Yamaha FL200CF225B, F200C, FL200C, F225B, FL225B User Manual [nl]

...
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw
buitenboordmotor te gebruiken.
F200C FL200C F225B FL225B F225C F250A FL250A
6P2-28199-78-D0
l

Belangrijke handleidingsinformatie

DMU25107
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui­tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding bevat informatie over juiste bediening, on­derhoud en zorg. Een grondig begrip van de­ze eenvoudige instructies zal u helpen om maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in­dien u vragen over de bediening of onder­houd van uw buitenboordmotor hebt. In deze gebruikershandleiding is bijzonder belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheidswaar­schuwingen. Het wordt gebruikt om u op mo­gelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg al­le veiligheidsmeldingen achter dit symbool op om mogelijke verwondingen of overlijden te voorkomen.
DWM00781
Een WAARSCHUWING wijst op een ge­vaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstige letsels als ze niet wordt vermeden.
DCM00701
Een alinea die vooraf wordt gegaan door OPGELET vermeldt speciale voorzorgs­maatregelen die moeten worden geno­men om schade aan de buitenboordmotor of aan andere eigendommen te voorko­men.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om handelingen gemakkelijker of duidelijker te maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in productontwerp en kwaliteit. Daarom, on­danks dat deze handleiding de laatste pro­ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin­gen tussen uw machine en deze handleiding zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u enige vragen aangaande dit handboek heeft. Yamaha raadt aan dat u het product correct gebruikt en de gespecificeerde periodieke in­specties en onderhoud correct uitvoert vol­gens de instructies in de gebruikershandlei­ding, om een lang leven van het product te verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door het niet volgen van deze instructies, valt niet onder de garantie. Sommige landen hanteren wetten of regels die gebruikers verbieden het product mee te nemen buiten het land van aankoop. Dit kan het registreren van het product in het land van bestemming onmogelijk maken. Daar­naast kan de garantie in sommige gebieden niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dea­ler waar het product is aangeschaft voor meer informatie, indien u het product mee wilt nemen naar een ander land. Indien het gekochte product reeds was ge­bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij­zijnde dealer voor herregistratie en om recht te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F200CET, FL200CET, F225BET, FL225BET, F225CET, F250AET, FL250AET en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis voor de verklaringen en afbeeldin­gen in deze handleiding. Daardoor kunnen sommige onderdelen niet op ieder model van toepassing zijn.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25121
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C,
F250A, FL250A
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2011 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e Uitgave, maart 2011
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan

Inhoud

Veiligheidsinformatie ...................... 1
Buitenboordmotorveiligheid ............ 1
Propeller ............................................. 1
Draaiende onderdelen ....................... 1
Hete onderdelen ................................ 1
Elektrische schokken ......................... 1
Trim- en kantelbekrachtiging .............. 1
Motorstopschakelaarkoord ................. 1
Benzine .............................................. 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine ........................................... 2
Koolmonoxide .................................... 2
Wijzigingen ......................................... 2
Scheepvaartveiligheid .................... 2
Alcohol en verdovende middelen ....... 2
Zwemvesten ....................................... 2
Mensen in het water ........................... 2
Passagiers ......................................... 3
Overladen .......................................... 3
Vermijd botsingen .............................. 3
Weersomstandigheden ...................... 3
Passagiersopleiding ........................... 4
Scheepvaartveiligheidspublicaties ..... 4
Wetten en voorschriften ..................... 4
Algemene informatie ....................... 5
Plaats voor
identificatienummers .................... 5
Buitenboordmotorserienummer ......... 5
Sleutelnummer ................................... 5
EG-verklaring van
overeenstemming ....................... 5
EG label ......................................... 5
Lees handleidingen en labels ......... 7
Waarschuwingslabels ....................... 7
Specificaties en vereisten ............. 10
Technische gegevens ................... 10
Installatievereisten ........................ 12
Vermogen paardenkracht boot ........ 12
Monteren van de motor .................... 12
Afstandsbedieningsvereisten ........ 12
Accuvereisten ............................... 13
Technische gegevens van de
accu .............................................. 13
Monteren van de accu ..................... 13
Meerdere accu’s .............................. 13
Propellerkeuze .............................. 13
Modellen met tegengestelde
draaiing ......................................... 13
Neutraal-startbeveiliging ............... 14
Motorolievereisten ........................ 14
Brandstofvereisten ........................ 15
Benzine ............................................ 15
Modderig of zuurrijk water ............ 15
Anti-fouling .................................... 16
Motorafdankingsvereisten ............ 16
Nooduitrusting .............................. 16
Componenten ................................. 17
Schematische voorstelling van de
componenten ............................. 17
Afstandsbedieningskast ................... 18
Afstandsbedieningshendel ............... 19
Neutraal gas handel ......................... 19
Gashendelfrictieafstelling ................. 20
Noodstopkoord en clip ..................... 20
Hoofdschakelaar .............................. 21
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar op
afstandsbediening ........................ 21
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
aan onderkant motorkap ............... 22
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaars
(type met twee motoren) ............... 22
Trimtap met anode ........................... 23
Kantelsteunhendel voor model met
trim- en kantelbekrachtiging ......... 23
Motorkapvergrendelhendel
(omhoogtrektype) ......................... 24
Doorspoelplug .................................. 24
Brandstoffilter/waterafscheider ........ 25
Instrumenten en
verklikkerlampjes ........................... 26
Digitale toerenteller ....................... 26
Toerenteller ...................................... 26
Trimmeter ......................................... 26
Urenmeter ........................................ 26
Oliedrukwaarschuwingslampje ........ 27
Oververhittingwaarschuwingslamp-
je ................................................... 27
Inhoud
Digitale snelheidsmeter ................ 27
Snelheidsmeter ................................ 27
Brandstofmeter ................................ 28
Tripmeter / klok / voltmeter .............. 28
Brandstofpeilwaarschuwingslamp-
je ................................................... 29
Waarschuwingslampje voor lage
accuspanning ............................... 29
Brandstofbeheermeter .................. 29
Brandstofstroommeter ..................... 30
Brandstofverbruikmeter /
Brandstofbezuinigingsmeter / Toerentalsynchronisator voor twee
motoren ........................................ 30
Waterafscheiderwaarschuwings-
lampje ........................................... 32
6Y8 Multifunctionele meters ......... 32
6Y8 Multifunctionele
toerentellers ............................... 32
Startcontroles ................................... 33
Oliedrukwaarschuwing ..................... 34
Oververhittingswaarschuwing .......... 34
Waterafscheiderwaarschuwing ........ 35
Motorstoringwaarschuwing .............. 35
Waarschuwing voor lage
accuspanning ............................... 35
6Y8 Multifunctionele snelheid &
brandstofmeters ......................... 36
6Y8 Multifunctionele
snelheidsmeters ........................ 37
6Y8 Multifunctionele
brandstofbeheermeters ............. 38
Motorcontrolesysteem .................. 39
Waarschuwingssysteem ............... 39
Oververhittingswaarschuwing .......... 39
Oliedrukwaarschuwing ..................... 39
Installatie ........................................ 41
Installatie ...................................... 41
De buitenboordmotor monteren ....... 41
Werking ........................................... 43
Eerste gebruik .............................. 43
De motor met motorolie vullen ......... 43
Inlopen van de motor ....................... 43
Leer uw boot kennen ....................... 43
Controleert voordat de motor wordt
gestart ........................................ 43
Brandstofpeil .................................... 44
Verwijderen van de motorkap .......... 44
Brandstofsysteem ............................ 44
Bedieningselementen ...................... 45
Noodstopkoord ................................. 45
Motorolie .......................................... 45
Motor ................................................ 46
Doorspoelplug .................................. 46
Motorkap installeren ......................... 46
Controleren van het trim- en
kantelbekrachtigingssysteem ....... 47
Accu ................................................. 49
Brandstof bijvullen ....................... 49
De motor gebruiken ...................... 50
Brandstof verzenden ........................ 50
Starten van de motor ....................... 50
Controles na het starten van de
motor ......................................... 52
Koelwater ......................................... 52
De motor laten warmdraaien ........ 52
Modellen met elektrische starter ...... 52
Controles na het warmdraaien van
de motor .................................... 53
Schakelen ........................................ 53
Stopschakelaars .............................. 53
Schakelen ..................................... 53
De boot stoppen ........................... 54
Motor uitschakelen ....................... 54
Procedure ........................................ 54
De buitenboordmotor trimmen ...... 54
Instellen van de trimhoek (trim- en
kantelbekrachtiging) ..................... 55
Boottrim instellen ............................. 56
Omhoog en omlaag kantelen ....... 57
Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging) ..................... 57
Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging) ..................... 59
Ondiep water ............................... 60
Modellen met trim- en
kantelbekrachtiging ....................... 60
Inhoud
Varen in andere
omstandigheden ........................ 61
Onderhoud ..................................... 62
Vervoeren en opbergen van de
buitenboordmotor ...................... 62
Opberging van de
buitenboordmotor ......................... 62
Procedure ........................................ 63
Smering ............................................ 65
Spoelen van het motorblok .............. 65
Reiniging van de
buitenboordmotor ........................ 66
Controleren van geverfd oppervlak
van de buitenboordmotor .............. 66
Periodiek onderhoud .................... 66
Vervangingsonderdelen ................... 67
Zware gebruiksomstandigheden ...... 67
Onderhoudsschema 1 ...................... 68
Onderhoudsschema 2 ...................... 70
Smeren ............................................ 71
Reiniging en afstelling van de
bougie ........................................... 73
Vrijlooptoerental onderzoeken ......... 74
Motorolie verversen ......................... 75
Inspecteer bedrading en
aansluitstukken ............................. 76
Propeller controleren ........................ 77
Verwijderen van de propeller ........... 77
Installeren van de propeller .............. 78
Verversen van tandwielolie .............. 79
Inspecteren en vervangen van
elektrode(n) .................................. 82
Controleren van de accu (voor
modellen met elektrische
starter) .......................................... 83
Aansluiten van de accu .................... 84
Loskoppelen van de accu ................ 85
Herstellen van defecten ................ 87
Problemen verhelpen ................... 87
Tijdelijke handeling in een
noodgeval .................................. 91
Impact schade .................................. 91
Slechts één motor laten draaien
(tweemotorige boten) .................... 91
Vervangen van de zekering ............. 92
De trim- en kantelbekrachtiging werkt
niet ................................................ 92
Waarschuwingslampje van
waterafscheider knippert tijdens
varen ............................................. 93
Behandeling van ondergedompelde
motor ......................................... 95

Veiligheidsinformatie

DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood worden wanneer ze in contact komen met de propeller. De propeller kan blijven bewegen wanneer de motor in neutraal staat, en de scherpe randen van de propeller kunnen ook snijwonden veroorzaken terwijl de propeller stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water be­vindt.
Houd mensen uit de buurt van de propeller, zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk­ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden gegrepen door de inwendige draaiende on­derdelen van de motor, met ernstige verwon­dingen of de dood tot gevolg. Verwijder de motorkap nooit als het niet echt nodig is. Verwijder of installeer de motorkap nooit terwijl de motor draait. Laat de motor uitsluitend zonder motorkap draaien met inachtneming van de specifieke instructies in de handleiding. Houd uw han­den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onder­delen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde mo­toronderdelen heet genoeg om brandwon­den te veroorzaken. Vermijd iedere aanra­king met onderdelen onder de motorkap tot de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten van de motor of terwijl de motor draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.
DMU33660
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd tussen de motor en de klembeugel wanneer de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd lichaamsdelen te allen tijde uit deze zone. Vergewis u ervan dat er zich niemand in deze zone bevindt alvorens het trim- en kantelbe­krachtigingsmechanisme te laten werken. De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars werken ook wanneer de hoofdschakelaar op uit staat. Houd mensen uit de buurt van de schakelaars tijdens werkzaamheden rondom de motor. Kom nooit onder het staartstuk als het ge­kanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhendel vergrendeld is. Als de buitenboordmotor per ongeluk valt, kunt u ernstig gewond raken.
DMU33671
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo dat de motor stopt wanneer de gebruiker overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorkomen dat de boot stuurloos ver­der vaart en mensen achterlaat, of over men­sen of voorwerpen vaart. Bevestig de motorstopschakelaarkoord tij­dens het gebruik van de motor altijd op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak ze niet los om de stuurhendel te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de koord niet aan een kledingstuk dat los zou kunnen scheuren, en leid de koord niet langs punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze haar functie niet langer vervult. Leid de koord niet langs plaatsen waar de kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
1
Veiligheidsinformatie
getrokken. Als er aan de koord wordt getrok­ken tijdens het varen, wordt de motor uitge­schakeld en kunt u de boot niet meer bestu­ren. De boot zou snel kunnen vertragen, waardoor passagiers en voorwerpen voor­waarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 50 om het risico van brand en explosie zo klein mo­gelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van ben­zine
Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort. Mocht er benzine op uw huid terechtkomen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi­ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te he­velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool­monoxide bevatten, een kleur- en geurloos gas dat hersenschade of de dood van ver­oorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw buitenboordmotor kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid aantasten, en de buiten­boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang­rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste facto­ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het water.
DMU33720
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Yamaha raadt u aan altijd een zwemvest te dragen wanneer u gaat varen. Kinderen en niet­zwemmers moeten in ieder geval altijd een zwemvest dragen, en iedereen moet een zwemvest dragen wanneer de vaaromstan­digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui­kers, telkens wanneer de motor draait. Wan­neer er zich iemand in het water bevindt vlak­bij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de motor stil. Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers kunnen moeilijk zichtbaar zijn. De propeller kan blijven draaien, zelfs wan­neer de motor in neutraal staat. Schakel de
2
Veiligheidsinformatie
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri­kant voor informatie over de aangewezen passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u ervan dat alle passagiers veilig plaats heb­ben genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat men overboord wordt geslingerd of in de boot valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft geno­men in de boot, dient u uw passagiers te waarschuwen wanneer u een ongewoon ma­noeuvre dient te maken. Tracht opspringen­de golven en kielzog steeds te vermijden.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de boot­fabrikant voor het toegestane maximumge­wicht en maximumaantal passagiers. Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren over de boot is verdeeld in overeenstemming met de instructies van de bootfabrikant. Het overla­den of verkeerd verdelen van het gewicht over de boot kan de bestuurbaarheid van de boot in het gedrang brengen en leiden tot on­gevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen, voorwerpen en andere boten. Wees op uw hoede voor omstandigheden die de zicht­baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
ZMU06025
Stuur defensief met een veilige snelheid en houd voldoende afstand van mensen, voor­werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma­noeuvres die het anderen moeilijk maken om u te ontwijken of te voorspellen waar u heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer­pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve manoeuvres om het risico op controlever­lies en botsingen te vermijden en om te vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge­slingerd.
Reageer tijdig om botsingen te vermijden. Vergeet niet dat boten geen remmen heb­ben en dat het afzetten van de motor of het verminderen van de stuwkracht de wen­baarheid kunnen verminderen. Als u niet zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om een voorwerp te ontwijken, geef dan gas bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer­bericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in gevaarlijk weer.
3
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas­sagier opgeleid is in het besturen van de boot in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids­voorschriften. Bijkomende publicaties en in­formatie kunt u bekomen bij heel wat scheep­vaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen die gelden op de plaats waar u gaat varen, en leef deze na. Er gelden verschillende re­gels naar gelang van de geografische plaats, maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.
Veiligheidsinformatie
4

Algemene informatie

DMU25171
Plaats voor identificatienum-
mers
DMU25184
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor staat vermeld op het label op de bakboord­zijde van de klembeugel. Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de daartoe voorziene ruimten om op te geven bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
DMU25191
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleu­telschakelaar, is het sleutelidentificatienum­mer ingestanst op uw sleutels zoals getoond op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Sleutelnummer
DMU37291
EG-verklaring van overeen-
stemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal­de gedeelten van de Europese richtlijnen in­zake machines. Iedere conforme buitenboordmotor wordt ge­leverd met de EG-verklaring van overeen­stemming. De EG-verklaring van overeen­stemming bevat de volgende informatie:
Naam van de motorfabrikant
Modelnaam
Productcode van model (goedgekeurde modelcode)
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25205
EG label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label vol­doen aan de richtlijnen van; 98/37/EG, 94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
5
1. Positie van het CE-label
Algemene informatie
ZMU06040
6
Algemene informatie
DMU33523
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
Lees deze handleiding.
Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer voor vervanglabels.
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C, F250A, FL250A
7
Algemene informatie
1
DMU34651
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be­tekenen het volgende.
1
DWM01681
Houd handen, haar en kledingstukken uit de buurt van draaiende onderdelen terwijl de motor draait.
Bij het starten of terwijl de motor draait mag u geen elektrische onderdelen aan­raken of verwijderen.
2
DWM01671
2
ZMU06191
zodat de motor stopt wanneer u de stuurhendel per ongeluk verlaat, om te voorkomen dat de boot op hol kan slaan.
DMU33850
Andere labels
3
ZMU05710
Lees de handleiding en de labels.
Draag een goedgekeurd zwemvest.
Bevestig de uitschakelkoord (seizing) aan uw zwemvest, uw arm of uw been
8
Algemene informatie
DMU33843
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het vol­gende.
Let op/Waarschuwing
ZMU05696
Lees de gebruikershandleiding
Elektrisch gevaar
ZMU05666
Bedieningsrichting van afstandsbedienings­hendel/schakelhendel, twee richtingen
ZMU05667
Motorstart/ motoraanzwengeling
ZMU05664
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
ZMU05665
9
ZMU05668

Specificaties en vereisten

DMU34521
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder betekent dat de geïnstalleerde propeller van aluminium is. Op dezelfde manier betekent “(SUS)” dat de geïnstalleerde propeller van roestvrij staal is en “(PL)” dat de geïnstalleerde propeller van plastic is.
DMU2821K
Maat:
Totale lengte:
F200CET 868 mm (34.2 in) F225BET 868 mm (34.2 in) F225CET 892 mm (35.1 in) F250AET 868 mm (34.2 in) FL200CET 868 mm (34.2 in) FL225BET 868 mm (34.2 in) FL250AET 868 mm (34.2 in)
Totale breedte:
634 mm (25.0 in)
Totale hoogte L:
F225CET 1705 mm (67.1 in)
Totale hoogte X:
F200CET 1829 mm (72.0 in) F225BET 1829 mm (72.0 in) F250AET 1829 mm (72.0 in) FL200CET 1829 mm (72.0 in) FL225BET 1829 mm (72.0 in) FL250AET 1829 mm (72.0 in)
Totale hoogte U:
F225BET 1956 mm (77.0 in) F250AET 1956 mm (77.0 in) FL250AET 1956 mm (77.0 in)
Spiegel hoogte L:
F225CET 516 mm (20.3 in)
Spiegel hoogte X:
F200CET 643 mm (25.3 in) F225BET 643 mm (25.3 in) F250AET 643 mm (25.3 in) FL200CET 643 mm (25.3 in) FL225BET 643 mm (25.3 in) FL250AET 643 mm (25.3 in)
Spiegel hoogte U:
F225BET 770 mm (30.3 in) F250AET 770 mm (30.3 in) FL250AET 770 mm (30.3 in)
Gewicht (SUS) L:
F225CET 273.0 kg (602 lb)
Gewicht (SUS) X:
F200CET 283.0 kg (624 lb) F225BET 278.0 kg (613 lb) F250AET 278.0 kg (613 lb) FL200CET 283.0 kg (624 lb) FL225BET 278.0 kg (613 lb) FL250AET 278.0 kg (613 lb)
Gewicht (SUS) U:
F225BET 284.0 kg (626 lb) F250AET 284.0 kg (626 lb) FL250AET 284.0 kg (626 lb)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
5000–6000 omw/min
Maximum uitgangsvermogen:
F200CET 147.1 kWbij5500 omw/min (200 PKbij5500 omw/min) F225BET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min) F225CET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min) F250AET 183.9 kWbij5500 omw/min (250 PKbij5500 omw/min) FL200CET 147.1 kWbij5500 omw/min (200 PKbij5500 omw/min) FL225BET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min) FL250AET 183.9 kWbij5500 omw/min (250 PKbij5500 omw/min)
10
Specificaties en vereisten
Vrijlooptoerental (in neutraal):
650 ±50 omw/min
Motor:
Type:
4-takt V
Slag:
3352.0 cm³
Boring × slag:
94.0 × 80.5 mm (3.70 × 3.17 in)
Ontstekingssysteem:
TCI
Bougie (NGK):
LFR6A-11
Electrode afstand bougie:
1.0–1.1 mm (0.039–0.043 in)
Besturingssysteem:
Afstandsbediening
Startsysteem:
Elektrische starter
Carburateur met start systeem:
Elektronische brandstofinjectie
Klepspeling (koude motor) IL:
0.17–0.24 mm (0.0067–0.0094 in)
Klepspeling (koude motor) UL:
0.31–0.38 mm (0.0122–0.0150 in)
Min. koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
711.0 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC):
100 A/u
Maximumdynamovermogen:
44 A
Aandrijvingseenheid:
Tandwielposities:
Vooruit - Neutraal - Achteruit
Overbrengingsverhouding:
2.00(30/15)
Trim- en kantelsysteem:
Trim- en kantelbekrachtiging
Propellermerkteken:
F200CET T / M F225BET T / M F225CET T / M F250AET T / M FL200CET TL / ML FL225BET TL / ML FL250AET TL / ML
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
F200CET Normale loodvrije benzine F225BET Normale loodvrije benzine F225CET Loodvrije superbenzine F250AET Loodvrije superbenzine FL200CET Normale loodvrije benzine FL225BET Normale loodvrije benzine FL250AET Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal:
F200CET 90 F225BET 90 F225CET 94 F250AET 94 FL200CET 90 FL225BET 90 FL250AET 94
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
5.6 L (5.92 US qt, 4.93 Imp.qt)
Smering:
Oliecarter Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielkastolie (SAE 90)
11
Specificaties en vereisten
Tandwieloliehoeveelheid:
F200CET 1.150 L (1.216 US qt,
1.012 Imp.qt) F225BET 1.150 L (1.216 US qt,
1.012 Imp.qt) F225CET 0.920 L (0.972 US qt,
0.810 Imp.qt) F250AET 0.920 L (0.972 US qt,
0.810 Imp.qt) FL200CET 1.000 L (1.057 US qt,
0.880 Imp.qt) FL225BET 1.000 L (1.057 US qt,
0.880 Imp.qt) FL250AET 0.800 L (0.846 US qt,
0.704 Imp.qt)
Aanspankoppel:
Bougie:
25.0 Nm (2.55 kgf-m, 18.4 ft-lb)
Propellermoer:
55.0 Nm (5.61 kgf-m, 40.6 ft-lb)
Motorolieaftapbout:
28.0 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb)
Motoroliefilter:
18.0 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA 39/94 en 40/94):
79.7 dB(A)
DMU33554
Installatievereisten
DMU33564
Vermogen paardenkracht boot
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ern­stige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buiten­boordmotor(en) of de totale paardenkrachten van uw buitenboordmotor(en) niet het maxi­male paardenkracht vermogen van de boot
overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU33571
Monteren van de motor
DWM01570
Een verkeerde montage van de buiten­boordmotor kan tot gevaarlijke omstan­digheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of brand.
Aangezien de motor zeer zwaar is, is speciale uitrusting en opleiding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva­ring in het optuigen van boten moet de motor monteren met behulp van de correcte appa­ratuur en de complete optuiginstructies. Voor meer informatie, zie pagina 41.
DMU33581
Afstandsbedieningsvereisten
DWM01580
Als de motor in versnelling start, kan de boot plots en onverwacht bewegen, waardoor er een botsing kan worden veroorzaakt of passagiers over boord kunnen worden geworpen.
Wanneer de motor ooit in versnelling start, werkt de neutraalstartbeveiliging niet correct en mag u de buitenboord­motor niet langer gebruiken. Neem con­tact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet worden uitgerust met (een) neutraal-startbeveili­ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend in neutraal kan worden ge­start.
12
Specificaties en vereisten
DMU25694
Accuvereisten
DMU25721
Technische gegevens van de accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/ EN):
711.0 A Minimum nominaal vermogen (20HR/ IEC):
100 A/u
De motor kan niet worden gestart als de ac­cuspanning te laag is.
DMU36290
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro­ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta­len voorwerpen in hetzelfde comparti­ment als de accu. Dat kan leiden tot brand, explosies of vonken.
DMU36300
[DWM01820]
Meerdere accu’s
Om meerdere accu’s aan te sluiten, bijvoor­beeld in boten met meerdere motoren of in geval van een hulpaccu, dient u uw Yamaha­dealer te raadplegen in verband met de keu­ze van de accu en de correcte bedrading.
DMU41600
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboord­motor is het selecteren van de juiste propeller een van de belangrijkste beslissingen die een booteigenaar dient te nemen. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de ac­celeratie, de topsnelheid, het brandstofver­bruik en zelfs de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kie­zen van de juiste propeller voor uw specifieke behoeften. Kies een propeller die de motor in staat stelt het middelste of bovenste gedeelte van het toerentalbereik te bereiken bij volgas en maximumlading. In het algemeen geldt dat een propeller met een grotere spoed ge­schikt is voor geringere bedrijfsbelastingen en een propeller met een kleinere spoed voor grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopen­de ladingen vervoert, selecteer dan een pro­peller die de motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbereik voor uw maxi­mumbelasting, maar denk eraan dat u de gashendelstand mogelijk moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerental­bereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert. Yamaha beveelt het gebruik aan van een propeller die geschikt is voor het “Shift Dam­pener System (SDS)”. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor meer informatie. Voor het controleren van de propeller, zie pa­gina 77.
3
1
2
ZMU07044
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU36310
Modellen met tegengestelde draaiing
Standaardbuitenboordmotoren draaien in de richting van de wijzers van de klok. Modellen met tegengestelde draaiing draaien in tegen-
13
Specificaties en vereisten
wijzerzin. Modellen met tegengestelde draai­ing worden normaal gebruikt op boten met meerdere motoren en dragen een “L” op de tandwielkast boven de anti-cavitatieplaat. Bij tegengesteld draaiende modellen moet u een propeller gebruiken die gemaakt is om tegen de wijzers van de klok in te draaien. Dergelijke propellers zijn herkenbaar aan de letter “L” achter de maataanduiding op de propeller. WAARSCHUWING! Gebruik
nooit een standaardpropeller in combina­tie met een motor met tegengestelde draaiing, of een propeller met tegenge­stelde draaiing in combinatie met een standaardmotor. Anders kan de boot ver­trekken in de tegengestelde richting van de verwachte richting (bijvoorbeeld ach­terwaarts in plaats van voorwaarts), wat tot ongevallen kan leiden.
[DWM01810]
Voor instructies over het demonteren en in­stalleren van de propeller, zie pagina 77 en
78.
DMU25770
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedienings­eenheden zijn uitgerust met (een) neutraal­startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er­voor dat de motor uitsluitend kan worden ge­start wanneer hij in neutraal staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de motor start.
DMU41951
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge­middelde temperaturen in de streek waar de buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30 API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
5.6 L (5.92 US qt, 4.93 Imp.qt) Motorolieverversingshoeveelheid (bij pe­riodiek onderhoud):
Zonder oliefiltervervanging:
4.5 L (4.76 US qt, 3.96 Imp.qt)
Met oliefiltervervanging:
4.7 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie ty­pe 1 vermelde olietypes niet beschikbaar zijn, selecteert u een alternatief olietype ver­meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
SAE API
122˚F
104
86
68
50
32
14
-4
50˚C
40
30
20
10
0
-10
-20
10W–30
10W–40
5W–30
SE SF SG SH
SJ
SL
ZMU06854
14
Specificaties en vereisten
Aanbevolen motorolie type 2
SAE API
122˚F
104
86
68
50
32
14
-4
50˚C
40
30
20
10
0
-10
-20
15W–40
20W–40
20W–50
DMU36360
SH
SJ
SL
ZMU06855
Brandstofvereisten
DMU43920
Benzine
F200C, FL200C, F225B, FL225B
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal. Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of lood­vrije superbenzine.
Aanbevolen benzine:
Normale loodvrije benzine met een minimumoctaangetal van 90 (Research Octane Number).
F225C, F250A, FL250A
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal.
Aanbevolen benzine:
Loodvrije superbenzine met een minimumoctaangetal van 94 RON (Research Octane Number).
DCM01981
Gebruik geen loodhoudende benzine. Loodhoudende benzine kan de motor ernstig beschadigen.
Zorg dat er geen water en vuil in de brandstoftank terechtkomen. Verontrei-
nigde brandstof kan de prestaties van de motor aantasten of motorschade veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse benzine die zuivere bussen werd be­waard.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met ethanol (E10) en gasohol met methanol. Ethanol kan worden gebruikt als het ethanol­gehalte niet meer dan 10% bedraagt en de brandstof voldoet aan de minimumoctaange­tallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol bevat en die niet mag worden gebruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen schade aan het brandstofsysteem of motor­start- en -bedrijfsproblemen veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol met methanol omdat die schade kan veroor­zaken aan het brandstofsysteem of de mo­torprestaties kan aantasten. Het verdient aanbeveling een waterafschei­dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10 micron) te installeren tussen de brandstof­tank en de buitenboordmotor van uw boot wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is geweten dat het de absorptie van vocht in brandstoftanks en -systemen van boten be­vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot corrosie van metalen brandstofsysteemon­derdelen en tot start- en werkingsproblemen en extra onderhoud van het brandstofsys­teem noodzakelijk maken.
DMU36880
Modderig of zuurrijk water
Yamaha raadt ten zeerste aan de optionele verchroomde waterpompkit te laten installe­ren door uw dealer als u de buitenboordmo­tor in modderig of zuurrijk water moet gebrui­ken. Afhankelijk van het model is dat echter misschien niet nodig.
15
Specificaties en vereisten
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van de boot. De onderzijde van de boot moet zo­veel mogelijk vrij worden gehouden van aan­groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van de boot worden bestreken met een voor uw streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko­ming van aangroeiing. Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten van de motor bespoedigen.
DMU36341
Motorafdankingsvereisten
Dank de motor nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raad­plegen in verband met het afdanken van de motor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het geval u motorpech krijgt.
Een gereedschapskit met verschillende schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu­sief metrieke maten) en isolatietape.
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
Een extra motorstopschakelaarkoord met clip.
Reserveonderdelen, zoals een extra set bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
16

Componenten

DMU2579Y
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan­daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C, F250A, FL250A
12 13 14 15
1. Motorkap
2. Anti-cavitatieplaat
3. Trimtap (anode)
4. Propeller*
5. Koelwaterinlaat*
6. Klembeugel
7. Motorkapvergrendelhendel(s)
8. Waterafscheider
9. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
10.Doorspoelplug
17
16 17 18
ZMU05148
11.Kantelsteunhendel
12.Afstandsbedieningskast (voor dubbele motor)*
13.Schakelaarpaneel (voor dubbele motor)*
14.Afstandsbedieningskast (voor dubbele motor)*
15.Schakelaarpaneel (voor dubbele motor)*
16.Digitale snelheidsmeter*
17.Digitale toerenteller*
18.Brandstofbeheermeter*
Componenten
1
4
1. Toerenteller (vierkant type)*
2. Toerenteller (rond type)*
3. Snelheidsmeter (vierkant type)*
4. Snelheids- & brandstofmeter (vierkant type)*
5. Snelheids- & brandstofmeter (rond type)*
6. Brandstofbeheermeter (vierkant type)*
DMU26181
2
5
Afstandsbedieningskast
De afstandsbedieningshendel bedient zowel de schakelhendel als de gashendel. De elek­trische schakelaars bevinden zich op de af­standsbedieningskast.
3
6
ZMU05429
1
2
4
3
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
3. Neutraalgashendel
4. Gashendelfrictieafstelling
ZMU04572
18
Componenten
1
2
4
2
3
ZMU04569
1. Afstandsbedieningshendel
2. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
3. Neutraalgashendel
4. Gashendelfrictieafstelling
DMU26190
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de neutrale stand wordt de vooruitversnelling in­geschakeld. Door de hendel naar achter te trekken vanuit de neutrale stand wordt de achteruitversnelling ingeschakeld. De motor blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer 35° wordt verplaatst; (er is een palletje te voelen). Door de hendel verder te duwen wordt de gasklep geopend en de motor be­gint te accelereren.
N
F
2
6
1
4
R
4
3
6
5
5
7
7
ZMU04573
1. Neutraal “ ”
2. Vooruit “
3. Achteruit “
4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
DMU26233
Neutraal gas handel
Om de gashendel te openen zonder in voor­uit of achteruit te zetten, moet u de vrijknop neutraal gas handel indrukken en de af­standsbedieningshendel verplaatsen.
N
2
3
1
ZMU04576
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
3. Neutraalgashendel
2
3
1
ZMU04575
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
3. Neutraalgashendel
NOTA:
De vrijknop neutraal gas handel kan alleen worden ingedrukt als de afstandsbedie­ningshendel in neutraal staat.
Na het indrukken van de knop begint de gasklep open te gaan nadat de afstands­bedieningshendel minstens 35° is ver­plaatst.
Zet na gebruik van de neutraal gas handle de afstandsbedieningshendel weer in neu-
19
Componenten
traal. De vrijknop neutraal gas handel keert automatisch terug naar de ingestelde stand. De afstandsbediening kan dan nor­maal in vooruit en achteruit worden gezet.
DMU25976
Gashendelfrictieafstelling
Een frictiesysteem zorgt voor een regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden ingesteld volgens de voorkeur van de schip­per. Om de weerstand te verhogen, draait u de
Om de weerstand te verhogen, draait u de
afstelschroef naar rechts. Om de weerstand
afstelschroef met de klok mee. Om de weerstand
te verlagen, draait u de afstelschroef naar
te verlagen, draait u de afstelschroef tegen de klok in.
links. WAARSCHUWING! Draai de wrij­vingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
[DWM00032]
ZMU04563
DMU25995
Noodstopkoord en clip
De clip moet bevestigd zijn aan de motor­stopschakelaar om de motor te laten draaien. Bevestig de koord op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Als de bestuurder over boord valt of het roer verlaat, trekt de koord de clip uit waardoor de ontste­king van de motor wordt uitgeschakeld. Op die manier wordt voorkomen dat de boot on­bestuurd verder vaart. WAARSCHUWING!
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak de koord niet vast aan kleren die kunnen worden losgetrokken. Zorg ervoor dat de koord nergens achter verstrikt raakt, waardoor ze haar functie verliest. Zorg ervoor dat u tijdens een nor­maal gebruik niet per ongeluk aan de koord trekt. Als de motoraandrijving weg­valt, wordt de boot veel minder goed be­stuurbaar. Zonder motoraandrijving zal de boot ook snel vertragen. Daardoor kunnen personen en voorwerpen in de boot naar voren geslingerd worden.
[DWM00122]
ZMU04646
Als u een constante snelheid wenst, moet u de afstelschroef aandraaien om de gewenste gashendelinstelling te behouden.
3
2
1
ZMU04565
1. Koord
2. Clip
3. Motoruitschakelaar
20
Componenten
ON
ON
STARTOFF
STARTOFF
3
2
1
ZMU05818
1. Koord
2. Clip
3. Motoruitschakelaar
DMU26091
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekings­systeem; de werking ervan wordt hieronder beschreven.
(uit)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ (uit) zijn de elektrische schakelingen inactief en kan de sleutel worden uitgenomen.
(aan)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ (aan) zijn de elektrische schakelingen actief en kan de sleutel niet worden uitgenomen.
(start)
Met de hoofdschakelaar in de stand “ (start) begint de startmotor te draaien om de motor te starten. Wanneer de sleutel wordt losgelaten, keert hij automatisch terug naar de stand “
” (aan).
OFF
ON
OFF
START
DMU32053
Trim- en kantelbekrachtigingsscha­kelaar op afstandsbediening
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
past de hoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel aan. Het indrukken van de schakelaar “ buitenboordmotor omhoog en kantelt deze vervolgens omhoog. Het indrukken van de
schakelaar “ boordmotor omlaag en trimt deze omlaag. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige po­sitie. Voor instructies over het gebruik van de trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina’s 54 en 57.
” (omlaag) kantelt de buiten-
START
ON
OFF
START
” (omhoog) trimt de
ZMU04567
ZMU05821
ON
21
UP
DN
ZMU03938
DMU26155
Trim- en kantelbekrachtigingsscha­kelaar aan onderkant motorkap
De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar zit aan de zijkant van de onderkant van de motorkap. Het indrukken van de schakelaar “
” (omhoog) trimt de buitenboordmotor omhoog en kantelt deze vervolgens omhoog. Het indrukken van de schakelaar “ laag) kantelt de buitenboordmotor omlaag en trimt deze omlaag. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie. Voor instructies over het gebruik van de trim­en kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagi­na 57.
DWM01031
Gebruik de aan de onderkant bevestigde trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar alleen wanneer de boot volledig tot stil­stand is met de motor uit. Een poging tot het gebruik van deze schakelaar terwijl de boot in beweging is, kan de kans op over­boord vallen verhogen en kan de bestuur­der afleiden of de kans op een botsing met een andere boot of ander obstakel verho­gen.
” (om-
Componenten
DMU26163
Trim- en kantelbekrachtigingsscha­kelaars (type met twee motoren)
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem stelt de buitenboordmotorhoek bij in verhou­ding tot de spiegel. Door de schakelaar “ (omhoog) in te drukken, wordt de buiten­boordmotor omhoog getrimd en vervolgens omhoog gekanteld. Als u de schakelaar
” (omlaag) indrukt, wordt de buitenboord-
“ motor omlaag gekanteld en vervolgens om­laag getrimd. Wanneer u de schakelaar los­laat, stopt de buitenboordmotor in de stand die hij op dat ogenblik inneemt. Voor instruc­ties over het gebruik van de trim- en kantel­bekrachtigingsschakelaars, zie pagina’s 54 en 57.
1
DN
UP
ZMU04601
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
22
Componenten
NOTA:
Bij de bediening voor twee motoren bedient de schakelaar op de afstandsbedienings­greep beide buitenboordmotoren tegelijk.
DMU26244
Trimtap met anode
DWM00840
Een verkeerd afgestelde trimtap kan er­voor zorgen dat het moeilijk is om te stu­ren. Laat de motor altijd proefdraaien na­dat een trimtap geïnstalleerd of vervan­gen is om er zeker van te zijn dat de be­sturing correct verloopt. Zorg ervoor dat u de bout vastdraait nadat de trimtap bij­geregeld is.
De trimtap moet zo worden ingesteld dat er evenveel kracht moet worden uitgeoefend om de stuurinrichting naar rechts te draaien als om ze naar links te draaien. Als de boot de neiging heeft naar links (bak­boord) te draaien, dient u het achtereind van de trimtap naar bakboord te draaien (“A” in de afbeelding). Als de boot de neiging heeft naar rechts (stuurboord) te draaien, dient u het achtereind van de trimtap naar stuur­boord te draaien (“B” in de afbeelding).
DCM00840
1. Trimtap
2. Bout
3. Kap
De trimtap doet ook dienst als anode om de motor te beschermen tegen elektro­chemische corrosie. De trimtap mag niet worden geschilderd, want dan kan ze niet meer als anode werken.
23
Boutaandraaimoment:
42.0 Nm (4.28 kgf-m, 31.0 ft-lb)
DMU26341
Kantelsteunhendel voor model met trim- en kantelbekrachtiging
Om de buitenboordmotor in de omhoog ge­kantelde stand te houden, moet u de kantel­steunstang vergrendelen in de klembeugel.
Loading...
+ 74 hidden pages