Yamaha FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B User Manual

...
F225F FL225F F250D FL250D F300B FL300B F250D1 FL250D1 F300B1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw bui-
tenboordmotor te gebruiken.
6CE-28199-71-D0
DMU25052
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
WAARSCHUWING
OPGELET
NOTA:
NOTA:
DMU25107
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui­tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding bevat informatie over juiste bediening, on­derhoud en zorg. Een grondig begrip van deze eenvoudige instructies zal u helpen om maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in­dien u vragen over de bediening of onder­houd van uw buitenboordmotor hebt. In deze gebruikershandleiding is bijzonder belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheids­waarschuwingen. Het wordt gebruikt om u op mogelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit symbool op om mogelijke verwondingen of overlijden te voorkomen.
DWM00781
Een WAARSCHUWING wijst op een ge­vaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstige letsels als ze niet wordt vermeden.
DCM00701
Een alinea die vooraf wordt gegaan door OPGELET vermeldt speciale voorzorgs­maatregelen die moeten worden geno­men om schade aan de buitenboordmotor of aan andere eigen­dommen te voorkomen.
Een NOTA geeft belangrijke informatie om handelingen gemakkelijker of duidelijker te maken.
productontwerp en kwaliteit. Daarom, on­danks dat deze handleiding de laatste pro­ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin­gen tussen uw machine en deze handleiding zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u enige vragen aangaande dit handboek heeft. Yamaha raadt aan dat u het product correct gebruikt en de gespecificeerde periodieke in­specties en onderhoud correct uitvoert vol­gens de instructies in de gebruikershandleiding, om een lang leven van het product te verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door het niet volgen van deze in­structies, valt niet onder de garantie. Sommige landen hanteren wetten of regels die gebruikers verbieden het product mee te nemen buiten het land van aankoop. Dit kan het registreren van het product in het land van bestemming onmogelijk maken. Daar­naast kan de garantie in sommige gebieden niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dealer waar het product is aangeschaft voor meer informatie, indien u het product mee wilt nemen naar een ander land. Indien het gekochte product reeds was ge­bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij­zijnde dealer voor herregistratie en om recht te krijgen op de aangegeven diensten.
De F225FET, FL225FET, F250DET, FL250DET, F300BET, FL300BET, F250DET1, FL250DET1, F300BET1, FL300BET1 en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis voor de verklarin­gen en afbeeldingen in deze handleiding. Daardoor kunnen sommige onderdelen niet op ieder model van toepassing zijn.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25121
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B,
FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2011 door Yamaha Motor Co., Ltd.
2e Uitgave, november 2011
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Inhoud
Veiligheidsinformatie........................ 1
Buitenboordmotorveiligheid.............. 1
Propeller............................................ 1
Draaiende onderdelen ...................... 1
Hete onderdelen ............................... 1
Elektrische schokken ........................ 1
Trim- en kantelbekrachtiging............. 1
Noodstopkoord.................................. 1
Benzine ............................................. 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine ........................................... 2
Koolmonoxide ................................... 2
Wijzigingen........................................ 2
Scheepvaartveiligheid ...................... 2
Alcohol en verdovende middelen...... 2
Zwemvesten...................................... 2
Mensen in het water.......................... 2
Passagiers ........................................ 3
Overladen ......................................... 3
Vermijd botsingen ............................. 3
Weersomstandigheden ..................... 3
Passagiersopleiding.......................... 4
Scheepvaartveiligheidspubli-
caties .............................................. 4
Wetten en voorschriften .................... 4
Algemene informatie......................... 5
Plaats voor identificatienummers .....5
Buitenboordmotorserienummer......... 5
Serienummer van de digital
electronic control............................. 5
Sleutelnummer.................................. 6
EG-verklaring van
overeenstemming........................... 6
CE-label ...........................................6
Lees handleidingen en labels........... 7
Waarschuwingslabels ...................... 7
Specificaties en vereisten ..............10
Technische gegevens .................... 10
Installatievereisten .........................11
Bootvermogen (pk) ......................... 11
Buitenboordmotor monteren ........... 12
Yamaha Security System ............... 12
Vereisten voor de digital
electronic control .......................... 12
Accuvereisten................................. 13
Technische gegevens van de
accu ..............................................13
Monteren van de accu..................... 13
Meerdere accu’s.............................. 13
Propellerkeuze............................... 13
Modellen met tegengestelde
draaiing ......................................... 14
Neutraal-startbeveiliging ................ 14
Motorolievereisten.......................... 14
Brandstofvereisten......................... 15
Benzine ........................................... 15
Anti-fouling..................................... 16
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten ...................................... 17
Nooduitrusting................................ 17
Uitlaatregelingsinformatie .............. 17
Noord-Amerikaanse modellen......... 17
Sterrenlabels ................................... 18
Componenten.................................. 20
Schematische voorstelling van
de componenten .......................... 20
Afstandsbedieningzender ............... 23
Ontvanger ...................................... 24
Yamaha Security
System vergrendel-
en ontgrendelmodus ..................... 24
Digital Electronic Control-doos........25
Lampje “digital electronic
control actief” ................................25
Waarschuwingslampje van de
digital electronic control ................26
Bedieningshendel............................ 26
Schakelaar voor het losmaken
van de gashendel.......................... 27
Gashendelfrictieafstelling ................ 28
Noodstopkoord en clip .................... 28
Hoofdschakelaar ............................. 29
Start/stop-schakelaarpaneel ........... 29
Alles starten/stoppen-
schakelaarpaneel.......................... 30
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
op digital electronic control ...........30
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
Inhoud
aan onderkant motorkap............... 30
Trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaars
(type voor twee motoren).............. 31
Trimtap met anode.......................... 31
Kantelsteunhendel voor model
met trim- en
kantelbekrachtiging....................... 32
Motorkapvergrendelhendel ............. 32
Doorspoelplug................................. 33
Brandstoffilter.................................. 33
Instrumenten en
verklikkerlampjes ............................ 34
6Y9 Multifunction Color Gauge ...... 34
YAMAHA SECURITY SYSTEM-
indicator ........................................ 34
Motorwarmdraai-indicator ............... 34
Motorsynchronisatie-indicator ......... 35
Oververhittingswaarschuwing ......... 35
Oliedrukwaarschuwing.................... 35
Waterafscheiderwaarschuwing ....... 36
Waarschuwing voor lage
accuspanning................................ 36
Motorstoringwaarschuwing ............. 37
6Y8 Multifunctionele meters...........37
6Y8 Multifunctionele
toerentellers .................................38
Yamaha Security
System-informatie ........................ 39
Oliedrukwaarschuwing.................... 39
Oververhittingswaarschuwing ......... 40
Waterafscheiderwaarschuwing ....... 40
Motorstoringwaarschuwing ............. 41
Waarschuwing voor lage
accuspanning................................ 41
6Y8 Multifunctionele snelheid &
brandstofmeters ........................... 42
6Y8 Multifunctionele
snelheidsmeters ........................... 43
6Y8 Multifunctionele
brandstofbeheermeters ................ 44
Optionele meters............................44
Motorcontrolesysteem.................... 45
Waarschuwingssysteem ................45
Digital Electronic Control-
waarschuwing ............................... 45
Oververhittingswaarschuwing ......... 45
Oliedrukwaarschuwing .................... 47
Waterafscheiderwaarschuwing .......48
Installatie ......................................... 49
Installatie........................................ 49
De buitenboordmotor monteren ...... 49
Werking............................................ 51
Eerste gebruik................................ 51
De motor met motorolie vullen ........ 51
Inlopen van de motor ...................... 51
Leer uw boot kennen....................... 51
Controleert voordat de motor
wordt gestart ................................ 52
Brandstofpeil ................................... 52
Motorkap verwijderen......................52
Brandstofsysteem ........................... 52
Bedieningselementen...................... 53
Noodstopkoord................................53
Motorolie ......................................... 53
Buitenboordmotor............................ 54
Doorspoelplug ................................. 54
Installeren van de motorkap............54
Controleren van het trim- en
kantelbekrachtigingssysteem........ 56
Accu ................................................ 57
Brandstof bijvullen.......................... 57
De motor gebruiken ....................... 58
Brandstof verzenden ....................... 58
Starten van de motor....................... 58
Controles na het starten van de
motor............................................ 60
Koelwater ........................................ 60
De motor laten warmdraaien.......... 61
Modellen met elektrische starter ..... 61
Controles na het warmdraaien
van de motor................................ 61
Schakelen ....................................... 61
Stopschakelaars.............................. 61
Schakelen ...................................... 61
De boot stoppen............................. 62
Stapvoets varen............................. 62
Regelen van de snelheid voor
stapvoets varen............................. 62
Motor uitschakelen......................... 63
Inhoud
Procedure voor het stoppen van
de motor........................................ 63
De buitenboordmotor trimmen .......64
Instellen van de trimhoek
(trim- en kantelbekrachtiging) .......65
Boottrim instellen ............................ 66
Omhoog en omlaag kantelen ......... 66
Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 67
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 68
Ondiep water .................................69
Varen in ondiep water ..................... 69
Varen in andere
omstandigheden........................... 70
Onderhoud.......................................72
Vervoeren en opbergen van de
buitenboordmotor ......................... 72
Opbergen van de
buitenboordmotor.......................... 72
Procedure ....................................... 73
Smering........................................... 73
Spoelen van koelwatermantel......... 73
Controleren van geverfd
oppervlak van de
buitenboordmotor.......................... 75
Periodiek onderhoud ...................... 75
Vervangingsonderdelen .................. 75
Zware gebruiksomstandigheden..... 75
Onderhoudsschema 1..................... 77
Onderhoudsschema 2..................... 79
Smeren ........................................... 80
Inspecteren van de bougie.............. 81
Controle van het
motorvrijlooptoerental ...................82
Motorolie verversen ........................ 83
Inspecteer bedrading en
aansluitstukken ............................. 85
Inspecteren van de propeller .......... 85
Verwijderen van de propeller .......... 86
Installeren van de propeller............. 86
Verversen van tandwielolie ............. 87
Inspecteren en vervangen van
elektrode(n)................................... 89
Controleren van de accu
(voor modellen met elektrische
starter)........................................... 90
Aansluiten van de accu ................... 90
Loskoppelen van de accu ............... 92
Opbergen van de batterij................. 92
Herstellen van defecten.................. 93
Problemen verhelpen..................... 93
Tijdelijke handeling in een
noodgeval .................................... 97
Impact schade.................................97
Slechts één motor laten draaien
(tweemotorige boten) .................... 97
Vervangen van de zekering ............ 98
De trim- en
kantelbekrachtigingseenheid
werkt niet....................................... 99
Waarschuwingslampje van
waterafscheider knippert tijdens
varen............................................. 99
Behandeling van
ondergedompelde motor............ 101

Veiligheidsinformatie

DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood worden wanneer ze in contact komen met de propeller. De propeller kan blijven bewegen wanneer de motor in neutraal staat, en de scherpe randen van de propeller kunnen ook snijwonden veroorzaken terwijl de propeller stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water be­vindt.
Houd mensen uit de buurt van de propel-
ler, zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU40271
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk­ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden gegrepen door de inwendige draaiende on­derdelen van de motor, met ernstige verwon­dingen of de dood tot gevolg. Verwijder de motorkap nooit als het niet echt nodig is. Verwijder of installeer de motorkap nooit terwijl de motor draait. Laat de motor uitsluitend zonder motorkap draaien met inachtneming van de specifieke instructies in de handleiding. Houd uw han­den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onder­delen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde mo­toronderdelen heet genoeg om brandwon­den te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motor­kap tot de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten van de motor of terwijl de motor draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.
DMU33660
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd tussen de motor en de klembeugel wanneer de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd li­chaamsdelen te allen tijde uit deze zone. Vergewis u ervan dat er zich niemand in deze zone bevindt alvorens het trim- en kan­telbekrachtigingsmechanisme te laten wer­ken. De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars werken ook wanneer de hoofdschakelaar op uit staat. Houd mensen uit de buurt van de schakelaars tijdens werkzaamheden rond­om de motor. Kom nooit onder het staartstuk als het ge­kanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhen­del vergrendeld is. Als de buitenboordmotor per ongeluk valt, kunt u ernstig gewond ra­ken.
DMU41251
Noodstopkoord
Bevestig de noodstopkoord zo dat de motor stopt wanneer de gebruiker overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorko­men dat de boot stuurloos verder vaart en mensen achterlaat, of over mensen of voor­werpen vaart. Bevestig de noodstopkoord tijdens het ge­bruik van de motor altijd op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak ze niet los om de stuurhendel te verlaten ter­wijl de boot vaart. Bevestig de motoruitscha­kelkoord niet aan een kledingstuk dat los zou kunnen scheuren, en leid de motoruitscha­kelkoord niet langs punten waar ze verstrikt
1
Veiligheidsinformatie
kan raken, zodat ze haar functie niet langer vervult. Leid de motoruitschakelkoord niet langs plaatsen waar de kans groot is dat er per on­geluk aan wordt getrokken. Als er aan de motoruitschakelkoord wordt getrokken tij­dens het varen, wordt de motor uitgescha­keld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertragen, waar­door passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 58 om het risico van brand en explosie zo klein mo­gelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort. Mocht er benzine op uw huid terechtkomen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi­ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te he­velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool­monoxide bevatten, een kleur- en geurloos gas dat hersenschade of de dood van ver­oorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw buitenboordmotor kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid aantasten, en de buiten­boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang­rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste facto­ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het water.
DMU40280
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Yamaha raadt u aan altijd een zwemvest te dragen wanneer u gaat varen. Kinderen en niet­zwemmers moeten in ieder geval altijd een zwemvest dragen, en iedereen moet een zwemvest dragen wanneer de vaaromstan­digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui­kers, telkens wanneer de motor draait. Wan­neer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de motor stil. Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
2
Veiligheidsinformatie
ZMU06025
kunnen moeilijk zichtbaar zijn. De propeller kan blijven draaien, zelfs wan­neer de motor in neutraal staat. Schakel de motor uit wanneer er zich een persoon vlak­bij de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri­kant voor informatie over de aangewezen passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u ervan dat alle passagiers veilig plaats heb­ben genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat men overboord wordt geslingerd of in de boot valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opsprin­gende golven en kielzog steeds te vermij­den.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maxi­mumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren over de boot is verdeeld in overeenstemming met de instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het ge­wicht over de boot kan de bestuurbaarheid van de boot in het gedrang brengen en lei­den tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor men­sen, voorwerpen en andere boten. Wees op uw hoede voor omstandigheden die de zicht-
baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
Stuur defensief met een veilige snelheid en houd voldoende afstand van mensen, voor­werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken om u te ontwijken of te voorspellen waar u heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever­lies en botsingen te vermijden en om te vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge­slingerd.
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen heb­ben en dat het afzetten van de motor of het verminderen van de stuwkracht de wen­baarheid kunnen verminderen. Als u niet zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om een voorwerp te ontwijken, geef dan gas bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer­bericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in gevaarlijk weer.
3
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas­sagier opgeleid is in het besturen van de boot in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids­voorschriften. Bijkomende publicaties en in­formatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen die gelden op de plaats waar u gaat varen, en leef deze na. Er gelden verschillende re­gels naar gelang van de geografische plaats, maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.
Veiligheidsinformatie
4

Algemene informatie

NOTA:
1
ZMU07134
ZMU05885
1
ZMU05887
1
DMU25171
Plaats voor
identificatienummers
DMU25184
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor staat vermeld op het label op de bakboordzij­de van de klembeugel. Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de daartoe voorziene ruimten om op te ge­ven bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
control bevindt. Noteer het serienummer van uw digital elec­tronic control in de daarvoor bestemde zo­nes om u te helpen wanneer u de digital electronic control voor het eerst aansluit op uw buitenboordmotor.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer als u vragen hebt betreffende het serienummer van de di­gital electronic control.
DMU34943
Serienummer van de digital electronic control
Het serienummer van de digital electronic control werd gestempeld op het label dat zich op de behuizing van de digital electronic
5
1. Plaats van het serienummer van de digital electronic control
DMU41570
1
ZMU07133
1
ZMU07135
ZMU06040
Sleutelnummer
Het sleutelidentificatienummer werd in de re­serversleutel gestempeld zoals u kunt zien in de afbeelding. Bewaar de reservesleutel op een veilige plaats en noteer dit nummer in de voorziene ruimte als referentie in geval u een nieuwe sleutel nodig hebt.
Algemene informatie
stemming. De EG-verklaring van overeen­stemming bevat de volgende informatie:
Naam van de motorfabrikantModelnaamProductcode van model (goedgekeurde
modelcode)
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25204
CE-label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label vol­doen aan de richtlijnen van; 98/37/EG, 94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
1. Sleutelnummer
DMU37290
EG-verklaring van overeenstemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal­de gedeelten van de Europese richtlijnen in­zake machines. Iedere conforme buitenboordmotor wordt geleverd met de EG-verklaring van overeen-
1. Positie van het CE-label
6
Algemene informatie
1
2
3
ZMU07261
DMU33523
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
Lees deze handleiding.Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer voor vervanglabels.
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
7
Algemene informatie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
1
2
ZMU06191
3
ZMU05710
DMU34651
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be­tekenen het volgende.
1
DWM01681
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen terwijl de motor draait.
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen aanraken of verwijderen.
2
DWM01671
Lees de handleiding en de labels.Draag een goedgekeurd zwemvest.Bevestig de uitschakelkoord (seizing)
DMU33850
Andere labels
aan uw zwemvest, uw arm of uw been zodat de motor stopt wanneer u de stuurhendel per ongeluk verlaat, om te voorkomen dat de boot op hol kan slaan.
8
Algemene informatie
ZMU05696
ZMU05664
ZMU05665
ZMU05666
DMU35132
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het vol­gende.
Let op/Waarschuwing
Lees de gebruikershandleiding
Elektrisch gevaar
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
9

Specificaties en vereisten

NOTA:
DMU40500
Technische gegevens
“(SUS)” geeft aan dat de specificatie geldt voor de buitenboordmotor wanneer hij is uit­gerust met een roestvrij stalen schroef.
DMU2821K
Maat:
Totale lengte:
958 mm (37.7 in)
Totale breedte:
634 mm (25.0 in)
Totale hoogte X:
1890 mm (74.4 in)
Totale hoogte U:
2017 mm (79.4 in)
Spiegel hoogte X:
643 mm (25.3 in)
Spiegel hoogte U:
770 mm (30.3 in)
Gewicht (SUS) X:
260.0 kg (573 lb)
Gewicht (SUS) U:
268.0 kg (591 lb)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
5000–6000 omw/min
Maximum uitgangsvermogen:
F225FET 165.5 kW bij 5500 omw/min (225 PK bij 5500 omw/min) F250DET 183.8 kW bij 5500 omw/min (250 PK bij 5500 omw/min) F250DET1 183.8 kW bij 5500 omw/min (250 PK bij 5500 omw/min) F300BET 220.6 kW bij 5500 omw/min (300 PK bij 5500 omw/min) F300BET1 220.6 kW bij 5500 omw/min (300 PK bij 5500 omw/min) FL225FET 165.5 kW bij 5500 omw/min (225 PK bij 5500 omw/min)
FL250DET 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
FL250DET1 183.8 kW bij 5500
omw/min (250 PK bij 5500 omw/min)
FL300BET 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
FL300BET1 220.6 kW bij 5500
omw/min (300 PK bij 5500 omw/min)
Vrijlooptoerental (in neutraal):
650 50 omw/min
Motor:
Type:
4-takt V
Slag:
4169.0 cm
Boring slag:
96.0 96.0 mm (3.78 3.78 in)
Ontstekingssysteem:
TCI
Bougie met weerstand (NGK):
LFR6A-11
Electrode afstand bougie:
1.0–1.1 mm (0.039–0.043 in)
Besturingssysteem:
Afstandsbediening
Startsysteem:
Elektrische starter
Carburateur met start systeem:
Elektronische brandstofinjectie
Klepspeling (koude motor) IL:
0.17–0.24 mm (0.0067–0.0094 in)
Klepspeling (koude motor) UL:
0.31–0.38 mm (0.0122–0.0150 in)
Min. koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
640.0 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC):
80 A/u
Maximumdynamovermogen:
70 A
Aandrijvingseenheid:
Tandwielposities:
3
10
Specificaties en vereisten
WAARSCHUWING
Vooruit - Neutraal - Achteruit
Overbrengingsverhouding:
1.75(21/12)
Trim- en kantelsysteem:
Trim- en kantelbekrachtiging
Propellermerkteken:
F225FET T F250DET T F250DET1 T F300BET T F300BET1 T FL225FET TL FL250DET TL FL250DET1 TL FL300BET TL FL300BET1 TL
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
F225FET Normale loodvrije benzine F250DET Normale loodvrije benzine F250DET1 Normale loodvrije benzi­ne F300BET Loodvrije superbenzine F300BET1 Loodvrije superbenzine FL225FET Normale loodvrije benzine FL250DET Normale loodvrije benzi­ne FL250DET1 Normale loodvrije benzi­ne FL300BET Loodvrije superbenzine FL300BET1 Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal:
F225FET 90 F250DET 90 F250DET1 90 F300BET 94 F300BET1 94 FL225FET 90 FL250DET 90 FL250DET1 90 FL300BET 94
FL300BET1 94
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
7.1 L (7.50 US qt, 6.25 Imp.qt)
Smering:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielolie SAE 90 of 80W-90,
API GL-5
Tandwieloliehoeveelheid:
1.040 L (1.099 US qt, 0.915 Imp.qt)
Aanspankoppel:
Bougie:
28.0 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb)
Propellermoer:
54.0 Nm (5.51 kgf-m, 39.8 ft-lb)
Motorolieaftapbout:
27.0 Nm (2.75 kgf-m, 19.9 ft-lb)
Motoroliefilter:
18.0 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA 39/94 en 40/94):
79.6 dB(A)
DMU33554
Installatievereisten
DMU40480
Bootvermogen (pk)
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ern­stige instabiliteit veroorzaken.
Alvorens de buitenboordmotor te installeren, dient u na te gaan of het vermogen van de buitenboordmotor niet hoger is dan het toe­gestane maximumvermogen vermeld op de
11
Specificaties en vereisten
WAARSCHUWING
OPGELET
WAARSCHUWING
ZMU07305
capaciteitsplaat van de boot. Als de boot geen capaciteitsplaat heeft, neem dan con­tact op met de fabrikant van de boot.
DMU40490
Buitenboordmotor monteren
DWM02500
Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan­digheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of brand.
Aangezien de buitenboordmotor zeer
zwaar is, is speciale uitrusting en oplei­ding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva­ring in het optuigen van boten moet de bui­tenboordmotor monteren met behulp van de correcte apparatuur en de complete optui­ginstructies. Voor meer informatie, zie pagi­na 49.
DMU41592
Yamaha Security System
DCM02460
ligingssysteem in de vergrendelmodus staat. Hij kan alleen worden gestart in de ontgren­delmodus. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor het installeren van de ontvanger.
DMU34952
Vereisten voor de digital
electronic control
De digital electronic control moet worden uit­gerust met (een) neutraal-startbeveili­ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend in neutraal kan worden ge­start.
DWM01580
Het Yamaha Security System wordt ver­kocht in overeenstemming met de gel­dende wetten en voorschriften inzake het uitzenden van radiogolven. Dat betekent dat wanneer dit product wordt gebruikt buiten het land waar het werd gekocht, het mogelijk niet voldoet aan de wetten of voorschriften inzake het uitzenden van radiogolven in het land waar het wordt gebruikt. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor meer gedetailleerde informatie.
De buitenboordmotor met dit label is uitge­rust met het Yamaha Security System voor diefstalbeveiliging, dat bestaat uit een ont­vanger en een afstandsbedieningzender. De motor kan niet worden gestart als het bevei-
Als de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen, waardoor er een botsing kan worden veroorzaakt of passagiers over boord kunnen worden geworpen.
Wanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging niet correct en mag u de buitenboord­motor niet langer gebruiken. Neem con­tact op met uw Yamaha-dealer.
Deze digital electronic control is alleen ver­krijgbaar voor de buitenboordmotor die u hebt gekocht. Alvorens de digital electronic control te ge­bruiken, dient u ze in te stellen om alleen uw buitenboordmotor te bedienen. Anders zal
12
Specificaties en vereisten
het niet mogelijk zijn uw buitenboordmotor te bedienen. U dient de buitenboordmotor en de digital electronic control in de volgende gevallen in te stellen.
Als er een tweedehands buitenboordmotor
wordt geïnstalleerd
Als de digital electronic control wordt ver-
vangen
Als de ECM (Electronic Control Module,
elektronische besturingsmodule) van de tweedehands buitenboordmotor wordt ver­vangen
Als de ECM (Electronic Control Module,
elektronische besturingsmodule) van de
digital electronic control wordt vervangen Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor het in­stellen.
DMU25694
Accuvereisten
DMU25721
Technische gegevens van de accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
640.0 A Minimum nominaal vermogen (20HR/IEC):
80 A/u
De motor kan niet worden gestart als de ac­cuspanning te laag is.
DMU36290
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro­ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta­len voorwerpen in hetzelfde comparti­ment als de accu. Dat kan leiden tot brand, explosies of vonken.
[DWM01820]
DMU36300
Meerdere accu’s
Om meerdere accu’s aan te sluiten, bijvoor­beeld in boten met meerdere motoren of in geval van een hulpaccu, dient u uw Yamaha­dealer te raadplegen in verband met de keu­ze van de accu en de correcte bedrading.
DMU41600
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboord­motor is het selecteren van de juiste propel­ler een van de belangrijkste beslissingen die een booteigenaar dient te nemen. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de ac­celeratie, de topsnelheid, het brandstofver­bruik en zelfs de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen. Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kie­zen van de juiste propeller voor uw specifie­ke behoeften. Kies een propeller die de motor in staat stelt het middelste of bovenste gedeelte van het toerentalbereik te bereiken bij volgas en maximumlading. In het alge­meen geldt dat een propeller met een grote­re spoed geschikt is voor geringere bedrijfsbelastingen en een propeller met een kleinere spoed voor grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, se­lecteer dan een propeller die de motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbe­reik voor uw maximumbelasting, maar denk eraan dat u de gashendelstand mogelijk moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert. Yamaha beveelt het gebruik aan van een propeller die geschikt is voor het “Shift Dam­pener System (SDS)”. Raadpleeg uw
13
Specificaties en vereisten
ZMU05937
-
3
12
ZMU04608
-
x
123
Yamaha-dealer voor meer informatie. Voor het controleren van de propeller, zie pagina 85.
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU36310
Modellen met tegengestelde draaiing
Standaardbuitenboordmotoren draaien in de richting van de wijzers van de klok. Modellen met tegengestelde draaiing draaien in tegen­wijzerzin. Modellen met tegengestelde draaiing worden normaal gebruikt op boten met meerdere motoren en dragen een “L” op de tandwielkast boven de anti-cavitatieplaat. Bij tegengesteld draaiende modellen moet u een propeller gebruiken die gemaakt is om
tegen de wijzers van de klok in te draaien. Dergelijke propellers zijn herkenbaar aan de letter “L” achter de maataanduiding op de propeller. WAARSCHUWING! Gebruik
nooit een standaardpropeller in combina­tie met een motor met tegengestelde draaiing, of een propeller met tegenge­stelde draaiing in combinatie met een standaardmotor. Anders kan de boot ver­trekken in de tegengestelde richting van de verwachte richting (bijvoorbeeld ach­terwaarts in plaats van voorwaarts), wat tot ongevallen kan leiden.
[DWM01810]
Voor instructies over het demonteren en in­stalleren van de propeller, zie pagina 86 en
86.
DMU35140
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door Yamaha goedgekeurde digital electronic controlen zijn uitgerust met (een) neutraal­startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er­voor dat de motor uitsluitend kan worden ge­start wanneer hij in neutraal staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de motor start.
DMU41951
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge­middelde temperaturen in de streek waar de buitenboordmotor zal worden gebruikt.
14
Specificaties en vereisten
ZMU06854
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SE SF SG SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
10W–30
10W–40
5W–30
ZMU06855
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
15W–40
20W–40
20W–50
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30 API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
7.1 L (7.50 US qt, 6.25 Imp.qt) Motorolieverversingshoeveelheid (bij periodiek onderhoud):
Zonder oliefiltervervanging:
6.0 L (6.34 US qt, 5.28 Imp.qt)
Met oliefiltervervanging:
6.3 L (6.66 US qt, 5.54 Imp.qt)
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar zijn, selecteert u een alternatief olietype ver­meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
Aanbevolen motorolie type 2
DMU36360
Brandstofvereisten
DMU40201
Benzine
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal. Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of lood­vrije superbenzine.
15
Specificaties en vereisten
OPGELET
Aanbevolen brandstof:
F225FET Normale loodvrije benzine F250DET Normale loodvrije benzine F250DET1 Normale loodvrije benzine F300BET Loodvrije superbenzine F300BET1 Loodvrije superbenzine FL225FET Normale loodvrije benzine FL250DET Normale loodvrije benzine FL250DET1 Normale loodvrije benzi­ne FL300BET Loodvrije superbenzine FL300BET1 Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal:
F225FET 90 F250DET 90 F250DET1 90 F300BET 94 F300BET1 94 FL225FET 90 FL250DET 90 FL250DET1 90 FL300BET 94 FL300BET1 94
DCM01981
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor ernstig beschadigen.
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Veront­reinigde brandstof kan de prestaties van de motor aantasten of motorscha­de veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse benzine die zuivere bussen werd bewaard.
brandstof voldoet aan de minimumoctaange­tallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol bevat en die niet mag worden gebruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen schade aan het brandstofsysteem of motor­start- en -bedrijfsproblemen veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol met methanol omdat die schade kan veroor­zaken aan het brandstofsysteem of de mo­torprestaties kan aantasten. Het verdient aanbeveling een waterafschei­dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10 micron) te installeren tussen de brandstof­tank en de buitenboordmotor van uw boot wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is geweten dat het de absorptie van vocht in brandstoftanks en -systemen van boten be­vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot corrosie van metalen brandstofsysteemon­derdelen en tot start- en werkingsproblemen en extra onderhoud van het brandstofsys­teem noodzakelijk maken.
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van de boot. De onderzijde van de boot moet zo­veel mogelijk vrij worden gehouden van aan­groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van de boot worden bestreken met een voor uw streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko­ming van aangroeiing. Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten van de motor bespoedigen.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met ethanol (E10) en gasohol met methanol. Et­hanol kan worden gebruikt als het ethanolge­halte niet meer dan 10% bedraagt en de
16
Specificaties en vereisten
1
ZMU06892
ZMU06894
EMISSION CONTROL INFORMATION MFI
THIS ENGINE CONFORMS TO CALIFORNIA AND U.S. EPA EXHAUST REGULATIONS FOR SI MARINE ENGINES. REFER TO THE OWNER'S MANUAL FOR MAINTENANCE SPECIFICATIONS AND ADJUSTMENTS.
MEETS U.S. EPA EVAP STANDARDS USING CERTIFIED COMPONENTS. FAMILY: DISPLACEMENT: liters SPARK PLUG: FUEL: GASOLINE
FELs(HC+NOx / CO)
: / g/kW-hr MAX POWER: kW IDLE SPEED: ± rpm IN NETRAL SPARK PLUG GAP (mm): VALVE LASH (mm) IN: EX:
YAMAHA MOTOR CO.,LTD.
DMU40301
Buitenboordmotorafdankingsv
ereisten
Dank de buitenboordmotor nooit op een ille­gale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raadplegen in verband met het af­danken van de buitenboordmotor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het geval u motorpech krijgt.
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu­sief metrieke maten) en isolatietape.
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
DMU39000
Uitlaatregelingsinformatie
De volgende labels bevinden zich op buiten­boordmotoren die voldoen aan de US-voor­schriften.
DMU25230
Noord-Amerikaanse modellen
Deze motor voldoet aan de reglementen van het Amerikaanse “Environmental Protection Agency” (EPA) voor SI scheepsmotoren. Kijk op het label op de motor voor meer gege-
17
vens.
DMU31561
Goedgekeurd label van uitlaatregelings­attest
Dit label is op de onderkap bevestigd. New Technology; (4-stroke) MFI
1. Situering van Goedkeuringslabel
DMU25263
Fabricagedatumlabel
Dit label bevindt zich op de klembeugel of de zwenkbeugel.
Specificaties en vereisten
1
ZMU06896
1
ZMU07138
ZMU01702
ZMU01703
1. Situering van fabricagedatumlabel
DMU25274
Sterrenlabels
Uw buitenboordmotor is voorzien van een sterrenlabel van de California Air Resources Board (CARB). Kijk hieronder voor een be­schrijving van uw specifieke label.
DMU40330
Een sterGeringe uitstoot Het label met één ster identificeert motoren die voldoen aan de uitlaatnormen van de Air Resources Board voor “Personal Watercraft and Outboard marine engines” van 2001. Motoren die voldoen aan deze normen verto­nen een 75% geringere uitstoot dan conven­tionele tweetaktmotoren met carburateur. Deze motoren zijn equivalent met de 2006 normen voor scheepsmotoren van de U.S. EPA.
DMU40340
Twee sterrenHeel geringe uitstoot Het label met twee sterren identificeert moto­ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de Air Resources Board voor “Personal Water­craft and Outboard marine engines” van
2004. Motoren die voldoen aan deze normen vertonen een 20% geringere uitstoot dan motoren met een label met één ster.
1. Plaats van de sterrenlabels
18
Specificaties en vereisten
ZMU01704
ZMU05663
DMU40350
Drie sterrenUltrageringe uitstoot Het label met drie sterren identificeert moto­ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de Air Resources Board voor “Personal Water­craft and Outboard marine engines” van 2008 of de uitlaatnormen voor “Sterndrive and Inboard marine engines” van 2003-
2008. Motoren die voldoen aan deze normen vertonen een 65% geringere uitstoot dan motoren met een label met één ster.
DMU33861
Vier sterrenSuperultrageringe uitstoot Het label met vier sterren identificeert moto­ren die voldoen aan de uitlaatnormen van de Air Resources Board voor 2009. Buiten­boordmotoren voor persoonlijke vaartuigen en voor zeevaartuigen voldoen mogelijk ook aan deze normen. Motoren die voldoen aan deze normen vertonen een 90% geringere uitstoot dan motoren met een label met één ster.
19

Componenten

NOTA:
1
3
5
6
7
8
9
9
10
9
11
11
8
4
2
ZMU07139
DMU2579Y
Schematische voorstelling van de componenten
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan­daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F225F, FL225F, F250D, FL250D, F300B, FL300B, F250D1, FL250D1, F300B1, FL300B1
1. Motorkap
2. Leegloopopening
3. Anti-cavitatieplaat
4. Trimtap (anode)
5. Propeller*
6. Koelwaterinlaat
7. Klembeugel
8. Kantelsteunhendel
9. Motorkapvergrendelhendel
10. Doorspoelplug
11. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
20
Componenten
7
11
12
9 8
13
3
1
2
4
5
6
3
10
4
5
ZMU07140
1. Ontstekingsspoel
2. Oliepeilstok
3. Motorkapvergrendelhendel
4. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
5. Doorspoelplug
6. Oliepeilplug
7. Tandwielolieaftapschroef
8. Koelwaterinlaat
9. Anode
10. Trim- en kantelbekrachtigingseenheid
11. Brandstoffilter
12. Zekeringkast
13. Olievuldop
21
1
2
3
ZMU07202
7
8
4
7
8
5
6
10
9
1. Digital electronic control (voor één motor)*
2. Schakelaarpaneel (voor gebruik met één motor)*
3. Digital electronic control (voor twee moto­ren)*
4. Schakelaarpaneel (voor gebruik met twee motoren)*
5. Start/stop-schakelaarpaneel (voor gebruik met twee motoren)*
6. Alles starten/stopen-schakelaarpaneel (voor gebruik met twee motoren)*
7. Motoruitschakelaar*
8. Clip*
9. Afstandsbedieningzender*
10. Ontvanger*
Componenten
22
Componenten
OPGELET
1
4
6
3
2
5
7
ZMU07205
ZMU06455
1. Toerenteller (vierkant type)*
2. Toerenteller (rond type)*
3. Snelheidsmeter (vierkant type)*
4. Snelheids- & brandstofmeter (vierkant type)*
5. Snelheids- & brandstofmeter (rond type)*
6. Brandstofbeheermeter (vierkant type)*
7. 6Y9 Multifunction Color Gauge*
DMU38591
Afstandsbedieningzender
De vergrendel- en ontgrendelmodi van het Yamaha Security System worden in- en uit­geschakeld met de afstandsbedieningzen­der. Wanneer de motor draait, kan de ontvanger het signaal van de afstandsbedie­ning niet ontvangen.
23
Berg de afstandsbedieningzender zorgvul­dig op, zodat u hem niet verliest.
DCM02100
De afstandsbedieningzender is niet he-
lemaal waterdicht. Dompel de zender niet onder en gebruik hem niet onder water. Als de zender in water heeft gele­gen, droog hem dan af met een zachte,
Loading...
+ 80 hidden pages