let
bovendien op de algemene aanwijzingen m.b.t.
verwarmen en ontdooien van levensmiddelen.
Let bij het bereiden van kant-en-klare
diepvriesproducten op de aanwijzingen van de
fabrikant op de verpakking. In de regel worden
precieze bereidingstijden en aanwijzingen voor de
bereiding in de magnetron gegeven.
202
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.