Z300A
LZ300A
GEBRUIKERSHANDLEIDING
6D0-28199-71-D0
DMU25080
Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig vooraleer uw buitenboordmotor in gebruik te nemen.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25100
Aan de eigenaar
Dank u voor uw keuze van een Yamaha-bui- tenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding bevat informatie die vereist is voor een behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging. Een grondig begrip van deze instructies zal u helpen maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamahadealer te raadplegen.
In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende manieren onderscheiden.
Het Veiligheidsalarmsymbool betekent AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale voorzorgmaatregelen die moeten worden genomen om beschadiging van de buitenboordmotor te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA verstrekt belangrijke informatie om procedures gemakkelijker of duidelijker te maken.
Yamaha streeft voortdurend vorderingen in productontwerp en -kwaliteit na. Hoewel deze handleiding de meest recente beschik-
bare productinformatie op het moment van het drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze handleiding. Mocht u nog vragen hebben over deze handleiding, gelieven dan uw Yamaha-dealer te raadplegen.
NOTA:
De Z300AETO, LZ300AETO en de standaard accessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding. Bijgevolg kunnen bepaalde elementen eventueel niet van toepassing zijn op elk model.
DMU25120
Z300A, LZ300A
GEBRUIKERSHANDLEIDING ©2003 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1ste Uitgave, Augustus 2003
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Inhoud
Algemene informatie......................... |
1 |
Plaats voor identificatienummers .... |
1 |
Buitenboordmotorserienummer......... |
1 |
Sleutelnummer .................................. |
1 |
EG label .......................................... |
1 |
Veiligheidsinformatie ....................... |
2 |
Belangrijke labels ............................ |
3 |
Waarschuwingslabels ....................... |
3 |
Waarschuwingslabels ....................... |
4 |
Tankinstructies ................................ |
4 |
Benzine ............................................. |
4 |
Motorolie ........................................... |
4 |
Accuvereisten.................................. |
5 |
Technische gegevens van accu........ |
5 |
Propellerselectie.............................. |
5 |
Neutraal startbeveiliging.................. |
6 |
Basiscomponenten ........................... |
7 |
Hoofdcomponenten......................... |
7 |
Afstandsbediening ............................ |
7 |
Afstandsbedieningshendel................ |
8 |
Neutraal vergrendeltrekker................ |
8 |
Neutraal gashendel ........................... |
9 |
Neutraal gas handel .......................... |
9 |
Gashandel frictie afstelling ................ |
9 |
Motorstopsnoerschakelaar.............. |
10 |
Hoofdschakelaar ............................. |
11 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaar |
|
op afstandsbediening.................... |
11 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaar |
|
op onderste motorkap................... |
12 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaars |
|
(type met twee motoren)............... |
12 |
Trim tab met anode ......................... |
13 |
Kantel de steunhendel voor modellen |
|
met trimen kantelbekrachtiging of |
|
hydraulische kanteling .................. |
13 |
Motorkapvergrendelhendel |
|
(optrektype)................................... |
14 |
Doorspoelplug ................................. |
14 |
Digitale toerenteller ......................... |
14 |
Oliepeilindicator (digitaal type) ........ |
15 |
Oververhittings waarschuwing |
|
(digitaal type) ................................ |
15 |
Snelheidsmeter (digitaal type)......... |
15 |
Trimmeter (digitaal type) ................. |
16 |
Urenmeter (digitaal type)................. |
16 |
Waterafscheiderwaarschuwings- |
|
lampje ........................................... |
17 |
Motorprobleemwaarschuwings- |
|
lampje ........................................... |
17 |
Tripmeter......................................... |
17 |
Klok ................................................. |
18 |
Brandstofmeter................................ |
18 |
Brandstofwaarschuwingslampje...... |
18 |
Waarschuwingslampje voor lage |
|
accuspanning................................ |
19 |
Brandstofbeheermeter .................... |
19 |
Brandstofstroommeter..................... |
19 |
Brandstofverbruikmeter................... |
20 |
Brandstofbesparing ......................... |
20 |
Twee-motoren |
|
toerentalsynchronisator................. |
21 |
Waterafscheiderwaarschuwings- |
|
lampje ........................................... |
22 |
Waarschuwingssysteem ............... |
22 |
Oververhittingwaarschuwing (twee |
|
motoren)........................................ |
22 |
Oliepeilen oliefilterverstoppingwaar- |
|
schuwingssysteem........................ |
23 |
Waterafscheiderwaarschuwing ....... |
24 |
Motorprobleemwaarschuwing ......... |
24 |
Werking............................................ |
26 |
Installatie....................................... |
26 |
De buitenboordmotor monteren ...... |
26 |
Motor inlopen ................................ |
27 |
Procedure voor HPDI-modellen ...... |
28 |
Controles voor gebruik.................. |
28 |
Brandstof......................................... |
28 |
Olie.................................................. |
29 |
Bedieningselementen...................... |
29 |
Motor ............................................... |
29 |
Motorbedrijf na een lange |
|
opslagperiode ............................... |
29 |
Brandstof en motorolie bijvullen.... |
30 |
Olie bijvullen voor |
|
olie-injectiemodellen ..................... |
30 |
Werking van de |
|
Inhoud
oliepeilaanduidingslamp ............... |
32 |
De motor gebruiken....................... |
33 |
Brandstof toevoeren........................ |
33 |
De motor starten ............................. |
34 |
De motor laten warmdraaien......... |
35 |
Modellen met elektrische starter en |
|
Prime Start (voorinspuit- |
|
startsysteem) ................................ |
35 |
Schakelen ..................................... |
36 |
Vooruit (modellen met stuurhendel |
|
en afstandsbediening) .................. |
36 |
Achteruitstand ................................. |
36 |
Motor uitzetten .............................. |
37 |
Procedure ....................................... |
37 |
De buitenboordmotor trimmen ...... |
37 |
Trimhoek instellen ........................... |
38 |
Boottrim instellen ............................ |
39 |
Omhoog en omlaag kantelen ........ |
40 |
Procedure voor omhoog kantelen... |
41 |
Procedure voor omlaag kantelen |
|
(modellen met trimen |
|
kantelbekrachtiging/ |
|
kantelbekrachtiging)...................... |
42 |
Varen in ondiep water ................... |
42 |
Modellen met trimen |
|
kantelbekrachtiging / modellen |
|
met kantelbekrachtiging................ |
43 |
Varen in andere |
|
omstandigheden .......................... |
44 |
Onderhoud ....................................... |
45 |
Technische gegevens ................... |
45 |
Vervoer en opslag van de |
|
buitenboordmotor ........................ |
46 |
Buitenboordmotor opbergen ........... |
46 |
Procedure ....................................... |
47 |
Smeren (modellen met |
|
olie-inspuiting)............................... |
48 |
Verzorging van de accu .................. |
48 |
Spoelen van het motorblok ............. |
49 |
Reiniging van de |
|
buitenboordmotor.......................... |
50 |
Controle van het geverfde oppervlak |
|
van de motor................................. |
50 |
Periodiek onderhoud ..................... |
50 |
Vervangingsonderdelen .................. |
50 |
Onderhoudsschema........................ |
51 |
Onderhoudsschema (bijkomend) .... |
52 |
Smering........................................... |
53 |
Reiniging en afstelling van de |
|
bougie ........................................... |
53 |
Controle van het |
|
brandstofsysteem.......................... |
54 |
Controle van de brandstoffilter ........ |
55 |
Brandstoffilter reinigen .................... |
55 |
Controle van de vrijloopsnelheid ..... |
56 |
De motorolietank op water |
|
controleren .................................... |
57 |
Controle van de bedrading en |
|
aansluitstukken ............................. |
57 |
Uitlaatlekkage.................................. |
57 |
Waterlekkage .................................. |
57 |
Controle van het trimen |
|
kantelbekrachtigingssysteem........ |
57 |
De propeller controleren.................. |
58 |
Verwijdering van de propeller.......... |
59 |
Installeren van de propeller............. |
59 |
Vervanging van tandwielolie ........... |
60 |
Controle en vervanging van |
|
anoden .......................................... |
61 |
Controleren van de accu (voor |
|
modellen met elektrische |
|
starter)........................................... |
62 |
De accu aansluiten.......................... |
63 |
Loskoppeling van de accu............... |
64 |
Controle van de motorkap............... |
64 |
De onderkant van de boot van een |
|
coating voorzien............................ |
64 |
Herstellen van defecten.................. |
65 |
Problemen verhelpen.................... |
65 |
Tijdelijke handeling in een |
|
noodgeval ................................... |
68 |
Beschadiging door botsing.............. |
68 |
Slechts één motor laten draaien ..... |
69 |
Vervanging van de zekering............ |
69 |
De trimen kantelbekrachtiging zal |
|
niet werken.................................... |
70 |
De motor werkt niet....................... |
70 |
De waarschuwing voor een laag |
|
oliepeil wordt geactiveerd ............. |
70 |
Behandeling van een |
|
Inhoud
ondergedompelde motor ............. |
71 |
Procedure ....................................... |
71 |
DMU25170
Plaats voor identificatienummers
DMU25180
Buitenboordmotorserienummer
Het Buitenboordmotorserienummer is ingestanst op het label dat aan bakboordzijde van de klembeugel of het bovengedeelte van de zwenkbeugel is bevestigd.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de ruimte voorzien als referentie in geval u een nieuwe sleutel nodig hebt.
1
ZMU01854
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
DMU25190
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleutelschakelaar, is het sleutelidentificatienummer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
1. Sleutelnummer
DMU25200
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan bepaalde gedeelten van de richtlijn van het Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring van Overeenstemming voor verdere details.
1 |
ZMU01947 |
1. EG-labellocatie
1
Algemene informatie
ZMU01696
DMU25370
Veiligheidsinformatie
●Vooraleer de buitenboordmotor te monteren of in gebruik te nemen, moet u deze volledige handleiding doorlezen. Door deze te lezen krijgt u een goed inzicht in de motor en zijn werking.
●Vooraleer de boot in gebruik te nemen, moet u alle meegeleverde eigenaarsof gebruikerhandleidingen en alle labels. Zorg dat u elk punt begrijpt vooraleer de boot in gebruik te nemen.
●Oefen niet te veel aandrijfkracht op de boot uit met deze buitenboordmotor. Te veel aandrijfkracht kan u de controle over de boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet gelijk zijn aan of lager dan de nominaalvermogenscapaciteit van de boot. Als de nominaal-vermogencapaciteit van de boot onbekend is, raadpleeg dan de dealer of bootfabrikant.
●Voer geen aanpassingen aan de buitenboordmotor uit. Aanpassingen kunnen de motor ongeschikt of onveilig voor gebruik maken.
●Gebruik de boot nooit na het drinken van alcohol of innemen van drugs. Ongeveer 50% van alle bootongelukken hebben te maken met intoxicatie.
●Zorg dat u een goedgekeurde zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Het is een goed idee een zwemvest te dragen telkens u met de boot vaart. Ten minste de kinderen en niet-zwemmers aan boord moeten steeds een zwemvest dragen en iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.
●Benzine is uiterst ontvlambaar en de benzinedampen zijn ontvlambaar en explosief. Hanteer en bewaar benzine op zorgvuldige wijze. Gan na of er geen gasdampen of brandstoflekken zijn vooraleer de motor te starten.
●Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolstofmonoxide bevatten, dat een kleurloos en geurloos geas is dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
●Controleer de goede werking van gashendel, schakelhendel en besturing vooraleer de motor te starten.
●Maak het motorstopschakelaarsnoer op een veilige plaats vast aan uw kleding, uw arm of been tijdens het varen. Als u ongewild weggaat van de stuurhendel, zal het snoer worden losgetrokken van de schakelaar en de motor doen uitvallen.
●Zorg dat u de scheepvaartwetten en -re- glementen kent op de plaats waar u wilt varen - en leef deze na.
●Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersverwachtingen vooraleer te gaan varen. Vermijd het varen in gevaarlijke weersomstandigheden.
●Vertel aan iemand waar u naartoe gaat:
2
Algemene informatie
laat een vaarplan achter bij een betrouwbare persoon. Vergeet het vaarplan niet opnieuw te annuleren als u terugkeert.
●Gebruik uw gezond verstand bij het varen. Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet hoe uw boot reageert in de verschillende vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds met veilige snelheden en blijf opletten voor eventuele hindernissen en ander verkeer.
●Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl de motor draait.
●Blijf uit de buurt van zwemzones.
●Als een zwemmer in het water ligt in uw buurt, zet de schakelhendel dan in neu-
traal en zet de motor uit.
DMU25380
Belangrijke labels
DMU25392
Waarschuwingslabels
ZMU01972
ZMU01948
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
●Zorg dat de schakelinrichting in neutraal staat alvorens de motor te starten (behalve bij 2 pk).
●Verwijder of raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten of als de motor draait.
●Hou handen, haar en kleren uit de buurt van het vliegwiel en andere draaiende onderdelen als de motor draait.
DMU25411
Label
DWM01280
WAARSCHUWING
●Gebruik enkel een tegengesteld draaiende propeller bij deze motor.
●Tegengesteld draaiende propellers zijn te herkennen aan een letter “L” na de maataanduiding.
●Een verkeerde soort propeller zou er kunnen voor zorgen dat de boot een andere richting uitgaat dan verwacht, wat een ongeval zou kunnen veroorzaken.
DMU25451
Label
UITSLUITEND MOTOROLIE
●Giet de motorolie in deze olietank. Giet er geen benzine in.
AANBEVOLEN OLIE:
YAMALUBE 2 STROKE OUTBOARD OIL of een evenwaardige olie voor buitenboordmotoren met TC-W3-certificaat.
DWM01270
WAARSCHUWING
Giet geen benzine in de olietank. Dat zou een ontploffing kunnen veroorzaken.
3
Algemene informatie
DMU25461
Waarschuwingslabels
ZMU01949
DMU25491
Label
DCM01300
OPGELET:
ALLEEN LOODVRIJE BENZINE Loodhoudende benzine kan een verlies aan prestaties en motorbeschadiging veroorzaken. Zie de gebruikershandleiding.
DMU25540
Tankinstructies
DWM00010
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN ERG ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
●Rook niet als u brandstof bijvult en blijf uit de buurt van vonken, vlammen en andere bronnen van ontbranding.
●Zet de motor af alvorens brandstof te tanken.
●Tank op een goed verluchte plaats. Vul draagbare brandstoftanks niet in de boot.
●Mors geen benzine. Verwijder gemorste benzine onmiddellijk met droge doeken.
●Doe de brandstoftank niet te vol.
●Draai de vuldop goed vast na het tan-
ken.
●Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in de ogen hebt gekregen.
●Mocht er benzine op uw huid terecht komen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Kleed u om als er benzine op uw kleren is terecht gekomen.
●Raak met de tuit de vulopening of de trechter aan om elektrostatische vonken te voorkomen.
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine die bewaard werd in zuivere containers en die niet gecontamineerd is door water of vreemde stoffen.
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzinetype:
Gewone loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 90 (Research Octane Number).
Als de motor begint te kloppen of pingelen, gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
DMU25670
Motorolie
Yamalube 2-takt buitenboordmotorolie is ten zeerste aan te raden voor uw Yamaha-bui- tenboordmotor. Als geen Yamalube 2-takt buitenboordmotorolie beschikbaar is, moet een door NMMA gewaarmerkte 2-takt TC-W3-olie of evenwaardige kwaliteit wor-
4
Algemene informatie
den gebruikt.
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 2-TAKT BUITEN-
BOORDMOTOROLIE
DCM01160
OPGELET:
Het gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige beschadiging veroorzaken.
DMU25700
Accuvereisten
DCM01060
OPGELET:
Gebruik geen accu die niet de vermelde capaciteit heeft. Als er een accu wordt gebruikt die niet aan de specificaties voldoet, kan het elektrische systeem slecht presteren of overladen worden, waardoor het beschadigd wordt.
Voor modellen met elektrische starter, kies een accu die voldoet aan de volgende technische gegevens.
DMU25720
Technische gegevens van accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/ EN):
711.0 A
Minimum nominaal vermogen (20HR/ IEC):
100.0 Ah
NOTA:
De motor kan niet worden gestart als de accuspanning te laag is.
DMU25740
Propellerselectie
De prestaties van uw buitenboordmotor worden sterk beïnvloed door uw propellerkeuze, aangezien een verkeerde keuze een nadeli-
ge invloed kan hebben op de prestaties en de motor ook ernstige schade kan toebrengen. Het motortoerental is afhankelijk van het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het motortoerental te hoog of te laag is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust met propellers die werden gekozen om goede prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen zijn waarbij een propeller met een andere spoed geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere spoed beter geschikt, vermits deze het mogelijk maakt het juiste motortoerental in stand te houden. Anderzijds is een propeller met grotere spoed beter geschikt voor een kleinere belasting.
Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven over de best geschikte propeller voor uw toepassing en deze ook voor u monteren.
1.Propellerdiameter in inches
2.Propellerspoed in inches
3.Type van propeller (propellermerk)
5
Algemene informatie
1
ZMU01713
1. Propellerdiameter in inches |
1. Label voor neutrale startbeveiliging |
2.Propellerspoed in inches
3.Type van propeller (propellermerk)
NOTA:
Selecteer een propeller die de motor in staat zal stellen het middenof bovengedeelte van het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel met maximale bootbelasting te bereiken. Als de bedrijfsomstandigheden zoals lichte bootbelastingen daarna het motortoerental tot boven het aanbevolen maximum bereik laten stijgen, zet dan de gashendel minder ver open om de motor binnen het gepaste bedrijfsbereik te houden.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 58.
DMU25760
Neutraal startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren voorzien van het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust met neutrale startbeveiliging(en). Deze voorziening zorgt ervoor dat de motor alleen in neutraal kan worden gestart. Zet de keuzehendel steeds in neutraal vooraleer de motor te starten.
6
DMU25792
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; kan ook niet als standaard uitrusting op alle modellen voorzien zijn.
Z300A, LZ300A
|
1 |
|
|
19 |
|
|
|
12 |
2 |
|
|
10 |
|
|
|
|
|
|
11 |
|
|
|
|
9 |
2 |
13 |
14 |
15 |
|
|
|
|
|
|
|
8 |
|
|
|
|
|
7 |
|
16 |
17 |
18 |
|
|
|
|
|||
6 |
3 |
|
YAMAHA |
YAMAHA |
|
|
SPEED |
FUEL MANAGEMENT |
|||
|
Km/h |
|
|
||
|
knot |
|
I/h |
||
5 |
|
mph |
P S |
gph |
|
|
|
km |
Km/L |
||
|
|
mile |
mpg |
||
|
|
TRIP TIME BATT |
TTL ECON |
SYNC |
|
|
|
|
set mode |
set mode |
|
|
4 |
|
|
|
ZMU01860 |
1. Motorkap |
|
|
14. Afstandsbedieningskast (voor dubbele |
||
2. Motorkapvergrendelingshendel(s) |
|
motor)* |
|
|
|
3. Trimtap (anode) |
|
|
15. Schakelaarpaneel (voor dubbele motor)* |
||
4. Propeller |
|
|
16. Digitale toerenteller |
|
|
5. Koelwaterinlaat |
|
|
17. Digitale snelheidsmeter* |
|
|
6. Anti-cavitatieplaat |
|
|
18. Brandstofbeheermeter* |
|
|
7. Anode |
|
|
19. Losse olietank |
|
|
8. Klembeugel |
|
|
|
|
|
9. Kantelsteunhendel |
|
|
DMU26180 |
|
|
|
|
Afstandsbediening |
|
||
10. Doorspoelplug |
|
|
|
||
|
|
De afstandsbedieningshendel bedient zowel |
|||
11. Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar |
|||||
12. Koelwatercontrolestraal |
|
|
de schakelhendel als de gashendel. De elek- |
||
13. Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon- |
trische schakelaars zijn op het afstandsbe- |
||||
teerd type)* |
|
|
dieningskastje gemonteerd. |
|
7
Basiscomponenten
voelen). Door de hendel verder te duwen wordt de gasklep geopend en de motor begint te accelereren.
1.Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar
2.Afstandsbedieningshendel
3.Neutraalvergrendelingstrekker
4.Neutraal-gashendel
5.Hoofdschakelaar / chokeschakelaar
6.Motorstopstrengschakelaar
7.Gashendelfrictieafstelling
1.Afstandsbedieningshendel
2.Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar
3.Neutraalgashendel
4.Gashendelfrictieafstelling
DMU26190
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de neutrale stand wordt de vooruitversnelling ingeschakeld. Door de hendel naar achter te trekken vanuit de neutrale stand wordt de achteruitversnelling ingeschakeld. De motor blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer 35° wordt verplaatst; (er is een palletje te
1.Neutraal “ ”
2.Vooruit “ ”
3.Achteruit “ ”
4.Schakelen
5.Volledig gesloten
6.Gashendel
7.Volledig open
1.Neutraal “ ”
2.Vooruit “ ”
3.Achteruit “ ”
4.Schakelen
5.Volledig gesloten
6.Gashendel
7.Volledig open
DMU26200
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u
8
Basiscomponenten
eerst de neutraal vergrendeltrekker omhoog trekken.
1. Neutraalvergrendelingstrekker
DMU26210
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit of vooruit te zetten, moet u de afstandsbedieningshendel in neutraal zetten en de neutraal gashendel omhoog zetten.
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de afstandsbedieningshendel in neutraal staat. De afstandsbedieningshendel werkt alleen als de neutraal gashendel in de gesloten stand is gezet.
1.Volledig open
2.Volledig gesloten
DMU26230
Neutraal gas handel
Om de gashendel te openen zonder in vooruit of achteruit te zetten, moet u de vrijknop neutraal gas handel indrukken en de afstandsbedieningshendel verplaatsen.
1.Volledig open
2.Volledig gesloten
3.Neutraalgashendel
NOTA:
●De vrijknop neutraal gas handel kan alleen worden gebruikt als de afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
●Na het indrukken van de knop begint de gasklep open te gaan nadat de afstandsbedieningshendel minstens 35° is verplaatst.
●Zet na gebruik van de neutraal gas handle de afstandsbedieningshendel weer in neutraal. De vrijknop neutraal gas handel keert automatisch terug naar de ingestelde stand. De afstandsbediening kan dan normaal in vooruit en achteruit worden gezet.
DMU25970
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden ingesteld volgens de voorkeur van de schip-
9
Basiscomponenten
per.
Om de weerstand te verhogen draait u de frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand te verlagen draait u de frictieregelaar linksom.
DWM00030
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Als constante snelheid vereist is, draai de frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste gashendelinstelling te bewaren.
DMU25990
Motorstopsnoerschakelaar
De vergrendelplaat moet bevestigd zijn aan de motorstapschakelaar om de motor te laten draaien. Het snoer moet op een veilige plaats bevestigd zijn aan de kledij van de
schipper, zijn arm of been. Als de schipper overboord valt of weggaat van de stuurhendel, zal het snoer de vergrendelplaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar de motor wordt onderbroken. Dit voorkomt dat de boot wegvaart door de aandrijfkracht.
DWM00120
WAARSCHUWING
●Maak de motorstopschakelaarstreng op een veilige plaats aan uw kleren, een arm of een been vast als u de motor gebruikt.
●Maak de streng niet vast aan kleren die kunnen worden losgetrokken. Zorg dat de streng nergens kan blijven achterhaken, want dan werkt ze niet.
●Zorg ervoor dat u tijdens het normale gebruik niet per ongeluk aan de streng trekt. Als de motor niet meer draait, heeft men bijna geen controle meer over de besturing. Bovendien zal de boot dan bruusk vertragen, waardoor de personen en de voorwerpen aan boord naar voren kunnen worden geworpen.
NOTA:
De motor kan niet worden gestart met de vergrendelplaat verwijderd.
1.Streng
2.Vergrendelingsplaat
10
Basiscomponenten
1.Streng
2.Vergrendelingsplaat
DMU26090
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekingssysteem; de werking ervan is hieronder beschreven.
● “ ” (off)
Met de hoofdschakelaar in de “ ” (uit)- stand zijn de elektrische schakelingen uitgeschakeld en de sleutel kan worden uitgenomen.
● “ ” (aan)
Met de hoofdschakelaar in de “ ” (on)- stand zijn de elektrische schakelingen ingeschakeld en de sleutel kan niet worden uitgenomen.
● “ |
” (start) |
|
Met de hoofdschakelaar in de “ |
” (start)- |
stand begint de startmotor te draaien om de motor te starten. Als de sleutel wordt losgelaten, keert deze automatisch terug naar de “ ” (on)-stand.
DMU26140
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar op afstandsbediening
Het trimen kantelbekrachtigingssysteem past de hoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de hekplank aan. Door de schakelaar “” (omhoog) te duwen wordt de buitenboordmotor omhoog getrimd en dan omhoog gekanteld. Door de schakelaar “
” (omlaag) te duwen wordt de buiten-
11
Basiscomponenten
boordmotor omlaag gekanteld en getrimd. Als de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie.
NOTA:
Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina’s 37 en 40.
DMU26150
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar op onderste motorkap
De trimen kantelbekrachtigingsschakelaar is gesitueerd aan de zijkant van de onderste motorkap. Als de schakelaar “” (omhoog) wordt geduwd, wordt de buitenboordmotor omhoog getrimd en dan omhoog gekanteld. Als de schakelaar “
” (omlaag) wordt geduwd, wordt de buitenboordmotor omlaag gekanteld en getrimd. Als de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie.
DWM01030
WAARSCHUWING
Gebruik de kantelbekrachtigingsschakelaar op de onderbak alleen wanneer de boot helemaal stil ligt en de motor afgezet is. Als u die schakelaar zou willen gebruiken terwijl de boot in beweging is, verhoogt de kans dat er iemand overboord valt en dat de bestuurder afgeleid wordt,
wat op zijn beurt de kans op een botsing met een andere boot of een hindernis verhoogt.
UP
DN
ZMU01862
NOTA:
Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina 40.
DMU26161
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaars (type met twee motoren)
Het trimen kantelbekrachtigingssysteem stelt de buitenboordmotorhoek bij ten opzichte van de hekplank. Door de toets “” (omhoog) in te drukken wordt de buitenboordmotor opwaarts getrimd en dan omhooggekanteld. Door de schakelaar “
” (omlaag) te duwen wordt de buitenboordmotor omlaag gekanteld en getrimd. Als de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie.
12
Basiscomponenten
NOTA:
●Op het bedieningskastje voor twee motoren bedient de schakelaar op de afstandsbedieningsgreep beide buitenboordmotoren tegelijk.
●Voor instructies in verband met het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaars, zie pagina’s 37 en 40.
DMU26240
Trim tab met anode
De trim tab moet zodanig worden ingesteld dat de besturing naar rechts of naar links kan worden gedraaid door dezelfde kracht uit te oefenen.
DWM00840
WAARSCHUWING
Een verkeerd afgestelde trimtap kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om te sturen. Laat de motor altijd proefdraaien nadat een trimtap geïnstalleerd of vervangen is om er zeker van te zijn dat de besturing correct verloopt. Zorg ervoor dat u de bout vastdraait nadat de trimtap bijgeregeld is.
Als de boot makkelijk naar links (bakboord) afwijkt, verdraai het achtereind van de trim tab naar bakboordzijde “A” op de afbeelding. Als de boot makkelijk naar rechts (stuurboordzijde) afwijkt, verdraai het uiteinde van de trim tab dan naar stuurboordzijde “B” op
de afbeelding.
DCM00840
OPGELET:
De trimtap doet ook dienst als anode om de motor te beschermen tegen elektrochemische corrosie. De trimtap mag niet worden geschilderd, want dan kan ze niet meer als anode werken.
1.Trimtap
2.Bout
3.Kap (indien de motor daarmee is uitgerust)
A |
B |
ZMU01863 |
DMU26340 |
Kantel de steunhendel voor modellen met trimen kantelbekrachtiging of hydraulische kanteling
Om de buitenboordmotor in omhooggekantelde stand te houden, moet u de kantelsteunhendel vastzetten op de klembeugel.
13
Basiscomponenten
ZMU01864
DMU26382
Motorkapvergrendelhendel (optrektype)
Om de motorkapvergrendelhendel te verwijderen, moet u de vergrendelhendel(s) omhoog trekken en de kap afnemen. Bij het installeren van de motorkap moet u nagaan of deze wel goed in de rubberen dichting past. Vergrendel de kap vervolgens door de hendel(s) omlaag te bewegen.
ZMU01951
ZMU01865
DMU26460
Doorspoelplug
Deze plug wordt gebruikt om de koelwaterdoorgangen van de motor te reinigen met behulp van een tuinslang en leidingwater.
NOTA:
Voor details over het gebruik, zie pagina 49.
1
ZMU01866
1. Doorspoelplug
DMU26490
Digitale toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental en heeft de volgende functies.
NOTA:
Alle segmenten van het display lichten kort op na inschakelen van de hoofdschakelaar en keren daarna terug naar normale toestand.
|
|
6 |
|
|
7 |
1 |
|
2 |
|
|
|
3 |
|
|
5 |
8 |
4 |
|
9 ZMU01958 |
|
|
|
1.Toerenteller
2.Trimmeter
14
Basiscomponenten
3.Urenmeter
4.Oliepeillamp
5.Oververhittingswaarschuwing
6.Waarschuwingslamp voor waterafscheidingsfilter
7.Waarschuwingslamp voor motorprobleem
8.Afstelknop
9.Modusknop
DMU26550
Oliepeilindicator (digitaal type)
Deze indicator geeft het motoroliepeil aan. Als het oliepeil tot onder de onderlimiet zakt, begint het waarschuwingslampje te knipperen. Voor verdere informatie, zie pagina 23.
DCM00030
OPGELET:
Laat de motor niet werken zonder olie. Ernstige motorschade zou daarvan het gevolg zijn.
1
ZMU01867
1. Oliepeillamp
DMU26581
Oververhittings waarschuwing (digitaal type)
Als de motortemperatuur te hoog stijgt, begint het waarschuwingslampje te knipperen. Voor verdere informatie over het lezen van de indicator, zie pagina 22.
DCM00050
OPGELET:
Laat de motor niet draaien als de overver-
hittingswaarschuwing aan staat. Ernstige motorschade zou daarvan het gevolg zijn.
1
ZMU01868
1. Oververhittingswaarschuwing
DMU26600
Snelheidsmeter (digitaal type)
Deze meter toont de bootvaarsnelheid.
1.Snelheidsmeter
2.Brandstofmeter
3.Tripmeter/klok/voltmeter
4.Waarschuwingslamp(en)
NOTA:
Als de hoofdschakelaar de eerste keer wordt aangezet, gaan alle segmenten van het display aan als een test. Na enkele seconden gaat de meter over op normale werking. Houd de meter in het oog bij het aanzetten van de hoofdschakelaar om zeker te zijn dat
15
Basiscomponenten
alle segmenten aan gaan.
NOTA:
De snelheidsmeter geeft km/u, mph of knopen aan, volgens de voorkeur van de schipper. Selecteer de gewenste meeteenheid door de keuzeschakelaar aan de achterkant van de meter in te stellen. Zie de illustratie voor instellingen.
ZMU01869
DMU26650
Urenmeter (digitaal type)
Deze meter toont het aantal bedrijfsuren van de motor. Deze kan worden ingesteld om he totale aantal uren of het aantal uren voor de huidige trip aan te geven. Het display kan ook worden aanen uitgezet.
1. Kap |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
2. Keuzeschakelaar (voor snelheidseenheid) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
3. Keuzeschakelaar (voor brandstofverzender) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DMU26620 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Trimmeter (digitaal type) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Deze meter toont de trimhoel van uw buiten- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
boordmotor. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ZMU01870 |
||
NOTA: |
|
● |
Het displayformaat wijzigen |
|
|||||||||||||
● Onthoud de trimhoeken die het best wer- |
|
||||||||||||||||
● |
Door het indrukken van de “ |
” (werk- |
|||||||||||||||
ken voor uw boot onder verschillende om- |
|||||||||||||||||
|
stand)-knop wordt het displayformaat ge- |
||||||||||||||||
standigheden. Stel de trimhoek naar wens |
|
||||||||||||||||
|
wijzigd in de volgende sequentie: |
||||||||||||||||
in met behulp van de trimen kantelbe- |
|
||||||||||||||||
● |
Totale uren→Tripuren→Display uit |
||||||||||||||||
krachtigingsschakelaar. |
|||||||||||||||||
● |
De tripuren resetten |
|
|||||||||||||||
● Als de trimhoek van uw motor het trimbe- |
|
||||||||||||||||
● |
Gelijktijdig indrukken van de “ |
” (instel- |
|||||||||||||||
drijfsbereik overschrijdt, zal het bovenste |
|||||||||||||||||
|
len)- en “ |
|
” (werkstand)-knoppen ge- |
||||||||||||||
|
|
|
|
segment van het trimmeterdisplay knippe- |
durende meer dan 1 seconden terwijl de |
|
ren. |
||
tripuren worden weergegeven zet de trip- |
||
|
||
|
meter terug op 0 (nul). |
NOTA:
Het totale aantal bedrijfsuren van de motor
16
Basiscomponenten
kan niet worden gereset.
DMU26670
Waterafscheiderwaarschuwingslamp je
Dit lampje begint te knipperen als water in de waterafscheider (brandstoffilter) is terechtgekomen. Zet in dergelijk geval de motor uit en tap het water af uit de brandstoffilter. Voor verdere informatie, zie pagina’s 24 and 55.
DCM00910
OPGELET:
Benzine die vermengd is met water kan de motor beschadigen.
1
ZMU01957
1. Waarschuwingslamp voor waterafscheidingsfilter
DMU26680
Motorprobleemwaarschuwingslampj e
Dit lampje begint te knipperen als de motor een gebrek vertoont.
DCM00920
OPGELET:
In een dergelijk geval werkt de motor niet zoals het hoort. Raadpleeg onmiddellijk een Yamaha-dealer.
1
ZMU01914
1. Waarschuwingslamp voor motorprobleem
DMU26690
Tripmeter
Deze meter geeft de afstand weer die de boot heeft afgelegd sinds de meter voor het laatst werd gereset.
Druk meerdere keren op de “” (werk- stand)-knop tot de indicator op de meter “
” (trip) aanwijst. Om de tripmeter weer op nul te zetten, moet u de “
” (instellen)- en “
” (werkstand)-knoppen tegelijk indrukken.
NOTA:
●De tripafstand wordt in kilometer of mijl getoond afhankelijk van de voor de snelheidsmeter gekozen meeteenheid.
●De tripafstand wordt in het geheugen bewaard door accustroom. De opgeslagen gegevens gaan verloren als de accu wordt losgekoppeld.
17
Basiscomponenten
DMU26700
Klok
Druk meerdere keren op de “ ” (werk- stand)-knop tot de indicator in de meter “
” (tijd) aanwijst. Om de klok in te stellen moet u zorgen dat de meter in de “
” (tijd)-werkstand staat. Druk op de “
” (in- stellen)-knop; het urendisplay begint te knipperen. Druk op de “
” (werkstand)-knop tot het gewenste uur wordt weergegeven. Druk nogmaals op de “
” (instellen)-knop en het minutendisplay begint te knipperen. Druk op de “
” (werkstand)-knop tot de gewenste minuut wordt weergegeven. Druk nogmaals op de “
” (instellen)-knop om de klok te starten.
wordt ingesteld, geeft dat foute resultaten. Vraag aan uw Yamaha-dealer hoe de keuzeschakelaar moet worden ingesteld.
NOTA:
De brandstofpeilaanduiding kan worden beïnvloed door de positie van de sensor in de brandstoftank en het gedrag van de boot in het water. Motorbedrijf met boeg-omhoog trim of voortdurend draaien kan verkeerde resultaten opleveren.
NOTA:
De klok werkt op accustroom. Door de accu los te koppelen wordt de klok stopgezet. Reset de klok na de accu te hebben aangesloten.
DMU26710
Brandstofmeter
Het brandstofpeil wordt aangegeven door acht segmenten. Als alle segmenten zichtbaar zijn, dan is de brandstoftank vol.
DCM00860
OPGELET:
De Yamaha-brandstoftanksensor verschilt van conventionele sensors. Als de keuzeschakelaar op de meter verkeerd
ZMU01745
DMU26720
Brandstofwaarschuwingslampje
Als het brandstofpeil zakt naar één segment, begint het brandstofpeilwaarschuwingssegment te knipperen.
DCM00880
OPGELET:
Laat de motor niet met de gashendel helemaal open draaien als er een waarschuwing geactiveerd is. Vaar met een lage snelheid terug naar de haven.
18