Zanussi DA4342, DA4442 User Manual [nl]

Page 1
Notice d’utilisation (Partie 1) 2 Gebruiksaanwijzing (Deel 1) 13
Lave-vaisselle
Afwasautomaat
F
NL
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 1
Page 2
Évacuation d’eau
L’extrémité du tuyau d’évacuation peut être branchée:
1. Au siphon de l’évier, en la fixant éventuellement avec un collier.
2. Accrochée au rebord de l’évier, en utilisant la crosse en plastique spéciale prévue à cet effet (fournie selon
modèle).
3. A une évacuation murale pourvue d’une ventilation
spéciale, ayant un diamètre intérieur d’au moins 4 cm.
Le branchement pour l’évacuation doit se trouver à une hauteur comprise entre 30 cm (minimum) et 100 cm (maximum) du sol.
Le tuyau d’évacuation peut être orienté indifféremment vers la droite ou vers la gauche.
Evitez les pliures et les étranglements du tuyau qui pourraient empêcher ou ralentir l’écoulement de l’eau.
Une éventuelle rallonge du tuyau d’évacuation ne devra pas être supérieure à 2 mètres et son diamètre intérieur devra être égal à celui du tuyau de l’appareil.
De même, les raccords utilisés pour le branchement doivent avoir un diamètre intérieur non inférieur à celui du tuyau d’évacuation.
La rallonge doit reposer au sol et ne monter à la verticale qu’à proximité du système de vidange.
Raccordement électrique
Ce lave-vaisselle ne peut être branché qu’en monophasé 230 V - 50Hz.
Vérifiez que votre compteur et les fusibles peuvent supporter l’intensité absorbée par la machine, compte tenu des autres appareils électriques branchés.
Utilisez un socle de prise de courant comportant une borne de mise à la terre, qui doit être obligatoirement raccordée conformément aux normes en vigueur.
Le branchement devra être exécuté en respectant les normes en vigueur.
La prise de courant doit impérativement être accessible. La ligne d’alimentation électrique partant du compteur ne
devra pas être inférieure à 2,5 mm
2
par conducteur.
Notre responsabilité ne saurait être engagée, en cas d’accidents ou incidents provoqués par une mise à terre inexistante ou défectueuse.
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
CS09
2
31
max 100 cm
min 30 cm
max 100 cm
max 100 cm
+ 2 m max
CS10
Ø 18
Ø 21
Cet appareil est conforme aux Directives Communautaires suivantes:
- 73/23/CEE du 19/02/73 (concernant la basse tension) et modifications successives;
- 89/336/CEE du 03/05/89 (concernant la compatibilité électromagnétique) et modifications successives.
Attention! Nos appareils sont équipés d’une sécurité qui empêche le retour de l’eau usée à l’intérieur du lave-vaisselle. Si le siphon d’évacuation de votre évier a une vanne de non retour incorporée, cela peut empêcher l’évacuation correcte du lave-vaisselle. Nous vous conseillons donc de l’enlever.
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 13
Page 3
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 15 Vóór het in gebruik nemen 16
Waterontharder instellen 16 Glansmiddel 18 Afwasmiddel 19
Praktische tips voor het afwassen 20 Onderhoud 21
Binnenkant van de machine 21 Reiniging van de zeven 21 Buitenkant van het apparaat 22 Als de machine langere tijd buiten gebruik is 22 Bescherming tegen vorst 22 Vervoeren van de machine 22
Herstel van eenvoudige storingen 23 Installatie 24
Watertoevoer 24 Waterafvoer 25 Elektrische aansluiting 25
Zo is de gebruiksaanwijzing opgezet
Onderstaande symbolen wijzen u de weg in de gebruiksaanwijzing:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
1. 2. 3. De bediening stap voor stap
Tips en adviezen
Informatie m.b.t. het milieu
Gebruiksaanwijzing
- Vóór het in gegruik nemen
- Onderhoud
- Installatie
Afwasautomaat
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 14
Page 4
Installatie
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat hebt vastgesteld, meldt u dit dan, voor u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe-
en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het
apparaat aan het keukenmeubel moet worden vastgeschroefd dan moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het voorover kiept als de beladen onderkorf op de deur staat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen.Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen.
Houd afwasmiddel, glansmiddel en speciaal zout uit de
buurt van kinderen.
Tijdens het gebruik
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkgerei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemicaliën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de afwasautomaat.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt,mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, eventueel door de steker uit de wandcontactdoos te nemen.
Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor huishoud-
afwasmachines.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur struikelt.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aangeeft,
het apparaat na gebruik volledig uit en draai de watertoevoerkraan dicht.Het verdient aanbeveling om het apparaat door middel van een tegen barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de
binnenkant van de machine.U zou zich kunnen bezeren aan uitstekende metalen delen.
Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren.Reparaties welke door niet deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Afdanken
Materiaal met symbool kan gerecycled worden.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het
weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig v erschrot wordt.
W aar sc huwingen en belangrijke adviezen
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft.Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden,of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 15
Page 5
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is
aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het dan met
zout vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende ontharder die kalkafzetting op het servies en in de machine voorkomt.Hoe meer kalk het leidingwater bevat, des te harder is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in. Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 2 ingesteld.Als de waterhardheid is uw woonplaats afwijkt, moet u de ontharder verstellen.
Als de hardheid van het leidingwater onder het hardheidsbereik dat overeenstemt met stand "1" ligt, dan hoeft u geen zout te gebruiken omdat het water al zacht is. Regel de waterontharder op stand "1", maar gebruik geen zout.
In dit geval (alleen voor modellen met controlelampje) brandt het lampje "zout bijvullen" op het bedieningspaneel voortdurend wanneer de afwasmachine aan staat.
Waterhardheid
0 - 4
5 - 11 12 - 22 23 - 39 40 - 50
1 2 3 4 5
NEE
JA JA JA JA
-
-
+
-
+
NEE 1 NEE 1 NEE 1
JA 2 JA 2
in °dH
Stand
zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
Instellen machine
AB
AA01
A
AA04
1
2
AA03
Vóór het in gebruik nemen
Volg de aanwijzingen van de volgende tabel als u de instelling wilt veranderen
Instellen zoutvat
Instellen machine
AB
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 16
Page 6
Zoutreservoir vullen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moeten het zoutreservoir en het glansmiddelreservoire gevuld worden. Tijdens het gebruik moeten ze van tijd tot tijd worden bijgevuld.
Houd de reinigingsmiddelen en het zout altijd uit de buurt van kinderen!
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines. Alle andere soorten zout, vooral tafelzout, beschadigen de waterontharder. Zout dat tijdens het vullen van het vat wordt gemorst kan corrosie bevorderen.Vul daarom alleen kort voor het begin van een afwasprogramma (met uitzondering van het programma Voorspoelen) zout bij.
Na de eerste vulling, hoeft u alleen maar regelmatig zout bij te vullen.
De wijze waarop wordt aangegeven dat er zout bijgevuld moet worden, hangt af van het model afwasmachine:
A) Het zoutvat moet regelmatig bijgevuld worden. De dop
heeft daarvoor in het midden een indicativenstertje. Als het zoutvat gevuld is, is er een groene markering te zien. Als het zout op is, is deze markering bijna verdwenen.U weet dan dat u zout moet bijvullen.
B) Om u eraan te herinneren dat u moet bijvullen, brandt
het controlelampje.
Het speciale lampje zout bijvullen op het bedieningspaneel blijft, als de afwasmachine ingeschakeld is, nog 2 à 6 uur branden, nadat het zout is bijgevuld. Bij gebruik van langzaam smeltend zout kan het nog langer duren. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de werking van het apparaat.
C) Alleen voor modellen zonder zoutindicator:
Wij raden u aan, na 50 afwasprogrammes zout bijtevullen.Dez e berekning is baseert op een gemiddelde waterhardheid van 3.
Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water overloopt.
1. Draai de dop van het zoutreservoir.
2. Giet een liter water in het zoutreservoir
(deze operatie is alleen voor het eerste gebruik nodig).
3. Vul m.b.v. de trechter het zoutreservoir.
4. Verwijder gemorst zout van het schroefdraad en de
dop.
5. Draai de dop weer stevig vast.
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 17
SR15
SR11
SR16
SR17
SR18
SR19
Page 7
Glansmiddel
Het glansmiddel is een "waterontspanner". Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater
toegevoegd. De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een inhoud
van circa 110 ml.Dat is, al naar gelang de doseer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeurten.
Vullen van de glansmiddelhouder
1. Draai de dop (A), linksom, van de houder.
2. Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator
(B) geheel donker (vol) is.
(alleen voor modellen met controlelampje)
- Zodra het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden, moet u glansmiddel bijvullen.
Draai de dop weer op de houder. Giet nooit afwasmiddel in de glansmiddelhouder.Veeg
gemorst glansmiddel altijd met een doekje weg, anders wordt tijdens het afwassen te veel schuim gevormd.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de bereikte glans en van het droogresultaat.In de vulopening van de glansmiddelhouder vindt u een zes-standen regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als op het serviesgoed druppels of druppelvlekken achterblijven.Verlaag de dosering als het serviesgoed witte, kleverige strepen vertoont.
BR01
A
m
a
x
6
5
4
3
2
1
B
BR03
BR02
C
m
a
x
6
5
4
3
2
1
152981 67/0 14-06-2001 10:38 Pagina 18
Page 8
Afwasmiddel
Gebruik uitsluitend speciale middelen voor huishoud-afwasmachines.
Afwasmiddel doseren
Handel als volgt als u afwaspoeder gebruikt:
1. Open het afwasmiddelbakje door aan het palletje (D) te
trekken.
2. Doseer afwasmiddel volgens de aanwijzingzn in de programmatabel (zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2). Lees ook de aanwijzingen op de verpakking van het afwasmiddel.
3. Sluit het dekseltje.
4. Voor een programma met voorspoelen moet u ook een
kleine hoeveelheid afwasmiddel bo v enop het klepje strooien (zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Handel als volgt als u afwastabletten gebruikt:
1. Leg voor ieder programma 1 hele tablet in het
afwasmiddelbakje.
2. Sluit het dekseltje.
3. Leg voor programma’s met voorspoelen een stuk van
een andere tablet op het deksel van de afwasmiddelbakje .
Als u onvoldoende afwasmiddel doseert, veroorzaakt dat een slecht afwasresultaat.Te veel afwasmiddel geeft geen beter resultaat, maar alleen onnodige verspilling en belast het milieu.
50°C-programma’s - fosfaatvrije afwasmiddelen met enzymen
Dit model afwasmachine biedt u naast de traditionele programma’s ook nieuwe 50°C-programma’s, die speciaal voor deze nieuwe geconcentreerde wasmiddelen zijn ontworpen.Temperatuur en duur van deze programma’s zijn gekozen om een optimale werking van de enzymen te bevorderen. Met 50°C­programma’s (indien aanwezig) bereikt u dezelfde resultaten als met een 65°C-programma met traditionele wasmiddelen.
D
MIN
MAX
DE17
Min = 15 g Max = 30 g
DE02
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 19
Page 9
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het afwaswater niet langs maar op en in het serviesgoed wordt gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst worden afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat hoe beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, serviesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling dat de lichte stukken niet van hun plaats kunnen worden gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en bestek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen.Plaats na de maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel het voorspoelen programma (zie het programma-overzicht). Dat zorgt ervoor dat de resten alvast wat weggespoeld worden.Zet alleen een goed gevulde machine in werking.
Niet alles is geschikt voor machinaal afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machinaal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurde
aardewerk en handbeschilderd porselein.Decoraties op porselein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof. Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven is
dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het beter met de hand afwassen.Mocht u ze toch in de machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste korf en kies een snel programma.Na vele keren in de machine afwassen kunnen sommige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwassen niet met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzak en, waardoor andere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt. Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van porselein of aardewerk kunnen in de machine gewassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op den duur verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de machine.Zij moeten wel van een garantiemerk van de fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er geen water in kan blijven staan (glaz en, kopjes, kommen...).
Praktische tips voor het afwassen
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 20
Page 10
Onderhoud
Binnenkant van de machine
Maak de deurafdichting, de afwasmiddelbakje en het glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de zeven
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend. Toch moet u de zeven af en toe controleren en eventueel schoonmaken.Verontreinigde zeven hebben een nadelige invloed op het afwasresultat.
1. Deur openen, onderste korf uit de machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit
een grof/fijne zeef, microfilter en vlakke zeef. M.b.v.de greep van het microfilter het zeefsysteem ontgrendelen en uit de machine nemen.
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.
4. Grof/fijne zeef (A - 1/2) (B - 1) aan het oogje pakken
en
uit het microfilter (A - 3) (B - 2) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (A - 4) (B - 3) uit de kuipbodem nemen en aan beide kanten grondig schoonmaken.
7. Vlakke zeef weer in de kuipbodem zetten.
8. Grof/fijne zeef in het microfilter zetten en in elkaar
drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en door rechtsom draaien van de greep vergrendelen. Let erop dat de vlakke zeef niet bov en de kuipbodem uitsteekt.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats zitten. Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goede werking van de machine te garanderen.
MA17
MA22
MA16
4
MA23
3
MA15
A
A
B
B
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 21
Page 11
Buitenkant van het apparaat
Reinig de buitenkant van de machine en het bedieningspaneel met een vochtig doekje.In geen geval agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de temperatuur onder het vriespunt kan zakken.Mocht dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Als de machine langere tijd buiten gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Steker uit het stopcontact nemen.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv.bij verhuizing):
1. Steker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan losschroeven
en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft staan.
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 22
Page 12
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen.Wij adviseren u eerst onderstaande tabel te raadplegen voordat u de servicedienst belt.
Herstel van eenvoudige storingen
Storing Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De zeven zijn verstopt
Maak de zeven schoon (zie "Onderhoud").
De sproeiarmen draaien niet. Controleer of het servies goed staat opgesteld.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk dicht
De machine staat niet waterpas of is niet op de juiste wijze ingebouwd.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is of zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (inspoelbak).
Een of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is teoud en/of te klonterig
en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de aard en/of hoeveelheid
van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de glansmiddelhouder.
serviesgoed In beide moet voldoende aanwezig zijn. De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het programma te lang in de
machine gebleven.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en modelnummer van uw machine bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen.U vindt het merk en modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie de afbeelding.
Service en onderdelen
Reparaties aan electrische toestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden.
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 23
RA01
Mod.
........
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Page 13
Installatie
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
De machine mag met zowel een zijwand als de achterkant tegen een muur staan.
Waterpas stellen
Als de machine niet waterpas staat, sluit de deur niet tussen de 2 waterpasnokjes (links en rechts). Dan draait u één of meerdere van de verstelbare voeten in of uit, tot de machine in de richtingen voor-achter en links-rechts waterpas staat.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C, aangesloten worden (zie "Technische gegevens" Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook de koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat van besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt.Dat is echter tevens één van de redenen waarom, met name bij sterk bevuilde afwas, de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een kraan met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met snelaansluiting (press block).
Gebruik een nieuwe slang voor de aansluiting.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de waterstroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
Belangrijk!
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tijdens het op z'n plaats schuiven van de machine.De slang mag niet verlengd worden.U kunt echter wel een langere, complete en voor dit doel gemaakte slang kopen.
CA17
A
CA02
CA16
A
CA03
Alleen voor toevoerslangen die geleverd zijn met een zeefje!
Let erop dat het zeefje (A) goed op z’n plek zit.
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 24
Page 14
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de v olgende manieren gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan wegglijden.
2. In een gootsteen, gebruik daarvoor de meegeleverde slanghouder (indien aanwezig).
3. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en 100 cm (max.) boven de onderkant van het toestel liggen. De afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2 meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 230V met een frequentie van 50 Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de machine met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 2,30 kW, hetgeen een groepzekering van minimaal 10A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer en een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten. De aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de installateur het betreffende stopcontact verplaatsen of een langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze veiligheidsvoorschriften.
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
CS09
2
31
max 100 cm
CS14
min 30 cm
max 100 cm
+ 2 m max
Ø 18
Ø 21
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
Let op! Al onze afwasmachine zijn voorzien van een beveiliging die verhindert dat afvalwater in de machine kan terugstromen. Als de sifon (afvoerpijp, zwanenhals) van de gootsteen is voorzien van een eenrichtingsklep,dan kan deze klep de waterlozing van de afwasmachine storen. Daarom raden wij aan de klep te verwijderen.
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 25
Page 15
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 26
Page 16
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 27
Page 17
152981 67/0
0 06/01
152981 67/0 14-06-2001 10:39 Pagina 28
Loading...