Yamaha FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B User Manual

...
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw bui-
tenboordmotor te gebruiken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
F225F
FL225F
F250D
FL250D
F300B
FL300B
F250D1
F300B1
6CE-28199-71-D0
DMU25052
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te
gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens
het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij
wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25107
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui-
tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie over juiste bediening, on-
derhoud en zorg. Een grondig begrip van
deze eenvoudige instructies zal u helpen om
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in-
dien u vragen over de bediening of onder-
houd van uw buitenboordmotor hebt.
In deze gebruikershandleiding is bijzonder
belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheids-
waarschuwingen. Het wordt gebruikt om u
op mogelijke verwondinggevaren te wijzen.
Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit
symbool op om mogelijke verwondingen of
overlijden te voorkomen.
WAARSCHUWING
DWM00781
Een WAARSCHUWING wijst op een ge-
vaarlijke situatie die kan leiden tot de
dood of ernstige letsels als ze niet wordt
vermeden.
OPGELET
DCM00701
Een alinea die vooraf wordt gegaan door
OPGELET vermeldt speciale voorzorgs-
maatregelen die moeten worden geno-
men om schade aan de
buitenboordmotor of aan andere eigen-
dommen te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om
handelingen gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
productontwerp en kwaliteit. Daarom, on-
danks dat deze handleiding de laatste pro-
ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin-
gen tussen uw machine en deze handleiding
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u
enige vragen aangaande dit handboek heeft.
Yamaha raadt aan dat u het product correct
gebruikt en de gespecificeerde periodieke in-
specties en onderhoud correct uitvoert vol-
gens de instructies in de
gebruikershandleiding, om een lang leven
van het product te verzekeren. Elke schade,
veroorzaakt door het niet volgen van deze in-
structies, valt niet onder de garantie.
Sommige landen hanteren wetten of regels
die gebruikers verbieden het product mee te
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan
het registreren van het product in het land
van bestemming onmogelijk maken. Daar-
naast kan de garantie in sommige gebieden
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de
dealer waar het product is aangeschaft voor
meer informatie, indien u het product mee
wilt nemen naar een ander land.
Indien het gekochte product reeds was ge-
bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij-
zijnde dealer voor herregistratie en om recht
te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F225FET, FL225FET, F250DET,
FL250DET, F300BET, FL300BET,
F250DET1, FL250DET1, F300BET1,
FL300BET1 en de standaardaccessoires
worden gebruikt als basis voor de verklarin-
gen en afbeeldingen in deze handleiding.
Daardoor kunnen sommige onderdelen niet
op ieder model van toepassing zijn.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25121
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B,
FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2011 door Yamaha Motor Co., Ltd.
2e Uitgave, november 2011
Alle rechten voorbehouden.
Elke herdruk of onbevoegd gebruik
zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Inhoud
Veiligheidsinformatie........................ 1
Buitenboordmotorveiligheid.............. 1
Propeller............................................ 1
Draaiende onderdelen ...................... 1
Hete onderdelen ............................... 1
Elektrische schokken ........................ 1
Trim- en kantelbekrachtiging............. 1
Noodstopkoord.................................. 1
Benzine ............................................. 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine ........................................... 2
Koolmonoxide ................................... 2
Wijzigingen........................................ 2
Scheepvaartveiligheid ...................... 2
Alcohol en verdovende middelen...... 2
Zwemvesten...................................... 2
Mensen in het water.......................... 2
Passagiers ........................................ 3
Overladen ......................................... 3
Vermijd botsingen ............................. 3
Weersomstandigheden ..................... 3
Passagiersopleiding.......................... 4
Scheepvaartveiligheidspubli-
caties .............................................. 4
Wetten en voorschriften .................... 4
Algemene informatie......................... 5
Plaats voor identificatienummers .....5
Buitenboordmotorserienummer......... 5
Serienummer van de digital
electronic control............................. 5
Sleutelnummer.................................. 6
EG-verklaring van
overeenstemming........................... 6
CE-label ...........................................6
Lees handleidingen en labels........... 7
Waarschuwingslabels ...................... 7
Specificaties en vereisten ..............10
Technische gegevens .................... 10
Installatievereisten .........................11
Bootvermogen (pk) ......................... 11
Buitenboordmotor monteren ........... 12
Yamaha Security System ............... 12
Vereisten voor de digital
electronic control .......................... 12
Accuvereisten................................. 13
Technische gegevens van de
accu ..............................................13
Monteren van de accu..................... 13
Meerdere accu’s.............................. 13
Propellerkeuze............................... 13
Modellen met tegengestelde
draaiing ......................................... 14
Neutraal-startbeveiliging ................ 14
Motorolievereisten.......................... 14
Brandstofvereisten......................... 15
Benzine ........................................... 15
Anti-fouling..................................... 16
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten ...................................... 17
Nooduitrusting................................ 17
Uitlaatregelingsinformatie .............. 17
Noord-Amerikaanse modellen......... 17
Sterrenlabels ................................... 18
Componenten.................................. 20
Schematische voorstelling van
de componenten .......................... 20
Afstandsbedieningzender ............... 23
Ontvanger ...................................... 24
Yamaha Security
System vergrendel-
en ontgrendelmodus ..................... 24
Digital Electronic Control-doos........25
Lampje “digital electronic
control actief” ................................25
Waarschuwingslampje van de
digital electronic control ................26
Bedieningshendel............................ 26
Schakelaar voor het losmaken
van de gashendel.......................... 27
Gashendelfrictieafstelling ................ 28
Noodstopkoord en clip .................... 28
Hoofdschakelaar ............................. 29
Start/stop-schakelaarpaneel ........... 29
Alles starten/stoppen-
schakelaarpaneel.......................... 30
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
op digital electronic control ...........30
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
Inhoud
aan onderkant motorkap............... 30
Trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaars
(type voor twee motoren).............. 31
Trimtap met anode.......................... 31
Kantelsteunhendel voor model
met trim- en
kantelbekrachtiging....................... 32
Motorkapvergrendelhendel ............. 32
Doorspoelplug................................. 33
Brandstoffilter.................................. 33
Instrumenten en
verklikkerlampjes ............................ 34
6Y9 Multifunction Color Gauge ...... 34
YAMAHA SECURITY SYSTEM-
indicator ........................................ 34
Motorwarmdraai-indicator ............... 34
Motorsynchronisatie-indicator ......... 35
Oververhittingswaarschuwing ......... 35
Oliedrukwaarschuwing.................... 35
Waterafscheiderwaarschuwing ....... 36
Waarschuwing voor lage
accuspanning................................ 36
Motorstoringwaarschuwing ............. 37
6Y8 Multifunctionele meters...........37
6Y8 Multifunctionele
toerentellers .................................38
Yamaha Security
System-informatie ........................ 39
Oliedrukwaarschuwing.................... 39
Oververhittingswaarschuwing ......... 40
Waterafscheiderwaarschuwing ....... 40
Motorstoringwaarschuwing ............. 41
Waarschuwing voor lage
accuspanning................................ 41
6Y8 Multifunctionele snelheid &
brandstofmeters ........................... 42
6Y8 Multifunctionele
snelheidsmeters ........................... 43
6Y8 Multifunctionele
brandstofbeheermeters ................ 44
Optionele meters............................44
Motorcontrolesysteem.................... 45
Waarschuwingssysteem ................45
Digital Electronic Control-
waarschuwing ............................... 45
Oververhittingswaarschuwing ......... 45
Oliedrukwaarschuwing .................... 47
Waterafscheiderwaarschuwing .......48
Installatie ......................................... 49
Installatie........................................ 49
De buitenboordmotor monteren ...... 49
Werking............................................ 51
Eerste gebruik................................ 51
De motor met motorolie vullen ........ 51
Inlopen van de motor ...................... 51
Leer uw boot kennen....................... 51
Controleert voordat de motor
wordt gestart ................................ 52
Brandstofpeil ................................... 52
Motorkap verwijderen......................52
Brandstofsysteem ........................... 52
Bedieningselementen...................... 53
Noodstopkoord................................53
Motorolie ......................................... 53
Buitenboordmotor............................ 54
Doorspoelplug ................................. 54
Installeren van de motorkap............54
Controleren van het trim- en
kantelbekrachtigingssysteem........ 56
Accu ................................................ 57
Brandstof bijvullen.......................... 57
De motor gebruiken ....................... 58
Brandstof verzenden ....................... 58
Starten van de motor....................... 58
Controles na het starten van de
motor............................................ 60
Koelwater ........................................ 60
De motor laten warmdraaien.......... 61
Modellen met elektrische starter ..... 61
Controles na het warmdraaien
van de motor................................ 61
Schakelen ....................................... 61
Stopschakelaars.............................. 61
Schakelen ...................................... 61
De boot stoppen............................. 62
Stapvoets varen............................. 62
Regelen van de snelheid voor
stapvoets varen............................. 62
Motor uitschakelen......................... 63
Inhoud
Procedure voor het stoppen van
de motor........................................ 63
De buitenboordmotor trimmen .......64
Instellen van de trimhoek
(trim- en kantelbekrachtiging) .......65
Boottrim instellen ............................ 66
Omhoog en omlaag kantelen ......... 66
Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 67
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 68
Ondiep water .................................69
Varen in ondiep water ..................... 69
Varen in andere
omstandigheden........................... 70
Onderhoud.......................................72
Vervoeren en opbergen van de
buitenboordmotor ......................... 72
Opbergen van de
buitenboordmotor.......................... 72
Procedure ....................................... 73
Smering........................................... 73
Spoelen van koelwatermantel......... 73
Controleren van geverfd
oppervlak van de
buitenboordmotor.......................... 75
Periodiek onderhoud ...................... 75
Vervangingsonderdelen .................. 75
Zware gebruiksomstandigheden..... 75
Onderhoudsschema 1..................... 77
Onderhoudsschema 2..................... 79
Smeren ........................................... 80
Inspecteren van de bougie.............. 81
Controle van het
motorvrijlooptoerental ...................82
Motorolie verversen ........................ 83
Inspecteer bedrading en
aansluitstukken ............................. 85
Inspecteren van de propeller .......... 85
Verwijderen van de propeller .......... 86
Installeren van de propeller............. 86
Verversen van tandwielolie ............. 87
Inspecteren en vervangen van
elektrode(n)................................... 89
Controleren van de accu
(voor modellen met elektrische
starter)........................................... 90
Aansluiten van de accu ................... 90
Loskoppelen van de accu ............... 92
Opbergen van de batterij................. 92
Herstellen van defecten.................. 93
Problemen verhelpen..................... 93
Tijdelijke handeling in een
noodgeval .................................... 97
Impact schade.................................97
Slechts één motor laten draaien
(tweemotorige boten) .................... 97
Vervangen van de zekering ............ 98
De trim- en
kantelbekrachtigingseenheid
werkt niet....................................... 99
Waarschuwingslampje van
waterafscheider knippert tijdens
varen............................................. 99
Behandeling van
ondergedompelde motor............ 101
1

Veiligheidsinformatie

DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen
tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood
worden wanneer ze in contact komen met de
propeller. De propeller kan blijven bewegen
wanneer de motor in neutraal staat, en de
scherpe randen van de propeller kunnen ook
snijwonden veroorzaken terwijl de propeller
stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water be-
vindt.
Houd mensen uit de buurt van de propel-
ler, zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU40271
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk-
ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende on-
derdelen van de motor, met ernstige verwon-
dingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw han-
den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van
eventuele blootliggende bewegende onder-
delen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde mo-
toronderdelen heet genoeg om brandwon-
den te veroorzaken. Vermijd iedere
aanraking met onderdelen onder de motor-
kap tot de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij
het starten van de motor of terwijl de motor
draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken.
DMU33660
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd
tussen de motor en de klembeugel wanneer
de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd li-
chaamsdelen te allen tijde uit deze zone.
Vergewis u ervan dat er zich niemand in
deze zone bevindt alvorens het trim- en kan-
telbekrachtigingsmechanisme te laten wer-
ken.
De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars
werken ook wanneer de hoofdschakelaar op
uit staat. Houd mensen uit de buurt van de
schakelaars tijdens werkzaamheden rond-
om de motor.
Kom nooit onder het staartstuk als het ge-
kanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhen-
del vergrendeld is. Als de buitenboordmotor
per ongeluk valt, kunt u ernstig gewond ra-
ken.
DMU41251
Noodstopkoord
Bevestig de noodstopkoord zo dat de motor
stopt wanneer de gebruiker overboord valt of
de stuurhendel verlaat. Dat om te voorko-
men dat de boot stuurloos verder vaart en
mensen achterlaat, of over mensen of voor-
werpen vaart.
Bevestig de noodstopkoord tijdens het ge-
bruik van de motor altijd op een veilige plaats
aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak
ze niet los om de stuurhendel te verlaten ter-
wijl de boot vaart. Bevestig de motoruitscha-
kelkoord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de motoruitscha-
kelkoord niet langs punten waar ze verstrikt
Veiligheidsinformatie
2
kan raken, zodat ze haar functie niet langer
vervult.
Leid de motoruitschakelkoord niet langs
plaatsen waar de kans groot is dat er per on-
geluk aan wordt getrokken. Als er aan de
motoruitschakelkoord wordt getrokken tij-
dens het varen, wordt de motor uitgescha-
keld en kunt u de boot niet meer besturen.
De boot zou snel kunnen vertragen, waar-
door passagiers en voorwerpen voorwaarts
worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 58 om
het risico van brand en explosie zo klein mo-
gelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van
benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine
morst, veeg hem dan onmiddellijk op met
droge doeken. Werp de doeken weg zoals
het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi-
ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp
hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Tracht nooit brandstof over te he-
velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool-
monoxide bevatten, een kleur- en geurloos
gas dat hersenschade of de dood van ver-
oorzaken bij inademing. Symptomen van
koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buiten-
boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang-
rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te
leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen.
Intoxicatie is een van de voornaamste facto-
ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op
het water.
DMU40280
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en niet-
zwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstan-
digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui-
kers, telkens wanneer de motor draait. Wan-
neer er zich iemand in het water bevindt
vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt
u de motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
Veiligheidsinformatie
3
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wan-
neer de motor in neutraal staat. Schakel de
motor uit wanneer er zich een persoon vlak-
bij de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri-
kant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats heb-
ben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de
boot valt ten gevolge van golven, kielzog of
plotse snelheids- of richtingsveranderingen.
Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft
genomen in de boot, dient u uw passagiers
te waarschuwen wanneer u een ongewoon
manoeuvre dient te maken. Tracht opsprin-
gende golven en kielzog steeds te vermij-
den.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de
bootfabrikant voor het toegestane maxi-
mumgewicht en maximumaantal passagiers.
Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren
over de boot is verdeeld in overeenstemming
met de instructies van de bootfabrikant. Het
overladen of verkeerd verdelen van het ge-
wicht over de boot kan de bestuurbaarheid
van de boot in het gedrang brengen en lei-
den tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor men-
sen, voorwerpen en andere boten. Wees op
uw hoede voor omstandigheden die de zicht-
baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voor-
werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever-
lies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge-
slingerd.
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen heb-
ben en dat het afzetten van de motor of het
verminderen van de stuwkracht de wen-
baarheid kunnen verminderen. Als u niet
zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om
een voorwerp te ontwijken, geef dan gas
bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer-
bericht. Controleer de weersvoorspellingen
alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen
in gevaarlijk weer.
ZMU06025
Veiligheidsinformatie
4
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas-
sagier opgeleid is in het besturen van de
boot in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids-
voorschriften. Bijkomende publicaties en in-
formatie kunt u bekomen bij heel wat
scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen,
en leef deze na. Er gelden verschillende re-
gels naar gelang van de geografische plaats,
maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de
Internationale Scheepvaartregels.
5

Algemene informatie

DMU25171
Plaats voor
identificatienummers
DMU25184
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor
staat vermeld op het label op de bakboordzij-
de van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de daartoe voorziene ruimten om op te ge-
ven bij het bestellen van wisselstukken bij uw
Yamaha-dealer of als referentie in geval uw
buitenboordmotor wordt gestolen.
DMU34943
Serienummer van de digital
electronic control
Het serienummer van de digital electronic
control werd gestempeld op het label dat
zich op de behuizing van de digital electronic
control bevindt.
Noteer het serienummer van uw digital elec-
tronic control in de daarvoor bestemde zo-
nes om u te helpen wanneer u de digital
electronic control voor het eerst aansluit op
uw buitenboordmotor.
NOTA:
Raadpleeg uw Yamaha-dealer als u vragen
hebt betreffende het serienummer van de di-
gital electronic control.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
1
ZMU07134
1. Plaats van het serienummer van de digital
electronic control
ZMU05885
1
ZMU05887
1
Algemene informatie
6
DMU41570
Sleutelnummer
Het sleutelidentificatienummer werd in de re-
serversleutel gestempeld zoals u kunt zien in
de afbeelding. Bewaar de reservesleutel op
een veilige plaats en noteer dit nummer in de
voorziene ruimte als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
DMU37290
EG-verklaring van
overeenstemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal-
de gedeelten van de Europese richtlijnen in-
zake machines.
Iedere conforme buitenboordmotor wordt
geleverd met de EG-verklaring van overeen-
stemming. De EG-verklaring van overeen-
stemming bevat de volgende informatie:
Naam van de motorfabrikant
Modelnaam
Productcode van model (goedgekeurde
modelcode)
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25204
CE-label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label vol-
doen aan de richtlijnen van; 98/37/EG,
94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
1. Sleutelnummer
1
ZMU07133
1. Positie van het CE-label
1
ZMU07135
ZMU06040
Algemene informatie
7
DMU33523
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
Lees deze handleiding.
Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer
voor vervanglabels.
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
1
2
3
ZMU07261
Algemene informatie
8
DMU34651
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be-
tekenen het volgende.
1
WAARSCHUWING
DWM01681
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen
terwijl de motor draait.
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen
aanraken of verwijderen.
2
WAARSCHUWING
DWM01671
Lees de handleiding en de labels.
Draag een goedgekeurd zwemvest.
Bevestig de uitschakelkoord (seizing)
aan uw zwemvest, uw arm of uw been
zodat de motor stopt wanneer u de
stuurhendel per ongeluk verlaat, om te
voorkomen dat de boot op hol kan
slaan.
DMU33850
Andere labels
1
2
ZMU06191
3
ZMU05710
Algemene informatie
9
DMU35132
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het vol-
gende.
Let op/Waarschuwing
Lees de gebruikershandleiding
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
Elektrisch gevaar
ZMU05696
ZMU05664
ZMU05665
ZMU05666
10

Specificaties en vereisten

DMU40500
Technische gegevens
NOTA:
“(SUS)” geeft aan dat de specificatie geldt
voor de buitenboordmotor wanneer hij is uit-
gerust met een roestvrij stalen schroef.
DMU2821K
Maat:
Totale lengte:
958 mm (37.7 in)
Totale breedte:
634 mm (25.0 in)
Totale hoogte X:
1890 mm (74.4 in)
Totale hoogte U:
2017 mm (79.4 in)
Spiegel hoogte X:
643 mm (25.3 in)
Spiegel hoogte U:
770 mm (30.3 in)
Gewicht (SUS) X:
260.0 kg (573 lb)
Gewicht (SUS) U:
268.0 kg (591 lb)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
5000–6000 omw/min
Maximum uitgangsvermogen:
F225FET 165.5 kW bij 5500 omw/min
(225 PK bij 5500 omw/min)
F250DET 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
F250DET1 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
F300BET 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
F300BET1 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
FL225FET 165.5 kW bij 5500
omw/min (225 PK bij 5500 omw/min)
FL250DET 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
FL250DET1 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
FL300BET 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
FL300BET1 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
Vrijlooptoerental (in neutraal):
650 50 omw/min
Motor:
Type:
4-takt V
Slag:
4169.0 cm
3
Boring slag:
96.0 96.0 mm (3.78 3.78 in)
Ontstekingssysteem:
TCI
Bougie met weerstand (NGK):
LFR6A-11
Electrode afstand bougie:
1.0–1.1 mm (0.039–0.043 in)
Besturingssysteem:
Afstandsbediening
Startsysteem:
Elektrische starter
Carburateur met start systeem:
Elektronische brandstofinjectie
Klepspeling (koude motor) IL:
0.17–0.24 mm (0.0067–0.0094 in)
Klepspeling (koude motor) UL:
0.31–0.38 mm (0.0122–0.0150 in)
Min. koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
640.0 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC):
80 A/u
Maximumdynamovermogen:
70 A
Aandrijvingseenheid:
Tandwielposities:
Specificaties en vereisten
11
Vooruit - Neutraal - Achteruit
Overbrengingsverhouding:
1.75(21/12)
Trim- en kantelsysteem:
Trim- en kantelbekrachtiging
Propellermerkteken:
F225FET T
F250DET T
F250DET1 T
F300BET T
F300BET1 T
FL225FET TL
FL250DET TL
FL250DET1 TL
FL300BET TL
FL300BET1 TL
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
F225FET Normale loodvrije benzine
F250DET Normale loodvrije benzine
F250DET1 Normale loodvrije benzi-
ne
F300BET Loodvrije superbenzine
F300BET1 Loodvrije superbenzine
FL225FET Normale loodvrije benzine
FL250DET Normale loodvrije benzi-
ne
FL250DET1 Normale loodvrije benzi-
ne
FL300BET Loodvrije superbenzine
FL300BET1 Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal:
F225FET 90
F250DET 90
F250DET1 90
F300BET 94
F300BET1 94
FL225FET 90
FL250DET 90
FL250DET1 90
FL300BET 94
FL300BET1 94
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Totale motoroliehoeveelheid
(oliecarterinhoud):
7.1 L (7.50 US qt, 6.25 Imp.qt)
Smering:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielolie SAE 90 of 80W-90,
API GL-5
Tandwieloliehoeveelheid:
1.040 L (1.099 US qt, 0.915 Imp.qt)
Aanspankoppel:
Bougie:
28.0 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb)
Propellermoer:
54.0 Nm (5.51 kgf-m, 39.8 ft-lb)
Motorolieaftapbout:
27.0 Nm (2.75 kgf-m, 19.9 ft-lb)
Motoroliefilter:
18.0 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau
(ICOMIA 39/94 en 40/94):
79.6 dB(A)
DMU33554
Installatievereisten
DMU40480
Bootvermogen (pk)
WAARSCHUWING
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ern-
stige instabiliteit veroorzaken.
Alvorens de buitenboordmotor te installeren,
dient u na te gaan of het vermogen van de
buitenboordmotor niet hoger is dan het toe-
gestane maximumvermogen vermeld op de
Specificaties en vereisten
12
capaciteitsplaat van de boot. Als de boot
geen capaciteitsplaat heeft, neem dan con-
tact op met de fabrikant van de boot.
DMU40490
Buitenboordmotor monteren
WAARSCHUWING
DWM02500
Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan-
digheden leiden, zoals een gebrekkige
bestuurbaarheid, verlies van controle
of brand.
Aangezien de buitenboordmotor zeer
zwaar is, is speciale uitrusting en oplei-
ding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva-
ring in het optuigen van boten moet de bui-
tenboordmotor monteren met behulp van de
correcte apparatuur en de complete optui-
ginstructies. Voor meer informatie, zie pagi-
na 49.
DMU41592
Yamaha Security System
OPGELET
DCM02460
Het Yamaha Security System wordt ver-
kocht in overeenstemming met de gel-
dende wetten en voorschriften inzake het
uitzenden van radiogolven. Dat betekent
dat wanneer dit product wordt gebruikt
buiten het land waar het werd gekocht,
het mogelijk niet voldoet aan de wetten of
voorschriften inzake het uitzenden van
radiogolven in het land waar het wordt
gebruikt. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
voor meer gedetailleerde informatie.
De buitenboordmotor met dit label is uitge-
rust met het Yamaha Security System voor
diefstalbeveiliging, dat bestaat uit een ont-
vanger en een afstandsbedieningzender. De
motor kan niet worden gestart als het bevei-
ligingssysteem in de vergrendelmodus staat.
Hij kan alleen worden gestart in de ontgren-
delmodus. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
voor het installeren van de ontvanger.
DMU34952
Vereisten voor de digital
electronic control
De digital electronic control moet worden uit-
gerust met (een) neutraal-startbeveili-
ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de
motor uitsluitend in neutraal kan worden ge-
start.
WAARSCHUWING
DWM01580
Als de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen,
waardoor er een botsing kan worden
veroorzaakt of passagiers over boord
kunnen worden geworpen.
Wanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging
niet correct en mag u de buitenboord-
motor niet langer gebruiken. Neem con-
tact op met uw Yamaha-dealer.
Deze digital electronic control is alleen ver-
krijgbaar voor de buitenboordmotor die u
hebt gekocht.
Alvorens de digital electronic control te ge-
bruiken, dient u ze in te stellen om alleen uw
buitenboordmotor te bedienen. Anders zal
ZMU07305
Specificaties en vereisten
13
het niet mogelijk zijn uw buitenboordmotor te
bedienen.
U dient de buitenboordmotor en de digital
electronic control in de volgende gevallen in
te stellen.
Als er een tweedehands buitenboordmotor
wordt geïnstalleerd
Als de digital electronic control wordt ver-
vangen
Als de ECM (Electronic Control Module,
elektronische besturingsmodule) van de
tweedehands buitenboordmotor wordt ver-
vangen
Als de ECM (Electronic Control Module,
elektronische besturingsmodule) van de
digital electronic control wordt vervangen
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor het in-
stellen.
DMU25694
Accuvereisten
DMU25721
Technische gegevens van de accu
De motor kan niet worden gestart als de ac-
cuspanning te laag is.
DMU36290
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro-
ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in
de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta-
len voorwerpen in hetzelfde comparti-
ment als de accu. Dat kan leiden tot
brand, explosies of vonken.
[DWM01820]
DMU36300
Meerdere accu’s
Om meerdere accu’s aan te sluiten, bijvoor-
beeld in boten met meerdere motoren of in
geval van een hulpaccu, dient u uw Yamaha-
dealer te raadplegen in verband met de keu-
ze van de accu en de correcte bedrading.
DMU41600
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboord-
motor is het selecteren van de juiste propel-
ler een van de belangrijkste beslissingen die
een booteigenaar dient te nemen. Het type,
de omvang en het ontwerp van uw propeller
hebben een rechtstreekse invloed op de ac-
celeratie, de topsnelheid, het brandstofver-
bruik en zelfs de levensduur van de motor.
Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers
voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en
voor alle mogelijke toepassingen.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kie-
zen van de juiste propeller voor uw specifie-
ke behoeften. Kies een propeller die de
motor in staat stelt het middelste of bovenste
gedeelte van het toerentalbereik te bereiken
bij volgas en maximumlading. In het alge-
meen geldt dat een propeller met een grote-
re spoed geschikt is voor geringere
bedrijfsbelastingen en een propeller met een
kleinere spoed voor grotere belastingen. Als
u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, se-
lecteer dan een propeller die de motor in
staat stelt te draaien binnen het toerentalbe-
reik voor uw maximumbelasting, maar denk
eraan dat u de gashendelstand mogelijk
moet aanpassen om binnen het aanbevolen
motortoerentalbereik te blijven wanneer u
lichtere ladingen vervoert.
Yamaha beveelt het gebruik aan van een
propeller die geschikt is voor het “Shift Dam-
pener System (SDS)”. Raadpleeg uw
Minimum koudstartstroomsterkte
(CCA/EN):
640.0 A
Minimum nominaal vermogen
(20HR/IEC):
80 A/u
Specificaties en vereisten
14
Yamaha-dealer voor meer informatie.
Voor het controleren van de propeller, zie
pagina 85.
DMU36310
Modellen met tegengestelde draaiing
Standaardbuitenboordmotoren draaien in de
richting van de wijzers van de klok. Modellen
met tegengestelde draaiing draaien in tegen-
wijzerzin. Modellen met tegengestelde
draaiing worden normaal gebruikt op boten
met meerdere motoren en dragen een “L” op
de tandwielkast boven de anti-cavitatieplaat.
Bij tegengesteld draaiende modellen moet u
een propeller gebruiken die gemaakt is om
tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Dergelijke propellers zijn herkenbaar aan de
letter “L” achter de maataanduiding op de
propeller. WAARSCHUWING! Gebruik
nooit een standaardpropeller in combina-
tie met een motor met tegengestelde
draaiing, of een propeller met tegenge-
stelde draaiing in combinatie met een
standaardmotor. Anders kan de boot ver-
trekken in de tegengestelde richting van
de verwachte richting (bijvoorbeeld ach-
terwaarts in plaats van voorwaarts), wat
tot ongevallen kan leiden.
[DWM01810]
Voor instructies over het demonteren en in-
stalleren van de propeller, zie pagina 86 en
86.
DMU35140
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door
Yamaha goedgekeurde digital electronic
controlen zijn uitgerust met (een) neutraal-
startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er-
voor dat de motor uitsluitend kan worden ge-
start wanneer hij in neutraal staat. Zet de
schakelhendel altijd in neutraal wanneer u
de motor start.
DMU41951
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge-
middelde temperaturen in de streek waar de
buitenboordmotor zal worden gebruikt.
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
ZMU05937
-
3
12
ZMU04608
-
x
123
Specificaties en vereisten
15
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie
type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar
zijn, selecteert u een alternatief olietype ver-
meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
Aanbevolen motorolie type 2
DMU36360
Brandstofvereisten
DMU40201
Benzine
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met
het vereiste minimumoctaangetal. Als de
motor geklop of gepingel begint te vertonen,
gebruik dan een ander merk benzine of lood-
vrije superbenzine.
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL
Totale motoroliehoeveelheid
(oliecarterinhoud):
7.1 L (7.50 US qt, 6.25 Imp.qt)
Motorolieverversingshoeveelheid
(bij periodiek onderhoud):
Zonder oliefiltervervanging:
6.0 L (6.34 US qt, 5.28 Imp.qt)
Met oliefiltervervanging:
6.3 L (6.66 US qt, 5.54 Imp.qt)
ZMU06854
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SE
SF
SG
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
10W–30
10W–40
5W–30
ZMU06855
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
15W–40
20W–40
20W–50
Specificaties en vereisten
16
OPGELET
DCM01981
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor
ernstig beschadigen.
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Veront-
reinigde brandstof kan de prestaties
van de motor aantasten of motorscha-
de veroorzaken. Gebruik uitsluitend
verse benzine die zuivere bussen werd
bewaard.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met
ethanol (E10) en gasohol met methanol. Et-
hanol kan worden gebruikt als het ethanolge-
halte niet meer dan 10% bedraagt en de
brandstof voldoet aan de minimumoctaange-
tallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol
bevat en die niet mag worden gebruikt in uw
buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die
meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen
schade aan het brandstofsysteem of motor-
start- en -bedrijfsproblemen veroorzaken.
Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol
met methanol omdat die schade kan veroor-
zaken aan het brandstofsysteem of de mo-
torprestaties kan aantasten.
Het verdient aanbeveling een waterafschei-
dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10
micron) te installeren tussen de brandstof-
tank en de buitenboordmotor van uw boot
wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is
geweten dat het de absorptie van vocht in
brandstoftanks en -systemen van boten be-
vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot
corrosie van metalen brandstofsysteemon-
derdelen en tot start- en werkingsproblemen
en extra onderhoud van het brandstofsys-
teem noodzakelijk maken.
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van
de boot. De onderzijde van de boot moet zo-
veel mogelijk vrij worden gehouden van aan-
groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van
de boot worden bestreken met een voor uw
streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko-
ming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet
bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten
van de motor bespoedigen.
Aanbevolen brandstof:
F225FET Normale loodvrije benzine
F250DET Normale loodvrije benzine
F250DET1 Normale loodvrije benzine
F300BET Loodvrije superbenzine
F300BET1 Loodvrije superbenzine
FL225FET Normale loodvrije benzine
FL250DET Normale loodvrije benzine
FL250DET1 Normale loodvrije benzi-
ne
FL300BET Loodvrije superbenzine
FL300BET1 Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal:
F225FET 90
F250DET 90
F250DET1 90
F300BET 94
F300BET1 94
FL225FET 90
FL250DET 90
FL250DET1 90
FL300BET 94
FL300BET1 94
Specificaties en vereisten
17
DMU40301
Buitenboordmotorafdankingsv
ereisten
Dank de buitenboordmotor nooit op een ille-
gale manier af. Yamaha raadt u aan uw
dealer te raadplegen in verband met het af-
danken van de buitenboordmotor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het
geval u motorpech krijgt.
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu-
sief metrieke maten) en isolatietape.
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
DMU39000
Uitlaatregelingsinformatie
De volgende labels bevinden zich op buiten-
boordmotoren die voldoen aan de US-voor-
schriften.
DMU25230
Noord-Amerikaanse modellen
Deze motor voldoet aan de reglementen van
het Amerikaanse “Environmental Protection
Agency” (EPA) voor SI scheepsmotoren. Kijk
op het label op de motor voor meer gege-
vens.
DMU31561
Goedgekeurd label van uitlaatregelings-
attest
Dit label is op de onderkap bevestigd.
New Technology; (4-stroke) MFI
DMU25263
Fabricagedatumlabel
Dit label bevindt zich op de klembeugel of de
zwenkbeugel.
1. Situering van Goedkeuringslabel
1
ZMU06892
ZMU06894
EMISSION CONTROL INFORMATION MFI
THIS ENGINE CONFORMS TO CALIFORNIA AND U.S. EPA EXHAUST
REGULATIONS FOR SI MARINE ENGINES. REFER TO THE OWNER'S
MANUAL FOR MAINTENANCE SPECIFICATIONS AND ADJUSTMENTS.
MEETS U.S. EPA EVAP STANDARDS USING CERTIFIED COMPONENTS.
FAMILY:
DISPLACEMENT: liters
SPARK PLUG:
FUEL: GASOLINE
FELs(HC+NOx / CO)
: / g/kW-hr MAX POWER: kW
IDLE SPEED: ± rpm IN NETRAL
SPARK PLUG GAP (mm):
VALVE LASH (mm) IN: EX:
YAMAHA MOTOR CO.,LTD.
Specificaties en vereisten
18
DMU25274
Sterrenlabels
Uw buitenboordmotor is voorzien van een
sterrenlabel van de California Air Resources
Board (CARB). Kijk hieronder voor een be-
schrijving van uw specifieke label.
DMU40330
Een sterGeringe uitstoot
Het label met één ster identificeert motoren
die voldoen aan de uitlaatnormen van de Air
Resources Board voor “Personal Watercraft
and Outboard marine engines” van 2001.
Motoren die voldoen aan deze normen verto-
nen een 75% geringere uitstoot dan conven-
tionele tweetaktmotoren met carburateur.
Deze motoren zijn equivalent met de 2006
normen voor scheepsmotoren van de U.S.
EPA.
DMU40340
Twee sterrenHeel geringe uitstoot
Het label met twee sterren identificeert moto-
ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de
Air Resources Board voor “Personal Water-
craft and Outboard marine engines” van
2004. Motoren die voldoen aan deze normen
vertonen een 20% geringere uitstoot dan
motoren met een label met één ster.
1. Situering van fabricagedatumlabel
1. Plaats van de sterrenlabels
1
ZMU06896
1
ZMU07138
ZMU01702
ZMU01703
Specificaties en vereisten
19
DMU40350
Drie sterrenUltrageringe uitstoot
Het label met drie sterren identificeert moto-
ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de
Air Resources Board voor “Personal Water-
craft and Outboard marine engines” van
2008 of de uitlaatnormen voor “Sterndrive
and Inboard marine engines” van 2003-
2008. Motoren die voldoen aan deze normen
vertonen een 65% geringere uitstoot dan
motoren met een label met één ster.
DMU33861
Vier sterrenSuperultrageringe uitstoot
Het label met vier sterren identificeert moto-
ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de
Air Resources Board voor 2009. Buiten-
boordmotoren voor persoonlijke vaartuigen
en voor zeevaartuigen voldoen mogelijk ook
aan deze normen. Motoren die voldoen aan
deze normen vertonen een 90% geringere
uitstoot dan motoren met een label met één
ster.
ZMU01704
ZMU05663
20

Componenten

DMU2579Y
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan-
daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
1
3
5
6
7
8
9
9
10
9
11
11
8
4
2
ZMU07139
1. Motorkap
2. Leegloopopening
3. Anti-cavitatieplaat
4. Trimtap (anode)
5. Propeller*
6. Koelwaterinlaat
7. Klembeugel
8. Kantelsteunhendel
9. Motorkapvergrendelhendel
10. Doorspoelplug
11. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
Componenten
21
7
11
12
9
8
13
3
1
2
4
5
6
3
10
4
5
ZMU07140
1. Ontstekingsspoel
2. Oliepeilstok
3. Motorkapvergrendelhendel
4. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
5. Doorspoelplug
6. Oliepeilplug
7. Tandwielolieaftapschroef
8. Koelwaterinlaat
9. Anode
10. Trim- en kantelbekrachtigingseenheid
11. Brandstoffilter
12. Zekeringkast
13. Olievuldop
Componenten
22
1
2
3
ZMU07202
7
8
4
7
8
5
6
10
9
1. Digital electronic control (voor één motor)*
2. Schakelaarpaneel (voor gebruik met één
motor)*
3. Digital electronic control (voor twee moto-
ren)*
4. Schakelaarpaneel (voor gebruik met twee
motoren)*
5. Start/stop-schakelaarpaneel (voor gebruik
met twee motoren)*
6. Alles starten/stopen-schakelaarpaneel (voor
gebruik met twee motoren)*
7. Motoruitschakelaar*
8. Clip*
9. Afstandsbedieningzender*
10. Ontvanger*
Componenten
23
DMU38591
Afstandsbedieningzender
De vergrendel- en ontgrendelmodi van het
Yamaha Security System worden in- en uit-
geschakeld met de afstandsbedieningzen-
der. Wanneer de motor draait, kan de
ontvanger het signaal van de afstandsbedie-
ning niet ontvangen.
Berg de afstandsbedieningzender zorgvul-
dig op, zodat u hem niet verliest.
OPGELET
DCM02100
De afstandsbedieningzender is niet he-
lemaal waterdicht. Dompel de zender
niet onder en gebruik hem niet onder
water. Als de zender in water heeft gele-
gen, droog hem dan af met een zachte,
1
4
6
3
2
5
7
ZMU07205
1. Toerenteller (vierkant type)*
2. Toerenteller (rond type)*
3. Snelheidsmeter (vierkant type)*
4. Snelheids- & brandstofmeter (vierkant type)*
5. Snelheids- & brandstofmeter (rond type)*
6. Brandstofbeheermeter (vierkant type)*
7. 6Y9 Multifunction Color Gauge*
ZMU06455
Loading...
+ 80 hidden pages