Snelgids
T1 T2 SL1 T4 SL2 T6T5 T7 T10T8 T9 T12T11
T3 T13
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
WHIRLPOOL PRODUCT
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.whirlpool.eu/register
PRODUCTBESCHRIJVING
EERSTE GEBRUIK
LUCHTVENTILATIE(VOOR DE AFZUIGUIT VOERINGEN)
Sluit de kap en de afzuiging aan op openingen in de muren met een
diameter die overeenkomt met de luchtuitlaatopening (aansluitens).
Als u buizen en kleinere openingen gebruikt, leidt dit tot verminderde
zuigprestaties en kan het lawaai drastisch toenemen.
In zulke gevallen wordt elke aansprakelijkheid van de hand gewezen.
! Gebruik een kanaal dat de noodzakelijke minimumlengte heeft.
! Gebruik een kanaal met zo weinig mogelijk bochtstukken (maximale
bochtstukhoek: 90°).
! Voorkom drastische veranderingen in de dwarsdoorsnede van het
kanaal.
! Het bedrijf wijst elke aansprakelijkheid af als deze voorschriften niet
in acht worden genomen.
FILTER OF KANAAL?
! Uw kookplaatkap is klaar om gebruikt te worden in de zuiguitvoering.
Als u de kap wilt gebruiken in de lteruitvoering, moet de speciale
ACCESSOIRESET worden geïnstalleerd.
Controleer of de ACCESSOIRESET geleverd is of apart gekocht moet
worden.
Opmerking: Indien aanwezig kan het aanvullende systeem met actieve
NL
Lees de instructies aandachtig voordat u het apparaat
gebruikt.
kool in bepaalde gevallen in de kap worden geïnstalleerd. Informatie over
het omzetten van de zuiguitvoering van de kap in de lteruitvoering vindt
u in de handleiding “Veiligheidsinstructies & Installatie”.
KANAALUITVOERING
Bij deze uitvoering worden dampen het gebouw uit geleid via een
speciale pijp die verbonden is met de verbindingsring boven op de
kap.
Let op! De uitlaatpijp wordt niet meegeleverd en moet apart worden
aangeschaft. De diameter van de uitlaatpijp moet gelijk zijn aan die
van de verbindingsring.
Let op! Als de kap met een actieve-koollter wordt geleverd, moet dit
lter worden verwijderd.
FILTERUITVOERING
De opgenomen lucht wordt ontvet en geurloos gemaakt voordat deze
weer terug in de ruimte wordt geblazen.
Om de kap in deze uitvoering te kunnen gebruiken, moet u een
systeem voor aanvullende ltering installeren dat werkt met actieve
kool.
BEDIENINGSPANEEL
T1. "NIGHT LIGHT" AAN/UIT
Druk om de zachte achtergrondverlichting in of uit te schakelen.
KOOKPLAATLAMPEN AAN/UIT SELECTEER DE KLEURTEMPERATUUR
T2.
Druk om de kookplaatverlichting aan of uit te schakelen.
• Strijk met uw vinger naar rechts of naar links, als de lampen
branden, over de rij ledlichtjes S L1 om de lichtintensiteit te
verhogen of te verlagen.
Houd ingedrukt om de lichte kleurtemperatuur in te stellen.
• Strijk met uw vinger naar rechts of naar links over de rij ledlichtjes S L1 om
het licht kouder of warmer in te stellen.
Als u de kleur vijf seconden lang niet verandert, begint S L1 te knipperen
met de door u gekozen kleurinstelling en een hoorbaar signaal gaat af
om aan te geven dat het systeem deze conguratie heef t opgeslagen.
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: Het licht gaat branden met de laatste
kleurtemperatuur die u heeft ingesteld alvorens het apparaat uit te schakelen.
T3. FUNCTIE “AUTOLIGHT”
Druk om de automatische verlichtingsfunctie “Autolight” in/uit te schakelen.
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: deze functie wordt alleen
geactiveerd als de kap via wi- op de kookplaat is aangesloten. Nadat
de functie is geactiveerd, wordt het licht van de kookplaat automatisch
beheerd op basis van de status van de kookplaat.
T1. "Night Light" AAN/UIT
T2. Kookplaatlampen ON/OFF – Selecteer
de kleurtemperatuur
T3. Functie “Autolight”
T4. “ZEN Mode” functie
T5. Motor ON/OFF
T6. “POWER BOOST 1” functie
T7. “POWER BOOST 2” functie
T8. Automatische functie “COOKSENSE”
T9. Indicator van lterverzadiging
T10. ON/OFF “Breath Daily Cycle”
T11. ON/OFF “Breath Intensive Cycle"
T12. Indicatielampje - WI-FI functie actief
T13. WI-FI verbinding
T4. “ZEN MODE” FUNCTIE
Druk om de "ZEN" afzuigmodus in of uit te schakelen.
Deze functie dient om een afzuigsnelheid in te schakelen die perfect
gebalanceerd is tussen stilte en eciëntie.
T5. MOTOR ON/OFF
Druk om de afzuigmotor in of uit te schakelen.
• Strijk met uw vinger naar rechts of naar links, als de motor
aanstaat, over de rij ledlichtjes SL2 om de afzuigsnelheid
(vermogen) te verhogen of te verlagen.
T6. “POWER BOOST 1” FUNCTIE
Druk, terwijl de afzuigmotor draait, op T6 om "POWER BOOST 1"
intensieve afzuigsnelheid (met timer) te kiezen.
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: de kap keert na vijf minuten terug
naar zijn vorige snelheid.
T7. “POWER BOOST 2” FUNCTIE
Druk, terwijl de afzuigmotor draait, op T7 om "POWER BOOST 2"
intensieve afzuigingsnelheid (met timer) te kiezen.
Let op: Na vijf minuten gaat de kap terug werken aan de snelheid die
eerder werd gebruikt.
T8. AUTOMATISCHE FUNCTIE “COOKSENSE”
De afzuigkap stelt automatisch een afzuigsnelheid van 1 in en
verhoogt deze indien nodig (afhankelijk van de omgevingscondities
die door de afzuigsensor worden gedetecteerd).
Als de afzuigkap afzuigsnelheid 1 gebruikt en er is geen verandering in
de omgevingscondities, wordt deze na 5 minuten uitgeschakeld.
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: Om er zeker van te zijn dat deze
functie correct wordt gebruikt, congureert u eerst de parameters voor de
automatische werkwijze volgens de uitleg in het betreende deel.
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: Wanneer u de automatische
werkwijze gebruikt en andere functies die de snelheid regelen verandert,
wordt de functie automatische ventilatie uitgeschakeld.
T9. INDICATOR VAN FILTERVERZADIGING
De kap signaleert regelmatig de behoefte om de lter te onderhouden.
Let op: De indicators functioneren alleen wanneer de kap aangezet is.
T9-toets brandt: voer onderhoud uit aan de vetlter.
T9-toets knippert: voer onderhoud uit op de koolstolter.
De indicatoren van lterverzadiging resetten:
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de kap ingeschakeld is.
Houd de toets T9 ingedrukt. Het licht gaat uit om de reset te bevestigen.
De indicator van de verzadiging van het koolstolter activeren.
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de afzuigmotor uitgeschakeld is.
Deze indicator is normaal uitgeschakeld. Het moet worden geactiveerd
als de kap in de lterversie is geïnstalleerd (d.w.z. met koolstolters).
houd tegelijk de toetsen T1 en T10 ingedrukt om deze functie in te
schakelen. De toetsen lichten op om de inschakeling aan te geven.
Om de functie uit te schakelen, houdt u opnieuw dezelfde toetsen (T1
en T10) ingedrukt. De toetsen knipperen even en gaan vervolgens uit
om de uitschakeling aan te geven.
T10. ON/OFF “BREATH DAILY CYCLE”
De afzuigkap stelt automatisch een afzuigsnelheid van 1 in en
verhoogt deze indien nodig (afhankelijk van de omgevingscondities
die door de afzuigsensor worden gedetecteerd).
Als de afzuigsnelheid niet wordt veranderd door de gedetecteerde
omgevingsomstandigheden, wordt de kap na twee uren uitgeschakeld.
De kap wordt in ieder geval na vijf uren gebruik uitgeschakeld,
onafhankelijk van de werkingswijze.
Let op: Om er zeker van te zijn dat deze functie correct wordt gebruikt,
congureert u eerst de parameters voor de automatische werkwijze
volgens de uitleg in het betreende deel.
T11. ON/OFF “BREATH INTENSIVE CYCLE“
De afzuigkap stelt automatisch een afzuigsnelheid van 5 in en
verhoogt deze indien nodig (afhankelijk van de omgevingscondities
die door de afzuigsensor worden gedetecteerd).
Als de afzuigsnelheid niet wordt veranderd door de gedetecteerde
omgevingsomstandigheden, wordt de kap na twee uren uitgeschakeld.
De kap wordt in ieder geval na vijf uren gebruik uitgeschakeld,
onafhankelijk van de werkingswijze.
Let op: Om er zeker van te zijn dat deze functie correct wordt gebruikt,
congureert u eerst de parameters voor de automatische werkwijze
volgens de uitleg in het betreende deel.
T12. INDICATIELAMPJE WIFI FUNCTIE ACTIEF
Het lampje gaat branden wanneer de kap op afstand wordt bediend
via de app.
T13. WIFI VERBINDING
Druk om de WI-FI functies in/uit te schakelen.
Met deze functie kan de kap aan Internet verbonden worden zodat
het vanop afstand via een smartphone of tablet kan gemonitoreerd/
gecontroleerd worden.
Om de WI-FI-functie te gebruiken, sluit u het apparaat aan op het
draadloze thuisnetwerk (internet) volgens de conguratieprocedure
die wordt uitgelegd in de "WI-FI HANDLEIDING”.
DE PARAMETERS VOOR DE AUTOMATISCHE MODUS CONFIGUREREN
Om er zeker van te zijn dat de automatische modus correct wordt
gebruikt, dient u de kap te kalibreren en het kookplaattype te selecteren.
De kap kalibreren
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: Dit moet uitgevoerd worden als het
apparaat in stand-by staat, d.w.z. een minuut na de uitschakeling van de motor.
Houd de toets T4 vijf seconden lang ingedrukt.
De afzuigsnelheid 1 wordt ingeschakeld en de toets T4 gaat knipperen
om aan te geven dat de kalibratie van de kap gestart is (dat duurt
ongeveer 5 minuten).
Let op: Om de kalibratieprocedure te stoppen houdt u de toets T4 vijf
seconden lang ingedrukt. De kalibratie wordt dan ongeldig gemaakt en
moet bijgevolg herhaald worden.
Let op: De kalibratie wordt automatisch uitgevoerd wanneer de
stroomtoevoer naar het product de eerste maal wordt aangezet. T4 gaat
knipperen. Wacht 5 minuten tot de kalibratie voltooid is.
Het kookplaattype selecteren
Het is belangrijk dat u eraan denkt dat: Dit moet uitgevoerd worden als het
apparaat in stand-by staat, d.w.z. een minuut na de uitschakeling van de
motor.
Houd de toetsen T10 en T 11 vijf seconden lang ingedrukt.
De toetsen T10 en T 11 lichten op.
Als u gas gebruikt om de kookplaat te doen functioneren, drukt u op de
toets T10 – de toets knippert om aan te geven dat het geselecteerd werd.
Als u elektriciteit gebruikt om de kookplaat te doen functioneren,
drukt u op de toets T11 – de toets knippert om aan te geven dat het
geselecteerd werd.
Na het indrukken knippert de toets drie seconden om aan te geven dat
uw selectie werd opgeslagen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) Ø van uitlaatbuis (cm)
105 -14 8.6 89,8 36.9 15 - 12.5 - 12
REINIGEN EN ONDERHOUD
REINIGEN
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Koppel het apparaat los van het stroomnet.
Belangrijk: gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Als een
dergelijk product per ongeluk in contact komt met het apparaat, ver wijder het
dan onmiddellijk met een vochtig doekje. Gebruik geen alcohol.
• Reinig de oppervlakken met een vochtige doek. Als de buitenkant
zeer vuil is, voeg dan een paar druppels afwasmiddel toe aan het
water. Droog af met een droge doek.
Belangrijk: gebruik geen schuursponsjes, sponsjes van staalwol of
metalen schrapers. Met verloop van tijd kunnen deze de oppervlakken
in email beschadigen.
• Gebruik reinigingsproducten die speciaal bedoeld zijn voor het
reinigen van dit apparaat en volg de instructies van de fabrikant op.
Belangrijk: Reinig de lters minstens een keer per maand om sporen
van olie en vet te verwijderen.
ONDERHOUD VAN DE VETFILTERS
Het moet eens per maand (of – indien van toepassing – wanneer de led voor
verzadiging van het filter brandt) worden gereinigd met een niet-agressief
schoonmaakmiddel. Dit kan met de hand of met een vaatwasser, waarbij deze
op een lage temperatuur en een kort programma moet worden ingesteld.
Als het vetlter in de vaatwasser wordt schoongemaakt, kan het
enigszins verkleuren, maar dit is niet van invloed op de ltercapaciteit.
Open het afzuigpaneel (draai naar boven toe).
Let op: Het is niet nodig het paneel volledig te verwijderen.
Trek aan de hendel om de lter te verwijderen.
Eens de lter gewassen en gedroogd is, ga in omgekeerde volgorde te
werk om hem terug te plaatsen.