Snelgids
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
WHIRLPOOL PRODUCT
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.whirlpool.eu/register
PRODUCTBESCHRIJVING
EERSTE GEBRUIK
LUCHTVENTILATIEVOOR DE AFZUIGUIT VOERINGEN
Sluit de kap en de afzuiging aan op openingen in de muren met een
diameter die overeenkomt met de luchtuitlaatopening (aansluitflens).
Als u buizen en kleinere openingen gebruikt, leidt dit tot verminderde
zuigprestaties en kan het lawaai drastisch toenemen.
In zulke gevallen wordt elke aansprakelijkheid van de hand gewezen.
! Gebruik een kanaal dat de noodzakelijke minimumlengte heeft.
! Gebruik een kanaal met zo weinig mogelijk bochtstukken (maximale
bochtstukhoek: 90°).
! Voorkom drastische veranderingen in de dwarsdoorsnede van het
kanaal.
! Het bedrijf wijst elke aansprakelijkheid af als deze voorschriften niet
in acht worden genomen.
FILTER OF KANAAL?
! Uw kookplaatkap is klaar om gebruikt te worden in de zuiguitvoering.
Als u de kap wilt gebruiken in de filteruitvoering, moet de speciale
ACCESSOIRESET worden geïnstalleerd.
Controleer of de ACCESSOIRESET geleverd is of apart gekocht moet
worden.
Opmerking: Indien aanwezig kan het aanvullende systeem met actieve
BEDIENINGSPANEEL
NL
Lees de instructies aandachtig voordat u het apparaat
gebruikt.
kool in bepaalde gevallen in de kap worden geïnstalleerd. Informatie over
het omzetten van de zuiguitvoering van de kap in de filteruitvoering vindt
u in de handleiding “Veiligheidsinstructies & Installatie”.
KANAALUITVOERING
Bij deze uitvoering worden dampen het gebouw uit geleid via een
speciale pijp die verbonden is met de verbindingsring boven op de
kap.
Let op! De uitlaatpijp wordt niet meegeleverd en moet apart worden
aangeschaft. De diameter van de uitlaatpijp moet gelijk zijn aan die
van de verbindingsring.
Let op! Als de kap met een actieve-koolfilter wordt geleverd, moet dit
filter worden verwijderd.
FILTERUITVOERING
De opgenomen lucht wordt ontvet en geurloos gemaakt voordat deze
weer terug in de ruimte wordt geblazen.
Om de kap in deze uitvoering te kunnen gebruiken, moet u een
systeem voor aanvullende filtering installeren dat werkt met actieve
kool.
VOORZICHTIG! Deze kap heeft een automatisch werkingssysteem (zie
th
sense function (AUTO-modus) AAN/UIT”). De ijking wordt
“T4. 6
automatisch uitgevoerd telkens als de kap opnieuw wordt aangesloten
op het stroomnet (bijv.: de eerste maal dat het wordt geïnstalleerd
na een stroomuitval). Het kan ook handmatig uitgevoerd worden (zie
paragraaf “Instelling van sensor”). Tijdens de ijking, die 5 minuten
duurt, knippert T4 en de lichten kunnen gebruikt worden.
T1. VENTILATORMOTOR UIT / SNELHEID VERLAGEN
Druk om de snelheid te verlagen en de afzuigmotor UIT te schakelen.
Druk en blijf drukken om de afzuigmotor direct UIT te schakelen.
VENTILATORMOTOR AAN / SNELHEID VERHOGEN
T2.
Druk om de afzuigmotor IN te schakelen en de snelheid te verhogen.
Druk en blijft drukken om de 5
Let op: de 4
ingesteld op de 3de snelheid.
T3. VET/KOOLSTOFFILTER ALARM/RESET
De kap signaleert regelmatig de behoefte om de filter te onderhouden.
Let op: De indicators functioneren alleen wanneer de kap aangezet is.
T3 brandt: Voer onderhoud uit aan de vetfilter.
T3 knippert: voer onderhoud uit aan het koolstoffilter.
De indicatoren van filterverzadiging resetten:
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de kap ingeschakeld is.
Druk op T3 en houd ingedrukt.
De reset van de vetfilter en van de koolstoffilter wordt uitgevoerd
met dezelfde toets. Als beide filteralarmen geactiveerd zijn, voert de
resetprocedure de reset van de tellers na elkaar uit, met prioriteit van
de koolstoffilter.
* Alleen bij bepaalde modellen
de
en 5de snelheid duren 5 minuten, daarna wordt de kap terug
de
snelheid direct in te stellen.
T1. Ventilatormotor UIT / Snelheid verlagen
T2. Ventilatormotor AAN / Snelheid verhogen
T3. Vet/koolstoffilter alarm/reset
th
T4. 6
T5. Nachtlicht (Omgevingslicht)
T6. Hoofdverlichting UIT / Intensiteit verlagen
T7. Hoofdverlichting AAN / Intensiteit
De indicator van de verzadiging van het koolstoffilter activeren
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de afzuigmotor uitgeschakeld is.
Deze indicator is gewoonlijk uitgeschakeld – houd de toetsen T6 en
T7 tegelijkertijd ingedrukt om de functie in te schakelen: beide gaan
branden om de inschakeling aan te geven.
Om de functie uit te schakelen houdt u dezelfde toetsen opnieuw
ingedrukt: Beide knipperen even en gaan vervolgens uit om de
uitschakeling aan te geven.
TH
SENSE FUNCTION AUTOMODUS AAN/UIT
T4. 6
De kap stelt de afzuigsnelheid automatisch in als de sensor in de kap
veranderingen in de omgevingscondities detecteert.
Let op: om er zeker van te zijn dat deze functie correct gebruikt wordt,
configureert u eerst de sensor (zie “Instelling van sensor” hieronder).
Let op: als u andere functies die de snelheid regelen verandert, wordt de
th
sense” function uitgeschakeld.
“6
Instelling van sensor
Dit kan uitgevoerd worden als de kap UIT staat.
Druk in normale omgevingscondities 5 seconden lang op T4, T4
knippert 5 minuten lang om aan te geven dat de kap de sensorijking
uitvoert en wordt vervolgens uitgeschakeld om aan te geven dat de
ijking is beëindigd.
Kookplaat instellen: Druk op T1 en T2 tegelijkertijd en houd ze
ingedrukt. Beide branden om aan te geven dat de kap klaar is om de
ijking van de kookplaatparameter te accepteren.
Druk op T1 om de gaskookplaat te kiezen(T1 begint 3 seconden te
knipperen om aan te geven dat de kapparameters ingesteld zijn voor
de gaskookplaat).
Druk op T2 om de inductiekookplaat te kiezen (T2 begint 3 seconden
te knipperen om aan te geven dat de kapparameters ingesteld zijn
voor de inductiekookplaat).
sense function (AUTO-modus) AAN/
UIT
verhogen
T5. NACHTLICHT OMGEVINGSLICHT
Druk om de zachte achtergrondverlichting in of uit te schakelen.
T6. HOOFDVERLICHTING UIT / INTENSITEIT VERLAGEN
Druk om de intensiteit te verlagen en om het licht UIT te schakelen.
Druk en houd ingedrukt om het licht direct UIT te schakelen.
T7. HOOFDVERLICHTING AAN / INTENSITEIT VERHOGEN
Druk om het licht IN te schakelen en de intensiteit te verhogen.
Druk en houd ingedrukt om het licht direct IN te schakelen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) Ø van uitlaatbuis (cm)
110 - 129,5 89,8 32 15
REINIGEN EN ONDERHOUD
REINIGEN
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Koppel het apparaat los van het stroomnet.
Belangrijk: gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
Als een dergelijk product per ongeluk in contact komt met het
apparaat, verwijder het dan onmiddellijk met een vochtig doekje.
Gebruik geen alcohol.
• Reinig de oppervlakken met een vochtige doek. Als de buitenkant
zeer vuil is, voeg dan een paar druppels afwasmiddel toe aan het
water. Droog af met een droge doek.
Belangrijk: gebruik geen schuursponsjes, sponsjes van staalwol of
metalen schrapers. Met verloop van tijd kunnen deze de oppervlakken
in email beschadigen.
• Gebruik reinigingsproducten die speciaal bedoeld zijn voor het
reinigen van dit apparaat en volg de instructies van de fabrikant
op.
Belangrijk: Reinig de filters minstens een keer per maand om sporen
van olie en vet te verwijderen.
ONDERHOUD VAN DE VETFILTERS
Het moet eens per maand (of – indien van toepassing – wanneer de
led voor verzadiging van het filter brandt) worden gereinigd met
een niet-agressief schoonmaakmiddel. Dit kan met de hand of met
een vaatwasser, waarbij deze op een lage temperatuur en een kort
programma moet worden ingesteld.
Als het vetfilter in de vaatwasser wordt schoongemaakt, kan het
enigszins verkleuren, maar dit is niet van invloed op de filtercapaciteit.
Trek aan de hendel om de filter te verwijderen.
Eens de filter gewassen en gedroogd is, ga in omgekeerde volgorde te
werk om hem terug te plaatsen.
ONDERHOUD VAN DE KOOLSTOFFILTER ALLEEN VOOR
FILTERMODELLEN
Deze filter houdt de onaangename geuren tegen die ontstaan tijdens
het koken.
Het duurt lang voordat het koolstoffilter verzadigd raakt, maar dit is
afhankelijk van de manier van koken en van de frequentie waarmee
het vetfilter wordt gereinigd. Het is hoe dan ook nodig om het
patroon iedere vier maanden te vervangen. Het kan NIET gewassen of
geregenereerd worden.
Plaatsen of vervangen van de koolstoffilter
1. Haal de stekker van de kap uit het stopcontact.
2. Verwijder de vetfilters.
3. Plaats 2 koolstoffilters (één aan elke zijde van de carrousel),
bajonetsluiting.
4. Breng het vetfilter weer aan.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om te verwijderen.
DE LAMPJES VERVANGEN
De kap is uitgerust met een LED-verlichtingssysteem.
De LEDs garanderen een uitstekende verlichting en gaan meer dan 10
keer langer mee dan traditionele lampen. Bovendien, wordt tot 90%
energie bespaard.
Opmerking: Om een LED-lamp te vervangen, neem contact op met de
Klantenservice.
* Alleen bij bepaalde modellen