Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door vooraleer uw buitenboord-
motor in gebruik te nemen.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25100
Aan de eigenaar
Dank u voor uw keuze van een Yamaha-buitenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding
bevat informatie die vereist is voor een behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging.
Een grondig begrip van deze instructies zal u
helpen maximaal plezier uit uw nieuwe
Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over
de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamaha-dealer
te raadplegen.
In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende manieren onderscheiden.
Het Veiligheidsalarmsymbool betekent
AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de
bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert
of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale voorzorgmaatregelen die moeten worden genomen om beschadiging van de
buitenboordmotor te voorkomen.
Yamaha streeft voortdurend vorderingen in
productontwerp en -kwaliteit na. Hoewel deze
handleiding de meest recente beschikbare
productinformatie op het moment van het
drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze handleiding. Mocht u nog vragen hebben over deze
handleiding, gelieven dan uw Yamaha-dealer
te raadplegen.
NOTA:
De 9.9FMH, 15FMH en de standaard accessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding.
Bijgevolg kunnen bepaalde elementen eventueel niet van toepassing zijn op elk model.
Het Buitenboordmotorserienummer is ingestanst op het label dat aan bakboordzijde van
de klembeugel of het bovengedeelte van de
zwenkbeugel is bevestigd.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen
van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of
als referentie in geval uw buitenboordmotor
wordt gestolen.
1. EG-labellocatie
ZMU01696
DMU25370
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
DMU25202
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan
bepaalde gedeelten van de richtlijn van het
Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring
van Overeenstemming voor verdere details.
1
Veiligheidsinformatie
● Vooraleer de buitenboordmotor te monte-
ren of in gebruik te nemen, moet u deze volledige handleiding doorlezen. Door deze te
lezen krijgt u een goed inzicht in de motor
en zijn werking.
● Vooraleer de boot in gebruik te nemen,
moet u alle meegeleverde eigenaars- of gebruikerhandleidingen en alle labels. Zorg
dat u elk punt begrijpt vooraleer de boot in
gebruik te nemen.
● Oefen niet te veel aandrijfkracht op de boot
uit met deze buitenboordmotor. Te veel
aandrijfkracht kan u de controle over de
boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet gelijk
zijn aan of lager dan de nominaal-vermogenscapaciteit van de boot. Als de nomi-
Algemene informatie
naal-vermogencapaciteit van de boot
onbekend is, raadpleeg dan de dealer of
bootfabrikant.
● Voer geen aanpassingen aan de buiten-
boordmotor uit. Aanpassingen kunnen de
motor ongeschikt of onveilig voor gebruik
maken.
● Gebruik de boot nooit na het drinken van al-
cohol of innemen van drugs. Ongeveer
50% van alle bootongelukken hebben te
maken met intoxicatie.
● Zorg dat u een goedgekeurde zwemvest
aan boord hebt voor elke passagier. Het is
een goed idee een zwemvest te dragen telkens u met de boot vaart. Ten minste de
kinderen en niet-zwemmers aan boord
moeten steeds een zwemvest dragen en iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.
● Benzine is uiterst ontvlambaar en de benzi-
nedampen zijn ontvlambaar en explosief.
Hanteer en bewaar benzine op zorgvuldige
wijze. Gan na of er geen gasdampen of
brandstoflekken zijn vooraleer de motor te
starten.
● Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool-
stofmonoxide bevatten, dat een kleurloos
en geurloos geas is dat hersenschade of de
dood van veroorzaken bij inademing.
Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd
stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
● Controleer de goede werking van gashen-
del, schakelhendel en besturing vooraleer
de motor te starten.
● Maak het motorstopschakelaarsnoer op
een veilige plaats vast aan uw kleding, uw
arm of been tijdens het varen. Als u onge-
wild weggaat van de stuurhendel, zal het
snoer worden losgetrokken van de schakelaar en de motor doen uitvallen.
● Zorg dat u de scheepvaartwetten en -regle-
menten kent op de plaats waar u wilt varen
- en leef deze na.
● Zorg dat u op de hoogte bent van het weer-
bericht. Controleer de weersverwachtingen
vooraleer te gaan varen. Vermijd het varen
in gevaarlijke weersomstandigheden.
● Vertel aan iemand waar u naartoe gaat: laat
een vaarplan achter bij een betrouwbare
persoon. Vergeet het vaarplan niet opnieuw
te annuleren als u terugkeert.
● Gebruik uw gezond verstand bij het varen.
Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet
hoe uw boot reageert in de verschillende
vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds met
veilige snelheden en blijf opletten voor
eventuele hindernissen en ander verkeer.
● Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl
de motor draait.
● Blijf uit de buurt van zwemzones.
● Als een zwemmer in het water ligt in uw
buurt, zet de schakelhendel dan in neutraal
en zet de motor uit.
DMU25380
Belangrijke labels
DMU25395
Waarschuwingslabels
2
Algemene informatie
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
● Zorg dat de schakelinrichting in neutraal
staat alvorens de motor te starten (behalve bij 2 pk).
● Verwijder of raak geen elektrische on-
derdelen aan bij het starten of als de motor draait.
● Hou handen, haar en kleren uit de buurt
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
DMU25431
Label
DWM01300
WAARSCHUWING
● De motor is uitgerust met een neutraal-
startinrichting.
● De motor start niet als de schakelinrich-
ting niet in de neutrale stand staat.
DMU25540
Tankinstructies
DWM00010
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN ERG
ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
● Rook niet als u brandstof bijvult en blijf
uit de buurt van vonken, vlammen en andere bronnen van ontbranding.
● Zet de motor af alvorens brandstof te
tanken.
● Tank op een goed verluchte plaats. Vul
draagbare brandstoftanks niet in de
boot.
● Mors geen benzine. Verwijder gemorste
benzine onmiddellijk met droge doeken.
● Doe de brandstoftank niet te vol.
● Draai de vuldop goed vast na het tanken.
3
● Raadpleeg onmiddellijk een arts als u
benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in
de ogen hebt gekregen.
● Mocht er benzine op uw huid terecht ko-
men, verwijder die dan onmiddellijk met
zeep en water. Kleed u om als er benzine
op uw kleren is terecht gekomen.
● Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken
te voorkomen.
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine die
bewaard werd in zuivere containers en die
niet gecontamineerd is door water of
vreemde stoffen.
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzinetype:
Gewone loodvrije benzine met een
minimum octaangetal van 90
(Research Octane Number).
Als de motor begint te kloppen of pingelen,
gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
DMU25650
Motorolie
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 2-takt
buitenboordmotorolie
Als de aanbevolen motorolie niet beschikbaar
is, mag een andere 2-takt motorolie met een
door de NMMA gewaarmerkte TC-W3-graad
worden gebruikt.
DMU25741
Propellerselectie
De prestaties van uw buitenboordmotor worden sterk beïnvloed door uw propellerkeuze,
aangezien een verkeerde keuze een nadelige
Algemene informatie
invloed kan hebben op de prestaties en de
motor ook ernstige schade kan toebrengen.
Het motortoerental is afhankelijk van het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het
motortoerental te hoog of te laag is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust
met propellers die werden gekozen om goede
prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen zijn
waarbij een propeller met een andere spoed
geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere spoed
beter geschikt, vermits deze het mogelijk
maakt het juiste motortoerental in stand te
houden. Anderzijds is een propeller met grotere spoed beter geschikt voor een kleinere
belasting.
Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven
over de best geschikte propeller voor uw toepassing en deze ook voor u monteren.
de bedrijfsomstandigheden zoals lichte bootbelastingen daarna het motortoerental tot boven het aanbevolen maximum bereik laten
stijgen, zet dan de gashendel minder ver
open om de motor binnen het gepaste bedrijfsbereik te houden.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 36.
DMU25760
Neutraal startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren voorzien van
het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust met neutrale startbeveiliging(en). Deze
voorziening zorgt ervoor dat de motor alleen
in neutraal kan worden gestart. Zet de keuzehendel steeds in neutraal vooraleer de motor
te starten.
1
x
-
123
ZMU04606
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
NOTA:
Selecteer een propeller die de motor in staat
zal stellen het midden- of bovengedeelte van
het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel
met maximale bootbelasting te bereiken. Als
ZMU01713
1. Label voor neutrale startbeveiliging
4
Basiscomponenten
DMU25795
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; kan ook niet als standaard uitrusting op
alle modellen voorzien zijn.
1. Motorkap
2. Motorkapvergrendelingshendel
3. Koelwatercontrolestraal
4. Kantelvergrendelhendel
5. Handgreep repeteerstarter
6. Schakelinrichtinghendel
7. Motorstopknop/Motorstopstrengschakelaar
8. Gashendelgreep
9. Gashendelfrictieafstelling
10.Knevelbout
11.2-pen verbindingsstekker
12.Chokeknop
13.Touwbevestiging
14.Klembeugel
15.Trimstang
5
16.Anti-cavitatieplaat
17.Koelwaterinlaat
18.Propeller*
19.Brandstoftank
DMU25802
Brandstoftank
Als uw model uitgerust is met een draagbare
brandstoftank, heeft die de volgende functie.
DWM00020
WAARSCHUWING
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te slaan.
Commerciële gebruikers moeten voldoen
aan de van toepassing zijnde licentie- of
goedkeuringsvoorschriften.
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstofmeter
3. Brandstoftankkap
4. Ontluchtingsschroef
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruik om de brandstofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter is gesitueerd op de tankdop of op
de basis van het brandstofleidingkoppelstuk.
Deze geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank bij benadering aan.
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij verwijderd is, kan de tank worden gevuld met
brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij
tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25911
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts.
Basiscomponenten
DMU25922
Schakelhendel
Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet u
de motor in de voorwaartse versnelling zodat
dat boot vooruit vaart. Als u de schakelhendel
van u af duwt , zet u de motor in de achteruitversnelling zodat de boot achteruit vaart.
1. Vooruit “”
2. Neutraal “”
3. Achteruit “”
DMU25941
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel.
Als u de hendel tegen de klok in draait, verhoogt de snelheid en als u hem met de klok
mee draait verlaagt de snelheid.
6
Basiscomponenten
DMU25961
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25970
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen draait u de frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand te
verlagen draait u de frictieregelaar linksom.
DWM00030
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om de gashendel of de greep
te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Als constante snelheid vereist is, draai de frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste
gashendelinstelling te bewaren.
DMU25990
Motorstopsnoerschakelaar
De vergrendelplaat moet bevestigd zijn aan
de motorstapschakelaar om de motor te laten
draaien. Het snoer moet op een veilige plaats
bevestigd zijn aan de kledij van de schipper,
zijn arm of been. Als de schipper overboord
valt of weggaat van de stuurhendel, zal het
snoer de vergrendelplaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar de motor wordt onderbroken. Dit voorkomt dat de boot wegvaart
door de aandrijfkracht.
DWM00120
WAARSCHUWING
● Maak de motorstopschakelaarstreng op
een veilige plaats aan uw kleren, een
arm of een been vast als u de motor gebruikt.
7
● Maak de streng niet vast aan kleren die
kunnen worden losgetrokken. Zorg dat
de streng nergens kan blijven achterhaken, want dan werkt ze niet.
● Zorg ervoor dat u tijdens het normale
gebruik niet per ongeluk aan de streng
trekt. Als de motor niet meer draait, heeft
men bijna geen controle meer over de
besturing. Bovendien zal de boot dan
bruusk vertragen, waardoor de personen en de voorwerpen aan boord naar
voren kunnen worden geworpen.
NOTA:
De motor kan niet worden gestart met de vergrendelplaat verwijderd.
Basiscomponenten
DMU26030
Chokeknop
Om de motor te voorzien van het rijke brandstofmengsel dat vereist is om te starten, dient
u die knop uit te trekken. Zoals te zien is in de
volgende afbeelding heeft de chokeknop 4
standen.
1. Streng
2. Vergrendelingsplaat
DMU26001
Motorstopknop
Om het ontstekingscircuit te openen en de
motor uit te zetten, dient u op die knop te drukken.
1. Gebruiken om een warme motor te starten
2. Gebruiken om een koude motor warm te
draaien of een warme motor te herstarten
3. Gebruiken om een koude motor warm te
draaien of een warme motor te herstarten
4. Gebruiken om een koude motor te starten
DMU26070
Hendel voor manuele start
Om de motor te starten trekt u eerst de handel
uit tot u weerstand voelt. Trek hem dan snel
verder uit om de motor aan te zwengelen.
8
Basiscomponenten
DMU26122
Stuurfrictieafstelinrichting
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Op de zwenkbeugel
bevindt er zich een instelschroef of -bout.
DMU26261
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.
DMU30440
Kantelvergrendelmechanisme
Het kantelvergrendelmechanisme wordt gebruikt om te voorkomen dat de buitenboordmotor uit het water omhoog komt als hij in
achteruit staat.
Om de weerstand te doen toenemen dient u
de schroef met de wijzer van de klok mee te
draaien.
Om de weerstand te doen afnemen dient u de
schroef tegen de wijzers van de klok in te
draaien.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk
kan veroorzaken.
9
1. Kantelvergrendelhendel
Om de buitenboordmotor omhoog te kantelen, zet u de kantelvergrendelhendel in de
“” (omhoog)-stand. Om de buitenboordmotor omlaag te kantelen, zet u de kantelvergrendelhendel in de “” (omlaag)-stand.
DMU26330
Kantelsteunstang
De kantelsteunstang houdt de buitenboordmotor in de naar boven gekantelde stand.
Basiscomponenten
DMU26372
Motorkapvergrendelingshendel(s)
(draaitype)
Om de motorkap te verwijderen dient u de
vergrendelingshendel(s) te draaien en de kap
op te heffen. Bij het installeren van de motorkap dient u ervoor te zorgen dat ze goed op
de rubberen dichting wordt aangebracht. Vergrendel de motorkap dan opnieuw door de
hendel(s) weer in de vergrendelde stand te
zetten.
1. Motorkapvergrendelingshendel(s)
DMU26410
2-pen verbindingsstekker
Via die stekker wordt er wisselstroom van 12
V-40/60/80W toegevoerd. Als u een 2-penverbindingsstekker gebruikt, let dan op de volgende punten:
● Gebruik een echte Yamaha-stekker.
● Gebruik alleen verlichtingsuitrusting.
● Verbindt de verlichtingsuitrusting recht-
streeks met de 2-pinverbindingsstekker.
● De capaciteit van de verlichtingsuitrusting
moet groter zijn dan 12 V-40/60/80W anders zou de lamp kunnen verbranden.
● Als de stekker niet in gebruik is, zet de kap
er dan op.
DCM01000
OPGELET:
Verbind de 2-penverbindingsstekker niet
rechtstreeks met de accupolen. Dat zou
het elektrische systeem beschadigen.
10
Werking
DMU26901
Installatie
DCM00110
OPGELET:
Een verkeerde motorhoogte of zaken die
een gelijkmatige waterstroom belemmeren (de vorm of de staat van de boot, of accessoires als spiegelladders of
dieptesensoren) kunnen zorgen voor stuivend water als de boot aan het varen is.
Als de motor voortdurend omgeven wordt
door stuivend water als hij draait, kan dat
tot ernstige motorschade leiden.
NOTA:
Controleer tijdens het testen in het water het
drijfvermogen van de boot in rusttoestand met
maximale lading. Controleer of het statische
waterpeil op de uitlaatbehuizing voldoende
laag is om te voorkomen dat water in de
krachtbron terechtkomt, als het waterpeil stijgt
door golven als de buitenboordmotor niet
draait.
DMU26910
De buitenboordmotor monteren
DWM00820
WAARSCHUWING
● Een boot te krachtig aandrijven kan ern-
stige instabiliteit veroorzaken. Installeer
geen buitenboordmotor die meer paardenkracht heeft dan de maximumwaarde op de capaciteitsplaat van de boot.
Als de boot geen capaciteitsplaat heeft,
raadpleeg dan de fabrikant van de boot.
● De informatie die in deze sectie wordt
verstrekt is alleen als referentie bedoeld.
Het is niet mogelijk om voor elke denkbare boot-motorcombinatie volledige instructies te geven. Een juiste montage
hangt voor een deel van ervaring en de
specifieke boot-motorcombinatie af.
DWM00830
WAARSCHUWING
Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals slecht vaargedrag,
verlies van controle of brandgevaar. Neem
de volgende punten in acht:
● Bij modellen voor permanente montage
dient uw dealer of een andere persoon
die voldoende ervaring heeft met optuigen de motor te monteren. Als u zelf de
motor monteert, dient u daarvoor een
opleiding te hebben gekregen van iemand die voldoende ervaring heeft op
dat gebied.
● Bij draagbare modellen dient uw dealer
of een andere persoon die voldoende ervaring heeft in het monteren van buitenboordmotoren, u te tonen hoe u uw
motor moet monteren.
Monteer de buitenboordmotor op de kiellijn
van de boot, en zorg dat de boot zelf goed in
evenwicht ligt. Anders zal de boot moeilijk
handelbaar zijn. Voor boten zonder kiel of
asymmetrisch gebouwde boten kunt u best
uw dealer raadplegen.
1
1. Middellijn (kiellijn)
ZMU01760
11
Werking
DMU26920
Monteerhoogte
Om zo optimaal mogelijk met uw boot te kunnen varen moet de waterweerstand (de dreg)
van de boot en de buitenboordmotor zo klein
mogelijk worden gemaakt. De monteerhoogte
van de buitenboordmotor heeft veel invloed
op de waterweerstand. Als de monteerhoogte
te hoog is, kan er cavitatie optreden, wat de
voortstuwing doet afnemen. En als de
schroefpunten door de lucht snijden, neemt
de motorsnelheid abnormaal toe en raakt de
motor oververhit. Als de monteerhoogte te
laag is, neemt de waterweerstand toe waardoor de doeltreffendheid van de motor afneemt. Monteer de buitenboordmotor zo dat
de anticavitatieplaat zich tussen bodem van
de boot en 25 mm (1 in.) daaronder bevindt.
DMU26970
Vastklemmen van de
buitenboordmotor
1. Breng de buitenboordmotor zo centraal
mogelijk op de spiegel aan. Draai de
spiegelklemschroeven gelijkmatig vast.
Controleer tijdens het varen af en toe of
de klemschroeven nog vast zitten, want
zij kunnen loskomen door het trillen van
de motor.
DWM00640
WAARSCHUWING
Losse klemschroeven kunnen ervoor zorgen dat de buitenboordmotor van de spiegel valt of dat hij beweegt. Dat kan verlies
van controle en ernstige verwondingen
veroorzaken. Zorg ervoor dat de spiegelschroeven stevig aangedraaid zijn. Controleer tijdens het varen af en toe of dat dat
nog steeds het geval is.
0–25mm
(0–1in.)
ZMU02011
NOTA:
● De optimale monteerhoogte van de buiten-
boordmotor is afhankelijk van de boot-motorcombinatie en het gewenste gebruik.
Tests op verschillende hoogten kunnen de
optimale monteerhoogte helpen bepalen.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer of de maker
van uw boot voor meer informatie over het
bepalen van de juiste monteerhoogte.
● Voor instructies betreffende het instellen
van de trimhoek van de buitenboordmotor,
zie pagina 21.
ZMU02012
2. Als uw motor uitgerust is met een veiligheidskabelbevestiging, dient er een veiligheidskabel of -ketting te worden
gebruikt. Maak één uiteinde vast aan de
veiligheidskabelbevestiging en het andere aan een stevig bevestigingspunt in de
boot. Doet u dat niet dan bent u de motor
kwijt als hij per ongeluk van de spiegel
valt.
12
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.