Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis
hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of
voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het
toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van
het toestel.
Adviezen en tips voor het wassen10
Was niet te lang opsparen10
Sorteren10
Temperaturen10
Hoeveel wasgoed in de trommel?10
Vóór u het wasgoed in de trommel doet11
Welke wasmiddelen gebruiken?11
Traditionele poeder-wasmiddelen12
Vloeibare wasmiddelen12
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen12
Wasverzachter12
Waterontharder12
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
●
Installatie
●
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
●
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
●
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
●
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
●
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
●
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
●
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het
artikel volledig uitgedampt is.
●
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
●
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken
leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-,
beugels niet in de wasautomaat.
●
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
●
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
●
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
●
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
●
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
●
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de stekker.
Veiligheid van kinderen
●
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
●
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
●
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasautomaat kunnen
klimmen.
●
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
NEDERLANDS
3
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor
te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en
tijd (en u ontziet het milieu).
●
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
Technische gegevens
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
●
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
●
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Afmetingenhoogte85 cm
breedte60 cm
diepte57 cm
Maximum vulgewichtKatoen5,kg
Synthetica2,5, kg
Fijne was2,5, kg
Wol, handwas20 kg
Centrifugeertoerentalmaximum1000/min. (F 1025)
1200/min. (F 1225)
1400/min. (F 1425)
Netspanning/-Frequentie220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde2200 W
Zekeren met minimaal10 A
Waterleidingdrukgrenzenminimum050 kPa
maximum800 kPa
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
4
Installatie
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met de sleutel de rechter schroef aan de
achterkant van de machine los.
P0255
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en maak de 2 plastic zakken aan
de voorkant van het apparaat los.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
2
1
7. Dicht de gaten af met de stopsels die bij de
gebruiksaanwijzing verpakt zijn.
P0256
P0020
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare
voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de
voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier
de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk.
NEDERLANDS
P1068
P1066
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
P1051
5
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang
stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan.
Gebruik alleen nieuwe slangen voor de
watertoevoer.
P1088
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
P0021
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
Als de aansluiting op nieuwe leidingen of op
leidingen, die lange tijd niet zijn gebruikt, wordt
gemaakt, is het raadzaam het water enige tijd te
laten lopen alvorens de wasmaschine aan te sluiten.
Hierdoor wordt voorkomen, dat zand, roest e.d. het
filter in de toevoerslang verstoppen.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
P0022
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale
totale lengte van 400 cm. Gebruik een verlengslang
van tenminste dezelfde binnendiameter als de
originele slang en gebruik een koppeling die voor dat
doel bestemd is.
P1118
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Voor een goede werking van de machine moet de
afvoerslang worden vastgehaakt op de steun die
zich bovenaan de achterzijde van het apparaat
bevindt.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dientdeugdelijk geaard te zijn.
6
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
Uw nieuwe wasautomaat
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
NEDERLANDS
Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen
voor een moderne behandeling van uw wasgoed,
met besparing van water, stroom en wasmiddel.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
● De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee
worden zowel het programma als de temperatuur
gekozen.
Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld is. U
kunt de deur pas openen nadat het lampje is
uitgegaan.
● Starttijdkeuze: u kunt de start van het
programma 2 tot max. 12 uur uitstellen (bijv. tot
de voordeeluren).
● De automatische sopafkoeling op 60° C in het
witte was-programma voor het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
● Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
● Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en
rustige loop.
● De "spaarklep" zorgt ervoor dat het wasmiddel
geheel wordt gebruikt en reduceert het
waterverbruik; zo wordt energie bespaard.
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
C0063
7
Gebruik
Bedieningspaneel
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende
functies met elkaar gecombineerd worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het
programma is ingesteld en voordat toets
START/PAUZE wordt ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Als de toets nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 2 seconden knippert, betekent dat
dat een onjuiste keuze is gemaakt.
1 Toets “QUICK” (Kort)
“EXTRA QUICK” (Snel)
U hebt de keus uit twee functies:
●
QUICK: verkorte hoofdwas voor licht
verontreinigd wasgoed (witte, bonte was ensynthetica).
●
EXTRA QUICK: voor wasgoed dat niet erg vuil is
of om textiel op te frissen (witte, bonte was,synthetica en fijne was).
Het lampje dat overeenkomt met de gekozen
stand, gaat branden.
“QUICK” en “EXTRA QUICK” kunnen niet bij
instelling 60E gekozen worden. De tijdsduur
wordt aangepast aan het soort textiel en de
gekozen temperatuur. Max. belading voor witte
en bonte was 3,5 kg.
2 Toets “PREWASH” (Voorwas)
U kiest deze optie als u vóór de hoofdwas een
voorwas wil laten uitvoeren (niet mogelijk voor wol
en handwas).
De voorwas eindigt met een korte centrifugegang bij
de programma’s voor witte en bonte was en
synthetica en met alleen pompen bij fijne was.
3 Toets (Extra spoelen)
In alle programma’s mogelijk behalve voor WOL en
HANDWAS. De machine voert 2 extra spoelgangen
uit. Aanbevolen voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden met heel zacht
water.
4 Toets “Start/Pause” (Start/Pauze)
Nadat u het gewenste programma en de opties
geselecteerd heeft, drukt u op deze toets om het
wasprogramma te starten. Het lampje boven de
toets stopt met knipperen en blijft nu continu
branden. Als de functie STARTUITSTEL (DELAY
START) gekozen is, begint nu het terugtellen.
Het lopende programma wordt onderbroken als u
weer op de toets drukt. Het lampje boven de toets
gaat knipperen. Om het programma verder af te
werken drukt u opnieuw op de Start/Pauze-toets.
5 Toets “DELAY/START” (Startuitstel)
Met deze toets kan de programmastart 2 tot 12 uur
worden uitgesteld. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren
wassen.
Het lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd,
brandt.
Deze toets moet worden ingedrukt voordat u
toets START/PAUZE indrukt.
Om de starttijd te annuleren nadat de
START/PAUZE-toets ingedrukt wordt, gaat u als
volgt te werk:
●
Druk op START/PAUZE-toets.
8
●
Druk een keer op de toets DELAY START: het
lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd,
gaat uit.
●
Druk opnieuw op START/PAUZE-toets.
Belangrijk!
●
Om de starttijd te wijzigen moet u eerst het
wasprogramma weer kiezen.
●
De deur is gedurende het startuitstel vergrendeld
(het deurlampje is AAN). Tijdens deze periode
kunt u wasgoed toevoegen: druk op
START/PAUZE, de deur kan geopend worden
(het deurlampje gaat uit). Voeg het wasgoed toe,
sluit de deur en druk weer op START/PAUZE.
Het startuitstel kan niet voor de programma’s
(afpompen) en (centrifugeren) gekozen
worden.
6 Indicatie van het programmaverloop
Op het moment dat u de uitgestelde starttijd
selecteert, gaat het lampje, dat overeenkomt met de
gekozen tijd, branden. Na indrukken van toets
START/PAUZE begint de machine in stappen van
uren terug te tellen.
De standen 1000, 1200 of 1400 komen overeen met
900 tpm voor synthetica, wol en handwas en met
700 tpm voor fijne was.
Stand 500 komt overeen met 500 tpm voor
synthetica, wol en handwas en met 450 tpm voor
fijne was.
●
= niet centrifugeren. U kunt deze functie
kiezen voor heel fijn wasgoed. Alle
centrifugeerbeurten worden uitgeschakeld. De
machine zal drie extra spoelgangen voor witte en
bonte was, en één extra spoelgang voor
synthetica uitvoeren.
●
“spoelstop”(water in de kuip).
Als u deze functie kiest, blijft het water van de
laatste spoelgang in de kuip staan. Hiermee
wordt kreukvorming voorkomen.
Aan het einde van de wascyclus brandt het
lampje END (einde). De deur is vergrendeld. Het
betreffende lampje brandt. Om het water af te
pompen, gaat u als volgt te werk:
- draai de programmakiezer op stand “O”;
- kies het programma (afpompen) of ( kort
centrifugeren).
Als de keuzeknop op standblijft staan, zal de
laatste centrifugeerbeurt met 450 tpm worden
uitgevoerd. U kunt de beste centrifugeersnelheid
voor het zojuist gewassen wasgoed instellen door
de keuzeknop op de gewenste stand te draaien;
- druk op START/PAUZE.
NEDERLANDS
●
WASHING (HOOFDWAS): als het lampje brandt,
betekent dat dat de machine in bedrijf is.
●
END = einde cyclus
Als het lampje END knippert, betekent dat dat er een
storing in de machine opgetreden is:
- 4x aan en uit = deur open
- 2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
- 1x aan en uit = storing tijdens de watertoevoer
Raadpleeg het hoofdstuk “Eenvoudige storingen”
om het defect op te heffen.
7 Keuzeknop centrifugeersnelheid "SPIN"
Met deze knop kunt u de centrifugeersnelheid op het
soort wasgoed afstemmen.
De knop is voorzien van een verdeling die,
afhankelijk van het model, van 500 tot 1000, 1200 of
1400 tpm (toeren per minuut) loopt.
De middelste standen komen overeen met de
verschillende centrifugeersnelheden voor witte en
bonte was.
8 Programmakiezer
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
●
Witte en bonte was (COTTON)
● Synthetica (SYNTHETIC)
● Fijne was (DELICATE)
● Wol (WOOL)
●
Extra programma's (SPECIAL)
O Programma annuleren/Machine uitschakelen.
De programmakiezer kan zowel naar rechts als naar
links gedraaid worden.
9
Symbolen op de keuzeknop
●
E = Energie besparen
●
●
Aan het einde van het programma moet de
programmakiezer op O gedraaid worden.
Let op!
Als de programmakiezer tijdens de uitvoering van
een wasprogramma op een ander programma wordt
gezet, gaan de lampjes van het programmaverloop
knipperen. De machine zal het zojuist gekozen
programma niet uitvoeren.
= KOUD. De machine wast met koud water.
= handwas. Geschikt voor textiel met een
“handwas” etiket . .
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig
is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma van deze wasmachine werd
door Woolmark goedgekeurd, op voorwaarde dat de
kleding gewassen wordt overeenkomstig de
instructies op het kledingetiket en die van de
producent van deze wasmachine. M9604.
Voor alle andere wolsoorten en mengsels is het
programma HANDWAS geschikt.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
●
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
●
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
●
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
10
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken700 - 1000 g
Kussensloop125 - 0200 g
Tafellaken350 - 0500 g
Servet70 - 0120 g
Theedoek75 - 0100 g
Badhanddoek150 - 0200 g
Badlaken700 - 1000 g
Overhemd200 - 0300 g
Schort150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.Verwijder voortijds
achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en
broekzakken.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met
terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machinewasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
NEDERLANDS
11
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren.
U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Waterhardheid
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna
de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in
het doseervakje of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Bereik
1
2
3
4
Eigenschap
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Duitse
schaal
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
Franse
schaal
0-15
16-25
26-37
meer dan 37
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
12
Volgorde van handelen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
5. Centrifugetoerental instellen of
(spoelstop) of
(niet centrifugeren)
kiezen.
Draai de knop op de gewenste positie.
F1025
NEDERLANDS
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u een programma met VOORWAS-functie kiest,
ook in vak doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
C0064
C0065
6. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
7. Functie “DELAY START”
(START/UITSTEL) kiezen
Voordat u het programma start, als u de machine
op een ander tijdstip wilt laten beginnen, drukt u op
de “DELAY START” toets totdat het lampje dat
overeenkomt met de gekozen tijd, brandt.
4. Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste
programma.
Het lampje van de START/PAUZE-toets gaat
knipperen.
8. Het programma starten
Druk op de START/PAUZE-toets: het betreffende
lampje stopt met knipperen, het deur-lampje en het
lampje “WASHING” branden.
13
Het programma start.
Als u gekozen heeft voor STARTUITSTEL, begint de
machine het terugtellen.
9. Het wijzigen van het programma
Het programma kan gewijzigd worden zolang u nog
niet op de START/PAUZE-toets gedrukt heeft. Als
het programma al gestart is, kunt u het alleen
veranderen door eerst de programmakiezer op stand
“O” te zetten. Het water blijft in de kuip. Kies het
nieuwe programma en druk opnieuw op
START/PAUZE-toets.
10. Het onderbreken van het programma
Druk op de START/PAUZE-toets, het betreffende
lampje knippert. Om het programma verder af te
werken drukt u opnieuw op de START/PAUZE-toets.
11. Het annuleren van het programma
Draai de programmakiezer op stand “O” voor het
annuleren van een ingesteld programma.
U kunt nu een ander programma kiezen.
12. Het openen van de deur tijdens een
lopend programma
De deur kan geopend worden, nadat u de machine
in PAUZE gezet hebt, mits:
●
de machine het water niet boven 55°C aan het
verwarmen is
●
het waterniveau niet hoog is
●
de trommel niet in beweging is
Als dit niet het geval is, gaat het deurlampje uit als
de machine in PAUZE komt en kan de deur geopend
worden.
Indien de deur niet geopend kan worden (zie boven)
en dit absoluut noodzakelijk is, schakelt u de
machine uit door de programmakiezer op stand “O”
te draaien.
Na ongeveer 3 minuten kunt u de deur openen.
Denk om het waterniveau en soptemperatuur!
U kunt nu het programma weer kiezen en
opnieuw op de START/PAUZE-toets drukken, om
het programma verder af te werken.
13. Einde van het programma
De machine stopt automatisch.
Als u voor de functie SPOELSTOP gekozen
heeft, dan blijft het lampje END ingeschakeld. Het
deur-lampje brandt.
U moet het water afpompen voordat u de deur kunt
openen. Draai de programmakiezer op stand “O” en
dan op programma (afpompen) of
(centrifugeren). Kies het centrifugetoerental dat
aangepast is aan de betreffende textielsoort.
Wanneer het controlelampje op de deur uitgegaan is,
kunt u deze opendoen.
Schakel de machine uit door de programmakiezer
op stand “O” te draaien.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat
de machine kan drogen.
14
15
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/3tot 1/4van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijkNiet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reinigingNiet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05
95
95
60
60
40
40
40
Programmatabel
WASPROGRAMMA’S
Soort textiel
Witte was
Witte was
SPAAR
Bonte was
Bonte was
Temperatuur/
Programma
95°
COTTON
60E
COTTON
60°
COTTON
30°-40°-
COTTON
Wasprogramma voor
Witgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is, bedde-,
tafel- en ondergoed,
handdoeken
Witgoed SPAAR,
bijvoorbeeld beddegoed
dat kort gebruikt is, licht
vuil linnengoed, enz.
Bont wasgoed, van linnen
of katoen, overhemden,
ondergoed, badstof.
Lichte kleuren
WOL
Wolwasprogramma woor
textiel met het wolmerk en
de aanduiding “krimpvrij”
of “wasmachine veilig”
PREWASH
SPIN
SPIN
EXTRA QUICK
PREWASH
SPIN
SPIN
2,5 kg
2 kg
2,5 kg
2 kg
0,95490
0,3
0,5
0,455555
55
55
50
60
Het programma 60E is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm
92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de
hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
16
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma-
knop op
Spoelen
Afpompen
Centrifuge-
ren
Programma
voor
Op de hand
gewassen goed
kan met dit
programma
uitgespoeld
worden
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor
de wasprogramma’s die eindigen met water in
de trommel
(SPOELSTOPfunctie )
Aparte
centrifugegang
voor alle textiel
Korte
beschrijving
Compleet
spoelprogramma
eventueel met
wasverzachter.
Kort centrifugeren
Water afvoeren
Kort centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
SPIN
SPIN
Max.
belading
5 kg0,055530
/
5 kg
Verbruikswaarden*
Energie
kWh
Water
liter
-
--1,5
-
Tijd
min.
4
NEDERLANDS
O
Annuleren/
Uit
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
Programma
annuleren,
machine
uitschakelen
/
-
-
-
17
Onderhoud
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De deur
Regelmatig controleren of zich aanslag of vreemde
voorwerpen in de rubber manchet achter de deur
bevinden.
P1050
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0038
4. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
3. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in
te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
C0066
C0067
P1090
5. De afvoerpomp
De afvoerpomp moet regelmatig worden
gecontroleerd en vooral als
● de machine niet pompt en/of centrifugeert
● de machine tijdens het pompen een ongewoon
geluid maakt dat wordt veroorzaakt door
voorwerpen als veiligheidsspelden, munten e.d.
die de pomp blokkeren.
18
Ga als volgt te werk:
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
● Open het pompdeurtje.
● Zet een bak op de vloer om evt. water op te
vangen.
● Trek de noodaftapslang uit zijn plaats, leg hem in
het bakje en verwijder de dop.
● Als er geen water meer uitkomt, draai dan het
pompdeksel los.
● Verwijder vreemde voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp door hem te draaien.
● Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
6. Waterafvoer in noodgevallen
Als het water niet wordt weggepompt gaat u als
volgt te werk om de machine te legen:
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Draai de waterkraan dicht.
● Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
● Open het pompdeurtje.
● Zet een bak op de vloer en leg het einde van de
noodaftapslang in de bak. Verwijder de dop. Het
water moet door de zwaartekracht in de bak lopen.
Als de bak vol is, zet u de dop weer op de slang.
Herhaal de procedure tot er geen water meer
uitkomt.
● Maak de pomp eventueel schoon zoals eerder
beschreven.
● Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
● Draai het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
7. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Draai de waterkraan dicht en draai de
watertoevoerslang van de kraan los.
● Zet een bak op de vloer, leg het uiteinde van de
noodaftapslang en van de toevoerslang in de bak
en laat het water uit de machine lopen.
● Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan,
zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
NEDERLANDS
● Draai het pompdeksel volledig vast.
● Sluit het pompdeurtje.
Belangrijk!
Elke keer dat u m. b.v. de noodaftapslang water
aftapt, moet u 2 liter water in het vak voor
hoofdwasmiddel in de wasmiddellade gieten en dan
programma “pompen” instellen. Hierdoor wordt de
"spaarklep" geactiveerd en wordt voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt
achterblijft.
19
Eenvoudige storingen
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kan het EINDE controlelampje gaan knipperen:
4x aan en uit = deur open
2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
1x aan en uit = storing tijdens de watertoevoer
Bij sommige modellen wordt ook een geluidssignaal gegeven.
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUZE-toets om het onderbroken
programma te hervatten.
Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het servicecentrum.
StoringenMogelijke oorzaken
●
● De machine start niet:
● De machine neemt geen water
op:
● De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
Is de vuldeur goed gesloten?
●
Is de betreffende groepzekering heel?
●
Is de programmakiezer juist ingesteld?
●
Is de START/PAUZE-toets ingedrukt?
●
Hebt u de starttijdkeuze ingesteld?
●
Staat de waterkraan open?
●
Staat de waterkraan open?
●
Geeft de kraan water?
Probeert u dat even uit.
●
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
●
Toevoerfilter verstopt?
●
Vuldeur goed gesloten?
●
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het
betreffende hoofdstuk.
● De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
● Er ligt water op de vloer:
● De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
●
In de trommel is geen water te
zien:
●
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
●
Programma met SPOELSTOP- of NIET
CENTRIFUGEREN-optie gekozen?
●
Afvoerpomp verstopt?
●
Teveel wasmiddel gebruikt?
●
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
●
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
●
Afvoerslang beschadigd?
●
Is de wasmiddellade schoon?
●
Is de noodaftapslang gesloten?
●
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
●
Leunt de machine ergens tegenaan?
●
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
●
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
●
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
20
StoringenMogelijke oorzaken
● De deur kan niet geopend
worden:
●
Het centrifugeren begint traag of
het wasgoed wordt niet
gecentrifugeerd:
●
De machine maakt een
ongewoon geluid:
● Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
● Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien:
● Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
●
Is de machine in bedrijf?
●
Is de deur nog vergrendeld? Het deurcontrolelampje brandt nog.
●
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
●
De machine is aan het verwarmen.
●
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt
is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet
u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen
en het centrifugeerprogramma kiezen.
●
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
●
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
●
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
●
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
●
Is de machine overbeladen?
●
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
●
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
NEDERLANDS
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de servicedienst zal u er om vragen.
21
P0042 BD
Mod. ..........
Prod. No. ...........
P
M
r
o
o
d
d
.
. .
N
.
o
...
.
.
...
..
..
.
..
S
..
e
..
r
.
.
N
o
.
..
.
..
.
..
.
Ser. No. .........
Chère cliente, Cher client,
veuillez lire attentivement cette notice d’utilisation.
Tenez compte surtout des avertissements importants donnés dans les premières pages de cette notice.
Gardez cette notice d’utilisation pour toute consultation future. Remettez-la à l’acheteur éventuel de votre
appareil.
Dégâts de transport
A la réception de l'appareil, nous vous prions de faire les «réserves d'usage» en présence du livreur (dégâts
esthétiques par exemple).
Comment lire votre notice d’utilisation?
Les symboles suivants vous guideront tout au long de la lecture de votre notice d’utilisation:
Instructions de sécurité.
Conseils et recommandations.
Informations liées à la protection de l’environnement.
Notre contribution à la protection de l’environnement:
nous utilisons du papier recyclé.
Sommaire
Avertissements importants23
Recyclage24
Conseils écologiques24
Caractéristiques techniques24
Installation25
●
Débridage25
●
Emplacement25
●
Arrivée d'eau25
●
Vidange26
●
Branchement électrique26
Votre nouveau lave-linge
Description de l’appareil27
●
Tiroir des bacs à produits27
●
Voyant “hublot verrouillé27
Utilisation28
●
Le bandeau de commande 28
●
Description des commandes28-30
●
Conseils pour le lavage 30
Le tri du linge par catégorie30
27
Températures30
Charge30
Avant de charger le linge31
Traitement des taches31
Produits de lavage31
●
Comment faire votre lessive32-33
Symboles internationaux pour l'entretien
des textiles34
Tableau des programmes35-36
Entretien37
●
La carrosserie37
●
Le hublot37
●
Le tiroir des bacs à produits37
●
Le filtre du tuyau d’arrivée d’eau37
●
La pompe de vidange37
●
Vidange de secours38
●
Précautions contre le gel38
En cas d’anomalie
de fonctionnement39-40
22
Avertissements importants
Ces avertissements ont été rédigés pour votre sécurité et pour celle d'autrui. Nous vous prions donc de bien
vouloir les lire attentivement avant d'installer et d'utiliser l'appareil.
●
Règles de sécurité générales
●
En cas de panne, n'essayez pas de réparer
l'appareil vous-même.
Les réparations effectuées par du personnel non
qualifié peuvent provoquer des dommages.
Contactez le service après-vente le plus proche
et exigez des pièces d’origine.
●
Ne tirez jamais sur le câble, mais saisissez-le par
la fiche pour débrancher l’appareil.
Installation
●
L'appareil doit être débridé avant l'utilisation. La
non élimination ou l'élimination incomplète des
dispositifs de protection pour le transport
pourrait occasionner des dommages à l'appareil
ou aux meubles. Suivez à ce propos le
paragraphe relatif dans la notice d'utilisation.
●
Si l'installation de votre habitation nécessite une
modification pour le branchement de votre
appareil, faites appel à un électricien qualifié.
●
Tous travaux hydrauliques nécessaires à
l'installation de l'appareil ne seront confiés qu'à
un plombier qualifié.
●
Assurez-vous, après avoir installé l'appareil, que
celui-ci ne repose pas sur le câble
d'alimentation.
●
Si la machine est installée sur un sol recouvert
de moquette, réglez les pieds de façon à ce que
l’air puisse circuler librement autour de l’appareil.
Utilisation
●
Votre appareil est destiné à un usage
domestique. Ne l’utilisez pas à des fins
commerciales ou industrielles ou pour d’autres
buts que celui pour lequel il a été conçu.
●
Lavez en machine uniquement les articles
pouvant supporter ce traitement. Suivez les
indications se trouvant sur l'étiquette dont
chaque article est muni.
●
Ne surchargez pas l'appareil. Suivez les
instructions données dans la notice d'utilisation.
●
Les articles détachés à l'essence, à l'alcool, au
trichloréthylène, etc. ne doivent pas être mis
dans un lave-linge. Si de tels détachants sont
utilisés avant le lavage en machine, il faudra
attendre que le fluide se soit évaporé avant
d'introduire les articles dans l'appareil.
●
Ne lavez pas en machine le linge avec baleines,
les tissus non ourlés ou déchirés.
Les pièces de monnaie, épingles de sûreté,
broches, vis, etc. qui sont restées dans le linge
peuvent provoquer des dommages importants.
●
Groupez les petits articles, tels que chaussettes,
ceintures, etc. dans un petit sac de toile ou une
taie, afin d'éviter que ces pièces ne puissent se
glisser entre le tambour et la cuve.
●
N'utilisez que la quantité de produit
assouplissant indiquée par le fabricant. Une
quantité excessive pourrait endommager le linge.
●
Contrôlez toujours, avant d'ouvrir le hublot, que
l'eau ait été évacuée. Dans le cas contraire
effectuez la vidange suivant les indications de la
notice d'utilisation.
●
Les petits animaux domestiques peuvent se
glisser dans le tambour du lave-linge. Contrôlez
le tambour de votre machine avant de mettre
l'appareil en fonctionnement.
●
Débranchez toujours la prise de courant et
fermez le robinet de l'eau après l'utilisation de
l'appareil.
●
Laissez le hublot entrouvert lorsque l'appareil
n'est pas utilisé, afin de préserver le joint du
hublot et d'éviter la formation d'odeur de moisi.
Sécurité des enfants
●
Les enfants ne sont souvent pas en mesure de
reconnaître les risques émanant des appareils
ménagers. Il est donc indispensable de les
garder sous surveillance lorsque l'appareil
fonctionne. Ne les laissez pas jouer avec le lavelinge!
●
Les éléments constituant l'emballage (les films
en plastique, les morceaux de styropor par ex.)
peuvent présenter un danger pour les enfants.
Risque d'asphyxie! Gardez les éléments
d'emballage hors de la portée des enfants.
●
Assurez-vous que les enfants ou vos animaux
domestiques ne puissent pas pénétrer dans le
tambour du lave-linge.
●
Pendant le fonctionnement, l'appareil se
réchauffe sensiblement au niveau du hublot.
Assurez-vous par conséquent que les enfants en
bas âge ne s'en approchent pas.
●
Si vous procédez à la mise à la casse de votre
appareil, veillez à mettre hors d'usage ce qui
pourrait représenter un danger: coupez le câble
d'alimentation au ras de l'appareil et détériorez le
dispositif de fermeture du hublot.
Vous éviterez ainsi que les enfants s’y enferment
en se mettant ainsi en danger de mort.
FRANCAIS
23
Recyclage
●
Recyclage de l’emballage
Tous les matériaux marqués par le symbole sont
recyclables. Pour qu’ils puissent être récupérés
(recyclés), il est nécessaire de les déposer dans les
déchetteries prévues à cet effet (renseignez-vous
auprès des autorités locales).
Conseils écologiques
Afin de réaliser des économies d’eau et d’énergie et
de contribuer à la protection de l’environnement,
nous vous conseillons de respecter les instructions
suivantes:
●
Utilisez si possible l’appareil à pleine capacité
plutôt qu’avec des charges partielles. Veillez
toutefois à ne pas surcharger le tambour.
●
N’utilisez le prélavage que pour du linge très
sale.
●
Mise à la casse de l’ancien appareil
Informez-vous auprès de la municipalité au sujet de
l’endroit où déposer l’ancien appareil pour qu’il
puisse être ensuite recyclé ou détruit.
●
Adaptez la dose de lessive à la dureté de l’eau
ainsi qu’à la charge et au degré de salissure du
linge.
●
En traitant préalablement le linge, il est possible
d’éliminer les taches et les zones de saleté
limitées; il sera donc ensuite possible d’effectuer
le lavage à une température plus basse,
économisant ainsi de l’énergie.
Caractéristiques techniques
DimensionsHauteur85 cm
Largeur60 cm
Profondeur57 cm
Charge maximumcoton5kg
synthétiques2,5 kg
délicats2,5 kg
laine, lavage à la
main2kg
Vitesse d’essoragemaximum1000 t/min. (F 1025)
1200 t/min. (F 1225)
1400 t/min. (F 1425)
Tension/fréquence220-230 V/50 Hz
Puissance totale2200 W
Puissance minimum du fusible10 A
Pression de l’eauminimum050 kPa
maximum800 kPa
Cet appareil est conforme aux Directives Communautaires suivantes:
- 73/23 CEE 19/02/73 (Basse tension) et modifications successives;
24
Loading...
+ 55 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.