Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U
wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/
of in gebruik neemt
Installatie
•Installatie en aansluiting dienen door een daartoe
erkend installateur uitgevoerd te worden, volgens
de hem bekende voorschriften. Bij aflevering door
de fabrikant of importeur is het fornuis uitsluitend
geschikt voor gebruik op aardgas.
•Het apparaat is zwaar en moet voorzichtig
behandeld worden bij het verplaatsen. Verplaats
het apparaat nooit aan de handgreep.
•Zorg ervoor dat alle verpakkingsmaterialen, ook in
het apparaat verwijderd worden. Zorg ervoor dat
de verpakkingsmaterialen op een
milieuvriendelijke manier opgeruimd worden.
•Een eventueel noodzakelijke wijziging van de gasen/of elektriciteitsvoorzieningen ten behoeve van
de installatie van dit apparaat, dienen eveneens
door een erkend installateur uitgevoerd te worden.
•Controleer of de gegevens m.b.t. gas en
elektriciteit op de plaats van opstelling
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
dat zich bij de gastoevoerleiding bevindt.
•Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Veiligheid van kinderen
•Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
•Houd tijdens in het gebruik zijn van de oven
kinderen uit de buurt. Ook na het uitschakelen van
de stroomtoevoer blijft de ovendeur nog lange tijd
heet.
•Gebruik nooit te kleine of onstabiel staande
pannen.
Tijdens het gebruik
•Deze oven is ontwikkeld voor het bereiden van
etenswaren en mag niet gebruikt worden voor
andere doeleinden.
•Goede ventilatie van het vertrek waarin het
gaskookplateau gebruikt wordt is van groot
belang; bij slechte ventilatie kan zuurstofgebrek
optreden. Raadpleeg uw installateur of laat u
voorlichten door het plaatselijke energiebedrijf.
•Een brander behoort rondom te branden. Vermijd
sterke tocht. Indien, onder normale
omstandigheden, een brander niet rondom brandt,
maak de brander dan schoon volgens de
aanwijzingen in het instructieboekje. Helpt dat
niet, raadpleeg dan uw installateur of de
servicedienst.
•Gebruik het fornuis niet als er water op of onder
ligt. Gebruik het fornuis niet met natte handen.
•Zorg ervoor, dat bij het niet gebruiken van de oven
de knoppen op de nulstand staan.
•Zorg ervoor, dat snoeren van andere apparaten niet
in de buurt komen van de hete delen van de oven,
of bekneld raken tussen de ovendeur en de oven.
•Geen onstabiele of vervormde pannen gebruiken;
die zouden kunnen omvallen en zo ongelukken
veroorzaken.
•Wees uiterst voorzichtig met olie en vet.
•Uit het oogpunt van hygiëne en veiligheid moet de
oven goed schoon gehouden worden.
Voedselresten en vetten kunnen in de oven
ontvlammen.
•Gebruik de oven niet als opbergplaats. Plaats nooit
iets in de oven dat zou kunnen smelten.
•Zorg ervoor, dat aluminium folie of andere hitte
bestendige materialen niet in contact komen met
de verwarmingselementen.
•Zorg er altijd voor dat de ventilatie-opening van
de oven (midden achter in de kookplaat) vrij is.
•Bederfelijke levensmiddelen, kunststof
voorwerpen en spuitbussen niet boven het fornuis
bewaren, ze kunnen door de hitte aangetast
worden.
23
Page 3
Inhoud
Algemene waarschuwingen en adviezen.............23
Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben
de volgende betekenis:
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
aanwijzingen m.b.t. het gebruik
☞
adviezen en tips
i
25
Page 5
De bediening
De knoppen zijn voorzien van de volgende indicaties
=UIT
=maximum
=minimum
Afhankelijk van het model ontsteekt u een brander op
de volgende manier:
Vonkontsteking
Druk de knop van de betreffende brander geheel in
en draai hem op de hoogste stand. Druk vervolgens
de vonkontstekingknop in en de brander gaat aan.
Maar houd vervolgens de knop nog 5 seconden
geheel ingebrukt. Dat is nodig om de
vlambeveiliging in te schakelen. Zet vervolgens de
knop in de gewenste stand.
Luciferontsteking
Steek een lucifer aan. Druk de knop van de
betreffende brander in en draai hem linksom. Steek
de brander direct aan. Maar houd vervolgens de
knop nog 5 seconden geheel ingedrukt. Dat is nodig
om de vlambeveiliging in te schakelen. Zet
vervolgens de knop in de gewenste stand.
Waarschuwing
Druk nooit op de knop van de brander als
het branderdeksel niet op de brander ligt.
Doet u dat wel, dan kan de ontstekingsunit
z’n zeer hoge spanning niet kwijt hetgeen
tot beschadiging van de ontstekingsunit kan
leiden.
Belangrijk:
Ontsteek eerst de brander en plaats dan de
i
pan boven de brander.
26
Page 6
Het gebruik
De lekplaat
De lekplaat is bedoeld voor het opvangen van
overkokende vloeistof of gemorste ingrediënten. Wij
adviseren u om na het gebruik van de kookplaat de
lekplaat direct schoon te maken. Gemorste en daarna
opgedroogde substanties zijn vaak moeilijk te
verwijderen, terwijl bij direct schoonmaken een
vochtige doek al voldoende is. Zowel email als
roestvrijstaal zijn gevoelig voor agressieve zuren. Zo
moet u bijvoorbeeld gemorste rabarber beslist direct
verwijderen en met schoon water naspoelen. Dat
geldt vanzelfsprekend ook voor de pandragers en de
branderdeksels.
De pandragers
Het gaskomfoor is voorzien van twee pandragers. Na
verloop van tijd kan, door het gebruik van de
branders, enig email van de punten afspringen; dat is
een normaal, niet te vermijden, verschijnsel.
Nuttig gebruik
•Een grote pan op de kleine kookbrander is, voor
wat het aan de kook brengen betreft,
oneconomisch. Doordat het aan de kook brengen
te lang gaat duren treedt ondertussen veel
warmteverlies op.
•Een kleine pan op de sterkbrander is eveneens
oneconomisch, omdat een deel van de vlammen
dan buiten de panbodem steekt en de warmte
daarvan voor de pan verloren gaat.
•Een zeer effectieve gasbesparing bereikt u door
altijd een goed sluitend pandeksel te gebruiken,
zeker tijdens het aan de kook brengen.
•Een schone panbodem, ook aan de buitenkant,
draagt bij aan betere warmteoverdracht.
•Draai na het aan de kook komen de vlam zover
terug dat het gerecht nog juist kan doorkoken. Een
grotere vlam dan nodig voor het doorkoken is
oneconomisch.
TYPE BRANDERMIN. AFMETING MAX. AFMETING
Sterk180 mm260 mm
Normaal120 mm220 mm
Klein80 mm160 mm
Tweevoudigering180 mm. 260 mm.
27
Page 7
Elektrische Oven
Oven Functieknop
Onderstaande symbolen verschijnen in het venster.
0UIT
Alleen de ovenverlichting AAN
Boven- en onderelement AAN
Grill-element AAN
Hetelucht-systeem AAN
Het kiezen van de gewenste functie geschiedt
door de functieknop op het symbool te draaien.
OFF
OFF
Thermostaatknop
De gewenste temperatuur kunt u kiezen door de knop
met de wijzers van de klok mee te draien. De
temperatuurkeuze loopt van 50° C tot max 250° C.
Mechanische klok
De mechanische klok kan geregeld worden voor
maximum één uur.
Draai de knop rechtsom op 60 minuten en dan
linksom op de gewenste tijd.
Nadat de vooraf bepaalde tijd afgelopen is, hoort u
een akoestisch signaal dat automatisch ophoudt.
De mechanische klok, bij het akoestisch signaal, stopt
het functioneren van de oven niet.
100
54
50
150
3
200
0
51
0
28
Page 8
Het gebruik voor de eerste keer
Na het plaatsen van de oven gaat u als volgt te werk:
☞
Tijdens de eerste paar minuten zal er rook met een
onaangename geur onstaan, dit wordt veroorzaakt
door het isolatiemateriaal en vettige restanten op het
materiaal, erop gekomen tijdens de productie.
Voordat u de oven gaat gebruiken reinig dan eerst de
legrekken en afdruipschaal grondig met een
afwasmiddel.
1. zet de ovenfunctieknop op traditioneel
koken
2. zet de thermostaatknop op MAX;
3. laat de oven (leeg) 45 minuten lang
werken;
4. zet een raam open voor frisse lucht.
;
Het gebruik van de oven
•Gebruik de oven met de deur gesloten
•Gebruik altijd ovenhandschoenen voor
het uit de oven nemen van hete schalen
of pannen.
•Laat de ovendeur nooit met een klap naar beneden
vallen, houd de deur tegen tot hij open is. Ga niet
direct voor de oven staan, er kan hitte ontsnappen.
°
•De in de oven bereikte temperatuur kan 250
zijn. Gebruik daarom altijd materialen die
bestand zijn tegen hoge temperaturen.
•Plaats nooit kookgerei op de bodem van de oven.
Bedek nooit de bodem van de oven met folie.
Door het bedekken van de oven kan er schade aan
de bodem optreden, terwijl het bak/braadresultaat
nadelig wordt beÏnvloed.
•Wees voorzichtig met oliën en vetten, deze kunnen
bij oververhitting brand veroorzaken.
Wees om dezelfde reden voorzichtig met het
inzetten of uitnemen van voedsel en voorkom dat
er vet of olie op de bodem van de oven komt.
Moch dit gebeuren verwijder dit dan zeer
zorgvuldig om rook en luchtjes te voorkomen.
C
4
3
2
1
Het plaatsen van de ovenrekken
Om betere kookresultaten te behalen is het mogelijk
de legrekken op diverse hoogten te plaatsen. Let op
dat de rekken op de juiste manier in de oven geplaatst
worden.
29
Page 9
Bakken en braden op
Raadgevingen voor braden
conventionele wijze
Draai de keuzescahkelaar op en stel de gewenste
temperatuur in met de thermostaatknop.
In deze functie worden het boven- en onderelement
gebruikt en door het rek meer naar boven of naar
onderen te plaatsen kunt u de hitte zelf verdelen.
Hete-lucht circulatie
Draai de keuzeschakelaar op . en stel de gewenste
temperatuur in met de thermostaatknop. De ventilator
van het hete-luchtsysteem zorgt ervoor dat de gehele
ovenruimte wordt verwarmd en geeft daarom de
gelegenheid meerdere gerechten tegelijkertijd te
bereiden. Indien u twee maaltijden tegerlijkertijd wilt
bereiden, dan adviseren wij u richel een en drie te
gebruiken.
Ontdooien
Draai de keuzeschakelaar op en zet de knop van
de thermostaat op UIT (l).
Voor het ontdooien van diepvriesproducten wordt
alleen de ventilator aangezet, de circulerende lucht
ontdooit het product sneller dan op het aanrecht.
Het vlees kan op een schotel geplaatst worden die
voor het braden in de oven geschikt is of direct op het
rooster, waaronder de lekschaal zal worden geplaatst
om de jus te verzamelen. Het rooster moet zoals in
fig. 6 getoond ingevoegd worden. Laat vlees na
braden minstens 15 minuten staan alvorens het aan te
snijden. Hiermee wordt het verloren gaan van
vleesnat voorkomen. Doe wat water in de lekschaal
om het ontstaan van rook, door het verbranden van
vet te vermijden. Herhaal dat af en toe om
condensvorming tegen te gaan.
Raadgevingen voor bakken
Gebak vergt doorgaans een matige temperatuur (150200 °C), daarom moet de oven ongeveer 10 minuten
voorverwarmd worden.
Open tijdens het bakken de ovendeur niet, voordat
driekwart van de baktijd verstreken is. Gebak dat
gegarneerd wordt eerst tweederde van de baktijd laten
bakken en pas daarna garneren en afbakken. De
resterende baktijd hangt sterk af van de soort en
hoeveelheid van de garnituur. Roerdeeg moet
moeilijk van de lepel gaan anders wordt de baktijd
onnodig lang door teveel aan vocht.
Bij gebruik van twee bakblikken moet een richel
vrijgelaten worden.
Grilleren
De functieknop schakelt u in de stand voor grilleren
(Grill-element), en de thermostaatknop draait u op
MAX, tenzij anders aanbevolen.
Zodra voedsel wordt verwarmd onstaat er
stoom die in contact komt met het glas van de
ovendeur en vervolgens waterdruppels op het
glas vormt. Dit is normaal en wordt niet door
een fout in de oven veroorzaakt. We adviseren
deze druppels na ieder gebruik te verwijderen.
Het gebruik van de grill
Bijna alle vleessoorten kunnen gegrilleerd worden,
behalve rollades, gehakt vlees en bepaalde stukken
mager wild.
Vlees en vis aan beide kanten met olie invetten en op
het grillrooster leggen. De richelhoogte hangt af van
het soort vlees.
De lekschaal moet in de eerste richel van onderaf
geschoven worden. Bij het grilleren verdient het
aanbeveling om eerst een beetje water in de lekschaal
te doen, zodat het vastbakken van afdruipend vet
wordt voorkomen.
De lekschaal moet in de eerste richel van onderaf geschoven worden.
31
Page 11
Onderhoud
De kookplaat
Zoals reeds eerder gezegd adviseren wij u de
kookplaat steeds direct na het gebruik schoon te
maken. Een vochtige doek is dan in de regel
voldoende.
De branderdeksels, gemaakt van geëmailleerd
gietijzer, houden zichzelf schoon door de hoge
temperatuur. Toch zal het voorkomen dat u de
branderdeksels moet of wilt reinigen. Dat gaat het
eenvoudigst in een heet sopje, waar u ook de gewone
afwas mee gedaan zou hebben.
Datzelfde geldt ook voor de pandragers.
Vermijd het gebruik van agressieve
schoonmaakmiddelen of schuurspons; beide kunnen
zowel email als roestvrijstaal aantasten of
schuurkrassen veroorzaken.
Gebruik voor het laten glanzen van email een zachte
droge doek en voor het behandelen van vlekken of
verkleuringen op roestvrijstaal een daartoe in de
handel verkrijgbare polish.
Let u er vooral op dat na het reinigen van de
branderdeksels alle gaatjes rondom goed schoon en
droog zijn. Water of sop in de gaatjes veroorzaakt
slecht of niet ontsteken van het gas op die plaatsen.
Om een branderdeksel op de juiste manier op de
branderkelk terug te kunnen plaatsen, is het
branderdeksel voorzien van een nok en de
branderkelk van een daarmee overeenkomende
uitsparing. Alleen op die manier geplaatst garandeert
de brander een goede vlamverdeling rondom.
32
Page 12
Onderhoud van de oven
Laat het fornuis altijd afkoelen voordat u
het schoonmaakt, zorg er bovendien voor
dat de oven afgekoppeld is door de stekker
uit het stopcontact te halen, zeker bij
onderhoud van de oven. Zorg ervoor dat
alle knoppen in de nulstand staan.
Overtuig u ervan dat de oven is uitgeschakeld vóór u
hem schoonmaakt. Trek daartoe de stekker uit het
stopcontact of zet de installatie schakelaar op Uit.
Wacht tot de oven is afgekoeld.
De accessoires en de binnenkant kunt u met heet
water en een afwasmiddel schoonmaken. Gebruik
evt. een ovenreiniger (spuitbus), maar dan alleen
voor de zijwanden en de bodem. Gebruik geen
schuurmiddelen, agressieve of giftige stoffen voor
het schoonmaken.
Om het schoonmaken te bevorderen kan de
bodemplaat eruit worden genomen.
Vetresten laten zich het best verwijderen met warm
water als de ovenruimte nog handwarm is.
De emaillering van de ovenruimte is uiterst
duurzaam. Zuren, zoals die voorkomen in citroenen,
pruimen en rabarber, kunnen echter bij het morsen
matte vlekken veroorzaken. Verwijder de vlekken zo
snel mogelijk.
Zijn dit soort vlekken toch ontstaan, dan zijn ze niet
meer te verwijderen. Dit stoort de goede werking van
de oven echter niet.
De voorkant van de oven kunt u naar behoefte
reinigen met warm water en een neutraal
schoonmaakmiddel.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Denk bij het kopen van reinigingsmiddelen ook aan
milieuvriendelijke middelen.
FO 0417
Verwijderen van de ovendeur
Als tijdens het schoonmaken van de ovenbinnenkant
de deur in de weg zit, of bij het schoonmaken tussen
de glasdeuren, kan de deur tijdelijk verwijderd
worden of uiteen worden genomen.
Ga als volgt te werk:
1) Open de deur geheel;
2) Klap de beugeltjes op de scharnieren om;
3) Sluit de deur tot hij stuit (staat dan schuin open);
4) Til de deur met beide handen iets op en trek hem
naar u toe uit het ovenfront;
Om de deur weer in elkaar te zetten en in de oven te
plaasten volgt u de omgekeerde procedure.
De ovendeur alleen met warm water afnemen.
Gebruik geen ruwe doeken of schuurmiddelen.
33
Page 13
De Ovendeurrand
Het goed werken van de oven is mede afhankelijk
van het deurrubber geplaatst tussen de oven en de
deur.
Controleer regelmatig de conditie van dit rubber,
houd het schoon en gebruik nooit agressieve
schoonmaakmiddelen.
Als het deurrubber beschadigd is laat dit dan
vervangen door Electrolux Service.
Het vervangen van het ovenlampje
Overtuig u ervan dat de oven uitgeschakeld is vóór u
het lampje vervangt. Trek daartoe de stekker uit het
stopcontact of zet de installatie schakelaar op Uit.
Wacht tot de oven is afgekoeld.
Indien het lampje van de binnenverlichting
vervangen moet worden, dan kunt u het verwijderen
door het kapje los te draaien.
Vervang het lampje tegen hetzelfde model, 230V/
15W met E14-fitting, bestand tegen een temperatuur
van 300°C.
Enkele tips mocht er iets niet werken
HET PROBLEEM
◆
De oven doet niets
◆
Het thermostaatlampje brandt niet
◆
De binnenverlichting gaat niet aan
◆
De kooktijd duurt te lang of te kort
◆
Condensatie in de oven
WAT TE DOEN
◆De oven is niet goed ingesteld, dus controleer of de oven op
handbediening staat
◆Controleer de "stoppen" in de meterkast.
◆Zet de thermostaatknop op een temperatuur
◆Zet de ovenfunctieknop op een functie
◆Zet de ovenfunctieknop op een functie
◆Het ovenlampje is stuk. Vervang dit en volg de reeds eerder
gegeven instructies. Koop de lamp bij Distriparts.
◆Raadpleeg het receptenboek en stel de juiste kooktijd in.
◆Laat voedsel niet langer dan 15 minuten na de kooktijd in de
oven staan.
34
Voordat Electrolux Service gewaarschuwd wordt is het verstandig eerst
bovenstaande tips te volgen.
Page 14
Aanwijzingen voor de installateur
Technische kenmerken
Model :ZCG 75 DC
Gas categorie :II 2E+3+
Voeding gas :G20-G25 mbar
Apparaat van Klasse 2 Sub klasse 1
en Klasse 1
Afmetingen
Hoogte830/910 mm
Breedte700 mm
Diepte600 mm
Inhoud53 dm
3
Vermogen gasbranders
Voor rechts (kleinbrander)1,0 kW
Achter rechts (normaalbrander)2,0 kW
Tweevoudigering brander3,5 kW
Voor links (normaalbrander)2,0 kW
Achter links (sterkbrander)3,0 kW
Vermogen elektrische oven
Onderelement1,0 kW
Bovenelement0,8 kW
Onder- en bovenelementen1,8 kW
Grillelement1,750 kW
Hetelucht-element2,0 kW
Circulatieventilator30 W
Ovenverlichting15 W
Aansluitwaarde oven2,050 kW
Lichtnetspanning (50 Hz)230 V
ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
Maximale
calorisch
debiet
BRANDER
Kleinbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Tweevoudigebrander
kW
1
2
Aardgas
3
Gas LPG : 2,8
3,5
Minimale
calorisch
debiet
kW
0,33
0,45
0,65
1,2
AARDGAS
Richtpunt
1/100
70
96
119
136
m3/h
G20
20
mbar
0,095
0,190
0,286
0,333
G25
25
mbar
0,111
0,221
0,332
0,387
Richtpunt
1/100
50
71
86
93
GAS LPG
g/h
G 30
72,5
145
203
254
G 31
71,5
143
200
249
35
Page 15
Plaatsing
830
840
850
860
870
880
890
900
910
Dit is een type X apparaat. Het werd ontworpen om
te plaatsen tussen twee meubelstukken waarvan de
hoogte die van de kookplaat niet overschrijdt (EN 60
335-2-6).
Tot keukenkastjes of een afzuigkap boven het fornuis
moet een afstand van minstens 650 mm worden
aangehouden.
Als het fornuis lager wordt gemaakt dan het
werkblad (zie hoofdstuk “Verstellen van de voeten”),
moet een minimale afstand van 100 mm links en
rechts tussen het fornuis en de keukenmeubelen
ernaast worden aangehouden.
100
100
650
500
100
500
650
Verstellen van de voeten
Voordat het fornuis wordt geïnstalleerd, moeten de
meegeleverde verstelvoeten worden aangebracht. U
vindt de voeten in de ovenruimte of onderin de
verpakking.
1. Verwijder de pandragers, de branderdeksels en
de branderringen.
2. Kantel het fornuis en leg het voorzichtig op z’n
achterkant (Fig. 1). Zorg ervoor dat het fornuis
niet kan beschadigen.
3. Stel de hoogte van de voeten af. Gebruik
daarvoor de richtlijn op de laatste pagina van
deze gebruiksaanwijzing (Fig. 2). Leg de voet
op de tekening en stel de gewenste hoogte in
door de onderkant van de voet los te draaien.
Herhaal de procedure met de andere voeten.
4. Draai de voeten geheel vast in de openingen in
op de onderkant van het fornuis (Fig.1).
5. Zet het fornuis weer rechtop. Zet de
branderringen, de branderdeksels en de
pandragers terug.
6. Indien nodig, zet u het fornuis waterpas door de
voeten aan te passen, tot de kookplaat geheel
horizontaal ligt en het apparaat stabiel op z’n
vier voeten staat (Fig. 3).
Fig. 1
Fig. 2
FO 2283
FO 2284
36
Fig. 3
FO 2285
Page 16
Aanbrengen van het spatscherm
Het fornuis is uitgerust met een spatscherm aan de
achterkant van de kookplaat. U vindt het spatscherm
in de polystyreen verpakking.
1. Na evt. vetresten van de kookplaat te hebben
verwijderd, brengt u de pakking (meegeleverd
in het zakje met de gebruiksaanwijzing) aan op
de achterkant van de kookplaat. Let erop dat u
de ventilatie-opening van de oven niet afsluit
(Fig. 4).
2. Pak het spatscherm uit en verwijder de
beschermstrook.
3. Zet het spatscherm in de scharnieren aan de
achterzijde van de kookplaat (Fig. 5).
4. Zet het spatscherm vast met de meegeleverde
schroeven (Fig. 6).
FO 2347
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
FO 2285
FO 2285
37
Page 17
Waarschuwingen voor de installateur
De volgende instructies relatief aan de
installatie en het regelen moeten uitgevoerd
worden door gekwalificeerd personeel. Het
apparaat moet correct en conform met de
normen en de wetten van kracht, worden
geinstalleerd.
Om het even welke tussenkomst moet worden
gedaan bij een uitgeschakeld apparaat.
DE CONSTRUCTIEFIRMA WIJST ELKE
VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR EVENTUELE
SCHADE VOORTKOMEND UIT EEN INSTALLATIE DIE
NIET CONFORM IS AAN DE GELDENDE NORMEN.
PLAATS VAN INSTALLATIE
Voor een goed functioneren van het apparaat, is het
noodzakelijk dat er in de kamer de nodige lucht voor
de gasverbranding kan toestromen op een natuurlijke
wijze. (De installateur moet de nationale normen van
kracht volgen.)
De toevoer van lucht moet rechtstreeks vanuit
openingen komen die niet van binnen, noch van
buiten, verstopt mogen worden.
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor de
erkende installateur.
De installatie en onderhoud van het toestel moeten
worden uitgevoetd door een bevoegde installateur
overeenkomstig de geltende voorschriften en de
regels van de kunst, met name: NBND 51003.
Voor de toestellen aangesloten op het lichtnet: NBN
normen.
Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden
voor ongevallen of incidenten veroorzaakt door een
defecte of onbestaande aarding.
UITLAAT VAN DE
VERBRANDINGSSTOFFEN
De gasfornuizen moeten de verbrandingsstoffen
uitlaten, conform aan de nationale normen van kracht.
38
Page 18
GASAANSLUITING
De gasaansluiting moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de nationaal geldende normen.
Het toestel werd vóór het de fabriek verliet, getest en
afgesteld voor het soort gas dat aangeduid staat op het
identificatieplaatje achteraan op het fornuis, naast de
aansluiting. Vergewis u ervan dat het gebruikte en
voorhanden zijnde gas overeenstemt met het soort gas
op het plaatie.
AANSLUITING MET EEN VASTE BUIS OF
EEN METALEN EN SOEPELE SLANG
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting uit te
voeren met vaste buizen (bv. in koper) of met soepele
buizen in inoxstaal zodat het toestel niet beschadigd
raakt.
De aansluiting aan de gasmond voor deze toestellen
is Gc 1/2.
AANSLUITING MET SOEPELE, NIETMETALEN BUIS
Wanneer u voor de aansluiting een soepele nietmetalen buis of slang gebruikt, moet u bij de controel
van de staat van de slang vooral op de volgende
punten letten:
-de slang vertoont geen plooien, versmallingen,
brandsporen; zowel aan de beide uiteinden als over
de volledige lengte;
-het materiaal is niet hard geworden en is dus nog
steeds even soepel en buigzaam;
-de verbindings- en sluitingsringen (als er zijn) zijn
niet geroest;
-de geldigheidsdatum (als er een is) niet verstreken
is.
De slang moet als volgt geplaatst worden:
-mag niet onder spanning of gedraaid zijn;
-mag niet in aanraking komen met scherpe
voorwerpen of met scherpe randen;
-het moet makkelijk zijn om de staat van de slang te
controleren.
JA
SOEPELE RUBBEREN
SLANG
ELEKTRISCHE
KABEL
JA
SOEPELE RUBBEREN
SLANG
ELEKTRISCHE
KABEL
NEEN
SOEPELE RUBBEREN
SLANG
Indien zich toch één van bovenvermelde dingen
voordoet (of meerdere tegelijk) moet u da slang niet
laten herstellen maar volledig vervangen.
BELANGRIJK
Wanneer de installatie voltooid is, gaat u de goede
vastheid van de verbindingen na met schuim of
zeepwater maar NOOIT met een vlammetje.
ELEKTRISCHE
KABEL
39
Page 19
AANPASSING VOOR VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te
passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de
opeenvolgende handelingen verrichten.
GASVERBINDING (FIG.7)
LPG: de rubber-houder “C” gebruiken
Aardgas: de verbinding “A” gebruiken
Steeds de pakking “B” invoegen (fig.7). Daarna
overgaan tot de verbinding volgens de gegeven
instruktie’s.
(Zie de overeenkostige paragraaf).
VERVANGING EN REGELING VAN DE
SPROEIERS VAN DE KOOKPLAAT
1. Vervanging van de sproeiers:
– De roosters wegnemen.
– De deksels en de kronen van de branders afnemen.
– Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (fig.8) en deze vervangen door diegenen
die geschikt zijn voor het te gebruiken gas (zie tabel
"Algemene eigenschappen").
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling
nodig.
Fig. 7
FO 0392
Fig. 8
2. Minimum regeling branders van de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de
knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen
(fig.9) en dan:
-in geval van transformatie van aardgas noor LPG
gas, het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
-in geval van transformatie van LPG gas noor
aardgas, het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai
losschroeven, totdat men een kleine regelmatige
vlam verkrijgt.
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te verrichten.
Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat
door de knop snel van de maximum naar de minimum
positie te draaien.
Fig. 9
40
Page 20
Elektrische Aansluiting
Het toestel is geschikt voor een aansluiting op een
spanning van 230 V monofase.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de
geldende normen en schikkingen voorzien in de
wetgeving.
Ga vóór het aansluiten na of:
-de hoofdzekering en de installatie van het huis de
lading van het toestel aankunnen (zie het
identificatieplaatje achteraan)
-de voedingsinstallatie uitgerust is met een
doeltreffende aarding volgens de geldende
normen en schikkingen voorzien in de wetgeving.
-het stopcontact en de bipolaire schakelaar
makkelijk bereikbaar zijn wanneer het fornuis is
uitgerust en verbindt het met een gepaste stekker.
Het apparaat wordt met aansluitkabel type H05 RRF, diameter 3 x 1,5 mm2, geleverd.
Het toestel moet rechtstreeks op het net wenst
verbonden zijn, moet u tussen het toestel en het net
een bipolaire schakelaar zetten met min. 3 mm
opening tussen de contacten, aangepast aan de lading
en voldoend aan de geldende normen.
De geel/groene aarding mag niet onderbroken
worden door de schakelaar.
De fasedraad - kastanjekleur (komend van de klem
“L” van het fornuisbord) moet altijd verbonden zijn
met de fase van het voedingsnet. De voedingskabel
moet altijd zo geplaatst worden dat hij over de hele
lengte nooit een temperatuur kan bereiken die 50°C
hoger is dan de kamertemperatuur.
Indien u de voedingskabel vervangt, gebruik dan
draad van het type H05RR-F met een sectie
aangepast aan de lading. U moet er bovendien voor
zorgen dat de kleine geel/groene aarding ongeveer 2
cm langer is dan de fase en neutrale draden (fig. 10).
Na de aansluiting gaat u de opwarming na door de
elementen ongeveer 3 minuten aan te zetten.
Fase
Aarde (geel-groen)
FO 0073
Neutraal
De fabrikant wijst alle verantwoordelijdheid af
indien de preventienormen niet werden
gerespecteerd.
Fig. 10
41
Page 21
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van
de betreffende aankoopnota, of kwitantie te worden getoond
of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend vanaf de
koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing
voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of
constructiefouten, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
geldt een algemene garantieperiode van twee jaar. Accessoires
zijn aan direkte slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn
derhalve van garantie uitgesloten.
2Indien binnen de garantietermijn door Zanussi reparaties
worden verricht, wordt de oorspronkelijke garantietermijn niet
verlengd. Op reparaties buiten de garantietermijn door Zanussi
verricht, en op de hierbij geleverde, betaalde en gemonteerde
onderdelen wordt 1 jaar garantie verleend. Indien na drie maal
uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw
optreedt en geen resultaat van een opnieuw uitvoeren van een
reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of
soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding
geschiedt tegen bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
3Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor
grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie:
wasautomaten, trommeldroogautomaten, afwasautomaten,
koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en
inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook voor
caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het apparaat
bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het
autoverkeer opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen
ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens
gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats
aanwezig te zijn.
4Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals
bedoeld onder punt 3 naar haar servicewerkplaats
getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de
door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risico
van de fabrikant.
5Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde apparaten,
alsmede apparaten welke wel de betreffende functionele
kenmerken bezitten maar daarnaast juist bedoeld zijn voor
gemakkelijk transport, dienen franco aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de
algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening van
de fabrikant plaats.
6Indien een onder de algemene garantieperiode vallend
defect aan een apparaat niet meer hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en
motorbeveiliging) geldt een aflopende garantieperiode, in gelijke
percentages van 20 procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum
van het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met
inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de algemene
garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden bezoek, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in rekening
gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffende
hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
-geen aankoopnota of, kwitantie, waaruit tenminste de
aankoopdatum en de identificatie van het apparaat blijkt,
getoond kan worden of meegezonden werd;
-het apparaat voor andere, of óók voor andere dan
huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat bestemd
is gebruikt wordt;
-het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing
geinstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld wordt;
-het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet
bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd,
opgehangen of geplaatst is dat de benodigde tijd voor het uiten inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de eigenaar in
rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de
eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een
apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald
worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk
van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de
aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen
niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid
daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen
echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een
blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen,
is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controlewerkzaamheden door uw
vakhandelaar of door ELECTROLUX SERVICE te laten
uitvoeren en uitsluitend
originele DISTRIPARTS
onderdelen te laten plaatsen.
Nederland
ELECTROLUX
SERVICE
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op
werkdagen tijdens kantooruren:
Tel.0172 - 46 83 00
Fax0172 - 46 82 55
Onderdelenverkoop op
werkdagen tijdens kantooruren:
Tel.0172 - 46 84 00
Fax0172 - 46 83 76