4. Condensor (aan de achterkant)
INSTALLATIE
• Raadpleeg de veiligheidsinstructies voorin dit
boekje.
• Haal het apparaat uit de verpakking.
• Verwijder de beschermdelen tussen de klep en het
apparaat.
• Zorg ervoor dat er minimaal 36 cm ruimte boven de
klep is, zodat de klep goed geopend kan worden.
• Voor een optimale werking van het apparaat en om
schade te voorkomen als de klep geopend wordt, dient
u een ruimte van minimaal 7 cm van de achterwand en
7 cm aan de zijkanten vrij te laten.
• Op die manier is er voldoende ventilatie mogelijk.
1. Thermostaatknop
2. Groen AAN-lampje
3. Rood lampje Snelvriezen
Met de thermostaatknop kunt u de binnentemperatuur van
het apparaat instellen. Het groene lampje geeft aan dat het
apparaat ingeschakeld is.
Het rode lampje geeft aan dat de snelvriesfunctie
geactiveerd is.
De knop Snelvriezen schakelt de snelvriesfunctie in en uit.
Inschakelen van het apparaat
• De temperatuur van het apparaat is in de fabriek
ingesteld om te functioneren bij de aanbevolen
temperatuur van -18°C.
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Het groene lampje gaat branden.
• Het rode lampje gaat ook branden, omdat de
temperatuur in het apparaat nog niet laag genoeg is om
voedsel in te vriezen. Het lampje gaat gewoonlijk binnen
zes uur na het inschakelen van de vriezer weer uit.
• Nadat het apparaat op de netvoeding is aangesloten en
als de optimale temperatuur is bereikt (dit duurt
ongeveer 1 uur als de klep niet wordt geopend), dient u
te controleren of de snelvriestoets niet geselecteerd is
(het rode lampje moet uit zijn).
Temperatuurinstelling
Selecteer de juiste temperatuur met de thermostaat. Om
de temperatuur van het apparaat te regelen gaat u als volgt
te werk:
• Draai de thermostaatknop op stand 1 voor een minder
koude bewaartemperatuur.
• Draai de thermostaatknop op voor het snel invriezen
van vers voedsel.
• Als de vriezer voor minder dan 1/3 gevuld is, wordt
geadviseerd om de thermostaat op de laagste stand in te
stellen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Pak het apparaat uit en controleer of het onbeschadigd is.
Als het apparaat beschadigd is, neem dan contact op met
de winkel waar u het apparaat heeft gekocht.
De verpakkingsmaterialen zijn 100% recyclebaar. Lever ze
in bij uw plaatselijke recyclingcentrum. Houd het
verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen om
verwonding of verstikking te voorkomen.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
• Plaats de in te vriezen
levensmiddelen niet direct
tegen de al ingevroren
levensmiddelen aan.
• Voor beter en sneller
invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine
pakjes te verdelen; dit zal ook
van pas komen bij het
gebruiken van het ingevroren
voedsel.
1. Druk ten minste 24 uur
voordat u verse
levensmiddelen in het apparaat gaat leggen op de
snelvriestoets. Bij apparaten zonder deze toets draait u
de thermostaat op .
2. Leg het in te vriezen voedsel in de vriezer en houd de
klep 24 uur gesloten. Schakel na afloop van deze
periode de snelvriesfunctie uit (indien aanwezig).
Klimaatklasse Omg. T. (°C) Omg. T. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110