F200C
FL200C
F225B
FL225B
F225C
F250A
FL250A
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw
buitenboordmotor te gebruiken.
6P2-28199-78-D0•
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij wordt verkocht.
DMU25107 |
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in |
|||||||||
Aan de eigenaar |
||||||||||
productontwerp |
en kwaliteit. Daarom, on- |
|||||||||
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui- |
||||||||||
danks dat deze handleiding de laatste pro- |
||||||||||
tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding |
||||||||||
ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten |
||||||||||
bevat informatie over juiste bediening, on- |
||||||||||
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin- |
||||||||||
derhoud en zorg. Een grondig begrip van de- |
||||||||||
gen tussen uw machine en deze handleiding |
||||||||||
ze eenvoudige instructies zal u helpen om |
||||||||||
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u |
||||||||||
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te |
||||||||||
enige vragen aangaande dit handboek heeft. |
||||||||||
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in- |
||||||||||
Yamaha raadt aan dat u het product correct |
||||||||||
dien u vragen over de bediening of onder- |
||||||||||
gebruikt en de gespecificeerde periodieke in- |
||||||||||
houd van uw buitenboordmotor hebt. |
||||||||||
specties en onderhoud correct uitvoert vol- |
||||||||||
In deze gebruikershandleiding is bijzonder |
||||||||||
gens de instructies in de gebruikershandlei- |
||||||||||
belangrijke informatie als volgt aangeduid. |
||||||||||
ding, om een lang leven van het product te |
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door |
||
: dit is het symbool voor veiligheidswaar- |
het niet volgen van deze instructies, valt niet |
|||||||||
schuwingen. Het wordt gebruikt om u op mo- |
onder de garantie. |
|||||||||
gelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg al- |
Sommige landen hanteren wetten of regels |
|||||||||
le veiligheidsmeldingen achter dit symbool |
die gebruikers verbieden het product mee te |
|||||||||
op om mogelijke verwondingen of overlijden |
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan |
|||||||||
te voorkomen. |
het registreren van het product in het land |
|||||||||
DWM00781 |
van bestemming onmogelijk maken. Daar- |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
naast kan de garantie in sommige gebieden |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Een WAARSCHUWING wijst op een ge- |
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dea- |
|||||||||
vaarlijke situatie die kan leiden tot de |
ler waar het product is aangeschaft voor |
|||||||||
dood of ernstige letsels als ze niet wordt |
meer informatie, indien u het product mee |
|||||||||
vermeden. |
wilt nemen naar een ander land. |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien het gekochte product reeds was ge- |
||
DCM00701 |
||||||||||
bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij- |
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
zijnde dealer voor herregistratie en om recht |
||
Een alinea die vooraf wordt gegaan door |
||||||||||
te krijgen op de aangegeven diensten. |
||||||||||
OPGELET vermeldt speciale voorzorgs- |
||||||||||
NOTA: |
|
|||||||||
maatregelen die moeten worden geno- |
|
|||||||||
De F200CET, |
FL200CET, F225BET, |
|||||||||
men om schade aan de buitenboordmotor |
||||||||||
FL225BET, F225CET, F250AET, FL250AET |
||||||||||
of aan andere eigendommen te voorko- |
||||||||||
en de standaardaccessoires worden gebruikt |
||||||||||
men. |
||||||||||
als basis voor de verklaringen en afbeeldin- |
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
NOTA: |
||||||||||
gen in deze handleiding. Daardoor kunnen |
||||||||||
Een NOTA geeft belangrijke informatie om |
sommige onderdelen niet op ieder model van |
|||||||||
handelingen gemakkelijker of duidelijker te |
toepassing zijn. |
|
||||||||
maken. |
|
|
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25121
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C,
F250A, FL250A
GEBRUIKERSHANDLEIDING ©2011 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e Uitgave, maart 2011
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Veiligheidsinformatie ...................... |
1 |
Buitenboordmotorveiligheid ............ |
1 |
Propeller ............................................. |
1 |
Draaiende onderdelen ....................... |
1 |
Hete onderdelen ................................ |
1 |
Elektrische schokken ......................... |
1 |
Trimen kantelbekrachtiging .............. |
1 |
Motorstopschakelaarkoord ................. |
1 |
Benzine .............................................. |
2 |
Blootstelling aan en morsen van |
|
benzine ........................................... |
2 |
Koolmonoxide .................................... |
2 |
Wijzigingen ......................................... |
2 |
Scheepvaartveiligheid .................... |
2 |
Alcohol en verdovende middelen ....... |
2 |
Zwemvesten ....................................... |
2 |
Mensen in het water ........................... |
2 |
Passagiers ......................................... |
3 |
Overladen .......................................... |
3 |
Vermijd botsingen .............................. |
3 |
Weersomstandigheden ...................... |
3 |
Passagiersopleiding ........................... |
4 |
Scheepvaartveiligheidspublicaties ..... |
4 |
Wetten en voorschriften ..................... |
4 |
Algemene informatie ....................... |
5 |
Plaats voor |
|
identificatienummers .................... |
5 |
Buitenboordmotorserienummer ......... |
5 |
Sleutelnummer ................................... |
5 |
EG-verklaring van |
|
overeenstemming ....................... |
5 |
EG label ......................................... |
5 |
Lees handleidingen en labels ......... |
7 |
Waarschuwingslabels ....................... |
7 |
Specificaties en vereisten ............. |
10 |
Technische gegevens ................... |
10 |
Installatievereisten ........................ |
12 |
Vermogen paardenkracht boot ........ |
12 |
Monteren van de motor .................... |
12 |
Afstandsbedieningsvereisten ........ |
12 |
Accuvereisten ............................... |
13 |
Technische gegevens van de |
|
accu .............................................. |
13 |
Monteren van de accu ..................... |
13 |
Meerdere accu’s .............................. |
13 |
Propellerkeuze .............................. |
13 |
Modellen met tegengestelde |
|
draaiing ......................................... |
13 |
Neutraal-startbeveiliging ............... |
14 |
Motorolievereisten ........................ |
14 |
Brandstofvereisten ........................ |
15 |
Benzine ............................................ |
15 |
Modderig of zuurrijk water ............ |
15 |
Anti-fouling .................................... |
16 |
Motorafdankingsvereisten ............ |
16 |
Nooduitrusting .............................. |
16 |
Componenten ................................. |
17 |
Schematische voorstelling van de |
|
componenten ............................. |
17 |
Afstandsbedieningskast ................... |
18 |
Afstandsbedieningshendel ............... |
19 |
Neutraal gas handel ......................... |
19 |
Gashendelfrictieafstelling ................. |
20 |
Noodstopkoord en clip ..................... |
20 |
Hoofdschakelaar .............................. |
21 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaar op |
|
afstandsbediening ........................ |
21 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaar |
|
aan onderkant motorkap ............... |
22 |
Trimen |
|
kantelbekrachtigingsschakelaars |
|
(type met twee motoren) ............... |
22 |
Trimtap met anode ........................... |
23 |
Kantelsteunhendel voor model met |
|
trimen kantelbekrachtiging ......... |
23 |
Motorkapvergrendelhendel |
|
(omhoogtrektype) ......................... |
24 |
Doorspoelplug .................................. |
24 |
Brandstoffilter/waterafscheider ........ |
25 |
Instrumenten en |
|
verklikkerlampjes ........................... |
26 |
Digitale toerenteller ....................... |
26 |
Toerenteller ...................................... |
26 |
Trimmeter ......................................... |
26 |
Urenmeter ........................................ |
26 |
Oliedrukwaarschuwingslampje ........ |
27 |
Oververhittingwaarschuwingslamp- |
|
je ................................................... |
27 |
Inhoud
Digitale snelheidsmeter ................ |
27 |
Snelheidsmeter ................................ |
27 |
Brandstofmeter ................................ |
28 |
Tripmeter / klok / voltmeter .............. |
28 |
Brandstofpeilwaarschuwingslamp- |
|
je ................................................... |
29 |
Waarschuwingslampje voor lage |
|
accuspanning ............................... |
29 |
Brandstofbeheermeter .................. |
29 |
Brandstofstroommeter ..................... |
30 |
Brandstofverbruikmeter / |
|
Brandstofbezuinigingsmeter / |
|
Toerentalsynchronisator voor twee |
|
motoren ........................................ |
30 |
Waterafscheiderwaarschuwings- |
|
lampje ........................................... |
32 |
6Y8 Multifunctionele meters ......... |
32 |
6Y8 Multifunctionele |
|
toerentellers ............................... |
32 |
Startcontroles ................................... |
33 |
Oliedrukwaarschuwing ..................... |
34 |
Oververhittingswaarschuwing .......... |
34 |
Waterafscheiderwaarschuwing ........ |
35 |
Motorstoringwaarschuwing .............. |
35 |
Waarschuwing voor lage |
|
accuspanning ............................... |
35 |
6Y8 Multifunctionele snelheid & |
|
brandstofmeters ......................... |
36 |
6Y8 Multifunctionele |
|
snelheidsmeters ........................ |
37 |
6Y8 Multifunctionele |
|
brandstofbeheermeters ............. |
38 |
Motorcontrolesysteem .................. |
39 |
Waarschuwingssysteem ............... |
39 |
Oververhittingswaarschuwing .......... |
39 |
Oliedrukwaarschuwing ..................... |
39 |
Installatie ........................................ |
41 |
Installatie ...................................... |
41 |
De buitenboordmotor monteren ....... |
41 |
Werking ........................................... |
43 |
Eerste gebruik .............................. |
43 |
De motor met motorolie vullen ......... |
43 |
Inlopen van de motor ....................... |
43 |
Leer uw boot kennen ....................... |
43 |
Controleert voordat de motor wordt |
|
gestart ........................................ |
43 |
Brandstofpeil .................................... |
44 |
Verwijderen van de motorkap .......... |
44 |
Brandstofsysteem ............................ |
44 |
Bedieningselementen ...................... |
45 |
Noodstopkoord ................................. |
45 |
Motorolie .......................................... |
45 |
Motor ................................................ |
46 |
Doorspoelplug .................................. |
46 |
Motorkap installeren ......................... |
46 |
Controleren van het trimen |
|
kantelbekrachtigingssysteem ....... |
47 |
Accu ................................................. |
49 |
Brandstof bijvullen ....................... |
49 |
De motor gebruiken ...................... |
50 |
Brandstof verzenden ........................ |
50 |
Starten van de motor ....................... |
50 |
Controles na het starten van de |
|
motor ......................................... |
52 |
Koelwater ......................................... |
52 |
De motor laten warmdraaien ........ |
52 |
Modellen met elektrische starter ...... |
52 |
Controles na het warmdraaien van |
|
de motor .................................... |
53 |
Schakelen ........................................ |
53 |
Stopschakelaars .............................. |
53 |
Schakelen ..................................... |
53 |
De boot stoppen ........................... |
54 |
Motor uitschakelen ....................... |
54 |
Procedure ........................................ |
54 |
De buitenboordmotor trimmen ...... |
54 |
Instellen van de trimhoek (trimen |
|
kantelbekrachtiging) ..................... |
55 |
Boottrim instellen ............................. |
56 |
Omhoog en omlaag kantelen ....... |
57 |
Procedure voor omhoog kantelen |
|
(modellen met trimen |
|
kantelbekrachtiging) ..................... |
57 |
Procedure voor omlaag kantelen |
|
(modellen met trimen |
|
kantelbekrachtiging) ..................... |
59 |
Ondiep water ............................... |
60 |
Modellen met trimen |
|
kantelbekrachtiging ....................... |
60 |
Inhoud
Varen in andere |
|
omstandigheden ........................ |
61 |
Onderhoud ..................................... |
62 |
Vervoeren en opbergen van de |
|
buitenboordmotor ...................... |
62 |
Opberging van de |
|
buitenboordmotor ......................... |
62 |
Procedure ........................................ |
63 |
Smering ............................................ |
65 |
Spoelen van het motorblok .............. |
65 |
Reiniging van de |
|
buitenboordmotor ........................ |
66 |
Controleren van geverfd oppervlak |
|
van de buitenboordmotor .............. |
66 |
Periodiek onderhoud .................... |
66 |
Vervangingsonderdelen ................... |
67 |
Zware gebruiksomstandigheden ...... |
67 |
Onderhoudsschema 1 ...................... |
68 |
Onderhoudsschema 2 ...................... |
70 |
Smeren ............................................ |
71 |
Reiniging en afstelling van de |
|
bougie ........................................... |
73 |
Vrijlooptoerental onderzoeken ......... |
74 |
Motorolie verversen ......................... |
75 |
Inspecteer bedrading en |
|
aansluitstukken ............................. |
76 |
Propeller controleren ........................ |
77 |
Verwijderen van de propeller ........... |
77 |
Installeren van de propeller .............. |
78 |
Verversen van tandwielolie .............. |
79 |
Inspecteren en vervangen van |
|
elektrode(n) .................................. |
82 |
Controleren van de accu (voor |
|
modellen met elektrische |
|
starter) .......................................... |
83 |
Aansluiten van de accu .................... |
84 |
Loskoppelen van de accu ................ |
85 |
Herstellen van defecten ................ |
87 |
Problemen verhelpen ................... |
87 |
Tijdelijke handeling in een |
|
noodgeval .................................. |
91 |
Impact schade .................................. |
91 |
Slechts één motor laten draaien |
|
(tweemotorige boten) .................... |
91 |
Vervangen van de zekering ............. |
92 |
De trimen kantelbekrachtiging werkt |
|
niet ................................................ |
92 |
Waarschuwingslampje van |
|
waterafscheider knippert tijdens |
|
varen ............................................. |
93 |
Behandeling van ondergedompelde |
|
motor ......................................... |
95 |
DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood worden wanneer ze in contact komen met de propeller. De propeller kan blijven bewegen wanneer de motor in neutraal staat, en de scherpe randen van de propeller kunnen ook snijwonden veroorzaken terwijl de propeller stilstaat.
●Schakel de motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
●Houd mensen uit de buurt van de propeller,
zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden gegrepen door de inwendige draaiende onderdelen van de motor, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt nodig is. Verwijder of installeer de motorkap nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap draaien met inachtneming van de specifieke instructies in de handleiding. Houd uw handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onderdelen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde motoronderdelen heet genoeg om brandwonden te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motorkap tot de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten van de motor of terwijl de motor draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.
DMU33660
Trimen kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd tussen de motor en de klembeugel wanneer de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd lichaamsdelen te allen tijde uit deze zone. Vergewis u ervan dat er zich niemand in deze zone bevindt alvorens het trimen kantelbekrachtigingsmechanisme te laten werken.
De trimen kantelbekrachtigingsschakelaars werken ook wanneer de hoofdschakelaar op uit staat. Houd mensen uit de buurt van de schakelaars tijdens werkzaamheden rondom de motor.
Kom nooit onder het staartstuk als het gekanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhendel vergrendeld is. Als de buitenboordmotor per ongeluk valt, kunt u ernstig gewond raken.
DMU33671
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo dat de motor stopt wanneer de gebruiker overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorkomen dat de boot stuurloos verder vaart en mensen achterlaat, of over mensen of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor altijd op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak ze niet los om de stuurhendel te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de koord niet aan een kledingstuk dat los zou kunnen scheuren, en leid de koord niet langs punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze haar functie niet langer vervult.
Leid de koord niet langs plaatsen waar de kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
1
Veiligheidsinformatie
getrokken. Als er aan de koord wordt getrokken tijdens het varen, wordt de motor uitgeschakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertragen, waardoor passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Volg voor het tanken steeds de procedure op pagina 50 om het risico van brand en explosie zo klein mogelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te hevelen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolmonoxide bevatten, een kleuren geurloos gas dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw buitenboordmotor kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid aantasten, en de buitenboordmotor onveilig of onwettig voor gebruik maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belangrijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste factoren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het water.
DMU33720
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Yamaha raadt u aan altijd een zwemvest te dragen wanneer u gaat varen. Kinderen en nietzwemmers moeten in ieder geval altijd een zwemvest dragen, en iedereen moet een zwemvest dragen wanneer de vaaromstandigheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het water, zoals zwemmers, waterskiërs of duikers, telkens wanneer de motor draait. Wanneer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wanneer de motor in neutraal staat. Schakel de
2
Veiligheidsinformatie
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabrikant voor informatie over de aangewezen passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u ervan dat alle passagiers veilig plaats hebben genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat men overboord wordt geslingerd of in de boot valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse snelheidsof richtingsveranderingen. Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opspringende golven en kielzog steeds te vermijden.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maximumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren over de boot is verdeeld in overeenstemming met de instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het gewicht over de boot kan de bestuurbaarheid van de boot in het gedrang brengen en leiden tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen, voorwerpen en andere boten. Wees op uw hoede voor omstandigheden die de zichtbaarheid beperken of uw zicht blokkeren.
ZMU06025
Stuur defensief met een veilige snelheid en houd voldoende afstand van mensen, voorwerpen en andere boten.
●Vaar niet op korte afstand achter andere boten of waterskiërs.
●Vermijd scherpe bochten of andere manoeuvres die het anderen moeilijk maken om u te ontwijken of te voorspellen waar u heen gaat.
●Vermijd gebieden met gezonken voorwerpen of ondiep water.
●Ken uw grenzen en vermijd agressieve manoeuvres om het risico op controleverlies en botsingen te vermijden en om te vermijden dat u uit het vaartuig wordt geslingerd.
●Reageer tijdig om botsingen te vermijden. Vergeet niet dat boten geen remmen hebben en dat het afzetten van de motor of het verminderen van de stuwkracht de wenbaarheid kunnen verminderen. Als u niet zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om een voorwerp te ontwijken, geef dan gas
bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in gevaarlijk weer.
3
Veiligheidsinformatie
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere passagier opgeleid is in het besturen van de boot in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheidsvoorschriften. Bijkomende publicaties en informatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen die gelden op de plaats waar u gaat varen, en leef deze na. Er gelden verschillende regels naar gelang van de geografische plaats, maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.
4
DMU25171
Plaats voor identificatienummers
DMU25184
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor staat vermeld op het label op de bakboordzijde van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de daartoe voorziene ruimten om op te geven bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
ruimte voorzien als referentie in geval u een nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Sleutelnummer
DMU37291
EG-verklaring van overeenstemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaalde gedeelten van de Europese richtlijnen inzake machines.
Iedere conforme buitenboordmotor wordt ge-
leverd met de EG-verklaring van overeen-
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
stemming. De EG-verklaring van overeenstemming bevat de volgende informatie:
● Naam van de motorfabrikant ● Modelnaam
● Productcode van model (goedgekeurde modelcode)
● Code van nageleefde richtlijnen
DMU25205
EG label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label voldoen aan de richtlijnen van; 98/37/EG,
94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
DMU25191
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleutelschakelaar, is het sleutelidentificatienummer ingestanst op uw sleutels zoals getoond op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
5
Algemene informatie
1. Positie van het CE-label
ZMU06040
6
Algemene informatie
DMU33523
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
●Lees deze handleiding.
●Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
●Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer voor vervanglabels.
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C, F250A, FL250A
7
Algemene informatie
1 |
2 |
DMU34651
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels betekenen het volgende.
1
DWM01681
●Houd handen, haar en kledingstukken uit de buurt van draaiende onderdelen terwijl de motor draait.
●Bij het starten of terwijl de motor draait mag u geen elektrische onderdelen aanraken of verwijderen.
2
DWM01671
●Lees de handleiding en de labels.
●Draag een goedgekeurd zwemvest.
●Bevestig de uitschakelkoord (seizing) aan uw zwemvest, uw arm of uw been
ZMU06191
zodat de motor stopt wanneer u de stuurhendel per ongeluk verlaat, om te voorkomen dat de boot op hol kan slaan.
DMU33850
Andere labels
3
ZMU05710
8
Algemene informatie
DMU33843
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het volgende.
Let op/Waarschuwing
ZMU05696
Lees de gebruikershandleiding
ZMU05664
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
ZMU05665
Elektrisch gevaar
ZMU05666
Bedieningsrichting van afstandsbedieningshendel/schakelhendel, twee richtingen
ZMU05667
Motorstart/ motoraanzwengeling
ZMU05668
9
DMU34521
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder betekent dat de geïnstalleerde propeller van aluminium is.
Op dezelfde manier betekent “(SUS)” dat de geïnstalleerde propeller van roestvrij staal is en “(PL)” dat de geïnstalleerde propeller van plastic is.
DMU2821K
Maat:
Totale lengte:
F200CET 868 mm (34.2 in) F225BET 868 mm (34.2 in) F225CET 892 mm (35.1 in) F250AET 868 mm (34.2 in)
FL200CET 868 mm (34.2 in) FL225BET 868 mm (34.2 in) FL250AET 868 mm (34.2 in)
Totale breedte: 634 mm (25.0 in)
Totale hoogte L:
F225CET 1705 mm (67.1 in) Totale hoogte X:
F200CET 1829 mm (72.0 in) F225BET 1829 mm (72.0 in) F250AET 1829 mm (72.0 in)
FL200CET 1829 mm (72.0 in) FL225BET 1829 mm (72.0 in) FL250AET 1829 mm (72.0 in)
Totale hoogte U:
F225BET 1956 mm (77.0 in) F250AET 1956 mm (77.0 in) FL250AET 1956 mm (77.0 in)
Spiegel hoogte L:
F225CET 516 mm (20.3 in)
Spiegel hoogte X:
F200CET 643 mm (25.3 in) F225BET 643 mm (25.3 in) F250AET 643 mm (25.3 in)
FL200CET 643 mm (25.3 in) FL225BET 643 mm (25.3 in) FL250AET 643 mm (25.3 in)
Spiegel hoogte U:
F225BET 770 mm (30.3 in) F250AET 770 mm (30.3 in) FL250AET 770 mm (30.3 in)
Gewicht (SUS) L:
F225CET 273.0 kg (602 lb) Gewicht (SUS) X:
F200CET 283.0 kg (624 lb) F225BET 278.0 kg (613 lb) F250AET 278.0 kg (613 lb)
FL200CET 283.0 kg (624 lb) FL225BET 278.0 kg (613 lb) FL250AET 278.0 kg (613 lb)
Gewicht (SUS) U:
F225BET 284.0 kg (626 lb) F250AET 284.0 kg (626 lb) FL250AET 284.0 kg (626 lb)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik: 5000–6000 omw/min
Maximum uitgangsvermogen: F200CET 147.1 kWbij5500 omw/min (200 PKbij5500 omw/min)
F225BET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min)
F225CET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min)
F250AET 183.9 kWbij5500 omw/min (250 PKbij5500 omw/min)
FL200CET 147.1 kWbij5500 omw/min (200 PKbij5500 omw/min)
FL225BET 165.5 kWbij5500 omw/min (225 PKbij5500 omw/min)
FL250AET 183.9 kWbij5500 omw/min (250 PKbij5500 omw/min)
10
Specificaties en vereisten
Vrijlooptoerental (in neutraal): 650 ±50 omw/min
Motor:
Type: 4-takt V
Slag:
3352.0 cm³ Boring × slag:
94.0 × 80.5 mm (3.70 × 3.17 in) Ontstekingssysteem:
TCI
Bougie (NGK):
LFR6A-11
Electrode afstand bougie: 1.0–1.1 mm (0.039–0.043 in)
Besturingssysteem: Afstandsbediening
Startsysteem: Elektrische starter
Carburateur met start systeem: Elektronische brandstofinjectie
Klepspeling (koude motor) IL: 0.17–0.24 mm (0.0067–0.0094 in)
Klepspeling (koude motor) UL: 0.31–0.38 mm (0.0122–0.0150 in)
Min. koudstartstroomsterkte (CCA/EN): 711.0 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC): 100 A/u
Maximumdynamovermogen: 44 A
Aandrijvingseenheid:
Tandwielposities:
Vooruit - Neutraal - Achteruit Overbrengingsverhouding:
2.00(30/15)
Trimen kantelsysteem:
Trimen kantelbekrachtiging
Propellermerkteken:
F200CET T / M
F225BET T / M
F225CET T / M
F250AET T / M FL200CET TL / ML FL225BET TL / ML FL250AET TL / ML
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
F200CET Normale loodvrije benzine F225BET Normale loodvrije benzine F225CET Loodvrije superbenzine F250AET Loodvrije superbenzine FL200CET Normale loodvrije benzine FL225BET Normale loodvrije benzine FL250AET Loodvrije superbenzine
Min. research octaangetal: F200CET 90
F225BET 90
F225CET 94
F250AET 94
FL200CET 90
FL225BET 90
FL250AET 94 Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30 API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
5.6 L (5.92 US qt, 4.93 Imp.qt) Smering:
Oliecarter Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielkastolie (SAE 90)
11
Specificaties en vereisten
Tandwieloliehoeveelheid: F200CET 1.150 L (1.216 US qt, 1.012 Imp.qt)
F225BET 1.150 L (1.216 US qt, 1.012 Imp.qt)
F225CET 0.920 L (0.972 US qt, 0.810 Imp.qt)
F250AET 0.920 L (0.972 US qt, 0.810 Imp.qt)
FL200CET 1.000 L (1.057 US qt, 0.880 Imp.qt)
FL225BET 1.000 L (1.057 US qt, 0.880 Imp.qt)
FL250AET 0.800 L (0.846 US qt, 0.704 Imp.qt)
Aanspankoppel:
Bougie:
25.0 Nm (2.55 kgf-m, 18.4 ft-lb) Propellermoer:
55.0 Nm (5.61 kgf-m, 40.6 ft-lb) Motorolieaftapbout:
28.0 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) Motoroliefilter:
18.0 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluidsen trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA 39/94 en 40/94):
79.7 dB(A)
DMU33554
Installatievereisten
DMU33564
Vermogen paardenkracht boot
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buitenboordmotor(en) of de totale paardenkrachten van uw buitenboordmotor(en) niet het maximale paardenkracht vermogen van de boot
overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU33571
Monteren van de motor
DWM01570
●Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of brand.
●Aangezien de motor zeer zwaar is, is speciale uitrusting en opleiding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met ervaring in het optuigen van boten moet de motor monteren met behulp van de correcte apparatuur en de complete optuiginstructies. Voor meer informatie, zie pagina 41.
DMU33581
Afstandsbedieningsvereisten
DWM01580
●Als de motor in versnelling start, kan de boot plots en onverwacht bewegen, waardoor er een botsing kan worden veroorzaakt of passagiers over boord kunnen worden geworpen.
●Wanneer de motor ooit in versnelling start, werkt de neutraalstartbeveiliging niet correct en mag u de buitenboordmotor niet langer gebruiken. Neem contact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet worden uitgerust met (een) neutraal-startbeveili- ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend in neutraal kan worden gestart.
12
Specificaties en vereisten
DMU25694
Accuvereisten
DMU25721
Technische gegevens van de accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/ EN):
711.0 A
Minimum nominaal vermogen (20HR/ IEC):
100 A/u
De motor kan niet worden gestart als de accuspanning te laag is.
DMU36290
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een droge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen brandbare items of losse, zware of metalen voorwerpen in hetzelfde compartiment als de accu. Dat kan leiden tot brand, explosies of vonken. [DWM01820]
DMU36300
Meerdere accu’s
Om meerdere accu’s aan te sluiten, bijvoorbeeld in boten met meerdere motoren of in geval van een hulpaccu, dient u uw Yamahadealer te raadplegen in verband met de keuze van de accu en de correcte bedrading.
DMU41600
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboordmotor is het selecteren van de juiste propeller een van de belangrijkste beslissingen die een booteigenaar dient te nemen. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de acceleratie, de topsnelheid, het brandstofverbruik en zelfs de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kiezen van de juiste propeller voor uw specifieke behoeften. Kies een propeller die de motor in staat stelt het middelste of bovenste gedeelte van het toerentalbereik te bereiken bij volgas en maximumlading. In het algemeen geldt dat een propeller met een grotere spoed geschikt is voor geringere bedrijfsbelastingen en een propeller met een kleinere spoed voor grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, selecteer dan een propeller die de motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbereik voor uw maximumbelasting, maar denk eraan dat u de gashendelstand mogelijk moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert.
Yamaha beveelt het gebruik aan van een propeller die geschikt is voor het “Shift Dampener System (SDS)”. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor meer informatie.
Voor het controleren van de propeller, zie pagina 77.
3 1
2
ZMU07044
1.Propellerdiameter in inches
2.Propellerspoed in inches
3.Type van propeller (propellermerk)
DMU36310
Modellen met tegengestelde draaiing
Standaardbuitenboordmotoren draaien in de richting van de wijzers van de klok. Modellen met tegengestelde draaiing draaien in tegen-
13
Specificaties en vereisten
wijzerzin. Modellen met tegengestelde draaiing worden normaal gebruikt op boten met meerdere motoren en dragen een “L” op de tandwielkast boven de anti-cavitatieplaat.
Bij tegengesteld draaiende modellen moet u een propeller gebruiken die gemaakt is om tegen de wijzers van de klok in te draaien. Dergelijke propellers zijn herkenbaar aan de letter “L” achter de maataanduiding op de propeller. WAARSCHUWING! Gebruik nooit een standaardpropeller in combinatie met een motor met tegengestelde draaiing, of een propeller met tegengestelde draaiing in combinatie met een standaardmotor. Anders kan de boot vertrekken in de tegengestelde richting van de verwachte richting (bijvoorbeeld achterwaarts in plaats van voorwaarts), wat tot ongevallen kan leiden. [DWM01810]
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 77 en 78.
DMU25770
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust met (een) neutraalstartbeveiliging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend kan worden gestart wanneer hij in neutraal staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de motor start.
DMU41951
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de gemiddelde temperaturen in de streek waar de buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Aanbevolen motorolie: 4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1: SAE 10W-30/10W-40/5W-30 API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2: SAE 15W-40/20W-40/20W-50 API SH/SJ/SL
Totale motoroliehoeveelheid (oliecarterinhoud):
5.6 L (5.92 US qt, 4.93 Imp.qt) Motorolieverversingshoeveelheid (bij periodiek onderhoud):
Zonder oliefiltervervanging:
4.5 L (4.76 US qt, 3.96 Imp.qt) Met oliefiltervervanging:
4.7 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar zijn, selecteert u een alternatief olietype vermeld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
|
|
|
SAE |
|
|
API |
|
-4 |
14 |
32 |
50 |
68 |
86 |
104 |
122˚F |
-20 |
-10 |
0 |
10 |
20 |
30 |
40 |
50˚C |
|
|
|
10W–30 |
|
|
|
SE |
|
|
|
|
|
|
SF |
|
|
|
|
10W–40 |
|
|
SG |
|
|
|
|
|
|
SH |
||
|
|
|
|
|
|
|
SJ |
|
|
5W–30 |
|
|
|
SL |
|
|
|
|
|
|
|
|
ZMU06854 |
14
Specificaties en vereisten
Aanbevolen motorolie type 2
|
|
|
SAE |
|
|
API |
|
-4 |
14 |
32 |
50 |
68 |
86 |
104 |
122˚F |
-20 |
-10 |
0 |
10 |
20 |
30 |
40 |
50˚C |
|
|
|
15W–40 |
|
|
SH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
20W–40 |
|
SJ |
|
|
|
|
|
|
|
|
SL |
|
|
|
|
20W–50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ZMU06855 |
DMU36360 |
Brandstofvereisten |
||||||
|
|||||||
DMU43920 |
|
|
|
|
|
|
|
Benzine |
|
|
|
|
|
|
|
F200C, FL200C, F225B, FL225B |
|
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal. Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
Aanbevolen benzine:
Normale loodvrije benzine met een minimumoctaangetal van 90 (Research Octane Number).
F225C, F250A, FL250A
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal.
Aanbevolen benzine:
Loodvrije superbenzine met een minimumoctaangetal van 94 RON (Research Octane Number).
DCM01981
●Gebruik geen loodhoudende benzine. Loodhoudende benzine kan de motor ernstig beschadigen.
●Zorg dat er geen water en vuil in de brandstoftank terechtkomen. Verontrei-
nigde brandstof kan de prestaties van de motor aantasten of motorschade veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse benzine die zuivere bussen werd bewaard.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met ethanol (E10) en gasohol met methanol. Ethanol kan worden gebruikt als het ethanolgehalte niet meer dan 10% bedraagt en de brandstof voldoet aan de minimumoctaangetallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol bevat en die niet mag worden gebruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen schade aan het brandstofsysteem of motorstarten -bedrijfsproblemen veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol met methanol omdat die schade kan veroorzaken aan het brandstofsysteem of de motorprestaties kan aantasten.
Het verdient aanbeveling een waterafscheidende scheepsbrandstoffilter (minimum 10 micron) te installeren tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor van uw boot wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is geweten dat het de absorptie van vocht in brandstoftanks en -systemen van boten bevordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot corrosie van metalen brandstofsysteemonderdelen en tot starten werkingsproblemen en extra onderhoud van het brandstofsysteem noodzakelijk maken.
DMU36880
Modderig of zuurrijk water
Yamaha raadt ten zeerste aan de optionele verchroomde waterpompkit te laten installeren door uw dealer als u de buitenboordmotor in modderig of zuurrijk water moet gebruiken. Afhankelijk van het model is dat echter misschien niet nodig.
15
Specificaties en vereisten
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van de boot. De onderzijde van de boot moet zoveel mogelijk vrij worden gehouden van aangroeiing. Indien nodig kan de onderzijde van de boot worden bestreken met een voor uw streek goedgekeurde anti-fouling ter voorkoming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten van de motor bespoedigen.
DMU36341
Motorafdankingsvereisten
Dank de motor nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raadplegen in verband met het afdanken van de motor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het geval u motorpech krijgt.
●Een gereedschapskit met verschillende schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclusief metrieke maten) en isolatietape.
●Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
●Een extra motorstopschakelaarkoord met clip.
●Reserveonderdelen, zoals een extra set bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
16
DMU2579Y
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F200C, FL200C, F225B, FL225B, F225C, F250A, FL250A
12 |
13 |
14 |
15 |
|
16 |
17 |
18 |
|
|
|
|
|
|
|
|
ZMU05148 |
|
1. |
Motorkap |
11.Kantelsteunhendel |
|
|
|
|
2. |
Anti-cavitatieplaat |
12.Afstandsbedieningskast |
(voor |
dubbele |
||
3. |
Trimtap (anode) |
motor)* |
|
|
|
|
4. |
Propeller* |
13.Schakelaarpaneel (voor dubbele motor)* |
||||
5. |
Koelwaterinlaat* |
14.Afstandsbedieningskast |
(voor |
dubbele |
||
6. |
Klembeugel |
motor)* |
|
|
|
|
15.Schakelaarpaneel (voor dubbele motor)* |
||||||
7. |
Motorkapvergrendelhendel(s) |
|||||
16.Digitale snelheidsmeter* |
|
|
||||
8. |
Waterafscheider |
|
|
|||
17.Digitale toerenteller* |
|
|
||||
9. |
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar |
|
|
|||
|
|
|
|
10.Doorspoelplug |
18.Brandstofbeheermeter* |
|
17
Componenten
1 |
2 |
4 |
5 |
1.Toerenteller (vierkant type)*
2.Toerenteller (rond type)*
3.Snelheidsmeter (vierkant type)*
4.Snelheids- & brandstofmeter (vierkant type)*
5.Snelheids- & brandstofmeter (rond type)*
6.Brandstofbeheermeter (vierkant type)*
DMU26181
Afstandsbedieningskast
De afstandsbedieningshendel bedient zowel de schakelhendel als de gashendel. De elektrische schakelaars bevinden zich op de afstandsbedieningskast.
3
6
ZMU05429
1
2
4
3
ZMU04572
1.Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar
2.Afstandsbedieningshendel
3.Neutraalgashendel
4.Gashendelfrictieafstelling
18
Componenten
1
2
4 2
3
ZMU04569
1.Afstandsbedieningshendel
2.Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar
3.Neutraalgashendel
4.Gashendelfrictieafstelling
DMU26190
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de neutrale stand wordt de vooruitversnelling ingeschakeld. Door de hendel naar achter te trekken vanuit de neutrale stand wordt de achteruitversnelling ingeschakeld. De motor blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer 35° wordt verplaatst; (er is een palletje te voelen). Door de hendel verder te duwen wordt de gasklep geopend en de motor begint te accelereren.
|
|
N |
|
|
F |
4 |
1 |
4 |
R |
2 |
|
|
|
3 |
6 |
5 |
|
5 |
6 |
|
|
|||
|
|
|
|
7 |
7 |
|
|
|
|
|
|
|
|
ZMU04573 |
1.Neutraal “”
2.Vooruit “”
3.Achteruit “”
4.Schakelen
5.Volledig gesloten
6.Gashendel
7.Volledig open
DMU26233
Neutraal gas handel
Om de gashendel te openen zonder in vooruit of achteruit te zetten, moet u de vrijknop neutraal gas handel indrukken en de afstandsbedieningshendel verplaatsen.
N
2
3
1
ZMU04576
1.Volledig open
2.Volledig gesloten
3.Neutraalgashendel
2
3
1
ZMU04575
1.Volledig open
2.Volledig gesloten
3.Neutraalgashendel
NOTA:
●De vrijknop neutraal gas handel kan alleen worden ingedrukt als de afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
●Na het indrukken van de knop begint de gasklep open te gaan nadat de afstandsbedieningshendel minstens 35° is verplaatst.
●Zet na gebruik van de neutraal gas handle de afstandsbedieningshendel weer in neu-
19
Componenten
traal. De vrijknop neutraal gas handel keert automatisch terug naar de ingestelde stand. De afstandsbediening kan dan normaal in vooruit en achteruit worden gezet.
DMU25976
Gashendelfrictieafstelling
Een frictiesysteem zorgt voor een regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen, draait u de afstelschroefmetnaarderechtsklok mee. Om.Omdedeweweerstand te verlagen,draaitaitu deu deafstelschroeftegenf aarde linkloksin. . WAARSCHUWING! Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken. [DWM00032]
ZMU04563
DMU25995
Noodstopkoord en clip
De clip moet bevestigd zijn aan de motorstopschakelaar om de motor te laten draaien. Bevestig de koord op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Als de bestuurder over boord valt of het roer verlaat, trekt de koord de clip uit waardoor de ontsteking van de motor wordt uitgeschakeld. Op
die manier wordt voorkomen dat de boot onbestuurd verder vaart. WAARSCHUWING!
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak de koord niet vast aan kleren die kunnen worden losgetrokken. Zorg ervoor dat de koord nergens achter verstrikt raakt, waardoor ze haar functie verliest. Zorg ervoor dat u tijdens een normaal gebruik niet per ongeluk aan de koord trekt. Als de motoraandrijving wegvalt, wordt de boot veel minder goed bestuurbaar. Zonder motoraandrijving zal de boot ook snel vertragen. Daardoor kunnen personen en voorwerpen in de boot naar voren geslingerd worden.
[DWM00122]
3
2
1
ZMU04565
ZMU04646 |
1. |
Koord |
|
||
Als u een constante snelheid wenst, moet u |
2. |
Clip |
de afstelschroef aandraaien om de gewenste |
3. |
Motoruitschakelaar |
gashendelinstelling te behouden. |
|
|
20
Componenten
ON
OFF START
ON ON
OFF START OFF START
3 2
1
ZMU04567
ZMU05818
1.Koord
2.Clip
3.Motoruitschakelaar
DMU26091
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekingssysteem; de werking ervan wordt hieronder beschreven.
● “” (uit)
Met de hoofdschakelaar in de stand “” (uit) zijn de elektrische schakelingen inactief en kan de sleutel worden uitgenomen.
● “” (aan)
Met de hoofdschakelaar in de stand “” (aan) zijn de elektrische schakelingen actief en kan de sleutel niet worden uitgenomen.
● “ |
” (start) |
|
Met de hoofdschakelaar in de stand “ |
” |
(start) begint de startmotor te draaien om de motor te starten. Wanneer de sleutel wordt losgelaten, keert hij automatisch terug naar de stand “” (aan).
|
ON |
ON |
OFF |
START OFF |
START |
ZMU05821
DMU32053
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar op afstandsbediening
Het trimen kantelbekrachtigingssysteem past de hoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel aan. Het indrukken van de schakelaar “” (omhoog) trimt de buitenboordmotor omhoog en kantelt deze vervolgens omhoog. Het indrukken van de schakelaar “” (omlaag) kantelt de buitenboordmotor omlaag en trimt deze omlaag. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie. Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina’s 54 en 57.
21
Componenten
UP
DN
ZMU03938
DMU26155
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar aan onderkant motorkap
De trimen kantelbekrachtigingsschakelaar zit aan de zijkant van de onderkant van de motorkap. Het indrukken van de schakelaar “” (omhoog) trimt de buitenboordmotor omhoog en kantelt deze vervolgens omhoog. Het indrukken van de schakelaar “” (omlaag) kantelt de buitenboordmotor omlaag en trimt deze omlaag. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor in zijn huidige positie.
Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina 57.
DWM01031
Gebruik de aan de onderkant bevestigde trimen kantelbekrachtigingsschakelaar alleen wanneer de boot volledig tot stilstand is met de motor uit. Een poging tot het gebruik van deze schakelaar terwijl de boot in beweging is, kan de kans op overboord vallen verhogen en kan de bestuurder afleiden of de kans op een botsing met een andere boot of ander obstakel verhogen.
DMU26163
Trimen kantelbekrachtigingsschakelaars (type met twee motoren)
Het trimen kantelbekrachtigingssysteem stelt de buitenboordmotorhoek bij in verhouding tot de spiegel. Door de schakelaar “” (omhoog) in te drukken, wordt de buitenboordmotor omhoog getrimd en vervolgens omhoog gekanteld. Als u de schakelaar “” (omlaag) indrukt, wordt de buitenboordmotor omlaag gekanteld en vervolgens omlaag getrimd. Wanneer u de schakelaar loslaat, stopt de buitenboordmotor in de stand die hij op dat ogenblik inneemt. Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaars, zie pagina’s 54 en 57.
1
DN
UP
ZMU04601
1. Trimen kantelbekrachtigingsschakelaar
22
Componenten
NOTA:
Bij de bediening voor twee motoren bedient de schakelaar op de afstandsbedieningsgreep beide buitenboordmotoren tegelijk.
DMU26244
Trimtap met anode
DWM00840
Een verkeerd afgestelde trimtap kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om te sturen. Laat de motor altijd proefdraaien nadat een trimtap geïnstalleerd of vervangen is om er zeker van te zijn dat de besturing correct verloopt. Zorg ervoor dat u de bout vastdraait nadat de trimtap bijgeregeld is.
De trimtap moet zo worden ingesteld dat er evenveel kracht moet worden uitgeoefend om de stuurinrichting naar rechts te draaien als om ze naar links te draaien.
Als de boot de neiging heeft naar links (bakboord) te draaien, dient u het achtereind van de trimtap naar bakboord te draaien (“A” in de afbeelding). Als de boot de neiging heeft naar rechts (stuurboord) te draaien, dient u het achtereind van de trimtap naar stuurboord te draaien (“B” in de afbeelding).
DCM00840
De trimtap doet ook dienst als anode om de motor te beschermen tegen elektrochemische corrosie. De trimtap mag niet worden geschilderd, want dan kan ze niet meer als anode werken.
1.Trimtap
2.Bout
3.Kap
Boutaandraaimoment:
42.0 Nm (4.28 kgf-m, 31.0 ft-lb)
DMU26341
Kantelsteunhendel voor model met trimen kantelbekrachtiging
Om de buitenboordmotor in de omhoog gekantelde stand te houden, moet u de kantelsteunstang vergrendelen in de klembeugel.
23