Zanussi ZCG75DCN, ZCG75DCX User Manual [nl]

Page 1
ZCG 75
Page 2
NEDERLANDS
Algemene waarschuwingen en adviezen
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/ of in gebruik neemt
Installatie
Installatie en aansluiting dienen door een daartoe erkend installateur uitgevoerd te worden, volgens de hem bekende voorschriften. Bij aflevering door de fabrikant of importeur is het fornuis uitsluitend geschikt voor gebruik op aardgas.
Het apparaat is zwaar en moet voorzichtig behandeld worden bij het verplaatsen. Verplaats het apparaat nooit aan de handgreep.
Zorg ervoor dat alle verpakkingsmaterialen, ook in het apparaat verwijderd worden. Zorg ervoor dat de verpakkingsmaterialen op een milieuvriendelijke manier opgeruimd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de gas­en/of elektriciteitsvoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat, dienen eveneens door een erkend installateur uitgevoerd te worden.
Controleer of de gegevens m.b.t. gas en elektriciteit op de plaats van opstelling overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje dat zich bij de gastoevoerleiding bevindt.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Houd tijdens in het gebruik zijn van de oven kinderen uit de buurt. Ook na het uitschakelen van de stroomtoevoer blijft de ovendeur nog lange tijd heet.
Gebruik nooit te kleine of onstabiel staande pannen.
Tijdens het gebruik
Deze oven is ontwikkeld voor het bereiden van etenswaren en mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden.
Goede ventilatie van het vertrek waarin het gaskookplateau gebruikt wordt is van groot belang; bij slechte ventilatie kan zuurstofgebrek optreden. Raadpleeg uw installateur of laat u voorlichten door het plaatselijke energiebedrijf.
Een brander behoort rondom te branden. Vermijd sterke tocht. Indien, onder normale omstandigheden, een brander niet rondom brandt, maak de brander dan schoon volgens de aanwijzingen in het instructieboekje. Helpt dat niet, raadpleeg dan uw installateur of de servicedienst.
Gebruik het fornuis niet als er water op of onder ligt. Gebruik het fornuis niet met natte handen.
Zorg ervoor, dat bij het niet gebruiken van de oven de knoppen op de nulstand staan.
Zorg ervoor, dat snoeren van andere apparaten niet in de buurt komen van de hete delen van de oven, of bekneld raken tussen de ovendeur en de oven.
Geen onstabiele of vervormde pannen gebruiken; die zouden kunnen omvallen en zo ongelukken veroorzaken.
Wees uiterst voorzichtig met olie en vet.
Uit het oogpunt van hygiëne en veiligheid moet de oven goed schoon gehouden worden. Voedselresten en vetten kunnen in de oven ontvlammen.
Gebruik de oven niet als opbergplaats. Plaats nooit iets in de oven dat zou kunnen smelten.
Zorg ervoor, dat aluminium folie of andere hitte bestendige materialen niet in contact komen met de verwarmingselementen.
Zorg er altijd voor dat de ventilatie-opening van de oven (midden achter in de kookplaat) vrij is.
Bederfelijke levensmiddelen, kunststof voorwerpen en spuitbussen niet boven het fornuis bewaren, ze kunnen door de hitte aangetast worden.
23
Page 3
Inhoud
Algemene waarschuwingen en adviezen.............23
Bedieningspaneel ..................................................25
De bediening..........................................................26
Het gebruik............................................................27
Elektrische Oven...................................................28
Het gebruik voor de eerste keer ..........................29
Het gebruik van de oven ......................................29
Adviestabel voor bakken en braden....................31
Adviestabel voor grilleren....................................31
Onderhoud -De kookplaat ...................................32
Aanwijzingen voor de installateur ......................35
Plaatsing ................................................................36
Verstellen van de voeten .......................................36
Aanbrengen van het spatscherm ......................... 37
Waarschuwingen voor de installateur ................38
Elektrische Aansluiting ........................................41
Onderhoud van de oven .......................................33
Enkele tips mocht er iets niet werken .................34
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijn 73/23 EEC - 90/683 EEC - 93/68 EEC ­89/336 EEC en de daarop volgende wijzingen.
FABRIKANT: ELECTROLUX ZANUSSI ELETTRODOMESTICI S.P.A.
Viale Bologna, 298 47100 Forlì (Italie)
24
Page 4
Bedieningspaneel
1110
1
1. Vonkontstekingknop
2. Knop brander achter links
3. Knop brander voor links
4. Knop tweevoudigebrander
5. Knop brander voor rechts
6. Knop brander achter rechts
7. Oven functieknop
2
50
100
76543
MAX
200
150
8
0
54
51
0
3
9
8. Thermostaatknop
9. Klok
10. Controlelampje voor aan/uit van de oven
11. Controlelampje voor de oventhermostaat
Over deze gebruiksaanwijzing
Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben
de volgende betekenis:
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
aanwijzingen m.b.t. het gebruik
adviezen en tips
i
25
Page 5
De bediening
De knoppen zijn voorzien van de volgende indicaties
= UIT = maximum = minimum
Afhankelijk van het model ontsteekt u een brander op de volgende manier:
Vonkontsteking
Druk de knop van de betreffende brander geheel in en draai hem op de hoogste stand. Druk vervolgens de vonkontstekingknop in en de brander gaat aan. Maar houd vervolgens de knop nog 5 seconden geheel ingebrukt. Dat is nodig om de vlambeveiliging in te schakelen. Zet vervolgens de knop in de gewenste stand.
Luciferontsteking
Steek een lucifer aan. Druk de knop van de betreffende brander in en draai hem linksom. Steek de brander direct aan. Maar houd vervolgens de knop nog 5 seconden geheel ingedrukt. Dat is nodig om de vlambeveiliging in te schakelen. Zet vervolgens de knop in de gewenste stand.
Waarschuwing
Druk nooit op de knop van de brander als het branderdeksel niet op de brander ligt. Doet u dat wel, dan kan de ontstekingsunit z’n zeer hoge spanning niet kwijt hetgeen tot beschadiging van de ontstekingsunit kan leiden.
Belangrijk:
Ontsteek eerst de brander en plaats dan de
i
pan boven de brander.
26
Page 6
Het gebruik
De lekplaat
De lekplaat is bedoeld voor het opvangen van overkokende vloeistof of gemorste ingrediënten. Wij adviseren u om na het gebruik van de kookplaat de lekplaat direct schoon te maken. Gemorste en daarna opgedroogde substanties zijn vaak moeilijk te verwijderen, terwijl bij direct schoonmaken een vochtige doek al voldoende is. Zowel email als roestvrijstaal zijn gevoelig voor agressieve zuren. Zo moet u bijvoorbeeld gemorste rabarber beslist direct verwijderen en met schoon water naspoelen. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de pandragers en de branderdeksels.
De pandragers
Het gaskomfoor is voorzien van twee pandragers. Na verloop van tijd kan, door het gebruik van de branders, enig email van de punten afspringen; dat is een normaal, niet te vermijden, verschijnsel.
Nuttig gebruik
Een grote pan op de kleine kookbrander is, voor wat het aan de kook brengen betreft, oneconomisch. Doordat het aan de kook brengen te lang gaat duren treedt ondertussen veel warmteverlies op.
Een kleine pan op de sterkbrander is eveneens oneconomisch, omdat een deel van de vlammen dan buiten de panbodem steekt en de warmte daarvan voor de pan verloren gaat.
Een zeer effectieve gasbesparing bereikt u door altijd een goed sluitend pandeksel te gebruiken, zeker tijdens het aan de kook brengen.
Een schone panbodem, ook aan de buitenkant, draagt bij aan betere warmteoverdracht.
Draai na het aan de kook komen de vlam zover terug dat het gerecht nog juist kan doorkoken. Een grotere vlam dan nodig voor het doorkoken is oneconomisch.
TYPE BRANDER MIN. AFMETING MAX. AFMETING
Sterk 180 mm 260 mm Normaal 120 mm 220 mm Klein 80 mm 160 mm Tweevoudigering 180 mm. 260 mm.
27
Page 7
Elektrische Oven
Oven Functieknop
Onderstaande symbolen verschijnen in het venster.
0 UIT
Alleen de ovenverlichting AAN Boven- en onderelement AAN
Grill-element AAN Hetelucht-systeem AAN
Het kiezen van de gewenste functie geschiedt door de functieknop op het symbool te draaien.
OFF
OFF
Thermostaatknop
De gewenste temperatuur kunt u kiezen door de knop met de wijzers van de klok mee te draien. De temperatuurkeuze loopt van 50° C tot max 250° C.
Mechanische klok
De mechanische klok kan geregeld worden voor maximum één uur. Draai de knop rechtsom op 60 minuten en dan linksom op de gewenste tijd.
Nadat de vooraf bepaalde tijd afgelopen is, hoort u een akoestisch signaal dat automatisch ophoudt.
De mechanische klok, bij het akoestisch signaal, stopt het functioneren van de oven niet.
100
54
50
150
3
200
0
51
0
28
Page 8
Het gebruik voor de eerste keer
Na het plaatsen van de oven gaat u als volgt te werk:
Tijdens de eerste paar minuten zal er rook met een onaangename geur onstaan, dit wordt veroorzaakt door het isolatiemateriaal en vettige restanten op het materiaal, erop gekomen tijdens de productie. Voordat u de oven gaat gebruiken reinig dan eerst de legrekken en afdruipschaal grondig met een afwasmiddel.
1. zet de ovenfunctieknop op traditioneel koken
2. zet de thermostaatknop op MAX;
3. laat de oven (leeg) 45 minuten lang werken;
4. zet een raam open voor frisse lucht.
;
Het gebruik van de oven
Gebruik de oven met de deur gesloten
Gebruik altijd ovenhandschoenen voor het uit de oven nemen van hete schalen of pannen.
Laat de ovendeur nooit met een klap naar beneden vallen, houd de deur tegen tot hij open is. Ga niet direct voor de oven staan, er kan hitte ontsnappen.
°
De in de oven bereikte temperatuur kan 250 zijn. Gebruik daarom altijd materialen die bestand zijn tegen hoge temperaturen.
Plaats nooit kookgerei op de bodem van de oven. Bedek nooit de bodem van de oven met folie. Door het bedekken van de oven kan er schade aan de bodem optreden, terwijl het bak/braadresultaat nadelig wordt beÏnvloed.
Wees voorzichtig met oliën en vetten, deze kunnen bij oververhitting brand veroorzaken.
Wees om dezelfde reden voorzichtig met het inzetten of uitnemen van voedsel en voorkom dat er vet of olie op de bodem van de oven komt. Moch dit gebeuren verwijder dit dan zeer zorgvuldig om rook en luchtjes te voorkomen.
C
4 3
2 1
Het plaatsen van de ovenrekken
Om betere kookresultaten te behalen is het mogelijk de legrekken op diverse hoogten te plaatsen. Let op dat de rekken op de juiste manier in de oven geplaatst worden.
29
Page 9
Bakken en braden op
Raadgevingen voor braden
conventionele wijze
Draai de keuzescahkelaar op en stel de gewenste temperatuur in met de thermostaatknop. In deze functie worden het boven- en onderelement gebruikt en door het rek meer naar boven of naar onderen te plaatsen kunt u de hitte zelf verdelen.
Hete-lucht circulatie
Draai de keuzeschakelaar op . en stel de gewenste temperatuur in met de thermostaatknop. De ventilator van het hete-luchtsysteem zorgt ervoor dat de gehele ovenruimte wordt verwarmd en geeft daarom de gelegenheid meerdere gerechten tegelijkertijd te bereiden. Indien u twee maaltijden tegerlijkertijd wilt bereiden, dan adviseren wij u richel een en drie te gebruiken.
Ontdooien
Draai de keuzeschakelaar op en zet de knop van de thermostaat op UIT (l). Voor het ontdooien van diepvriesproducten wordt alleen de ventilator aangezet, de circulerende lucht ontdooit het product sneller dan op het aanrecht.
Het vlees kan op een schotel geplaatst worden die voor het braden in de oven geschikt is of direct op het rooster, waaronder de lekschaal zal worden geplaatst om de jus te verzamelen. Het rooster moet zoals in fig. 6 getoond ingevoegd worden. Laat vlees na braden minstens 15 minuten staan alvorens het aan te snijden. Hiermee wordt het verloren gaan van vleesnat voorkomen. Doe wat water in de lekschaal om het ontstaan van rook, door het verbranden van vet te vermijden. Herhaal dat af en toe om condensvorming tegen te gaan.
Raadgevingen voor bakken
Gebak vergt doorgaans een matige temperatuur (150­200 °C), daarom moet de oven ongeveer 10 minuten voorverwarmd worden.
Open tijdens het bakken de ovendeur niet, voordat driekwart van de baktijd verstreken is. Gebak dat gegarneerd wordt eerst tweederde van de baktijd laten bakken en pas daarna garneren en afbakken. De resterende baktijd hangt sterk af van de soort en hoeveelheid van de garnituur. Roerdeeg moet moeilijk van de lepel gaan anders wordt de baktijd onnodig lang door teveel aan vocht.
Bij gebruik van twee bakblikken moet een richel vrijgelaten worden.
Grilleren
De functieknop schakelt u in de stand voor grilleren
(Grill-element), en de thermostaatknop draait u op
MAX, tenzij anders aanbevolen.
Zodra voedsel wordt verwarmd onstaat er stoom die in contact komt met het glas van de ovendeur en vervolgens waterdruppels op het glas vormt. Dit is normaal en wordt niet door een fout in de oven veroorzaakt. We adviseren deze druppels na ieder gebruik te verwijderen.
Het gebruik van de grill
Bijna alle vleessoorten kunnen gegrilleerd worden, behalve rollades, gehakt vlees en bepaalde stukken mager wild.
Vlees en vis aan beide kanten met olie invetten en op het grillrooster leggen. De richelhoogte hangt af van het soort vlees.
De lekschaal moet in de eerste richel van onderaf geschoven worden. Bij het grilleren verdient het aanbeveling om eerst een beetje water in de lekschaal te doen, zodat het vastbakken van afdruipend vet wordt voorkomen.
30
Page 10
ADVIESTABEL VOOR BAKKEN EN BRADEN
Traditioneel
Gerecht
Richel
de/aring/ccedil
*1500 Rosbief 2 220 2 200 40-60 op rooster *1200 Rundvlees 2 200 2 175 50-70 op rooster
*1200 Varkensvlees 2 200 2 175 100-130 op rooster *1200 Kalfsvlees 2 200 2 175 90-120 op rooster
1000 Varkenspootjes 2 180 2(1+3) 160 100-120 2 stuks 2000 Lamsbout 2 175 2 160 120-140 1 stuk vlees 3000 Gans 2 190 2 170 140-180 in z'n geheel 1800 Eend 2 180 2 160 120-150 in z'n geheel 3500 Kalkoen 1 190 1 175 120-150 in z'n geheel 1200 Kip 2 200 2 180 80-100 in z'n geheel 1200 Konijn 2 190 2 175 60-80 1 stuk vlees 1500 Forel 2 200 2(1+3) 175 40-60 3 stuks
* Canelloni/lasagne 2 200 2(1+3) 175 40-60 * Gerezen deeg 1 190 2(1+3) 170 30-45 in bakvorm * Taartbodem 2 190 2(1+3) 170 25-35 in bakvorm * Kwarktaart 1 170 2 150 60-80 in bakvorm * Zandgebak 1 180 2 170 40-50 in bakvorm * Vruchtencake 1 175 1 160 40-50 in bakvorm * Cake 1 175 1 160 40-50 in bakvorm
* Appelstrudel 1 175 2(1+3) 160 60-80 op bakplaat * 500 Koekjes 1 190 2(1+3) 170 10-20 op bakplaat * 500 Vlaai 1 220 2(1+3) 200 10-25 op bakplaat *1000 Witbrood 1 200 2 180 45-65 op bakplaat * 500 Kleine broodjes 1 210 2(1+3) 190 20-30 op bakplaat
van onder
Temp.
in °C
Hetelucht
Richel
van onder
Temp.
in °C
Bak- of
braadtijd
in minutel
Opmerking
* Bij deze gerechten cirka 10 minuten voorverwarmen
ADVIESTABEL VOOR GRILLEREN
Gerecht
Biefstukken 4 800 4 max 10 8 Karbonaadjes 4 600 4 max 12 8
Worstjes 8 500 4 max 10 6 Stukken kip 6 800 3 max 30 20 Gemengde spiezen 4 700 4 max 12 10 Kippeborst 4 400 4 max 13 10 Gehalveerde tomaten 8 500 4 max 12 ­Visfilets 4 400 4 max 8 6 Oester 6 - 4 max 12 ­Toast ham/kaas 4 - 4 max 8 ­Sneetjes brood 4 - 4 max 2-3 1
Aantal Gewicht Richel Temperatuur Bovenkant Onderkant
in gram van onder °C in min in min
De lekschaal moet in de eerste richel van onderaf geschoven worden.
31
Page 11
Onderhoud
De kookplaat
Zoals reeds eerder gezegd adviseren wij u de
kookplaat steeds direct na het gebruik schoon te
maken. Een vochtige doek is dan in de regel
voldoende.
De branderdeksels, gemaakt van geëmailleerd
gietijzer, houden zichzelf schoon door de hoge
temperatuur. Toch zal het voorkomen dat u de
branderdeksels moet of wilt reinigen. Dat gaat het
eenvoudigst in een heet sopje, waar u ook de gewone
afwas mee gedaan zou hebben.
Datzelfde geldt ook voor de pandragers.
Vermijd het gebruik van agressieve
schoonmaakmiddelen of schuurspons; beide kunnen
zowel email als roestvrijstaal aantasten of
schuurkrassen veroorzaken.
Gebruik voor het laten glanzen van email een zachte
droge doek en voor het behandelen van vlekken of
verkleuringen op roestvrijstaal een daartoe in de
handel verkrijgbare polish.
Let u er vooral op dat na het reinigen van de
branderdeksels alle gaatjes rondom goed schoon en
droog zijn. Water of sop in de gaatjes veroorzaakt
slecht of niet ontsteken van het gas op die plaatsen.
Om een branderdeksel op de juiste manier op de
branderkelk terug te kunnen plaatsen, is het
branderdeksel voorzien van een nok en de
branderkelk van een daarmee overeenkomende
uitsparing. Alleen op die manier geplaatst garandeert
de brander een goede vlamverdeling rondom.
32
Page 12
Onderhoud van de oven
Laat het fornuis altijd afkoelen voordat u het schoonmaakt, zorg er bovendien voor dat de oven afgekoppeld is door de stekker uit het stopcontact te halen, zeker bij onderhoud van de oven. Zorg ervoor dat alle knoppen in de nulstand staan.
Overtuig u ervan dat de oven is uitgeschakeld vóór u hem schoonmaakt. Trek daartoe de stekker uit het stopcontact of zet de installatie schakelaar op Uit. Wacht tot de oven is afgekoeld.
De accessoires en de binnenkant kunt u met heet water en een afwasmiddel schoonmaken. Gebruik evt. een ovenreiniger (spuitbus), maar dan alleen voor de zijwanden en de bodem. Gebruik geen schuurmiddelen, agressieve of giftige stoffen voor het schoonmaken. Om het schoonmaken te bevorderen kan de bodemplaat eruit worden genomen. Vetresten laten zich het best verwijderen met warm water als de ovenruimte nog handwarm is. De emaillering van de ovenruimte is uiterst duurzaam. Zuren, zoals die voorkomen in citroenen, pruimen en rabarber, kunnen echter bij het morsen matte vlekken veroorzaken. Verwijder de vlekken zo snel mogelijk. Zijn dit soort vlekken toch ontstaan, dan zijn ze niet meer te verwijderen. Dit stoort de goede werking van de oven echter niet. De voorkant van de oven kunt u naar behoefte reinigen met warm water en een neutraal schoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Denk bij het kopen van reinigingsmiddelen ook aan milieuvriendelijke middelen.
FO 0417
Verwijderen van de ovendeur
Als tijdens het schoonmaken van de ovenbinnenkant de deur in de weg zit, of bij het schoonmaken tussen de glasdeuren, kan de deur tijdelijk verwijderd worden of uiteen worden genomen.
Ga als volgt te werk:
1) Open de deur geheel;
2) Klap de beugeltjes op de scharnieren om;
3) Sluit de deur tot hij stuit (staat dan schuin open);
4) Til de deur met beide handen iets op en trek hem naar u toe uit het ovenfront;
Om de deur weer in elkaar te zetten en in de oven te plaasten volgt u de omgekeerde procedure.
De ovendeur alleen met warm water afnemen. Gebruik geen ruwe doeken of schuurmiddelen.
33
Page 13
De Ovendeurrand
Het goed werken van de oven is mede afhankelijk van het deurrubber geplaatst tussen de oven en de deur. Controleer regelmatig de conditie van dit rubber, houd het schoon en gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen. Als het deurrubber beschadigd is laat dit dan vervangen door Electrolux Service.
Het vervangen van het ovenlampje
Overtuig u ervan dat de oven uitgeschakeld is vóór u het lampje vervangt. Trek daartoe de stekker uit het stopcontact of zet de installatie schakelaar op Uit. Wacht tot de oven is afgekoeld. Indien het lampje van de binnenverlichting vervangen moet worden, dan kunt u het verwijderen door het kapje los te draaien.
Vervang het lampje tegen hetzelfde model, 230V/ 15W met E14-fitting, bestand tegen een temperatuur van 300°C.
Enkele tips mocht er iets niet werken
HET PROBLEEM
De oven doet niets
Het thermostaatlampje brandt niet
De binnenverlichting gaat niet aan
De kooktijd duurt te lang of te kort
Condensatie in de oven
WAT TE DOEN
De oven is niet goed ingesteld, dus controleer of de oven op
handbediening staat
Controleer de "stoppen" in de meterkast.
Zet de thermostaatknop op een temperatuur
Zet de ovenfunctieknop op een functie
Zet de ovenfunctieknop op een functie
Het ovenlampje is stuk. Vervang dit en volg de reeds eerder
gegeven instructies. Koop de lamp bij Distriparts.
Raadpleeg het receptenboek en stel de juiste kooktijd in.
Laat voedsel niet langer dan 15 minuten na de kooktijd in de
oven staan.
34
Voordat Electrolux Service gewaarschuwd wordt is het verstandig eerst
bovenstaande tips te volgen.
Page 14
Aanwijzingen voor de installateur
Technische kenmerken
Model : ZCG 75 DC
Gas categorie : II 2E+3+ Voeding gas : G20-G25 mbar
Apparaat van Klasse 2 Sub klasse 1 en Klasse 1
Afmetingen
Hoogte 830/910 mm Breedte 700 mm Diepte 600 mm Inhoud 53 dm
3
Vermogen gasbranders
Voor rechts (kleinbrander) 1,0 kW Achter rechts (normaalbrander) 2,0 kW Tweevoudigering brander 3,5 kW Voor links (normaalbrander) 2,0 kW Achter links (sterkbrander) 3,0 kW
Vermogen elektrische oven
Onderelement 1,0 kW Bovenelement 0,8 kW Onder- en bovenelementen 1,8 kW Grillelement 1,750 kW Hetelucht-element 2,0 kW Circulatieventilator 30 W Ovenverlichting 15 W Aansluitwaarde oven 2,050 kW Lichtnetspanning (50 Hz) 230 V
ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
Maximale
calorisch
debiet
BRANDER
Kleinbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Tweevoudigebrander
kW
1
2
Aardgas
3
Gas LPG : 2,8
3,5
Minimale
calorisch
debiet
kW
0,33
0,45
0,65
1,2
AARDGAS
Richtpunt
1/100
70
96
119
136
m3/h
G20
20
mbar
0,095
0,190
0,286
0,333
G25
25
mbar
0,111
0,221
0,332
0,387
Richtpunt
1/100
50
71
86
93
GAS LPG
g/h
G 30
72,5
145
203
254
G 31
71,5
143
200
249
35
Page 15
Plaatsing
830
840
850
860
870
880
890
900
910
Dit is een type X apparaat. Het werd ontworpen om te plaatsen tussen twee meubelstukken waarvan de hoogte die van de kookplaat niet overschrijdt (EN 60 335-2-6).
Tot keukenkastjes of een afzuigkap boven het fornuis moet een afstand van minstens 650 mm worden aangehouden.
Als het fornuis lager wordt gemaakt dan het werkblad (zie hoofdstuk “Verstellen van de voeten”), moet een minimale afstand van 100 mm links en rechts tussen het fornuis en de keukenmeubelen ernaast worden aangehouden.
100
100
650
500
100
500
650
Verstellen van de voeten
Voordat het fornuis wordt geïnstalleerd, moeten de meegeleverde verstelvoeten worden aangebracht. U vindt de voeten in de ovenruimte of onderin de verpakking.
1. Verwijder de pandragers, de branderdeksels en de branderringen.
2. Kantel het fornuis en leg het voorzichtig op z’n achterkant (Fig. 1). Zorg ervoor dat het fornuis niet kan beschadigen.
3. Stel de hoogte van de voeten af. Gebruik daarvoor de richtlijn op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing (Fig. 2). Leg de voet op de tekening en stel de gewenste hoogte in door de onderkant van de voet los te draaien. Herhaal de procedure met de andere voeten.
4. Draai de voeten geheel vast in de openingen in op de onderkant van het fornuis (Fig.1).
5. Zet het fornuis weer rechtop. Zet de branderringen, de branderdeksels en de pandragers terug.
6. Indien nodig, zet u het fornuis waterpas door de voeten aan te passen, tot de kookplaat geheel horizontaal ligt en het apparaat stabiel op z’n vier voeten staat (Fig. 3).
Fig. 1
Fig. 2
FO 2283
FO 2284
36
Fig. 3
FO 2285
Page 16
Aanbrengen van het spatscherm
Het fornuis is uitgerust met een spatscherm aan de achterkant van de kookplaat. U vindt het spatscherm in de polystyreen verpakking.
1. Na evt. vetresten van de kookplaat te hebben verwijderd, brengt u de pakking (meegeleverd in het zakje met de gebruiksaanwijzing) aan op de achterkant van de kookplaat. Let erop dat u de ventilatie-opening van de oven niet afsluit (Fig. 4).
2. Pak het spatscherm uit en verwijder de beschermstrook.
3. Zet het spatscherm in de scharnieren aan de achterzijde van de kookplaat (Fig. 5).
4. Zet het spatscherm vast met de meegeleverde schroeven (Fig. 6).
FO 2347
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
FO 2285
FO 2285
37
Page 17
Waarschuwingen voor de installateur
De volgende instructies relatief aan de installatie en het regelen moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. Het apparaat moet correct en conform met de normen en de wetten van kracht, worden geinstalleerd. Om het even welke tussenkomst moet worden gedaan bij een uitgeschakeld apparaat.
DE CONSTRUCTIEFIRMA WIJST ELKE
VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR EVENTUELE
SCHADE VOORTKOMEND UIT EEN INSTALLATIE DIE
NIET CONFORM IS AAN DE GELDENDE NORMEN.
PLAATS VAN INSTALLATIE
Voor een goed functioneren van het apparaat, is het noodzakelijk dat er in de kamer de nodige lucht voor de gasverbranding kan toestromen op een natuurlijke wijze. (De installateur moet de nationale normen van kracht volgen.) De toevoer van lucht moet rechtstreeks vanuit openingen komen die niet van binnen, noch van buiten, verstopt mogen worden.
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor de erkende installateur. De installatie en onderhoud van het toestel moeten worden uitgevoetd door een bevoegde installateur overeenkomstig de geltende voorschriften en de regels van de kunst, met name: NBND 51003.
Voor de toestellen aangesloten op het lichtnet: NBN normen.
Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor ongevallen of incidenten veroorzaakt door een defecte of onbestaande aarding.
UITLAAT VAN DE VERBRANDINGSSTOFFEN
De gasfornuizen moeten de verbrandingsstoffen uitlaten, conform aan de nationale normen van kracht.
38
Page 18
GASAANSLUITING
De gasaansluiting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationaal geldende normen. Het toestel werd vóór het de fabriek verliet, getest en afgesteld voor het soort gas dat aangeduid staat op het identificatieplaatje achteraan op het fornuis, naast de aansluiting. Vergewis u ervan dat het gebruikte en voorhanden zijnde gas overeenstemt met het soort gas op het plaatie.
AANSLUITING MET EEN VASTE BUIS OF EEN METALEN EN SOEPELE SLANG
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting uit te voeren met vaste buizen (bv. in koper) of met soepele buizen in inoxstaal zodat het toestel niet beschadigd raakt. De aansluiting aan de gasmond voor deze toestellen is Gc 1/2.
AANSLUITING MET SOEPELE, NIET­METALEN BUIS
Wanneer u voor de aansluiting een soepele niet­metalen buis of slang gebruikt, moet u bij de controel van de staat van de slang vooral op de volgende punten letten:
- de slang vertoont geen plooien, versmallingen, brandsporen; zowel aan de beide uiteinden als over de volledige lengte;
- het materiaal is niet hard geworden en is dus nog steeds even soepel en buigzaam;
- de verbindings- en sluitingsringen (als er zijn) zijn niet geroest;
- de geldigheidsdatum (als er een is) niet verstreken is.
De slang moet als volgt geplaatst worden:
- mag niet onder spanning of gedraaid zijn;
- mag niet in aanraking komen met scherpe voorwerpen of met scherpe randen;
- het moet makkelijk zijn om de staat van de slang te controleren.
JA
SOEPELE RUBBEREN SLANG
ELEKTRISCHE KABEL
JA
SOEPELE RUBBEREN SLANG
ELEKTRISCHE KABEL
NEEN
SOEPELE RUBBEREN SLANG
Indien zich toch één van bovenvermelde dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet u da slang niet laten herstellen maar volledig vervangen.
BELANGRIJK
Wanneer de installatie voltooid is, gaat u de goede vastheid van de verbindingen na met schuim of zeepwater maar NOOIT met een vlammetje.
ELEKTRISCHE KABEL
39
Page 19
AANPASSING VOOR VERSCHILLENDE GASSOORTEN
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de opeenvolgende handelingen verrichten.
GASVERBINDING (FIG.7)
LPG: de rubber-houder “C” gebruiken Aardgas: de verbinding “A” gebruiken
Steeds de pakking “B” invoegen (fig.7). Daarna overgaan tot de verbinding volgens de gegeven instruktie’s. (Zie de overeenkostige paragraaf).
VERVANGING EN REGELING VAN DE SPROEIERS VAN DE KOOKPLAAT
1. Vervanging van de sproeiers:
– De roosters wegnemen. – De deksels en de kronen van de branders afnemen. – Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (fig.8) en deze vervangen door diegenen die geschikt zijn voor het te gebruiken gas (zie tabel
"Algemene eigenschappen"). De onderdelen weer monteren door de beschreven handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling nodig.
Fig. 7
FO 0392
Fig. 8
2. Minimum regeling branders van de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen (fig.9) en dan:
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG
gas, het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
- in geval van transformatie van LPG gas noor
aardgas, het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai
losschroeven, totdat men een kleine regelmatige
vlam verkrijgt. De onderdelen weer monteren door de beschreven handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten. Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat door de knop snel van de maximum naar de minimum positie te draaien.
Fig. 9
40
Page 20
Elektrische Aansluiting
Het toestel is geschikt voor een aansluiting op een spanning van 230 V monofase. De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de geldende normen en schikkingen voorzien in de wetgeving. Ga vóór het aansluiten na of:
- de hoofdzekering en de installatie van het huis de lading van het toestel aankunnen (zie het identificatieplaatje achteraan)
- de voedingsinstallatie uitgerust is met een doeltreffende aarding volgens de geldende normen en schikkingen voorzien in de wetgeving.
- het stopcontact en de bipolaire schakelaar makkelijk bereikbaar zijn wanneer het fornuis is uitgerust en verbindt het met een gepaste stekker.
Het apparaat wordt met aansluitkabel type H05 RR­F, diameter 3 x 1,5 mm2, geleverd.
Het toestel moet rechtstreeks op het net wenst verbonden zijn, moet u tussen het toestel en het net een bipolaire schakelaar zetten met min. 3 mm opening tussen de contacten, aangepast aan de lading en voldoend aan de geldende normen. De geel/groene aarding mag niet onderbroken worden door de schakelaar. De fasedraad - kastanjekleur (komend van de klem “L” van het fornuisbord) moet altijd verbonden zijn met de fase van het voedingsnet. De voedingskabel moet altijd zo geplaatst worden dat hij over de hele lengte nooit een temperatuur kan bereiken die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur. Indien u de voedingskabel vervangt, gebruik dan draad van het type H05RR-F met een sectie aangepast aan de lading. U moet er bovendien voor zorgen dat de kleine geel/groene aarding ongeveer 2 cm langer is dan de fase en neutrale draden (fig. 10). Na de aansluiting gaat u de opwarming na door de elementen ongeveer 3 minuten aan te zetten.
Fase
Aarde (geel-groen)
FO 0073
Neutraal
De fabrikant wijst alle verantwoordelijdheid af indien de preventienormen niet werden gerespecteerd.
Fig. 10
41
Page 21
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota, of kwitantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen 1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of constructiefouten, heeft de koper het recht op kosteloos herstel. 1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee jaar. Accessoires zijn aan direkte slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uitgesloten. 2 Indien binnen de garantietermijn door Zanussi reparaties worden verricht, wordt de oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd. Op reparaties buiten de garantietermijn door Zanussi verricht, en op de hierbij geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar garantie verleend. Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen resultaat van een opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage. 3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie: wasautomaten, trommeldroogautomaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten. 3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn. 4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar servicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risico van de fabrikant. 5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende functionele kenmerken bezitten maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen franco aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats. 6 Indien een onder de algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet meer hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen 7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en
motorbeveiliging) geldt een aflopende garantieperiode, in gelijke percentages van 20 procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de algemene garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden bezoek­, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen 8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- geen aankoopnota of, kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat blijkt, getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat bestemd is gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geinstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodigde tijd voor het uit­en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht. 8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden. 8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of controlewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door ELECTROLUX SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Nederland
ELECTROLUX
SERVICE
Vennootsweg 1 2404 CG Alphen aan den Rijn Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. 0172 - 46 83 00 Fax 0172 - 46 82 55 Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. 0172 - 46 84 00 Fax 0172 - 46 83 76
42
België/Belgique
Bergensesteenweg 719 1520 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen: Dépannages à domicile Tel.: 02-3630444 Fax.: 02-3630400 Wisselstukken: Pièces détachées: Tel.: 02-3630555 Fax.: 02-3630500 Telex: 22915 eluxbe
Luxembourg/Luxemburg
3, Rue d'Arlon L-8009 Stassen
Dépannages à domicile Kundendienst Tel.: 45 33 50 Fax.: 45 84 34 Pièces détachées Ersatzteile Tel.: 45 33 50 Fax.: 45 84 34
Loading...