Zanussi ZCB770X User Manual [de]

NL

Gebruiksaanwijzing 2

DE

Benutzerinformation 28

Stoomoven
Dampfgarer

ZCB 770

Inhoud

Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Bediening _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Bereidingstabel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 18

Veiligheidsinformatie

Waarschuwing! Bewaar deze handleiding zodat u

hem later nog eens na kunt lezen. Mocht het
apparaat aan derden doorgegeven of verkocht worden, of
indien u het apparaat wa nneer u gaat verhuizen in uw oude
woning achterlaat, dan is het van groot belang dat de
nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de
aanwijzingen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de
gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig
door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik
neemt.

Montage

• De installatie moeten worden uitgevoerd door een er-

kend installateur, met inachtneming van de geldende
voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamhe­den zijn beschreven in de instructies voor de installa­teur.

• Laat het apparaat installeren en aansluiten door een

erkend installateur overeenkomstig de richtlijnen.

• Indien wijzigingen aan de stroomvoorziening vereist

zijn vanwege de installatie, dan dienen deze te worden
uitgevoerd door een erkend installateur.

Bediening

• Deze oven is ontwikkeld vo or het bereiden van voedsel;

gebruik het nooit voor andere doeleinden.

• Alle bereidingen moeten uitgevoerd worden met ge-

sloten deur, ook grillen.

• Pas, bij het openen van de deur, tijdens of aan het einde

van de bereiding, altijd op de hete luchtstroom, die uit
de oven naar buiten komt.

• Wees extra voorzichtig tijdens het gebruik van het ap-

paraat. Door de grote hitte van de verwarmingsele­menten zijn de bakplaten en andere onderdelen erg
heet.

Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 23
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 24
Montage-instructies _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 25
Service en onderdelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 26
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 27

Wijzigingen voorbehouden

• Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie
in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact
komen met de bodem van de oven.

• Ga bij het schoonmaken van de oven voorzichtig te
werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien aan­wezig), de verwarmingselementen en de thermostaats­ensor.

• Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan
te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan.

• Tijdens het bakken, braden en grillen worden het ven­ster van de deur en de overige onderdelen van het ap­paraat erg heet. Houd kinderen daarom uit de buurt van
het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden
aangesloten op stopcontacten in de buurt van de oven,
let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking
komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.

• Gebruik altijd ovenwanten om hete vuurvaste schotels
of schalen uit de oven te halen.

• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktema­teriaal van de oven achteruitgaat.

• Schakel voordat u de oven gaat reinigen de stroom uit
of haal de stekker uit het stopcontact.

• Verzeker u ervan dat de oven in de stand UIT staat als
hij niet meer wordt gebruikt.

• Deze oven is geschikt voor gebruik als afzonderlijk
apparaat of in combinatie met een elektrische kook­plaat, voor aansluiting aan enkelfase 230 V.

• Het apparaat mag niet worden gereinigd met een tot
een hoge temperatuur verwarmde stoomreiniger.

• Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen
krabbers. U kunt daarmee krassen op het glas van de
deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van
het glas.

2

Veiligheid van personen

• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse­nen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten
gebruiken of hen ermee te laten spelen.

• Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking
is. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft deze nog
lange tijd warm.

• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen
of andere personen met beperkte lichamelijke, zintuig­lijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan erva­ring en kennis, tenzij dit plaatsvindt onder toezicht van
een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of

Beschrijving van het product

6711 12

tenzij zij van een dergelijke persoon instructies hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.

Klantenservice

• Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren
door de service-afdeling van de fabrikant of door een
service-afdeling die door de fabrikant geautoriseerd is
en gebruik alleen originele onderdelen.

• Probeer in geval van een storing of defect dit apparaat
nooit zelf te repareren. Reparaties die door niet-des­kundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.

14 15

13

1

3

8

4

5

9

10

1 Bedieningspaneel
2 Ovenlampje
3 Grill
4 Ventilator
5 Typeplaatje
6 Indicatielampjes waterreservoir
7 Waterreservoir
8 Stoominlaat

2

9 Waterafvoerklep
10 Waterafvoersonde
11 Thermostaatknop
12 Elektronisch programmeren
13 Functieknop van de oven
14 Controlelampje thermostaat
15 Bedrijfscontrolelampje

3

Ovenaccessoires

Bakplaat Braadslede

Rooster

Bedieningsknoppen

Uittrekbare bedieningsknoppen

De oven is uitgerust met uittrekbare bedieningsknoppen.
Deze knoppen kunnen geheel verzonken zijn in het be­dieningspaneel als de oven uit staat.

Thermostaatknop

Draai de temperatuurregelknop rechtsom om temperatu­ren tussen 50°C en 250° te kiezen

Ovenfuncties

Oven is uitgeschakeld

4

Ovenlampje

Boven- en onderwarmte

Hetelucht

Onderwarmte

Grote grill

Grillen met hete lucht

Hetelucht

Pizza

De bereiding met stoom

Bedrijfscontrolelampje

Het lampje "oven aan" gaat branden als de functieknop
wordt ingesteld.

Controlelampje thermostaat

Het controlelampje van de thermostaat gaat branden als
er aan de thermostaatknop wordt gedraaid. Het lampje
blijft branden tot de juiste temperatuur bereikt is. Daarna
gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in
stand wordt gehouden.

Veiligheidsthermostaat

Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on­juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder­delen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermo­staat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zo­dra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch
weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat vanwege ondeskundig ge­bruik is geactiveerd, hoeft u, nadat de oven is afgekoeld,
alleen de oorzaak van de fout op te lossen; wordt de ther­mostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect on­derdeel, dan dient u contact op te nemen met de klanten­service.

Koelventilator

De koelventilator is ontwikkeld om de oven en het bedie­ningspaneel af te koelen. De ventilator wordt nadat de
oven enkele minuten in werking is automatisch inge­schakeld. Warme lucht wordt door de opening in de buurt
van de handgreep van de ovendeur uitgeblazen. Als de
oven wordt uitgeschakeld, blijft de ventilator ingescha­keld om de oven en het inbouwelement na te koelen,
daarna schakelt de ventiltor automatisch uit.

Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnen en
buiten, voordat u de oven in gebruik neemt.

De oven werkt alleen als u de tijd hebt ingesteld.

Als u de oven voor de eerste keer gebruikt, dient u
de huidige tijd in te stellen met de programmeringseen­heid (raadpleeg de instructies in het hoofdstuk "Elektro­nische programmeringseenheid").

Voordat u de oven inschakelt:

1. Stel de thermostaat in op stand 250 ;

Het gebruik van het waterreservoir

1

Selecteer de functie
"STOOM"

Trek het reservoir naar
buiten zoals weergegeven
op de afbeelding.

3

Vul het reservoir met
water tot het controle­lampje "reservoir vol”
gaat branden. Sluit het re­servoir weer door druk uit
te oefenen op het midden
van het deksel.

Waarschuwing! Gebruik alleen drinkwater om het

waterreservoir mee te vullen. Gebruik GEEN
gefilterd water, gedistilleerd water, gedemineraliseerd
water of andere vloeistoffen.
Schenk geen ontvlambare of alcoholische vloeistoffen
(grappa, whisky, cognac, etc.) in de watervullade.

2.

Draai de keuzeknop naar het symbool

3. Verwarm de oven LEEG gedurende ongeveer 45 mi-

nuten;

4. Ventileer de ruimte gedurende de hele handeling.
Gedurende de eerste minuten van de werking, IS HET
ABSOLUUT NORMAAL dat er rook en onaangename
luchtjes uit de oven komen. Dit wordt veroorzaakt door de
opwarming van de thermische isolatie en door fabrica­geresten.

2

Helemaal tot de eind­aanslag naar buiten trek­ken.

4

Om het reservoir te
sluiten, het naar binnen
duwen tot het weer op zijn
oorspronkelijke plaats zit.

5

Laat de oven na 45 minuten afkoelen, maak daarna de
binnenkant schoon met warm water en een zacht reini­gingsmiddel.
Wij adviseren u bovenstaande procedure te herhalen met

de dubbele grillfunctie

voor ongeveer 5-10 minuten.

en bereiding met hetelucht

Bediening

Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in
het midden vast.

Voordat u voor de eerste keer bakt, dient u de GRILL

en de LEKBAK (d.w.z. de geëmailleerde metalen bak
met verhoogde randen die zich in de oven bevindt) te
wassen.

De timer

21 3

8

1

“Bereidingsduur" controlelampje

2 Display - "
3

“Kookwekker" controlelampje

4

"Tijdstip van de dag" controlelampje

5 Bedieningsknop verhogen " + "
6

Drukknop voor het selecteren van een functie

7 Bedieningsknop verlagen " - "
8

“Einde bereiding" controlelampje

De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld. De
oven kan echter ook zonder enige programmering

bediend worden.

Als de stroom uitvalt worden alle instellingen (klok,
programma-instelling of lopend programma) ge-

wist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de

4567

cijfers in het display en moet de klok/timer gereset wor­den.

Tijd instellen

Zodra het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten,
of na een stroomstoring, begint het lampje "tijd van de
dag" te knipperen.

Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:

1. Druk op de toetsen " - " of " + " om de tijd in te stellen.

2. Wacht 5 seconden: het lampje "tijd van de dag" gaat
uit en de ingestelde tijd verschijnt op het display.

Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:

1. Druk herhaaldelijk op de keuzeknop tot het lampje
"tijd van de dag" knippert op het display.
De tijd kan alleen worden gewijzigd als automatische
functies niet "Kooktijd" of "Einde kooktijd" hebben
ingesteld).

2. Wacht 5 seconden: het lampje "tijd van de dag" gaat
uit en de ingestelde tijd verschijnt op het display.

Waarschuwing!

6

Indien een stroomstoring is opgetreden, worden de ge­gevens die in de progammeringseenheid zijn ingevoerd,
gewist en dienen deze weer te worden ingevoerd als de
stroom is hersteld.

Bereidingsduurfunctie

Met deze functie wordt de oven automatisch uitgescha­keld als de tijd van een geprogrammeerde bereidingsduur
afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, selecteer een
bereidingsfunctie en stel de bereidingstemperatuur in.

Druk herhaaldelijk op knop
dingsduur” te kiezen. Het betreffende controlelampje

gaat knipperen. Ga dan als volgt verder:

Zo stelt u de bereidingstijd in

1. Druk op knop " + " of " - ".

2. Wacht 5 seconden na de uitvoering van de instelling:
het “Bereidingsduur” controlelampje
den en op het display verschijnt weer het tijdstip van
de dag.

3. Als de bereidingstijd is afgelopen schakelt de oven
zich automatisch uit en zal er een geluidssignaal
klinken, terwijl het controlelampje gaat knipperen.
Draai de ovenregelaar en de thermostaatknop op nul.
Om het geluidsalarm uit te schakele n een willekeurige
toets indrukken.

Door het uitschakelen van het geluidsalarm w ordt de oven
weer op handmatig gezet, en als de functieknop en de
thermostaatknoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven
weer gaan opwarmen.

De tijdsduur annuleren

1.

Druk herhaaldelijk op knop
reidingsduur” te kiezen. Het betreffende controle-

lampje
de resterende kooktijd.

2. Druk op knop " - " tot het display toont “0:00”. 5
seconden later gaat het controlelampje uit en zal het
tijdstip van de dag weer op het display verschijnen.

gaat knipperen en op het display verschijnt

om de functie “Berei-

gaat bran-

om de functie “Be-

Einde bereiding

Met deze functie kunt u de oven zodanig instellen dat deze
automatisch uitgeschakeld wordt als de tijd van een ge­programmeerde bereidingsduur afgelopen is. Zet het ge­recht in de oven, selecteer een bereidingsfunctie en stel
de bereidingstemperatuur in. Druk herhaaldelijk op knop

om de functie “Einde bereidingstijd” te kiezen. Het

betreffende controlelampje

Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in

1. Druk op knop " + " of " - ".

2. Wacht 5 seconden na de uitvoering van de instelling:
het “Einde bereiding” controlelampje

den en op het display verschijnt weer het tijdstip van
de dag.

3. Als de bereidingstijd is afgelopen schakelt de oven
zich automatisch uit en zal er een geluidssignaal
klinken, en het controlelampje gaat knipperen. Draai
de ovenregelaar en de thermostaatknop op nul.
Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige
toets indrukken.

Door het uitschakelen van het geluidsalarm wordt de oven
weer op handmatig gezet, en als de functieknop en de
thermostaatknoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven
weer gaan opwarmen.

Zo annuleert u het einde van de bereidingstijd

1.

Druk herhaaldelijk op knop
bereidingstijd” te kiezen. Het betreffende controle-

lampje
de geprogrammeerde Einde bereidingstijd.

2. Druk op knop " - " tot het display de huidige tijd van
de dag toont. De programmeringseenheid zal piepen
en het controlelampje gaat uit.

gaat knipperen en op het display verschijnt

gaat knipperen.

gaat bran-

om de functie “Einde

7

Bereidingsduur en Einde bereidingstijd
gecombineerd

De functies "Bereidingsduur"" en "Einde bereidingstijd"
kunnen tegelijk gebruikt worden om de oven automatisch
in te schakelen en later uit te schakelen.

1.

Met de functie "Bereidingsduur"
dingstijd in zoals beschreven in het betreffende
hoofdstuk) stelt u de tijdsduur in. Druk dan op toets

en het display vertoont de geprogrammeerde in-

stelling.

2.

Met de functie "Einde bereidingstijd"
Einde bereidingstijd in zoals beschreven in het be­treffende hoofdstuk) stelt u het einde van de berei­dingstijd in.
Het overeenkomstige controlelampje gaat branden en
op het display verschijnt het tijdstip van de dag. De
oven zal in- en uitgeschakeld worden volgens de in­gestelde programma's.

(Stel de berei-

(Stel de

Kookwekker

Het alarm van de kookwekker klinkt na afloop van de in­gestelde tijdsduur, maar de oven blijft aan, indien hij in
gebruik is.

Zo schakelt u de kookwekker uit

1.

Druk herhaaldelijk op knop
functie te selecteren. Het betreffende controlelampje

gaat knipperen en op het display verschijnt de

resterende tijd.

2. Druk op knop " - " tot het display toont “0:00”. 5
seconden later gaat het controlelampje uit en zal het
tijdstip van de dag weer op het display verschijnen.

om de “Kookwekker”

De voorbereiding van de oven voor bereidingen met
stoom

Vul het waterreservoir altijd voordat u de stoom­functie gebruikt

Indicatielampje "Reservoir leeg"
Het indicatielampje geeft aan dat het reservoir leeg

is en dat u dit bij moet vullen.

Indicatielampje "Reservoir vol"
Het indicatielampje geeft aan dat de oven gereed is

voor bereiding met stoom.

Zo stelt u de kookwekker in

1.

Druk herhaaldelijk op knop om de “Kookwekker”
functie te selecteren. Het betreffende controlelampje

gaat knipperen.

2. Druk op knop " + " of " - " (maximaal: 2 uur, 30
minuten).

3. Wacht 5 seconden na de uitvoering van de instelling:
het “Kookwekker” controlelampje

4. Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen begint het
controlelampje te knipperen en klinkt er een geluids­signaal. Om het geluidsalarm uit te schakelen een
willekeurige toets indrukken.

8

gaat branden.

Trek het waterreservoir eruit en vul het met water tot het
lampje "reservoir vol"

citeit van het waterreservoir is 0,8 l. Het is voldoende voor
ongeveer 40/45 minuten koken.
Duw het waterreservoir daarna terug op zijn oorspronke­lijke plaats. Nu is de oven klaar voor een bereiding met
stoom.

Indien u het waterreservoir vult met de maximale
capaciteit (0,8 l) en het lampje "reservoir leeg" blijft

branden, dan vereist de storing technische hulp.

aan gaat. De maximale capa-

Als u te veel water in het waterreservoir giet, zal een

beveiligingsafvoer het in de oven laten lopen. Veeg
het overtollige water onmiddellijk op met een spons of
doek.

Bereiding met stoom

Voor de bereiding met stoom gaat u als volgt te werk:

1. Vul het waterreservoir altijd voordat u de stoomfunc-

tie gebruikt. Raadpleeg "De oven voorbereiden op
bereidingen met stoom" om het waterreservoir te vul­len.

2. Maak de gerechten klaar in pannen die geschikt zijn

voor gebruik in de oven. Plaats ze op de grill op het
niveau dat staat aangegeven in de kooktabellen. Het
2e niveau van beneden geeft over het algemeen de
beste resultaten.

Adviezen en tips voor de bereiding met stoom

• Bedek de pannen niet met deksels omdat deze voor­komen dat de stoom in contact komt met het voedsel.

• U kunt uw gerechten ook rechtstreeks op het rooster
bereiden. In dat geval niet vergeten wat water in de
lekbak te gieten en deze onder het rooster te plaatsen.

• Zo wordt het vet dat tijdens de bereiding smelt opge­vangen en het water voorkomt dat het vet verbrandt en
er onaangename luchtjes of rook ontstaan

• Als u de deur wilt openen om de bereidingen te con­troleren, denk er dan aan Om de STOOM-functie uit te
schakelen . Na de controle de deur weer sluiten en de
bereiding met stoom opnieuw kiezen.

Een eventuele vorming van condens op de ruit van

de deur, op de wanden en de bodem van de oven
brengt de werking ervan niet in gevaar. Wij adviseren u
de condens na afloop van de bereiding af te vegen.

Wees voorzichtig bij het openen van de ovendeur

want er ontsnapt onmiddellijk hete stoom.

3. Draai de functieknop van de oven op de stoomfunctie

4. Stel de temperatuur in tussen de 140 en 230 °C. Be­reidingen met stoom geven niet erg goede resultaten
bij temperaturen boven de 230° C.

De stoom begint uit de oven te komen als de oven
de ingestelde temperatuur bereikt heeft.

5. Maak het waterreservoir leeg na elke bereiding met
stoom (zie "Het waterreservoir leegmaken")

Waarschuwing! Wacht minimaal 30 minuten na
bereidingen met stoom om te voorkomen dat er heet

water uit de waterafvoerklep komt.

Accessoires voor de bereiding met stoom

De accessoires voor de bereiding met stoom (verkrijgbaar
in een afzonderlijke set) bieden de mogelijkheid de be­reiding met stoom uit te breiden, u kunt, bijvoorbeeld,
specifieke bereidingen voor groente, vis, enz. maken.

De accessoires bestaan uit:

• een dieetvorm, bestaande uit twee halve schalen van
speciaal glas met een uitsparing voor de plaatsing van
een stoominjector (Afb. 1);

• een klein rooster dat geplaatst kan worden in de di­eetvorm om de levensmiddelen op te leggen;

• 2 injectoren voor bereidingen met stoom;

• een speciale sonde voor gebruik met de twee injectoren
voor bereidingen met stoom; de laatste worden inge­bracht in de eerste en gebruikt zoals afgebeeld in af­beeldingen 1 en 2.

9

Afbeelding 1

De bereiding met stoom in de dieetvorm is met name
geschikt voor groenten: de smaak wordt verbeterd zonder
toevoeging van water en de voedingswaarden van de le­vensmiddelen blijven onveranderd.
De bereiding met directe stoom (Afb. 2) die gebruik maakt
van de injector met gaatjes is ideaal voor kip en kalkoen.
Het vlees wordt dankzij de stoom ook van binnen gaar,
terwijl de buitenkant roze gebraden wordt dankzij de be­reiding met hete lucht, waardoor het vlees mals, zacht en

Nuttige aanwijzingen en tips

smaakvol wordt. De gaten in de injector mogen niet ge­blokkeerd zijn; daarom moet de injector altijd in de holte
van de kip of kalkoen geplaatst worden, zoals aangegeven
op Afb. 2.

Afbeelding 2

Het uiteinde van de sonde met het metalen element

moet in het gat van de naar buiten komende stoom
geplaatst worden. De twee injectoren moeten geplaatst
worden aan het andere uiteinde van de sonde.

De oven heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetniveaus vanaf
de bodem van de oven.

Waarschuwing! Wees voorzichtig bij het plaatsen
en verwijderen van de accessoires om de

geëmailleerde delen van de oven niet te beschadigen.

Waarschuwing! Alle bereidingen moeten
uitgevoerd worden met gesloten deur, ook grillen.

• Gebruik altijd ovenhandschoenen als u gerechten uit
de oven haalt.

• De oven werkt op temperaturen van tussen 30°C en
250°C. Daarom, dient u altijd houders te gebruiken die
bestand zijn tegen dergelijke temperaturen (bijv. me­talen pannen, hittebestendige borden, ovengerei).

• Deze oven is uitgerust met een exclusief bereidings­systeem dat zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie
en de afvoer van de bereidingsdampen. Hierdoor kunt
u gerechten in een constant vochtige omgeving berei-

den waardoor ze zacht van binnen en knapperig van
buiten worden. Bovendien worden de bereidingstijd en
het energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens
de bereiding kan er stoom ontstaan, die bij het openen
dan de deur naar buiten komt. Dit is helemaal normaal.

• Zet tijdens de bereiding nooit voorwerpen op de bodem
van de oven en bedek deze niet met aluminiumfolie,
daardoor kan het email beschadigd raken en uw ge­rechten bederven. Zet uw houders, vuurvaste schalen,
aluminiumfolie op het op de juiste wijze in de geleiders
van de oven geplaatste rooster.

• Indien u kookt met vetten of olies (bijv. gebakken
voedsel), dient u ervoor te zorgen dat deze vetten niet
oververhit raken: deze kunnen namelijk bij hoge tem­peraturen in brand vliegen.

• Als u daarom eten in de oven plaatst of eruit verwijdert,
dient u ervoor te zorgen dat de vetten (olie, vleessap­pen, gesmolten vet) niet in aanzienlijke hoeveelheden
op de bodem terecht komen . Maak in dat geval de
bodem van de oven zorgvuldig schoon voordat u aan
een volgende bereiding begint. Daarmee voorkomt u
ook dat er onaangename rook en geurtjes ontstaan.

•

10

Waarschuwing! Pas bij het openen van de deur,

tijdens of aan het einde van de bereiding, altijd op
voor de hete luchtstroom die uit de oven komt. Wanneer
de damp op de deur van de oven slaat, verandert hij in
condens. Om de vorming van condens te beperken moet
u de oven gedurende ongeveer 10 minuten voordat u met
de bereiding begint voorverwarmen. Wij adviseren u de
condens na afloop van de bereiding af te vegen.

Voor de bereiding van gebak

• De beste temperatuur voor het bereide van gebak is

tussen de 150 °C en 200 °C.

• Warm de oven ongeveer 10 minuten voor het bakken

voor.

• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de

baktijd is verstreken.

• Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één

niveau ertussen leeg te laten.

Voor de bereiding van vlees en vis

• Bereid geen vlees dat minder weegt dan 1 kg. Het be-

reiden van te kleine hoeveelheden maakt het vlees
droog.

• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch

sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.

• Voor wit vlees, gevogelte en vis, stelt u de temperatuur

in op 150°C-175°C.

• Gebruik een lekbak voor erg vet voedsel om te oven te

behoeden voor blijvende vetvlekken.

• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u

het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt.

• Om te veel rook tijdens het braden in de oven te ver-

mijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten.

• Om teveel stoom in de oven tijdens het braden te ver-

mijden, kunt u iets meer toevoegen als de originele
hoeveelheid opdroogt.

Hints en tips bij het gebruik van de grill

• De meeste gerechten kunnen het beste op het rooster

in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een
maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het
voedsel zich niet in maar boven het vet en de vlees­sappen.

• Stem het niveau van het rooster en de grillpan af op de

dikte van het voedsel.

• Plaats het voedsel dicht bij het element als u het snel
wilt bereiden en iets verder weg voor een behoedzamer
bereiding.

• Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het
niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met
een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten
tijdens de bereiding mals blijven.

• Overige ingrediënten, zoals tomaten en champignons,
kunnen tijdens het grillen van vlees onder de grill wor­den geplaatst.

• Bij het roosteren van brood raden we aan de bovenste
plaat te gebruiken met het rooster in de 'hoge' positie.

• Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste
stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of toast gaat
maken. Pas indien nodig de warmte-instelling en de
stand van het rooster tijdens het bereiden aan.

• Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding
worden omgedraaid.

• Bij gebruik van de middengrill, dient u ervoor te zorgen
dat het voedsel in het midden op het grillrooster is
geplaatst, direct onder het grillelement.

Boven- en onderwarmte

Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool

en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur.
Op deze manier komt de warmte zowel van de bovenkant
als de onderkant en wordt het gerecht gelijkmatig bereid.

: De warmte komt alleen van de onderkant. Deze func­tie kan gebruikt worden om de bereiding van een gerecht
te voltooien of om de onderkant van een gerecht te ver­warmen. Stel de hoogte van het rooster met de daarvoor
bedoelde geleiders naar beneden af.

Grill

Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool

(dubbele grill) en zet de thermostaat op de gewenste
temperatuur. Door de keuzeknop op de stand van de dub­bele grill te zetten verkrijgt u de maximale warmte voor
het grillen van uw gerechten.

Bereiding met de pizzafunctie

Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool

en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur. De
bereiding met de pizzafunctie wordt verkregen dankzij de
werking van het onderste verwarmingselement, de grill en
de warme lucht die verspreid wordt door de ventilator.
Deze functie is met name geschikt voor het bakken van
pizza's en brood. Om het gerecht beter gaar te laten wor-

11

den adviseren wij u de roosters van de oven op het eerste
of tweede niveau van beneden te plaatsen, afhankelijk van
de dikte van het gerecht.

Hetelucht

Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool

en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur. Bij
deze bereidingswijze komt de warmte van het ronde ver­warmingselement op de achterkant van de oven en de
warme lucht wordt door een ventilator in circulatie ge­bracht. Zo kunt u meerdere gerechten tegelijkertijd berei­den, door ze op verschillende hoogtes te plaatsen. Als u
twee gerechten tegelijkertijd wilt bereiden, adviseren wij
u de eerste en derde geleider van onderaf te gebruiken.
Als u de oven echter voor de bereiding van slechts een
gerecht gebruikt, kies dan de onderste geleiders, zodat u
betere resultaten verkrijgt.

Grillen met hete lucht

Draai de keuzeknop naar het corresponderende symbool

en zet de thermostaat op de gewenste temperatuur.
Hetelucht grillen krijgt u door grill- en ventilatiefuncties
af te wisselen. Op deze wijze wordt voedsel geleidelijk
verwarmd en is niet onderhevig aan lange perioden van
direct grillen.
Hetelucht grillen is met name geschikt voor dikke stukken
vlees, gevogelte of hele vissen (forel, makreel, harder).

Waarschuwing! Kies voor bereidingen grillen met
hete lucht een temperatuur van maximaal 200°C.

Bereidingstabel

Bak- en braadschema

GEBAK

Boven- en on-

GERECHT

Schuimtaart 2 170 2 (1 en3)160 2 (1 en3)165 45-60 In cakevorm

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

[°C]

Niveau

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en3)160 2 (1 en3)160 24-34 In cakevorm

Karnemelk
kwarktaart

Appelgebak
(appeltaart)

Strudel 2 175 2 150 2 150 60-80 Op bakplaat
Confituurtaart 2 170 2 160 2 links

Fruitcake 2 170 2 155 2 155 60-70 In cakevorm 26 cm
Biscuittaart

(botervrije bis­cuittaart)

12

1 170 2 160 2 165 60-80 In cakevorm 26 cm

1 170 2 links

rechts

2 170 2 160 2 160 35-45 In cakevorm 26 cm

+

160 2 links

+

rechts

+

rechts

160 100-120 2 cakevormen van 20 cm

op het grillrooster

160 30-40 In cakevorm 26 cm

GERECHT

Kerstcake/rij-

Boven- en on-

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

2 170 2 160 2 160 50-60 In cakevorm 20 cm

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

Niveau

[°C]

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

kelijk gevulde
fruitcake

Pruimentaart 2 170 2 160 2 165 50-60

In broodvorm

Kleine cakes 3 170 3 (1 en3)160 3 (1 en3)165 20-30 Op bakplaat

1)

Koekjes 3 150 3 150 3 (1 en3)140 20-30

Op bakplaat

1)

Schuimpjes 3 100 3 100 3 115 90-120 Op bakplaat
Broodjes 3 190 3 180 3 180 15-20

Soesjes 3 190 3 180 3 (1 en3)180 25-35

Op bakplaat
Op bakplaat

1)

1)

Taartjes 3 180 2 170 2 170 45-70 In cakevorm 20 cm
Victoriataart 1 of 2 180 2 170 2 170 40-55 Links + rechts in cake-

vorm van 20 cm

1) Verwarm de oven 10 minuten voor.

BROOD EN PIZZA

Boven- en on-

GERECHT

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

Wit brood 1 190 1 190 1 195 60-70 1 -2 stukken, 500 gram

Roggebrood 1 190 1 180 1 190 30-45 In broodvorm
Broodjes 2 190 2 (1 en3)180 2 (1 en3)180 25-40 6 - 8 broodjes op een bak-

Pizza 1 190 1 190 1 190 20-30
Scones 3 200 2 190 2 190 10~20

1) Warm de oven 10 minuten voor.

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

Niveau

[°C]

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

per stuk

1)

plaat

Op lekbak

Op bakplaat

1)

1)

1)

13

OVENSCHOTELS

Boven- en on-

GERECHT

Pastaflan 2 180 2 180 2 180 40-50 In vorm
Groenteflan 2 200 2 175 2 200 45-60 In vorm
Quiches 1 190 1 190 1 190 40-50 In vorm
Lasagnes 2 200 2 200 2 200 25-40 In vorm
Cannelloni 2 200 2 190 2 200 25-40 In vorm
Yorkshire pud-

ding

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

2 200 2 210 2 210 20-30 6 puddingvormen

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

[°C]

Niveau

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

VLEES

Boven- en on-

GERECHT

Rundvlees 2 200 2 190 2 190 50-70 Op rooster en lekbak
Varkensvlees 2 180 2 180 2 180 90-120 Op rooster en lekbak
Kalfsvlees 2 190 2 175 2 175 90-120 Op rooster en lekbak
Engelse ros-

bief rood
Engelse ros-

bief medium
Engelse ros-

bief doorbak­ken

Varkens­schouder

Varkensschen­kel

Lamsvlees 2 190 2 190 2 190 110-130 Bout
Kip 2 200 2 200 2 200 70-85 Alles op lekbak
Kalkoen 1 180 1 160 1 160 210-240 Alles op lekbak
Eend 2 175 2 160 2 160 120-150 Alles op lekbak
Gans 1 175 1 160 1 160 150-200 Alles op lekbak
Konijn 2 190 2 175 2 175 60-80 In stukken

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

2 210 2 200 2 200 44-50 Op rooster en lekbak

2 210 2 200 2 200 51-55 Op rooster en lekbak

2 210 2 200 2 200 55-60 Op rooster en lekbak

2 180 2 170 2 170 120-150 Op lekbak

2 180 2 160 2 160 100-120 2 stukken op lekbak

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

[°C]

Niveau

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

14

Boven- en on-

GERECHT

Haas 2 190 2 175 2 175 150-200 In stukken
Fazant 2 190 2 175 2 175 90-120 Alles op lekbak

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

[°C]

Niveau

Temp

[°C]

Berei-

dingstijd

[min]

Opmerkingen

VIS

Boven- en on-

GERECHT

Forel/zeebra­sem

Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en3)175 2 (1 en3)175 35-60 4-6 filets

Tijden zijn exclusief voorverwarmen De lege oven
moet altijd 10 minuten voorverwarmen.

derwarmte

Niveau

Temp

[°C]

2 190 2 (1 en3)175 2 (1 en

Hetelucht Hetelucht

Niveau

Temp

[°C]

Niveau

3) 2 (1
en 3)

Berei-

Temp

dingstijd

[°C]

175 40-55 3-4 vissen

[min]

Opmerkingen

Grilleren

GERECHT Hoeveelheid Grilleren Bereidingstijd (minuten)

Stuks gram temp. °C 1e kant 2e kant

Tournedos 4 800 3 250 12~15 12~14
Biefstukken 4 600 3 250 10~12 6~8
Worstjes 8 / 3 250 12~15 10~12
Varkenskotelet 4 600 3 250 12~16 12~14
Kip (in twee helf-

ten)
Spiezen 4 / 3 250 10~15 10~12
Kip (borst) 4 400 3 250 12~15 12~14

Hamburger
Vis (filets) 4 400 3 250 12~14 10~12
Broodjes 4~6 / 3 250 5~7 /
Geroosterd brood 4~6 / 3 250 2~4 2~3

1) Vijf minuten voorverwarmen

2 1000 3 250 30~35 25~30

1)

6 600 2 250 20-30

15

Waarschuwing! Als u de functie grillen met
hetelucht gebruikt, dient u een maximale

temperatuur van 200°C te selecteren

Grillen met hete lucht

GERECHT Hoeveelheid

(gr.)

Rollade (kalkoen) 1000 3 200 30 ~ 40 20 ~ 30
Kip (in twee helf-

ten)
Kippenpoten — 3 200 15 ~ 20 15 ~ 18
Kwartel 500 3 200 25 ~ 30 20 ~ 25
Groentegratin — 3 200 20 ~ 25 —
Sint — 3 200 15 ~ 20 —
Makreel — 3 200 15 ~ 20 10 ~ 15
Vismoten 800 3 200 12 ~ 15 8 ~ 10

1000 3 200 25 ~ 30 20 ~ 30

Rekstand Temp. °C Bereidingstijd (minuten)

onderkant bovenkant

De oventemperaturen zijn slechts bedoeld als lei­draad. Het kan nodig zijn om de temperaturen te

verhogen of te verlagen om te voldoen aan individuele
voorkeuren en vereisten.

Pizzafunctie

GERECHT Pizzafunctie Bereidingstijd (minuten) AANTEKENINGEN

temp. °C

Pizza, groot 1 200 15~25 Op bakplaat
Pizza, klein 1 200 10~20 op bakplaat of op rooster
Broodjes 1 200 15~25 Op bakplaat

De aangegeven temperaturen zijn richtgetallen.
Misschien moeten de temperaturen aangepast wor-

den aan persoonlijke wensen.

Bereiding met de functie "Stoom"

Volgens de bereidingstijd in de tabel moet het re­servoir meer dan eens worden gevuld tijdens het

bereidingsproces. Als het waterreservoir leeg is, gaat het
lampje "Reservoir leeg" aan. Raadpleeg "De oven voor­bereiden op bereidingen met stoom" om het waterreser­voir bij te vullen.

16

GEBAK

GERECHT Functie "Stoom" Bereidingstijd in mi-

nuten

Appeltaart

Plaathoogte temperatuur °C

1)

2 160 90-120 In cakevorm van 20

Taarten 2 175 30-40 In cakevorm van

Fruitcake 2 160 80-90 In cakevorm van

Biscuit 1 160 40-45 In cakevorm van

Plaatkoek

Fruitcake

1)

1)

2 150 100-110 In cakevorm van 20

2 160 40-50 in broodvorm

Kleine cakes 3 165 30-35 op bakplaat
Koekjes 3 150 20-35 op bakplaat
Koffiebroodjes met

1)

gist

1)

Brioches

1) De bereidingstijden in de tabel zijn exclusief voorverwarmen. U moet de oven gedurende ongeveer 10 minuten voorverwarmen
voordat u met de bereiding begint.

2 200 12-20 op bakplaat

3 180 20-30 op bakplaat

AANTEKENINGEN

cm

26cm

26cm

26cm

cm

BROOD EN PIZZA

GERECHT GEWICHT IN GR. Functie "Stoom" Bereidingstijd in

minuten

Wit brood

Broodjes

Plaathoogte temperatuur °C

1)

1000 g 2 190 40-60 1 - 2 broden 500

1)

500 g 2 190 20-30 6 - 8 broodjes op

Pizza 1 200 20-30 op bakplaat

1) De bereidingstijden in de tabel zijn exclusief voorverwarmen. U moet de oven gedurende ongeveer 10 minuten voorverwarmen
voordat u met de bereiding begint.

AANTEKENIN-

GEN

gr

een bakplaat

OVENSCHOTELS

GERECHT Functie "Stoom" Bereidingstijd in mi-

Plaathoogte temperatuur °C

nuten

met groenten 1 175 30-40 Pyrexschaal
Quiches 2 200 50-60 in bakvorm

AANTEKENINGEN

17

GERECHT Functie "Stoom" Bereidingstijd in mi-

Plaathoogte temperatuur °C

Lasagne 2 190 45-60 Pyrexschaal
Aardappelen stomen 1 180 32-42 Pyrexschaal
Aardappelgratin 1 185 50-60 Pyrexschaal

nuten

AANTEKENINGEN

VLEES

GERECHT GEWICHT IN GR. Functie "Stoom" Bereidingstijd in

Plaathoogte temperatuur °C

Varkensbraad­stuk

Kalfsvlees 1000 g 2 180 90-100 Bereid op het

Engelse rosbief
(rood)

Rosbief, medium 1000 g 2 210 61-65 Bereid op het

Engelse rosbief
doorbakken

Lamsvlees 1000 g 2 175 120-150 Bout
Kip 1000 g 2 200 50-60 Hele
Kalkoen 4000 g 1 175 150-180 Hele
Eend 1 175 150-180 Hele
Gans 3000 g 1 160 120-150 Hele
Konijn 2 180 90-120 In stukken

1000 g 2 180 80-90 Bereid op het

1000 g 2 210 53-55 Bereid op het

1000 g 2 210 65-70 Bereid op het

minuten

AANTEKENIN-

GEN

rooster

rooster

rooster

rooster

rooster

VIS

GERECHT GEWICHT IN GR. Functie "Stoom" Bereidingstijd in

Plaathoogte temperatuur °C

Forel 1500 g 2 180 30-45 3-4 vissen
Tonijn 1200 g 2 180 35-60 4-6 filets
Stokvis 2 210 20-30

minuten

AANTEKENIN-

GEN

Onderhoud en reiniging

Waarschuwing! Trek voordat u de oven gaat
schoonmaken altijd eerst de stekker uit het

stopcontact en laat de oven afkoelen.

18

Het apparaat mag niet worden gereinigd met een tot een
hoge temperatuur verwarmde stoomreiniger.

Belangrijk: Voordat u de oven gaat reinigen, moet de
stekker van het apparaat uit het stopcontact worden ge­haald.

Voor een lange levensduur van uw apparaat is het nodig
om regelmatig de volgende reinigingswerkzaamheden uit
te voeren:

• Maak de oven pas schoon als deze is afgekoeld.

• Maak de geëmailleerde delen schoon met een sopje.

• Gebruik geen schuurmiddelen.

• Droog de onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat
met een zachte doek.

• Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn.

Het email van de oven is uiterst duurzaa m en in hoge mate
resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen,
pruimen of dergelijke) kunnen echter op de oppervlakken
van email blijvende matte en ruwe vlekken achterlaten.
Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van
het emaille hebben echter geen invloed op de func ties van
de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt
u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder
inbranden wordt daardoor voorkomen.
Reinigingsmiddelen
Voordat welke schoonmaakmiddelen dan ook voor uw
oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt zijn en
of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant.
Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen NIET wor­den gebruikt, aangezien deze de toplaag van de opper­vlakken dof kunnen maken. Gebruik geen agressieve
schuurmiddelen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de ovendeur en
de afdichting af met een zachte, goed uitgewrongen doek
met warm water en wat vloeibaar reinigingsmiddel.

Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten van de
deur te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende
producten vermijden:

• Huishoudreiniger en bleekwater.

• Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor
pannen met antiaanbaklaag.

• Brillo- of staalwolsponsjes.

• Chemische ovenreiniger of spuitbussen.

• Roestverwijderaars.

• Vlekverwijderaars voor wasbakken/aanrechten.

Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant met een
warm sopje. Mocht het binnenvenster van de deur erg

verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een speciaal
reinigingsmiddel aan te bevelen. Gebruik geen krabber
om aangekoekt vuil te verwijderen.
Binnenkant oven
De emaillen bodem van de oven kunt u het beste reinigen
terwijl de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte doek
gedrenkt in warm water met een afwasmiddel. Af en toe
moet de oven grondiger worden gereinigd. Gebruik daar­voor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger.

Ovendeur

De ovendeur bestaat uit twee glasplaten. Om het schoon­maken makkelijker te maken kunt u de ovendeur losmaken
en de binnenste platen verwijderen.

Waarschuwing! Let op - De ovendeur moet

gedemonteerd worden voordat u hem schoon kunt
maken. De ovendeur kan onverwacht dichtvallen als u
probeert de binnenste platen te verwijderen als de deur
nog aan de oven bevestigd is.

Ga als volgt te werk.

1

Open de deur zover
mogelijk.
Voorbij de twee scharnie­ren.

2

Til de scharnierhendel
omhoog en kantel naar v o­ren.

19

3

Sluit de deur op onge­veer 45°, terwijl u hem
vasthoudt aan de twee bui­tenranden.
Trek de deur naar voren en
uit de behuizing.

4

Leg de deur op een
stabiele ondergrond en
bescherm het oppervlak
van het handvat met een
zachte doek.

Ga hiervoor als volgt te werk:

• De binnenste ruit met de sierrand aan de 4 kanten moet
zo gemonteerd worden dat de versiering naar de bui­tenkant van de oven gericht is. De ruit is goed geplaatst
als u geen ruw oppervlak voelt als u met uw vinger over
de versiering gaat.

De binnenruit moet in zijn sponning geplaatst worden
zoals aangegeven op de afbeelding 8. Nadat de glaspa­nelen zijn gemonteerd in de ovendeur dient u de proce­dure bij punt 6 in omgekeerde volgorde uit te voeren,
zodat u zeker weet dat ze zijn vergrendeld.

90°

5

Gebruik de bouten om
de binnenste platen te ver­wijderen.

90°

2

1

6

Draai beide vergren­delingen 90° en verwijder
ze uit hun behuizing.

7

Til de bovenste plaat
voorzichtig een stukje op
en trek de plaat, die her­kenbaar is aan de versie­ringen op alle vier de kan­ten, eruit.

Maak de ovendeur schoon met lauw water en een zachte
doek. Gebruik geen metalen sponsjes, staalwol of zuren,
die het speciale thermoreflecterende oppervlak van de
binnenste ruiten kunnen beschadigen.

8

Waarschuwing! Maak de ovendeur nooit schoon

als hij nog warm is, de ruiten zouden kunnen
barsten. Als u krassen of scheuren in de glasplaat
constateert, onmiddellijk contact opnemen met de
Klantenservice en de platen laten vervangen.

Modellen van roestvrij staal of aluminium:
Maak de ovendeur en het bedieningspaneel van roestvrij

staal of aluminium schoon met een vochtige spons en
droog hem zorgvuldig af met een zachte doek. Gebruik
geen metalen sponsjes, staalwol, zuren of schuurmidde­len, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak.

Reiniging van de afdichting van de ovendeur

Waarschuwing! Controleer de toestand van deze

afdichting regelmatig. Maak bij gelegenheid de
afdichting schoon, zonder schurende voorwerpen of
producten te gebruiken. Als u beschadigingen aan de
afdichting constateert, onmiddellijk contact opnemen met
de dichtstbijzijnde Klantenservice. Gebruik de oven niet
totdat de afdichting is vervangen.

Ovenrekken en geleiders

Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de ge­leiderails aan de linker- en rechterzijde van de oven wor­den verwijderd.

20

Inschuifrails uitnemen

2

1

1

Trek de rails bij de

voorkant uit de ovenwand.

2

Maak de rails vervol­gens aan de achterkant
los.

Monteren van de geleiderails

1

2

Bij het terugplaatsen de rails eerst achter inhaken, dan
aan de voorkant op de juiste positie brengen en vervol­gens de rails op hun plaats drukken. Reinig de geleiderails
met warm zeepsop en verwijder hardnekkige vlekken met
een goed vochtig gemaakt sponsje met zeep. Goed af­spoelen en met een zachte doek afdrogen.

Het ovenlampje vervangen

Trek de stekker uit het stopcontact.

Als het ovenlampje moet worden vervangen, moet het
nieuwe lampje voldoen aan de volgende eisen:

• Vermogen: 15 W/25 W;

• Voltage: 230 V (50 Hz);

• Hittebestendig tot 300 °C;

• Soort aansluiting: E14.
Het ovenlampje vervangen

1. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is ge­haald.

2. Druk het glazen dekseltje in en draai het linksom.

3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door een
nieuw lampje.

4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de stekker weer
in het stopcontact.

Het waterreservoir leeg maken

Waarschuwing! Zorg ervoor dat het toestel
helemaal is afgekoeld voordat u met leegmaken

begint.

C

A

B

A

1

Maak de sonde voor de
afvoer van het water klaar.
Bevestig de aansluiting, in
de afbeelding gemerkt m et
de letter (A), aan een uit­einde.

C

3

Plaats de aansluiting
in de klep door het met
lichte druk te duwen in de
richting die in de afbeel­ding staat aangegeven.
Pomp het water weg.

2

Leg het andere uitein­de van de afvoersonde in
een willekeurige bak.
Plaats de aansluiting (A)
in de uitlaatklep (C).

21

C

4

Als al het water is weg­gepompt, ontkoppelt u de
aansluiting van de klep.

Waarschuwing! Gebruik het afvoerwater niet o m het
stoomreservoir weer te vullen.

Waarschuwing! Ookal brandt het lampje 'Reservoir

toch is het reservoir niet helemaal leeg.

leeg'

Wacht tot er geen water meer uit de waterafvoerklep komt.

Reiniging van het reservoir

Waarschuwing! Schenk geen water in de lade
tijdens de reinigingscyclus.

Tijdens de reinigingscyclus zou er water uit de

stoomingang in de ovenruimte kunnen druppelen.
Wij adviseren u om een opvangbak onder de stoomingang
te plaatsen om te voorkomen dat er water op de bodem
van de ovenruimte valt.

Zoals bij alle apparaten die water gebruiken (bijvoorbeeld
strijkijzers), is het volstrekt normaal dat ook in uw oven
kalk gevormd wordt. Na een bepaald aantal bereidingen
met stoom, kan de kalk die is neergeslagen in het reservoir
leiden tot een vermindering van die stoom. Na een periode
van werking is het waarschijnlijk dat zich een bepaalde
hoeveelheid kalkaanslag heeft opgebouwd. Wij raden u
daarom aan om de delen van de oven, die stoom gene­reren, grondig te reinigen.
In dat geval gaat u als volgt te werk:
Maak het waterreservoir leeg na elke bereiding met stoom
(volg de procedure in het hoofdstuk "Het waterreservoir
leegmaken").

In dat geval gaat u als volgt te werk:

• Nadat u het water heeft geleegd uit het waterreservoir,

maakt u een oplossing van 500 cc water en 50 - 60
gram (vijf volle theelepels) met citroenzuur, of ontkal­kingsoplossing dat wordt gebruikt voor het ontkalken
van koffiezetapparaten en wat te koop is bij super­markten of winkels met huishoudelijke apparatuur.

22

Citroenzuur is een goedgekeurd voedingsmiddel;

het is verkrijgbaar in kleine korrels die lijken op
suiker. Het wordt meestal in de voedingsindustrie ge­bruikt en is te koop in slijterijen , in ruim gesorteerde
supermarkten en ook in sommige drogisterijen

• Giet deze oplossing in de vullade.

• Laat de oplossing van citroenzuur ongeveer 60 minu-

ten in het reservoir staan, de oven moet koud zijn.

• Zet de oven aan en selecteer de stoomfunctie met een

temperatuur tussen de 140°C en 230°C. Na 20-25
minuten, schakelt u de oven uit.

• Laat de oven 5 -10 minuten afkoelen.

• Zet de oven aan en selecteer de stoomfunctie met een

temperatuur tussen de 140°C en 230°C. Na 10 minu­ten, schakelt u de oven uit.
Laat de oven afkoelen en laat de inhoud van het reser­voir weglopen volgens de eerder beschreven proce­dure.

• Na afloop van deze handeling het reservoir een aantal

keren doorspoelen, door water in de vullade te gieten
en via de afvoersonde weg te laten lopen, tot het water
geen sporen van kalk meer vertoont. Verwijder even-

tuele kalkaanslag van de ovenruimte met een doek.
Tijdens deze handeling zal er in de oven en de omgeving
ervan de karakteristieke geur van citroen hangen. Als u
voorziet dat u de oven gedurende een periode langer dan
2-3 weken niet zult gebruiken, adviseren wij u het water
dat nog in het reservoir in de oven zit af te tappen.

Reiniging van de afvoersonde
Maak na elke reiniging de sonde zorgvuldig schoon. Deze

kunt u met de hand in lauw water met normaal afwasmid­del wassen. Gebruik geen zuren, spuitbussen of dergelijke
op de onderdelen van de stoomsonde om beschadigingen
te voorkomen.

Aanwijzingen voor het gebruik van verschillende soorten
water

Als u gebruik maakt van natuurlijk mineraal water, of in
ieder geval water met weinig kalk, wordt de frequentie van
de reinigingscycli drastisch beperkt (bijvoorbeeld, elke
100 -150 bereidingen). Als er in uw huisinstallatie een
zuiveringssysteem of waterontharder is geïnstalleerd, kan
het water uit de kraan zonder problemen gebruikt worden.

Eventueel gebruik van hard water (d.w.z. met een

hoog kalkgehalte) betekent dat u vaker schoon zult
moeten maken, maar brengt de algemene werking van het
apparaat absoluut niet in gevaar.

HOEVEELHEID CALCIUM AANGEGEVEN DOOR W.H.O.

(World Health Organization)

Calciumafzetting

0-60 mgl 0-6 0-3 zoet of zacht 150 cycli -2,5 maand

60-120 mgl 6-12 3-7 Middelmatig hard 100 cycli -2 maand

120-180 mgl 12-18 8-10 Hard of kalkhoudend 75 cycli -1,5 maand

meer dan 180 mgl meer dan 18 meer dan 10 Erg hard 60 cycli -1 maand

Waterhardheid

(Franse hardheid)

Waterhardheid

(Duitse hardheid)

Waterclassificatie Ontkalken om de

Problemen oplossen

Sommige storingen kunnen veroorzaakt worden door on­voldoende onderhoud of nalatigheid en kunnen makkelijk

STORING OPLOSSING

DE OVEN WERKT NIET Zorg dat de bedieningsknoppen juist zijn ingesteld voor koken en herhaal de

handelingen die in het handboek worden opgegeven.

worden opgelost zonder tussenkomst van de Technische
dienst.

of

Controleer de veiligheidsschakelaars ("aardlek") van de elektrische installatie.
Als de storing betrekking heeft op uw installatie, wend u dan tot een elektro­monteur.

DE OVENVERLICHTING GAAT
NIET AAN

DE THERMOSTAATVERLICH­TING GAAT NIET AAN

DE OVEN DOET ER TE LANG
OVER OM GERECHTEN TE BEREI­DEN OF WERKT TE SNEL.

ER SLAAT VOCHT NEER OP DE
GERECHTEN EN OP DE BINNEN­KANT VAN DE OVEN

OP HET DISPLAY WORDT "12.00"
WEERGEGEVEN.

ER LIGT WATER IN DE OVEN U heeft te veel water in het reservoir gegoten. Schakel alle functies van de oven

LAMPJE "RESERVOIR VOL"
UIT

Draai de keuzeknop op een functie.

of

Schaf bij een Klantenservice een lampje aan dat bestand is tegen hoge tempe­raturen en monteer dit volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.

Draai de thermostaat op een temperatuur.

of

Draai de keuzeknop op een functie.
Raadpleeg dit handboek (het hoofdstuk "Handige aanwijzingen en tips").

Laat de gerechten niet langer dan 15-20 minuten na de bereiding in de oven
staan.

Stel het tijdstip in (zie deel "Instellen van de tijd").

uit, veeg daarna al het overtollige water met een spons of doek weg.
Controleer of de ovenknop op het corresponderende symbool staat of

Vul het waterreservoir tot het controlelampje gaat branden. Als er water in de
oven gaat stromen en het controlelampje “reservoir vol” nog niet brandt, is de
tussenkomst van een technicus nodig.

23

STORING OPLOSSING

LAMPJE "RESERVOIR LEEG"

AAN

DE STOOM WERKT NIET Controleer of de stoomfunctie is gekozen

• HET LEGEN VAN HET WATER­RESERVOIR DUURT MEER
DAN DRIE MINUTEN.

• WATERLEKKAGE VAN
STOOMINLAATRUIMTE

Vul het reservoir. Als het controlelampje, nadat u ongeveer een liter water in het
reservoir heeft gegoten, blijft branden, dan is er voor het oplossen van de storing
een gespecialiseerde technicus nodig.

Sluit de ovendeur goed.
Vul het waterreservoir.
Maak het waterreservoir schoon (zoals beschreven in de betreffende paragraaf).
Het ingangsgat van de stoom in de oven kan verstopt zijn. Verwijder de kalk
waardoor het gat verstopt is.

Maak het waterreservoir schoon (zoals beschreven in de betreffende paragraaf).

Technische gegevens

Vermogen verwarmingselementen

Onderste verwarmingselement 1000 W
Boven- en onderwarmte-elementen 1800 W
Dubbel grillverwarmingselement 2450 W
Verwarmingselement achterwand 2000 W
Element voor grillen met hete lucht 1650 W
Functie "Stoom" 2825 W
"Pizza"functie 3025 W
Ovenverlichting 25 W
Ovenventilator 25 W
Koelventilator 25 W
Totaal maximaal vermogen 3075 W
Voedingsspanning (50 Hz) 230 V

Minimale afmetingen inbouwruimte

hoogte in kolom: 587 mm
hoogte onder aanrecht: 600 mm
Breedte 560 mm
diepte 550 mm

24

Nuttige afmetingen ovenruimte

hoogte 335 mm
Breedte 395 mm
diepte 400 mm
nuttig volume 53 liter

Montage-instructies

Inbouw en installatie moeten uitgevoerd worden met
strikte inachtneming van de geldende voorschriften. Elke
ingreep mag slechts plaatsvinden als het apparaat uitge­schakeld is. Ingrepen mogen uitsluitend worden verricht
door een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als de
veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd.

Aansluiten op netstroom

Let voor het aansluiten op het volgende:

• De zekering en de huisinstallatie moeten op de max.
belasting van het apparaat berekend zijn (zie typepla­tje).

• De huisinstallatie moet voorzien zijn van een aardaan­sluiting overeenkomstig de voorschriften en voldoen
aan de betreffende geldende voorschriften.

• Het stopcontact of de meerpolige stroomonderbreker
moeten na installatie van het apparaat makkelijk toe­gankelijk zijn.

Dit apparaat wordt geleverd met een aansluitsnoer.
Aan het snoer moet een geschikte stekker gemonteerd
worden, in overeenstemming met de elektrische bel asting
zoals gespecificeerd op het typeplaatje. De stekker moet
in een geschikte wandcontactdoos worden gestoken. In­dien u een directe aansluiting op de elektriciteitsvoorzie­ning (hoofdleiding) wenst, moet u een omnipolaire scha­kelaar, met een minimumafstand van 3 mm tussen de
contactpunten, tussen het apparaat en de hoofdleiding
monteren, die geschikt is voor de vereiste belasting en
die in overeenstemming is met de geldende voorschriften.
De groengele aardingsdraad mag niet onderbroken wor­den door de schakelaar en moet 2-3 cm. langer te zijn dan
de andere draden.
Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een ge­aarde wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz). Deze wandcon­tactdoos moet overeenkomstig de voorschriften geïnstal­leerd zijn.

De volgende typen netkabels zijn geschikt, rekening hou­dend met de nominale doorsneden: H07 RN-F, H05 RN­F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst
zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur) be­reikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen ge­controleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te laten
werken.

Klemmenbord

De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk klem­menbord, dat berekend is voor de werking op een eenfase­stroomvoorziening van 230 V.

Letter L spanningvoerende klem
Letter N nulleiderklem

of E

aardingsklem

Instructies voor de inbouw

Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde ap­paraat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin
het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetin­gen hebben.
Overeenkomstig de geldende regelgeving, moeten alle
onderdelen die beschermd zijn door de antischokbevei­liging op een dusdanige manier zijn bevestigd dat deze
niet zonder gereedschappen verwijderd kunnen worden.

25

Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele afsluitende
kanten aan het begin of einde van een rij inbouwappara­ten.
De antischokbeveiliging moet in ieder geval door het in­bouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant tegen
hogere keukenmeubelen, apparaten of wanden geplaatst
worden. Aan de andere zijkant mogen er echter geen an­dere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte als het
apparaat geplaatst worden.

Totale ovenafmeting

540

20

590

594

560

570

7

Inbouw in kolom

De uitsparingen moeten de afmetingen hebben zoals ge­toond in de afbeelding hieronder.

50

550 min

560-570

600

80÷100

Bevestiging in het meubel

1. Open de ovendeur.

2. Bevestig de oven aan de kast waarbij u de vier af­standhouders plaatst die bij het apparaat zijn geleverd
( A ) die precies in de gaten in het onderstel passen
en bevestig dan vier houten schroeven ( B ).

Als er een afzuigkap boven de oven geïnstalleerd wordt,
moeten de aansluitingen van de kookplaat en de oven, om
veiligheidsredenen apart gemaakt worden. Dit is ook no­dig om de oven, indien nodig, makkelijker te kunnen ver­wijderen uit het meubel.
Eventuele verlengsnoeren moeten geschikt zijn voor het
vereiste vermogen.

A

B

min

550

560-570

587

Inbouwen onder een keukenblad

De uitsparingen moeten de afmetingen hebben zoals ge­toond in de afbeelding hieronder.

Service en onderdelen

Als de controles die wij voorstelden in het hoofdstuk "Wat
te doen als ..." het probleem niet opgelost hebben, neem
dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende Techni­sche assistentiedienst, vermeld daarbij het soort storing,
het model van het apparaat (Mod.), het productnummer
(Prod.nr.) en het serienummer (Ser.Nr.) die vermeld wor­den op het gegevensplaatje van de oven. Het plaatje zit
op de buitenkant van de oven en wordt zichtbaar als u de
deur opendoet, op de plaats die aangegeven is op de af­beelding.

26

Milieubescherming

De originele onderdelen, gecertificeerd door de fabrikant
van het product, en voorzien van dit merkteken kunt u
alleen vinden bij onze servicecentra en bij winkels die
geautoriseerd zijn voor de verkoop van onderdelen.

Verwijdering van het apparaat

• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen

– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat

kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opge­sloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.

Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het

recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.

Verpakkingsmateriaal

De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en

kunnen worden gerecycled. De kunststofonderde­len zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS <, enz. Gooi het ver­pakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij
uw plaatselijke afvaldienst.

27

Inhalt

Sicherheitshinweise _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 28
Gerätebeschreibung _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 29
Betrieb _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 32
Praktische Tipps und Hinweise _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 36
Kochtabellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 38
Reinigung und Pflege _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 45

Sicherheitshinweise

Warnung! Heben Sie auf jeden Fall die mit diesem

Gerät gelieferte Gebrauchsanweisung auf. Falls Sie
das Gerät an Dritte abgeben oder verkaufen oder falls Sie
das Gerät bei einem Umzug in der alten Wohnung lassen,
ist es von größter Wichtigkeit, dass der/die neue
Nutzer(in) über diese Gebrauchsanweisung und die
Hinweise verfügen kann.
Diese Hinweise dienen der Sicherheit des Nutzers und
seiner Mitbewohner. Lesen Sie sie also aufmerksam,
bevor Sie das Gerät anschließen und/oder in Gebrauch
nehmen.

Installation

• Die Installation muss unter Beachtung der bestehen-

den Vorschriften und Gesetze von fachkundigem Per­sonal vorgenommen werden. Die einzelnen Installati­onsarbeiten sind unter den Hinweisen für den Instal­lateur beschrieben.

• Lassen Sie die Installation und den Anschluss von ei-

nem Fachmann ausführen, der mit den geltenden Vor­schriften vertraut ist.

• Sind aufgrund der Installation Änderungen an der

Stromversorgung erforderlich, so müssen diesen von
einem qualifizierten Elektriker durchgeführt werden.

Bedienen

• Dieser Backofen darf nur für das haushaltsübliche Ko-

chen, Braten und Backen von Speisen verwendet wer­den; gebrauchen Sie ihn niemals zu Anderem.

• Garen Sie auch beim Grillen stets mit geschlossener

Backofentür.

• Bitte achten Sie beim Öffnen der Backofentür während

oder am Ende des Garens stets auf den Dampf, der aus
dem Backofen austritt.

Was tun, wenn … _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 50
Technische Daten _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 51
Montageanleitung _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 52
Service und Ersatzteile _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 54
Umwelttipps _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 54

Änderungen vorbehalten

• Gehen Sie beim Betrieb des Geräts mit erhöhter Vor­sicht vor. Durch die starke Hitze der Heizelemente wer­den Roste, Backbleche und sonstige Teile sehr heiß.

• Falls Sie - aus welchen Gründen auch immer - Alu­Folie zur Zubereitung von Speisen im Backofen ver­wenden sollten, lassen Sie diese nie in direkten Kontakt
mit dem Boden des Backofens kommen.

• Gehen Sie bei der Reinigung des Backofens vorsichtig
vor: Sprühen Sie nichts auf den Fettfilter (falls vor­handen), die Heizelemente und den Thermostatsensor.

• Es ist gefährlich, an diesem Gerät oder an seinen tech­nischen Eigenschaften Veränderungen vorzunehmen.

• Während des Back-, Brat- und Grillvorgangs werden
das Backofenfenster und die übrigen Geräteteile heiß,
deshalb müssen Kinder vom Gerät ferngehalten wer­den. Beim Anschluss von Elektrogeräten an Steckdo­sen in Backofennähe ist darauf zu achten, dass An­schlussleitungen nicht mit heißen Kochstellen in Be­rührung kommen oder in der Backofentür eingeklemmt
werden.

• Feuerfeste, heiße Schüsseln oder Töpfe sollten Sie
stets nur mit Topfhandschuhen aus dem Backofen
nehmen.

• Eine regelmäßige Reinigung verhindert den vorzeiti­gen Verschleiß des Oberflächenmaterials.

• Schalten Sie vor der Reinigung des Backofens entwe­der den Strom ab oder ziehen Sie den Netzstecker.

• Stellen Sie sicher, dass der Backofen auf die Position
"AUS" gestellt ist, wenn er nicht mehr benutzt wird.

• Dieser Backofen wurde je nach Ausführung als Ein­zelgerät oder als Kombinationsgerät mit Elektroplatte
für den Anschluss an 230 V (einphasig) gebaut.

• Das Gerät darf nicht mit Dampfstrahl- oder Hoch­druckreinigern gereinigt werden.

28

• Benutzen Sie keine Scheuermittel oder scharfen Me­tallschaber. Diese können die Türscheiben verkratzen
und dadurch zum Zerspringen der Scheiben führen.

Sicherheit während der Benutzung

• Dieses Gerät ist für den Gebrauch durch Erwachsene
bestimmt. Es ist gefährlich, wenn Sie es Kindern zum
Gebrauch oder Spiel überlassen.

• Halten Sie Kinder fern, solange der Backofen in Betrieb
ist. Beachten Sie auch, dass der Backofen nach dem
Ausschalten noch längere Zeit heiß bleibt.

• Personen (einschließlich Kinder), die aufgrund ihrer
physischen, sensorischen oder geistigen Fähigkeiten
oder ihrer Unerfahrenheit oder Unkenntnis nicht in der

Gerätebeschreibung

6711 12

Lage sind, das Gerät sicher zu benutzen, sollten dieses
Gerät nicht ohne Aufsicht oder Anweisung durch eine
verantwortliche Person benutzen.

Kundendienst

• Lassen Sie Überprüfungsarbeiten und/oder Reparatu­ren vom Kundendienst des Herstellers oder von einem
vom Hersteller autorisierten Kundendienst ausführen
und verwenden Sie nur Original-Ersatzteile.

• Das Gerät darf bei Funktionsstörungen oder Schäden
niemals vom Benutzer selbst repariert werden. Durch
Reparaturen seitens ungeschulter Personen können
Schäden oder Verletzungen hervorgerufen werden.

14 15

13

1

3

8

4

5

9

10

1 Bedienblende
2 Lampe der Innenbeleuchtung
3 Rost
4 Ventilator
5 Typenschild
6 Wassertank-Füllstandsanzeigen
7 Wassertank
8 Dampfeinlass

2

9 Abflussventil
10 Wasserabflusssonde
11 Temperaturregler
12 Elektronische Zeitschaltuhr
13 Schalter Backofen-Funktionen
14 Temperaturanzeige
15 Betriebsanzeige

29

Backofenzubehör

Kuchenblech Fettpfanne

Rost

Bedienelemente

Versenkbare Bedienknöpfe

Das Gerät ist mit Bedienknöpfen ausgerüstet, die gedreht,
gedrückt und herausgezogen werden können. Diese Be­dienknöpfe können vollständig in der Bedienblende ver­senkt werden, wenn das Gerät nicht nicht Betrieb ist.

Temperaturregler

Drehen Sie den Temperaturregler im Uhrzeigersinn, um
Temperaturen zwischen 50 °C und 250 °C einzustellen.

Backofenfunktionen

Ausgeschalteter Backofen

30

Backofenlampe

Ober- und Unterhitze

Umluft

Unterhitze

Großflächengrill-Element

Umluftgrill

Heißluft

Pizza

Dampfgaren

Betriebsanzeige

Die Betriebsanzeige leuchtet immer dann, wenn der Funk­tionsschalter nicht auf "0" steht.

Temperaturanzeige

Die Temperaturanzeige leuchtet immer dann, wenn am
Ofen mit dem Temperaturregler eine Temperatur einge­stellt wird. Die Temperaturanzeige leuchtet so lange, bis
die gewünschte Gartemperatur erreicht ist. Dann wird sie
abwechselnd aus- und wieder eingeschaltet und zeigt da­mit an, dass die gewünschte Temperatur konstant gehal­ten wird.

Sicherheits-Thermostat

Um eine gefährliche Überhitzung (durch unsachgemäßen
Gebrauch des Gerätes oder defekte Bestandteile) zu ver­meiden, ist der Backofen mit einer Sicherheitsabschal­tung ausgestattet, die die Stromversorgung unterbricht.
Die Wiedereinschaltung erfolgt automatisch bei Tempe­raturabfall.
Sollte der Sicherheits-Thermostat aufgrund unsachge­mäßen Gebrauchs des Gerätes ansprechen, genügt es,
nach der Abkühlung des Backofens die Fehlerursache zu
beseitigen; spricht dagegen der Thermostat wegen eines
defekten Bauteiles an, so wenden Sie sich bitte an den
Kundendienst.

Kühlgebläse

Das Kühlgebläse kühlt den Backofen und die Bedien­blende. Das Kühlgeläse springt automatisch an, wenn der
Backofen einige Minuten in Betrieb ist. An der Öffnung
nahe beim Griff der Backofentür tritt warme Luft aus.
Nachdem der Backofen ausgeschaltet wurde, läuft das
Kühlgebläse noch weiter, um den Backofen sowie die
Einbaumöbel zu kühlen, und schaltet sich dann automa­tisch aus.

Entfernen Sie das gesamte Verpackungsmaterial
innen und außen am Backofen, bevor Sie ihn in Be-

trieb nehmen.

Der Backofen funktioniert nur mit eingestellter Zeit.
Vor dem ersten Gebrauch des Backofens stellen Sie

die aktuelle Tageszeit mit der Zeitschaltuhr ein (beachten

Benutzung des Wassertanks

1

Die Funktion "DAMPF"
wählen

Den Tank in der in der Ab­bildung gezeigten Rich­tung langsam herauszie­hen.

3

Füllen Sie solange
Wasser in den Wasser­tank, bis die Kontrolllam­pe „Wassertank voll“
leuchtet. Anschließend
den Tank durch Druck auf
die Deckelmitte langsam
schließen.

Warnung! Befüllen Sie den Wassertank nur mit

Trinkwasser. Als Flüssigkeit ausschließlich Wasser
verwenden, jedoch KEIN gefiltertes, destilliertes oder
entmineralisiertes Wasser.
Keine brennbaren oder alkoholhaltigen Flüssigkeiten
(Grappa, Whisky, Cognac usw.) in das
Wassernachfüllfach füllen.
Sie hierzu die Anweisungen im Abschnitt „Elektronische
Zeitschaltuhr“).

Wenn Sie den Backofen zum ersten Mal einschalten:

1. Stellen Sie den Temperaturregler auf 250 .

2.

Drehen Sie den Wahlschalter auf das Symbol

2

Den Tank weiter bis
zum Anschlag herauszie­hen.

4

Zum Schließen des
Tanks diesen weiterhin
einschieben, bis er wieder
in der Ausgangsposition
ist.

.

31

3. Heizen Sie den LEEREN Backofen etwa 45 Minuten
lang auf.

4. Der Raum, in dem sich der Backofen befindet, muss
während des gesamten Vorgangs gut belüftet werden.

In den ersten Minuten während des Betriebs IST ES VÖL­LIG NORMAL , dass unangenehme Gerüche und Dämpfe
entstehen. Die Ursache liegt in der Aufheizung der Iso­lierung und den Herstellungsrückständen.
Lassen Sie den Backofen nach 45 Minuten abkühlen.
Reinigen Sie anschließend den Garraum mit warmem
Wasser und einem milden Spülmittel.
Es wird empfohlen, das oben beschriebene Verfahren mit

dem Großflächengrill
nuten lang zu wiederholen.

und der Heißluft 5-10 Mi-

Betrieb

Fassen Sie zum Öffnen der Backofentür den Griff
immer in der Mitte.

Reinigen Sie vor dem ersten Gebrauch die ROSTE

und die FETTPFANNE (d.h. das emaillierte Metall­tablett mit erhöhten Rändern, das sich im Inneren des
Backofens befindet).

Die Zeitschaltuhr

21 3

8

1

„Gardauer“– Kontrolllampe

2 Display - “
3

„Kurzzeitwecker“ – Kontrolllampe

4

„Uhrzeit“– Kontrolllampe

5 Taste Erhöhen „ + “
6

Drucktaste zur Auswahl einer Funktion

7 Taste Senken „ - “
8

„Garzeitende“– Kontrolllampe

Der Backofen funktioniert erst nach dem Einstellen
der Uhrzeit. Der Backofen kann jedoch auch ohne

Einstellen eines Programms betrieben werden.

Bei einem Stromausfall werden alle Einstellungen

(Uhrzeit, eingestelltes oder laufendes Programm)
gelöscht. Wenn die Stromversorgung wiederhergestellt
wird, blinken die Zahlen im Display. Uhrzeit und Zeit-

4567

schaltuhr müssen in einem solchen Fall neu eingestellt
werden.

Einstellung der Uhrzeit

Nach dem Anschließen des Geräts an die Stromversor­gung oder nach einem Stromausfall blinkt die Funktions­leuchte "Uhrzeit".

So stellen Sie die Uhrzeit ein:

1. Stellen Sie die Uhrzeit mit den Tasten " - " oder " + "
ein.

2. Warten Sie 5 Sekunden lang: Die Funktionsleuchte
"Uhrzeit" erlischt und die eingestellte Zeit wird im
Display angezeigt.

So ändern Sie die Uhrzeit:

1. Drücken Sie die Auswahltaste so oft, bis die Funkti­onsleuchte "Uhrzeit im Display blinkt.
Die Uhrzeit kann nur geändert werden, wenn keine
Uhr-Funktion ("Gardauer" oder "Garzeitende") ein­gestellt wurden.

32

2. Warten Sie 5 Sekunden lang: Die Funktionsleuchte
"Uhrzeit" erlischt und die eingestellte Zeit wird im
Display angezeigt.

Warnung!

Bei einem Stromausfall wird die Einstellung der Zeit­schaltuhr gelöscht und muss nach dem Ende des Strom­ausfalls erneut vorgenommen werden.

Gardauer-Funktion

Bei Wahl dieser Funktion wird der Backofen automatisch
nach Ablauf einer programmierten Gardauer ausgeschal­tet. Geben Sie die Lebensmittel in den Backofen, wählen
Sie eine Garfunktion aus und stellen Sie die gewünschte

Gartemperatur ein. Drücken Sie die Taste
um die Funktion „Gardauer“ auszuwählen. Die entspre­chende Kontrolllampe
dann wie folgt vor:

beginnt zu blinken. Gehen Sie

wiederholt,

So löschen Sie die Gardauer

1.

Drücken Sie die Taste
tion „Gardauer“ auszuwählen. Die entsprechende
Kontrolllampe
wird die restliche Gardauer angezeigt.

2. Drücken Sie die Taste „ - “, bis das Display „0:00“
anzeigt. Nach 5 Sekunden erlischt die Kontrolllampe
und auf dem Display wird wieder die Uhrzeit ange­zeigt.

wiederholt, um die Funk-

beginnt zu blinken und im Display

Garzeitende

Bei Wahl dieser Funktion wird der Backofen automatisch
ausgeschaltet, wenn ein programmiertes Garzeitende er­reicht ist. Geben Sie die Lebensmittel in den Backofen,
wählen Sie eine Garfunktion aus, und stellen Sie die ge-

wünschte Gartemperatur ein. Drücken Sie die Taste
wiederholt, um die Funktion „Garzeitende“ auszuwählen.

Die entsprechende Kontrolllampe

beginnt zu blinken.

So programmieren Sie die Gardauer

1. Drücken Sie die Taste „ + “ oder „ - “.

2. Nachdem Sie die Einstellung vorgenommen haben,
warten Sie 5 Sekunden: Die Kontrolllampe „Gardau-

leuchtet auf und das Display kehrt zur Uhrzeit

er“
zurück.

3. Nach Ablauf der programmierten Zeit schaltet sich
der Backofen automatisch aus. Ein akustisches Sig­nal ertönt und die Kontrolllampe beginnt zu blinken.
Stellen Sie den Backofenfunktionswähler und den
Temperaturregler auf Null.
Den Signalton durch Drücken einer beliebigen Taste
abstellen.

Durch das Ausschalten des akustischen Signals wird der
Backofen auf manuellen Betrieb zurückgesetzt. Wenn die
Backofenfunktion und der Temperaturregler nicht auf Null
gedreht werden, heizt sich der Backofen nun wieder auf.

So programmieren Sie das Ende der Garzeit

1. Drücken Sie die Taste „ + “ oder „ - “.

2. Nachdem Sie die Einstellung vorgenommen haben,
warten Sie 5 Sekunden: Die Kontrolllampe „Garzei-

tende“
die Uhrzeit an.

3. Nach Ablauf der programmierten Zeit schaltet sich
der Backofen automatisch aus. Ein akustisches Sig­nal ertönt und die Kontrolllampe beginnt zu blinken.
Stellen Sie den Backofenfunktionswähler und den
Temperaturregler auf Null.
Den Signalton durch Drücken einer beliebigen Taste
abstellen.

Durch das Ausschalten des akustischen Signals wird der
Backofen auf manuellen Betrieb zurückgesetzt. Wenn die
Backofenfunktion und der Temperaturregler nicht auf Null
gedreht werden, heizt sich der Backofen nun wieder auf.

leuchtet auf und das Display zeigt wieder

33

So löschen Sie ein programmiertes Garzeitende

1.

Drücken Sie die Taste
tion „Garzeitende“ auszuwählen. Die entsprechende
Kontrolllampe
Display wird das programmierte Garzeitende ange­zeigt.

2. Drücken Sie die Taste „ - “, bis das Display die ak­tuelle Uhrzeit anzeigt. Ein Signal ertönt und die Kon­trolllampe erlischt.

wiederholt, um die Funk-

beginnt zu blinken und auf dem

Gardauer und Garzeitende (gemeinsame
Einstellung)

Die Funktionen "Gardauer" und "Garzeitende" können
gleichzeitig verwendet werden, wenn der Backofen zu ei­nem späteren Zeitpunkt automatisch ein- und wieder aus­geschaltet werden soll.

1.

Legen Sie mit der Funktion "Gardauer"
dauer fest (nehmen Sie die in dem entsprechenden
Kapitel erläuterten Einstellungen für die Gardauer

vor). Drücken Sie dann die Taste
erscheint die gewählte Einstellung.

2.

Legen Sie mit der Funktion "Garzeitende"
Garzeitende fest (nehmen Sie die in dem entsprech­enden Kapitel erläuterten Einstellungen für das Gar­zeitende vor).
Die entsprechenden Funktionsleuchten leuchten auf
und im Display erscheint die Uhrzeit. Der Backofen
schaltet sich gemäß der eingestellten Programme ein
und wieder aus.

die Gar-

und im Display

das

Kurzzeitwecker

Das Kurzzeitsignal ertönt am Ende eines eingestellten
Zeitraums; der Backofen bleibt jedoch eingeschaltet, falls
er gerade benutzt wird.

So stellen Sie den Kurzzeitwecker ein

1.

Drücken Sie die Taste
tion „Kurzzeitwecker“ auszuwählen. Die entspre­chende Kontrolllampe

2. Drücken Sie die Taste „ + “oder „ - “ (Maximum: 2
Stunden, 30 Minuten).

3. Nachdem Sie die Einstellung vorgenommen haben,
warten Sie 5 Sekunden: Die Kontrolllampe „Kurzzeit-

wecker“

4. Ist das Ende des eingestellten Zeitraums erreicht, be­ginnt die Kontrolllampe zu blinken und ein akusti­sches Signal ertönt. Den Signalton durch Drücken
einer beliebigen Taste abstellen.

So schalten Sie den Kurzzeitwecker aus

1.

Drücken Sie die Taste
tion „Kurzzeitwecker“ auszuwählen. Die entspre-

chende Kontrolllampe
Display wird die restliche Dauer angezeigt.

2. Drücken Sie die Taste „ - “, bis das Display „0:00“
anzeigt. Nach 5 Sekunden erlischt die Kontrolllampe
und auf dem Display wird wieder die Uhrzeit ange­zeigt.

leuchtet auf.

wiederholt, um die Funk-

beginnt zu blinken.

wiederholt, um die Funk-

beginnt zu blinken und im

So bereiten Sie den Backofen zum Dampfgaren vor

Zum Dampfgaren muss der Wassertank gefüllt wer­den.

Kontrolllampe „Wassertank leer“
Die Kontrolllampe zeigt an, dass der Wassertank

leer ist und neu aufgefüllt werden muss.

Kontrolllampe „Wassertank voll“
Die Kontrolllampe zeigt an, dass der Backofen zum

Dampfgaren bereit ist.

34

Ziehen Sie den Wassertank heraus und füllen Sie ihn mit
Wasser auf, bis die Kontrolllampe „Wassertank voll“

aufleuchtet. Der Wassertank fasst maximal 0,8 l. Dies
reicht für eine Gardauer von 40-45 Minuten aus.
Schieben Sie den Wassertank anschließend vorsichtig in
seine ursprüngliche Position zurück. Jetzt ist der Back­ofen zum Dampfgaren bereit.

Wenn der Wassertank mit maximaler Füllmenge

(0,8 l) gefüllt ist und die Kontrolllampe „Wassertank
leer“ weiterhin leuchtet, kontaktieren Sie bitte den Kun­dendienst.

Falls zuviel Wasser in den Tank eingefüllt wird, ge-

langt es durch einen Sicherheitsüberlauf in den Un­terteil des Backofens. Den Backraum sofort mit einem
Tuch oder Schwamm abtrocknen.

So verwenden Sie die Funktion Dampfgaren

Gehen Sie beim Dampfgaren wie im Folgenden
beschrieben vor:

1. Füllen Sie vor dem Dampfgaren den Wassertank. Ge-

hen Sie zum Füllen des Wassertanks wie unter "So
bereiten Sie den Backofen zum Dampfgaren vor" er­läutert vor.

2. Nutzen Sie zum Garen feuerfestes Kochgeschirr.

Schieben Sie den Rost auf die in den Kochtabellen
angegebene Ebene in den Backofen und stellen Sie
das Kochgeschirr darauf. Bei der 2. Ebene von unten
ist das Ergebnis in der Regel am besten.

3. Drehen Sie den Funktionsschalter auf die Funktion
Dampfgaren

4. Stellen Sie die Gartemperatur zwischen 140 und 230
°C ein. Dampfgaren liefert bei Temperaturen über 230
°C keine guten Ergebnisse.

Sobald der Backofen die eingestellte Temperatur
erreicht hat, strömt Dampf aus.

5. Entleeren Sie den Wassertank nach jedem Dampfga­ren (siehe hierzu „Entleeren des Wassertanks“)

Warnung! Warten Sie nach jedem Dampfgaren
mindestens 30 Minuten, damit kein heißes Wasser

aus dem Wasserablaufventil austreten kann.
Hinweise und Ratschläge zur Dampfgarfunktion

• Decken Sie die Gargefäße nicht zu (mit einem Deckel

usw.), da der Dampf in diesem Fall nicht mit dem Gar­gut in Berührung käme.

• Sie können Speisen auch direkt auf dem Rost garen.

Vergessen Sie in diesem Fall nicht, ein wenig Wasser
in die Fettpfanne zu geben und diese unterhalb des
Rosts in den Backofen zu schieben.

• Die Fettpfanne fängt das beim Garvorgang austretende

Fett auf und das Wasser verhindert, dass es verbrennt
und dabei schlechte Gerüche oder Rauch entstehen.

• Wenn Sie die Tür öffnen möchten, um zu prüfen, ob

das Gericht bereits gar ist, schalten Sie unbedingt die
Dampfgarfunktion aus. Schließen Sie danach die Tür
wieder und wählen Sie erneut die Dampfgarfunktion.

.

35

Eventuelle Kondensatbildung auf dem Türglas, an

den Wänden und auf dem Boden des Backofens
beeinträchtigt dessen Betrieb nicht. Es empfiehlt sich,
Kondenswasser nach jedem Gebrauch des Geräts abzu­wischen.

Seien Sie beim Öffnen der Backofentür vorsichtig,

denn es tritt sofort Dampf aus.

Zubehör für das Dampfgaren

Mit dem Zubehör für das Dampfgaren (als separater Zu­behörsatz erhältlich) können Sie beim Dampfgaren noch
weitere Möglichkeiten ausschöpfen und beispielsweise
spezielle Zubereitungstechniken für Gemüse, Fisch usw.
ausprobieren.

Der Zubehörsatz umfasst Folgendes:

• Diätbräter, bestehend aus zwei Halbschalen aus Spe-

zialglas, mit einer Aussparung für die Düse (Abb. 1);

• kleiner Rost zum Einsetzen in den Diätbräter, um die

Speisen erhöht zu positionieren;

• 2 Düsen für das Dampfgaren;

• Spezialsonde zur Verwendung mit den beiden Dampf-

gardüsen, wobei letztere in erstere eingesetzt und wie
in Abbildung 1 und 2 gezeigt verwendet werden.

Abb. 1

Das Dampfgaren im Diätbräter ist besonders für Gemüse
geeignet: Es bringt das Aroma zur Geltung, ohne das Ge­müse zu verwässern, und die Nährstoffe bleiben erhalten.
Direktes Dampfgaren (Abb. 2), das die perforierte Düse
verwendet, ist ideal für Hähnchen und Pute. Das Fleisch
wird innen durch den Dampf gegart, während es auf der
Außenseite durch die Heißluftfunktion gebräunt wird. Das
Ergebnis ist zart, weich und sehr schmackhaft. Die Per­forierung der Düse darf nicht blockiert werden, deshalb
muss die Düse, wie in Abb.2 gezeigt, in einem freien Be­reich im Innern des Hähnchens oder der Pute platziert
werden.

Abb. 2

Das Ende der Sonde mit dem Metallelement muss

in den Dampfauslass eingesetzt werden. Die beiden
Düsen müssen in das andere Ende der Sonde eingesetzt
werden.

Praktische Tipps und Hinweise

Der Backofen hat vier Einschubebenen. Gezählt werden
die Einschubebenen vom Boden des Backofens aus.

36

Warnung! Achten Sie beim Einschieben und

Herausnehmen des Zubehörs darauf, die
emaillierten Stellen des Backofens nicht zu beschädigen.

Warnung! Garen Sie auch beim Grillen stets mit

geschlossener Backofentür.

• Verwenden Sie immer Topfhandschuhe, um das Gar-

gut aus dem Backofen zu nehmen bzw. hineinzulegen.

• Der Backofen kann auf Temperaturen von 30 °C bis

250 °C eingestellt werden. Verwenden Sie daher Koch-

geschirr, das diesen Temperaturen standhält (z. B.
metallene Bräter, ofenfestes Geschirr).

• Dieser Backofen ist mit einem exklusiven Garsystem
ausgestattet, das eine natürliche Luftzirkulation er­zeugt und den beim Garen entstehenden Dampf per­manent zurückführt. Dadurch garen die Speisen bei
konstanter Luftfeuchtigkeit und werden innen zart und
außen knusprig. Die Gardauer und der Energiever­brauch werden dabei auch noch reduziert. Beim Garen
kann sich Dampf bilden, der durch eine Öffnung in der
Backofentür austritt. Das ist normal.

• Stellen Sie niemals Kochgeschirr oder andere Gegen­stände direkt auf den Boden des Backofens und legen
Sie diesen auch nicht mit Alufolie aus, da sonst die
Emailbeschichtung beschädigt werden und das Gargut
verderben kann. Stellen Sie alle Gar- und Auffangge­fäße auf den in eine Führungsschiene eingeschobenen
Rost bzw. legen Sie auch Alufolie gegebenenfalls auf
den Rost.

• Beim Garen mit Fett oder Öl (z. B. beim Frittieren)
achten Sie darauf, dass sich Fett oder Öl nicht über­hitzen: Diese Substanzen können schnell entzünden,
wenn sie zu stark erhitzt werden.

• Wenn Sie Speisen in den Backofen geben oder he­rausnehmen, achten Sie darauf, dass Flüssigkeiten
(Öl, Fleischsaft, flüssiges Fett) nicht in größeren Men­gen auf den Boden des Backofens geraten . Reinigen
Sie den Boden des Backofens gegebenenfalls, bevor
Sie ihn wieder benutzen. Dadurch verhindern Sie auch
unangenehme Dämpfe oder Gerüche.

•

Warnung! Beachten Sie, dass beim Öffnen der Tür

während oder nach der Garzeit heiße Luft aus dem
Backofen austritt. Dampf auf der Backofentür kondensiert.
Sie können die Kondenswasserbildung reduzieren, indem
Sie den Backofen vor dem Garen etwa 10 Minuten lang
vorheizen. Trocknen Sie das Kondenswasser nach
beendetem Garvorgang ab.

Backen von Kuchen

• Die beste Backtemperatur für Kuchen liegt zwischen

150 °C und 200 °C.

• Heizen Sie den Backofen vor dem Backen etwa 10 Mi-

nuten lang vor.

• Öffnen Sie die Backofentür frühestens nach 3/4 der

eingestellten Backzeit.

• Wenn Sie mit zwei Backformen gleichzeitig backen,
muss eine Ebene zwischen beiden Formen leer blei­ben.

Garen von Fisch und Fleisch

• Garen Sie keine Stücke, die weniger als 1 kg wiegen.
Sind die Stücke zu klein, wird das Fleisch trocken.

• Damit rotes Fleisch außen knusprig und innen saftig
wird, stellen Sie eine Temperatur zwischen 20 0 °C und
250 °C ein.

• Stellen Sie für weißes Fleisch, Geflügel und Fisch eine
Temperatur zwischen 150 °C und 175 °C ein.

• Verwenden Sie bitte zum Zubereiten von sehr fetten
Speisen die Fettpfanne, um den Backofen vor Spritzern
zu schützen, die dauerhaft einbrennen könnten.

• Lassen Sie das Fleisch vor dem Anschneiden etwa 15
Minuten ruhen, damit der Fleischsaft nicht austritt.

• Ein wenig Wasser in der Fettpfanne verhindert bei der
Zubereitung eines Bratens zu viel Rauch.

• Wenn das Wasser bei der Zubereitung eines Bratens
verdunstet ist, gießen Sie etwas nach, damit sich im
Backofen nicht zu viel Rauch bildet.

Ratschläge und Tipps zum Grillen

• Zu grillende Speisen sollten immer auf den Rost des
Grillblechs gestellt werden, damit die Luft optimal zir­kulieren kann und die Speise nicht im abtropfenden
Fett bzw. Saft schwimmt.

• Schieben Sie Grillblech und Grillrost je nach Dicke/
Höhe des Grillguts in die entsprechende Schiene ein.

• Platzieren Sie das Grillgut zum schnelleren Garen nä­her am Heizelement und zum schonenderen Garen
weiter vom Heizelement entfernt.

• Vor dem Grillen sollte das Grillgut stets gut trocken
getupft werden, damit es beim Grillen nicht spritzt.
Pinseln Sie mageres Fleisch und Fisch mit etwas Öl
oder zerlassener Butter ein, damit das Grillgut beim
Garen nicht austrocknet.

• Mitgegrillte Beilagen wie z. B. Tomaten oder Pilze kön­nen beim Grillen von Fleisch unter den Grillrost (direkt
auf das Grillblech) gelegt werden.

• Beim Toasten von Brot schieben Sie das Backbblech
ganz oben ein und den Rost in die obere Position.

• Heizen Sie den Grill mit Maximaltemperatur einige
Minuten lang vor, bevor Sie Steaks grillen bzw. Brot
toasten. Passen Sie die Temperatur und die Einschub­ebene während des Grillens bei Bedarf an.

37

• Wenden Sie das Grillgut während des Grillens nach
Bedarf.

• Wenn Sie den Grill in der Mitte benutzen, platzieren
Sie das Grillgut in der Mitte des Rosts direkt unter das
Heizelement.

Ober- und Unterhitze

Drehen Sie den Schalter Backofen-Funktionen auf das
Symbol

gewünschte Temperatur ein.
Bei dieser Einstellung wird im Backofen Ober- und Un­terhitze erzeugt, bei der Speisen gleichmäßig garen.

sich zum Fertiggaren von Speisen oder zum Aufwärmen
von unten her. Schieben Sie den Rost in die Führungs­schienen ganz unten ein.

und stellen Sie mit dem Temperaturregler die

: Es wird nur Unterhitze erzeugt. Diese Funktion eignet

Grillen

Drehen Sie den Schalter Backofen-Funktionen auf das
Symbol

Temperaturregler die gewünschte Temperatur ein. Wenn
der Schalter Backofen-Fnktionen in der Position "Groß­flächengrill" steht, wird mit maximaler Grilltemperatur
gegrillt.

(Großflächengrill) und stellen Sie mit dem

Garen mit der Funktion Pizzastufe

Drehen Sie den Schalter Backofen-Funktionen auf das
Symbol

gewünschte Temperatur ein. Bei der Funktion Pizzastufe
werden das untere Heizelement und der G rill eingeschaltet
und der Ventilator wälzt die heiße Luft im Backofen um.
Diese Funktion eignet sich besonders gut für Pizza und

und stellen Sie mit dem Temperaturregler die

Brötchen. Die besten Ergebnisse erzielen Sie, wenn Sie
den Rost je nachdem, wie dick das Gargut ist, in die erste
oder zweite Einschubebne von unten einsetzen.

Heiß-/Umluft

Drehen Sie den Schalter Backofen-Funktionen auf das
Symbol

gewünschte Temperatur ein. Bei dieser Einstellung gibt
ein rundes Heizelement an der Rückseite des Backofens
Hitze ab und der Ventilator wälzt die heiße Luft im Back­ofen um. Dadurch können mehrere Speisen auf verschie­denen Ebenen gleichzeitig zubereitet werden. Zum Garen
von zwei Gerichten gleichzeitig empfiehlt es sich, diese
in die erste und dritte Einschubebene von unten einsetzen.
Beim Garen von nur einem Gericht erzielen Sie die besten
Ergebnisse, wenn Sie den Rost in die Einschubebene ganz
unten einsetzen.

und stellen Sie mit dem Temperaturregler die

Umluftgrill

Drehen Sie den Schalter Backofen-Funktion auf das Sym­bol

und stellen Sie mit dem Temperaturregler die ge­wünschte Temperatur ein. Beim Umluftgrillen werden ab­wechselnd der Grill und der Ventilator eingeschaltet. Da­durch werden die Speisen langsam erhitzt und sind nicht
längere Zeit der direkten Hitze des Grills ausgesetzt.
Der Umluftgrill eignet sich besonders für dicke Fleisch­stücke, Geflügel oder ganze Fische (Forellen, Makrelen,
Meeräschen).

Warnung! Stellen Sie die Temperatur beim
Umluftgrillen auf höchstens 200 °C ein.

Kochtabellen

Back- und Brattabelle

KUCHEN

Ober- und Un-

terhitze

Ein-

GERICHT

Rührteig 2 170 2 (1

38

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

Ein-

schub-

ebene

und 3)

Heißluft Umluft

Tem-

peratur

[°C]

Ein-

schub-

ebene

160 2 (1

und 3)

Tem-

peratur

[°C]

165 45-60 Kuchenform

Garzeit

[Min.]

Hinweise

Ober- und Un-

terhitze

Ein-

GERICHT

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

Mürbeteig 2 170 2 (1

Buttermilch-

1 170 2 160 2 165 60-80 Kuchenform, 26 cm

Heißluft Umluft

Ein-

schub-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

schub-

160 2 (1

und 3)

und 3)

Ein-

ebene

Tem-

peratur

Garzeit

[Min.]

Hinweise

[°C]

160 24-34 Kuchenform

Käsekuchen
Apfelkuchen 1 170 2 links

rechts

+

160 2 links

+

rechts

160 100-120 2 Kuchenformen, 20 cm,

auf dem Rost

Strudel 2 175 2 150 2 150 60-80 Backblech
Marmeladen-

kuchen

2 170 2 160 2 links

+

160 30-40 Kuchenform, 26 cm

rechts
Obstkuchen 2 170 2 155 2 155 60-70 Kuchenform, 26 cm
Biskuitkuchen

2 170 2 160 2 160 35-45 Kuchenform, 26 cm
(Biskuit ohne
Butter)

Stollen/Obst-

2 170 2 160 2 160 50-60 Kuchenform, 20 cm
kuchen mit ho­hem Fettgehalt

Pflaumenku-

2 170 2 160 2 165 50-60

Brotform

1)

chen
Kleingebäck 3 170 3 (1

und 3)

Kekse 3 150 3 150 3 (1

160 3 (1

und 3)

165 20-30 Backblech

140 20-30

Backblech

1)

und 3)
Baiser 3 100 3 100 3 115 90-120 Backblech
Hefekleinge-

3 190 3 180 3 180 15-20

Backblech

1)

bäck
Brandteig 3 190 3 180 3 (1

180 25-35

Backblech

1)

und 3)
Törtchen 3 180 2 170 2 170 45-70 Kuchenform, 20 cm
Englischer

Biskuitkuchen

1 oder2180 2 170 2 170 40-55 Links + rechts, Kuchen-

form, 20 cm

á la Victoria

1) 10 Minuten vorheizen.

39

BROT UND PIZZA

Ober- und Un-

terhitze

Ein-

GERICHT

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

Weißbrot 1 190 1 190 1 195 60-70 1-2 Stück, 500 g ein Stück

Roggenbrot 1 190 1 180 1 190 30-45 Brotform
Brötchen 2 190 2 (1

Pizza 1 190 1 190 1 190 20-30
Mürbeteig-

3 200 2 190 2 190 10~20

plätzchen

1) 10 Minuten vorheizen.

Heißluft Umluft

Ein-

schub-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

schub-

180 2 (1

und 3)

und 3)

Ein-

ebene

Tem-

peratur

Garzeit

[Min.]

Hinweise

[°C]

1)

180 25-40 6-8 Brötchen auf Back-

1)

blech
Fettpfanne
Backblech

1)

1)

AUFLÄUFE

Ober- und Un-

terhitze

Ein-

GERICHT

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

Nudelauflauf 2 180 2 180 2 180 40-50 Auflaufform
Gemüseauflauf 2 200 2 175 2 200 45-60 Auflaufform
Quiche 1 190 1 190 1 190 40-50 Auflaufform
Lasagne 2 200 2 200 2 200 25-40 Auflaufform
Cannelloni 2 200 2 190 2 200 25-40 Auflaufform
Yorkshirepud-

2 200 2 210 2 210 20-30 6 Puddingformen

ding

Heißluft Umluft

Ein-

schub-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

schub-

Ein-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

Garzeit

[Min.]

Hinweise

40

FLEISCH

Ober- und Unter-

hitze

Ein-

GERICHT

Rindfleisch 2 200 2 190 2 190 50-70 Rost und Fettpfanne
Schweine-

fleisch
Kalbfleisch 2 190 2 175 2 175 90-120 Rost und Fettpfanne
Roastbeef,

englisch, rot
Roastbeef,

englisch, rosa
Roastbeef,

englisch,
durch

Schweine­schulter

Schweinehaxe 2 180 2 160 2 160 100-120 2 Stück auf Fettpfanne
Lammfleisch 2 190 2 190 2 190 110-130 Keule
Hühnchen 2 200 2 200 2 200 70-85 Ganz auf Fettpfanne
Truthahn/Pute 1 180 1 160 1 160 210-240 Ganz auf Fettpfanne
Ente 2 175 2 160 2 160 120-150 Ganz auf Fettpfanne
Gans 1 175 1 160 1 160 150-200 Ganz auf Fettpfanne
Kaninchen 2 190 2 175 2 175 60-80 Stücke / Zerlegt
Hase 2 190 2 175 2 175 150-200 Stücke / Zerlegt
Fasan 2 190 2 175 2 175 90-120 Ganz auf Fettpfanne

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

2 180 2 180 2 180 90-120 Rost und Fettpfanne

2 210 2 200 2 200 44-50 Rost und Fettpfanne

2 210 2 200 2 200 51-55 Rost und Fettpfanne

2 210 2 200 2 200 55-60 Rost und Fettpfanne

2 180 2 170 2 170 120-150 Fettpfanne

Heißluft Umluft

Ein-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

schub-

schub-

Ein-

ebene

Tem-

peratur

[°C]

Garzeit
[Min.]

Hinweise

41

FISCH

Ober- und Un-

terhitze

Ein-

GERICHT

Forelle/Brasse 2 190 2 (1

Thunfisch/
Lachs

Die Zeitangaben beinhalten kein Vorheizen. Heizen
Sie den leeren Backofen immer 10 Minuten lang

vor.

schub-

ebene

Tem­pera-

tur

[°C]

2 190 2 (1

Heißluft Umluft

Ein-

schub-

ebene

und 3)

und 3)

Tem-

peratur

[°C]

175 2 (1

175 2 (1

schub-

und 3)

und 3)

und 3)

Ein-

ebene

2 (1

Tem-

peratur

[°C]

175 40-55 3-4 Fische

175 35-60 4-6 Filets

Garzeit

[Min.]

Grillen

GERICHT Menge Grillen Garzeit in Minuten

Stück g Tempe-

ratur

(°C)

Filetsteaks 4 800 3 250 12~15 12~14
Beefsteaks 4 600 3 250 10~12 6~8
Bratwürste 8 / 3 250 12~15 10~12
Schweinskotelett 4 600 3 250 12~16 12~14
Hähnchen (in zwei

Hälften)
Spieße 4 / 3 250 10~15 10~12
Hähnchenbrust 4 400 3 250 12~15 12~14

Hamburger
Fisch (Filet) 4 400 3 250 12~14 10~12
Sandwiches 4~6 / 3 250 5~7 /
Toast 4~6 / 3 250 2~4 2~3

1) 5 Min. vorheizen

2 1000 3 250 30~35 25~30

1)

6 600 2 250 20-30

1. Seite 2. Seite

Hinweise

Warnung! Stellen Sie beim Umluftgrillen eine
Temperatur von maximal 200 °C ein.

42

Umluftgrillen

GERICHT Menge (g) Einschubhö-heTemp. in °C Garzeit in Minuten

Unterseite Oberseite

Rollbraten (Trut­hahn)

Hähnchen (in zwei
Hälften)

Hühnchenschle­gel

Wachteln 500 3 200 25 ~ 30 20 ~ 25
Gemüsegratin — 3 200 20 ~ 25 —
Jakobsmuscheln — 3 200 15 ~ 20 —
Makrele — 3 200 15 ~ 20 10 ~ 15
Fischscheiben 800 3 200 12 ~ 15 8 ~ 10

Die Backofentemperaturen sind Richtwerte. Die
Temperaturen sind je nach persönlichen Vorlieben

und Geschmack zu erhöhen oder zu verringern.

1000 3 200 30 ~ 40 20 ~ 30

1000 3 200 25 ~ 30 20 ~ 30

— 3 200 15 ~ 20 15 ~ 18

Pizza-Funktion

GERICHT Pizza-Funktion Garzeit in Minuten HINWEISE

Temperatur (°C)

Pizza, groß 1 200 15~25 Backblech
Pizza, klein 1 200 10~20 Backblech oder Rost
Brötchen 1 200 15~25 Backblech

Die angegebenen Temperaturen sind Richtwerte.
Die Temperatur kann bei Bedarf nach Belieben ge-

ändert werden.

mehrmals aufgefüllt werden. Ist der Wassertank leer, so
leuchtet die Warnlampe "Tank leer" auf. Gehen Sie zum
Nachfüllen des Wassertanks wie unter "So bereiten Sie
den Backofen zum Dampfgaren vor" erläutert vor.

Funktion Dampfgaren

Je nach in der Tabelle angegebener Gardauer muss
der Tank während des Garens unter Umständen

43

KUCHEN UND GEBÄCK

GARGUT Dampfgarfunktion Garzeit in Minuten HINWEISE

Einschubhöhe Temperatur °C

Apfelkuchen

1)

2 160 90-120 Kuchenform, 20 cm

Wähe 2 175 30-40 Kuchenform, 26cm
Obstkuchen 2 160 80-90 Kuchenform, 26 cm
Rührteig 1 160 40-45 Kuchenform, 26 cm

1)

Hefezopf
Obstkuchen

1)

2 150 100-110 Kuchenform, 20 cm
2 160 40-50 Brotform

Kleingebäck 3 165 30-35 Backpapier
Kekse 3 150 20-35 Backpapier

Hefegebäck
Brioches

1) Die Garzeiten schließen nicht die Vorheizdauer ein. Vor dem Garen den Backofen immer 10 Minuten vorheizen.

1)

1)

2 200 12-20 Backpapier
3 180 20-30 Backpapier

BROT UND PIZZA

GARGUT GEWICHT IN G Dampfgarfunktion Garzeit in Minu-

ten

Weißbrot
Brötchen

Einschubhöhe Temperatur °C

1)

1)

1.000 g 2 190 40-60 1-2 Laibe, 500 g
500 g 2 190 20-30 6-8 Brötchen auf

Pizza 1 200 20-30 Backpapier

1) Die Garzeiten schließen nicht die Vorheizdauer ein. Vor dem Garen den Backofen immer 10 Minuten vorheizen.

HINWEISE

Backblech

AUFLÄUFE

GARGUT Dampfgarfunktion Garzeit in Minuten HINWEISE

Einschubhöhe Temperatur °C

mit Gemüse 1 175 30-40 Pyrexform
Quiche 2 200 50-60 Auflaufform
Lasagne 2 190 45-60 Pyrexform
Dampfkartoffeln 1 180 32-42 Pyrexform
Kartoffelgratin 1 185 50-60 Pyrexform

44

FLEISCH

GARGUT GEWICHT IN G Dampfgarfunktion Garzeit in Minu-

Einschubhöhe Temperatur °C

Schweinebraten 1.000 g 2 180 80-90 Auf dem Rost
Kalbfleisch 1.000 g 2 180 90-100 Auf dem Rost
Roastbeef (eng-

lisch, rot)
Roastbeef, rosa 1.000 g 2 210 61-65 Auf dem Rost
Roastbeef, durch 1.000 g 2 210 65-70 Auf dem Rost
Lammfleisch 1.000 g 2 175 120-150 Keule
Hühnchen 1.000 g 2 200 50-60 Ganz
Truthahn/Pute 4.000 g 1 175 150-180 Ganz
Ente 1 175 150-180 Ganz
Gans 3.000 g 1 160 120-150 Ganz
Kaninchen 2 180 90-120 Stücke / Zerlegt

1.000 g 2 210 53-55 Auf dem Rost

ten

HINWEISE

FISCH

GARGUT GEWICHT IN G Dampfgarfunktion Garzeit in Minu-

Einschubhöhe Temperatur °C

Forelle 1.500 g 2 180 30-45 3-4 Fische
Thunfisch 1.200 g 2 180 35-60 4-6 Filets
Hecht 2 210 20-30

ten

HINWEISE

Reinigung und Pflege

Warnung! Schalten Sie den Backofen vor dem

Reinigen aus und lassen Sie ihn abkühlen.
Das Gerät darf nicht mit Dampfstrahl- oder
Hochdruckreinigern gereinigt werden.

Wichtig: Trennen Sie das Gerät vor dem Reinigen unbe­dingt vom Netzstrom.

Folgende Reinigungsarbeiten müssen regelmäßig
durchgeführt werden, um dem Gerät eine möglichst lange
Lebensdauer zu sichern:

• Durchführung nur bei abgekühltem Backofen.

• Die emaillierten Teile mit Seifenlauge reinigen.

• Keine Scheuermittel verwenden!

• Edelstahlteile und Glasscheiben mit einem weichen

Tuch trockenreiben.

• Bei hartnäckigen Flecken handelsübliche Reinigungs­mittel für Edelstahl oder warmen Essig benutzen.

Die Emaillierung des Backofens ist äußerst haltbar und
weitestgehend unempfindlich. Heiße Fruchtsäuren (Zit­ronen, Pflaumen oder ähnliches) können jedoch auf der
Emailoberfläche bleibende matte und raue Flecken hin­terlassen. Solche Flecken in der emaillierten Hochglanz­oberfläche beeinträchtigen die Funktion des Backofens
jedoch nicht. Reinigen Sie den Backofen grundsätzlich
nach jedem Gebrauch. Verschmutzungen lassen sich so
am leichtesten entfernen. Ein weiteres Einbrennen wird
damit vermieden.
Reinigungsmittel

45

Kontrollieren Sie vor der Verwendung von Reinigungs­mitteln immer, ob diese für Ihren Ofen geeignet sind und
vom Hersteller empfohlen werden.
Reinigungsmittel, die Bleiche enthalten, sollten NIE ver­wendet werden, da sie die Oberflächenbeschichtung
stumpf werden lassen. Vermeiden Sie ebenso die Ver­wendung von Scheuermitteln.
Reinigung von außen
Wischen Sie regelmäßig die Bedienblende, die Backofen­tür und die Türdichtungen mit einem weichen Lappen ab,
den Sie in warmem Wasser mit etwas flüssigem Reini­gungsmittel angefeuchtet haben.

Verwenden Sie zur Vermeidung von Beschädigungen der
Backofenglastür auf keinen Fall:

• Haushaltsreinigungsmittel und Bleichlauge.

• Imprägnierte Reinigungsschwämme, die für Kochtöpfe
mit Antihaftbeschichtung ungeeignet sind.

• Brillo-/Ajax-Schwämme oder Schwämmchen aus
Stahlwolle.

• Chemische Ofenreiniger oder Backofensprays.

• Rostentferner.

• Fleckentferner für Waschbecken/Spülen.

Reinigen Sie die Außen- und Innenseite der Glastür mit
warmem Seifenwasser. Sollte die Innenseite der Glastür
stark verschmutzt sein, benutzen Sie Reinigungsprodukte
wie "Hob Brite". Benutzen Sie keine Schaber, um den
Schmutz zu entfernen.
Garraum
Der Email-Boden des Garraums lässt sich am Besten rei­nigen, wenn der Backofen noch warm ist.
Wischen Sie ihn nach jedem Backofengebrauch mit einem
weichen, in Seifenwasser angefeuchteten Schwamm aus.
Von Zeit zu Zeit ist jedoch eine gründlichere Reinigung
mithilfe eines speziellen Reinigungsmittels für Backöfen
erforderlich.

Backofentür

Die Backofentür besteht aus zwe i Glasscheiben. Die Back­ofentür lässt sich aushängen und die Scheiben können
zum bequemen Reinigen herausgezogen werden.

Warnung! Achtung - Die Backofentür muss vor dem

Reinigen ausgebaut werden. Die Backofentür
könnte plötzlich zuschlagen, wenn Sie versuchen, die
Innenscheiben aus der eingehängten Ofentür zu ziehen.

Nehmen Sie sie folgendermaßen ab.

1

Öffnen Sie die Tür bis
zum Anschlag.
Fahren Sie mit den beiden

2

Heben Sie den Hebel
am Scharnier an und klap­pen Sie ihn nach vorne.

Scharnieren fort.

3

Halten Sie die Tür an
den beiden Außenkanten
und schließen Sie sie ca.
bis zu einem Winkel von
45°.

4

Legen Sie die Tür auf
festem Boden ab und
schützen Sie die Oberflä­che des Griffs mit einem
weichen Tuch.

Ziehen Sie die Tür nach
vorne aus dem Gehäuse.

5

Betätigen Sie zum Ent­fernen der Innenscheiben
das Verriegelungssystem.

90°

46

90°

2

1

6

Drehen Sie die beiden
Befestigungen um 90°
und nehmen Sie sie aus
dem Gehäuse.

7

Heben Sie die obere
Scheibe vorsichtig etwas
an und ziehen Sie die
Scheibe heraus, die an
dem Zierrahmen auf allen
vier Seiten erkennbar ist.

Reinigen Sie die Backofentür mit lauwarmem Wasser und
einem weichen Tuch. Verwenden Sie zur Reinigung der
Tür keine Topfreiniger, Stahlwolle, Scheuerschwämme
oder Säuren, da diese die wärmeabweisende Spezialbe­schichtung an der Innenseite der Glasscheiben beschä­digen können.

Gehen Sie dabei wie folgt vor:

• Die Innenscheibe mit dem Zierrahmen auf den 4 Seiten
muss so eingebaut werden, dass die Bedruckung zu
der Außenseite des Backofens weist. Die Glasscheibe
ist richtig herum eingebaut, wenn Sie keinerlei Un­ebenheiten fühlen, wenn Sie mit den Fingern über die
Oberfläche streichen.

Die Innenscheibe muss, wie in Abbildung 8 gezeigt, ein­gesetzt werden. Nach dem Einsetzen der Glasscheiben in
die Backofentür sichern Sie sie in umgekehrter Reihen­folge, wie in Punkt 6 beschrieben, um sicherzustellen,
dass sie befestigt sind.

feststellen, rufen Sie sofort den Kundendienst und lassen
Sie die Scheiben auswechseln.

Geräte aus Edelstahl oder Aluminium:
Reinigen Sie die Backofentür und die Bedienleiste aus

Edelstahl oder Aluminium mit einem feuchten Schwamm
und trocken Sie sie anschließend mit einem weichen Tuch
sorgfältig ab. Verwenden Sie zur Reinigung keine Topf­reiniger, Stahlwolle, Scheuerschwämme oder Säuren, da
diese die Oberflächen beschädigen können.

Reinigen der Backofentürdichtung

Warnung! Kontrollieren Sie regelmäßig den

Zustand der Dichtung. Die Dichtung bei Bedarf
reinigen, ohne dazu Gegenstände oder Scheuermittel zu
verwenden. Ist die Dichtung beschädigt, rufen Sie sofort
den nächsten Kundendienst an. Benutzen Sie den
Backofen erst wieder, nachdem die Dichtung
ausgetauscht wurde.

Einschubgitter

Zur Reinigung der Seitenwände lassen sich die Einschub­gitter auf der linken und rechten Seite im Backofen ab­nehmen.

Einschubgitter abnehmen

2

1

1

Backauszüge hinten
von der Backofenwand
nach vorn wegziehen.

2

Backauszüge dann

aushängen.

8

Warnung! Reinigen Sie niemals eine warme
Backofentür, da sonst das Glas zerbrechen könnte.

Wenn Sie Kratzer oder Risse auf der Glasscheibe

Einsetzen der Einschubgitter

1

2

47

Zum Einbau Gitter zuerst hinten wieder einhängen und
dann vorne anlegen und andrücken. Tauchen Sie die Ein­schubgitter zum Reinigen in warmes Seifenwasser und
entfernen Sie hartnäckigen Schmutz mit einem gut ein­geseiften imprägnierten Schwamm. Gut nachwischen und
mit einem weichen Tuch trocken wischen.

Auswechseln der Backofenlampe

Trennen Sie das Gerät vom Netz.

Beim Auswechseln der Backofenlampe sollten Sie darauf
achten, dass die neue Lampe folgende Merkmale auf­weist:

• Elektrische Leistung: 15 W/25 W;

• Elektrische Spannung: 230 V (50 Hz);

• Hitzebeständigkeit bis 300 °C;

• Fassung: E14.
So tauschen Sie die Backofenlampe aus

1. Vergewissern Sie sich, dass der Backofen vom Netz­strom getrennt ist.

2. Drücken Sie die Glasabdeckung nach innen und
schrauben Sie sie entgegen dem Uhrzeigersinn ab.

B

A

1

Bereiten Sie die Sonde
für den Wasserablauf vor.
Befestigen Sie den Ablauf­schlauch, der in der Ab­bildung mit dem Buchsta­ben (A) markiert ist, an ei­nem Ende.

C

3

Stecken Sie den Ab­laufschlauch mit leichtem
Druck in der in der Abbil­dung gezeigten Richtung
in das Ventil. Lassen Sie
das Wasser ab.

C

A

2

Legen Sie das andere
Ende der Abflusssonde in
einen Behälter. Stecken
Sie den Ablaufschlauch
(A) in das Ablaufventil (C).

3. Entfernen Sie die durchgebrannte Lampe und setzen
Sie eine neue ein.

4. Bringen Sie die Glasabdeckung wieder an und ste­cken Sie den Netzstecker des Backofens wieder in die
Steckdose.

Entleeren des Wassertanks

Warnung! Vor dem Entleeren muss das Gerät
vollständig abgekühlt sein.

48

C

4

Ziehen Sie den Ablauf­schlauch aus dem Ventil
heraus, wenn das gesamte
Wasser abgelassen wur­de.

Warnung! Füllen Sie den Wassertank nicht wieder
mit dem abgelassenen Wasser auf.

Warnung! Auch wenn die Kontrolllampe

„Wassertank leer“
nicht, dass der Tank vollständig leer ist. Warten Sie, bis
kein Wasser mehr aus dem Wasserablaufventil fließt.

Reinigung des Wassertanks

Warnung! Füllen Sie während des

Reinigungszyklus kein Wasser in das Fach.

Während des Reinigungszyklus kann etwas Wasser

aus dem Dampfeinlass ins Backofeninnere tropfen.
Setzen Sie am besten die Fettpfanne in die Schiene unter
dem Dampfeinlass ein, damit kein Wasser direkt auf den
Boden des Garraums tropft.

Wie bei allen Geräten, bei denen Wasser zum Einsatz
kommt (z.B. Bügeleisen), ist es vollkommen normal, dass
sich Kalkablagerungen in Ihrem Backofen bilden. Nach
einer bestimmten Zahl an Dampfgarvorgängen kann der
Kalk, der sich im Tankinnern absetzt, die Dampferzeugung
reduzieren. Nach einigen Garvorgängen ist es wahr­scheinlich, dass sich eine gewisse Menge Kalk abgelagert
hat. Es ist empfehlenswert, die Dampf erzeugenden Bau­gruppen des Ofens gründlich zu reinigen, um dies zu
verhindern.
Für die Reinigung gehen Sie wie hier beschrieben vor:
Entleeren Sie den Wassertank nach jedem Dampfgaren
(folgen Sie den Anweisungen im Abschnitt „Entleeren des
Wassertanks“).

Für die Reinigung gehen Sie wie hier beschrieben vor:

• Nach dem Entleeren des Wassers aus dem Tank be-

reiten Sie eine Lösung aus 0,5 l Wasser und 50-60
Gramm (fünf gehäufte Teelöffel) Zitronensäure oder
Kaffeemaschinenentkalkerlösung zu, die in Super­märkten oder Haushaltswarengeschäften erhältlich
sind.

Zitronensäure wird für Lebensmittelzwecke benutzt;

sie sieht mit den kleinen, weißen Körnchen ähnlich
wie Zucker aus. Sie wird gewöhnlich in der Lebensmit­telindustrie eingesetzt und ist in Läden, die Weine ver­kaufen, in gut sortierten Lebensmittelgeschäften und in
einigen Drogerien erhältlich.

• Diese Lösung in das Wassernachfüllfach einfüllen.

• Lassen Sie die Zitronensäure-Lösung im Tank für etwa

60 Minuten ruhen - im kalten Backofen.

aufleuchtet, bedeutet dies

• Schalten Sie den Backofen ein und wählen Sie die
Dampffunktion mit einer Temperatur zwischen 140 °C
und 230 °C. Schalten Sie ihn nach 20-25 Minuten
wieder aus.

• Lassen Sie den Backofen 5-10 Minuten abkühlen.

• Schalten Sie den Backofen ein und wählen Sie die
Dampffunktion mit einer Temperatur zwischen 140 °C
und 230 °C. Schalten Sie ihn nach 10 Minuten wieder
aus.
Lassen Sie den Backofen abkühlen und entleeren Sie
den Tankinhalt wie oben beschrieben.

• Spülen Sie den Tank danach mehrmals aus, leeren Sie
das Wasser aus dem Wassernachfüllfach und lassen
Sie es aus der Ablaufsonde laufen, bis das ablaufende
Wasser keine Kalkrückstände mehr enthält. Eventuelle
Kalkrückstände im Backofeninnenraum mit einem
Tuch abwischen.

Während dieses Vorgangs wird der Ofen und der Raum
mit dem typischen Zitronenduft gefüllt. Wenn Sie beab­sichtigen, den Backofen in den nächsten 2-3 Wochen oder
länger nicht zu benutzen, empfehlen wir Ihnen, den Was­sertank zu leeren.

Reinigung der Abflusssonde
Reinigen Sie die Sonde gründlich nach jedem Reini-

gungsvorgang. Sie können die Sonde von Hand mit lau­warmem Wasser und üblichem Spülmittel reinigen. Be­nutzen Sie auf keinen Fall Sprays, Säuremittel oder ähn­liche Reinigungsmittel, da die Sonde beschädigt werden
könnte.

Hinweise zu den verschiedenen Wasserarten
Wenn Sie natürliches Mineralwasser oder zumindest

Wasser mit geringem Kalkgehalt verwenden, können die
Reinigungszyklen drastisch reduziert werden (z. B. alle
100, 150 Einsätze). Wenn Ihr Wasser gefiltert bzw. ent­härtet wird, kann Leitungswasser ohne Probleme ver­wendet werden.

Beim Verwenden von hartem Wasser (d.h. Wasser

mit hohem Kalkgehalt) muss die Reinigung häufiger
durchgeführt werden, es beeinträchtigt jedoch in keinster
Weise die Gesamtleistung des Gerätes.

49

KALKMENGENTABELLE DER WHO

(Weltgesundheitsorganisation)

Wasserhärte

Kalkablagerungen

0-60 mgl 0-6 0-3 Weich

60-120 mgl 6-12 3-7 Mittel

120-180 mgl 12-18 8-10 Hart oder kalkhaltig

über 180 mgl über 18 über 10 Sehr hart 60 Zyklen - 1 Monat

(Französische Was-

serhärtegrade )

Wasserhärte

(Deutscher Wasser-

härtegrad)

Wasserklassifizie-

rung

Entkalkung durch-

führen alle

150 Zyklen - 2,5 Mo-

nate

100 Zyklen - 2 Mo-

nate

75 Zyklen - 1,5 Mo-

nate

Was tun, wenn …

Einige Probleme beim Betrieb lassen sich auf einfache
Wartungsfehler oder Versehen zurückführen und können
leicht gelöst werden, ohne den Kundendienst zu rufen.

PROBLEM ABHILFE

DER BACKOFEN FUNKTIONIERT
NICHT

DIE BACKOFENLAMPE LEUCH­TET NICHT.

DIE TEMPERATURLAMPE
LEUCHTET NICHT.

DIE ZUBEREITUNG DER GERICH­TE DAUERT ZU LANGE ODER SIE
GAREN ZU SCHNELL.

FEUCHTIGKEIT BILDET SICH
AUF DEN GERICHTEN UND IM
BACKOFEN

DAS DISPLAY ZEIGT „12.00“ AN. Stellen Sie die Uhrzeit ein (siehe Kapitel „Einstellen der Uhrzeit“).
WASSER STEHT IM BACKOFEN Zu viel Wasser im Wassertank. Schalten Sie den Backofen aus und wischen Sie

Vergewissern Sie sich, dass die Schalter für das Garen richtig eingestellt sind
und wiederholen Sie die im Handbuch beschriebenen Schritte.

oder

Prüfen Sie die Sicherheitsschalter („Schutzschalter“) der elektrischen Anlage.
Liegt der Fehler am System, wenden Sie sich an einen Elektriker.

Stellen Sie am Schalter eine Funktion ein.

oder

Kaufen Sie eine Lampe für hohe Temperaturen in einem Service Center und
setzen Sie sie gemäß den Anweisungen im entsprechenden Kapitel ein.

Stellen Sie am Temperaturregler eine Temperatur ein.

oder

Stellen Sie am Schalter eine Funktion ein.
Lesen Sie in diesem Handbuch nach (Kapitel „Praktische Tipps und Hinweise“).

Lassen Sie die Gerichte nach Beendigung des Garvorgangs nicht länger als 15

- 20 Minuten im Backofen stehen.

das ausgelaufene Wasser mit einem Tuch oder Schwamm auf.

50

PROBLEM ABHILFE

KONTROLLLAMPE „WASSER­TANK VOLL“

KONTROLLLAMPE „WASSER­TANK LEER“

DIE DAMPFFUNKTION FUNKTI­ONIERT NICHT

• ES DAUERT LÄNGER ALS DREI
MINUTEN, UM DEN WASSER­TANK ZU LEEREN.

• WASSER TRITT AUS DEM
DAMPFEINLASS IM BACK­OFEN AUS

AUS

AN

Technische Daten

Prüfen Sie, ob der Backofenschalter auf das entsprechende Symbol gestellt
ist oder
füllen Sie Wasser in den Tank ein, bis die Lampe aufleuchtet. Wird Wasser ins
Backofeninnere abgegeben und leuchtet die Kontrolllampe „Wassertank voll“
nicht auf, rufen Sie einen Techniker.

Füllen Sie den Wassertank. Leuchtet die Warnanzeige immer noch, nachdem
ca. ein Liter Wasser eingefüllt wurde, kann das Problem nur von einer Fachkraft
behoben werden.

Stellen Sie sicher, dass die Dampffunktion gewählt wurde.
Schließen Sie die Backofentür richtig.
Füllen Sie den Wassertank.
Reinigen Sie den Wassertank mit Wasser (wie im entsprechenden Abschnitt
beschrieben).
Das Dampfeinlassloch kann verstopft sein. Entfernen Sie den Kalk aus dem
Loch.

Reinigen Sie den Wassertank (wie im entsprechenden Abschnitt beschrieben).

Leistung der Heizelemente

Unterhitzeheizelement 1.000 W
Ober- und Unterhitzeheizelemente 1.800 W
Großflächen-Grillheizelement 2.450 W
Rückwandheizelement 2.000 W
Turbo-Raumgrill-Element 1.650 W
Dampfgarfunktion 2.825 W
Pizza-Funktion 3.025 W
Backofenbeleuchtung 25 W
Backofen-Ventilator 25 W
Kühlventilator 25 W
Gesamtleistung maximal 3.075 W
Betriebsspannung (50 Hz) 230 V

51

Mindestabmessungen für den Einbau

Höhe in Sockel: 587 mm
Höhe unter der Arbeitsfläche: 600 mm
Breite 560 mm
Tiefe 550 mm

Abmessungen des Garraums

Höhe 335 mm
Breite 395 mm
Tiefe 400 mm
Nutzvolumen 53 l

Montageanleitung

Einbau und Installation sind streng unter Beachtung der
bestehenden Vorschriften durchzuführen. Alle Maßnah­men müssen bei ausgeschaltetem Gerät vorgenommen
werden. Arbeiten am Gerät dürfen nur von anerkannten
Fachleuten durchgeführt werden.
Der Hersteller lehnt jede Haftung ab, falls die Sicher­heitsmaßnahmen nicht beachtet werden.

Elektroanschluss

Vor dem Anschluss bitte Folgendes beachten:

• Die Sicherung und die Hausinstallation müssen auf die
maximale Leistung des Geräts ausgelegt sein (siehe
Typenschild).

• Die Hausinstallation muss mit einem vorschriftsmä­ßigen und den geltenden Vorschriften entsprechenden
Erdanschluss ausgestattet sein.

• Die Steckdose oder der mehrpolige Ausschalter müs­sen auch nach der Installation des Geräts einfach zu
erreichen sein.

Das Gerät wird mit Netzkabel geliefert.
Am Kabel ist ein Netzstecker mit den a uf dem Typenschild
des Geräts angegebenen elektrischen Kennwerten anzu­bringen. Für den Stecker muss eine passende Wands­teckdose vorbereitet werden. Bei einem Direktanschluss
des Ofens an das Netz muss zwischen dem Gerät und dem
Netz ein allpoliger Trennschalter mit einer Mindest-Kon­taktöffnung von 3 mm eingebaut werden, der für die er­forderliche Stromaufnahme bemessen ist und die ein­schlägigen Vorschriften erfüllt. Der grün-gelbe Erdleiter

darf nicht durch den Schalter unterbrochen werden und
muss 2-3 cm länger als die anderen Leiter sein.
Die vorhandene Netzanschlussleitung mit Stecker ist an
eine Schutzkontaktsteckdose (230 V~, 50 Hz) anzuschlie­ßen. Die Schutzkontaktsteckdose muss vorschriftsmäßig
installiert sein.
Als Anschlusskabel sind - unter Berücksichtigung des
jeweils erforderlichen Querschnitts - folgende Typen ge­eignet: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Das Anschlusskabel muss in jedem Fall so ausgelegt
sein, dass es an keiner Stelle 50 °C (über der Raumtem­peratur) erreicht.
Nach erfolgtem Anschluss sind die Heizelemente zu prü­fen, indem sie ca. 3 Minuten lang betrieben werden.

Klemmenblock

Der Backofen ist mit einem leicht zugänglichen Klem­menblock ausgerüstet, der für den Betrieb an einer ein­phasigen Stromversorgung von 230 V ausgelegt ist.

Buchstabe L Spannungführende Klem-

me

Buchstabe N Nullleiterklemme

oder E

Erdungsklemme

52

Einbau unter der Arbeitsplatte

Die Einbaunische muss die in der Abbildung unten ge­zeigten Abmessungen aufweisen.

Einbauanleitung

Zur einwandfreien Funktion des Einbaugerätes müssen
das Einbaumöbel bzw. die Einbaunische geeignete Ab­messungen aufweisen.
Gemäß den bestehenden Vorschriften müssen alle Teile,
die den Berührungsschutz spannungsführender und iso­lierter Teile gewährleisten, so befestigt se in, dass sie nicht
ohne Werkzeug abgenommen werden können.
Hierzu gehört auch die Befestigung eventueller Ab­schlussseiten am Anfang oder Ende einer Anbaulinie.
Der Berührungsschutz muss in jedem Fall durch den Ein­bau des Geräts gewährleistet sein.
Das Gerät kann mit seiner Rückseite bzw. mit einer Sei­tenwand an höhere Küchenmöbel, Geräte bzw. Wände
gestellt werden. An die andere Seitenwand dürfen jedoch
nur andere Geräte oder Möbel mit gleicher Höhe wie das
Gerät angestellt werden.

Gesamtabmessungen des Backofens

540

20

590

560

570

550 min

560-570

600

80÷100

Befestigung im Möbel

1. Die Backofentür öffnen.

2. Die vier mit dem Gerät mitgelieferten Abstandhalter
( A ) in die Bohrungen des Rahmens einsetzen und
dann den Backofen mit vier Holzschrauben im Möbel
befestigen ( B ).

Falls über dem Ofen eine Kochmulde installiert wird,
müssen die Kochmulde und der Backofen aus Sicher­heitsgründen und um einen raschen, einfachen Ausbau
des Ofens zu ermöglichen, separat an die Stromversor­gung angeschlossen werden.
Verlängerungskabel müssen gegebenenfalls für die er­forderliche Leistung bemessen sein.

A

B

594

7

Einbau in ein Küchenmöbel

Die Einbaunische muss die in der Abbildung unten ge­zeigten Abmessungen aufweisen.

50

min

550

560-570

587

53

Service und Ersatzteile

Wenn die im Abschnitt „Was tun, wenn ...“ vorgeschla­genen Maßnahmen das Problem nicht lösen, wenden Sie
sich bitte an den nächsten autorisierten Kundendienst und
machen Sie folgende Angaben: Art der Störung, Geräte­modell (Mod.), Produktnummer (Prod. no.) und Serien­nummer (Ser.-No.) (auf dem Typenschild angegeben).
Das Typenschild befindet sich im Türrahmen des Back­ofens und Sie finden es nach Öffnen der Backofentür an
der Stelle, die in der Abbildung ersichtlich ist.

Die vom Gerätehersteller zertifizierten und mit der Marke
gekennzeichneten Originalersatzteile sind in unseren
Kundendienststellen und im autorisierten Ersatzteilehan-

del erhältlich.

Entsorgung des Geräts

• Um das Risiko von Verletzungen oder Sachschäden zu

vermeiden:
– Trennen Sie das Gerät von der Stromversorgung.
– Schneiden Sie das Netzkabel ab und entsorgen Sie

es.

– Entfernen Sie die Türverriegelung und entsorgen

Sie diese. Damit wird verhindert, dass Kinder oder
kleine Tiere im Gerät eingeschlossen werden kön­nen. Es besteht Erstickungsgefahr.

Umwelttipps

Das Symbol auf dem Produkt oder seiner Verpackung
weist darauf hin, dass dieses Produkt nicht als normaler
Haushaltsabfall zu behandeln ist, sondern an einem
Sammelpunkt für das Recycling von elektrischen und
elektronischen Geräten abgegeben werden muss. Durch
Ihren Beitrag zum korrekten Entsorgen dieses Produkts
schützen Sie die Umwelt und die Gesundheit Ihrer
Mitmenschen. Umwelt und Gesundheit werden durch
falsches Entsorgen gefährdet. Weitere Informationen über
das Recycling dieses Produkts erhalten Sie von Ihrem

54

Rathaus, Ihrer Müllabfuhr oder dem Geschäft, in dem Sie
das Produkt gekauft haben.

Verpackungsmaterial

Die Verpackungsmaterialien sind umweltverträg-

lich und wiederverwertbar. Kunststoffteile sind mit
internationalen Abkürzungen wie z. B. >PE<, >PS< usw.
gekennzeichnet. Entsorgen Sie das Verpackungsmaterial
in den dafür vorgesehenen Behältern der kommunalen
Müllentsorgung.

55

www.zanussi.com/shop

397102101-A-042010