Yamaha YHT-S400 User manual

Page 1
Home Theater Package
(Subwoofer Integrated Receiver + Speaker)
YHT-S400
(SR-300 + NS-BR300)
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Page 2
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
2 Plaats dit geluidssysteem op een goed verluchte, koele,
droge, nette plaats - niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen, noch op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen, stof, vocht en/of koude. Voorzie voor een goede ventilatie minimaal de volgende ruimte rond het apparaat: Boven: 5 cm Achter: 5 cm Zijkanten: 5 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn
enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als
alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u
aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage.
Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk "Problemen oplossen" over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op te drukken om
dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op
een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte,
zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Installatie van het toestel op een veilige plaats is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen veroorzaakt door onjuiste plaatsing of installatie van de luidsprekers.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met . In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
2 Nl
Page 3
Inhoud
INLEIDING VOORBEREIDING BASISBEDIENING
INLEIDING
Aan de slag..........................................................4
Bijgeleverde onderdelen ....................................... 4
Bedieningselementen en functies..........................5
VOORBEREIDING
Plaatsing ..............................................................8
De luidspreker plaatsen......................................... 8
Aansluiting........................................................10
Overzicht.............................................................10
Een tv aansluiten .................................................11
Een Blu-ray disc-speler of set-top box
aansluiten ......................................................... 11
BASISBEDIENING
Basisbediening voor het afspelen ....................12
Geluidsmodi gebruiken....................................13
Surroundmodus................................................... 13
Stereomodus........................................................ 13
UniVolume™......................................................13
Luisteren naar FM-uitzendingen....................14
Basisafstemming .................................................14
Een FM-voorkeuzezender bewerken ..................14
Optionele apparatuur gebruiken....................16
Een station aansluiten .........................................16
Een iPod™ gebruiken ......................................... 16
Bluetooth™-apparaten gebruiken....................... 17
NUTTIGE BEDIENINGSFUNCTIES
Instelmenu ........................................................ 18
Overzicht .............................................................18
Basisprocedure ....................................................18
De volumebalans aanpassen tijdens het
afspelen ............................................................19
De hoge/lage frequenties aanpassen
(toonregeling)...................................................19
De audiovertraging aanpassen.............................19
De audio-uitvoer instellen...................................19
De HDMI™-controlefunctie in- of
uitschakelen .....................................................19
De helderheid van het uitleesvenster op het
voorpaneel wijzigen.........................................20
De instelling van het luidsprekertype wijzigen ...20
De afstand tussen de luidsprekers instellen.........20
De HDMI™-controlefunctie gebruiken..............21
EXTRA INFORMATIE
Extra informatie............................................... 22
Problemen oplossen ............................................22
Woordenlijst........................................................25
Specificaties ........................................................27
Beschikbare signaalinformatie............................28
BEDIENINGSFUNCTIES
NUTTIGE
Info over deze gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing worden handelingen die kunnen worden uitgevoerd met de knoppen op het voorpaneel of de afstandsbediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening.
y wijst op een tip voor de bediening. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over veiligheid en bedieningsinstructies.
• Deze gebruiksaanwijzing wordt vóór de productie opgemaakt. Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen als gevolg van verbeteringen, enz. Bij verschillen tussen de gebruiksaanwijzing en het product krijgt het product voorrang.
INFORMATIE
EXTRA
3 Nl
Page 4

INLEIDING

Aan de slag

Bijgeleverde onderdelen

Dit product bevat de volgende items. Controleer of u de volgende items hebt ontvangen voordat u aansluitingen maakt.
Apparaten
Ontvanger met ingebouwde subwoofer (SR-300) Luidspreker (NS-BR300)
Accessoires
Luidsprekerkabel (3 m) Afstandsbediening FM-binnenhuisantenne
Standaard × 2
(voor luidspreker)
Antislipklevers
(4 stuks)
Schroef × 2
(voor standaard)
De batterijen plaatsen
Opmerkingen
(VS-, Canadese en
Aziatische modellen)
Batterij × 2 (AAA, R03, UM4) Installatiesjabloon
Snelzoekgids
(Gebruiksaanwijzing)
(Europese, Russische en
Australische modellen)
Cd-rom
4 Nl
• Als de afstand waarbinnen de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen.
• Gebruik hiervoor geen oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld alkaline en mangaan) samen. Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze dezelfde vorm hebben.
• Als de batterijen leeg zijn, dient u deze onmiddellijk uit de afstandsbediening te verwijderen om een ontploffing of lekkend zuur te vermijden.
• Werp batterijen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.
• Werp een batterij onmiddellijk weg als deze begint te lekken. Let erop dat er geen batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg het vak schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Page 5
Aan de slag

Bedieningselementen en functies

Voorpaneel van de ontvanger met ingebouwde subwoofer
1 2 3 4 5 6
1
Schakelt het systeem in of activeert de waakstand. ( p. 12)
Opmerking
Een kleine hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt om het infraroodsignaal van de afstandsbediening te ontvangen, zelfs wanneer het systeem in de waakstand staat.
3 INPUT
Selecteert een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren. ( p. 12)
4 VOLUME –/+
Bepaalt het volume van het systeem. ( p. 12)
5 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt infraroodsignalen van de afstandsbediening. ( p. 7, 10)
INLEIDING
2 STATUS-indicator
Licht op om de activiteit van het systeem aan te duiden. ( p. 12)
6 Uitleesvenster op het voorpaneel
Toont informatie over de bedieningsstatus van het systeem. ( p. 12)
Achterpaneel van de ontvanger met ingebouwde subwoofer
7 6 5 4 3
1 2
1 Netsnoer
Voor het aansluiten op een stopcontact. (☞ p. 10)
2 HDMI IN 1 - 3/HDMI OUT
• Gebruik HDMI IN 1 - 3 voor het aansluiten
van externe apparaten die compatibel zijn met HDMI. ( p. 11)
• Gebruik HDMI OUT voor het aansluiten van
een tv die compatibel is met HDMI. ( p. 11)
3 DIGITAL IN-aansluiting
Voor het aansluiten van een optische digitale kabel op de tv. ( p. 11)
4 ANALOG INPUT-aansluiting
Voor het aansluiten van een analoge audiokabel op een extern apparaat. ( p. 10)
5 DOCK-aansluiting
Voor het aansluiten van een optioneel universeel Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar) of een draadloze Bluetooth-audio­ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar). ( p. 16)
6 ANTENNA-aansluiting
Voor het aansluiten van de bijgeleverde FM­antenne. ( p. 10)
7 SPEAKERS-aansluiting
Voor het aansluiten van luidsprekers. ( p. 10)
5 Nl
Page 6
Aan de slag
Uitleesvenster op het voorpaneel van de ontvanger met ingebouwde subwoofer
1 2 3 4
8 7 6
1 HDMI-indicator
Licht op bij normale communicatie wanneer HDMI geselecteerd is als ingangsbron.
2 Tuner-indicators
TUNED-indicator
Licht op wanneer het systeem een zender ontvangt. ( p. 14)
STEREO-indicator
Licht op wanneer het systeem in de automatische afstemmingsmodus een sterk signaal ontvangt van een FM-zender die in stereo uitzendt. ( p. 14)
AUTO-indicator
Knippert wanneer het systeem automatisch afstemt op een zender. ( p. 14)
MEMORY-indicator
Knippert wanneer het systeem een zender opslaat. ( p. 14, 15)
EMPTY-indicator
Licht op wanneer het gekozen voorkeuzenummer leeg is. ( p. 15)
PS/PTY/RT/CT-indicator (alleen voor Europese en Russische modellen)
Licht op naargelang de beschikbare Radio Data System-informatie. ( p. 15)
3 Decoder-indicatoren
De respectieve indicator licht op wanneer een decoder van het systeem wordt geactiveerd.
5
4 DOCK-indicator
• Licht op wanneer het systeem een signaal ontvangt van een iPod die geplaatst is in het universele Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer is aangesloten. ( p. 16)
• Licht op wanneer de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) aangesloten is op een Bluetooth­apparaat. ( p. 17)
• Knippert wanneer de aangesloten draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA­10, apart verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat worden gekoppeld ( p. 17) of wanneer de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger naar het Bluetooth-apparaat zoekt. ( p. 17)
5 VOLUME-indicator
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
• Knippert wanneer de dempingsfunctie actief is. ( p. 12)
6 Multi-informatiescherm
Toont de geselecteerde ingangsbron, de huidige geluidsmodus en andere informatie.
7 ENHANCER-indicator
Licht op wanneer de versterkingsfunctie voor gecomprimeerde muziek geactiveerd is. ( p. 16)
8 UNIVOLUME-indicator
Licht op wanneer de UniVolume-modus geselecteerd is. ( p. 13)
6 Nl
Page 7
Aan de slag
Afstandsbediening
Infraroodsignaalzender
1
2
3
4
B
A
1 Invoerknoppen
Hiermee selecteert u een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren. ( p. 12)
2 MEMORY, TUNING / , PRESET / ,
INFO
Hiermee bedient u een FM-tuner. ( p. 14)
3 OPTION
Hiermee opent u het OPTION-menu wanneer u de FM-functie of een Bluetooth-apparaat gebruikt. ( p. 14, 17)
4 (MENU) / ( ) / ( ) / ( ) /
(Center)
• Hiermee wijzigt u een instelling.
• Hiermee bedient u een iPod. ( p. 16)
S / T: hiermee bedient u het iPod-wiel.
5 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu of annuleert u de voorkeuzeregistratie/koppeling.
6 SUBWOOFER (+/–)
Hiermee wijzigt u de volumebalans van de subwoofer. ( p. 19)
INLEIDING
5
6
7
@
9
8
7 SURROUND MODE
Hiermee selecteert u de surroundmodus. ( p. 13)
8 STEREO MODE
Hiermee schakelt u de extended stereo-modus beurtelings in en uit. ( p. 13)
9 UNIVOLUME
Hiermee schakelt u de UniVolume-modus in en uit. ( p. 13)
0 VOLUME (+/–)/MUTE
Hiermee bedient u het volume van het systeem. ( p. 12)
A SETUP
Hiermee opent u het instelmenu. ( p. 18)
B
Hiermee schakelt u het systeem in of zet u het in de waakstand. ( p. 12)
7 Nl
Page 8

VOORBEREIDING

Plaatsing

Om de geluidskwaliteit ten volle te ervaren, moet u het systeem correct opstellen en de componenten juist installeren. De volgende illustraties tonen u hoe u het apparaat kunt plaatsen.
Voorbeeld 1: de luidspreker aan de voet van
de televisie plaatsen
2
1
1 Ontvanger met ingebouwde subwoofer
(SR-300)
Opmerkingen
• Plaats dit systeem niet op/onder een ander apparaat zoals een Blu-ray disc-speler. De trillingen van dit systeem kunnen storingen enz. bij andere apparaten veroorzaken.
• Houd voldoende ruimte vrij voor ventilatie aan de voor-, achter- en onderkant (de vastgemaakte voetjes) van dit systeem. Plaats dit systeem niet op een dik tapijt enz.
• Als het beeld op uw CRT-tv-scherm wazig of verstoord wordt, raden we u aan om het systeem uit de buurt van uw tv te plaatsen.
• Geluiden met lage frequenties die door de ontvanger met ingebouwde subwoofer worden geproduceerd, worden mogelijk anders gehoord afhankelijk van de luisterpositie en subwooferlocatie. Verplaats de ontvanger met ingebouwde subwoofer om het gewenste geluid te verkrijgen.
• Afhankelijk van uw installatieomgeving kunnen aansluitingen naar externe apparaten vóór het plaatsen van dit systeem worden gemaakt. We raden u aan om tijdelijk alle apparaten te plaatsen en op te stellen om te beslissen welke procedure het best eerst wordt uitgevoerd.
Voorbeeld 2: de luidspreker aan de muur
bevestigen
2 1
2 Luidspreker (NS-BR300)

De luidspreker plaatsen

U kunt de luidspreker op een rek plaatsen of aan een muur bevestigen. Selecteer een installatiemethode die geschikt is voor uw omgeving.
De luidspreker aan de voet van/onder een televisie plaatsen
Zet de luidspreker op de standaards en
Voorbeeld 1: Met de tv­standaard bevestigd
Voorbeeld 2: Zonder de tv­standaard bevestigd
y
• Gebruik de bijgeleverde standaards zoals weergegeven in Voorbeeld 1 als er zich een obstakel (tv-standaard enz.) onder de luidspreker bevindt.
• Als u de bijgeleverde standaards niet gebruikt, zoals weergegeven in Voorbeeld 2, maakt u de antislipklevers vast aan de onderkant van de luidspreker.
maak deze vast met de bijgeleverde schroeven zoals hieronder weergegeven.
Schroefgaten
Schroefgaten
Opmerking
U kunt de hoogte en breedte waar de standaards moeten worden bevestigd aan de luidspreker aanpassen door andere schroefgaten te kiezen aan de achterkant van de luidspreker. In de bovenstaande illustratie worden de standaards bevestigd aan de onderste en binnenste schroefgaten.
8 Nl
Page 9
De luidspreker aan een muur bevestigen
Plaatsing
De luidspreker installeren met behulp van de spiegaten
U kunt de luidspreker aan een muur bevestigen met in de handel verkrijgbare schroeven (#8, diameter: 7 tot 9 mm).
Bij installatie van de luidspreker aan een muur moet al het installatiewerk worden uitgevoerd door een bevoegde installateur of dealer. De klant mag nooit proberen het installatiewerk zelf uit te voeren. Een onjuiste of gebrekkige installatie kan ervoor zorgen dat de luidspreker valt, met letsels als gevolg.
1 Bevestig het bijgeleverde
installatiesjabloon op een muur en duid de gaten van het installatiesjabloon aan.
Kleefband of duimspijkers
Aanduiding
2 Verwijder het installatiesjabloon en maak
vervolgens de in de handel verkrijgbare schroeven vast op de aanduidingen.
Diameter: 7 tot 9 mm of meer (#8)
De luidspreker installeren met behulp van de schroefgaten
U kunt ook de schroefgaten aan de achterkant van de luidspreker gebruiken om de luidspreker te bevestigen aan een in de handel verkrijgbaar rek enz.
37 mm
Schroef (M6)
256 mm
Schroefgaten
Diepte gat: 14 mm
Diameter: 6 mm
Afstand: 256 mm
14 mm
Min. 7 mm
Rek enz.
Schroefgat
NS-BR300
VOORBEREIDING
4 tot 6 mm
3 Hang de luidspreker op aan de schroeven
met behulp van de spiegaten aan de achterkant van de luidspreker.
Opmerkingen
• Bevestig de luidspreker aan een rek of een muur. Bevestig de luidspreker niet aan een muur die uit zacht materiaal bestaat, zoals pleisterkalk of fineerhout. Hierdoor kan de luidspreker vallen.
• Gebruik in de handel verkrijgbare schroeven die het gewicht van de installatie kunnen ondersteunen.
• Zorg ervoor dat u het opgegeven type schroeven gebruikt om de luidspreker te bevestigen. Als u in plaats van de vermelde schroeven krammen, korte schroeven, spijkers of dubbelzijdige tape gebruikt, kan het centrale systeem vallen.
• Maak bij het bevestigen van de luidspreker de luidsprekerkabels vast zodat deze u niet kunnen hinderen. Als uw voet of hand per ongeluk achter een losse luidsprekerkabel blijft hangen, kan de luidspreker vallen.
• Controleer na het bevestigen van de luidspreker of deze goed is vastgemaakt. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen ten gevolge van een gebrekkige installatie.
9 Nl
Page 10

Aansluiting

• Sluit het netsnoer niet aan tot alle aansluitingen zijn uitgevoerd.
• Oefen geen overmatige druk uit bij het invoeren van de kabelstekker. Dit kan schade veroorzaken aan de kabelstekker en/of de aansluiting.

Overzicht

Volg de onderstaande procedure om de ontvanger met ingebouwde subwoofer en de externe apparaten aan te sluiten.
FM-binnenhuisantenne (bijgeleverd)
y
Als de radiogolfontvangst zwak is in uw regio of als u de radiogolfontvangst wilt verbeteren, raden
Verwijder met een draaiende beweging de isolatie van de kabel.
Plaats de kabels in de aansluitingen en zorg ervoor dat de kleuren van de kabels en de aansluitingen op het achterpaneel overeenstemmen.
wij u aan om een buitenantenne te gebruiken. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of Service Center voor meer informatie.
Zie "Optionele apparatuur gebruiken". ( p. 16)
Bruin Rood Zwart Groen Grijs Wit
Naar stopcontact
y
Sluit het netsnoer van de ontvanger met ingebouwde subwoofer aan nadat u alle aansluitingen hebt uitgevoerd.
Videorecorder enz.
10 Nl
Zie "Een Blu-ray disc-speler of set-top box aansluiten". ( p. 11)
Zie "Een tv aansluiten". ( p. 11)
Page 11
Aansluiting

Een tv aansluiten

Wanneer een dvd-speler enz. aangesloten is op een van de HDMI IN-aansluitingen, sluit u uw tv of videoscherm (projector enz.) aan op de HDMI OUT-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer. Voor het uitvoeren van het geluid van de tv via dit systeem, kunt u kiezen voor optische digitale invoer en verbinding maken met de digitale uitgang.
Tv
VOORBEREIDING
signaalstroom
y
Voor een analoge verbinding sluit u een audiokabel aan op de analoge ingang.

Een Blu-ray disc-speler of set-top box aansluiten

U kunt externe apparaten aansluiten op de HDMI-ingangen. U kunt hiervoor kiezen tussen HDMI IN 1, 2 of 3. Deze drie ingangen hebben dezelfde functie.
Blu-ray disc-speler of
set-top box
11 Nl
Page 12

BASISBEDIENING

Basisbediening voor het afspelen

Volg de onderstaande procedure om de basisbediening voor het afspelen te starten zodra u alle kabels hebt aangesloten en de voorbereiding met de afstandsbediening hebt uitgevoerd.
2 Druk op een van de ingangsknoppen om
1
2
4
een ingangsbron te selecteren.
3 Start de weergave op het geselecteerde
externe apparaat.
Meer informatie over het externe apparaat vindt u in de handleiding van dat apparaat.
4 Druk op VOLUME +/– om het
volumeniveau aan te passen.
y
Om het volume tijdelijk te dempen, drukt u op MUTE. Terwijl de dempingsfunctie actief is, knippert de VOLUME-indicator. Om het volume te herstellen, drukt u nogmaals op MUTE of drukt u op VOLUME +/–.
Opmerking
1 Druk op .
Het systeem wordt ingeschakeld en de STATUS­indicator licht groen op.
y
Dit systeem beschikt over een auto-sleep-functie die automatisch de waakstand activeert als het systeem gedurende 24 uur ingeschakeld blijft zonder dat er een handeling wordt uitgevoerd.
De afstandsbediening gebruiken
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van 6 m vanaf de ontvanger met ingebouwde subwoofer en richt deze naar de afstandsbedieningssensor.
Als het geluid van een HDMI-apparaat wordt uitgevoerd via de tv, wijzigt het volumeniveau niet als u op VOLUME +/– drukt.
Druk nogmaals op om de waakstand te activeren.
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON", licht de STATUS-indicator rood op. Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "OFF", dooft de STATUS-indicator. ( p. 19)
Opmerkingen
• Mors geen vloeistof op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen op een plaats die: – warm of vochtig is, zoals in de buurt van een
verwarming of in een badkamer; – extreem koud is; – stoffig is.
12 Nl
Maximaal 6 m
Page 13

Geluidsmodi gebruiken

STEREO MODE
SURROUND MODE

Surroundmodus

U kunt genieten van realistische geluidseffecten met de exclusieve AIR SURROUND XTREME van Yamaha.
Druk op SURROUND MODE om de surroundmodus in te stellen.
Druk herhaaldelijk op SURROUND MODE tot de gewenste modus wordt weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
Beschrijvingen surroundmodi
MOVIE Deze modus is nuttig als u filminhoud
op media als Blu-ray discs enz. wilt bekijken.
MUSIC Deze modus is nuttig als u
muziekinhoud op media als Blu-ray discs enz. wilt beluisteren.
UNIVOLUME

Stereomodus

Hiermee wordt een uitgebreid geluid gecreëerd voor een bron met 2 kanalen, zoals een cd-speler.
Druk op STEREO MODE om de extended stereo-modus op te roepen.
Telkens wanneer u op STEREO MODE drukt, wordt de functie afwisselend in- (EXTENDED STEREO) en uitgeschakeld (STEREO).
"STEREO": produceert het geluid zonder bijkomende effecten. "EXTENDED STEREO": produceert een breder stereobeeld.
y
• De standaardinstelling is "EXTENDED STEREO".
• Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen.
BASISBEDIENING
SPORTS Deze modus is nuttig als u naar
sportprogramma's of tv-nieuws kijkt.
GAME Deze modus is nuttig als u videogames
speelt.
y
Het systeem onthoudt automatisch de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen. Als u een andere ingang selecteert, roept het systeem automatisch de laatste instellingen op voor de geselecteerde ingang.

UniVolume™

Als u zich stoort aan volumeverschillen tussen verschillende zenders, tv-programma's en reclameboodschappen, kunt u deze functie gebruiken om het volume steeds gelijk te houden.
Druk op UNIVOLUME om deze functie in- of uit te schakelen.
Wanneer UniVolume geactiveerd is, wordt de UNIVOLUME-indicator weergegeven en wordt het tv-volume gebalanceerd.
y
• Het systeem onthoudt de instelling die aan elke ingangsbron is toegewezen.
• Wanneer de ingangsbron DOCK is en UniVolume ingeschakeld is, werkt de versterkingsfunctie voor gecomprimeerde muziek niet (de ENHANCER-indicator verdwijnt).
13 Nl
Page 14

Basisafstemming

Luisteren naar FM-uitzendingen

FM
Hiermee stelt u de invoer in op FM.
MEMORY
Hiermee kunt u voorkeuzezenders handmatig opslaan.
TUNING /
Druk op deze knop om de frequentie met 1 stap te wijzigen of houd deze knop ingedrukt om zenders automatisch te zoeken.
OPTION
Hiermee opent u het OPTION-menu als de invoer is ingesteld op FM.
INFO
Hiermee kunt u de informatie selecteren die wordt weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
PRESET /
Hiermee kunt u de FM­voorkeuzezenders selecteren.
Cursor in het OPTION-menu
RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu of annuleert u de handeling.

Een FM-voorkeuzezender bewerken

Automatische voorkeuze
U kunt tot 40 FM-zenders opslaan (01 tot 40).
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
"AUTO PRESET" wordt eerst weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
2 Druk op (midden).
y
Druk herhaaldelijk op PRESET / om een voorkeuzenummer te selecteren waaronder u de eerste zender wilt opslaan.
Na ongeveer 5 seconden start de automatische voorkeuze-instelling vanaf de laagste frequentie en gaat deze verder door de hogere frequenties. Wanneer de frequentie opgeslagen is, licht de TUNED-indicator op.
Wanneer de automatische voorkeuzeafstemming is voltooid, wordt de melding "Preset Complete" gedurende drie seconden weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel, waarna het apparaat terugkeert naar het OPTION-menu.
y
Wanneer u op RETURN drukt tijdens het automatisch afstemmen, wordt de automatische voorkeuzeafstemming geannuleerd.
Opmerkingen
• Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer worden gewist als u een nieuwe zender onder hetzelfde voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal ontvangen zenders minder dan 40 blijft, stopt de automatische voorkeuzeafstemming automatisch na het zoeken naar alle beschikbare zenders.
• Alleen zenders met een sterk signaal kunnen worden opgeslagen. Stel een zender handmatig in als de gewenste zender niet is opgeslagen of als een zender niet is opgeslagen onder het gewenste voorkeuzenummer. ( p. 15)
14 Nl
Page 15
Luisteren naar FM-uitzendingen
Handmatige zendervoorkeuze
Gebruik deze functie om handmatig van een gewenste zender een voorkeuzezender te maken.
1 Stem af op een radiozender die u als
voorkeuze wilt opslaan.
2 Druk op MEMORY.
"MANUAL PRESET" wordt weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel, gevolgd door het voorkeuzenummer waaronder de zender wordt opgeslagen.
y
Als u MEMORY gedurende meer dan 2 seconden ingedrukt houdt, wordt de zender opgeslagen onder het laagst beschikbare voorkeuzenummer of een voorkeuzenummer hoger dan het laatste voorkeuzenummer.
3 Druk op PRESET / om het
voorkeuzenummer (01 tot 40) te selecteren waaronder u de zender wilt opslaan.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waaronder geen zender is opgeslagen, wordt de EMPTY-indicator weergegeven in het uitleesvenster. Wanneer u een reeds besproken voorkeuzenummer selecteert, wordt de reeds geregistreerde frequentie weergegeven aan de rechterkant van het voorkeuzenummer.
3 Selecteer met / het
voorkeuzenummer van de zender die u wilt wissen en druk op (midden).
De voorkeuzezender die opgeslagen is onder het geselecteerde voorkeuzenummer wordt gewist. Herhaal de bovenstaande stappen als u meer voorkeuzenummers wilt wissen. Druk op OPTION om de handeling te beëindigen.
De mono-ontvangstmodus gebruiken
Wanneer het signaal van de gewenste FM-zender te zwak is, stelt u de ontvangstmodus in op "MONO" om de signaalsterkte te verhogen.
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
2 Geef "STEREO/MONO" weer met en
druk op (midden).
3 Selecteer "MONO" met / om de
ontvangstmodus in te stellen op mono.
Het informatiescherm wijzigen
Telkens u op INFO drukt, wijzigt het informatiescherm als volgt:
BASISBEDIENING
y
Om de registratie te annuleren, drukt u op RETURN op de afstandsbediening of voert u gedurende ongeveer 30 seconden geen handelingen uit op de tuner.
4 Druk nogmaals op MEMORY om de
zender op te slaan.
Een voorkeuzezender wissen
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
2 Geef "CLEAR PRESET" weer met en
druk op (midden).
Het voorkeuzenummer en de frequentie worden weergegeven in het uitleesvenster.
y
U kunt deze handeling annuleren en terugkeren naar het OPTION-menu door te drukken op RETURN op de afstandsbediening.
Alleen voor Europese en Russische modellen
Informatietype
• SURROUND MODE
Geeft de surroundmodus of stereomodus weer.
• FREQUENCY
Geeft de frequentie en het voorkeuzenummer weer.
• PROGRAM SERVICE (PS)
Geeft het ontvangen Radio Data System­programma weer.
• PROGRAM TYPE (PTY)
Geeft het type van het ontvangen Radio Data System-programma weer.
• RADIO TEXT (RT)
Geeft de informatie van het ontvangen Radio Data System-programma weer.
• CLOCK TIME (CT)
Geeft de huidige tijd weer.
15 Nl
Page 16

Optionele apparatuur gebruiken

Dit systeem is uitgerust met een DOCK-aansluiting waarop u een universeel Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar) of een draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) kunt aansluiten om de muziek te kunnen beluisteren die is opgeslagen op een Bluetooth-apparaat (bv. een draagbare muziekspeler of een computer die uitgerust is met een Bluetooth-zender enz.). Sluit dit apparaat aan op de DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer met behulp van de daarvoor bestemde kabel.
y
Wanneer DOCK geselecteerd is als ingangsbron, wordt de versterkingsfunctie voor gecomprimeerde muziek automatisch geactiveerd. Deze functie verbetert de luisterervaring door ontbrekende harmonische elementen in een gecomprimeerde muziekindeling zoals MP3 opnieuw te genereren.

Een station aansluiten

Universeel Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar)
Draadloze Yamaha Bluetooth-audio-
ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar)
Sluit een van deze apparaten aan.

Een iPod™ gebruiken

Wanneer u uw iPod hebt geplaatst in het universele Yamaha iPod-station dat op de DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer is aangesloten, kunt u de gegevens op uw iPod afspelen.
Ondersteunde iPods
iPod (Click and Wheel, inclusief iPod classic) iPod nano iPod mini iPod touch
Oplaadfunctie batterij
Dit systeem laadt de batterij op van een iPod die geplaatst is in het universele Yamaha iPod-station dat is aangesloten op de DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer, zelfs als dit systeem uitgeschakeld is. "Charging" verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
Opmerkingen
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod.
• Voor een volledige lijst van statusberichten die in het uitleesvenster op het voorpaneel verschijnen, raadpleegt u het
onderdeel "iPod" bij "Problemen oplossen" ( p. 24).
• Zet het volume op het minimum voordat u uw iPod in het station plaatst of verwijdert.
• Selecteer DOCK als ingangsbron om een iPod af te spelen.
• Raadpleeg de handleiding van uw universele Yamaha iPod-station voor meer informatie.
16 Nl
Page 17

Bluetooth™-apparaten gebruiken

Optionele apparatuur gebruiken
Koppelen
Over "koppelen"
Een koppeling moet worden uitgevoerd voordat u een Bluetooth-apparaat voor het eerst gebruikt met de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger aangesloten op het systeem of als de geregistreerde koppelingsgegevens werden verwijderd. "Koppelen" verwijst naar het registreren van een Bluetooth-component voor Bluetooth­communicatie.
y
Om veiligheid te verzekeren, wordt een tijdslimiet van 8 minuten ingesteld voor het koppelen. Lees alle instructies en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u begint.
Opmerking
Meer informatie vindt u in de handleiding van de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger.
1 Druk op DOCK om DOCK als invoer te
selecteren.
6 Selecteer de draadloze Yamaha
Bluetooth-audio-ontvanger in de apparaatlijst van het Bluetooth-apparaat en voer vervolgens het wachtwoord "0000" in op het Bluetooth-apparaat.
Een verbinding tot stand brengen
Nadat het koppelen is voltooid, maakt u een verbinding op het systeem of op het Bluetooth­apparaat om de communicatie tussen beide apparaten tot stand te brengen. De verbinding op het systeem kan alleen voor het recentst aangesloten Bluetooth­apparaat worden uitgevoerd.
1 Druk op DOCK om DOCK als invoer te
selecteren.
2 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
"CONNECT" wordt weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
BASISBEDIENING
2 Schakel het Bluetooth-apparaat in dat u
wilt koppelen en open vervolgens de koppelingsmodus.
Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth­apparaat voor meer informatie.
3 Druk op OPTION.
Het OPTION-menu voor de DOCK-invoer wordt weergegeven in het uitleesvenster.
4 Druk op om "PAIRING" te selecteren
en druk op (midden).
"Searching…" wordt weergegeven wanneer het koppelen start. Wanneer de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger zich in de koppelingsmodus bevindt, knippert de DOCK­indicator in het uitleesvenster op het voorpaneel.
y
Druk op RETURN om het koppelen te annuleren.
5 Controleer of het Bluetooth-apparaat de
draadloze Yamaha Bluetooth-audio­ontvanger herkent.
Als de Bluetooth-component de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger herkent, verschijnt de naam van de audio-ontvanger (bv. "YBA-10 YAMAHA") in de apparaatlijst van het Bluetooth-apparaat.
3 Druk op (midden).
"Searching…" wordt weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel. Als het systeem het recentst verbonden Bluetooth-apparaat detecteert, wordt "BT connected" gedurende 3 seconden weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
y
• Als het systeem het recentst verbonden Bluetooth­apparaat niet detecteert, wordt "Not found" weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
• Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een ander Bluetooth-apparaat dan het recentst aangesloten apparaat, maakt u de verbinding vanaf dat Bluetooth-apparaat. Raadpleeg de handleiding van uw Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
Opmerking
Om de draadloze Bluetooth-audio-ontvanger los te koppelen van het Bluetooth-apparaat, roept u het OPTION­menu op, selecteert u "Disconnected" en drukt u op (midden).
17 Nl
Page 18

NUTTIGE BEDIENINGSFUNCTIES

Instelmenu

Overzicht

Overzicht instelmenu
Item Functieomschrijving Pagina
1: SW LEVEL
De volumebalans aanpassen tijdens het afspelen p. 192: CENTER LEVEL
3: SUR. LEVEL
4: TONE BASS
5: TONE TREBLE
6: AUDIO DELAY De audiovertraging aanpassen p. 19
7: HDMI AUDIO De audio-uitvoer instellen p. 19
8: HDMI CONTROL De HDMI-controlefunctie in- of uitschakelen p. 19
9: DISPLAY MODE De helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel wijzigen p. 20
10: SP TYPE De instelling van het luidsprekertype wijzigen p. 20
11: SP DISTANCE De afstand tussen de luidsprekers instellen p. 20
Opmerking
Als voor "SP TYPE" de standaardinstelling is ingesteld ("BAR"), wordt "SP DISTANCE" niet weergegeven.
De hoge/lage frequenties aanpassen (toonregeling) p. 19

Basisprocedure

U kunt verschillende systeeminstellingen wijzigen via het instelmenu.
1 Druk op SETUP om het instelmenu te
openen.
"SW LEVEL" wordt weergegeven in het
1, 4
uitleesvenster op het voorpaneel.
2 Druk op / om menu te selecteren en
druk op (midden).
2, 3
De huidige instelling wordt weergegeven.
18 Nl
3 Druk op / om de waarde voor elk
menu aan te passen.
Houd / ingedrukt om de waardes sneller te wijzigen.
4 Druk nogmaals op SETUP om het
instelmenu te verlaten.
y
Druk nogmaals op RETURN om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking
Als u binnen de 30 seconden na het openen van het instelmenu geen handeling uitvoert, verlaat het systeem automatisch het instelmenu.
Page 19

De volumebalans aanpassen tijdens het afspelen

U kunt de volumebalans van de virtuele luidsprekers en subwoofer aanpassen.
Parameter
"SW LEVEL": past het uitvoerniveau van het subwooferkanaal aan. "CENTER LEVEL": past het uitvoerniveau van het centrale luidsprekerkanaal aan. "SUR. LEVEL": past het uitvoerniveau van de virtuele surround-/achterste surroundluidsprekerkanalen aan.
Instelmenu
Aanpasbaar bereik (standaardinstelling: "AUTO")
"AUTO", 0 tot 240 ms (u kunt de vertragingstijd met 10 ms aanpassen)
* "AUTO": indien uw tv is aangesloten via HDMI met de
functie voor het automatisch aanpassen van de audiovertraging ingeschakeld, wordt de vertraging automatisch aangepast.
Opmerking
Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke ingangsbron zijn toegewezen.

De audio-uitvoer instellen

Aanpasbaar bereik
–6 tot +6 (standaardinstelling: 0)
y
• U kunt het uitvoerniveau van de subwoofer ook aanpassen
door te drukken op SUBWOOFER +/–.
• Als de surroundmodus uitgeschakeld is, zijn de virtuele centrale luidspreker en de virtuele surroundeffecten niet beschikbaar.

De hoge/lage frequenties aanpassen (toonregeling)

U kunt de balans van het hogefrequentiebereik (Treble) en het lagefrequentiebereik (Bass) van geluiden die worden uitgevoerd via de voorluidsprekers aanpassen om de gewenste toon te verkrijgen.
Parameter
"TONE BASS": hiermee kunt u de balans aanpassen van het lagefrequentiebereik (Bass) van geluiden die worden uitgevoerd via de luidspreker. "TONE TREBLE": hiermee kunt u de balans aanpassen van het hogefrequentiebereik (Treble) van geluiden die worden uitgevoerd via de luidspreker.
Aanpasbaar bereik
–6 tot +6 (standaardinstelling: 0)

De audiovertraging aanpassen

U kunt in het instelmenu dit systeem (of een tv die op dit systeem is aangesloten via de HDMI OUT­aansluiting) selecteren voor het voortbrengen van de geluidssignalen die worden ingevoerd via de HDMI IN-aansluiting.
Parameter
"HDMI AUDIO"
Aanpasbare optie (standaardinstelling: "AMP")
"AMP": hiermee worden HDMI-geluidssignalen uitgevoerd via de luidsprekers aangesloten op dit systeem. "TV": hiermee worden HDMI-geluidssignalen uitgevoerd via de luidsprekers van een tv aangesloten op dit systeem. Het geluid van de luidsprekers aangesloten op dit systeem wordt gedempt.
Opmerkingen
• U kunt de volumeniveaus niet wijzigen door te drukken op
VOLUME +/– of MUTE bij uitvoer via de tv.
• U kunt de audio-uitvoer niet wijzigen wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON".

De HDMI™-controlefunctie in- of uitschakelen

U kunt kiezen of u de HDMI-controlefunctie al dan niet gebruikt. Raadpleeg p. 21 voor meer informatie over de HDMI-controlefunctie.
BEDIENINGSFUNCTIES
NUTTIGE
Beelden van een flatscreen-tv worden soms iets na het geluid weergegeven. U kunt deze functie gebruiken om het geluid te vertragen en het te synchroniseren met het videobeeld.
Parameter
"AUDIO DELAY"
Parameter
"HDMI CONTROL"
Aanpasbare optie (standaardinstelling: "OFF")
"ON": hiermee activeert u de HDMI-controlefunctie. "OFF": hiermee deactiveert u de HDMI­controlefunctie.
19 Nl
Page 20
Instelmenu
De helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel
"3CH": voor het aansluiten van een linker- en rechtervoorluidspreker (2 kanalen) en een middenluidspreker.
wijzigen
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel wijzigen. U kunt het uitleesvenster op het voorpaneel ook uitschakelen om een film in een donkerdere omgeving te bekijken.
De helderheid van het voorpaneel wijzigt als volgt:
Parameter
"DISPLAY MODE"
Aanpasbaar bereik (Standaardinstelling: "DIMMER 0")
Helder
Donker
Opmerkingen
• Om "SP TYPE" te activeren, zet u het systeem na het instellen van het luidsprekertype in de waakstand en schakelt u het vervolgens opnieuw in.
• "SP DISTANCE" wordt weergegeven wanneer "2CH" of "3CH" geselecteerd is.

De afstand tussen de luidsprekers instellen

Wanneer u de geschikte parameter selecteert voor de afstand tussen de linker- en rechtervoorluidspreker, kunt u een optimaal surroundeffect bekomen.
Parameter
"SP DISTANCE"
Aanpasbaar bereik
"WIDE": wanneer de afstand tussen de voorluidsprekers meer dan 150 cm bedraagt. "NORMAL": wanneer de afstand tussen de voorluidsprekers tussen 80 en 150 cm bedraagt. "NARROW": wanneer de afstand tussen de voorluidsprekers minder dan 80 cm bedraagt.
* Als u DISPLAY OFF selecteert, wordt het uitleesvenster
op het voorpaneel uitgeschakeld wanneer u het instelmenu verlaat.
Opmerkingen
• Het uitleesvenster op het voorpaneel licht tijdelijk op wanneer een handeling wordt uitgevoerd terwijl de DISPLAY OFF-modus is geselecteerd.
• Alleen de STATUS-indicator blijft branden in de DISPLAY OFF-modus.

De instelling van het luidsprekertype wijzigen

U kunt het luidsprekertype instellen als u luidsprekers wilt toevoegen of wijzigen. Als u alleen de bijgeleverde luidspreker aansluit, hoeft u deze instelling niet te wijzigen.
Parameter
"SP TYPE"
Aanpasbaar bereik (standaardinstelling: "BAR")
"BAR": voor het aansluiten van een luidspreker met een geïntegreerd linker-/rechter-/middenkanaal vooraan (zoals een luidsprekerbalk). "2CH": voor het aansluiten van een linker- en rechtervoorluidspreker (2 kanalen).
Opmerking
Als de surroundmodus uitgeschakeld is, is deze functie niet beschikbaar.
20 Nl
Page 21

De HDMI™-controlefunctie gebruiken

Instelmenu
5 Schakel het HDMI-controleapparaat in
(Blu-ray disc- of dvd-speler) dat is aangesloten op dit systeem.
U kunt de volgende functies van dit systeem bedienen met de afstandsbediening van uw tv wanneer de tv (compatibel met de HDMI-controlefunctie) aangesloten is op de HDMI OUT-aansluiting van dit systeem.
• Het systeem inschakelen of de waakstand activeren
(samen met de tv)
• Het volume regelen
• Een apparaat selecteren voor het uitvoeren van de
tv-geluiden (dit apparaat of de tv)
y
• Zelfs als uw tv de HDMI-controlefunctie ondersteunt, is het mogelijk dat sommige functies niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de handleiding van uw tv voor meer informatie.
• Als u dit systeem en een Blu-ray disc-speler of een dvd­speler (compatibel met de HDMI-controlefunctie) met elkaar verbindt via HDMI, kunt u die apparaten eveneens bedienen met de HDMI-controlefunctie. Raadpleeg de handleiding van elk apparaat voor meer informatie.
• Wij raden u aan producten (tv, Blu-ray disc-speler, dvd­speler enz.) te gebruiken van dezelfde fabrikant.
• Apparaten die compatibel zijn met de HDMI­controlefunctie zijn ondermeer tv's, dvd-spelers/-recorders en Blu-ray disc-spelers die compatibel zijn met Panasonic VIERA Link.
• Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON" kunnen handelingen op de tv (bv. het kanaal wijzigen enz.) wijzigingen teweegbrengen in de systeeminstellingen, zoals de surroundmodus.
(Stappen 1 tot 3 zijn vereist voor het instellen van de HDMI-controlefunctie.)
1 Schakel alle apparaten in die op dit
systeem zijn aangesloten via HDMI.
6 Selecteer het HDMI-controleapparaat
(Blu-ray disc- of dvd-speler) als ingangsbron voor dit systeem om de video-invoer te controleren.
7 Ga na of de HDMI-controlefunctie werkt
(schakel dit systeem in of pas het volumeniveau aan met de afstandsbediening van de tv).
Opmerking
Controleer het volgende als de HDMI-controlefunctie niet werkt. Dit probleem kan mogelijk ook worden opgelost door te tv uit te schakelen (de stekker uittrekken) en daarna weer in te schakelen (de stekker opnieuw aansluiten).
– De tv is aangesloten op de HDMI OUT-aansluiting van
dit systeem.
– "HDMI CONTROL" is ingesteld op "ON" voor dit
systeem.
– De HDMI-controlefunctie is ingeschakeld op de tv.
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON", is het systeem nooit volledig uitgeschakeld (zelfs niet als u op drukt) en wordt het signaal tussen de HDMI-ingang en de HDMI-uitgang uitgevoerd.
y
• De STATUS-indicator in het uitleesvenster op het voorpaneel licht rood op wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON" en de waakstand geactiveerd is.
• Voor u op drukt, selecteert u de gewenste invoerbronnen die aangesloten zijn op een HDMI­ingang (HDMI IN 1 tot 3).
BEDIENINGSFUNCTIES
NUTTIGE
2 Activeer de HDMI-controlefunctie op elk
apparaat.
Zet voor dit systeem "HDMI CONTROL" op "ON" ( p. 19). Raadpleeg voor externe apparaten de handleiding van elk apparaat.
3 Schakel de tv uit en daarna weer in.
(Stappen 4 tot 6 zijn vereist om de tv gekoppelde apparaten te laten detecteren. Als de verbindingen of de apparaten worden gewijzigd, dient u deze stappen opnieuw uit te voeren.)
4 Selecteer dit systeem als ingangsbron
voor de tv.
21 Nl
Page 22

EXTRA INFORMATIE

Extra informatie

Problemen oplossen

Controleer de volgende items als er een probleem is met het systeem. Schakel het systeem uit, trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of Service Center als u het probleem niet kunt oplossen met de volgende methodes of als een probleem hieronder niet vermeld staat.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt ingeschakeld maar wordt onmiddellijk terug uitgeschakeld.
De luidsprekers produceren geen geluid.
Het geluid is te stil aan een kant.
Zie
pagina
Het netsnoer is mogelijk verkeerd aangesloten.
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk voor kortsluiting.
Dit systeem heeft mogelijk een zware elektrische schok gekregen, bijvoorbeeld van een blikseminslag of overmatige statische elektriciteit.
Het volume staat mogelijk op het minimumniveau.
De dempingsfunctie is mogelijk actief. Schakel de dempingsfunctie uit. 12
De ingangsbron of instelling van de ingang is mogelijk foutief.
De kabels zijn mogelijk verkeerd aangesloten.
"HDMI AUDIO" is ingesteld op "TV" in het instelmenu.
De kabels zijn mogelijk verkeerd aangesloten.
Zorg ervoor dat het netsnoer stevig in het stopcontact is gestoken.
Controleer of alle luidsprekerkabels correct zijn aangesloten.
Zet het systeem in de waakstand en koppel vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel vervolgens het systeem opnieuw in.
Wijzig de volumebalans.
Selecteer de juiste ingangsbron of ­instelling.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
Zet "HDMI AUDIO" op "AMP" in het instelmenu.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
10
10
12
12, 19
12
10
19
10
De luidsprekerkanalen maken geen geluid met uitzondering van de voorste.
De subwoofer produceert geen geluid.
Het volumeniveau wordt verlaagd zonder dat u een handeling uitvoert.
De geluidskwaliteit is slecht (ruis).
Het systeem werkt niet correct.
Een digitaal apparaat of apparaat met hoge frequentie produceert geluiden.
U luistert mogelijk naar stereogeluiden zonder surroundmodus.
"SUR. LEVEL" is ingesteld op het minimumniveau in het instelmenu.
Het volume van het subwooferkanaal is mogelijk ingesteld op het minimumniveau.
De bron bevat geen lagefrequentiesignalen.
U hebt het systeem uitgeschakeld bij een volumeniveau van meer dan 70.
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk voor kortsluiting.
Het systeem werd mogelijk blootgesteld aan een zware elektrische schok, bijvoorbeeld van een blikseminslag of overmatige statische elektriciteit, of aan een daling van de stroomtoevoer.
Het systeem werd mogelijk in de buurt van digitale apparatuur of apparatuur met hoge frequentie geplaatst.
Druk op een surroundmodusknop om het geluidsveldeffect in te schakelen.
Pas "SUR. LEVEL" aan in het instelmenu.
Pas het volumeniveau van de subwoofer aan.
Het volumeniveau wordt automatisch op 70 ingesteld wanneer u het systeem opnieuw inschakelt om de luidsprekers te beschermen.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
Zet het systeem in de waakstand en koppel vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer 30 seconden, sluit het netsnoer aan en schakel vervolgens het systeem opnieuw in.
Plaats dit systeem uit de buurt van dergelijke apparatuur.
13
19
7, 19
10
12
22 Nl
Page 23
Extra informatie
Probleem Oorzaak Oplossing
De systeeminstellingen wijzigen automatisch.
De afstandsbediening bedient het systeem niet.
HDMI
Probleem Oorzaak Oplossing
"AUTO" ingesteld bij "AUDIO DELAY" in het instelmenu functioneert niet.
Zie
pagina
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON" kunnen handelingen op de tv (bv. het kanaal wijzigen enz.) wijzigingen teweegbrengen in de systeeminstellingen, zoals de surroundmodus.
Het systeem is mogelijk buiten het bereik van de afstandsbediening.
De afstandsbedieningssensor van dit systeem wordt mogelijk blootgesteld aan direct zonlicht of belichting.
De batterijen zijn mogelijk leeg. Vervang de batterijen. 4
Stel "HDMI CONTROL" in op "OFF" of stel het systeem opnieuw in met de afstandsbediening ervan.
Voor meer informatie over het bereik van de afstandsbediening, raadpleegt u "De afstandsbediening gebruiken".
Wijzig de belichting.
Zie
pagina
De tv ondersteunt een automatische aanpassing van de audiovertraging niet.
Pas de vertraging handmatig aan (0 tot 240 ms).
21
12
19
De HDMI­controlefunctie werkt niet correct.
Er is geen beeld of geluid.
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
De FM-stereo­ontvangst bevat ruis.
Er zijn storingen en een zuivere ontvangst lukt niet, zelfs niet met een goede FM-antenne.
Er kan niet op de gewenste zender worden afgestemd met de automatische afstemmingsmethode.
Er zijn te veel HDMI-apparaten aangesloten.
Het aangesloten HDMI-apparaat ondersteunt HDCP (High-bandwidth Digital Copyright Protection) niet.
De eigenschappen van FM-stereo­uitzendingen veroorzaken dit probleem mogelijk wanneer de zender te ver weg ligt of de antenne van slechte kwaliteit is.
Er doet zich multipadinterferentie voor.
Het signaal is te zwak. Gebruik een directionele FM-antenne van
Koppel enkele HDMI-apparaten los.
Sluit een HDMI-apparaat aan dat HDCP ondersteunt.
Controleer de antenneverbindingen. 10
Probeer een directionele FM-antenne van hoge kwaliteit.
Stel de ontvangstmodus in op "MONO". 15
Pas de positie van de antenne aan om de multipadinterferentie te elimineren.
hoge kwaliteit.
Stel de ontvangstmodus in op "MONO" en druk op TUNING / om de frequentie met 1 stap te wijzigen.
Zie
pagina
14, 15
INFORMATIE
EXTRA
23 Nl
Page 24
Extra informatie
iPod
Statusbericht Oorzaak Oplossing
Unknown iPod
iPod connected
Disconnected
Charging
De gebruikte iPod wordt niet door dit systeem ondersteund.
Uw iPod is correct geplaatst op het universele Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten, en de verbinding tussen uw iPod en dit systeem is voltooid.
Uw iPod werd verwijderd uit het universele Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten.
Uw iPod wordt opgeladen.
Alleen iPod (Click and Wheel, inclusief iPod classic), iPod nano, iPod mini en iPod touch worden ondersteund.
Plaats uw iPod terug op het universele Yamaha iPod-station (YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting van dit systeem is aangesloten.
Bluetooth
Statusbericht Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
16
Zie
pagina
Searching...
Completed
Canceled
Not found
BT Connected
Disconnected
De draadloze Yamaha Bluetooth­audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat worden gekoppeld.
De draadloze Yamaha Bluetooth­audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat worden verbonden.
De koppeling is voltooid.
De koppeling is geannuleerd.
Het systeem kan het Bluetooth­apparaat niet vinden tijdens het koppelen of verbinden met het Bluetooth-apparaat.
De verbinding tussen de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat is ingesteld.
Het Bluetooth-apparaat is losgekoppeld van de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar).
Not Available
24 Nl
De koppeling wordt uitgevoerd wanneer de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA­10, apart verkrijgbaar) aangesloten is op een Bluetooth-apparaat.
Voer de koppeling uit wanneer de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) niet aangesloten is op het Bluetooth-apparaat.
17
Page 25

Woordenlijst

Extra informatie
AIR SURROUND XTREME
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die het mogelijk maken om 7-kanaals­surroundgeluid te bereiken met alleen voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen.
Normaal zijn twee voorluidsprekers, een centrale luidspreker, twee surroundluidsprekers en een subwoofer nodig om naar 5.1-kanaals-surroundgeluid te luisteren.
Typisch 5.1-kanaals-luidsprekersysteem
Voorluidsprekers
Subwoofer
Middenluidspreker
Surroundluidsprekers
Virtueel 7.1-kanaalsgeluid
Dankzij de AIR SURROUND XTREME-technologie, die alleen gebruik maakt van voorluidsprekers en de subwoofer, kunt u naar een realistisch 7.1­kanaalsgeluid luisteren door simulatie van virtuele luidsprekers in het midden, de surround en de surroundachterzijden.
Het geluidsbeeld van het systeem
Bemonsteringsfrequentie
Het aantal samples (proces voor het digitaliseren van analoge signalen) per seconde. In principe, hoe hoger de bemonsteringssnelheid, hoe breder het frequentiebereik dat kan worden weergegeven, en hoe hoger de gekwantificeerde bitsnelheid, hoe fijner het geluid dat kan worden weergegeven.
Deep Color
Deep Color verwijst naar het gebruik van verschillende kleurdieptes in weergaves, meer dan de 24-bitsdiepte bij vorige versies van de HDMI­specificatie. Deze extra bitdiepte stelt HDTV's en andere schermen in staat om in plaats van miljoenen kleuren miljarden kleuren te gebruiken en het kleurverloop op het scherm weg te werken voor vlotte toonovergangen en subtiele gradaties tussen de kleuren. Dankzij de verhoogde contrastverhouding kunnen veel meer grijstinten worden weergegeven tussen zwart en wit. Deep Color verhoogt eveneens het aantal beschikbare kleuren binnen de grenzen van het RGB- of YCbCr-kleurenbereik.
Dolby Digital
Een digitaal surroundgeluidssysteem dat werd ontworpen door Dolby Laboratories en dat volledig onafhankelijke multikanaalsgeluiden verschaft. Met 3 kanalen vooraan (links, midden en rechts) en 2 surroundstereokanalen, biedt Dolby Digital vijf audiokanalen met een volledig bereik. Met een extra kanaal specifiek voor baseffecten (LFE genaamd of Low Frequency Effect), beschikt het systeem over een totaal van 5.1 kanalen (LFE telt als 0.1 kanaal). Door 2-kanaals-stereogeluid te gebruiken voor de surroundluidsprekers, zijn nauwkeurigere bewegende geluidseffecten en surroundgeluidsomgevingen mogelijk dan met Dolby Surround.
INFORMATIE
EXTRA
Het systeem creëert het virtueel 7.1-kanaals-surroundgeluid met de ontvanger met ingebouwde subwoofer en de luidspreker.
C: middenluidspreker FR, FL: voorluidsprekers SW: subwoofer SR, SL: virtuele surroundluidsprekers SBR, SBL: virtuele surroundachterluidsprekers
Dolby Pro Logic II
Dit is een verbeterde matrixdecodeertechnologie die een beter ruimtelijk en directioneel gevoel biedt voor Dolby Surround-geprogrammeerd materiaal. Deze technologie creëert een overtuigend driedimensionaal geluidsveld voor traditionele stereomuziekopnames en is de uitgelezen oplossing om de surroundervaring nog intenser te maken. Terwijl conventionele surroundprogrammering volledig compatibel is met Dolby Pro Logic II-decoders, kunnen soundtracks specifiek worden gedecodeerd om volledig te kunnen profiteren van Pro Logic II-weergave, inclusief linker­en rechtersurroundkanalen.
25 Nl
Page 26
Extra informatie
DTS
Een digitaal surroundgeluidssysteem ontwikkeld door DTS Inc. dat 5.1-kanaalsgeluid biedt. Met een overvloed aan audiogegevens is het mogelijk om authentiek klinkende effecten te voorzien.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste niet-gecomprimeerde, volledig digitale audio-/ video-interface die door de industrie wordt ondersteund. HDMI biedt een interface tussen om het even welke bron (bv. een set-top box of een AV­ontvanger) en een audio-/videoscherm (zoals een digitale televisie) en ondersteunt standaard-, verbeterde of HD-video evenals digitaal multikanaalsgeluid via een enkele kabel. HDMI verstuurt alle ATSC HDTV-standaards en ondersteunt digitaal 8-kanaalsgeluid, en heeft nog extra vrije bandbreedte voor toekomstige verbeteringen en vereisten. Wanneer dit wordt gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een beveiligde audio-/video­interface die voldoet aan de veiligheidsvereisten van content providers en systeembeheerders. Meer informatie over HDMI vindt u op de website "http://www.hdmi.org/".
Kanaal (kan.)
Een kanaal is een audiotype dat op basis van bereik en andere eigenschappen werd opgedeeld. Bv. 7.1-kanaals
• Voorluidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
• Middenluidspreker (1 kan.)
• Surroundluidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
• Surroundachterluidsprekers, links (1 kan.), rechts (1 kan.)
• Subwoofer (1 kan. × 0.1
* In tegenstelling tot een volledige 1-kanaalsband gaat het
hier om een apparaat dat werd ontworpen om de lage frequenties te versterken voor extra effect.
*
= 0.1 kan.)
PCM (Pulse Code Modulation)
Een signaal dat wordt omgezet naar digitaal formaat zonder compressie. Een cd wordt opgenomen met 16­bits-geluid aan 44,1 kHz, terwijl dvd-opnames variëren tussen 16 bits aan 48 kHz tot 24 bits aan 192 kHz, waardoor de kwaliteit beter is dan bij de cd.
x.v.Color
Een kleurenbereik dat wordt ondersteund door HDMI versie 1.3. Dit is een uitgebreider kleurenbereik dan sRGB waarmee heel wat nieuwe kleuren kunnen worden weergegeven. "x.v.Color" blijft compatibel met de kleuren van sRGB-standaards maar verruimt daarnaast het kleurenbereik en kan dus op die manier levendigere, natuurlijkere beelden produceren. Deze technologie is vooral doeltreffend voor stilstaande beelden en computergraphics.
26 Nl
Page 27

Specificaties

Extra informatie
SR-300
AUDIO-ONDERDEEL
• Minimaal RMS-uitgangsvermogen
Links- en rechtsvoor (1 kHz, 1% THD, 6 Ω)
.............................................................. 45 W + 45 W
Midden (1 kHz, 1% THD, 6 Ω) ........................ 45 W
Subwoofer (100 Hz, 1% THD, 3 Ω) ................. 90 W
• Maximaal vermogen
Links- en rechtsvoor (1 kHz, 10% THD, 6 Ω)
.............................................................. 50 W + 50 W
Midden (1 kHz, 10% THD, 6 Ω) ...................... 50 W
Subwoofer (100 Hz, 10% THD, 3 Ω) ............. 100 W
FM-ONDERDEEL
• Afstemmingsbereik
[Modellen voor VS en Canada]
.....................................................87,5 tot 107,9 MHz
[Andere modellen] ..................87,50 tot 108,00 MHz
• Frequentiestap
[Modellen voor VS en Canada] ....................200 kHz
[Andere modellen] ..........................................50 kHz
Antenne-ingang (ongebalanceerd) ..................... 75 Ω
SUBWOOFERONDERDEEL
• Type .................................................Bass reflex-type
Zonder magnetische afscherming
• Driver .....................................................13 cm conus
• Frequentiebereik..............................35 Hz tot 150 Hz
• Impedantie............................................................ 3 Ω
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor VS en Canada] ..... AC 120 V, 60 Hz
[Andere modellen]...........AC 220 - 240 V, 50/60 Hz
• Stroomverbruik ..................................................35 W
• Stroomverbruik in waakstand
[Modellen voor VS en Canada].....minder dan 0,4 W
[Andere modellen].........................minder dan 0,5 W
• Afmetingen (B × H × D)...........435 × 151 × 361 mm
• Gewicht.............................................................8,6 kg
NS-BR300
• Type .......................Type met akoestische ophanging
Zonder magnetische afscherming
• Driver (volledig bereik) .............4 × 10 cm conus × 3
• Frequentiebereik ...........................150 Hz tot 20 kHz
• Impedantie ........................................................... 6 Ω
• Afmetingen (B × H × D)
NS-BR300.....................................800 × 50 × 70 mm
Standaard ........................................45 × 70 × 88 mm
• Gewicht.............................................................1,5 kg
* Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die het mogelijk maken om 7-kanaals surroud-geluid te bereiken met slechts twee voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" en "DTS Digital Surround" zijn gedeponeerde
handelsmerken van DTS, Inc.
iPod™
"iPod" is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt door Yamaha gebruikt volgens een licentieovereenkomst.
"HDMI", het "HDMI"-logo en "High-Definition Multimedia
Interface van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
"x.v.Color" is een handelsmerk van Sony Corporation.
"UniVolume" is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
" zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
INFORMATIE
EXTRA
27 Nl
Page 28
Extra informatie

Beschikbare signaalinformatie

Compatibiliteit HDMI-signaal
Audiosignalen
Audiosignaaltypes Audiosignaalformaten Compatibele media
2-kanaals Linear PCM 2-kanaals, 32 - 96 kHz, 16/20/24 bit Cd, dvd-video, dvd-audio enz.
Multikanaals Linear PCM 8-kanaals, 32 - 96 kHz, 16/20/24 bit Dvd-audio, Blu-ray disc, HD-dvd enz.
Bitstream Dolby Digital, DTS Dvd-video enz.
y
• Raadpleeg de handleiding van het ingangsbronapparaat en stel het apparaat correct in.
• Wanneer een dvd-audio beschermd door CPPM wordt afgespeeld, is het mogelijk dat video- en audiosignalen niet worden uitgevoerd, afhankelijk van het type dvd-speler.
• Dit apparaat is niet compatibel met HDCP-incompatibele HDMI- of DVI-apparaten.
• Om audiobitstreamsignalen te decoderen op dit systeem, stelt u het ingangsbronapparaat correct in zodat het apparaat de audiobitstreamsignalen rechtstreeks uitvoert (de bitstreamsignalen worden niet gedecodeerd op het apparaat). Raadpleeg de bijgeleverde handleidingen voor meer informatie.
Videosignalen
Dit apparaat is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
• 480i/60 Hz
• 576i/50 Hz
• 480p/60 Hz
• 576p/50 Hz
• 720p/60 Hz, 50 Hz
• 1080i/60 Hz, 50 Hz
• 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24 Hz
28 Nl
Page 29
YC173A0/OMNL1
Loading...