De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, geldt voor alle materialen en vormen van informatie die
momenteel wettelijk zijn erkend als vallend onder het auteursrecht of die in het navolgende als zodanig worden aangemerkt,
inclusief, maar niet beperkt tot materiaal dat wordt gegenereerd door softwareprogramma's die op het scherm worden
weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, schermweergaven, enzovoort.
®
XEROX
PhaserSMART
Adobe
Adobe Jenson
, The Document Company®, de gestileerde X®, CentreWare®, infoSMART®, Made For Each Other®, Phaser®,
®
, en Walk-Up™ zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
■Geeft de werkingsstatus van de printer weer (bijvoorbeeld Bezig met afdrukken,
Gereed voor afdrukken, printerfouten en waarschuwingen).
■Vraagt u papier te plaatsen (indien ingeschakeld; lade 1-MPT standaard ingeschakeld),
verbruiksartikelen te vervangen en vastgelopen vellen te verwijderen.
■Biedt toegang tot hulpmiddelen en gegevenspagina's waarmee u problemen kunt oplossen.
■Biedt toegang tot functies voor het wijzigen van printer- en netwerkinstellingen.
Ga naar Documentatie/Functies/Printerinstellingen op de Cd-rom met gebruikersdocumentatie
voor meer informatie over de instellingen van het voorpaneel.
Groen, knipperend = Printer is bezig of in de
energiebesparende modus
Groen, brandend = Gereed voor afdrukken
Geel, knipperend = Waarschuwing
Rood, knipperend = Fout
Rood, brandend = Opstartsequentie
2. Het grafische scherm bevat statusberichten
en menu's.
3. Tonerindicator
4. Knop Annuleren
Hiermee annuleert u de huidige afdruktaak.
5. Knop Terug
Hiermee keert u terug naar het vorige
menu item.
6. Knop Pijl-omhoog
Hiermee schuift u omhoog door de menu's.
7. Knop Pijl-omlaag
Hiermee schuift u omlaag door de menu's.
8. Knop OK
Hiermee accepteert u de
geselecteerde instelling.
9. Knop Informatie (i)
Hiermee geeft u helptekst met informatie over
de printer weer, zoals de printerstatus,
foutmeldingen en onderhoudsgegevens.
Foutberichten en waarschuwingen
Als er een probleem is met de printer, wordt op het voorpaneel (1) een foutbericht of
waarschuwing weergegeven. Druk op de i -knop (2) voor meer informatie over het foutbericht
of de waarschuwing en manieren om het probleem op te lossen.
Tray 2 Paper Type
Plain Paper
Heavy Plain Paper
Phaser Series-25Premium
Transparency
Exit
1
Phaser® 5500-laserprinter
1-7
2
5500-120
Voorpaneel
Afdrukpictogram
Er zijn verschillende gegevenspagina’s beschikbaar via het voorpaneel.
Wanneer het afdrukpictogram vóór een titel op het voorpaneel verschijnt,
drukt u op de knop OK om de overeenkomstige pagina af te drukken.
Menuschema
Menuschema is een visuele weergave van de voorpaneelinstellingen en de gegevenspagina’s.
Ga als volgt te werk om Menuschema af te drukken:
1. Selecteer Gegevens op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Menuschema en druk op de knop OK om af te drukken.
Gegevenspagina's
De printer wordt geleverd met een reeks gegevenspagina’s als hulp bij het oplossen van
afdrukproblemen en voor de beste afdrukresultaten. Geef deze pagina’s weer op het
voorpaneel van de printer.
Ga als volgt te werk om gegevenspagina’s af te drukken:
1. Selecteer Gegevens op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Gegevenspagina’s en druk op de knop OK.
3. Selecteer de gewenste gegevenspagina en druk op de knop OK om af te drukken.
Opmerking
Druk Menuschema af om de overige gegevenspagina’s weer te geven die beschikbaar zijn
voor afdrukken.
Voorbeeldpagina's
Bij de printer wordt een verzameling voorbeeldpagina's geleverd waarop verschillende
printerfuncties worden gedemonstreerd.
Ga als volgt te werk om voorbeeldpagina's af te drukken:
1. Selecteer Gegevens op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Voorbeeldpagina's en druk op de knop OK.
3. Selecteer de gewenste voorbeeldpagina en druk op de knop OK om af te drukken.
Phaser® 5500-laserprinter
1-8
Phaser® 5500-laserprinter
Printerstuurprogramma's
In dit onderwerp wordt het volgende besproken:
■"Beschikbare printerstuurprogramma's" op pagina 1-9
■"Functies van printerstuurprogramma's" op pagina 1-10
Printerstuurprogramma's zorgen dat uw computer en printer met elkaar kunnen communiceren
en bieden toegang tot de functies van de printer. De Walk-Up-technologie van Xerox maakt de
installatie van stuurprogramma's heel eenvoudig. Bekijk de video op www.xerox.com/office/
drivers voor meer informatie over printerstuurprogramma's.
Beschikbare printerstuurprogramma's
Xerox biedt stuurprogramma's voor verschillende PDL's (Page Description Language) en
besturingssystemen. De volgende stuurprogramma's zijn beschikbaar:
StuurprogrammaBron*Beschrijving
Windows PostScriptstuurprogramma
PCL5eCd-rom en
PCL6Cd-rom en
Xerox Walk-Upprinterstuurprogramma
(Windows)
Macintosh OS-stuurprogrammaCd-rom en
Cd-rom en
website
website
website
Alleen websiteMet dit stuurprogramma kunt u vanaf een pc
website
Het PostScript-stuurprogramma wordt
aanbevolen om volledig te kunnen profiteren
van de aangepaste functies van de printer en
het authentieke Adobe® PostScript®.
(standaardstuurprogramma)
Het PCL-stuurprogramma (Printer Command
Language) kan worden gebruikt voor
toepassingen waarvoor PCL nodig is.
NoteNoteOpmerking
Ondersteund in alle besturingssystemen.
Het PCL-stuurprogramma (Printer Command
Language) kan worden gebruikt voor
toepassingen waarvoor PCL nodig is.
NoteNoteOpmerking
Alleen voor Windows 2000 en
Windows XP.
afdrukken op alle Xerox PostScript-printers.
Dit is bijzonder praktisch voor mensen met
beroepen waarbij verschillende locaties
moeten worden bezocht en die op
verschillende printers moeten afdrukken.
Met dit stuurprogramma kunt u afdrukken
vanaf een Macintosh met OS 9.x of OS X
(versie 10.1 of hoger).
UNIX-stuurprogramma Alleen websiteMet dit stuurprogramma kunt u afdrukken
vanaf een UNIX-besturingssysteem.
* Enkele stuurprogramma's kunt u vinden op de Cd-rom met printerinstallatieprogramma en
hulpprogramma's die bij uw printer is geleverd. Al deze stuurprogramma's zijn te vinden via het
De volgende tabel bevat de functies van de Xerox-stuurprogramma's die beschikbaar zijn voor
specifieke besturingssystemen.
Windows
Functie
Deelpagina's●●●● ●
Dekbladen●●●● ●
Pagina's per vel (x-op-één)●●●● ●
Brochure■■■
Dubbelzijdig afdrukken■■■■ ■
Afdrukken van rand tot rand●●●● ●
Afbeelding afvlakken
Schalen●●●● ●
Spiegelafbeeldingen●●●●
Watermerken●●
Negatieven van afbeeldingen●●
Bericht 'Taak voltooid'▲▲
Beveiligd afdrukken◆◆◆◆ ◆
Windows
98, ME
1
●
Windows
NT 4
1
●
2000, XP,
Server
2003
1
●
Macintosh
OS 9.x
1
●
1
Macintosh
OS X 10.x
1
●
1
Persoonlijke afdruktaak◆◆◆ ◆
Testafdruk◆◆◆◆ ◆
Opgeslagen afdruk◆◆◆◆ ◆
Sorteren●●●● ●
Perforeren★★★ ★ ★
Nieten★★★★ ★
Aangepast papierformaat●●● ● ●
1Alleen PostScript
●
■ =Moet zijn voorzien van eenheid voor dubbelzijdig afdrukken (DN-, DT- of DX-configuratie).
◆ =Moet zijn voorzien van vaste schijf.
▲ =
★ =Moet zijn voorzien van een afwerkeenheid.
Ondersteund
=
Uitsluitend beschikbaar met een printer die is aangesloten op een netwerk.
Phaser® 5500-laserprinter
1-10
Phaser® 5500-laserprinter
De printer beheren
In dit onderwerp wordt het volgende besproken:
■"Het IP-adres van de printer" op pagina 1-11
■"CentreWare Internet Services (IS)" op pagina 1-11
■"PhaserSMART" op pagina 1-12
■"PrintingScout" op pagina 1-12
Als uw printer via een netwerk is aangesloten op uw computer, hebt u een aantal hulpmiddelen
beschikbaar om uw printer te beheren.
Opmerking
De informatie in deze sectie is alleen van toepassing op netwerkprinters.
Het IP-adres van de printer
Als u de printerinstellingen wilt wijzigen via CentreWare IS, hebt u het IP-adres van de printer
nodig. Ga als volgt te werk om het IP-adres van de printer te identificeren:
1. Selecteer Gegevens op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Printeridentificatie en druk op de knop OK.
CentreWare Internet Services (IS)
CentreWare IS is een hulpprogramma waarmee u vanaf uw computer taken op netwerkprinters
en multifunctionele apparaten kunt beheren. CentreWare IS gebruikt TCP/IP en een
webbrowser en communiceert zo rechtstreeks met een geïntegreerde webserver in de printer of
het systeem. Met CentreWare IS kunt u het volgende:
■printers en multifunctionele apparaten van verschillende merken configureren en beheren
■diagnosticeren op afstand en informatie opvragen voor het oplossen van printerproblemen
■de printer- en systeemstatus controleren
■de status van verbruiksartikelen controleren
■de software bijwerken en technische ondersteuning opvragen
CentreWare IS starten
Ga als volgt te werk om CentreWare IS te starten:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer in de browser op in het veld
Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx).
3. Klik op HELP in de rechterbovenhoek van het CentreWare IS-scherm voor meer
informatie over CentreWare IS-software.
Ga naar Documentatie/Verbindingen en netwerken/Hulpprogramma’s voor printerbeheer
op de Cd-rom met gebruikersdocumentatie voor meer informatie over CentreWare IS.
Technische help PhaserSMART is een automatisch systeem voor ondersteuning via het
Internet. Gebruik uw standaardwebbrowser om diagnostische informatie van de printer
naar onze website te verzenden voor analyse. Technische help PhaserSMART bekijkt de
informatie, identificeert het probleem en suggereert een oplossing. Als het probleem niet
is opgelost nadat u de gesuggereerde procedure hebt uitgevoerd, assisteert Technische
help PhaserSMART u bij het openen van een serviceverzoek bij de klantenondersteuning
van Xerox.
PhaserSMART starten vanuit CentreWare IS
Ga als volgt te werk om Technische help PhaserSMART te openen via CentreWare IS:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in de browser.
3. Selecteer Support (Ondersteuning).
4. Klik op de koppeling PhaserSMART Diagnostic Tool (Diagnostisch hulpprogramma)
voor toegang tot Technische help PhaserSMART.
PrintingScout
PrintingScout is een hulpprogramma dat met uw Windows-printerstuurprogramma wordt
geïnstalleerd. Wanneer een afdruktaak wordt verzonden, controleert dit programma
automatisch de printerstatus. Als uw afdruktaak niet op de printer kan worden afgedrukt,
geeft PrintingScout een bericht weer op het beeldscherm van uw computer, om u te laten
weten dat de printer moet worden gecontroleerd. In het bericht wordt een uitleg gegeven hoe u
het probleem kunt oplossen.
Opmerking
PrintingScout is beschikbaar via het Windows-stuurprogramma voor printers die via TCP/
IP op het netwerk zijn aangesloten.
Phaser® 5500-laserprinter
1-12
Phaser® 5500-laserprinter
Printerinstellingen
In dit onderwerp wordt het volgende besproken:
■"Energiebesparing activeren" op pagina 1-13
■"Uitvoeropties selecteren" op pagina 1-13
■"Toegang tot de instellingen op het voorpaneel verhinderen" op pagina 1-14
■"Toegang tot de opstartpagina" op pagina 1-15
■"Toegang tot Time-out papier laden" op pagina 1-16
■"Lade-instellingen selecteren" op pagina 1-17
■"De helderheid van het voorpaneel aanpassen" op pagina 1-20
■"Het contrast op het voorpaneel aanpassen" op pagina 1-20
■"De taal op het voorpaneel wijzigen" op pagina 1-20
Energiebesparing activeren
Om energie te besparen wordt op de printer een energiebesparingsstand ingeschakeld als de
printer gedurende een vooraf ingestelde tijdsperiode niet meer actief is geweest. In deze stand
worden de meeste elektrische systemen van de printer uitgeschakeld. Wanneer de printer een
afdruktaak ontvangt, wordt de stand Opwarmen ingeschakeld. U kunt de printer ook
opwarmen door op de knop OK op het voorpaneel te drukken.
Als u vindt dat de energiebesparingsstand van de printer te vaak wordt ingeschakeld en u niet
steeds wilt wachten totdat de printer weer is geactiveerd, stelt u een langere tijdsperiode in
voordat de energiebesparingsstand wordt ingeschakeld. Ga als volgt te werk om de timeoutwaarde te wijzigen:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Printerbesturing en druk op de knop OK.
3. Selecteer Energiebesparing en druk op de knop OK.
4. Druk op de knop pijl-omlaag of pijl-omhoog om naar een geselecteerde time-outwaarde
voor de energiebesparingsstand te bladeren. Selecteer een hogere waarde als u de
tijdsperiode wilt verlengen voordat de energiebesparingsstand van de printer
wordt ingeschakeld.
5. Druk op de knop OK.
Uitvoeropties selecteren
De Phaser 5500-printer heeft één standaard uitvoerlade en twee optionele uitvoerladen:
■Standaarduitvoerlade: hiermee worden afdrukken naar de uitvoerlade gestuurd die zich
boven op de printer bevindt.
■Bovenste lade van stapeleenheid: hiermee worden afdrukken naar de bovenste
uitvoerlade van de stapeleenheid (rechts op de printer) gestuurd. Deze lade wordt geleverd
bij de optionele afwerkeenheid of stapeleenheid.
■Onderste lade van stapeleenheid: hiermee worden afdrukken naar de onderste
uitvoerlade van de stapeleenheid (rechts op de printer) gestuurd. Deze lade wordt geleverd
bij de optionele afwerkeenheid of stapeleenheid.
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer, selecteer Instellingen
papierverwerking en vervolgens Papierbestemming.
2. Selecteer Standaarduitvoerlade, Bovenste lade van stapeleenheid of Onderste
lade van de stapeleenheid en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking
Als de instellingen in het stuurprogramma en op het voorpaneel van de printer niet met
elkaar overeenkomen, worden de instellingen van het stuurprogramma gebruikt.
Taak-offset selecteren
In de onderste uitvoerlade van de stapeleenheid en in de standaarduitvoerlade kunnen
vellen in verschillende posities worden geplaatst, waardoor u verschillende taken van
elkaar kunt onderscheiden. Dit wordt taak-offset genoemd. U kunt taken op verschillende
manieren scheiden:
■Uit: taken worden niet gescheiden en de uitvoerpositie wordt niet gewijzigd voor de
geselecteerde uitvoerlade.
■Aan: de uitvoerpositie wordt gewijzigd nadat het laatste vel van de afdruktaak is
afgedrukt. De volgende afdruktaak wordt verschoven, waardoor deze wordt gescheiden
van de vorige afdruktaak.
Opmerking
Wanneer de nietmachine is ingeschakeld voor afdruktaken, is taakscheiding geactiveerd.
Ga als volgt te werk om de optie Taak-offset te selecteren:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen papierverwerking en druk op de knop OK.
3. Selecteer Taak-offset en druk op de knop OK.
4. Selecteer Aan of Uit en druk op de knop OK.
Toegang tot de instellingen op het voorpaneel verhinderen
Als u de toegang tot de instellingen op het voorpaneel wilt verhinderen, kunt
u deze instellingen vergrendelen in CentreWare IS. Er verschijnt een
slotpictogram naast de items in het voorpaneel die zijn vergrendeld voor
gebruikers.
Phaser® 5500-laserprinter
1-14
Printerinstellingen
Via CentreWare IS
Ga als volgt te werk om voorkeuren voor de menu's op het voorpaneel in te stellen:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in
de browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (algemeen) op de linkerzijbalk.
6. Selecteer On (Aan) of Off (Uit) in de vervolgkeuzelijst Front Panel Menu (Menu
van voorpaneel).
■Selecteer On om toegang tot alle menu's te hebben.
■Selecteer Off om het aantal printerinstellingen te beperken.
7. Klik onder aan de pagina op Save Changes (Wijzigingen bewaren).
Toegang tot de opstartpagina
Elke keer dat u de printer inschakelt of opnieuw instelt, kan de printer een opstartpagina
afdrukken. Deze functie is standaard uitgeschakeld. U kunt het automatisch afdrukken van de
opstartpagina inschakelen of de pagina afdrukken via het menu Gegevenspagina's.
U kunt de opstartpagina als volgt in- en uitschakelen:
■via het voorpaneel van de printer
■via CentreWare IS
Via het voorpaneel van de printer
Ga als volgt te werk om de opstartpagina in of uit te schakelen:
1. Selecteer Printerinstellingen en druk op de knop OK.
2. Selecteer Printerbesturing en druk op de knop OK.
De opstartpagina wordt gemarkeerd. Aan het einde van de regel wordt de instelling
(Aan of Uit) weergegeven.
3. Druk op de knop OK om de instelling te wijzigen.
Met CentreWare IS
Automatisch afdrukken van de opstartpagina in- of uitschakelen:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in
de browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (algemeen) op de linkerzijbalk.
6. Selecteer Off (Uit) of On (Aan) in de vervolgkeuzelijst Printer Startup Page
(Opstartpagina printer) om de instelling te wijzigen.
7. Klik onder aan de pagina op Save Changes (Wijzigingen bewaren).
De opstartpagina vanaf het voorpaneel afdrukken
Ga als volgt te werk om de Opstartpagina af te drukken:
1. Selecteer Gegevens en druk op de knop OK.
2. Selecteer Gegevenspagina’s en druk op de knop OK.
3. Selecteer Opstartpagina en druk op de knop OK om af te drukken.
Toegang tot Time-out papier laden
Als de afdruktaak is opgemaakt voor een bepaalde papiersoort of een bepaald papierformaat
dat niet in de printer aanwezig is, verschijnt er een bericht op het voorpaneel met het verzoek
het juiste papier in een lade te plaatsen. Met de time-out voor het laden van papier wordt
bepaald hoe lang de printer wacht voordat er wordt afgedrukt op een andere papiersoort of
ander papierformaat.
U kunt de time-out voor het laden van papier wijzigen:
■via het voorpaneel van de printer
■via CentreWare IS
Via het voorpaneel van de printer
Ga als volgt te werk om de time-out voor het laden van papier te wijzigen:
1. Selecteer Printerinstellingen en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen papierverwerking en druk op de knop OK.
3. Selecteer Load Paper Timeout (Time-out papier laden) en druk op de knop OK.
4. Schuif naar de gewenste time-outwaarde. De waarden None (Geen), 1, 3, 5 of 10
minuten, 1 of 24 uur) geven de tijdsperiode aan die de printer moet wachten voordat het
afdrukken wordt hervat, zodat u tijd hebt om papier te laden. Als u de waarde None
selecteert, wacht de printer niet totdat er papier is geladen en wordt meteen het papier uit
de standaardlade gebruikt.
5. Druk op de knop OK om de wijziging op te slaan.
Met CentreWare IS
Ga als volgt te werk om de time-out voor het laden van papier te wijzigen:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in
de browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (algemeen) op de linkerzijbalk.
6. Blader naar de gewenste waarde voor Load Paper Timeout (Time-out papier laden) in
Timeout Settings (Time-outinstellingen). De waarden None (Geen), 1, 3, 5 of
10 minuten, 1 of 24 uur) geven de tijdsperiode aan die de printer moet wachten voordat het
afdrukken wordt hervat, zodat u tijd hebt om papier te laden. Als u de waarde None
selecteert, wacht de printer niet totdat er papier is geladen en wordt meteen het papier uit
de standaardlade gebruikt.
7. Klik onder aan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Lade-instellingen selecteren
Schakelen tussen laden
Als een lade leegraakt tijdens het afdrukken, kan de printer door te schakelen tussen laden een
andere lade gebruiken als deze dezelfde papiersoort en hetzelfde papierformaat bevat. U
schakelt tussen laden via het printerstuurprogramma, het voorpaneel of CentreWare IS.
Als een specifieke lade is geselecteerd, kunt u niet tussen laden schakelen. Als de optie Laat de printer de afdruklade selecteren (aanbevolen) in het printerstuurprogramma wordt
geselecteerd, selecteert de printer welke lade wordt gebruikt en schakelt over naar een andere
lade als deze lade leegraakt.
Opmerking
Als u het printerstuurprogramma gebruikt om een specifieke lade voor uw afdruktaak
te selecteren, kunt u niet tussen laden schakelen voor de desbetreffende taak. Als de lade
leegraakt tijdens het afdrukken, wordt op het voorpaneel gemeld dat u papier moet
laden, zelfs als een andere lade de juiste papiersoort en het juiste papierformaat voor de
taak bevat.
Lade 1 (MPT) en laden 2 en 3 (voor 500 vel) worden standaard geleverd bij
Phaser 5500-printers. U kunt desgewenst extra papierinvoerladen aanschaffen:
■Invoerlade voor 1000 vel (laden 4 en 5)
■Invoerlade voor 2000 vel (lade 6)
Instellingen voor schakelen tussen laden
■Als schakelen tussen laden is geactiveerd en een lade leegraakt tijdens het afdrukken,
selecteert de printer een andere lade met dezelfde papiersoort, hetzelfde papierformaat en
dezelfde invoerrichting zodat het afdrukken van de taak automatisch kan worden hervat.
■Als schakelen tussen laden is uitgeschakeld en een lade leegraakt tijdens het afdrukken,
wordt op het voorpaneel gemeld dat de lade leeg is en moet worden gevuld.
Phaser® 5500-laserprinter
1-17
Printerinstellingen
Ladevolgorde
U kunt de volgorde opgeven waarin de laden met de juiste papiersoort en -grootte voor een
afdruktaak moeten worden geselecteerd. Als een lade met het juiste papier leegraakt tijdens
het afdrukken, selecteert de printer de volgende lade met de juiste papiersoort en het juiste
papierformaat uit de reeks, zodat het afdrukken van de taak automatisch kan worden hervat.
Een voorbeeld: u stelt de ladevolgorde 6-2-4 in. De printer selecteert dan papier in lade 6 om
de taak af te drukken. Als lade 6 niet het gewenste papier bevat of leegraakt tijdens het
afdrukken, selecteert de printer lade 2. Als lade 6 en lade 2 geen van beide het gewenste papier
bevatten of leeg zijn, wordt lade 4 geselecteerd.
U kunt de ladevolgorde op twee manieren instellen:
■via het voorpaneel van de printer
■via CentreWare IS
Via het voorpaneel
Ga als volgt te werk om de ladevolgorde in te stellen:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen papierverwerking en druk op de knop OK.
3. Selecteer Ladevolgorde en druk op de knop OK.
4. Schuif naar de gewenste ladevolgorde. (Als u het schakelen tussen laden wilt uitschakelen,
selecteert u Uit.)
5. Druk op de knop OK om de wijzigingen op te slaan.
Via CentreWare IS
Ga als volgt te werk om de ladevolgorde in te stellen:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser (http://
xxx.xxx.xxx.xxx).
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) op de linkerzijbalk.
6. Selecteer de gewenste ladevolgorde in de vervolgkeuzelijst Tray Sequence
(Ladevolgorde). (Als u het schakelen tussen laden wilt uitschakelen, selecteert u
Off (Uit).)
7. Klik onder aan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Phaser® 5500-laserprinter
1-18
Printerinstellingen
De standaardlade selecteren
Als u niet automatisch van lade wilt verwisselen, kunt u de standaardvolgorde voor
ladeselectie accepteren. De standaardlade bevat de juiste papiersoort en het juiste
papierformaat voor afdruktaken, tenzij deze instelling wordt onderdrukt door een instelling in
het printerstuurprogramma. Wanneer de standaardlade leeg is of een andere papiersoort bevat,
wordt u gevraagd de juiste papiersoort in de lade te laden, zelfs als een andere lade de juiste
papiersoort en het juiste papierformaat voor de taak bevat.
U kunt de standaardlade op twee manieren selecteren:
■via het voorpaneel van de printer
■via CentreWare IS
Via het voorpaneel
Ga als volgt te werk om een standaardlade te selecteren:
1. Selecteer Printerinstellingen en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen papierverwerking en druk op de knop OK.
3. Selecteer Papierbron en druk op de knop OK.
4. Schuif naar de lade die u als standaardlade wilt instellen. (Als u het schakelen tussen laden
wilt inschakelen, selecteert u Automatische selectie.)
5. Druk op de knop OK om de wijziging op te slaan.
Opmerking
In plaats van de instellingen voor ladeselectie op het voorpaneel en in CentreWare IS
worden de instellingen van het stuurprogramma gebruikt.
Met CentreWare IS
Ga als volgt te werk om een standaardlade te selecteren:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in
de browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (algemeen) op de linkerzijbalk.
6. Blader naar Print Mode Settings (Instellingen afdrukmodus) en selecteer de gewenste
lade in de vervolgkeuzelijst Paper Source (Papierbron).
7. Klik onder aan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Phaser® 5500-laserprinter
1-19
Printerinstellingen
De helderheid van het voorpaneel aanpassen
Ga als volgt te werk om de helderheid van de achtergrondverlichting voor het voorpaneel
aan te passen:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen voorpaneel en druk op de knop OK.
3. Selecteer Helderheid voorpaneel en druk op de knop OK.
4. Druk op de knop pijl-omlaag of pijl-omhoog om de helderheid van het voorpaneel
te verhogen of te verlagen. De waarden voor de helderheid lopen van 0 (geen
achtergrondverlichting) tot en met 10 (de helderste achtergrondverlichting).
5. Druk op de knop OK om uw wijziging op te slaan.
Het contrast op het voorpaneel aanpassen
Ga als volgt te werk om het contrast tussen tekst en achtergrond aan te passen, zodat de tekst
op het voorpaneel beter leesbaar wordt:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen voorpaneel en druk op de knop OK.
3. Selecteer Contrast voorpaneel en druk op de knop OK.
4. Druk op de knop pijl-omlaag of pijl-omhoog om het contrast van het voorpaneel te
verhogen of te verlagen. De waarden voor het contrast lopen van 1 (laagste contrast) tot en
met 10 (hoogste contrast).
5. Druk op de knop OK om uw wijziging op te slaan.
De taal op het voorpaneel wijzigen
De taal voor de tekst op het voorpaneel wijzigen:
1. Selecteer Printerinstellingen op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2. Selecteer Instellingen voorpaneel en druk op de knop OK.
3. Selecteer Taal voorpaneel en druk op de knop OK.
4. Selecteer de gewenste taal en druk op de knop OK.
Phaser® 5500-laserprinter
1-20
Phaser® 5500-laserprinter
Lettertypen
In dit onderwerp wordt het volgende besproken:
■"Soorten lettertypen" op pagina 1-21
■"Residente printerlettertypen" op pagina 1-21
■"Een overzicht van residente lettertypen bekijken" op pagina 1-21
■"Een voorbeeld van residente lettertypen afdrukken" op pagina 1-22
■"Lettertypen downloaden" op pagina 1-23
Soorten lettertypen
De printer gebruikt de volgende lettertypen:
■Residente lettertypen.
■Lettertypen die naar het RAM-geheugen, de vaste schijf of het flash-geheugen van de
printer zijn gedownload.
■Lettertypen van de toepassing die samen met de afdruktaak zijn gedownload.
Met ATM-software (Adobe Type Manager) worden deze lettertypen op het beeldscherm van
uw computer weergegeven zoals ze op de afdrukken verschijnen.
Als ATM niet op uw computer is geïnstalleerd:
1. Installeer ATM vanaf de Cd-rom met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma's.
2. Installeer de schermlettertypen van de printer voor uw computer vanuit de ATM-map.
Residente printerlettertypen
De residente PostScript- en PCL-lettertypen op de printer zijn altijd beschikbaar.
Een overzicht van residente lettertypen bekijken
Een lijst van residente PCL- of PostScript-lettertypen weergeven met CentreWare IS:
1. Start uw webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in de
browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Web s erver (Webserver) op de linkerzijbalk.