Zanker ZKK8409 User Manual [nl]

Page 1
Kühlschrank Réfrigérateur ZKK 8409 Koelkast
2222752-62
Gebrauchsanweisung Instructions pour l’emploi Gebruiksaanwijzingen
Page 2
INHOUD
28
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 29
Beschrijving van het apparaat 30 Het gebruik 31
Reiniging van de binnenkant 31 Ingebruikname 31 Temperatuurinstelling 31 Koelen van levensmiddelen 31 Invriezen van verse levensmiddelen 31 Bewaren van diepgevroren levensmiddelen 31 Ontdooien van ingevroren produkten 32 IJslaatjes 32 De indeling van de koeler 32 Deurvakken 32
Tips 33
Tips het koelen 33 Tips het invriezen 33 Tips het diepvriesprodukten 33
Onderhoud 34
Ontdooiing 34 Schoonmaken 35 Tijdelijk buiten gebruik stellen 35 Vervangen van de lamp 35
Servicedienst en onderdelen 36
Technische gegevens 36 Installatie 37
Plaats van opstelling 37 Elektrische aansluiting 37 Omkeren deurdraairichting 37 Omkeren draairichting deurtje 37 Anwijz ingen voor de geïntegreerde inbouw 38
Page 3
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
N
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact dient, ook na eventuele onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden welke door personen zonder de noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van eet- of drinkbare producten.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-ten mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan het apparaat en bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak­werkzaamheden of het verwisselen van het, eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat, zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben; wacht even.
AFDANKEN.
Verwijder de deur(en) of het deksel en knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat de delen van het koelcircuit niet zodanig worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) nooit in de kast.
29
Het is uiterst belangrijk dat de bij het apparaat behorende gebruiksaanwijzing bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over de gebruiksaanwijzing en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Page 4
30
Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat kunnen beschadigen.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd raakt, moet de kabel, eventueel met stekers, vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de fabrikant of het servicecentrum.
Tijdens normaal gebruik worden de condensor en de compressor die zich op de achterkant van het apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in de speciale afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatieopeningen tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandingsletsel door aanraking van hete tot zeer hete delen.
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half uur alvorens de stekker in het stopcontact te steken. Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de compressor terug te vloeien. Apparaten welke van een absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen worden. Controleer circa 24 uur na het in bedrijf stellen of het apparaat naar behoren werkt.
Milieubescherming
Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat moet niet weggegooid worden samen met het huisvuil of met gesloopte apparaten. Vermijden dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de achterkant in de zone van de warmtewisselaar. Inlichtingen over ophaaldiensten kunnen worden verschaft door de gemeentelijke autoriteiten.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor recycling.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Botervak
Deurvakken
Flessenrek
Groentenladen
Levensmiddelen rekken
Thermostaat
Het diepvriesvak
Page 5
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnenkant met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen, waarmee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen beschadigen.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos. Open de deur en draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «O» (STOP-stand). De koelkast is nu in werking.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan verhoogd worden (minder koud) door de knop naar een lager cijfer te draaien of verlaagd worden (kouder) door de knop naar een hoger cijfer te draaien.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur; de frequentie waarmee de deuren geopend worden; de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de middenstand te draaien.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden door de knop in de stand «O» te draaien.
Attentie Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme omgevingstemperatuur of het snel willen koelen van grote hoeveelheden dranken, de kompressor kontinu loopt, waardoor automatische ontdooiing van de koelverdamper niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in dat geval, de thermostaatknop naar een wat minder koude stand, zodat automatische ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u tevens energie.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen:
plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Invriezen van verse levensmiddelen
In het -diepvriesvak kunt u verse levensmiddelen invriezen en diepvriesprodukten bewaren.
Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de gebruikelijke stand laten staan. Wilt u sneller invriezen, dan dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. In deze stand kan de temperatuur in het koelvak echter beneden 0°C dalen. In dat geval dient u de knop op een minder koude stand te draaien.
Bewaren van diepvriesprodukten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de gebruikelijke stand.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een stroomuitval de diepvriesprodukten in korte tijd te konsumeren (een temperatuurstijging verkort de houdbaarheidsduur van de produkten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de stroomuitval kort was (minder dan 12 uur) en het vriesvak vol is.
HET GEBRUIK
N
31
Page 6
32
Ontdooien van ingevroren produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook- of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor het maken van ijsblokjes geleverd. Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los te wrikken.
De indeling van de koeler
De rekken zijn naar verschillende hoogten verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar voren en kantel ze omlaag. U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het voorste deel van de rekjes omklapt.
Deurvakken
De ruimte tussen de deurvakken kan naar behoefte aangepast worden.
Ga daartoe als volgt te werk:
1. trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aangegeven richting totdat het loskomt.
2. Verplaats daarna het vak naar de gewenste hoogte.
Voor een goede schoonmaakbeurt kan het bovenste deurvakje verwijderd worden door het in de richting van de pijl (zie Fig.) te schuiven, waarna het weer op zijn plaats gezet wordt.
D338
CP1SIGMA
Page 7
TIPS
N
33
Tips het koelen
Enkele praktische tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.:
kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht
te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of alluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Tips het invriezen
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u
kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op het “typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties .
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien;
verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren produkten; de temperatuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan
vet voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvriesprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak; open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
Page 8
Ontdooiing
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de kompressor bevindt. Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken, teneinde te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de steker uit het stopkontakt;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat de deur openstaan en plaats een teiltje op het onderste rek van het koelkastvak onder het afvoergaatje, haal de dop van de afvoer (zie figuur);
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje weer af met de dop.
5. Bewaar de schraper zodat u hem opnieuw kunt gebruiken.
6. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in het stopkontakt.
7. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen.
Belangrijk Gebruik voor het verwijderen van de rijp
nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur verkorten.
34
ONDERHOUD
Neem voor iedere handeling altijd eerst de steker uit de wandkontaktdoos.
Belangrijk Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het
koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient daarom uitsluitend door door de fabrikant bevoegd personeel uitgevoerd te worden.
D037
PR151
Page 9
N
35
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het schoonmaken van het apparaat; dit zou beschadigingen tot gevolg kunnen hebben. Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon water en droog ze zorgvuldig.
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Tijdens de periodes waarin het apparaat niet gebruikt wordt, de volgende aanwijzigen opvolgen:
- de steker uit de wandcontactdoos halen;
- alle levensmiddelen verwijderen,
- het apparaat laten ontdooien en de
- binnenwanden en accessoires schoonmaken;
- de deuren op een kier laten staan zodat er geen
onaangename geuren ontstaan.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze bereikbaar:
1. Schroef het afschermkapje los;
2. verwijder het losse deel door er lichte druk op uit te
oefenen (zie figuur).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje dan nog niet brandt, vervang het dan door een lampje met hetzelfde vermogen.
Het vermogen is op het afschermkapje aangegeven.
D411
Page 10
36
SERVICEDIENST EN ONDERDELEN
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan de dichtsbijzijnde servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich linksonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt.
Indien het apparaat niet goed funktioneert, kontroleer dan:
Storing
Verhelpen
Apparaat wrkt niet.
Apparaat koelt te sterk.
De levensmiddelen zijn te warm.
Binnenverlichting werkt niet. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de
deurafdichting.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct.
Water op de bodem van de koelruimte of op de planken.
- Apparaat is niet aangezet; apparaat aanzetten.
- Stekker zit niety in het stop-contact of zit los; stekker in stop contact teken.
- Zekering is los of kapot; zekering controleren, eventueel vernieuwen.
- Stopcontact is kapot; storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhelpen.
- Temperatuur is te laag ingesteld; temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten.
- Temperatuur is niet juist ingesteld; zie hoofdstuck “Ingestbruikname”.
- Deur heeft te lang opengestaan; deur slechtszo lang open laten als notig is.
- In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen; temperatuurregelaar op een koudere stand zetten.
- Het apparaat staat naast een warmtebron; zie hoofdstuk “Platats van opstelling”.
- Lamp is kapot; zie hoofdstuk “Vervangen van de lamp”.
- Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deuraanslag); op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50°C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit.
- Dit is normaal, het betreft geen storing; de compressor start na enige tijd automatisch.
- Ontdooiwaterafvoer is verstopt; zie hoofdstuk “Het Ontdooien”.
TECHNISCHE GEGEVENS
Het typeplaatje met de technische gegevens vindt u aan de linker binnenzijde van het apparaat.
Page 11
N
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz. De beste resultaten worden bereikt met een ruimtetemperatuur tussen +18°C en +43°C (T­Klasse); +18°C en +38°C (ST-Klasse); +16°C en +32°C (N-Klasse); +10°C en +32°C (SN-Klasse).
De klasse staat op het typeplaatje vermeld.
Zie voor deurdraairichtung en inbouw de betreffende aanwijzingen.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast staan aangegeven, overeenkomen met de netspanning en de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken.
Belangrijk
De stekker mag alleen geplaatst worden in
een geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drieaderig snoer, geschikt voor een geaard stopcontact. Mocht het stopcontact in uw woning niet geaard zijn, dan dient een erkend installateur het apparaat volgens de geldende normen te aarden.
Wij wrijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoorschrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijn 87/308 van 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU­richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02t73 (Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336EG-richtlijn van 3/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen.
Attentie
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar blijven.
Het wijzigen van de deurdraairichting
Als transportbeveiliging zijn aan beide scharnierkanten scharnierpennen aangebracht.
Afhankelijk van de gewenste deurdraairichting moet aan een kant, zowel onder als boven, een scharnierpen verwijderd worden.
Omkeren draairichting deurtje
1. Maak het
steunstukje (1) los door met een schroevedraaier op de binnenveer te drukken en verwijder het tegelijkertijd met het deurtje;
2. verwijder naaf (2) en monteer haar aan de andere kant op het vrijgekomen gaatje;
3. draai het deurtje 180° om, verwijder het steunstukje (1) en monteer het aan de andere kant;
4. Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats te schuiven tot ze geblokkeerd worden.
Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzekeren is het deurtje voorzien van een eenvoudige veerinstallatie, waardoor het deurtje open blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt.
INSTALLATIE
37
A
B
D163
180°
2
1
PR140
Page 12
38
Anwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
Nismaten
Nishoogte 880 mm Nisdiepte 550 mm Nisbreedte 560 mm
1. Ten behoeve van een optimale ventilatie moeten de minimale oppervlakten voor de ventilatie­openingen volgens figuur in acht genomen worden.
2. Breng, onder lichte druk, de voegafdichting tussen apparaat en niswand aan (zie Fig.).
4. Open de deur en druk het apparaat tegen de zijwand van de nis, aan de kant waar niet de scharnieren zitten. Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven. Bevestig het ventilatierooster (C). Breng, onder lichte druk, het dekseltje (D) aan.
5. Breng de afdichtstopsels (B) in de gaten in de deklijsten aan.
6. Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de tekening ziet.
3. Schuif het apparaat in de nis tot de aanslaglijst (A) met de voorkant van plafond van de kast aanlijnt.
A
D022
D727
C
D
D013
BB
PR266
A
B
C
D
50 mm
D526
2
min.
200 cm
min. cm
2
200
D132
Page 13
N
39
7. Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven- en onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten.
10.Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten. Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit.
11. Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken.
9. De deur van het apparaat en die van de kast met
een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in geleider (A) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening. De ijzers weghalen en gaten van Ø 2 mm. boren op een afstand van 8 mm. van de buitenrand van de deur. Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
8. Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken.
20mm
A
50mm
PR166
PR33/2
C
A
8mm
PR167
A
B
PR168
PR167/1
D
B
Loading...