...door alle mogelijkheden van het apparaat te benutten. ER is
een Gebruikerstraining en informatie-cd bij het product
meegeleverd. Op deze cd kunt u instructies vinden met
animaties en interactieve schermen. Wanneer de cd op uw
netwerk is geïnstalleerd, is deze altijd voor iedereen
beschikbaar. U kunt de cd ook op de harde schijf installeren
zodat u er eenvoudig toegang toe heeft.
Samengesteld en vertaald door:
The Document Company Xerox
GKLS European Operations
Bessemer Road
Welwyn Garden City
Hertfordshire
AL7 1HE
Verenigd Koninkrijk
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken
van auteursrechtelijk beschermd materiaal dat en informatie die thans of in de toekomst van
rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd
door de software en dat in het scherm wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud
van de schermen, enzovoort.
Xerox
®
, The Document Company
®
, de digitale X® en alle Xerox-producten die in deze publicatie
worden genoemd zijn handelsmerken van Xerox Corporation. Productnamen en handelsmerken
van andere bedrijven worden hierbij eveneens erkend
.
Hoewel de informatie in dit document op het moment van publicatie correct is, behoudt Xerox zich
het recht voor de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Dit document wordt zo
nu en dan bijgewerkt. Wijzigingen en nieuwe technische gegevens zullen worden toegevoegd in
een volgende editie. Ga voor de recentste informatie naar http://www.xerox.com.
! Confor mi te it me t m i lieu - e ise n .............. .. ... .. ..1 - 11
! Inform a t ie over regelgeving ............... ...........1-12
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-1
Introductie
Welkom bij uw nieuwe Xerox-apparaat.
Deze beknopte referentiehandleiding biedt een overzicht van de functies en opties
die mogelijk op het apparaat beschikbaar zijn. Raadpleeg de volgende
hoofdstukken om uzelf vertrouwd te maken met het apparaat:
De resterende hoofdstukken in deze handleiding bieden aanvullende informatie
over de beschikbare voorzieningen en opties.
Voor meer informatie tijdens het werken met het apparaat de toets Help indrukken.
Indien het apparaat is aangesloten op het netwerk het Help-systeem van
CentreWare gebruiken of op de toets Help klikken in de printerdriver.
OPMERKING: De grafische afbeeldingen van het aanraakscherm in deze
beknopte referentiehandleiding zijn gebaseerd op een volledig geconfigureerde
WorkCentre Pro. Bij andere configuraties ziet het aanraakscherm er mogelijk
enigszins anders uit. Voor de beschrijving van de voorzieningen en de
functionaliteit maakt dit echter geen verschil.
Hoofdstuk 2: Productoverzicht
Hoofdstuk 3: Aan de slag
Pagina 1-2Beknopte referentiehandleiding
Aanvullende informatiebronnen
Systeembeheerder-CD (CD1)
De Systeembeheerder-CD (CD1) uit het CD-pakket dat bij het apparaat is geleverd,
bevat gedetailleerde informatie over het configureren van het apparaat voor
afdrukken via het netwerk en voor het installeren van de optionele toepassingen.
De Systeembeheerder-CD (CD1) is bestemd voor systeembeheerders.
Training en informatie-CD (CD2)
Wanneer u uitvoeriger informatie wenst over de beschikbare voorzieningen en
toepassingen op het apparaat, de Training en informatie-CD (CD2) raadplegen,
die in het CD-pakket zit dat bij het apparaat is geleverd.
De Training en informatie-CD is bestemd voor alle gebruikers, inclusief systeembeheerders. De CD bevat uitgebreide informatie over het product, zoals interactieve
instructies en lessen. U benut het apparaat maximaal door het programma op de
CD naar het netwerk te kopiëren, zodat alle gebruikers toegang hebben.
Hulpprogramma’s-CD (CD3)
In het CD-pakket vindt u ook de Hulpprogramma’s-CD (CD3) dat een hulpprogramma bevat voor het upgraden van nieuwe softwareversies op het apparaat.
OPMERKING: Deze CD wordt niet vereist tijdens de installatie.
Welkom
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-3
Conventies
In deze handleiding worden sommige termen door elkaar gebruikt voor hetzelfde
begrip:
! Papier is een synoniem voor afdrukmateriaal.
! Document is een synoniem voor origineel.
! Pagina is een synoniem voor vel.
! Het apparaat is een synoniem voor CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro.
Op de volgende pagina’s staat meer informatie over de conventies die in deze
handleiding worden gebruikt.
Richting
Richting staat voor de richting van de afbeeldingen op de pagina. Wanneer de
afbeelding rechtop staat, kan het papier (of ander afdrukmateriaal) op een van de
volgende twee manieren worden ingevoerd:
Lange kant
eerst (LKE) /
Portret
Gezien vanaf de voorzijde van het apparaat, papier of originelen met de lange
kant aan de linker- en rechterzijde van de papierlade of automatische originelendoorvoer (AOD).
Richting LKE
Korte kant
eerst (KKE) /
Landschap
A
Invoerrichting papier
Gezien vanaf de voorzijde van het apparaat, papier of originelen met de korte kant
aan de linker- en rechterzijde van de papierlade of automatische
originelendoorvoer.
Richting KKE
A
Invoerrichting papier
A
A
Cursief
Met cursief wordt een woord of zinsnede benadrukt. Bovendien worden
verwijzingen naar andere publicaties weergegeven in cursief. Voorbeeld:
- Voor meer informatie de Systeembeheerder-CD (CD1) raadplegen die in het
CD-pakket zit dat bij het apparaat werd geleverd.
Pagina 1-4 Beknopte referentiehandleiding
Tekst tussen rechte haken:
Met [Tekst tussen rechte haken] wordt de selectie van een optie of toets
benadrukt. Voorbeeld:
! [Apparaatgegevens] selecteren.
Opmerkingen
Opmerkingen zijn kanttekeningen met aanvullende informatie. Voorbeeld:
OPMERKING: Originelen dienen in de automatische originelendoorvoer (AOD) te
worden geladen voor deze toepassing.
Hints
Met Hints wordt een gebruiker geholpen bij de uitvoering van een taak. Voorbeeld:
HINT: Deze optie is nuttig om het tonerverbruik te beperken voor beelden met een
donkere achtergrond en witte tekst.
Specificatie-opmerking
Biedt uitgebreidere, nadere informatie over de specificatie voor het apparaat.
Voorbeeld:
! Lade 2 biedt plaats aan 500 vel papier van 80 g/m
2
60 tot 200 g/m
. Het formaat kan variëren van A5 LKE tot A3 LKE.
2
. Het gewicht kan variëren van
Welkom
Voorzichtig
Tekst die begint met Voorzichtig wijst op het gevaar van mechanische schade ten
gevolge van een handeling. Voorbeeld:
VOORZICHTIG: Het gebruik van andere bedienings- of regelelementen of het
uitvoeren van procedures die niet in deze handlei ding worden genoemd, kan
leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Waarschuwingen
Waarschuwingen zijn mededelingen die de gebruiker attent maken op het risico van
letsel. Voorbeeld:
WAARSCHUWING: DIT product dient te worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-5
Overzicht toepassingen op apparaat
Met de krachtige toepassingen beschikbaar op het apparaat kunt u:
Met één scan veel kopieën maken
Wanneer u wilt kopiëren, hoeft u met het apparaat maar één keer een document te
scannen, hoeveel kopieën u ook wilt maken. Dat vermindert de kans op een
papierstoring en beschadiging van het origineel.
Taken tegelijkertijd uitvoeren
Het apparaat kan verschillende taken tegelijk uitvoeren. Er kan een opdracht aan
de wachtrij worden toegevoegd door een document te scannen, zelfs wanneer het
apparaat een ander document afdrukt.
Kopieën maken met dezelfde kwaliteit als het origineel
Met het apparaat kunt u beelden reproduceren van hoge kwaliteit, vooral foto’s,
afbeeldingen, tekst, of een combinatie daarvan. Vergelijkt u zelf maar eens de
resultaten van dit apparaat met die van andere kopieerapparaten.
Beeldafmetingen en -positie aanpassen
U kunt de weergave van het beeld op de afdruk beïnvloeden.
- Het beeld verschuiven om inbindmarges te creëren.
- Automatisch de beelden verkleinen, vergroten of centreren.
- Twee of meer verkleinde beelden op een enkele pagina afdrukken.
Digitale toepassingen gebruiken om uw werk te
vereenvoudigen
Met de toepassing Opbouw-opdracht kunt u uw kopieeropdracht of Interne
faxopdracht in stukken verdelen om verschillende instellingen toe te passen op
verschillende segmenten. Daardoor kunt u:
- originelen van de glasplaat en van de automatische originelendoorvoer (AOD)
combineren in een enkele opdracht.
- een enkele opdracht maken met andere programmeringstoepassingen voor
ieder origineel.
- meer originelen dan het maximumaantal invoeren via de automatische
originelendoorvoer (AOD) zonder opnieuw te hoeven programmeren.
Pagina 1-6 Beknopte referentiehandleiding
Met de toepassing Transparanten kunt u in een keer transparanten maken met
scheidingsvellen.
Met de toepassing Katern maken kunt u automatisch de beelden verkleinen,
vergroten en in een andere volgorde pla ats en wann eer u boekj es /ka ter ne n maak t.
Met de toepassing Omslagen kunt u automatisch omslagen toevoegen aan uw
documenten.
De toepassing Gemengde origineelformaten gebruiken om tegelijkertijd
originelen van verschillende afmetingen te kunnen kopiëren op papier van hetzelfde
formaat of op papier van verschillende formaten.
Het milieu ontzien
Dit product voldoet aan een keur aan internationale normen voor de bescherming
van het milieu en is geschikt voor de meeste soorten kringlooppapier.
Documenten scannen om elektronische bestanden te
maken (optioneel)
Met deze toepassing, beschikbaar in de WorkCentre Pro-configuratie, kunt u
elektronische bestanden maken van uw originelen, die kunnen worden:
- opgeslagen op de server
- verstuurd naar uw desktop via het netwerk
- verspreid via e-mail
- geplaatst in een documentbeheertoepassing
- omgezet in een elektronisch document dat kan worden gewijzigd, beheerd,
gedeeld en verspreid, met behulp van een breed scala van softwareapplicaties.
Welkom
Documenten als fax verzenden (optioneel)
Met de optionele toepassing Interne fax papieren documenten per fax verzenden
en ontvangen via de telefoonlijn.
De optionele service Serverfax is een toepassing die alleen beschikbaar is op de
WorkCentre-Pro-configuratie. Wanneer deze service is ingeschakeld, kunt u op het
apparaat documenten scannen en deze via uw faxserver verzenden naar ieder type
faxapparaat dat is aangesloten op het telefoonnet.
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op
de WorkCentre Pro zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide services kan
actief zijn.
Met de optionele toepassing Internetfax, alleen beschikbaar op de WorkCentre Proconfiguratie, kunnen gebruikers documenten verzenden en ontvangen als
e-mailbijlage. Dit type fax wordt verzonden via internet of een intranet.
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-7
Overzicht toepassingen op werkstation
Indien uw apparaat is aangesloten op een netwerk, zijn de volgende toepassingen
beschikbaar. Contact opnemen met uw systeembeheerder om het apparaat op het
netwerk te laten aansluiten.
CentreWare-printerdrivers
De printerdriver maakt de productiviteit van het apparaat beschikbaar op uw eigen
werkplek met uw eigen werkstation. De opties zijn:
• 1-zijdig of 2-zijdig
• Geniete sets ind ien u over een afwerkee nhei d bes ch ikt
• Resolutie van maximaal 1800x1800 dpi
• Toevoegen va n stand aard of keu zew atermerken
• Beveiligd afdrukken (uw vertrouwelijke document pas afdrukken wanneer u bij
de printer staat)
CentreWare-hulpprogramma’s
Het CentreWare-softwarepakket bevat ook optionele hulpprogramma’s voor
gebruikersbeheer en netwerkscans.
CentreWare Internetservices
Een ingebouwde homepage, waarmee bestanden die gereed zijn voor afdrukken
via internet (ofwel het World Wide Web) kunnen worden verstuurd. Deze
toepassing is toegankelijk via Internetservices.
Pagina 1-8 Beknopte referentiehandleiding
Veiligheid
Introductie
Uw Xerox-product en verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van
strikte eisen aan de veiligheid. Deze betreffen onder meer goedkeuring door
officiële instanties aan de hand van algemeen gangbare milieunormen. De
volgende instructies zorgvuldig lezen alvorens het product te gebruiken en deze zo
nodig raadplegen om te garanderen dat het product steeds veilig wordt gebruikt.
De tests voor prestatie en veiligheid van dit product zijn uitgevoerd met
gebruik van uitsluitend Xerox-materiaal.
Alle waarschuwingen en instructies opvolgen die staan aangegeven op of geleverd
zijn bij het product.
Met deze WAARSCHUWING worden gebruikers gewezen op het risico van letsel.
Met deze WAARSCHUWING worden gebruikers gewezen op hete oppervlakken.
Opmerkingen aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING: Dit product dient te worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
Dit product is voorzien van een 3-leiderstekker met een beschermende massapen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel.
Om het risico op een schok te vermijden, contact opnemen met een elektriciën om
het stopcontact te vervangen indien u de stekker niet in dat stopcontact kunt steken.
Nooit een geaarde verloopstekker gebruiken om dit product aan te sluiten op een
stopcontact zonder aardverbinding.
Dit product dient te worden gebruikt met het type stroombron dat is aangegeven
op het etiket. Indien u niet zeker weet welk type stroombron beschikbaar is, contact
opnemen met het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
Dit apparaat wordt van stroom voorzien via het netsnoer. Wanneer u de
stroomtoevoer naar het product volledig dient te onderbreken, trekt u het netsnoer
uit het stopcontact.
Welkom
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-9
Niet met uw handen in de buurt van de fuser, net in de omgeving van de uitvoerbak,
komen want dan kunt u brandwonden oplopen.
Nooit schoonmaakmiddelen in spuitbussen onder druk op of in dit apparaat
gebruiken. Bepaalde schoonmaakmiddelen in spuitbussen onder druk bevatten
licht ontvlambare mengsels en zijn niet geschikt voor gebruik in elektrische
apparatuur. Gebruik van dergelijke schoonmaakmiddelen kan explosies en brand
tot gevolg hebben.
Voor extra veiligheidsinformatie over het apparaat of over Xeroxverbruiksartikelen kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
Veiligheid van de laser
VOORZICHTIG: Het gebruik van andere bedienings- of regelelementen of het
uitvoeren van procedures die niet in deze handlei ding worden genoemd, kan
leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Met betrekking tot de laser voldoet de apparatuur aan de prestatienormen voor
laserproducten, zoals die zijn vastgesteld door overheids-, nationale en
internationale instanties voor een Klasse 1-laserproduct. Het apparaat zendt geen
gevaarlijke straling uit; de laserstraal is bij elke bedieningsmode en bij het uitvoeren
van onderhoud door de gebruiker volledig afgeschermd.
Veiligheidsnormen
Dit Xerox-product is veilig verklaard door Underwriters Laboratories Incorporated.
Het voldoet aan Standard IEC60950 (EN60950) Amendments A1, A2, A3 en A4.
Pagina 1-10 Beknopte referentiehandleiding
Conformiteit met milieu-eisen
Energy Star
Als partner in het programma ENER GY STAR he ef t Xer ox gecon s tat eer d dat dit
product voldoet aa n de richtl ijnen van ENERGY STAR voo r efficiën t energie gebrui k.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-symbool zijn geregistreerde
handelsmerken in de Verenigde Staten.
Producten die voor zien z ijn van het EN ERGY STAR-et ike t zij n zo on tw orp en om er
zuinig met energie wo r dt omg eg aan en mi lie uvrie nd eli jk zijn .
Bij levering is de timer in het app ara at voor he t ov er sch akel en op de lage
energiestand n a de laatste kopie/afdru k ingesteld o p 15 minuten . Het inte rval waarna
het apparaat de energiespaarstand inschakelt, is ingesteld op 60 minuten na de
laatste kopie/afdru k. Een ui tvo erig er be schri jvin g van deze stan de n en instr uctie s
over het wijzigen van de standa ar d inst el lin gen wa nn eer da t bet er uit k omt ge ge ven
uw werkritme, kunt u vin de n in Zelfst ud iepr og ram ma’ s, Ap pa raat be he er,
Standaardinstel lin ge n wij zig en, Ene rgie spa arst an de n ins te lle n op de
Gebruikerstraining en informa tie-cd (CD 2).
Welkom
Beknopte referentiehandleidingPagina 1-11
Informatie over reg el g ev in g
Het CE-merkteken op dit product symboliseert de overeenkomstigheidsverklaring
van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie
vanaf de aangegeven data:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad, bij amendement gewijzigd door Richtlijn
93/68/EEG, betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften
der Lid-Staten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik bij lage
spanningen.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de
wetgevingen van de Lid-Staten inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 99/5/EC van de Raad met betrekking tot radioapparatuur en telecommuni-
catieterminals en de onderlinge erkenning van de conformiteit ervan.
Een volledige verklaring met de relevante richtlijnen en normen kan worden
verkregen bij het Xerox Welcome Centre.
WAARSCHUWING:Dit systeem is goedgekeurd, geproduceerd en getest
volgens strenge veiligheidsnormen met betrekking tot veiligheid en radiofrequentiestoringen. Elke wijziging die zonder toestemming word t aangebracht,
waaronder de toevoeging van nieuwe functies of de aansluiting van
randapparatuur, kan deze goedkeuring beïnvloeden. Contact opnemen met
uw Xerox-leverancier voor een lijst van goedgekeurde accessoires.
WAARSCHUWING:Om deze apparatuur te laten werken in de nabijheid van
industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het zijn dat de
externe straling van deze apparatuur dient te worden beperkt of dat er
speciale stralingstemperende maatregelen dienen te worden getroffen.
WAARSCHUWING:Dit is een product uit de Klasse A in een huiselijke
omgeving. Dit product kan radiofrequentiestoringen veroorzaken en het kan
in dat geval nodig zijn dat de gebruiker de geëigende maatregelen treft.
WAARSCHUWING:Bij deze apparatuur dienen beveiligde kabels te worden
gebruikt om te blijven voldoen aan Richtlijn 89/336/EEG.
Pagina 1-12 Beknopte referentiehandleiding
Informatie over Europese regelgeving - optionele kit voor
Interne fax
Richtlijn voor radioapparatuur en
telecommunicatieterminals
Dit product is door Xerox zelf voor heel Europa gecertificeerd voor een
enkelvoudige aansluiting op het analoge openbare telefoonnetwerk (PSTN) in
overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EC.
Het product is ontworpen om te kunnen werken met de nationale telefoonnetwerken
en -centrales in de volgende landen:
In geval van problemen, dient u in eerste instantie contact op te nemen met de
plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger.
Dit product is getest volgens en in overeenstemming bevonden met TBR21, een
specificatie voor terminalapparatuur voor gebruik binnen analoge telefoonnetwerken binnen het gebied van de EEG.
Dit product kan worden geconfigureerd om het compatibel te maken met de
netwerken van andere landen. Indien het apparaat dient te worden aangesloten op
het netwerk van een ander l and, contact opnemen met uw Xerox-verteg enwoordiger.
Het apparaat kent geen instellingen die door de gebruiker kunnen worden
aangepast.
OPMERKING: In geval van modificatie s aan dit produ ct en aans lu iti ng op ext erne
besturingssoftware of externe besturingsapparatuur die niet door Xerox is
goedgekeurd, vervalt deze certificatie.
! WorkCentre Pro 35/45/55...............................2-7
Beknopte referentiehandleidingPagina 2-1
Introductie
Uw nieuwe apparaat is niet zomaar een conventioneel kopieerapparaat. Het is een
digitaal apparaat dat kan kopiëren, afdrukken en scannen (afhankelijk van de
configuratie). Er zijn drie configuraties verkrijgbaar, die een snelheid hebben van
respectievelijk 35, 45 en 55 kopieën/afdrukken per minuut.
Alle drie configuraties zijn volledig uitbreidbaar, om te kunnen beantwoorden aan
eventuele toekomstige vereisten. Voor meer informatie, kunt u contact opnemen
met het Xerox Welcome Centre.
! CopyCentre C35/C45/C55 - Een zelfstandig kopieerapparaat, met de
kopieerfuncties van een conventioneel kopieerapparaat, aangevuld met de
mogelijkheden van een digital copier.
! WorkCentre M35/M45/M55 - Een multifunctioneel kopieerapparaat en printer.
! WorkCentre 35/45/55 - Een geavanceerd multifunctioneel apparaat met zeer
uitgebreide toepassingen en functies.
Voor meer informatie over het vaststellen van de configuratie van uw apparaat en
de beschikbare aanvullende opties, kunt u de volgende pagina’s raadplegen.
OPMERKING: Alle toepassingen en functies beschreven in deze beknopte
referentiehandleiding hebben betrekking op een volledig geconfigureerde
WorkCentre
meer wilt weten over de optionele onderdelen, of informatie wilt over een van de
andere configuraties, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
35/45/55 en zijn mogelijk niet beschikbaar op uw apparaat. Indien u
Pagina 2-2Beknopte referentiehandleiding
CopyCentre C35/C45/C55
Bedieningspaneel
(Aanraakscherm en
toetsenbord)
Handmatige
invoer
(kan worden
ingeklapt indien
niet in gebruik)
Papierladen 1 en 2
Automatische
originelendoorvoer
Glasplaat
(onder de AOD)
Productoverzicht
Staffelopvangbak
Grote papierlade
(Papierladen 3 en 4)
Deksel glasplaatAfwerkeenheidStandaard
Beknopte referentiehandleidingPagina 2-3
De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de CopyCentre.
Automatische
originelen-
Invoeren van enkelzijdige en dubbelzijdige documenten. Bevindt zich in het
documentdeksel.
doorvoer
Deksel
Wordt gebruikt in plaats van de AOD.
glasplaat
Grote
papierlade
Staffel-
opvangbak
Bevat papierladen 3 en 4. Beide laden hebben een grotere capaciteit dan laden 1
en 2, zodat u minder vaak nieuw papier hoeft te plaatsen.
Aflevering van de afdrukken met bedrukte zijde omhoog of omlaag, in sets of
stapels. De sets of stapels worden gestaffeld, zodat u deze eenvoudig kunt
scheiden. Wordt gebruikt in plaats van de afwerkeenheid.
Afwerkeenheid Stuurt de afdrukken naar de bovenste opvangbak indien geen afwerkoptie is
geselecteerd, of naar de opvangbak voor aflevering in sets, stapels, geniet of
geperforeerd. Daarnaast is een off line nietapparaat verkrijgbaar. Wordt gebruikt in
plaats van de staffelopvangbak.
2-gaten,
4-gaten,
Zweedse
4-gatenper-
De afwerkeenheid wordt geleverd met een 2-gaten-, een 4-gaten- of een Zweedse
4-gatenperforator, afhankelijk van de keuze die is gemaakt bij het bestellen van de
afwerkeenheid. Indien er meer opties nodig zijn, kunnen de gatenperforators ook
apart worden besteld.
forator
Externe
interface
Voor aansluiting van een extern toegangs- of accountadministratieapparaat, zoals
een kaart- of muntautomaat.
Interne fax -
Voor een enkelvoudige telefoonaansluiting.
lijn 1
Interne fax -
lijn 2
256MB
Electronic Pre-
Collation (EPC)
geheugen
Pagina 2-4 Beknopte referentiehandleiding
Voor een tweede telefoonlijn. Maakt het mogelijk gelijktijdig faxen te verzenden en
te ontvangen.
Aanvullend geheugen voor tijdelijke opslag van gescande informatie.
WorkCentre M35/M45/M55
Bedieningspaneel
(Aanraakscherm en
toetsenbord)
Plateau
Handmatige
invoer
(kan worden
ingeklapt indien
niet in gebruik)
Papierladen 1 en 2
Automatische
originelendoorvoer
Glasplaat
(onder de AOD)
Productoverzicht
Afwerkeenheid
Grote papierlade
(Papierladen 3 en 4)
Standaard
Beknopte referentiehandleidingPagina 2-5
Staffelopvangbak
Deksel glasplaat
De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de WorkCentre.
Automatische
originelen-
Invoeren van enkelzijdige en dubbelzijdige documenten. Bevindt zich in het
documentdeksel.
doorvoer
Deksel
Wordt gebruikt in plaats van de AOD.
glasplaat
Grote
papierlade
Staffel-
opvangbak
Bevat papierladen 3 en 4. Beide laden hebben een grotere capaciteit dan
laden 1 en 2, zodat u minder vaak nieuw papier hoeft te plaatsen.
Aflevering van de afdrukken met bedrukte zijde omhoog of omlaag, in sets of
stapels. De sets of stapels worden gestaffeld, zodat u deze eenvoudig kunt
scheiden. Wordt gebruikt in plaats van de afwerkeenheid.
Afwerkeenheid Stuurt de afdrukken naar de bovenste opvangbak indien geen afwerkoptie is
geselecteerd, of naar de opvangbak voor aflevering in sets, stapels, geniet of
geperforeerd. Daarnaast is een off line nietapparaat verkrijgbaar. W ordt gebruikt in
plaats van de staffelopvangbak.
2-gaten,
4-gaten,
Zweedse
4-gatenper-
De afwerkeenheid wordt geleverd met een 2-gaten-, een 4-gaten- of een Zweedse
4-gatenperforator, afhankelijk van de keuze die is gemaakt bij het bestellen van de
afwerkeenheid. Indien er meer opties nodig zijn, kunnen de gatenperforators ook
apart worden besteld.
forator
Externe
interface
Interne fax -
Voor aansluiting van een extern toegangs- of accountadministratieapparaat, zoals
een kaart- of muntautomaat.
Voor een enkelvoudige telefoonaansluiting.
lijn 1
Interne fax -
Beeld
Overschrijving
Beveiliging
Voor een tweede telefoonlijn. Maakt het mogelijk gelijktijdig faxen te verzenden en
lijn 2
te ontvangen.
Beveiligingsfunctie met Op verzoek overschrijven van harde schijf en Direct
overschrijven van harde schijf. Met deze toepassingen kan de gebruiker de harde
schijf van het apparaat laten overschrijven om vertrouwelijke gegevens te
beschermen.
256MB
Electronic Pre-
Collation (EPC)
geheugen
Pagina 2-6 Beknopte referentiehandleiding
Aanvullend geheugen voor tijdelijke opslag van gescande informatie.
WorkCentre Pro 35/45/55
Bedieningspaneel
(Aanraakscherm en
toetsenbord)
Plateau
Handmatige
invoer
(kan worden
ingeklapt indien
niet in gebruik)
Automatische
originelendoorvoer
Productoverzicht
Glasplaat
(onder de AOD)
Afwerkeenheid
Papierladen 1 en 2
Grote papierlade
(Papierladen 3 en 4)
Beknopte referentiehandleidingPagina 2-7
De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de WorkCentre Pro:
Staffel-
opvangbak
Aflevering van de afdrukken met bedrukte zijde omhoog of omlaag, in sets of
stapels. De sets of stapels worden gestaffeld, zodat u deze eenvoudig kunt
scheiden. Wordt gebruikt in plaats van de afwerkeenheid.
Afwerkeenheid Stuurt de afdrukken naar de bovenste opvangbak indien geen afwerkoptie is
geselecteerd, of naar de opvangbak voor aflevering in sets, stapels, geniet of
geperforeerd. Daarnaast is een off line nietapparaat verkrijgbaar. W ordt gebruikt in
plaats van de staffelopvangbak.
2-gaten,
4-gaten,
Zweedse
4-gatenper-
De afwerkeenheid wordt geleverd met een 2-gaten-, een 4-gaten- of een Zweedse
4-gatenperforator, afhankelijk van de keuze die is gemaakt bij het bestellen van de
afwerkeenheid. Indien er meer opties nodig zijn, kunnen de gatenperforators ook
apart worden besteld.
forator
Externe
interface
Interne fax -
Voor aansluiting van een extern toegangs- of accountadministratieapparaat, zoals
een kaart- of muntautomaat.
Voor een enkelvoudige telefoonaansluiting.
lijn 1
Interne fax -
Voor een tweede telefoonlijn. Maakt het mogelijk gelijktijdig faxen te verzenden en
lijn 2
te ontvangen.
Serverfax Voor het verzenden en ontvangen van faxen via een externe faxserver, zonder
speciale telefoonlijn.
Internetfax V oor het verzenden van faxen via internet of een intranet.
Netwerk-
scannen
Voor het inscannen en omzetten van documenten naar een elektronisch bestand.
Het bestand kan op diverse wijzen worden gedistribueerd en gearchiveerd. De
uiteindelijke bestemming van het bestand is afhankelijk van het door de gebruiker
ingestelde scanpad.
E-mail Voor het maken van een elektronisch beeld van een document door dit te
scannen. Het gescande beeld wordt als e-mailbijlage naar de geselecteerde
geadresseerde(n) gestuurd.
Netwerkaccount-
Voor registratie van het gebruik van het apparaat voor afdruk-, kopieer- en
scanopdrachten va naf vers ch il le nde appara ten bin nen het netwer k.
administratie
Overschrijving
Beeld
Beveiliging
USB (Universal
Beveiligingsfunctie met Op verzoek overschrijven van harde schijf en Direct
overschrijven van harde schijf. Met deze toepassingen kan de gebruiker de harde schijf
van het apparaat laten overschrijven om vertrouwelijke gegevens te b eschermen.
Voor rechtstreeks afdrukken vanaf een pc via een USB-kabel.
Serial Bus)
printeraan-
sluiting
256MB
Electronic Pre-
Collation (EPC)
geheugen
Aanvullend geheugen voor tijdelijke opslag van gescande informatie.
Pagina 2-8 Beknopte referentiehandleiding
3Aan de slag
! Overzicht van het bedieningspaneel...............3-2
! Apparaa t a an - en ui t ze t t e n............ .............. ... .3-3
! Een Interne fax verzenden...................... ........3-6
! Een serv e rfa x ve r ze nde n.............. .. ... .............3-7
! Document scannen naar bestand...................3-9
! E-mail ver ze nd e n............................... ...........3-10
! Afdrukken vanaf een PC...............................3-11
! Afdrukken met Internetservices ....................3-12
! Aan- en afmelden .........................................3-13
! Apparaa t a an pas se n......... .............. ... .. .........3-14
! Nadere in f o rm a t ie ............. .. ..........................3-15
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-1
Overzicht van het bedieningspaneel
Toegang
Toegang tot Hulpprogramma’s, voor de
aanpassing van standaardinstellingen van het
apparaat.
Alles wissen
Herstelt de standaardinstellingen van alle toepassingen.
Het aanraakscherm
Toont en selecteert
alle beschikbare
toepassingen, plus
procedures voor het
verhelpen van s toring en
en algemene
apparaatinfo
Help
Toegang tot aanvullende
informatie.
Taal
Verandert de taal waarin de
schermtekst is gesteld .
Onderbreken
Onderbreekt tijdelijk de
huidige opdracht, zodat een
voorrangsopdracht kan
worden uitgevoerd.
Pauze
Onderbreekt tijdelijk de
huidige opdracht.
Start
Begint de
Toepassingen
Toont de
opdrachttoepassingen op
het scherm.
Opdrachtstatus
Toont informatie over de
voortgang van de op dracht.
Apparaatstatus
Toont de huidige st atus van
het apparaat.
Pagina 3-2 Beknopte referentiehandleiding
Kiespauze
Voor de invoer van
een pauze bij het
bellen van een
faxnummer.
Wissen
Verwijdert
numerieke waarden
of het laatst
ingevoerde cijfer.
Hekje
Geeft het kiesteken of
groepskies nummer aan.
Wordt ook gebruikt voor de
invoer van een toegang scode.
opdracht.
Apparaat aan- en uitzetten
1
2
3
AAN-zetten:
! De AAN/UIT-schakelaar
indrukken. Het inschakelproces
duurt minder dan 3 minuten.
OPMERKING: Bepaalde functies
(kopiëren) zijn eerder beschikbaar
dan andere (afdrukken).
UIT-zetten:
! De AAN/UIT-schakelaar
indrukken. U wordt gevraagd
een optie voor het uitschakelen
te selecteren.
Indien Uitschakelen word geselecteerd en deze keuze is bevestigd, begint het
apparaat met een uitschakelingsprotocol.
OPMERKING: Het apparaat blijft ongeveer 30 seconden aan staan voordat de
stroomtoevoer afgebroken wordt.
Indien er nog opdrachten in de wachtrij staan, verschijnt een tweede venster waarin
u wordt gewaarschuwd dat opdrachten in de wachtrij worden verwijderd wanneer
het apparaat wordt uitgezet. Wanneer u hier te kennen geeft dat u het apparaat echt
wilt uitzetten, worden eventuele opdrachten in de wachtrij verwijderd.
Indien Energiespaarstand activeren is geselecteerd en de keuze werd bevestigd,
betreedt het apparaat meteen de Energiespaarstand die in de configuratie is
ingesteld. Indien er nog opdrachten in de wachtrij staan, verschijnt er een tweede
venster.
Wanneer u het apparaat in deze mode aantreft en het wilt reactiveren, een toets op
het aanraakscherm of bedieningspaneel aanraken.
Indien Snelle Herstart is geselecteerd en bevestigd, wordt het apparaat opnieuw
gestart. Er verschijnt een venster met de waarschuwing dat eventuele opdrachten
in de wachtrij worden verwijderd.
Indien Annuleren wordt geselecteerd, worden de uitschakelopties geannuleerd en
kunt u het apparaat gewoon blijven gebruiken.
Aan de slag
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-3
Papier plaatsen
! De betreffende papierlade openen.
1
2
3
OPMERKING: Papierladen 1 en 2
kunnen volledig worden aangepast
voor alle papierformaten tussen A5
en A3. Papierladen 3 en 4 zijn
toepassingsgerichte laden waarin
alleen A4-papier of papier van
8,5" x 11" LKE kan worden gebruikt.
! Papier plaatsen, maar niet voorbij
de vullijn.
! De lade sluiten.
OPMERKING: Ervoor zorgen dat
voor papierladen 1 en 2 de geleiders
net het papier raken, anders werkt
de automatische formaatherke nni ng
niet goed.
! [Bevestigen] selecteren OF
[Formaat wijzigen] en/of
[Soort en kleur wijzigen]
selecteren om de lade opnieuw
te programmeren indien het
papierformaat, het soort papier of
de kleur is veranderd.
OPMERKING: De waarden voor
Formaat, Soort en Kleur dienen
allemaal correct te zijn. Voor
standaard kopieerpapier geldt:
Formaat - A4
Soort - Gewoon papier
Kleur - Wit
Pagina 3-4 Beknopte referentiehandleiding
Kopieën maken
! Documenten plaatsen
1
in de AOD of op de
glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
2
! Het scherm Kopiëren - Basis openen;
indien nodig de toets Toepassingen
selecteren op het bedieningspaneel.
! De gewenste toepassingen op het
3
aanraakscherm selecteren.
! De toets Start indrukken.
Aan de slag
Kopieertoepassingen zijn...
! Beeldkwaliteit aanpassen
! Automatisch verkleinen/vergroten
! Originelen van verschillende afmetingen kopiëren
! Bedrukte of blanco scheidingsvellen toevoegen aan set transparanten
! Twee of meer afbeeldingen op een pagina rangschikken
! Bedrukte of blanco omslagen toevoegen
! Bedrukte of blanco gekleurde vellen invoegen
! Beeldverschuiving
! Kaders en randen wissen
! Opbouw-opdracht voor de toepassing van verschillende programmering in een
stapel documenten
! De programmering opslaan voor veelvoorkomende typen opdracht
! Katernen maken
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-5
Een Interne fax verzenden
Interne fax is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is in de WorkCentre
Pro-configuratie. Indien het scherm Fax- basis overeenkomt met de afbeelding bij
stap 2, is Interne fax ingeschakeld. Voor meer informatie, contact opnemen met de
systeembeheerder.
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op
de WorkCentre Pro zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide services kan
actief zijn.
! De documenten
1
2
plaatsen in de AOD
of op de glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
! De optie [Fax] selecteren.
OPMERKING: U dient wellicht
eerst de optie [Alle services] te
selecteren om toegang te krijgen
tot de faxoptie.
! Het faxnummer invoeren.
! De gewenste toepassingen op
3
het aanraakscherm selecteren.
! De toets Start indrukken.
Faxtoepassingen zijn...
! Resolutie aanpassen
! Tweezijdige originelen faxen
! Formaat van de te scannen originelen programmeren
! Beeldkwaliteit aanpassen
! Verzending fax uitstellen
! Een voorblad toevoegen
! Naar meerdere geadresseerden zenden
! Opslaan in postvak en pollen naar en vanaf uw apparaat
! Overdrachtssnelheid instellen
Pagina 3-6 Beknopte referentiehandleiding
Een serverfax verzenden
Serverfax is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is in de WorkCentre
Pro-configuratie. Indien het scherm Fax- basis overeenkomt met de afbeelding bij
stap 2, is Serverfax ingeschakeld. Voor meer informatie, contact opnemen met de
systeembeheerder.
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op
de WorkCentre Pro zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide services kan
actief zijn.
! De documenten
1
2
plaatsen in de AOD
of op de glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
! De optie [Fax] selecteren.
OPMERKING: U dient wellicht
eerst de optie [Alle services] te
selecteren om toegang te krijgen
tot de faxoptie.
Aan de slag
! Het faxnummer invoeren.
! De gewenste toepassingen op
3
het aanraakscherm selecteren.
! De toets Start indrukken.
Faxtoepassingen zijn...
! Resolutie aanpassen
! Tweezijdige originelen faxen
! Formaat van de te scannen originelen programmeren
! Beeldkwaliteit aanpassen
! Verzending fax uitstellen
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-7
Een internetfax verze nd e n
Internetfax is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is in de WorkCentre
Pro-configuratie. Voor meer informatie, contact opnemen met uw
systeembeheerder.
! De documenten
1
2
plaatsen in de AOD
of op de glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
! De optie [Internetfax] selecteren.
OPMERKING: U dient wellicht
eerst de optie [Alle services] te
selecteren om toegang te krijgen
tot de optie Internetfax.
! [Aan...] selecteren, e-mailadres
ontvanger invoeren, [Opslaan]
selecteren.
! [Onderw. wijz.] selecteren, een
onderwerp invoeren en [Opslaan].
! De gewenste toepassingen op
3
het aanraakscherm selecteren.
! De toets Start indrukken.
Internetfaxtoepassingen zijn...
! Een openbaar of intern adresboek samenstellen
! Resolutie aanpassen
! Tweezijdige originelen faxen
! Formaat van de te scannen originelen programmeren
! Beeldkwaliteit aanpassen
! Instelling standaard bestandsindeling wijzigen
Pagina 3-8 Beknopte referentiehandleiding
Document scannen naar bestand
Netwerkscannen is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is in de
WorkCentre Pro-configuratie. Voor meer informatie, contact opnemen met uw
systeembeheerder.
! De documenten
1
2
3
plaatsen in de AOD
of op de glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
! De optie [Netwerkscannen]
selecteren.
OPMERKING: U dient wellicht
eerst [Alle services] te selecteren
om toegang te krijgen tot de optie
Netwerkscannen.
! De benodigde sjabloon
selecteren.
! De gewenste toepassingen op
het aanraakscherm selecteren.
! De toets Start indrukken.
! Het bestand vervolgens op uw
werkstation openen.
Aan de slag
De toepassingen voor Netwerkscannen zijn...
! Eisen voor de beeldafdruk aanpassen
! Resolutie aanpassen
! Tweezijdige originelen scannen
! Formaat van de te scannen originelen programmeren
! Bestemming van het gescande beeld wijzigen
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-9
E-mail verzenden
E-mail is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is in de WorkCentre Proconfiguratie. Voor meer infor mati e, con tac t opnem en met uw syste emb ehe erder .
! De documenten
1
2
3
plaatsen in de AOD
of op de glasplaat.
OPMERKING: Documenten in de AOD
worden slechts één
keer gescand.
! De optie [E-mail] selecteren.
OPMERKING: U dient wellicht
eerst [Alle services] te selecteren
om toegang te krijgen tot de optie
E-mail.
! [Aan] selecteren, e-mailadres
ontvanger invoeren, [Enter].
! [Onderw. wijz.] selecteren,
onderwerp invoeren, [Opslaan].
! Gewenste toepassingen kiezen.
! De toets Start indrukken.
De toepassingen voor scannen naar e-mail zijn...
! Een openbaar of intern adresboek samenstellen
! Resolutie aanpassen
! Tweezijdige originelen scannen
! Formaat van de te scannen originelen programmeren
! Beeldkwaliteit aanpassen
Pagina 3-10 Beknopte referentiehandleiding
Afdrukken vanaf een PC
Wanneer het apparaat is opgenomen in een netwerk, kunnen documenten
rechtstreeks worden afgedrukt vanaf uw PC via de meegeleverde CentreWareprinterdriver.
! De optie [Afdrukken] in uw applicatie
1
2
selecteren.
! Het apparaat als printer selecteren.
! De optie [Eigenschappen]
selecteren, selecties maken
en op [OK] klikken.
! Op [OK] klikken om af te drukken.
OPMERKING: Instructies kunnen
variëren afhankelijk van de applicatie die
wordt gebruikt.
Aan de slag
Afdruktoepassingen zijn...
! 1- of 2-zijdig afdrukken
! Afdrukken in sets met nieten wanneer het apparaat over een afwerkeenheid
Internetservices maakt gebruik van de Web User Interface, de ingebouwde
interface waarmee de gebruiker van het apparaat kan communiceren met de
HTTP-server. Deze optie is beschikbaar wanneer het apparaat is aangesloten op
een netwerk.
! De browser openen, en http://
1
2
invoeren gevolgd door het TCP/IPadres van de printer.
! De toets Enter op het toetsenbord
van uw werkstation indrukken.
! Op [Services] klikken.
! Op [Afdrukken] klikken en uw
selecties maken.
! De schuifbalk gebruiken aan de
rechterzijde om naar de onderzijde
van de pagina te gaan.
! Op [Bladeren] klikken en het af te
3
drukken bestand zoeken.
! Op [Opdracht verzenden] kl ikk en.
Internetservices-toepassingen zijn...
! Scansjablonen maken, wijzi gen en verwi jder en ind ien Netwer ks cannen
beschikbaar is
! Opdracht voorrang geven, verwijderen of vrijgeven in de afdrukwachtrij
! De status van de Document Centre bekijken
OPMERKING: Voor uitgebreidere informatie over het gebruik van Internetservices
contact opnemen met uw systeembeheerder.
Pagina 3-12Beknopte referentiehandleiding
Aan- en afmelden
Indien de Interne auditron of de optionele Netwerkaccountadministratie is
ingeschakeld, dient er een geldige Gebruikerscode te worden ingevoerd voor
toegang tot de functies van het apparaat. De Interne auditron registreert de
kopieeropdrachten voor factureringsdoeleinden en ter voorkoming van toegang tot
het apparaat door onbevoegden. Netwerkaccountadministratie wordt gebruikt voor
het registreren van opdrachten die via het netwerk worden uitgevoerd. Voor meer
informatie, contact opnemen met uw systeem- en/of Auditron-beheerder.
! Voor aanmelding wanneer de
1
Interne auditron is ingeschakeld,
de aantaltoetsen gebruiken om
een 4-cijferige toegangscode in te
voeren en vervolgens [Invoeren]
selecteren.
! Voor aanmelden wanneer
Netwerkaccountadministratie is
ingeschakeld, een geldige
Gebruikers-ID en Account-ID
invoeren en [Invoeren]
selecteren.
Scherm aanmelding
Netwerkaccountadministratie
Scherm aanmelding
Interne auditron
Aan de slag
! De opdracht voltooien.
2
Wanneer u zich wilt afmelden:
3
Beknopte referentiehandleidingPagina 3-13
! De toets Toegang indrukken op het bedieningspanee l.
! De optie [Afmelden] selecteren op het aanraakscherm.
Apparaat aanpassen
Het apparaat kan worden aangepast aan uw eigen werkomgeving en gewoonten.
Met de hulpprogramma’s voor systeembeheer kan de systeem- of
apparaatbeheerder het apparaat instellen, aanpassen en onderhouden.
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, is het raadzaam om de instellingen en opties
helemaal af te stemmen op de behoeften van de gebruikers. Bespreek uw wensen
met uw systeem- of apparaatbeheerder om de prestaties van het apparaat te
optimaliseren.
U krijgt toegang tot de optie Hulpprogramma’s via de toets Toegang die zich
op het bedieningspaneel bevindt. Een aantal instellingen van Hulpprogramma’s zijn
essentieel voor de werking van het apparaat. De bijbehorende schermen zijn met
een toegangscode zijn beveiligd, zodat ze niet per ongeluk gewijzigd of beschadigd
kunnen worden.
Volledige instruct ie s om hulpprogramma’s voor systeembeheer te openen en aan
te passen bevinden zich op de Training en informatie-cd (CD 2). Deze bevindt zich
in het cd-pakket dat bij het apparaat is meegeleverd.
Het apparaat is standaard voorzien van de toepassing Kopiëren.
De toets Toepassingen op het bedieningspaneel biedt toegang tot de toepassing
Kopiëren. Afhankelijk van de ingeschakelde opties en de manier waarop het
apparaat is geconfigureerd, kan het mogelijk zijn dat u eerst Alle services dient te
selecteren in de rechterbovenhoek. Dit hoofdstuk bevat informatie over de opties
die beschikbaar zijn bij Kopiëren.
De beschikbare tabbladen voor de selectie van de toepassingen van Kopiëren zijn:
HINT: Indien het tabblad ’Meer kopieertoepassingen’ wordt weergegeven, kunt u
dit selecteren om alle beschikbare kopieertoepassingen te bekijken.
Pagina 4-2Beknopte referentiehandleiding
Eenvoudig kopiëren
Het tabblad Kopiëren is het standaardscherm voor Kopiëren. Op het tabblad
Kopiëren kunt u de standaardtoepassingen selecteren voor een kopieeropdracht.
Afhankelijk van de opties die zijn ingeschakeld en van de configuratie van uw
apparaat, kan het zijn dat u de toets Alle services dient te selecteren in de rechter
hoek om toegang te verkrijgen tot Kopiëren.
Een van de bovenste toetsen aanraken om een toepassing te selecteren. U kunt
indien nodig twee of meer opties selecteren voor iedere kopieeropdracht.
Wanneer u alle opties voor een toepassing wilt zien, Meer... selecteren.
Kopiëren
Op de meeste toepassingschermen staan drie toetsen voor de bevestiging of
annulering van uw keuzen.
! Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de
standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend.
! Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en
keert u terug naar het vorige scherm.
! Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het
vorige scherm.
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-3
Aflevering
Sets De optie Sets selecteren voor kopieën in sets in een volgorde die overeenkomt met
Stapels De optie Stapels selecteren voor kopieën die zijn gesorteerd in stapels van de
Aflevering wordt gebruikt voor de selectie van de afwerkopties voor de opdracht.
Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de beschikbare afwerkeenheid.
Opties:
die van de originelen.
aparte pagina’s.
Nieten Beschikbaar indien het apparaat is voorzien van een afwerkeenheid. Er zijn
verschillende opties voor nieten. Geniete sets en stapels worden gestaffeld in de
afwerkeenheid.
OPMERKING: Ook beschikbaar is offline nieten, waarbij de gebruiker zelf een niet
aanbrengt in de hoek van zijn keuze.
Offline nieten Om handmatig te nieten, dient u de knop bovenop de afwerkeenheid in te drukken
en los te laten. Het groene lampje gaat branden. Indien het lampje flikkert, is de
afwerkeenheid niet beschikbaar. De opvangbak gaat naar beneden, zodat u
toegang heeft tot het nietapparaat en verzamelbak 1. De originelen gereed houden
en deze in verzamelbak 1 plaatsen. Voor extra ondersteuning kunt u de achterste
geleider van verzamelbak 1 naar de rand van de documenten verplaatsen. De
documenten naar voren schuiven totdat u de klik hoort van het nietje dat op de
voorste rand van de documenten wordt geplaatst.
! Niet 2 - 40 vellen papier van 80 g/m². Bij het nieten van zwaar papier is het
maximum aantal vellen 20.
Pagina 4-4Beknopte referentiehandleiding
Voorgeboord Indien het apparaat beschikt over een afwerkeenheid, kan deze worden ingesteld
voor het aanbrengen van 2, 4 of 4 Zweedse perforatiegaten. Ieder vel wordt apart
geperforeerd, dus het aantal vellen per set is ongelimiteerd. Optioneel kunnen er
extra perforators worden bijbesteld.
! Voorgeboord kan alleen worden geselecteerd voor A4 LKE- en A3-papier.
OPMERKING: Nieten en perforeren kunnen samen worden gebruikt.
2-zijdig
Van een- of tweezijdige originelen kunnen automatisch tweezijdige kopieën worden
gemaakt, qua formaat uiteenlopen d van A5 tot A3.
Opties:
Kopiëren
11-zijdigDeze optie gebruiken indien de originelen aan 1 zijde zijn bedrukt en u kopieën wilt
die aan 1 zijde zijn bedrukt.
12-zijdigDeze optie gebruiken indien de originelen aan 1 zijde zijn bedrukt en u kopieën wilt
die aan 2 zijden zijn bedrukt.
12-zijdig,
zijde 2 roteren
22 -zijdigDeze optie gebruiken indien de originelen aan 2 zijden zijn bedrukt zijn en u
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-5
Met deze optie worden tweezijdige kopieën gemaakt van eenzijdige originelen en
wordt het beeld op iedere tweede zijde geroteerd. Deze optie gebruiken om
documenten te maken die in de richting "kop/staart" worden gelezen, bijvoorbeeld
een kalender.
dubbelzijdige kopieën wilt.
22-zijdig,
zijde 2 roteren
Met deze optie worden tweezijdige kopieën gemaakt van tweezijdige originelen en
wordt het beeld op iedere tweede zijde geroteerd. De leesrichting voor deze optie
varieert afhankelijk van de originelen die worden ingevoerd. Bijvoorbeeld, indien
originelen in de richting "kop/kop" worden gescand, worden ze in de richting "kop/
staart" afgeleverd.
21-zijdigDeze optie gebruiken indien de originelen aan 2 zijden zijn bedrukt en enkelzijdige
kopieën gewenst zijn.
21-zijdig,
zijde 2 roteren
Met deze optie worden enkelzijdige kopieën gemaakt van dubbelzijdige originelen
en wordt het beeld op iedere tweede zijde geroteerd. Gebruiken voor originelen met
de richting “kop/staart” of kalenderachtige originelen, zodat de beelden van de
kopie allemaal dezelfde richting hebben.
Verkleinen/vergroten
Met Verkleinen / vergroten heeft u vele mogelijkheden voor vergroting of verkleining
van het origineel. Originelen op de gl asplaat of orig inelen die op elektronische wijze
naar het apparaat zijn verzonden, kunnen worden vergroot of verkleind met een
factor die varieert tussen 25% en 400%. Voor originelen die via de automatische
originelendoorvoer zijn ingevoerd is het bereik voor vergroting/verkleining 25 - 200%.
Pagina 4-6 Beknopte referentiehandleiding
Opties:
Normaal Deze optie gebruiken om het beeld op de kopie in beide richtingen proportioneel te
verkleinen of vergroten met het geselecteerde percentage.
De opties voor Normaal zijn:
100%
AUTO %
25 - 400 / 200%
VOORINSTELLINGEN
Produceert een beeld op de kopieën van hetzelfde formaat als
het beeld op het origineel.
Verkleint of vergroot het beeld op de kopieën proportioneel
aan de hand van het formaat van het origineel en van het
geselecteerde kopieerpapier.
Deze optie gebruiken om het benodigde percentage voor
verkleining of vergroting te selecteren met het toetsenblok op
het bedieningspaneel. Om het toetsenblok te gebruiken het
vakje selecteren dat het huidige percentage aangeeft.
OPMERKING: 400% wordt weergegeven wanneer de
automatische originelendoorvoer (AOD) wordt gebruikt, maar
200% wanneer de glasplaat wordt gebruikt.
De schuifblokjes kunnen ook worden gebruikt om het
percentage voor verkleining of vergroting aan te passen in
stappen van 1%.
De meest gebruikte percentages zijn als vooringestelde
opties beschikbaar. U kunt deze echter aan uw eigen
behoeften aanpassen.
Kopiëren
Keuze Deze optie gebruiken om de hoogte (Y) en breedte (X) apart aan te passen.
OPMERKING: De aflevering wordt NIET proportioneel vergroot of verkleind.
Dit zijn de opties voor Keuze:
100%
AUTO %
Produceert een beeld op de kopieën van hetzelfde formaat
als van het beeld op het origineel.
Past automatisch het beeld van het origineel aan de
afmetingen van het geselecteerde papier aan.
Hiermee kunt u de breedte (X) en hoogte (Y) aanpassen naar
X50% Y100%
uw eigen inzichten. U kunt ook een percentage invoeren door
het X of het Y-veld aan te raken en het toetsenbord te
gebruiken.
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-7
Papiertoevoer
De opties voor Papiertoevoer gebruiken om Auto papier te selecteren of om een
papierlade voor de opdracht Kopiëren te selecteren.
Opties:
Auto papier Wanneer deze optie is geselecteerd, kiest het apparaat het juiste papier voor de
kopieeropdracht op basis van het formaat van de originelen die worden gescand.
Lade 1 Deze optie gebruiken om het papier in lade 1 te selecteren.
! Lade 1 kan 500 vel van 80 g/m
bedragen, het formaat varieert van A5 LKE tot A3 LKE.
Lade 2 Deze optie gebruiken om het papier in lade 2 te selecteren.
! Lade 2 kan 500 vel van 80 g/m
bedragen, het formaat varieert van A5 LKE tot A3 LKE.
2
bevatten. Het gewicht kan 60 - 200 g/m2
2
bevatten. Het gewicht kan 60 - 200 g/m2
Lade 3 (optie) Deze optie gebruiken om het papier in lade 3 te selecteren.
! Lade 3 kan 1900 vel van 80 g/m
2
bevatten. Het gewicht kan 60 - 200 g/m2
bedragen, en de formaten A4 of 8,5" x 11" LKE zijn geschikt.
Lade 4 (optie) Deze optie gebruiken om het papier in lade 4 te selecteren.
! Lade 4 kan 1500 vel van 80 g/m
2
bevatten. Het gewicht kan 60 - 200 g/m2
bedragen, en de formaten A4 of 8,5" x 11" LKE zijn geschikt.
Handmatige
invoer
Deze optie gebruiken wanneer u een speciale papiersoort plaatst, bijvoorbeeld
briefpapier of etiketten voor eenmalige opdrachten.
OPMERKING: Standaardenveloppen altijd via de handmatige invoer invoeren.
! In de handmatige invoer kan 100 vel van 80 g/m
kan 60 - 216 g/m
Pagina 4-8Beknopte referentiehandleiding
2
bedragen, het formaat varieert van A6 KKE tot A3 KKE.
2
worden geplaatst. Het gewicht
Beeldaanpassing
Op het tabblad Beeldaanpassing vindt u de kopieertoepassingen om het uiterlijk
van de afdrukken te wijzigen.
Indien het tabblad ’Meer kopieertoepassingen’ wordt weergegeven, dient dit te
worden geselecteerd om het tabblad Beeldaanpassing te openen.
Opdrachtoverzicht
Een van de bovenste toetsen aanraken om een toepassing te selecteren. Wanneer
u alle opties voor een toepassing wilt zien, de gewenste toepassing selecteren.
U kunt voor iedere kopieeropdracht indien nodig meerdere opties selecteren.
De tekst naast de toepassingstoets Opdrachtoverzicht geeft de huidige instellingen
voor die toepassing aan. Een aangekruist vakje geeft aan dat de oorspronkelijke
standaardinstellingen voor deze toepassing zijn gewijzigd.
De meeste toepassingschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of
annulering van uw keuzen.
! Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de
standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend.
! Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en
keert u terug naar het vorige scherm.
! Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het
vorige scherm.
Kopiëren
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-9
Beeldkwaliteit
Deze toepassing gebruiken om de kwaliteit van de kopie te verbeteren.
Opties:
Origineelsoort Deze optie gebruiken om de kwaliteit van de kopie te verbeteren op basis van het
soort origineel dat wordt gescand.
De opties voor Origineelsoort zijn:
NORMAAL
TEKST
De standaardinstelling, wordt gebruikt voor de meeste
originelen.
Gebruiken voor originelen met tekst of lijntekeningen.
Gebruiken indien het origineel hoogwaardige lithografische
afbeeldingen bevat of foto's met tekst en/of afbeeldingen.
Gebruiken voor foto's en halftoonafbeeldingen.
Lichter /
Donkerder
TIJDSCHRIFTFOTO
FOTO
Past de lichtheid of donkerte aan van de kopie. Wanneer de kopie donkerder dient
te zijn, het schuifblokje omlaag gebruiken. Wanneer de kopie lichter dient te
worden, het schuifblokje omhoog gebruiken.
Achtergrond-
onderdrukking
Gebruiken om automatisch de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd
papier of krantenpapier wordt gekopieerd, te verminderen of geheel teniet te doen.
OPMERKING: Achtergrondonderdrukking is uitgeschakeld wanneer het
origineelsoort Foto is.
Pagina 4-10Beknopte referentiehandleiding
Beeldkwaliteit - Extra
Deze toepassing gebruiken samen met de instellingen voor Beeldkwaliteit voor een
nog betere kwaliteit van de kopie.
Opties:
Contrast Deze optie regelt de verschillen in beelddichtheden in de kopie. Een lagere
instelling selecteren om de kwaliteit van de afbeeldingen te verbeteren. Een hogere
instelling selecteren om het zwart en wit beter te doen laten uitkomen voor
scherpere tekst en lijnen.
Scherpte Deze optie regelt de balans tussen scherpe tekst en moiré (patronen in de
afbeeldingen). De schuifblokjes gebruiken om de scherpte in te stellen, op basis
van de kwaliteit van de oorspronkelijke beelden.
Kopiëren
Raster Deze optie is in de fabriek ingeschakeld voor de opties Normaal, Tekst en
Tijdschriftfoto van Origineel ty pe.
De opties voor Raster zijn:
Vermindert het risico van vlekken of kleine gebieden die een
AUTO
SPECIAAL
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-11
andere textuur of uiterlijk hebben dan de omgeving, maar
leidt tot een iets korreliger beeld dan wanneer Speciaal wordt
gebruikt.
Verbetert de ongerasterde foto’s of halftoonbeelden. Wordt
gebruikt voor het maken van zachtere, minder korrelige
beelden voor ongerasterde beelden en halftoonbeelden,
hoewel de kans op vlekkerige afdrukken groter wordt.
Ingebonden originelen
Deze toepassing wordt gebruikt om pagina’s van ingebonden documenten
eenzijdig of dubbelzijdig te kopiëren op losse vellen.
Het ingebonden origineel wordt met de beeldzijde omlaag op de glasplaat gelegd
met de rug van het boek tegen de markering aan de achterste rand van het glas.
De bovenzijde van het ingebonden origineel uitlijnen tegen de achterste rand van
de glasplaat. Tijdens het kopiëren niet de automatische originelendoorvoer (AOD)
sluiten wanneer Auto verkleinen/vergroten is geselecteerd.
HINT: Indien nodig enige druk uitoefenen op het midden van het boek om het wat
platter te maken tijdens de scan.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Rechterpagina Kopieert alleen de pagina aan de rechterzijde (open boek, beeldzijde naar boven).
Linkerpagina Kopieert alleen de pagina aan de linkerzijde (open boek, beeldzijde naar boven).
Beide pagina’s Kopieert beide pagina’s van een open boek en plaatst elke pagina op een apart
vel papier.
Bindrug wissen Wist een gespecificeerd gebied van het midden van het boek om ongewenste
plekken te vermijden die ontstaan wanneer de inbindrug wordt gescand. Wanneer
Linkerpagina of Rechterpagina is geselecteerd, kan er tussen 0 en 25 mm worden
gewist. Wanneer Beide pagina’s is geselecteerd, kan er tussen 0 en 50 mm
worden gewist.
Pagina 4-12 Beknopte referentiehandleiding
Randen wissen
Deze toepassing gebruiken om de kwaliteit van de kopie van een origineel te
verbeteren dat gescheurd of gerafeld is aan de randen, of geperforeerd/geniet is of
onvolkomenheden verto ont.
Opties:
Kader wissen Wist een gelijke hoeveelheid van alle randen van de kopieën. Er kan maximaal
50 mm worden gewist in stappen van 1 mm.
Randen wissen Gebruiken om een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde rand van de kopie te
wissen. Er kan maximaal 50 mm van iedere rand worden gewist in stappen
van 1 mm.
Kopiëren
Tot rand
afdrukken
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-13
Deze optie gebruiken om tot aan de rand van het papier af te drukken.
OPMERKING: Met deze optie kan het vermogen tot zelfreiniging van het systeem
afnemen en kunnen bij excessief gebruik gebreken op de afdrukken ontstaan.
Origineleninvoer
Deze optie gebruiken om het formaat van de originelen die worden gescand,
te programmeren of om het apparaat het formaat van de originelen te laten
herkennen.
Opties:
Auto Deze optie gebruiken om het apparaat het formaat van de originelen te laten
herkennen die door de automatische originelendoorvoer (AOD) worden
toegevoerd.
OPMERKING: Wanneer originelen worden gescand via de glasplaat en er is een
automatische toepassing zoals Auto papier, Auto% of Auto centreren
geselecteerd, scant het apparaat het origineel tweemaal.
Via glasplaat
afdrukken
Gemengde
origineel-
formaten
Pagina 4-14 Beknopte referentiehandleiding
Deze optie gebruiken om de maten aan te geven van het documentscangebied
wanneer een scan wordt gemaakt via de glasplaat. Er zijn verscheidene maten voor
veel gebruikte documentformaten en richtingen.
Een standaard formaat selecteren of Keuze gebruiken om zelf de scanafmetingen
in te stellen.
Deze toepassing gebruiken voor het kopiëren van een document met originelen
in verschillende formaten. De originelen dienen een gelijke breedte te hebben,
bijvoorbeeld A4 LKE en A3 KKE. De originelen bij gebruik van deze toepassing in
de AOD plaatsen.
Beeldverschuiving
Met deze toepassing kan de positie van het beeld op de pagina worden aangepast.
Opties:
Kopiëren
Geen
De positie van het beeld wordt niet aangepast.
Gebruiken om een inbindrand te maken voor het document. Het beeld kan hoger of
lager op de pagina worden gezet en/of naar links of rechts worden verschoven. De
schuifblokjes gebruiken om de mate van verschuiving in te stellen. Het beeld kan
maximaal 50 mm worden verschoven in stappen van 1 mm.
Dit zijn de opties voor Kantlijnverschuiving:
ZIJDE 1
ZIJDE 2
Verschuift het beeld op zijde 1.
Verschuift het beeld op zijde 2. De verschuiving op zijde 2
kan zo worden ingesteld dat deze het spiegelbeeld is van de
verschuiving op zijde 1, of onafhankelijk worden ingesteld.
verschuiving
Auto centreren Gebruiken om automatisch het gescande beeld te centreren op het papier.
Kantlijn-
verschuiving
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-15
Afleveringsformaat
Het tabblad Afleveringsformaat heeft verschillende opties om het eindresultaat te
beïnvloeden.
OPMERKING: Indien het tabblad ’Meer kopieertoepassingen’ wordt weergegeven,
dient dit te worden geselecteerd om toegang te krijgen tot het tabblad
Afleveringsformaat.
Opdracht
overzicht
Een van de bovenste toetsen aanraken om een toepassing te selecteren. Wanneer
u alle opties voor een toepassing wilt zien, de gewenste toepassing selecteren.
Voor iedere kopieeropdracht kunnen indien nodig meerdere opties worden
geselecteerd.
De tekst naast de toepassingstoets Opdrachtoverzicht geeft de huidige instellingen
voor die toepassing aan. Een aangekruist vakje geeft aan dat de oorspronkelijke
standaardinstellingen voor deze toepassing zijn gewijzigd.
De meeste toepassingschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of
annulering van uw keuzen.
! Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de
standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend.
! Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en
keert u terug naar het vorige scherm.
! Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het
vorige scherm.
Pagina 4-16 Beknopte referentiehandleiding
Transparanten
Met deze toepassing kunt u een blanco of bedrukt scheidingsvel toevoegen tussen
alle transparanten in een set. De transparanten altijd invoeren in de handmatige
invoer. Opdrachten met transparanten worden altijd enkelzijdig afgeleverd in een
set zonder nieten.
Het aantal bij deze toepassing kan alleen 1 zijn.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Kopiëren
Blanco
scheidings-
vellen
Bedrukte
scheidings-
vellen
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-17
Deze optie gebruiken om na iedere transparant een blanco vel te plaatsen.
Deze optie gebruiken om hetzelfde beeld op het scheidingsvel af te drukken als op
de transparant.
Katern maken
Deze toepassing gebruiken om boekjes te maken van een opeenvolgende set eenof tweezijdig bedrukte originelen. Het apparaat verkleint ieder beeld zodat het
passend op de juiste plaats op de gewenste pagina wordt geplaatst. Wanneer de
pagina wordt gevouwen, ontstaat een katern.
OPMERKING: Uw originelen dienen met de lange kant eerst (LKE) in de
automatische originelendoorvoer (AOD) te worden geplaatst en het kopieerpapier
in de papierlade dient met de korte kant eerst (KKE) te zijn geplaatst.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Aan Deze optie gebruiken om de toepassing Katern maken in te schakelen. De opties
voor Katern maken zijn:
1-ZIJDIGEORIGINELEN
2-ZIJDIGEORIGINELEN
Pagina 4-18 Beknopte referentiehandleiding
Deze optie selecteren wanneer de originelen aan een zijde
bedrukt zijn.
Deze optie selecteren wanneer de originelen aan twee zijden
bedrukt zijn.
Meer-op-1
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Aan Gebruiken om Meer-op-1 in te schakelen.
Deze toepassing wordt gebruikt om documenten te maken met twee of meer
beelden op een pagina en is ideaal voor het vervaardigen van handouts,
storyboards of documenten die voor archiefdoeleinden worden gebruikt.
OPMERKING: Voor deze toepassing dienen de originelen in de automatische
originelendoorvoer (AOD) te worden geplaatst.
Opties:
De opties voor Meer-op-1 aan zijn:
RICHTING
RIJEN
KOLOMMEN
Gebruiken om het beeld te selecteren en de richting van de
invoeroriginelen.
Selecteert het gewenste aantal rijen, maximaal 6.
Selecteert het gewenste aantal kolommen, max im aal 6.
Kopiëren
OPMERKING: Het aantal beelden wordt beperkt door de minimumwaarde voor
verkleining van 25% en het formaat van het geselecteerde papier.
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-19
Negatief
Met deze toepassing kunnen kopieën in Spiegelbeeld of Negatief worden
geproduceerd.
Opties:
Spiegelbeeld Deze optie gebruiken om de richting van het beeld te veranderen en een
spiegelbeeld van het origineel te maken. Deze optie wordt hoofdzakelijk gebruikt
om de plaats van een afbeelding te wijzigen.
Negatief Negatief gebruiken om kopieën te maken die het tegenovergestelde zijn van het
origineel, de witte gebieden zijn nu zwart en de zwarte gebieden zijn wit geworden.
HINT: Deze optie is nuttig om toner te besparen voor originelen met een witte tekst
op een donkere achtergrond.
Omslagen
Deze toepassing gebruiken om automatisch omslagen toe te voegen aan de sets
kopieën met papier uit een andere lade dan die met het kopieerpapier.
HINT: Omslagen en Invoeging kunnen in dezelfde opdracht worden toegepast.
Pagina 4-20 Beknopte referentiehandleiding
Opties:
Geen omslagen De toepassing is uitgeschakeld.
Vooromslag Deze optie gebruiken om een vooromslag toe te voegen aan de kopieën.
Achteromslag Deze optie gebruiken om een achteromslag toe te voegen aan de kopieën.
Kopiëren
Voor- en
achteromslag
Omslag-
bedrukking
Omslagafdruk-
materiaal
Deze optie gebruiken om zowel een voor- als een achteromslag toe te voegen aan
de kopieën.
Deze optie gebruiken om de afdrukvereisten voor de omslagen aan te geven.
De opties van Omslagbedrukking zijn:
BLANCOOMSLAG
Voegt blanco omslagen toe aan de kopieën.
Maakt het eerste origineel in de opdracht het beeld op de
1-ZIJDIG
vooromslag, en het laatste beeld het beeld op de binnenzijde
van de achteromslag van het document.
Plaatst de eerste twee beelden van het origineel op de voor-
2-ZIJDIG
en achterzijde van de vooromslag. Voor de achteromslag
worden de laatste twee beelden in de opdracht gebruikt.
2-ZIJDIG, ZIJDE 2
ROTEREN
Produceert 2-zijdige omslagen waarbij de tweede zijde wordt
geroteerd voor een “kop-staart” kopie.
Deze optie gebruiken om de gewenste lade te selecteren voor het omslagafdrukmateriaal.
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-21
Invoeging
Deze toepassing gebruiken om maximaal twee soorten papier aan uw opdracht toe
te voegen. U kunt bijvoorbeeld blanco vellen papier of ander afdrukmateriaal
toevoegen om gedeelten van elkaar te scheiden of de eerste pagina van ieder
gedeelte telkens op een andere kleur afdrukmateriaal afdrukken om hoofdstukken
van elkaar te scheiden.
Er kan een combinatie aan afdrukmateriaal van standaardformaat, tabbladen,
kaarten of gekleurd papier worden gebruikt voor de invoegingen. De invoeging in
een van de papierladen plaatsen. Indien er twee soorten afdrukmateriaal worden
gebruikt voor de invoegingen, dienen deze in verschillende papierladen te worden
geplaatst. Aanbevolen wordt om laden 1 en 2 te gebruiken voor het afdrukmateriaal
van de invoegingen.
Het document dient te worden voorbereid op het plaatsen de invoegingen. Het
paginanummer waar de invoeging wordt geplaatst dient te worden opgezocht door
door het document te bladeren en de pagina’s te tellen. Indien u blanco invoegingen
nodig heeft, dient u blanco pagina’s aan het document toe te voegen op de plaats
waar de invoegingen dienen te worden geplaatst. Er kunnen maximaal 40 vellen
aan een document worden toegevoegd.
HINT: Omslagen en Invoeging kunnen in dezelfde opdracht worden toegepast.
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar met de optie Auto-papier. Er
dient een papierlade te worden geselecteerd. Ook is deze toepassing niet
beschikbaar bij 1-2 of 2-1 kopiëren.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Eerste
invoegingenlade
Pagina 4-22 Beknopte referentiehandleiding
Deze optie gebruiken om de invoegingen te programmeren die bij het eerste
afdrukmateriaal horen dat u in de lade heeft geplaatst.
De optie Eerste invoegingenlade selecteren. Met de toetsen pijl-omhoog en pijlomlaag kunt u het paginanummer invoeren van de eerste invoeging en Invoeging toevoegen selecteren. Het paginanummer verschijnt in het venster Pagina
invoegen als paginanr. Indien een paginanummer niet correct is ingevoerd, kunt u
de optie Laatste invoeging verwijde ren gebruiken om dit uit het venster te
verwijderen. Doorgaan met het invoeren van paginanummers totdat alle
invoegingen waarvoor het eerste afdrukmateriaal is geselecteerd zijn
geprogrammeerd.
De papierlade selecteren waarin het eerste afdrukmateriaal zich bevindt met de
optie Invoegingenlade rec hts op het scher m .
Kopiëren
Tweede
invoegingenlade
Indien er nog een soort afdrukmateriaal wordt gebruikt, kunt u deze optie gebruiken
om de invoegingen te programmeren waarvoor een ander afdrukmateriaal nodig is.
De optie Tweede invoegingenlade selecteren. Met de toetsen pijl-omhoog en pijlomlaag kunt u het paginanummer invoeren van de eerste invoeging en Invoeging toevoegen selecteren. Het paginanummer verschijnt in het venster Pagina
invoegen als paginanr. Indien een paginanummer niet correct is ingevoerd, kunt u
de optie Laatste invoeging verwijde ren gebruiken om dit uit het venster te
verwijderen. Doorgaan met het invoeren van paginanummers totdat alle
invoegingen waarvoor het tweede afdrukmateriaal is geselecteerd zijn
geprogrammeerd.
De papierlade selecteren waarin het tweede afdrukmateriaal zich bevindt met de
optie Invoegingenlade rec hts op het scher m .
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-23
Opdrachtmodule
Het tabblad Opdrachtmodule wordt gebruikt om meerdere documenten te
combineren tot één opdracht, een voorbeeldset van een opdracht te maken of om
een programmering van maximaal 10 opdrachten op te slaan.
OPMERKING: Indien het tabblad ’Meer kopieertoepassingen’ wordt weergegeven,
dient dit te worden geselecteerd om het tabblad Opdrachtmodule te openen.
Opdracht
overzicht
Een van de bovenste toetsen aanraken om een toepassing te selecteren. Wanneer
u alle opties voor een bepaalde toepassing wilt zien, deze toepassing selecteren.
Voor iedere kopieeropdracht kunnen indien nodig meerdere opties worden
geselecteerd.
De tekst naast de toepassingstoets Opdrachtoverzicht geeft de huidige instellingen
voor die toepassing aan. Een aangekruist vakje geeft aan dat de oorspronkelijke
standaardinstellingen voor deze toepassing zijn gewijzigd.
De meeste toepassingschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of
annulering van uw keuzen.
! Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de
standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend.
! Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en
keert u terug naar het vorige scherm.
! Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het
vorige scherm.
Opbouw-opdracht
Deze toepassing gebruiken om een opdracht te maken waarbij voor iedere pagina
andere instellingen gelden. Wanneer bijvoorbeeld een set documenten uit een
aantal pagina’s met tekst en een aantal met foto’s bestaat, kan de juiste instelling
voor ieder origineel worden toegepast en kan de opdracht worden voltooid als
enkelvoudige opdracht.
HINT: De opties Aantal, Nieten en Sets kunnen te allen tijde worden aangepast en
nemen de waarden aan van het laatste opdrachtsegment.
Pagina 4-24 Beknopte referentiehandleiding
Om Opbouw-opdracht te gebruiken, de opdracht opsplitsen in programmeer- en
scansegmenten. Opbouw-opdracht dient te zijn geselecteerd. Vervolgens het
eerste segment programmeren en scannen. Doorgaan met het programmeren en
laden van segmenten totdat de hele opdracht is uitgevoerd. Einde opbouw-opdracht selecteren wanneer de hele opdracht is uitgevoerd.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Aan Gebruiken om de toepassing Opbouw-opdracht in te schakelen.
Kopiëren
Functies
opbouw-
opdracht
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-25
Biedt opties die kunnen worden geselecteerd wanneer Opbouw-opdracht wordt
gebruikt.
Dit zijn de opties van Functies opbouw-opdracht:
EINDE
OPBOUWOPDRACHT
LAATSTESEGMENT
PROEFAFDRUK
LAATSTESEGMENT
VERWIJDEREN
PROEFAFDRUK
ANNULEREN
ALLESEGMENTEN
VERWIJDEREN
Deze optie selecteren nadat het laatste segment voor de
opdracht is gescand. De opdracht wordt verzonden voor het
maken van een afdruk.
Deze optie selecteren om een proefafdruk van het laatst
gescande segment te zien.
Gebruiken om het laatst gescande segment te verwijderen.
Gebruiken om het afdrukken van een proefsegment te
stoppen en annuleren.
Gebruiken om de huidige opdracht te verwijderen en terug te
keren naar het hoofdscherm Opbouw-opdracht.
Proefafdruk
Deze toepassing wordt gebruikt om de afdruk te beoordelen en er zeker van te zijn
dat de kwaliteit aan de verwachtingen voldoet, voordat een groot aantal kopieën
wordt gemaakt.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Aan Gebruiken om de toepassing Proefafdruk in te schakelen. Eén volledige set van de
opdracht wordt afgedrukt. Wanneer u de rest van de opdracht wilt uitvoeren, de
toets Opdrachtstatus indrukken en de opdrach t in de wachtrij selecteren.
Wanneer de afdruk acceptabel is, Vrijgeven selecteren waarna de opdracht wordt
voltooid.
Indien de afdruk niet bevredigend was of de opdracht niet langer gewenst is,
Verwijderen selecteren en de opdracht uit de wachtrij verwijderen. De gehele
opdracht opnieuw progr amm eren en sc ann en.
Pagina 4-26 Beknopte referentiehandleiding
Opgeslagen programmering
Deze toepassing gebruiken om maximaal 10 veel gebruikte reeksen van
handelingen te programmeren. Zo kunnen combinaties van selecties zoals Randen wissen en Ingebonden originelen worden gevorm d.
In het apparaat worden alleen de programmeringstoepassingen voor de opdracht
opgeslagen, NIET de beelden. Telkens wanneer een opgeslagen opdracht wordt
gebruikt, worden de beelden gescand.
Wanneer u deze toepassing wilt gebruiken, de toetsen pijl omhoog en pijl omlaag
van de keuzelijst gebruiken om de gewenste opslagplaats te selecteren, en
vervolgens een functietoets selecteren - Programmering opslaan of Programmering oproepen.
Opties:
Kopiëren
Opdracht-
nummer
Programmering
opslaan
Programmering
oproepen
Beknopte referentiehandleidingPagina 4-27
Gebruiken om naar een opdrachtnummer tussen 1 en 10 te bladeren.
Deze optie gebruiken om de huidige programmeringselecties op te slaan. Indien
een opdracht al is opgeslagen onder het geselecteerde Opdrachtnummer, wordt u
gevraagd de vervanging te bevestigen. Indien Overschrijven is geselecteerd, wordt
de nieuwe programmering opgesl age n.
Deze optie gebruiken om programmering op te halen die is opgeslagen onder een
gespecificeerd opdrachtnummer. Eerst een Opdrachtnummer selecter en en daarna Programmering oproepen. De opgeroepen programmering vervangt de huidige
programmering voor kopië r en.
Na het oproepen kan de selectie indien nodig verder worden gewijzigd en opnieuw
worden opgeslagen.
Fax is een optionele toepassing die op uw apparaat mogelijk niet beschikbaar is.
Er zijn twee soorten faxservice - Interne fax en Serverfax. Hoe wel beide fa xservices
naast elkaar kunnen worden geïnstalleerd, kan slechts één faxservice zijn
ingeschakeld. De systeembeheerder stelt de standaard faxservice in. Dit hoofdstuk
bevat informatie over de beschikbare opties bij beide faxservices.
OPMERKING: Indien beide faxservices zijn geïnstalleerd, is Interne fax de
standaardservice.
Interne fax Nadat Interne fax is ingeschakeld op uw apparaat, kunt u rechtstreeks
faxdocumenten uitwisselen met een ander faxapparaat, via het telefoonnet. De
beelden worden rechtstreeks vanaf uw apparaat verzonden naar het ingevoerde
faxnummer. Dit type fax wordt verzonden via een gewone telefoonverbinding.
Derhalve zijn de gebruikelijke telefoonkosten van toepassing. Indien het scherm
Fax - basis eruitziet als in de onderstaande afbeelding, met de instelling Zeer fijn,
is de toepassing Interne fax ingeschakeld.
OPMERKING: Een aparte tweede faxlijn met meer geheugen is beschikbaar als
extra optie.
Voor informatie over de opties voor Interne fax kunt u terecht op pagina 5-3.
Serverfax Alleen beschikbaar in de WorkCentrePro-configurati e. Wan nee r deze toepa ss i ng
op het apparaat is ingeschakeld, kunt u faxen verzenden en ontvangen zonder
speciale telefoonaansluiting voor het apparaat. De beelden worden vanaf het
apparaat verzonden naar een externe faxserver die deze doorstuurt naar het
ingevoerde faxnummer. Dit type fax wordt verzonden via een gewone telefoonverbinding. Derhalve zijn de gebruikelijke telefoonkosten van toepassing. Indien het
scherm Faxen - basis eruitziet als in de onderstaande afbeelding, is de toepassing
Serverfax ingeschakeld.
Voor meer informatie over de opties voor Serverfax kunt u terecht op pagina 5-23.
Pagina 5-2 Beknopte referentiehandleiding
Eenvoudig faxen - Interne fax
Het tabblad Faxen is het standaardscherm van Interne fax. Gebruik de opties op
het scherm voor het invoeren van het telefoonnummer van de ontvanger en het
selecteren van de standaardinstellingen voor de faxopdracht.
T oegang tot de toepassingen van Faxen wordt verkregen via de toets Toepassingen
op het bedieningspaneel.
Afhankelijk van de aanwezige opties en de manier waarop het apparaat is
geconfigureerd, kan het zijn dat u eerst Alle services in de rechterbovenhoek dient
te selecteren.
Voor de toepassing Fax zijn de volgende tabbladen beschikbaar:
! Eenvoudig faxen
! Beeldaanpassing
! Extra faxtoepassingen
HINT: Indien het tabblad ’Meer faxtoepassingen’ wordt weergegeven, kan dit
worden geselecteerd om alle beschikbare Faxtoepassingstabbladen weer te
geven.
Fax
Een van de toetsen van het bovenste niveau selecteren om een toepassing te
selecteren. U kunt zo nodig meerdere opties selecteren voor elke faxopdracht.
De meeste toepassingsschermen bevatten drie toetsen voor het bevestigen of
annuleren van uw selecties.
! De toets Ongedaan maken zet de waarden in het scherm terug naar de
standaardwaarden die van kracht waren toen het scherm werd geopend.
! De toets Annuleren zet alle waarden terug en brengt u terug bij het voorgaande
scherm.
! De toets Opslaan slaat de verrichte instellingen op en brengt u terug bij het
voorgaande scherm.
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-3
Kiesopties
Met Kiesopties kunt u een los faxnummer invoeren, of een groep faxnummers die
al zijn opgeslagen in de verzendlijst. Speciale kiestekens kunnen hier eveneens
aan het faxnummer worden toegevoegd.
Er zijn twee methoden voor het invoeren van een telefoonnummer - handmatig met
behulp van de cijfertoetsen, of door een nummer te selecteren in de verzendlijst.
Opties:
Verzendlijst Voor het verzenden van een fax naar meerdere bestemmingen. Faxnummers voor
een verzendlijst kunnen met de hand worden ingevoerd, of met behulp van de
opties van Snelkiezen. U kunt lijsten met individuele nummers en groepen maken.
Met Verzendlijst gaat u naar het kieslijstscherm. In de kieslijst worden de gegevens
van de ontvangers opgeslagen en weergegeven. Deze informatie omvat onder
andere de naam van de ontvanger, het faxnummer en overdrachtsinstellingen,
zoals de resolutie en communicatiemethode. In de telefoonlijst kunnen individuele
vermeldingen en groepsvermeldingen worden opgeslagen.
In de groepskieslijst kunnen de namen en telefoonnummers van afzonderlijke leden
van de groep worden opgeslagen. Groepsleden moeten eerst worden geprogrammeerd vanuit de individuele kieslijst. Bij het verzenden van een fax aan een groep,
voert u gewoon het groepsnummer in. Elk lid van de groep ontvangt dan het
document.
HINT: Wanneer u een individueel kieslijstnummer uit de telefoonlijst verwijdert,
wordt dit ook verwijderd uit de groep.
OPMERKING: Alle kieslijstvermeldingen zijn actueel en worden niet verwijderd na
de voltooiing van de faxopdrach t.
Snelkiezen Snelkiesnummers worden automatisch gecreëerd op het moment dat een
faxnummer wordt ingevoerd in een afzonderlijke adressenlijst. Met snelkiesnummers kunt u tijd besparen doordat u niet steeds het hele faxnummer hoeft
in te voeren.
Pagina 5-4 Beknopte referentiehandleiding
Kiestekens Kiestekens zijn speciale tekens voor het invoeren van faxnummers. Ze worden
ingevoerd als onderdeel van het telefoonnummer:
Fax
DTMF starten [*]
DTMF
beëindigen [#]
Wachten op
kiestoon [=]
Puls/toon-
schakelaar [:]
Leesbare cijfers
[( )]
Mailbox-
signalering
starten [!]
Pauzeren [,]
Scheidingsteken
privé-gegevens
[/]
Lijnselectie-ID
[<1>]
Lijnselectie-ID
[<2>]
Begin van een reeks DTMF-tekens (Dual Tone Multi-frequency).
Einde van een reeks DTMF-tekens (Dual Tone Multi-frequency).
Stel het kiezen uit totdat de verwachte kiestoon wordt gesignaleerd. Kan ook worden gebruikt voor het wachten op een specifieke toon bij toegang tot een buitenlijn of andere service.
Voor het overschakelen van pulskiezen naar DTMF- (toon-)
kiezen. Na het overschakelen van puls naar toon, kunt u tijdens
de duur van de faxprocedure niet terugschakelen naar de
oorspronkelijke instelling.
Dit helpt de gebruiker de verschillende delen van het faxnummer te onderscheiden, bijvoorbeeld het nummer (0123) 456789.
Onderbreekt het gewone kiezen en start een DTMF-procedure
(Dual Tone Multi-frequency) voor de mailbox.
Geeft het apparaat de gelegenheid over te schakelen van een
binnenlijn naar een buitenlijn tijdens automatisch kiezen.
Voor een langere pauze, meerdere pauzes invoegen. Voor
kostencodes, een pauze tussen het faxnummer en de
kostencode invoegen.
Voor het beschermen van vertrouwelijke gegevens, bijvoorbeeld
wanneer een kostencode of creditcardnummer voor een
gesprek is vereist. Het teken / dient te worden ingevoerd voor
en na het invoeren van de vertrouwelijke cijfers. De cijfers en
tekens die tussen deze tekens worden ingevoerd, worden
weergegeven as sterretjes (*).
Voor het selecteren van lijn 1 voor het kiezen van het nummer.
Dit teken schakelt de geldende faxinstellingen tijdelijk uit en
geldt uitsluitend voor de huidige opdracht.
Voor het selecteren van lijn 2 (indien aanwezig) voor het kiezen
van het nummer. Indien geen tweede lijn is geïnstalleerd, is
deze optie niet aanwezig. Dit teken schakelt de geldende
faxinstellingen tijdelijk uit en geldt uitsluitend voor de huidige
opdracht.
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-5
Kettingkiezen Met deze functie kunt u twee of meer faxnummers samenvoegen voor één
ontvanger. U kunt bijvoorbeeld het netnummer los van het telefoonnummer
opslaan. Met kettingkiezen combineert u deze gegevens tot één faxnummer.
Kettingkiezen kunt u bereiken vanuit de verzendlijst.
Resolutie
De resolutie bepaalt mede hoe de fax eruitziet op het ontvangende faxapparaat.
Een hogere resolutie levert een betere kwaliteit bij foto’s. Een lagere resolutie
verkort de communicatieduur.
Opties:
Standaard 200 x 100 dpi - aanbevolen voor tekstdocumenten. Vereist een kortere communica-
tieduur, maar levert een mindere beeldkwaliteit bij grafische afbeeldingen en foto’s.
Fijn 200 x 200 dpi - aanbevolen voor tekeningen en foto’s. Dit is de standaardresolutie
en de beste keuze voor de meeste situaties.
Zeer fijn 600 x 600 dpi - aanbevolen voor foto’s en halftoonafbeeldingen, of afbeeldingen
met grijstonen. Vereist een langere communicatieduur, maar levert de beste
beeldkwaliteit.
OPMERKING: Fabrikanten kunnen verschillende definities voor Zeer fijn hanteren.
Pagina 5-6 Beknopte referentiehandleiding
Type opdracht
Hiermee wordt aangegeven of de originelen enkelzijdig of dubbelzijdig zijn.
Bij 2-zijdige originelen kan ook de richting worden geprogrammeerd.
Opties:
1-zijdig Voor originelen die eenzijdig zijn bedrukt.
2-zijdig Voor originelen die aan beide zijden zijn bedrukt.
Fax
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-7
Beeldaanpassing
Het tabblad Beeldaanpassing bevat aanvullende toepassingen die u voor een
faxopdracht kunt gebruiken.
OPMERKING: Indien het tabblad ’Meer faxtoepassingen’ wordt weergegeven,
dient dit te worden geselecteerd om toegang te krijgen tot het tabblad
Beeldaanpassing.
Opdrachtsamenvatting
Een van de toetsen van het bovenste niveau selecteren om een toepassing te
selecteren. De gewenste toepassing selecteren om alle opties voor de toepassing
te bekijken. U kunt zo nodig meerdere opties selecteren voor elke faxopdracht.
De tekst naast de knop van de toepassing, de opdrachtsamenvatting, geeft de
huidige instellingen voor de betreffende toepassing weer. Een aangevinkt vakje
geeft aan dat de instellingen van de toepassing door de gebruiker zijn aangepast.
De meeste toepassingsschermen bevatten drie toetsen voor het bevestigen of
annuleren van uw selecties.
! De toets Ongedaan maken zet de waarden in het scherm terug naar de
standaardwaarden die van kracht waren toen het scherm werd geopend.
! De toets Annuleren zet alle waarden terug en brengt u terug bij het voorgaande
scherm.
! De toets Opslaan slaat de verrichte instellingen op en brengt u terug bij het
voorgaande scherm.
Pagina 5-8 Beknopte referentiehandleiding
Beeldkwaliteit
Met deze toepassing kunt u de kwaliteit van de uitgaande fax verbeteren.
Opties:
Origineelsoort Met deze optie kunt u de kwaliteit van de fax verbeteren op basis van de soort
origineel die wordt gescand.
De opties voor Origineelsoort zijn:
Normaal
De standaardinstelling. Geschikt voor de meeste originelen.
Fax
Tekst
Tijdschriftfoto
Foto
Lichter/
donkerder
Achtergrond-
onderdrukking
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-9
Voor het instellen van de helderheid van de fax. Om de fax donkerder te maken,
de pijltoets omlaag selecteren. Om de fax lichter te maken, de pijltoets omhoog
selecteren.
Deze optie gebruiken om de donkere achtergrond die ontstaat als gevolg van het
scannen van gekleurd papier of krantenpapier automatisch te verminderen of te
wissen.
OPMERKING: Achtergrondonderdrukking is uitgeschakeld wanneer origineelsoort
is ingesteld op Foto
Geschikt voor originelen met tekst en lijntekeningen.
Geschikt voor lithografische afbeeldingen van hoge kwaliteit
en ongerasterde foto’s met tekst en/of grafische elementen.
Geschikt voor ongerasterde foto’s of gedrukte
halftoonoriginelen.
Origineleninvoer
Met deze toepassing kan de gebruiker het formaat van het origineel instellen tijdens
het scannen vanaf de glasplaat of vanuit de AOD. Het apparaat gebruikt deze
informatie bij het berekenen van de grootte van het origineel en het gescande
beeld.
Opties:
Auto De standaardinstelling. Het formaat van de originelen in de AOD wordt automatisch
bepaald.
Via glasplaat
afdrukken
Gemengde
origineel-
formaten
Pagina 5-10 Beknopte referentiehandleiding
Met deze optie kunt u de afmetingen van het scangebied voor het document
instellen bij het scannen vanaf de glasplaat. Er zijn diverse voorgeprogrammeerde
afmetingen die corresponderen met veelgebruikte documentformaten en
richtingen.
Met deze toepassing kunt u een document inscannen met originelen van verschillende formaten. De originelen moeten een gelijke breedte hebben, bijvoorbeeld A4
LKE en A3 KKE. Bij gebruik van deze toepassing de documenten in de AOD
plaatsen.
Ingebonden originelen
Met deze optie kunt u programmeren welke pagina of pagina’s van een ingebonden
document moeten worden ingescand en gefaxt.
Het ingebonden origineel wordt met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat
gelegd, met de bindrug tegen de markering op de achterrand van de glasplaat.
De bovenzijde van het ingebonden origineel tegen de achterrand van de glasplaat
leggen. De AOD niet sluiten tijdens het faxproces.
HINT: Zo nodig lichte druk uitoefenen op het midden van het boek om het tijdens
het scannen zo vlak mogelijk te maken.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Fax
Rechterpagina Alleen de rechterpagina wordt gefaxt (rechts bij geopend boek met bedrukte zijde
omhoog).
Linkerpagina Alleen de linkerpagina wordt gefaxt (links bij geopend boek met bedrukte zijde
omhoog).
Beide pagina’s Beide pagina’s van het geopende boek worden gefaxt (eerst links, dan rechts bij
geopend boek met bedrukte zijde omhoog). Elke pagina wordt op een afzonderlijk
vel afgedrukt.
Bindrug wissen Hiermee wist u een vooraf ingestelde strook in het midden van het boek om
ongewenste strepen te voorkomen die ontstaan bij het scannen van de bindrug.
Maximaal 25mm kan worden gewist.
Beknopte referentiehandleidingPa gina 5-11
Extra faxtoepassingen
Het tabblad Extra faxtoepassingen bevat extra faxtoepassingen die kunnen worden
gebruikt bij het verzenden va n faxen .
HINT: Indien het tabblad ’Meer faxtoepassingen’ wordt weergegeven, dient dit te
worden geselecteerd om toegang te krijgen tot het tabblad Extra faxtoepassingen.
Een van de toetsen van het bovenste niveau selecteren om een toepassing te
selecteren. De gewenste toepassing selecteren om alle opties voor de toepassing
te bekijken. U kunt zo nodig meerdere opties selecteren voor elke faxopdracht.
De meeste toepassingsschermen bevatten drie toetsen voor het bevestigen of
annuleren van uw selecties.
! De toets Ongedaan maken zet de waarden in het scherm terug naar de
standaardwaarden die van kracht waren toen het scherm werd geopend.
! De toets Annuleren zet alle waarden terug en brengt u terug bij het voorgaande
scherm.
! De toets Opslaan slaat de verrichte instellingen op en brengt u terug bij het
voorgaande scherm.
Faxverzendtoepassingen
Deze toepassing biedt toegang tot opties waarmee u extra overdrachtstoepassingen voor de faxopdracht kunt instellen.
Pagina 5-12 Beknopte referentiehandleiding
Verzendopties
Voor het toevoegen van verzendgegevens aan de faxopdracht.
Opties:
Verzendrapport Dit rapport bevat gegevens over de fax en een verkleinde kopie van het beeld van
de eerste pagina. Bij verzending van een fax aan meerdere ontvangers, wordt een
rondzendrapport afgedrukt met een overzicht van alle ontvangers.
Fax
Kopregel
verzenden
Afdrukken van (een deel van) de verzendgegevens in de kopregel boven elke
pagina van de faxopdracht.
Bij afdrukken van een deel van de verzendgegevens worden vermeld:
• telefoonnummer van het verzendende faxapparaat
• datum en tijdstip waarop de fax werd verzonden
• paginanummer
Bij afdrukken van alle verzendgegevens worden vermeld:
• telefoonnummer en naam van het verzendende faxapparaat
• datum en tijdstip waarop de fax werd verzonden
• paginanummer
OPMERKING: Het telefoonnummer en de naam van het apparaat worden
ingesteld tijdens de installatie van Interne fax. De tijd wordt weergegeven in
12-uurs of 24-uurs notatie, afhankelijk van de systeeminstellingen.
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-13
Verkleinen/splitsen
Met deze optie kunt u instellen hoe het faxdocument dient te worden afgedrukt
indien het documentformaat te groot is voor het ontvangende apparaat.
Opties:
Passend door
verkleinen
Verdelen over
pagina’s
Verkleint het document zodat het op het papierformaat van het ontvangende
faxapparaat past.
Indien deze optie is geselecteerd, splitst het ontvangende faxapparaat het
faxdocument op in twee gelijke delen of drukt het apparaat het grootste deel van
het beeld af op één pagina, en het restant op de volgende pagina.
OPMERKING: Deze optie kan niet worden gebruikt bij de instelling
Standaardresolutie. Door de afdrukmarge kan een gedeelte van het beeld bij de
randen verloren gaan bij gebruik van de toepassing Splitsen.
Voorblad
Met deze optie kunt u een voorblad toevoegen aan de faxopdracht. De gebruiker
kan tekst invoeren in de velden ‘Aan’, ‘Van’ en ‘Opmerking’.
OPMERKING: De titel van het voorblad wordt automatisch toegevoegd.
Pagina 5-14 Beknopte referentiehandleiding
Opties:
Aan: Hier wordt de naam van de ontvanger weergegeven. U kunt de naam wijzigen met
behulp van het toetsenbord.
Van: Hier wordt de naam van het verzendende apparaat weergegeven. U kunt de naam
wijzigen met behulp van het toetsenbord.
Opmerking: De pijltoetsen omhoog/omlaag gebruiken om door de lijst te lopen. De geselec-
teerde opmerking wordt weergegeven in het opmerkingenkader op het voorblad.
Indien u Geen opmerking selecteert, wordt de geselecteerde opmerking verwijderd.
HINT: U kunt slechts één opmerking tegelijk selecteren.
OPMERKING: Voor meer informatie over het instellen van een opmerking kunt u
terecht op pagina 5-19.
Startsnelheid
Met deze optie kunt u de overdrachtssnelheid voor de faxopdracht instellen.
Fax
Opties:
Geforceerd
4800 bps
Super G3
(33,6 kbps)
(14,4 Kbps)
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-15
Voor gebruik in gebieden met een slechte communicatiekwaliteit, bij ruis op de
telefoonlijn of bij een verhoogd risico op fouten tijdens de faxoverdracht.
De communicatiemethode wordt afgestemd op de maximale vermogens van het
andere apparaat. In eerste instantie wordt een overdrachtssnelheid van 33.600
bits per seconde gebruikt.
G3
De communicatiemethode wordt afgestemd op de maximale vermogens van het
andere apparaat. In eerste instantie wordt een overdrachtssnelheid van 14.400 bits
per seconde gebruikt.
Uitgesteld verzenden
Met Uitgesteld verzenden kunt u een tijdstip instellen voor het verzenden van de
fax. U de verzending uitstellen voor een periode van 15 minuten tot 23 uur en
59 minuten. Deze toepassing is handig voor het verzenden van faxen tijdens
daltarief of voor het verzenden van een fax naar een land in een andere tijdzone.
De klok kan worden ingesteld in 12-uurs of 24-uurs notatie. Indien de 12-uurs
notatie wordt gebruikt, dient u de toets AM of PM te selecteren.
OPMERKING: Groepsverzending is een toepassing die door de systeembeheerder wordt ingesteld. Daarmee kunt u in één verzendsessie verschillende
faxopdrachten verzenden naar dezelfde bestemming. Wanneer u een faxopdracht
verzendt naar dezelfde bestemming als een van de opdrachten die is geprogrammeerd voor uitgestelde verzending, verschijnt een venster op het aanraakscherm
met de vraag of u de opdracht meteen wilt verzenden of wilt toevoegen aan de
opdracht die later wordt verzonden. De optie selecteren die voor de opdracht
gewenst is.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Geprogram-
meerde tijd
Pagina 5-16 Beknopte referentiehandleiding
De gebruiker kan het precieze tijdstip invoeren waarop de fax dient te worden
verzonden.
Faxrapporten
Met deze toepassing kunt u een afdruk krijgen met informatie over de status van de
faxtoepassing op uw apparaat.
Opties:
De opties voor Faxrapporten zijn:
Activiteitenrapport
Kieslijstrapport
Fax
Weergeven van de laatste 50 voltooide faxactiviteiten op het
apparaat.
Overzicht van alle nummers in de kieslijst.
Groepskies-
lijstrapport
Optierapport
Rapport
opdrachten in
wachtrij
Overzicht van alle nummers in elke groep in de
groepskieslijst.
Overzicht van de apparaatconfiguratie, firmwareversie en
opties.
Overzicht van de faxopdrachten in het geheugen van het
apparaat die wachten op verzending. Dit rapport vermeldt ook
het percentage van het geheugen van het apparaat dat nog
beschikbaar is.
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-17
Mailboxen
Met deze optie, die wordt ingeschakeld door uw systeembeheerder, kunt u
documenten in een mailbox (postvak) bewaren. De mailbox kan zich bevinden op
het apparaat dat u gebruikt (lokale mailbox) of op een extern apparaat (externe
mailbox). Documenten in een mailbox zijn gekenmerkt als opgeslagen voor pollen,
afdrukken of verwijderen door de gebruiker. Om toegang te krijgen tot een mailbox
dient u een mailboxnummer van 3 cijfers en een mailboxtoegangscode van 4 cijfers
in te voeren. Voor meer informatie, contact opnemen met de systeembeheerder.
OPMERKING: De systeembeheerder kan een beleid instellen voor het verwijderen
van items uit de mailbox. Hiermee wordt ingesteld hoe lang documenten in de
mailbox bewaard blijven. Indien bijvoorbeeld het beleid Altijd bewaren is
ingeschakeld, worden de documenten bewaard totdat de eigenaar van de mailbox
deze verwijdert.
Opties:
Opslaan in
mailbox
Hiermee kunnen gebruikers faxdocumenten inscannen en opslaan voor pollen.
De documenten worden in de mailbox bewaard en automatisch naar een extern
faxapparaat verzonden wanneer daarom wordt gevraagd.
Mailbox-
documenten
afdrukken
Mailbox-
documenten
verwijderen
Hiermee kunt u een afdruk maken van de documenten die in de mailbox zijn
opgeslagen.
Hiermee kunt u alle documenten die in een mailbox zijn opgeslagen verwijderen.
OPMERKING: Wanneer de toets Mailboxdocumenten verwijderen of Mailboxdocumenten afdrukken wordt geselecteerd, worden zowel ontvangen documenten
als opgeslagen documenten die zich in de mailbox bevinden, verwijderd of
afgedrukt.
Verzenden naar
externe mailbox
Hiermee kunt u een faxdocument rechtstreeks zenden naar de privé-mailbox op
een extern apparaat.
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar indien het externe apparaat
over mailboxfunctionaliteit beschikt en de afzender van het document het
mailboxnummer van de ontvanger kent.
Pagina 5-18Beknopte referentiehandleiding
Instelling Opmerkingen
Met deze toepassing kunt u opmerkingen samenstellen, bewerken en verwijderen
voor gebruik op een voorblad. U kunt maximaal 10 opmerkingen opslaan op het
apparaat.
U kunt een opmerking toevoegen of bewerken door een lege vermelding in de
opmerkingenlijst te selecteren en Bewerken te selecteren. De opmerking die u wilt
opslaan invoeren met het toetsenbord. U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Om
een opmerking te verwijderen, de opmerking in de lijst selecteren en Verwijderen
selecteren.
Geavanceerde faxtoepassingen
Geavanceerde toepassingen waarmee u grote, complexe opdrachten kut
uitvoeren, faxopdrachten kunt scannen en opslaan zodat deze door een ander
faxapparaat kunnen worden opgeslagen of een ander faxapparaat kunt pollen.
Fax
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-19
Opbouw-opdracht
Met deze toepassing kunt u een opdracht faxen waarbij verschillende instellingen
worden gebruikt voor elke pagina of groep pagina’s. Deze toepassing is ook handig
voor faxopdrachten met meer dan 70 pagina’s, die de maximale capaciteit van de
AOD overschrijden.
OPMERKING: Het nummer van het bestemmingsfaxapparaat dient te worden
ingevoerd voor u Opbouw-opdracht gebruikt.
Opties:
Uit De toepassing is uitgeschakeld.
Aan Voor het inschakelen van de toepassing Opbouw-opdracht.
Functies
opbouw-
opdracht
Pagina 5-20 Beknopte referentiehandleiding
Opties die kunnen worden geselecteerd tijdens het gebruik van Opbouw-opdracht.
De opties voor Functies opbouw-opdracht zijn:
Einde opbouw-
opdracht
Laatste segment
verwijderen
Alle segmenten
verwijderen
Deze optie selecteren nadat het laatste segment van de
opdracht is ingescand. De opdracht wordt verzonden om te
worden afgedrukt.
Hiermee kunt u het laatst gescande segment verwijderen.
Hiermee kunt u de huidige opdracht verwijderen en
terugkeren naar het hoofdsch er m van Opbouw-opdracht.
Pollen
Met pollen kunt u fax documenten in het geheugen van het apparaat o pslaan zod at deze door
een ander, extern faxapparaat kunnen worden opgehaald, of zelf documenten ophalen van
een extern faxapparaat of een externe mailbox
Opties:
.
Fax
Opslaan voor
pollen
Externe fax
pollen
Externe mailbox
pollen
Met deze optie kan de gebruiker documenten inscannen en opslaan. Op het
moment dat een extern apparaat het apparaat polt, kan het externe apparaat het
gescande document binnenhalen. Toegangscodes kunnen worden ingesteld om te
regelen welke apparaten toegang hebben tot de opgeslagen documenten.
Met deze optie kan de gebruiker het apparaat instellen om contact te leggen met
een extern faxapparaat voor het zoeken naar en ophalen van faxen die zijn
opgeslagen op het externe apparaat.
Met deze optie kan de gebruiker het apparaat instellen om contact te leggen met
een externe mailbox op een extern faxapparaat. Nadat het contact tot stand is
gebracht, verstuurt het externe apparaat de faxen die in de mailbox zijn
opgeslagen.
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-21
Instellingen kieslijst
Met deze toepassing kunt u namen van faxbestemmingen, nummers en
verzendinstellingen op uw apparaat opslaan. De vermeldingen die u hier opslaat
kunnen later worden geselecteer d in de toepa ssing Verzendlijst op het tabb lad
Eenvoudig faxen.
Groepskieslijsten, met verschillende afzonderlijke vermeldingen, kunnen eveneens
worden ingesteld.
HINT: Deze toepassing kan u tijd besparen bij het verzenden van faxen naar
veelgebruikte bestemmingen.
Opties:
Individueel Met deze optie kunt u namen, nummers en instellingen van individuele
faxbestemmingen instellen.
Groep Met deze optie kunt u een meerdere kieslijstlocaties onder één nummer samen-
brengen. Wanneer u een groepskieslijst gebruikt, hoeft u slechts een groepsnummer in te voeren om een fax naar meerdere bestemmingen te kunnen zenden.
OPMERKING: Bij het maken van een nieuwe groepskieslijst dient u gebruik te
maken van bestemmingen die al zijn opgeslagen als individuele kieslijst of
groepskieslijst.
Pagina 5-22Beknopte referentiehandleiding
Faxen - Basis (Serverfax)
Het tabblad Faxen - Basis is het standaardscherm voor de toepassing Serverfax.
De opties op dit scherm gebruiken om het faxnummer van de ontvanger in te voeren
en de standaard toepassingen voor een faxopdracht te selecteren.
Een van de bovenste toetsen aanraken om een toepassing te selecteren. U kunt
voor iedere faxopdracht indien nodig meerdere opties selecteren.
De meeste toepassingschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of
annulering van uw keuzen.
! Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de
standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend.
! Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en
keert u terug naar het vorige scherm.
! Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het
vorige scherm.
Fax
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-23
Kiesopties
Het groepsvak Kiesopties bevat een venster waarin het ingevoerde faxnummer
wordt weergegeven. Wanneer het eenmaal wordt weergegeven, kan het worden
toegevoegd aan een lijst met faxnummers, er kan een speciaal teken worden
toegevoegd, of u krijgt toegang tot een lijst met maximaal 30 opgeslagen nummers.
U kunt op twee manieren een faxnummer invoeren: Handmatig via de aantaltoetsen of door een opgeslagen nummer te selecteren in de Telefoonlijst.
Opties:
Toevoegen aan
verzendlijst
Wordt gebruikt wanneer u een fax naar meer dan een bestemming wilt verzenden.
Het nummer invoeren via de aantaltoetsen of een opgeslagen nummer selecteren
uit de Telefoonlijst. De toets Toevoegen aan verzendlijst selecteren. Doorgaan met
het toevoegen van nieuwe nummers totdat alle locaties zijn ingevoerd.
Verzendlijst Slaat de lijst met ingevoerde nummers op, voor het faxen naar twee of meer
bestemmingen. Het nummer op de toets Verzendlijst verandert, en geeft aan
hoeveel nummers er op dit moment op de Verzendlijst staan.
De toets Verzendlijst selecteren om faxnummers te bekijken of te verwijderen.
Kiestekens Kiestekens zijn speciale tekens die worden gebruikt als onderdeel van een
faxnummer dat wordt ingevoerd:
Hiermee krijgt het apparaat voldoende de tijd om over te
Kiespauze [,]
schakelen van een interne naar een externe lijn. De mate van
vertraging hangt af van de faxserver.
Lange pauze [I]
Groepskiezen [\]
Gegevens
bedekken [/]
Deze pauze wordt gebruikt wanneer een langere perio de
nodig is om een kiestoon op te pakken.
Geeft aan dat een ID voor een eerder gedefinieerde groep
wordt ingevoerd.
Wordt gebruikt om informatie op gedrukte overzichtenaf te
schermen. T ekens ingevoerd tussen twee schuine strepen
worden als asterisken weergegeven.
Pagina 5-24 Beknopte referentiehandleiding
Toegangscode-
controleteken [S]
Puls/toon-
schakelaar [:]
Wachten op
netwerktoonwaar-
neming [W]
Lokaal ID [ + ]
tekens controleren
[+]
T eke ns loka al ID
[space] contro leren
[]
Telefoonlijst De Telefoonlijst kan maximaal 30 faxnummers bevatten. Het faxnummer invoeren
Wordt gebruikt ter identificatie van een externe terminal. Met
dit teken wordt gecontroleerd of het juiste nummer is
gekozen.
Wordt gebruikt om bij het kiezen van puls over te schakelen
op toon.
Gebruiken om te wachten met kiezen tot er een bekende,
verwachte netwerktoon wordt gesignaleerd.
Nodig als onderdeel van sommige internationale
telefoonnummers (in plaats van 00).
Wordt gebruikt om de leesbaarheid te bevorderen.
Bijvoorbeeld het toevoegen van spaties aan een nummer,
zoals 1 234 5678 in plaats van 12345678.
en Telefoonlijst selecteren. Een leeg nummer selecteren en vervolgens Nummer
invoeren in telefoonlijst, waarna het nummer wordt opgeslagen. Faxnummers in de
Telefoonlijst kunnen ook worden toegevoegd aan de Verzendlijst. De weergegeven
vermeldingen worden niet verwijderd nadat een faxopdracht is voltooid.
Fax
Beknopte referentiehandleidingPagina 5-25
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.