Xerox FreeFlow Print Server Getting Ready for Installation [nl]

Softwareversie 9.0.SP3 september 2016 708P91457
®
Xerox
FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie
©2010-2016 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Xerox
van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Bevat Adobe® Normalizer en PostScript®. Bevat Adobe® PDF Library.
Bevat Monotype Imaging® Intellifont. Bevat Adobe® PDF Normalizer. Bevat Adobe® PDFtoPS Library. Bevat Adobe® CPSI (previewer) Bevat Adobe® PostScript 3017.102 OEM Source. Bevat Adobe® PostScript Fonts. Bevat Adobe® PDF Converter SDK. Bevat Adobe® PDF Print Engine. Bevat Monotype® Imaging Fonts. Bevat Adobe® Japanese Fonts. BR15270
®
en Xerox en Beeldmerk® en FreeFlow® zijn handelsmerken
Inhoud
Inhoud .............................................................................................................................................................................................. 3
Productrecycling en productverwijdering .......................................................................................................................... 5
Europese Unie .......................................................................................................................................................................... 5
Huiselijke omgeving ......................................................................................................................................................... 5
Professionele/zakelijke omgeving .............................................................................................................................. 6
Installatiewerkbladen ................................................................................................................................................................ 7
De installatiewerkbladen gebruiken ............................................................................................................................... 7
Beschikbare werkbladen ................................................................................................................................................. 8
Info over de werkbladen................................................................................................................................................. 9
W-1: Werkblad Solaris-besturingssysteem ................................................................................................................ 10
W-1 Definities gegevenselementen ....................................................................................................................... 11
W-2: Werkblad Xerox®-beveiliging ............................................................................................................................... 14
W-3: Werkblad Xerox
W-3 Definities gegevenselementen ....................................................................................................................... 16
W-4: Werkblad voor de systeemconfiguratie .......................................................................................................... 18
W-4 Definities gegevenselementen ....................................................................................................................... 18
W-5: Werkblad voor de netwerkconfiguratie ........................................................................................................... 20
IP-configuratie ................................................................................................................................................................. 20
NIS ........................................................................................................................................................................................ 20
DNS (Domain Name System) ................................................................................................................................... 21
WINS (Windows Internet Name Service)............................................................................................................. 21
Active Directory Services (ADS) ................................................................................................................................ 21
SMB/FTP-opslagmogelijkheden ............................................................................................................................... 22
Verbindingen .................................................................................................................................................................... 22
®
FreeFlow
®
Print Server-software..................................................................................... 16
W-6: Werkblad Installatie AppleTalk-gateway ....................................................................................................... 23
W-6 Definities gegevenselementen ....................................................................................................................... 23
W-7: Werkblad Installatie SNMP-gateway ............................................................................................................... 25
W-7 Gegevenselementen ............................................................................................................................................ 25
W-8: Client-werkstations ................................................................................................................................................... 26
W-9: Externe diensten ........................................................................................................................................................ 27
i
ii
Productrecycling en productverwijdering
1
Productrecycling en productverwijdering
Als u verantwoordelijk bent voor het weggooien van uw Xerox®-product, dient u er rekening mee te houden dat het product lood, kwik en andere materialen bevat; in bepaalde landen kunnen er vanwege milieu-overwegingen bepaalde regels en voorschriften van toepassing zijn voor de verwijdering daarvan. De aanwezigheid van lood en kwik strookt volledig met de wereldwijde regelingen die van toepassing waren toen dit product op de markt werd gebracht.
Europese Unie
Sommige apparatuur kan zowel in een huishoudelijke als in een professionele/zakelijke omgeving worden gebruikt.
Huiselijke omgeving
Dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat u deze apparatuur niet bij het normale huisvuil mag zetten.
In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten verbruikte elektrische en elektronische apparaten gescheiden van het huishoudelijke afval worden weggegooid.
Particuliere huishoudens van de EU-lidstaten kunnen verbruikte elektrische en elektronische apparatuur inleveren bij speciale inzamelingspunten zonder dat hiervoor kosten in rekening worden gebracht. Neem voor informatie contact op met uw gemeentelijke afvalophaaldienst.
Wanneer u nieuwe apparatuur koopt, kan het in sommige lidstaten zo zijn dat uw plaatselijke verkoper uw oude apparatuur kosteloos moet terugnemen. Vraag dit na bij uw verkoper.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie5
Productrecycling en productverwijdering
Professionele/zakelijke omgeving
Dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat u deze apparatuur moet weggooien in overeenstemming met de daartoe door de overheid vastgestelde procedures.
In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten verbruikte elektrische en elektronische apparaten volgens de overeengekomen procedures worden verwijderd.
Neem voordat u de apparatuur weggooit contact op met de Xerox®-vertegenwoordiger voor informatie over de inzameling van verbruikte apparatuur
Xerox® FreeFlow® Print Server
6Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
2
Installatiewerkbladen
De Handleiding Voorbereiding voor de installatie van de Xerox® FreeFlow® Print Server moet worden gebruikt om de technische gegevens te verzamelen die het Xerox®-personeel nodig heeft voor de installatie van de hardware en software van de printserver van uw klant. De handleiding wordt samen met de toepasselijke planningshandleiding voor de printerinstallatie gebruikt.
De installatiewerkbladen gebruiken
De Xerox®-printer met FreeFlow® Print Server-software biedt een breed scala aan netwerkafdruktoepassingen op industriestandaardnetwerken en bestaat uit:
Een computerwerkstation met een Xerox®-interface PWB en FreeFlow® Print Server­software.
Een ondersteunde Xerox®-printer.
Voorbereiding voor de installatie van de Xerox® FreeFlow® Print Server bevat de werkbladen die u moet invullen ter ondersteuning van de installatie van de Xerox® FreeFlow® Print Server-software
op de server. Als deze werkbladen zijn ingevuld, bevatten ze een overzicht van de status van het systeem op het
moment van installatie. Deze instellings- en configuratiestatus zal hoogstwaarschijnlijk veranderen, dus moedig uw klant aan om deze werkbladen samen bij de onderhoudsgegevens van de printer te bewaren voor toekomstig gebruik.
Als uw klant niet zeker weet wat de benodigde gegevens zijn, moet hij/zij de werkbladen niet invullen. Moedig klanten altijd aan om binnen hun eigen organisatie hulp te zoeken bij de afdeling Technische ondersteuning.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 7
Installatiewerkbladen
Beschikbare werkbladen
Hieronder vindt u een lijst met werkbladen ter ondersteuning van de installatie van de FreeFlow® Print Server-software:
Werkblad W-1: Solaris® OS-software
Vul dit werkblad in voor elke printserver. De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om het Solaris-besturingssysteem te installeren. Dit werkblad moet worden ingevuld.
Werkblad W-2: Xerox®-beveiliging
De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om het juiste beveiligingsniveau in te stellen op de printserver. Voor dit werkblad is kennis nodig van het benodigde toegangsniveau voor de workflow en
applicaties van de klant, zoals de Xerox® FreeFlow® Prepress Suite.
Werkblad W-3: Xerox® FreeFlow® Print Server-software
Vul dit werkblad in voor elke printserver. De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om de FreeFlow® Print Server-software te installeren.
Werkblad W-4: Systeemconfiguratie
De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om de printserver te verbinden met de Xerox®-printer. Dit werkblad moet worden ingevuld.
Werkblad W-5: Netwerkconfiguratie
De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om de netwerkconfiguratie van de FreeFlow® Print Server in te stellen op basis van de klantlocatie.
De klant kan deze gegevens ook gebruiken om aanvullende netwerkgegevens te configureren of om de netwerkconfiguratie later te wijzigen.
Werkblad W-6: Installatie AppleTalk®-gateway
De Xerox®-technicus gebruikt deze gegevens om de AppleTalk-gateway in te stellen. De klant kan deze gegevens ook gebruiken om de AppleTalk-gateway in te stellen nadat deze is
geïnstalleerd en van een licentie is voorzien.
Werkblad W-7: Installatie SNMP-gateway
De Xerox®-technicus of de klant kan deze gegevens ook gebruiken om de SNMP-gateway in te stellen nadat deze is geïnstalleerd en van een licentie is voorzien.
Werkblad W-8: Client-werkstations
Dit werkblad wordt alleen gebruikt als Xerox® door uw klant is aangenomen voor het installeren van aanvullende documentverzendingsoftware of printerdrivers op zijn clientwerkstations.
Xerox® FreeFlow® Print Server
8 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
o Werkblad W-9: Externe diensten.
Externe diensten is een optie die interactie tussen de klant en Xerox® mogelijk maakt via een webgebaseerde browser om afdrukproblemen op te lossen, softwarepatches te downloaden en te
installeren en apparaat- en opdrachtgegevens naar Xerox® te verzenden. De Xerox®-technicus gebruikt de gegevens die op dit werkblad zijn verzameld om de software voor
Externe diensten in te stellen.
Info over de werkbladen
De werkbladen bestaan uit een combinatie van de volgende elementen:
In de kolom Gegevenselement staat een lijst met specifieke gegevensitems die nodig zijn om de procedure in de werkbladtitel te kunnen uitvoeren. Meteen na elk werkblad staan definities van de benodigde gegevenselementen.
Gebruik de kolom Klantwaarde om de benodigde waarde voor het gegevenselement in te voeren. Als de waarde vooraf is gedefinieerd, staat de benodigde waarde aangegeven in de kolom.
Hoewel deze waarden nodig zijn voor de installatie, is het aan de klant zelf om te beslissen of deze waarden in de tabellen moeten worden ingevoerd. Als de waarden niet in de tabellen staan, zorg dan dat uw klant de gegevens tijdens de installatie verschaft.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 9
Installatiewerkbladen
Itemnr.
Data-element
Klantwaarde
1
Primaire netwerkinterface
bge0
2
DHCP
Ja Nee
3
Hostnaam
4
IP-adres
Opmerking: De IP-adresbereiken 100.100.100.0
tot 100.100.100.125 zijn gereserveerd voor gebruik door het privé-IOT-subnetwerk. Adressen in dit bereik mogen worden gebruikt, maar het subnetwerk moet verder worden
5
Subnetwerken?
Ja Nee
Zo ja, dan subnetmasker
6
IPv6 inschakelen?
Ja Nee
7
De standaardroute instellen
Een detecteren
Een
IP-adres van de standaardrouter (standaardgateway)
8
Kerberos-beveiliging inschakelen?
Ja Nee
9
Naamservice
NIS DNS LDAP Geen
NIS
Domeinnaam
Server automatisch vinden (een omcirkelen)
Een vinden Specificeren
In geval van Specificeren voert u de hostnaam
In geval van Specificeren voert u het IP-adres van de NIS-server in
DNS
Domeinnaam
IP-adres(sen) van de DNS-server (Voer maximaal 3 adressen in) (IP-adressen uit item 4 zijn verboden)
DNS-zoeklijst (Voer een getal tussen 1 en 6 in)
LDAP
Domeinnaam
Profielnaam
Profiel van het IP-adres van de server (IP-adresbereiken uit item 4 zijn verboden)
10
Geografische regio
11
Tijdzone
12
Partitie systeemback-up maken
Ja Nee
W-1: Werkblad Solaris-besturingssysteem
De Xerox®-technicus gebruikt de volgende gegevens tijdens de installatie van het Solaris­besturingssysteem op de printserver.
In de kolom Klantwaarde vult u de benodigde waarde in of omcirkelt u deze, indien van toepassing. Vetgedrukte tekst geeft een standaard installatiewaarde aan.
Xerox® FreeFlow® Print Server
10 Voorbereiding voor installatie
13
Ruimte voor OutQ
14
Ruimte voor back-up
15
NFSv4-domeinconfiguratie
NFSv4-domein (In geval van Eén specificeren voert u het NFSv4-
Uit systeem afgeleid
Ander NFSv4-domein specificeren
16
Beveiligingsprofiel van FreeFlow Print Server
Hoog Medium Laag Alleen standaard
17
SNMP-gateway inschakelen?
Ja Nee
DigiPath-gateway inschakelen?
Ja Nee
Novell NetWare-gateway inschakelen?
Ja Nee
AppleTalk-gateway inschakelen?
Ja Nee
TCP/IP-gateway inschakelen?
Ja Nee
Product
Server
Waarde
Xerox® iGen4® en iGen® 150 Press Xerox® Color 8250 Production
Printer
bnx0
T420i
bge0
ES5200
e1000g0
Xerox® 550/560/570 Printer
Optiplex XE
bge0
Xerox® C75/J75 Press
Optiplex XE
bge0
Xerox® Color 800/1000 Press Xerox® Color 800i/1000i
Press
T430
bge0
Xerox® Versant® 2100 Press
T430
bge0
Xerox® Versant® 80 Press
Optiplex XE2 MT
e1000g0
Xerox® Versant® 3100 Press
T430
bge0
Xerox® Versant® 180 Press
e1000g0
Xerox® D95/D110/D125, D136 Copier/Printer
Optiplex XE2 MT
bge0
Oracle® X4170 M2
e1000g0
Xerox® CiPress® Production Inkjet System
Oracle® X3-2
igb0
Oracle® X3-2
ixgbe0
Xerox® Impika® iPrint Printer
Oracle® X3-2
ixgbe0
W-1 Definities gegevenselementen
Primaire netwerkinterface:
Installatiewerkbladen
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 11
Installatiewerkbladen
DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol. Dit is een TCP-adresseringsmethode. Als deze methode wordt geselecteerd, neemt het systeem automatisch contact op met de DHCP-server om het IP-adres, subnetmasker en standaard gatewayadres te verkrijgen. Deze gegevens kunnen ook
handmatig worden ingevoerd op de netwerkconfiguratieschermen van de FreeFlow® Print Server. DHCP is de standaardinstelling voor de volgende items:
C75/J75 Press Versant® 2100 Press Xerox® Versant® 80 Press Versant® 3100 Press Xerox® Versant® 180 Press
D95/D110/D125 Copier/Printer D136 Copier/Printer
De volgende persen/printers maken wellicht geen gebruik van DHCP:
iGen4® en iGen® 150 Press Color 8250 Production Printer
CiPress® Production Inkjet Printer Impika® iPrint Compact Printer
Hostnaam: Dit is de naam waaronder de printserver bekend staat bij de gebruikers van andere hostapparaten op het TCP/IP-netwerk. Deze naam is een alias, toegewezen aan het IP-adres dat aan de printserver/het hostapparaat is gekoppeld. De hostnaam moet met een letter beginnen en mag niet beginnen met een cijfer, spatie of een ander niet-alfabetisch teken.
IP-adres: Het IP-adres of Internetadres is een unieke numerieke waarde van 4 bytes, 32 bits. Het wordt toegewezen aan elke lokale host en aan elk lokaal werkstation op een TCP/IP-netwerk. Een IP-adres bestaat uit vier velden die met een decimale punt van elkaar zijn gescheiden. Bijvoorbeeld: 13.254.166.111.
Opmerking: Het TCP/IP-internet beslaat de hele wereld. De centrale internetcommissie wijst een set
unieke netwerkadressen aan het bedrijf van uw klant toe. De netwerkbeheerder van de klant wijst binnen deze set IP-adresnummers toe aan elke host en aan elk werkstation op het netwerk.
Subnetten: Het antwoord JA op deze vraag geeft aan dat het netwerk van uw klant is onderverdeeld in segmenten of 'subnetten'. In dat geval moet het volgende gegevenselement, subnetmasker, ook worden opgegeven.
Subnetwerkmasker: Het subnetmasker is een decimale of hexadecimale groep van vier velden die van elkaar zijn gescheiden met een decimale punt die aangeeft hoeveel van het IP-adres met het netwerknummer wordt gebruikt om subnetten te maken. Hieronder volgt een voorbeeld van een subnetmasker in decimale en hexadecimale notatie.
255.255.0.0 = 0xff.0xff.0x0.0x0
Het subnetmasker wordt hieruit afgeleid door de netwerkbeheerder, afhankelijk van hoeveel subnetten er nodig zijn. Het subnetmasker is hetzelfde voor alle hosts die zich op een bepaald
Xerox® FreeFlow® Print Server
12 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
netwerk bevinden. De netwerkbeheerder van uw klant kan deze gegevens verstrekken.
IPv6: IPv6: Internetprotocol versie 6. FreeFlow® Print Server maakt momenteel gebruik van deze versie van het internetprocotol. IPv6-adressen zijn 128 bits lang, vergeleken met 32 bits in IPv4. De voorkeursnotatie van IPv6-adressen is: xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx waarbij elke x een hexadecimaal cijfer is dat 4 bits voorstelt. IPv6-adressen vallen binnen het bereik van 0000:0000:0000:0000:0000:0000:0000:0000 tot ffff:ffff:ffff:ffff:ffff:ffff:ffff:ffff. IPv6-adressen hebben geen voorloopnullen nodig. Het IPv6-adres 1050:0db8:1319:003a:0005:0600:300c:362b kan bijvoorbeeld ook als 1050:db8:1319:3a:5:600:300c:362b worden geschreven.
IP-adres van de standaardrouter: Het standaard IP-adres van de router is een unieke numerieke 4 byte 32-bits waarde. Zo duidt 13.252.12.198 een apparaat aan dat fungeert als hoofdrouter. De router houdt tabellen bij met de adressen van veel netwerken om datapakketten tussen deze netwerken te kunnen doorsturen. Gedurende de installatie genereert de onderhoudstechnicus een standaardrouterbestand op de printserver indien dit nog niet beschikbaar is. Dit nummer wordt toegevoegd aan een regel in het nieuwe bestand. De netwerkbeheerder van uw klant dient dit nummer te verstrekken.
Opmerking: Indien een ander apparaat niet wordt vastgesteld als standaardrouter, neemt de
printserver automatisch de hoofdfunctie van de router over. Dit kan de verwerking op het netwerk aanzienlijk vertragen.
Kerberos-beveiliging: Kerberos-beveiliging is een netwerkverificatieprocotol dat bij de Solaris­omgeving wordt meegeleverd. Dit protocol wordt momenteel niet door FreeFlow® Print Server
ondersteund. Naam service: DNS, NIS en LDAP zijn netwerkinformatiediensten die gebruikersgegevens bevatten.
Geen betekent dat de gebruikersinformatie lokaal is opgeslagen. Aanvullende gegevens over deze diensten moeten in de desbetreffende tabel in W-5 te worden ingevoerd. De netwerkdiensten
worden ingeschakeld en geconfigureerd met de netwerkconfiguratieschermen van FreeFlow® Print Server.
Opmerking: Als u Externe diensten wilt laden en inschakelen, moet DNS als type Naamservice zijn
ingesteld.
Geografisch gebied: Voer het geografische land of de geografische regio van uw klant in. De beschikbare selecties zijn Afrika, West-Azië, Zuid-Azië, Australië/Nieuw Zeeland, Canada, Europa, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Verenigde Staten, Andere (Verschil met GMT) en Andere (regelbestand opgeven).
Tijdzone: Voer de tijdzone van de klant in. De beschikbare opties zijn: Eastern, Central, Mountain, Pacific, Yukon, East-Indiana, Arizona, Michigan, Samoa, Aleutian, Hawaii, geen van deze (terug naar regionaal menu).
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 13
Installatiewerkbladen
Profiel
Kenmerken
Waarde
Compatibilit eit met
Opmerkingen
Geen
Alleen standaard besturingssystee m
Voor klanten met een fysiek gesloten omgeving
Benadert DocuSP 2.1 /
3.1 zonder aanpassing en
Vergelijkbaar met
Anonieme FTP is alleen­lezen en beperkt
Laag (standaard profiel)
FTP ingeschakeld, telnet, rsh uitgeschakeld. NFS­client is ingeschakeld AUTOFS is ingeschakeld De aangemelde gebruiker kan opnieuw afdrukken via Opgeslagen opdrachten en CD-ROM. Terminal-venster is met
Voorkeursinstel ling voor bijna alle markten
Vergelijkbaar met DocuSP 3.x
Ondersteunt werkstromen van
FreeFlow® Prepress Suite
Anonieme FTP is alleen­lezen en beperkt. Als u telnet wilt inschakelen, gaat u naar Instellingen ­> menu FTP / Extern testen
Medium
FTP is ingeschakeld, telnet, rsh uitgeschakeld NFS­client is uitgeschakeld AUTOFS is uitgeschakeld,
bijv. /net/<hostnaam> en /home/<gebruikersnaa m> worden niet automatisch toegewezen
NFS-server wordt gefilterd via tabblad RPC
Voor klanten die hoge beveiliging maar ook integratie met
FreeFlow
®
Prepress Suite
nodig hebben
Ondersteunt werkstromen van
FreeFlow® Prepress Suite
Anonieme FTP is alleen­lezen en beperkt Als u telnet wilt inschakelen, gaat u naar Instellingen -> menu FTP / Extern testen
W-2: Werkblad Xerox®-beveiliging
Beveiliging wordt automatisch geïnstalleerd en ingesteld op de standaardmodus Laag. Beveiliging kan door de systeembeheerder worden gewijzigd in Hoog (volledig beveiligd) tot Geen (niet
beveiligd) via de FreeFlow® Print Server-interface.
Voor meer informatie over beveiliging raadpleegt u de volgende tabel en de Beveiligingshandleiding Xerox® FreeFlow® Print Server.
Xerox® FreeFlow® Print Server
14 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
Profiel
Kenmerken
Waarde
Compatibilit eit met
Opmerkingen
Hoog
FTP is uitgeschakeld, telnet, rsh uitgeschakeld NFS­client is uitgeschakeld AUTOFS is uitgeschakeld,
bijv. /net/<hostnaam> en /home/<gebruikersnaa m> worden niet automatisch toegewezen
NFS-server is uitgeschakeld op klantnetwerk
De aangemelde gebruiker kan niets opnieuw afdrukken
Gericht op beveiligde sites
Ondersteunt geen werkstromen van
FreeFlow® Prepress Suite
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 15
Installatiewerkbladen
Data-element
Klantwaarde
UNIX-gebruikersgegevens
Gebruikersnaam
Toegangscode
Gebruikersgroep
Accountstatus
Opmerkingen account
Andere invoerapparaten (bijv. FreeFlow ® Prepress
Gebruikersnaam
Gebruikers-ID
Toegangscode
IP-adres client
Opmerking gebruiker
Hostnaam client
W-3: Werkblad Xerox
®
FreeFlow
®
Print Server-
software
De Xerox®-technicus gebruikt de volgende gegevens tijdens de installatie van de FreeFlow® Print Server-software. Tijdens dit proces wordt de gateway geïnstalleerd, waarmee de printserver documenten en verzoeken van UNIX-clients of van PC-clients via het TCP/IP-protocol kan ontvangen.
W-3 Definities gegevenselementen
Opmerking: Er wordt een nieuwe gebruiker op de printserver aangemaakt om afdrukopdrachten te
accepteren van opdrachtregel-clients op een UNIX- of PC-werkstation of beide. De eerste vijf gegevenselementen, Gebruikersnaam, Gebruikers-ID, Toegangscode gebruiker, IP-adres client en Opmerking gebruiker zijn verplicht voor deze clients.
Gebruikersnaam: Een onderscheidende naam die elke gebruiker nodig heeft voor toegang tot het UNIX-besturingssysteem, die op zijn beurt de naam aan de juiste gebruikers-ID koppelt in een bestand met toegangscodes voor toegang tot de UNIX-host.
Gebruikers-ID: Het identificatienummer van de client dat wordt gebruikt om de nieuwe gebruiker uniek te identificeren. Dit is een decimaal of binair getal dat een account voor gebruikersaanmelding voorstelt. Als het hostapparaat zich op een NIS-netwerk bevindt (zie W-1), worden de gebruikers-ID's beheerd via een centrale hoofdserver.
Voorbeeld:
/etc/passwd entry: >bob:*:200:800:Bob Lin:/home/bob:/usr/bin
Xerox® FreeFlow® Print Server
16 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
U kunt de gebruikers-ID vinden door als volgt te werk te gaan op het UNIX-clientwerkstation:
Niet-NIS-netwerk. Voer het volgende in de opdrachtregel in:
cat /etc/passwd|grep [Gebruikersnaam client]
NIS-netwerk. Voer het volgende in de opdrachtregel in:
ypcat password|grep [Gebruikersnaam client]
Toegangscode: De opdrachtregelclient dient deze informatie tijdens de installatie te verschaffen. In dit werkblad verwijst de term 'client' naar het werkstation dat gebruikt gaat worden om
opdrachten naar de printserver te verzenden. De term 'gebruiker' verwijst naar de persoon die opdrachten verzendt vanaf dat werkstation.
IP-adres client: Het unieke internetadres van het werkstation dat opdrachten naar de printserver gaat verzenden.
Opmerking gebruiker: Eventuele aanvullende gegevens die de identificatie van de nieuwe gebruiker nog specifieker maken.
Hostnaam client: De hostnaam van het werkstation dat gebruikt gaat worden om opdrachten naar de printserver te verzenden. Deze vermelding wordt gebruikt in het bestand hosts.equiv dat tijdens de installatie wordt aangemaakt.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 17
Installatiewerkbladen
Data-element
Klantwaarde
Serienummer server
Serienummer printer
Telefoonnummer klantenservice
Telefoonnummer klant
Naam en adres van klant
Marktregio
Printertype
Service-optie
Externe connectiviteit ingeschakeld/uitgeschakeld
Extern telefoonnummer
Host-ID
Ethernet-adres
IP-adres van standaardrouter
Naam virtuele printer
W-4: Werkblad voor de systeemconfiguratie
De Xerox®-technicus gebruikt de volgende gegevens tijdens het instellen en configureren van het dC105-testscherm.
W-4 Definities gegevenselementen
Serienummer server: Het serienummer van het printserverplatform. Serienummer printer: Het serienummer van de printer. Telefoonnummer klantenservice: Het nummer dat door de klant wordt gebruikt wanneer deze
ondersteuning nodig heeft.
Telefoonnummer klant Naam en adres van klant
Marktregio: Selecteer het toepasselijke marktgebied uit de volgende lijst:
USCO XL (VK) XCI FX
Printertype: Voer het type printer in dat wordt geïnstalleerd, bijvoorbeeld DocuTech 6135.
Service-optie: Selecteer een van de volgende onderhoudsopties op basis van het contract van uw
Xerox® FreeFlow® Print Server
18 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
klant:
Geen 1x5 (1 dienst, M-V) 2x5 (2 diensten, M-V) 3x5 (3 diensten, M-V) 3x7 (3 diensten, 7 dagen) Tijd en materialen
Externe connectiviteit: Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld. Extern telefoonnummer: Voer het externe telefoonnummer in. Host-ID en Ethernet-adres: Aan het begin van de Solaris OS software-installatie worden deze
gegevens weergegeven op de eerste drie regels van het Sun Microsystems®-venster. De servicetechnicus voert beide gegevenselementen op dit werkblad in ter referentie tijdens het installatieproces.
IP-adres van standaardrouter: Het standaard IP-adres van de router is een unieke numerieke 4 byte 32-bits waarde die een apparaat aanduidt dat fungeert als hoofdrouter. De router houdt tabellen bij met de adressen van veel netwerken om datapakketten tussen deze netwerken te kunnen doorsturen. Tijdens de installatie voegt de servicetechnicus dit nummer toe aan het systeem. De netwerkbeheerder van uw klant dient dit nummer te verstrekken.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 19
Installatiewerkbladen
Data-element
Klantwaarde
NIS-server zoeken
Een vinden Specificeren
NIS-domeinnaam
IP-adres van NIS-server
NIS-servernaam
W-5: Werkblad voor de netwerkconfiguratie
Vul het juiste werkblad in voor de netwerkconfiguratie die de klant gebruikt. Deze gegevens worden gebruikt om het netwerk te configureren via de netwerkconfiguratieschermen van FreeFlow®.
Raadpleeg de online help van FreeFlow®Print Server voor meer informatie over de netwerkconfiguraties.
IP-configuratie
Er zijn twee opties beschikbaar voor de configuratie van TCP/IP op de FreeFlow® Print Server. Bij Statische IP-configuratie moet de systeembeheerder de gegevens van hostnaam, IP-adres,
standaard routergateway en subnetmasker invoeren in op de gebruikersinterface van Netwerkconfiguratie. Deze gegevens zijn te vinden op Werkblad W-1.
Bij DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) worden de configuratiewaarden opgehaald van de DHCP-server op het netwerk. De systeembeheerder kan de hostnaam wijzigen.
NIS
De Network Information Service (NIS) biedt eenvoudige zoekfuncties op het netwerk. Het doel van NIS is om gegevens te verschaffen die alle apparaten op het netwerk nodig hebben.
Als de Domeinnaam, het IP-adres server en Servernaam niet bekend zijn, selecteert u Een vinden in het dialoogvenster. De juiste gegevens worden verkregen van de NIS-server op het netwerk. De server moet zodanig zijn geconfigureerd dat deze rondzendverzoeken accepteert.
Xerox® FreeFlow® Print Server
20 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
Data-element
Klantwaarde
Dynamische DNS-registratie
Ja Nee
Domeinnaam
DNS-serverlijst (Voer maximaal 3 adressen in)
Domeinzoeklijst (Voer maximaal 6 adressen in)
Data-element
Klantwaarde
Primaire WINS-server
Data-element
Klantwaarde
DNS (Domain Name System)
Met DNS kunnen hostnamen aan IP-adressen worden gekoppeld en gegevens op het netwerk worden opgeslagen en opgehaald. Als de klant DNS gebruikt voor hostnaamomzetting op het netwerk, vult u de juiste gegevens hieronder in.
Met Dynamische DNS worden de mogelijkheden van DNS uitgebreid tot dynamische updates voor de database. Als de klant Dynamische DNS gebruikt, schakel dan Dynamische DNS-registratie in.
De Domeinnaam geeft de lokale domeinnaam aan. DNS-serverlijst geeft IP-adres(sen) aan van de genoemde servers waarop het systeem moet gaan
zoeken.
Domeinzoeklijst geeft de zoeklijst met hostnamen aan. De lokale domeinnaam moet als standaard in de lijst staan
WINS (Windows Internet Name Service)
Met WINS kunnen apparaten op een netwerk eenvoudig worden gevonden. WINS onderhoudt een database met koppelingen tussen NetBIOS-namen en IP-adressen, zodat gebruikers of applicaties een naam voor een bepaalde bron op het netwerk kunnen opgeven in plaats van een IP-adres.
Het Primaire IP-adres WINS-server kan worden ingevoerd en gebruikt voor alle WINS- en SMB­bewerkingen.
Als het veld Primaire WINS-server wordt leeggelaten, verzendt de WINS-client het verzoek naar de eerst beschikbare WINS-server op het netwerk.
Active Directory Services (ADS)
Active Directory Services is een op Windows gebaseerde naamservice die meestal in Windows NT of 2000 wordt gebruikt.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 21
Installatiewerkbladen
ADS-domein
Data-element
Klantwaarde
SMB-opslag
Ja
Nee
FTP-opslag
Ja Nee
SFTP-opslag
Ja Nee
Data-element
Klantwaarde
Ethernet-snelheid (verschilt per geïnstalleerde adapter)
Automatisch selecteren 10 mbit/sec 1000 mbit/sec 10000 mbit/sec
Ethernet MAC-adres
Ingesteld door systeem
SMB/FTP-opslagmogelijkheden
Met deze functie kunnen bestanden worden overgebracht naar of opdrachten worden opgeslagen op locaties op het netwerk.
SMB-opslag is het onderliggende protocol voor WINS. Als u SMB wilt gebruiken, moet WINS zijn ingeschakeld en moet er een NetBIOS-naam in het veld zijn ingevoerd.
FTP en SFTP zijn protocollen voor de overdracht van bestanden tussen twee computersystemen. Met SFTP (Secure File Transport Protocol) worden de gegevens ter beveiliging gecodeerd.
Verbindingen
De toepassing Verbindingen staat bij de installatie ingesteld op Automatisch, zodat de FreeFlow® Print Server-software automatisch de hoogst mogelijke snelheid kan vaststellen.
Als de klant echter een oudere hub met een lagere snelheid gebruikt of een configuratie heeft waarbij de Ethernetsnelheid handmatig moet worden ingesteld, staat de benodigde snelheid aangegeven.
Xerox® FreeFlow® Print Server
22 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
Itemnr.
Data-element
Klantwaarde
1
AppleTalk Phase Type
2
AppleTalk-zonenaam
W-6: Werkblad Installatie AppleTalk-gateway
Als de klant de AppleTalk Connectivity - Apple PAP-gateway heeft aangeschaft, vult u dit werkblad in.
W-6 Definities gegevenselementen
AppleTalk Phase Type: Er zijn drie AppleTalk Phase Types:
Fase 1 (niet-uitgebreid netwerk) is een enkelvoudig fysiek netwerk dat maximaal 254 modusadressen kan ondersteunen (apparaten). Er zijn slechts een netwerknummer en een zonenummer aan het netwerk toegewezen. Fase 1 wordt niet als Fase 1 geconfigureerd, maar dient de installatieprocedure voor Transition Mode te volgen. Daardoor kan Macintosh Transparent Printing worden ingeschakeld.
Fase 2 (uitgebreid netwerk) is een netwerk waarin twee of meer netwerknummers aan een enkelvoudig fysiek netwerk zijn toegewezen. Ieder netwerknummer op een uitgebreid netwerk is een adresseringskanaal dat 253 apparaten kan ondersteunen en slechts een zonenaam. Fase 2-routers kunnen worden geconfigureerd om niet-uitgebreide netwerken te ondersteunen.
Migratiemodus (Migratie fase 2) is een manier om een fase 2-router zodanig te configureren, dat deze op een internet met fase 1-routers kan functioneren. Aangezien Fase 1-routers twee of meer netwerknummers of twee of meer zones op een netwerk niet kunnen herkennen, wordt een Fase 2-router in de Transition Mode met opzet beperkt tot de adressering van maximaal 253 apparaten.
U kunt bepalen welk EtherTalk®-fasetype wordt uitgevoerd door de volgende stappen uit te voeren:
1. Selecteer het Regelpaneel via het pictogram Apple-menu (in de linkerbovenhoek van het scherm op een Macintosh).
2. Dubbelklik op het pictogram Netwerk.
3. Het pictogram beschrijft het fasetype: a. Een pictogram met twee enkele tegenovergestelde pijlen stelt EtherTalk® 1.0 (fase 1)
voor.
b. Een pictogram met twee dubbele tegenovergestelde pijlen stelt EtherTalk® 2.0 (fase 2)
voor.
Als het pictogram EtherTalk® 2.0 verschijnt, dubbelklikt u op het pictogram en kijkt u of er een internetrouter is gevonden. Indien er een is gevonden, verschijnt er een bericht dat de gebruiker tot 'EENZONE' behoort, dat is de standaardzone van het netwerk en de eerste van de lijst, indien er een zonelijst bestaat. Wees voorzichtig met veronderstellingen en vraag gedetailleerde netwerkspecifieke informatie op bij de netwerkbeheerder van het bedrijf. De netwerkbeheerder kijkt waarschijnlijk eerst naar het AppleShare-pictogram, om te zien voor welk netwerk de Macintosh momenteel is geconfigureerd. Onthoud dat het netwerk kan worden gewisseld tussen de netwerkpictogrammen die
op het regelpaneel worden weergegeven. Aangezien LocalTalk® is ingebouwd, kan LocalTalk® ook worden geselecteerd.
AppleTalk NLM-zonenaam: Voor een Novell®-server met AppleTalk stelt dit de naam voor van de zone waarin de netwerkserver zich bevindt. De zonenaam is ook toegewezen in de Load AppleTalk-
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 23
Installatiewerkbladen
verklaring. Dit verwijst naar de parameter 'Apple-big-zone'.
Opmerking: Als het netwerk zowel Novell NetWare® als AppleTalk gaat gebruiken, moet het
frametype Ethernet_Il zijn.
Xerox® FreeFlow® Print Server
24 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
Gegevenselementen
Klantwaarde
Ingeschakeld
Ja
Nee
Verificatie-traps
Ja
Nee
IP-adres client
Poortnummer client
Trap-persistentie
SNMP-versie trap
SNMP v.1
Type traps:
Printerwaarschuwing
Ja
Nee
Koude start
Ja
Nee
Warme start
Ja
Nee
Koppeling omhoog
Ja
Nee
Koppeling omlaag
Ja
Nee
Verificatiefout
Ja
Nee
SNMP-serienummers:
Lade 1
Lade 2
Lade 3
Lade 4
Lade 5
Lade 6
Uitlegtafel
Afwerkeenhe(i)d(en)
W-7: Werkblad Installatie SNMP-gateway
Als de klant van plan is om de SNMP-gateway te gebruiken, vult u dit werkblad in. Wanneer SNMP is geïnstalleerd en van een licentie is voorzien, worden onderdelen zoals de Printer-ID automatisch geconfigureerd.
W-7 Gegevenselementen
Ingeschakeld: De systeembeheerder kan de SNMP-gateway zo nodig in- of uitschakelen
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 25
Installatiewerkbladen
W-8: Client-werkstations
De client-verzendingssoftware is nu beschikbaar in:
o CentreWare-drivers, ontworpen en verpakt voor elke ondersteunde printer. Volg de
installatieprocedures die bij de drivers zijn meegeleverd.
o FreeFlow® Print Manager. Volg de installatieprocedures die bij de software zijn meegeleverd.
Xerox® FreeFlow® Print Server
26 Voorbereiding voor installatie
Installatiewerkbladen
Itemnr.
Data-element
Klantwaarde
1
IP-adres
2
Poort
3
DNS-naam Met DNS, hostnaam gebruiken
Zonder DNS, IP-adres gebruiken
4
Niveau van internettoegang dat is toegestaan door de klant
Volledige toegang
5
Gebruikt klant een firewall?
Ja Nee
Firewall-informatie
6
IP-adres HTTP-proxyserver
7
Gebruikersnaam (indien nodig)
8
Toegangscode (indien nodig)
9
Beperkt de firewall de overdracht van gegevens op enige wijze (worden zip-bestanden bijvoorbeeld geblokkeerd)?
Ja Nee
W-9: Externe diensten
Als de klant heeft ingestemd met inschakeling en gebruik van Externe diensten, zijn de volgende gegevens nodig om de FreeFlow® Print Server en de interface van Externe diensten te kunnen
configureren.
Xerox® FreeFlow® Print Server
Voorbereiding voor installatie 27
Installatiewerkbladen
Xerox® FreeFlow® Print Server
28 Voorbereiding voor installatie
Loading...