Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding
zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een
veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt
opzoeken.
2 Plaats dit geluidssysteem op een goed verluchte, koele,
droge, nette plaats - niet in direct zonlicht of in de buurt
van warmtebronnen, noch op plaatsen die onderhevig
zijn aan trillingen, stof, vocht en/of koude. Voorzie voor
een goede ventilatie minimaal de volgende ruimte rond
het apparaat:
Boven: 5 cm
Achter: 5 cm
Zijkanten: 5 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend
gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats
het toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin
het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot
elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of
persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan
druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de
volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel
kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel
kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit
toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof
daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn
enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de
temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit
leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als
alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan
leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u
aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage.
Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan
aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade
aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade
veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander
voltage dan aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend
Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het
toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de
behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het
stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk "Problemen oplossen" over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect
vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op te drukken om
dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het
stopcontact te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op
een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte,
zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Installatie van het toestel op een veilige plaats is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. Yamaha kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen
veroorzaakt door onjuiste plaatsing of installatie van de
luidsprekers.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT
OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact,
is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet
wanneer u het toestel uitschakelt met . In deze
staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
2 Nl
Page 3
Inhoud
INLEIDINGVOORBEREIDINGBASISBEDIENING
INLEIDING
Aan de slag..........................................................4
• In deze gebruiksaanwijzing worden handelingen die kunnen worden uitgevoerd met de knoppen op het
voorpaneel of de afstandsbediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening.
• y wijst op een tip voor de bediening. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over veiligheid en
bedieningsinstructies.
• Deze gebruiksaanwijzing wordt vóór de productie opgemaakt. Ontwerp en specificaties zijn onderhevig aan
wijzigingen als gevolg van verbeteringen, enz. Bij verschillen tussen de gebruiksaanwijzing en het product
krijgt het product voorrang.
INFORMATIE
EXTRA
3 Nl
Page 4
INLEIDING
Aan de slag
Bijgeleverde onderdelen
Dit product bevat de volgende items. Controleer of u de volgende items hebt ontvangen voordat u aansluitingen
maakt.
■ Apparaten
Ontvanger met ingebouwde subwoofer (SR-300)Luidspreker (NS-BR300)
• Als de afstand waarbinnen de afstandsbediening efficiënt werkt aanzienlijk afneemt,
dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen.
• Gebruik hiervoor geen oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen (bijvoorbeeld alkaline en mangaan) samen.
Hun prestaties zullen variëren, zelfs als ze dezelfde vorm hebben.
• Als de batterijen leeg zijn, dient u deze onmiddellijk uit de afstandsbediening te
verwijderen om een ontploffing of lekkend zuur te vermijden.
• Werp batterijen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.
• Werp een batterij onmiddellijk weg als deze begint te lekken. Let erop dat er geen
batterijzuur in contact komt met uw huid of kledij. Veeg het vak schoon voordat u
nieuwe batterijen plaatst.
Page 5
Aan de slag
Bedieningselementen en functies
■ Voorpaneel van de ontvanger met ingebouwde subwoofer
12 3456
1
Schakelt het systeem in of activeert de waakstand.
(☞ p. 12)
Opmerking
Een kleine hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt
om het infraroodsignaal van de afstandsbediening te
ontvangen, zelfs wanneer het systeem in de waakstand
staat.
3 INPUT
Selecteert een ingangsbron waarnaar u wilt
luisteren. (☞ p. 12)
4 VOLUME –/+
Bepaalt het volume van het systeem. (☞ p. 12)
5 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt infraroodsignalen van de
afstandsbediening. (☞ p. 7, 10)
INLEIDING
2 STATUS-indicator
Licht op om de activiteit van het systeem aan te
duiden. (☞ p. 12)
6 Uitleesvenster op het voorpaneel
Toont informatie over de bedieningsstatus van het
systeem. (☞ p. 12)
■ Achterpaneel van de ontvanger met ingebouwde subwoofer
76543
12
1 Netsnoer
Voor het aansluiten op een stopcontact. (☞ p. 10)
2 HDMI IN 1 - 3/HDMI OUT
• Gebruik HDMI IN 1 - 3 voor het aansluiten
van externe apparaten die compatibel zijn met
HDMI. (☞ p. 11)
• Gebruik HDMI OUT voor het aansluiten van
een tv die compatibel is met HDMI. (☞ p. 11)
3 DIGITAL IN-aansluiting
Voor het aansluiten van een optische digitale kabel
op de tv. (☞ p. 11)
4 ANALOG INPUT-aansluiting
Voor het aansluiten van een analoge audiokabel op
een extern apparaat. (☞ p. 10)
5 DOCK-aansluiting
Voor het aansluiten van een optioneel universeel
Yamaha iPod-station (bv. YDS-11, apart
verkrijgbaar) of een draadloze Bluetooth-audioontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar).
(☞ p. 16)
6 ANTENNA-aansluiting
Voor het aansluiten van de bijgeleverde FMantenne. (☞ p. 10)
7 SPEAKERS-aansluiting
Voor het aansluiten van luidsprekers. (☞ p. 10)
5 Nl
Page 6
Aan de slag
■ Uitleesvenster op het voorpaneel van de ontvanger met
ingebouwde subwoofer
1234
8
7
6
1 HDMI-indicator
Licht op bij normale communicatie wanneer
HDMI geselecteerd is als ingangsbron.
2 Tuner-indicators
TUNED-indicator
Licht op wanneer het systeem een zender ontvangt.
(☞ p. 14)
STEREO-indicator
Licht op wanneer het systeem in de automatische
afstemmingsmodus een sterk signaal ontvangt van
een FM-zender die in stereo uitzendt. (☞ p. 14)
AUTO-indicator
Knippert wanneer het systeem automatisch afstemt
op een zender. (☞ p. 14)
MEMORY-indicator
Knippert wanneer het systeem een zender opslaat.
(☞ p. 14, 15)
EMPTY-indicator
Licht op wanneer het gekozen voorkeuzenummer
leeg is. (☞ p. 15)
PS/PTY/RT/CT-indicator (alleen voor
Europese en Russische modellen)
Licht op naargelang de beschikbare Radio Data
System-informatie. (☞ p. 15)
3 Decoder-indicatoren
De respectieve indicator licht op wanneer een
decoder van het systeem wordt geactiveerd.
5
4 DOCK-indicator
• Licht op wanneer het systeem een signaal
ontvangt van een iPod die geplaatst is in het
universele Yamaha iPod-station (bv. YDS-11,
apart verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting
van de ontvanger met ingebouwde subwoofer is
aangesloten. (☞ p. 16)
• Licht op wanneer de draadloze Yamaha
Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart
verkrijgbaar) aangesloten is op een Bluetoothapparaat. (☞ p. 17)
• Knippert wanneer de aangesloten draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA10, apart verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat
worden gekoppeld (☞ p. 17) of wanneer de
draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger
naar het Bluetooth-apparaat zoekt. (☞ p. 17)
5 VOLUME-indicator
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
• Knippert wanneer de dempingsfunctie actief is.
(☞ p. 12)
6 Multi-informatiescherm
Toont de geselecteerde ingangsbron, de huidige
geluidsmodus en andere informatie.
7 ENHANCER-indicator
Licht op wanneer de versterkingsfunctie voor
gecomprimeerde muziek geactiveerd is. (☞ p. 16)
8 UNIVOLUME-indicator
Licht op wanneer de UniVolume-modus
geselecteerd is. (☞ p. 13)
6 Nl
Page 7
Aan de slag
■ Afstandsbediening
Infraroodsignaalzender
1
2
3
4
B
A
1 Invoerknoppen
Hiermee selecteert u een ingangsbron waarnaar u
wilt luisteren. (☞ p. 12)
2 MEMORY, TUNING /, PRESET /,
INFO
Hiermee bedient u een FM-tuner. (☞ p. 14)
3 OPTION
Hiermee opent u het OPTION-menu wanneer u de
FM-functie of een Bluetooth-apparaat gebruikt.
(☞ p. 14, 17)
4 (MENU) / () / () / () /
(Center)
• Hiermee wijzigt u een instelling.
• Hiermee bedient u een iPod. (☞ p. 16)
S / T: hiermee bedient u het iPod-wiel.
5 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu of
annuleert u de voorkeuzeregistratie/koppeling.
6 SUBWOOFER (+/–)
Hiermee wijzigt u de volumebalans van de
subwoofer. (☞ p. 19)
INLEIDING
5
6
7
@
9
8
7 SURROUND MODE
Hiermee selecteert u de surroundmodus.
(☞ p. 13)
8 STEREO MODE
Hiermee schakelt u de extended stereo-modus
beurtelings in en uit. (☞ p. 13)
9 UNIVOLUME
Hiermee schakelt u de UniVolume-modus in en uit.
(☞ p. 13)
0 VOLUME (+/–)/MUTE
Hiermee bedient u het volume van het systeem.
(☞ p. 12)
A SETUP
Hiermee opent u het instelmenu. (☞ p. 18)
B
Hiermee schakelt u het systeem in of zet u het in de
waakstand. (☞ p. 12)
7 Nl
Page 8
VOORBEREIDING
Plaatsing
Om de geluidskwaliteit ten volle te ervaren, moet u het systeem correct opstellen en de componenten juist
installeren. De volgende illustraties tonen u hoe u het apparaat kunt plaatsen.
Voorbeeld 1: de luidspreker aan de voet van
de televisie plaatsen
2
1
1 Ontvanger met ingebouwde subwoofer
(SR-300)
Opmerkingen
• Plaats dit systeem niet op/onder een ander apparaat zoals een Blu-ray disc-speler. De trillingen van dit systeem kunnen
storingen enz. bij andere apparaten veroorzaken.
• Houd voldoende ruimte vrij voor ventilatie aan de voor-, achter- en onderkant (de vastgemaakte voetjes) van dit systeem.
Plaats dit systeem niet op een dik tapijt enz.
• Als het beeld op uw CRT-tv-scherm wazig of verstoord wordt, raden we u aan om het systeem uit de buurt van uw tv te
plaatsen.
• Geluiden met lage frequenties die door de ontvanger met ingebouwde subwoofer worden geproduceerd, worden mogelijk
anders gehoord afhankelijk van de luisterpositie en subwooferlocatie. Verplaats de ontvanger met ingebouwde subwoofer
om het gewenste geluid te verkrijgen.
• Afhankelijk van uw installatieomgeving kunnen aansluitingen naar externe apparaten vóór het plaatsen van dit systeem
worden gemaakt. We raden u aan om tijdelijk alle apparaten te plaatsen en op te stellen om te beslissen welke procedure het
best eerst wordt uitgevoerd.
Voorbeeld 2: de luidspreker aan de muur
bevestigen
2
1
2 Luidspreker (NS-BR300)
De luidspreker plaatsen
U kunt de luidspreker op een rek plaatsen of aan een muur bevestigen. Selecteer een installatiemethode die
geschikt is voor uw omgeving.
■ De luidspreker aan de voet van/onder een televisie plaatsen
Zet de luidspreker op de standaards en
Voorbeeld 1:
Met de tvstandaard
bevestigd
Voorbeeld 2:
Zonder de tvstandaard
bevestigd
y
• Gebruik de bijgeleverde standaards zoals weergegeven in
Voorbeeld 1 als er zich een obstakel (tv-standaard enz.)
onder de luidspreker bevindt.
• Als u de bijgeleverde standaards niet gebruikt, zoals
weergegeven in Voorbeeld 2, maakt u de antislipklevers
vast aan de onderkant van de luidspreker.
maak deze vast met de bijgeleverde
schroeven zoals hieronder weergegeven.
Schroefgaten
Schroefgaten
Opmerking
U kunt de hoogte en breedte waar de standaards
moeten worden bevestigd aan de luidspreker
aanpassen door andere schroefgaten te kiezen aan de
achterkant van de luidspreker.
In de bovenstaande illustratie worden de standaards
bevestigd aan de onderste en binnenste schroefgaten.
8 Nl
Page 9
■ De luidspreker aan een muur bevestigen
Plaatsing
De luidspreker installeren met behulp van
de spiegaten
U kunt de luidspreker aan een muur bevestigen met in
de handel verkrijgbare schroeven (#8, diameter: 7 tot 9
mm).
Bij installatie van de luidspreker aan een muur
moet al het installatiewerk worden uitgevoerd
door een bevoegde installateur of dealer. De
klant mag nooit proberen het installatiewerk zelf
uit te voeren. Een onjuiste of gebrekkige
installatie kan ervoor zorgen dat de luidspreker
valt, met letsels als gevolg.
1 Bevestig het bijgeleverde
installatiesjabloon op een muur en duid
de gaten van het installatiesjabloon aan.
Kleefband of duimspijkers
Aanduiding
2 Verwijder het installatiesjabloon en maak
vervolgens de in de handel verkrijgbare
schroeven vast op de aanduidingen.
Diameter:
7 tot 9 mm of
meer (#8)
De luidspreker installeren met behulp van
de schroefgaten
U kunt ook de schroefgaten aan de achterkant van de
luidspreker gebruiken om de luidspreker te bevestigen
aan een in de handel verkrijgbaar rek enz.
37 mm
Schroef
(M6)
256 mm
Schroefgaten
Diepte gat: 14 mm
Diameter: 6 mm
Afstand: 256 mm
14 mm
Min. 7 mm
Rek enz.
Schroefgat
NS-BR300
VOORBEREIDING
4 tot 6 mm
3 Hang de luidspreker op aan de schroeven
met behulp van de spiegaten aan de
achterkant van de luidspreker.
Opmerkingen
• Bevestig de luidspreker aan een rek of een muur. Bevestig
de luidspreker niet aan een muur die uit zacht materiaal
bestaat, zoals pleisterkalk of fineerhout. Hierdoor kan de
luidspreker vallen.
• Gebruik in de handel verkrijgbare schroeven die het
gewicht van de installatie kunnen ondersteunen.
• Zorg ervoor dat u het opgegeven type schroeven gebruikt
om de luidspreker te bevestigen. Als u in plaats van de
vermelde schroeven krammen, korte schroeven, spijkers
of dubbelzijdige tape gebruikt, kan het centrale systeem
vallen.
• Maak bij het bevestigen van de luidspreker de
luidsprekerkabels vast zodat deze u niet kunnen hinderen.
Als uw voet of hand per ongeluk achter een losse
luidsprekerkabel blijft hangen, kan de luidspreker vallen.
• Controleer na het bevestigen van de luidspreker of deze
goed is vastgemaakt. Yamaha kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor ongevallen ten gevolge van een
gebrekkige installatie.
9 Nl
Page 10
Aansluiting
• Sluit het netsnoer niet aan tot alle aansluitingen zijn uitgevoerd.
• Oefen geen overmatige druk uit bij het invoeren van de kabelstekker. Dit kan schade veroorzaken aan
de kabelstekker en/of de aansluiting.
Overzicht
Volg de onderstaande procedure om de ontvanger met ingebouwde subwoofer en de externe apparaten aan te
sluiten.
FM-binnenhuisantenne (bijgeleverd)
y
Als de radiogolfontvangst zwak is in uw regio of
als u de radiogolfontvangst wilt verbeteren, raden
Verwijder met een
draaiende beweging
de isolatie van de
kabel.
Plaats de kabels in de
aansluitingen en zorg ervoor
dat de kleuren van de kabels
en de aansluitingen op het
achterpaneel
overeenstemmen.
wij u aan om een buitenantenne te gebruiken.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of
Service Center voor meer informatie.
Zie "Optionele apparatuur
gebruiken". (☞ p. 16)
Bruin Rood Zwart Groen Grijs Wit
Naar stopcontact
y
Sluit het netsnoer van de ontvanger met ingebouwde
subwoofer aan nadat u alle aansluitingen hebt uitgevoerd.
Videorecorder enz.
10 Nl
Zie "Een Blu-ray disc-speler of set-top box
aansluiten". (☞ p. 11)
Zie "Een tv aansluiten". (☞ p. 11)
Page 11
Aansluiting
Een tv aansluiten
Wanneer een dvd-speler enz. aangesloten is op een van de HDMI IN-aansluitingen, sluit u uw tv of videoscherm
(projector enz.) aan op de HDMI OUT-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer.
Voor het uitvoeren van het geluid van de tv via dit systeem, kunt u kiezen voor optische digitale invoer en
verbinding maken met de digitale uitgang.
Tv
VOORBEREIDING
signaalstroom
y
Voor een analoge verbinding sluit u een audiokabel aan op de analoge ingang.
Een Blu-ray disc-speler of set-top box aansluiten
U kunt externe apparaten aansluiten op de HDMI-ingangen. U kunt hiervoor kiezen tussen HDMI IN 1, 2 of 3.
Deze drie ingangen hebben dezelfde functie.
Blu-ray disc-speler of
set-top box
11 Nl
Page 12
BASISBEDIENING
Basisbediening voor het afspelen
Volg de onderstaande procedure om de basisbediening voor het afspelen te starten zodra u alle kabels hebt
aangesloten en de voorbereiding met de afstandsbediening hebt uitgevoerd.
2 Druk op een van de ingangsknoppen om
1
2
4
een ingangsbron te selecteren.
3 Start de weergave op het geselecteerde
externe apparaat.
Meer informatie over het externe apparaat vindt u
in de handleiding van dat apparaat.
4 Druk op VOLUME +/– om het
volumeniveau aan te passen.
y
Om het volume tijdelijk te dempen, drukt u op MUTE.
Terwijl de dempingsfunctie actief is, knippert de
VOLUME-indicator. Om het volume te herstellen,
drukt u nogmaals op MUTE of drukt u op VOLUME +/–.
Opmerking
1 Druk op .
Het systeem wordt ingeschakeld en de STATUSindicator licht groen op.
y
Dit systeem beschikt over een auto-sleep-functie die
automatisch de waakstand activeert als het systeem
gedurende 24 uur ingeschakeld blijft zonder dat er een
handeling wordt uitgevoerd.
■ De afstandsbediening gebruiken
Gebruik de afstandsbediening binnen een straal van
6 m vanaf de ontvanger met ingebouwde subwoofer en
richt deze naar de afstandsbedieningssensor.
Als het geluid van een HDMI-apparaat wordt
uitgevoerd via de tv, wijzigt het volumeniveau niet als
u op VOLUME +/– drukt.
Druk nogmaals op om de waakstand
te activeren.
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op
"ON", licht de STATUS-indicator rood op.
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op
"OFF", dooft de STATUS-indicator. (☞ p. 19)
Opmerkingen
• Mors geen vloeistof op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen op een plaats die:
– warm of vochtig is, zoals in de buurt van een
verwarming of in een badkamer;
– extreem koud is;
– stoffig is.
12 Nl
Maximaal 6 m
Page 13
Geluidsmodi gebruiken
STEREO MODE
SURROUND MODE
Surroundmodus
U kunt genieten van realistische geluidseffecten met
de exclusieve AIR SURROUND XTREME van
Yamaha.
Druk op SURROUND MODE om de
surroundmodus in te stellen.
Druk herhaaldelijk op SURROUND MODE tot de
gewenste modus wordt weergegeven in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Beschrijvingen surroundmodi
MOVIEDeze modus is nuttig als u filminhoud
op media als Blu-ray discs enz. wilt
bekijken.
MUSICDeze modus is nuttig als u
muziekinhoud op media als Blu-ray
discs enz. wilt beluisteren.
UNIVOLUME
Stereomodus
Hiermee wordt een uitgebreid geluid gecreëerd voor
een bron met 2 kanalen, zoals een cd-speler.
Druk op STEREO MODE om de extended
stereo-modus op te roepen.
Telkens wanneer u op STEREO MODE drukt, wordt
de functie afwisselend in- (EXTENDED STEREO) en
uitgeschakeld (STEREO).
"STEREO": produceert het geluid zonder bijkomende
effecten.
"EXTENDED STEREO": produceert een breder
stereobeeld.
y
• De standaardinstelling is "EXTENDED STEREO".
• Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke
ingangsbron zijn toegewezen.
BASISBEDIENING
SPORTSDeze modus is nuttig als u naar
sportprogramma's of tv-nieuws kijkt.
GAMEDeze modus is nuttig als u videogames
speelt.
y
Het systeem onthoudt automatisch de instellingen die aan
elke ingangsbron zijn toegewezen. Als u een andere ingang
selecteert, roept het systeem automatisch de laatste
instellingen op voor de geselecteerde ingang.
UniVolume™
Als u zich stoort aan volumeverschillen tussen
verschillende zenders, tv-programma's en
reclameboodschappen, kunt u deze functie gebruiken
om het volume steeds gelijk te houden.
Druk op UNIVOLUME om deze functie
in- of uit te schakelen.
Wanneer UniVolume geactiveerd is, wordt de
UNIVOLUME-indicator weergegeven en wordt het
tv-volume gebalanceerd.
y
• Het systeem onthoudt de instelling die aan elke
ingangsbron is toegewezen.
• Wanneer de ingangsbron DOCK is en UniVolume
ingeschakeld is, werkt de versterkingsfunctie voor
gecomprimeerde muziek niet (de ENHANCER-indicator
verdwijnt).
13 Nl
Page 14
Basisafstemming
Luisteren naar FM-uitzendingen
FM
Hiermee stelt u de invoer in op FM.
MEMORY
Hiermee kunt u voorkeuzezenders
handmatig opslaan.
TUNING /
Druk op deze knop om de
frequentie met 1 stap te wijzigen
of houd deze knop ingedrukt om
zenders automatisch te zoeken.
OPTION
Hiermee opent u het OPTION-menu
als de invoer is ingesteld op FM.
INFO
Hiermee kunt u de informatie
selecteren die wordt weergegeven in
het uitleesvenster op het voorpaneel.
PRESET /
Hiermee kunt u de FMvoorkeuzezenders selecteren.
Cursor in het
OPTION-menu
RETURN
Hiermee keert u terug naar
het vorige menu of
annuleert u de handeling.
Een FM-voorkeuzezender bewerken
■ Automatische voorkeuze
U kunt tot 40 FM-zenders opslaan (01 tot 40).
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
"AUTO PRESET" wordt eerst weergegeven in
het uitleesvenster op het voorpaneel.
2 Druk op (midden).
y
Druk herhaaldelijk op PRESET / om een
voorkeuzenummer te selecteren waaronder u de eerste
zender wilt opslaan.
Na ongeveer 5 seconden start de automatische
voorkeuze-instelling vanaf de laagste frequentie
en gaat deze verder door de hogere frequenties.
Wanneer de frequentie opgeslagen is, licht de
TUNED-indicator op.
Wanneer de automatische voorkeuzeafstemming is
voltooid, wordt de melding "Preset Complete"
gedurende drie seconden weergegeven in het
uitleesvenster op het voorpaneel, waarna het apparaat
terugkeert naar het OPTION-menu.
y
Wanneer u op RETURN drukt tijdens het automatisch
afstemmen, wordt de automatische voorkeuzeafstemming
geannuleerd.
Opmerkingen
• Opgeslagen zendergegevens van een voorkeuzenummer
worden gewist als u een nieuwe zender onder hetzelfde
voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal ontvangen zenders minder dan 40 blijft,
stopt de automatische voorkeuzeafstemming automatisch
na het zoeken naar alle beschikbare zenders.
• Alleen zenders met een sterk signaal kunnen worden
opgeslagen. Stel een zender handmatig in als de gewenste
zender niet is opgeslagen of als een zender niet is
opgeslagen onder het gewenste voorkeuzenummer.
(☞ p. 15)
14 Nl
Page 15
Luisteren naar FM-uitzendingen
■ Handmatige
zendervoorkeuze
Gebruik deze functie om handmatig van een gewenste
zender een voorkeuzezender te maken.
1 Stem af op een radiozender die u als
voorkeuze wilt opslaan.
2 Druk op MEMORY.
"MANUAL PRESET" wordt weergegeven in het
uitleesvenster op het voorpaneel, gevolgd door
het voorkeuzenummer waaronder de zender
wordt opgeslagen.
y
Als u MEMORY gedurende meer dan 2 seconden
ingedrukt houdt, wordt de zender opgeslagen onder het
laagst beschikbare voorkeuzenummer of een
voorkeuzenummer hoger dan het laatste
voorkeuzenummer.
3 Druk op PRESET /om het
voorkeuzenummer (01 tot 40) te
selecteren waaronder u de zender wilt
opslaan.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert
waaronder geen zender is opgeslagen, wordt de
EMPTY-indicator weergegeven in het
uitleesvenster. Wanneer u een reeds besproken
voorkeuzenummer selecteert, wordt de reeds
geregistreerde frequentie weergegeven aan de
rechterkant van het voorkeuzenummer.
3 Selecteer met / het
voorkeuzenummer van de zender die u
wilt wissen en druk op (midden).
De voorkeuzezender die opgeslagen is onder het
geselecteerde voorkeuzenummer wordt gewist.
Herhaal de bovenstaande stappen als u meer
voorkeuzenummers wilt wissen.
Druk op OPTION om de handeling te
beëindigen.
■ De mono-ontvangstmodus
gebruiken
Wanneer het signaal van de gewenste FM-zender te
zwak is, stelt u de ontvangstmodus in op "MONO" om
de signaalsterkte te verhogen.
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
2 Geef "STEREO/MONO" weer met en
druk op (midden).
3 Selecteer "MONO" met / om de
ontvangstmodus in te stellen op mono.
■ Het informatiescherm
wijzigen
Telkens u op INFO drukt, wijzigt het
informatiescherm als volgt:
BASISBEDIENING
y
Om de registratie te annuleren, drukt u op RETURN
op de afstandsbediening of voert u gedurende ongeveer
30 seconden geen handelingen uit op de tuner.
4 Druk nogmaals op MEMORY om de
zender op te slaan.
■ Een voorkeuzezender wissen
1 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
2 Geef "CLEAR PRESET" weer met en
druk op (midden).
Het voorkeuzenummer en de frequentie worden
weergegeven in het uitleesvenster.
y
U kunt deze handeling annuleren en terugkeren naar
het OPTION-menu door te drukken op RETURN op
de afstandsbediening.
Alleen voor Europese en Russische modellen
Informatietype
• SURROUND MODE
Geeft de surroundmodus of stereomodus weer.
• FREQUENCY
Geeft de frequentie en het voorkeuzenummer weer.
• PROGRAM SERVICE (PS)
Geeft het ontvangen Radio Data Systemprogramma weer.
• PROGRAM TYPE (PTY)
Geeft het type van het ontvangen Radio Data
System-programma weer.
• RADIO TEXT (RT)
Geeft de informatie van het ontvangen Radio Data
System-programma weer.
• CLOCK TIME (CT)
Geeft de huidige tijd weer.
15 Nl
Page 16
Optionele apparatuur gebruiken
Dit systeem is uitgerust met een DOCK-aansluiting waarop u een universeel Yamaha iPod-station (bv. YDS-11,
apart verkrijgbaar) of een draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) kunt
aansluiten om de muziek te kunnen beluisteren die is opgeslagen op een Bluetooth-apparaat (bv. een draagbare
muziekspeler of een computer die uitgerust is met een Bluetooth-zender enz.). Sluit dit apparaat aan op de
DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer met behulp van de daarvoor bestemde kabel.
y
Wanneer DOCK geselecteerd is als ingangsbron, wordt de versterkingsfunctie voor gecomprimeerde muziek automatisch
geactiveerd. Deze functie verbetert de luisterervaring door ontbrekende harmonische elementen in een gecomprimeerde
muziekindeling zoals MP3 opnieuw te genereren.
Wanneer u uw iPod hebt geplaatst in het universele Yamaha iPod-station dat op de DOCK-aansluiting van de
ontvanger met ingebouwde subwoofer is aangesloten, kunt u de gegevens op uw iPod afspelen.
Ondersteunde iPods
iPod (Click and Wheel, inclusief iPod classic)
iPod nano
iPod mini
iPod touch
Oplaadfunctie batterij
Dit systeem laadt de batterij op van een iPod die geplaatst is in het universele Yamaha iPod-station dat is
aangesloten op de DOCK-aansluiting van de ontvanger met ingebouwde subwoofer, zelfs als dit systeem
uitgeschakeld is. "Charging" verschijnt in het uitleesvenster op het voorpaneel.
Opmerkingen
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod.
• Voor een volledige lijst van statusberichten die in het uitleesvenster op het voorpaneel verschijnen, raadpleegt u het
onderdeel "iPod" bij "Problemen oplossen" (☞ p. 24).
• Zet het volume op het minimum voordat u uw iPod in het station plaatst of verwijdert.
• Selecteer DOCK als ingangsbron om een iPod af te spelen.
• Raadpleeg de handleiding van uw universele Yamaha iPod-station voor meer informatie.
16 Nl
Page 17
Bluetooth™-apparaten gebruiken
Optionele apparatuur gebruiken
■ Koppelen
Over "koppelen"
Een koppeling moet worden uitgevoerd voordat u
een Bluetooth-apparaat voor het eerst gebruikt met
de draadloze Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger
aangesloten op het systeem of als de geregistreerde
koppelingsgegevens werden verwijderd.
"Koppelen" verwijst naar het registreren van een
Bluetooth-component voor Bluetoothcommunicatie.
y
Om veiligheid te verzekeren, wordt een tijdslimiet van 8
minuten ingesteld voor het koppelen. Lees alle instructies
en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u begint.
Opmerking
Meer informatie vindt u in de handleiding van de draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger.
1 Druk op DOCK om DOCK als invoer te
selecteren.
6 Selecteer de draadloze Yamaha
Bluetooth-audio-ontvanger in de
apparaatlijst van het Bluetooth-apparaat
en voer vervolgens het wachtwoord
"0000" in op het Bluetooth-apparaat.
■ Een verbinding tot stand
brengen
Nadat het koppelen is voltooid, maakt u een
verbinding op het systeem of op het Bluetoothapparaat om de communicatie tussen beide apparaten
tot stand te brengen. De verbinding op het systeem kan
alleen voor het recentst aangesloten Bluetoothapparaat worden uitgevoerd.
1 Druk op DOCK om DOCK als invoer te
selecteren.
2 Druk op OPTION om het OPTION-menu
te openen.
"CONNECT" wordt weergegeven in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
BASISBEDIENING
2 Schakel het Bluetooth-apparaat in dat u
wilt koppelen en open vervolgens de
koppelingsmodus.
Raadpleeg de handleiding van uw Bluetoothapparaat voor meer informatie.
3 Druk op OPTION.
Het OPTION-menu voor de DOCK-invoer wordt
weergegeven in het uitleesvenster.
4 Druk op om "PAIRING" te selecteren
en druk op (midden).
"Searching…" wordt weergegeven wanneer het
koppelen start. Wanneer de draadloze Yamaha
Bluetooth-audio-ontvanger zich in de
koppelingsmodus bevindt, knippert de DOCKindicator in het uitleesvenster op het voorpaneel.
Als de Bluetooth-component de draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger herkent,
verschijnt de naam van de audio-ontvanger (bv.
"YBA-10 YAMAHA") in de apparaatlijst van het
Bluetooth-apparaat.
3 Druk op (midden).
"Searching…" wordt weergegeven in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Als het systeem het recentst verbonden
Bluetooth-apparaat detecteert, wordt "BT
connected" gedurende 3 seconden weergegeven
in het uitleesvenster op het voorpaneel.
y
• Als het systeem het recentst verbonden Bluetoothapparaat niet detecteert, wordt "Not found"
weergegeven in het uitleesvenster op het voorpaneel.
• Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een
ander Bluetooth-apparaat dan het recentst
aangesloten apparaat, maakt u de verbinding vanaf
dat Bluetooth-apparaat. Raadpleeg de handleiding
van uw Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
Opmerking
Om de draadloze Bluetooth-audio-ontvanger los te
koppelen van het Bluetooth-apparaat, roept u het OPTIONmenu op, selecteert u "Disconnected" en drukt u op
(midden).
17 Nl
Page 18
NUTTIGE BEDIENINGSFUNCTIES
Instelmenu
Overzicht
■ Overzicht instelmenu
ItemFunctieomschrijvingPagina
1: SW LEVEL
De volumebalans aanpassen tijdens het afspelen☞ p. 192: CENTER LEVEL
3: SUR. LEVEL
4: TONE BASS
5: TONE TREBLE
6: AUDIO DELAYDe audiovertraging aanpassen☞ p. 19
7: HDMI AUDIODe audio-uitvoer instellen☞ p. 19
8: HDMI CONTROLDe HDMI-controlefunctie in- of uitschakelen☞ p. 19
9: DISPLAY MODEDe helderheid van het uitleesvenster op het voorpaneel wijzigen☞ p. 20
10: SP TYPEDe instelling van het luidsprekertype wijzigen☞ p. 20
11: SP DISTANCEDe afstand tussen de luidsprekers instellen☞ p. 20
Opmerking
Als voor "SP TYPE" de standaardinstelling is ingesteld ("BAR"), wordt "SP DISTANCE" niet weergegeven.
De hoge/lage frequenties aanpassen (toonregeling)☞ p. 19
Basisprocedure
U kunt verschillende systeeminstellingen wijzigen via
het instelmenu.
1 Druk op SETUP om het instelmenu te
openen.
"SW LEVEL" wordt weergegeven in het
1, 4
uitleesvenster op het voorpaneel.
2 Druk op / om menu te selecteren en
druk op (midden).
2, 3
De huidige instelling wordt weergegeven.
18 Nl
3 Druk op / om de waarde voor elk
menu aan te passen.
Houd / ingedrukt om de waardes sneller te
wijzigen.
4 Druk nogmaals op SETUP om het
instelmenu te verlaten.
y
Druk nogmaals op RETURN om terug te keren naar het
vorige menu.
Opmerking
Als u binnen de 30 seconden na het openen van het
instelmenu geen handeling uitvoert, verlaat het systeem
automatisch het instelmenu.
Page 19
De volumebalans aanpassen
tijdens het afspelen
U kunt de volumebalans van de virtuele luidsprekers
en subwoofer aanpassen.
Parameter
"SW LEVEL": past het uitvoerniveau van het
subwooferkanaal aan.
"CENTER LEVEL": past het uitvoerniveau van het
centrale luidsprekerkanaal aan.
"SUR. LEVEL": past het uitvoerniveau van de
virtuele surround-/achterste
surroundluidsprekerkanalen aan.
Instelmenu
Aanpasbaar bereik (standaardinstelling:
"AUTO")
"AUTO", 0 tot 240 ms (u kunt de vertragingstijd met
10 ms aanpassen)
* "AUTO": indien uw tv is aangesloten via HDMI met de
functie voor het automatisch aanpassen van de
audiovertraging ingeschakeld, wordt de vertraging
automatisch aangepast.
Opmerking
Het systeem onthoudt de instellingen die aan elke
ingangsbron zijn toegewezen.
De audio-uitvoer instellen
Aanpasbaar bereik
–6 tot +6 (standaardinstelling: 0)
y
• U kunt het uitvoerniveau van de subwoofer ook aanpassen
door te drukken op SUBWOOFER +/–.
• Als de surroundmodus uitgeschakeld is, zijn de virtuele
centrale luidspreker en de virtuele surroundeffecten niet
beschikbaar.
De hoge/lage frequenties
aanpassen (toonregeling)
U kunt de balans van het hogefrequentiebereik
(Treble) en het lagefrequentiebereik (Bass) van
geluiden die worden uitgevoerd via de
voorluidsprekers aanpassen om de gewenste toon te
verkrijgen.
Parameter
"TONE BASS": hiermee kunt u de balans aanpassen
van het lagefrequentiebereik (Bass) van geluiden die
worden uitgevoerd via de luidspreker.
"TONE TREBLE": hiermee kunt u de balans
aanpassen van het hogefrequentiebereik (Treble) van
geluiden die worden uitgevoerd via de luidspreker.
Aanpasbaar bereik
–6 tot +6 (standaardinstelling: 0)
De audiovertraging aanpassen
U kunt in het instelmenu dit systeem (of een tv die op
dit systeem is aangesloten via de HDMI OUTaansluiting) selecteren voor het voortbrengen van de
geluidssignalen die worden ingevoerd via de HDMI
IN-aansluiting.
Parameter
"HDMI AUDIO"
Aanpasbare optie (standaardinstelling:
"AMP")
"AMP": hiermee worden HDMI-geluidssignalen
uitgevoerd via de luidsprekers aangesloten op dit
systeem.
"TV": hiermee worden HDMI-geluidssignalen
uitgevoerd via de luidsprekers van een tv aangesloten
op dit systeem. Het geluid van de luidsprekers
aangesloten op dit systeem wordt gedempt.
Opmerkingen
• U kunt de volumeniveaus niet wijzigen door te drukken op
VOLUME +/– of MUTE bij uitvoer via de tv.
• U kunt de audio-uitvoer niet wijzigen wanneer "HDMI
CONTROL" ingesteld is op "ON".
De HDMI™-controlefunctie in- of
uitschakelen
U kunt kiezen of u de HDMI-controlefunctie al dan
niet gebruikt. Raadpleeg p. 21 voor meer informatie
over de HDMI-controlefunctie.
BEDIENINGSFUNCTIES
NUTTIGE
Beelden van een flatscreen-tv worden soms iets na het
geluid weergegeven. U kunt deze functie gebruiken
om het geluid te vertragen en het te synchroniseren
met het videobeeld.
Parameter
"AUDIO DELAY"
Parameter
"HDMI CONTROL"
Aanpasbare optie (standaardinstelling:
"OFF")
"ON": hiermee activeert u de HDMI-controlefunctie.
"OFF": hiermee deactiveert u de HDMIcontrolefunctie.
19 Nl
Page 20
Instelmenu
De helderheid van het
uitleesvenster op het voorpaneel
"3CH": voor het aansluiten van een linker- en
rechtervoorluidspreker (2 kanalen) en een
middenluidspreker.
wijzigen
U kunt de helderheid van het uitleesvenster op het
voorpaneel wijzigen. U kunt het uitleesvenster op het
voorpaneel ook uitschakelen om een film in een
donkerdere omgeving te bekijken.
De helderheid van het voorpaneel wijzigt als volgt:
• Om "SP TYPE" te activeren, zet u het systeem na het
instellen van het luidsprekertype in de waakstand en
schakelt u het vervolgens opnieuw in.
• "SP DISTANCE" wordt weergegeven wanneer "2CH" of
"3CH" geselecteerd is.
De afstand tussen de
luidsprekers instellen
Wanneer u de geschikte parameter selecteert voor de
afstand tussen de linker- en rechtervoorluidspreker,
kunt u een optimaal surroundeffect bekomen.
Parameter
"SP DISTANCE"
Aanpasbaar bereik
"WIDE": wanneer de afstand tussen de
voorluidsprekers meer dan 150 cm bedraagt.
"NORMAL": wanneer de afstand tussen de
voorluidsprekers tussen 80 en 150 cm bedraagt.
"NARROW": wanneer de afstand tussen de
voorluidsprekers minder dan 80 cm bedraagt.
* Als u DISPLAY OFF selecteert, wordt het uitleesvenster
op het voorpaneel uitgeschakeld wanneer u het
instelmenu verlaat.
Opmerkingen
• Het uitleesvenster op het voorpaneel licht tijdelijk op
wanneer een handeling wordt uitgevoerd terwijl de
DISPLAY OFF-modus is geselecteerd.
• Alleen de STATUS-indicator blijft branden in de
DISPLAY OFF-modus.
De instelling van het
luidsprekertype wijzigen
U kunt het luidsprekertype instellen als u luidsprekers
wilt toevoegen of wijzigen. Als u alleen de
bijgeleverde luidspreker aansluit, hoeft u deze
instelling niet te wijzigen.
Parameter
"SP TYPE"
Aanpasbaar bereik (standaardinstelling:
"BAR")
"BAR": voor het aansluiten van een luidspreker met
een geïntegreerd linker-/rechter-/middenkanaal
vooraan (zoals een luidsprekerbalk).
"2CH": voor het aansluiten van een linker- en
rechtervoorluidspreker (2 kanalen).
Opmerking
Als de surroundmodus uitgeschakeld is, is deze functie niet
beschikbaar.
20 Nl
Page 21
De HDMI™-controlefunctie
gebruiken
Instelmenu
5 Schakel het HDMI-controleapparaat in
(Blu-ray disc- of dvd-speler) dat is
aangesloten op dit systeem.
U kunt de volgende functies van dit systeem bedienen
met de afstandsbediening van uw tv wanneer de tv
(compatibel met de HDMI-controlefunctie)
aangesloten is op de HDMI OUT-aansluiting van dit
systeem.
• Het systeem inschakelen of de waakstand activeren
(samen met de tv)
• Het volume regelen
• Een apparaat selecteren voor het uitvoeren van de
tv-geluiden (dit apparaat of de tv)
y
• Zelfs als uw tv de HDMI-controlefunctie ondersteunt, is
het mogelijk dat sommige functies niet beschikbaar zijn.
Raadpleeg de handleiding van uw tv voor meer informatie.
• Als u dit systeem en een Blu-ray disc-speler of een dvdspeler (compatibel met de HDMI-controlefunctie) met
elkaar verbindt via HDMI, kunt u die apparaten eveneens
bedienen met de HDMI-controlefunctie. Raadpleeg de
handleiding van elk apparaat voor meer informatie.
• Wij raden u aan producten (tv, Blu-ray disc-speler, dvdspeler enz.) te gebruiken van dezelfde fabrikant.
• Apparaten die compatibel zijn met de HDMIcontrolefunctie zijn ondermeer tv's, dvd-spelers/-recorders
en Blu-ray disc-spelers die compatibel zijn met Panasonic
VIERA Link.
• Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op "ON"
kunnen handelingen op de tv (bv. het kanaal wijzigen
enz.) wijzigingen teweegbrengen in de
systeeminstellingen, zoals de surroundmodus.
(Stappen 1 tot 3 zijn vereist voor het instellen
van de HDMI-controlefunctie.)
1 Schakel alle apparaten in die op dit
systeem zijn aangesloten via HDMI.
6 Selecteer het HDMI-controleapparaat
(Blu-ray disc- of dvd-speler) als
ingangsbron voor dit systeem om de
video-invoer te controleren.
7 Ga na of de HDMI-controlefunctie werkt
(schakel dit systeem in of pas het
volumeniveau aan met de
afstandsbediening van de tv).
Opmerking
Controleer het volgende als de HDMI-controlefunctie niet
werkt. Dit probleem kan mogelijk ook worden opgelost
door te tv uit te schakelen (de stekker uittrekken) en daarna
weer in te schakelen (de stekker opnieuw aansluiten).
– De tv is aangesloten op de HDMI OUT-aansluiting van
dit systeem.
– "HDMI CONTROL" is ingesteld op "ON" voor dit
systeem.
– De HDMI-controlefunctie is ingeschakeld op de tv.
Wanneer "HDMI CONTROL" ingesteld is op
"ON", is het systeem nooit volledig uitgeschakeld
(zelfs niet als u op drukt) en wordt het signaal
tussen de HDMI-ingang en de HDMI-uitgang
uitgevoerd.
y
• De STATUS-indicator in het uitleesvenster op het
voorpaneel licht rood op wanneer "HDMI CONTROL"
ingesteld is op "ON" en de waakstand geactiveerd is.
• Voor u op drukt, selecteert u de gewenste
invoerbronnen die aangesloten zijn op een HDMIingang (HDMI IN 1 tot 3).
BEDIENINGSFUNCTIES
NUTTIGE
2 Activeer de HDMI-controlefunctie op elk
apparaat.
Zet voor dit systeem "HDMI CONTROL" op
"ON" (☞ p. 19).
Raadpleeg voor externe apparaten de handleiding
van elk apparaat.
3 Schakel de tv uit en daarna weer in.
(Stappen 4 tot 6 zijn vereist om de tv
gekoppelde apparaten te laten detecteren. Als
de verbindingen of de apparaten worden
gewijzigd, dient u deze stappen opnieuw uit te
voeren.)
4 Selecteer dit systeem als ingangsbron
voor de tv.
21 Nl
Page 22
EXTRA INFORMATIE
Extra informatie
Problemen oplossen
Controleer de volgende items als er een probleem is met het systeem. Schakel het systeem uit, trek de stekker uit
het stopcontact en raadpleeg uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of Service Center als u het probleem niet kunt
oplossen met de volgende methodes of als een probleem hieronder niet vermeld staat.
ProbleemOorzaakOplossing
Het apparaat wordt
ingeschakeld maar
wordt onmiddellijk
terug uitgeschakeld.
De luidsprekers
produceren geen
geluid.
Het geluid is te stil aan
een kant.
Zie
pagina
Het netsnoer is mogelijk verkeerd
aangesloten.
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Dit systeem heeft mogelijk een zware
elektrische schok gekregen,
bijvoorbeeld van een blikseminslag of
overmatige statische elektriciteit.
Het volume staat mogelijk op het
minimumniveau.
De dempingsfunctie is mogelijk actief.Schakel de dempingsfunctie uit.12
De ingangsbron of instelling van de
ingang is mogelijk foutief.
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
"HDMI AUDIO" is ingesteld op "TV"
in het instelmenu.
De kabels zijn mogelijk verkeerd
aangesloten.
Zorg ervoor dat het netsnoer stevig in het
stopcontact is gestoken.
Controleer of alle luidsprekerkabels correct
zijn aangesloten.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht ongeveer
30 seconden, sluit het netsnoer aan en
schakel vervolgens het systeem opnieuw in.
Wijzig de volumebalans.
Selecteer de juiste ingangsbron of instelling.
Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten.
Zet "HDMI AUDIO" op "AMP" in het
instelmenu.
Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten.
10
10
12
12, 19
12
10
19
10
De luidsprekerkanalen
maken geen geluid met
uitzondering van de
voorste.
De subwoofer
produceert geen
geluid.
Het volumeniveau
wordt verlaagd zonder
dat u een handeling
uitvoert.
De geluidskwaliteit is
slecht (ruis).
Het systeem werkt niet
correct.
Een digitaal apparaat
of apparaat met hoge
frequentie produceert
geluiden.
U luistert mogelijk naar stereogeluiden
zonder surroundmodus.
"SUR. LEVEL" is ingesteld op het
minimumniveau in het instelmenu.
Het volume van het subwooferkanaal is
mogelijk ingesteld op het minimumniveau.
De bron bevat geen
lagefrequentiesignalen.
U hebt het systeem uitgeschakeld bij
een volumeniveau van meer dan 70.
Een luidsprekerkabel zorgt mogelijk
voor kortsluiting.
Het systeem werd mogelijk blootgesteld
aan een zware elektrische schok,
bijvoorbeeld van een blikseminslag of
overmatige statische elektriciteit, of aan
een daling van de stroomtoevoer.
Het systeem werd mogelijk in de buurt
van digitale apparatuur of apparatuur
met hoge frequentie geplaatst.
Druk op een surroundmodusknop om het
geluidsveldeffect in te schakelen.
Pas "SUR. LEVEL" aan in het instelmenu.
Pas het volumeniveau van de subwoofer
aan.
Het volumeniveau wordt automatisch op
70 ingesteld wanneer u het systeem
opnieuw inschakelt om de luidsprekers te
beschermen.
Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten.
Zet het systeem in de waakstand en koppel
vervolgens het netsnoer los. Wacht
ongeveer 30 seconden, sluit het netsnoer
aan en schakel vervolgens het systeem
opnieuw in.
Plaats dit systeem uit de buurt van
dergelijke apparatuur.
13
19
7, 19
—
10
12
—
22 Nl
Page 23
Extra informatie
ProbleemOorzaakOplossing
De systeeminstellingen
wijzigen automatisch.
De afstandsbediening
bedient het systeem
niet.
■ HDMI
ProbleemOorzaakOplossing
"AUTO" ingesteld bij
"AUDIO DELAY" in het
instelmenu
functioneert niet.
Zie
pagina
Wanneer "HDMI CONTROL"
ingesteld is op "ON" kunnen
handelingen op de tv (bv. het kanaal
wijzigen enz.) wijzigingen
teweegbrengen in de
systeeminstellingen, zoals de
surroundmodus.
Het systeem is mogelijk buiten het
bereik van de afstandsbediening.
De afstandsbedieningssensor van dit
systeem wordt mogelijk blootgesteld
aan direct zonlicht of belichting.
De batterijen zijn mogelijk leeg.Vervang de batterijen.4
Stel "HDMI CONTROL" in op "OFF" of
stel het systeem opnieuw in met de
afstandsbediening ervan.
Voor meer informatie over het bereik van
de afstandsbediening, raadpleegt u "De
afstandsbediening gebruiken".
Wijzig de belichting.
Zie
pagina
De tv ondersteunt een automatische
aanpassing van de audiovertraging
niet.
Pas de vertraging handmatig aan (0 tot 240
ms).
21
12
—
19
De HDMIcontrolefunctie werkt
niet correct.
Er is geen beeld of
geluid.
■ Tuner
ProbleemOorzaakOplossing
De FM-stereoontvangst bevat ruis.
Er zijn storingen en
een zuivere ontvangst
lukt niet, zelfs niet met
een goede FM-antenne.
Er kan niet op de
gewenste zender
worden afgestemd met
de automatische
afstemmingsmethode.
Er zijn te veel HDMI-apparaten
aangesloten.
Het aangesloten HDMI-apparaat
ondersteunt HDCP (High-bandwidth
Digital Copyright Protection) niet.
De eigenschappen van FM-stereouitzendingen veroorzaken dit
probleem mogelijk wanneer de zender
te ver weg ligt of de antenne van
slechte kwaliteit is.
Er doet zich multipadinterferentie
voor.
Het signaal is te zwak.Gebruik een directionele FM-antenne van
Koppel enkele HDMI-apparaten los.
Sluit een HDMI-apparaat aan dat HDCP
ondersteunt.—
Controleer de antenneverbindingen.10
Probeer een directionele FM-antenne van
hoge kwaliteit.
Stel de ontvangstmodus in op "MONO".15
Pas de positie van de antenne aan om de
multipadinterferentie te elimineren.
hoge kwaliteit.
Stel de ontvangstmodus in op "MONO" en
druk op TUNING/ om de frequentie
met 1 stap te wijzigen.
—
Zie
pagina
—
—
—
14, 15
INFORMATIE
EXTRA
23 Nl
Page 24
Extra informatie
■ iPod
StatusberichtOorzaakOplossing
Unknown iPod
iPod connected
Disconnected
Charging
De gebruikte iPod wordt niet door dit
systeem ondersteund.
Uw iPod is correct geplaatst op het
universele Yamaha iPod-station (bv.
YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de
DOCK-aansluiting van dit systeem is
aangesloten, en de verbinding tussen
uw iPod en dit systeem is voltooid.
Uw iPod werd verwijderd uit het
universele Yamaha iPod-station (bv.
YDS-11, apart verkrijgbaar) dat op de
DOCK-aansluiting van dit systeem is
aangesloten.
Uw iPod wordt opgeladen.
Alleen iPod (Click and Wheel, inclusief
iPod classic), iPod nano, iPod mini en iPod
touch worden ondersteund.
Plaats uw iPod terug op het universele
Yamaha iPod-station (YDS-11, apart
verkrijgbaar) dat op de DOCK-aansluiting
van dit systeem is aangesloten.
■ Bluetooth
StatusberichtOorzaakOplossing
Zie
pagina
—
16
Zie
pagina
Searching...
Completed
Canceled
Not found
BT Connected
Disconnected
De draadloze Yamaha Bluetoothaudio-ontvanger (bv. YBA-10, apart
verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat
worden gekoppeld.
De draadloze Yamaha Bluetoothaudio-ontvanger (bv. YBA-10, apart
verkrijgbaar) en het Bluetooth-apparaat
worden verbonden.
De koppeling is voltooid.
De koppeling is geannuleerd.
Het systeem kan het Bluetoothapparaat niet vinden tijdens het
koppelen of verbinden met het
Bluetooth-apparaat.
De verbinding tussen de draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger
(bv. YBA-10, apart verkrijgbaar) en
het Bluetooth-apparaat is ingesteld.
Het Bluetooth-apparaat is
losgekoppeld van de draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger
(bv. YBA-10, apart verkrijgbaar).
Not Available
24 Nl
De koppeling wordt uitgevoerd
wanneer de draadloze Yamaha
Bluetooth-audio-ontvanger (bv. YBA10, apart verkrijgbaar) aangesloten is
op een Bluetooth-apparaat.
Voer de koppeling uit wanneer de draadloze
Yamaha Bluetooth-audio-ontvanger (bv.
YBA-10, apart verkrijgbaar) niet
aangesloten is op het Bluetooth-apparaat.
17
Page 25
Woordenlijst
Extra informatie
■ AIR SURROUND XTREME
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en
algoritmes die het mogelijk maken om 7-kanaalssurroundgeluid te bereiken met alleen
voorluidsprekers en zonder muurweerkaatsingen.
Normaal zijn twee voorluidsprekers, een centrale
luidspreker, twee surroundluidsprekers en een
subwoofer nodig om naar 5.1-kanaals-surroundgeluid
te luisteren.
Typisch 5.1-kanaals-luidsprekersysteem
Voorluidsprekers
Subwoofer
Middenluidspreker
Surroundluidsprekers
Virtueel 7.1-kanaalsgeluid
Dankzij de AIR SURROUND XTREME-technologie,
die alleen gebruik maakt van voorluidsprekers en de
subwoofer, kunt u naar een realistisch 7.1kanaalsgeluid luisteren door simulatie van virtuele
luidsprekers in het midden, de surround en de
surroundachterzijden.
Het geluidsbeeld van het systeem
■ Bemonsteringsfrequentie
Het aantal samples (proces voor het digitaliseren van
analoge signalen) per seconde. In principe, hoe hoger
de bemonsteringssnelheid, hoe breder het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven, en hoe
hoger de gekwantificeerde bitsnelheid, hoe fijner het
geluid dat kan worden weergegeven.
■ Deep Color
Deep Color verwijst naar het gebruik van
verschillende kleurdieptes in weergaves, meer dan de
24-bitsdiepte bij vorige versies van de HDMIspecificatie. Deze extra bitdiepte stelt HDTV's en
andere schermen in staat om in plaats van miljoenen
kleuren miljarden kleuren te gebruiken en het
kleurverloop op het scherm weg te werken voor vlotte
toonovergangen en subtiele gradaties tussen de
kleuren. Dankzij de verhoogde contrastverhouding
kunnen veel meer grijstinten worden weergegeven
tussen zwart en wit. Deep Color verhoogt eveneens
het aantal beschikbare kleuren binnen de grenzen van
het RGB- of YCbCr-kleurenbereik.
■ Dolby Digital
Een digitaal surroundgeluidssysteem dat werd
ontworpen door Dolby Laboratories en dat volledig
onafhankelijke multikanaalsgeluiden verschaft. Met 3
kanalen vooraan (links, midden en rechts) en 2
surroundstereokanalen, biedt Dolby Digital vijf
audiokanalen met een volledig bereik. Met een extra
kanaal specifiek voor baseffecten (LFE genaamd of
Low Frequency Effect), beschikt het systeem over een
totaal van 5.1 kanalen (LFE telt als 0.1 kanaal). Door
2-kanaals-stereogeluid te gebruiken voor de
surroundluidsprekers, zijn nauwkeurigere bewegende
geluidseffecten en surroundgeluidsomgevingen
mogelijk dan met Dolby Surround.
INFORMATIE
EXTRA
Het systeem creëert het virtueel 7.1-kanaals-surroundgeluid met de
ontvanger met ingebouwde subwoofer en de luidspreker.
Dit is een verbeterde matrixdecodeertechnologie die
een beter ruimtelijk en directioneel gevoel biedt voor
Dolby Surround-geprogrammeerd materiaal. Deze
technologie creëert een overtuigend driedimensionaal
geluidsveld voor traditionele stereomuziekopnames en
is de uitgelezen oplossing om de surroundervaring nog
intenser te maken. Terwijl conventionele
surroundprogrammering volledig compatibel is met
Dolby Pro Logic II-decoders, kunnen soundtracks
specifiek worden gedecodeerd om volledig te kunnen
profiteren van Pro Logic II-weergave, inclusief linkeren rechtersurroundkanalen.
25 Nl
Page 26
Extra informatie
■ DTS
Een digitaal surroundgeluidssysteem ontwikkeld door
DTS Inc. dat 5.1-kanaalsgeluid biedt. Met een
overvloed aan audiogegevens is het mogelijk om
authentiek klinkende effecten te voorzien.
■ HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de
eerste niet-gecomprimeerde, volledig digitale audio-/
video-interface die door de industrie wordt
ondersteund. HDMI biedt een interface tussen om het
even welke bron (bv. een set-top box of een AVontvanger) en een audio-/videoscherm (zoals een
digitale televisie) en ondersteunt standaard-,
verbeterde of HD-video evenals digitaal
multikanaalsgeluid via een enkele kabel. HDMI
verstuurt alle ATSC HDTV-standaards en ondersteunt
digitaal 8-kanaalsgeluid, en heeft nog extra vrije
bandbreedte voor toekomstige verbeteringen en
vereisten. Wanneer dit wordt gebruikt in combinatie
met HDCP (High-bandwidth Digital Content
Protection), biedt HDMI een beveiligde audio-/videointerface die voldoet aan de veiligheidsvereisten van
content providers en systeembeheerders. Meer
informatie over HDMI vindt u op de website
"http://www.hdmi.org/".
■ Kanaal (kan.)
Een kanaal is een audiotype dat op basis van bereik en
andere eigenschappen werd opgedeeld.
Bv. 7.1-kanaals
* In tegenstelling tot een volledige 1-kanaalsband gaat het
hier om een apparaat dat werd ontworpen om de lage
frequenties te versterken voor extra effect.
*
= 0.1 kan.)
■ PCM (Pulse Code Modulation)
Een signaal dat wordt omgezet naar digitaal formaat
zonder compressie. Een cd wordt opgenomen met 16bits-geluid aan 44,1 kHz, terwijl dvd-opnames
variëren tussen 16 bits aan 48 kHz tot 24 bits aan 192
kHz, waardoor de kwaliteit beter is dan bij de cd.
■ x.v.Color
Een kleurenbereik dat wordt ondersteund door HDMI
versie 1.3. Dit is een uitgebreider kleurenbereik dan
sRGB waarmee heel wat nieuwe kleuren kunnen
worden weergegeven. "x.v.Color" blijft compatibel
met de kleuren van sRGB-standaards maar verruimt
daarnaast het kleurenbereik en kan dus op die manier
levendigere, natuurlijkere beelden produceren. Deze
technologie is vooral doeltreffend voor stilstaande
beelden en computergraphics.
26 Nl
Page 27
Specificaties
Extra informatie
■ SR-300
AUDIO-ONDERDEEL
• Minimaal RMS-uitgangsvermogen
Links- en rechtsvoor (1 kHz, 1% THD, 6 Ω)
.............................................................. 45 W + 45 W
Midden (1 kHz, 1% THD, 6 Ω) ........................ 45 W
Subwoofer (100 Hz, 1% THD, 3 Ω) ................. 90 W
• Maximaal vermogen
Links- en rechtsvoor (1 kHz, 10% THD, 6 Ω)
.............................................................. 50 W + 50 W
Midden (1 kHz, 10% THD, 6 Ω) ...................... 50 W
Subwoofer (100 Hz, 10% THD, 3 Ω) ............. 100 W
FM-ONDERDEEL
• Afstemmingsbereik
[Modellen voor VS en Canada]
.....................................................87,5 tot 107,9 MHz
[Andere modellen] ..................87,50 tot 108,00 MHz
• Frequentiestap
[Modellen voor VS en Canada] ....................200 kHz
NS-BR300.....................................800 × 50 × 70 mm
Standaard ........................................45 × 70 × 88 mm
• Gewicht.............................................................1,5 kg
* Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Dit systeem gebruikt nieuwe technologieën en algoritmes die
het mogelijk maken om 7-kanaals surroud-geluid te bereiken
met slechts twee voorluidsprekers en zonder
muurweerkaatsingen.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. "Dolby",
"Pro Logic" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
"DTS" en "DTS Digital Surround" zijn gedeponeerde
handelsmerken van DTS, Inc.
iPod™
"iPod" is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG
en wordt door Yamaha gebruikt volgens een
licentieovereenkomst.
"HDMI", het "HDMI"-logo en "High-Definition Multimedia
Interface
van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
"x.v.Color" is een handelsmerk van Sony Corporation.
"UniVolume" is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
" zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
INFORMATIE
EXTRA
27 Nl
Page 28
Extra informatie
Beschikbare signaalinformatie
■ Compatibiliteit HDMI-signaal
Audiosignalen
AudiosignaaltypesAudiosignaalformatenCompatibele media
Multikanaals Linear PCM8-kanaals, 32 - 96 kHz, 16/20/24 bitDvd-audio, Blu-ray disc, HD-dvd enz.
BitstreamDolby Digital, DTSDvd-video enz.
y
• Raadpleeg de handleiding van het ingangsbronapparaat en stel het apparaat correct in.
• Wanneer een dvd-audio beschermd door CPPM wordt afgespeeld, is het mogelijk dat video- en audiosignalen niet worden
uitgevoerd, afhankelijk van het type dvd-speler.
• Dit apparaat is niet compatibel met HDCP-incompatibele HDMI- of DVI-apparaten.
• Om audiobitstreamsignalen te decoderen op dit systeem, stelt u het ingangsbronapparaat correct in zodat het apparaat de
audiobitstreamsignalen rechtstreeks uitvoert (de bitstreamsignalen worden niet gedecodeerd op het apparaat). Raadpleeg de
bijgeleverde handleidingen voor meer informatie.
Videosignalen
Dit apparaat is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
• 480i/60 Hz
• 576i/50 Hz
• 480p/60 Hz
• 576p/50 Hz
• 720p/60 Hz, 50 Hz
• 1080i/60 Hz, 50 Hz
• 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24 Hz
28 Nl
Page 29
YC173A0/OMNL1
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.