Whirlpool Magic 1000 User Manual [NL]

3nl10052.fm5 Page 48 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT EERSTE WASPROGRAMMA ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE VOORBEREIDING VAN HET WASSEN WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN VLOEIBAAR BLEEKMIDDEL (HYPOCHLORIET) VERVEN WASPROGRAMMA VERWIJDEREN VAN HET FILTER AFVOEREN VAN RESTWATER ONDERHOUD EN REINIGING HET OPSPOREN VAN STORINGEN KLANTENSERVICE TRANSPORT EN BEHANDELING INSTALLATIE
3nl10052.fm5 Page 49 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.
Verwijderen van de verpakking en controle
Controleer na het uitpakken of de wasmachine niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in geval van twijfel niet. Neem contact op met de klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Houd het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) buiten bereik van kinderen, omdat deze een bron van gevaar kunnen vormen.
2.Verwijder de veiligheidsbeugels
De wasmachine is voorzien van veiligheidsschroeven om te voorkomen dat de interne onderdelen van het apparaat beschadigen tijdens transport.
wasmachine in gebruik neemt, moet u de transportschroeven verwijderen
“Installatie/Verwijderen van de transportschroeven”).
Voordat u de
(zie
3.Installeren van de wasmachine
Verplaats de machine zonder deze aan het bovenblad vast te pakken.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel en vlak staat (zie “Installatie / Afstellen van de pootjes”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie “Installatie/Aansluiten van de toevoerslang”).
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of ha ak hem met het elleboogstuk over de rand van een wasbak (zie “Installatie/Aansluiten van de afvoerslang”).
Als de wasmachine op een ingebouwd afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden gebracht door een bevoegd technicus en in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en actuele standaardveiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het opgenomen vermogen en de benodigde beveiliging staan op de binnenkan t van de de ur van het apparaat.
Het apparaat mag uitsluitend op het elektriciteitsnet worden aangesloten door middel van een stopcontact dat overeenkomstig de geldende verordeningen geaard is. Het is wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen of dieren die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat van het elektriciteitsnet voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de afkoppeling van het elektriciteitsnet via een tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens transport is beschadigd. Stel de Klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor de beschreven toepassingen in het huishouden worden gebruikt.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm Hoogte: 850 mm Diepte: 600 mm
49
3nl10052.fm5 Page 50 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
EERSTE WASPROGRAMMA
Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren. Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar, zoals aangegeven door het kringloopsymbool. Voor de verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te worden nageleefd.
2.Tips voor het besparen van energie
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de beste manier, door de trommel altijd zo veel mogelijk te laden.
Overschrijd de op de verpakking door de fabrikant aangegeven dosering wasmiddel niet.
De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer ­voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in het milieu te vermijden (afhankelijk van het model).
Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk vervuilde was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en energieverbruik door “Voorwas” niet te selecteren voor normaal vervuilde was.
Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel of laat ingedroogde vlekken weken voor het wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven wassen.
Bespaar energie door op 60° C te wassen in plaats van 90° C, of op 40° C in plaats van 60° C.
Bespaar energie en tijd door een hoge centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het watergehalte in de was wordt teruggebracht, voordat u een droogprogramma gaat gebruiken (voor wasmachines met een instelbare centrifugeersnelheid).
3.De verpakking en oude apparaten als afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare materialen. De wasmachine moet worden verwerkt in overeenstemming met plaatselijke afvalvoorschriften.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door voordat u dit afdankt, zodat de wasmachine niet meer bruikbaar is.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het apparaat wilt afdanken.
4.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen.
5.Algemene adviezen
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact en draai de kraan dicht wanneer de machine niet in gebruik is.
Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat van de elektriciteit voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een vochtige doek om de buitenkant van de wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de deur niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen worden door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de Klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden vervangen door een bevoegd technicus.
6.EG-Verklaring van overeenstemming
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en gedistribueerd in overeenstemming met de veiligheidseisen van de volgende EC Richtlijnen: 73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn 93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
50
3nl10052.fm5 Page 51 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Serviceplaatje (op de achterkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
Druk op de knop aan de binnenkant van de handgreep en trek eraan, om de deur te openen
Sluit de deur door hem stevig dicht te duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Filter (achter deksel)
8.
Verstelbare pootjes
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
Het wasgoed sorteren
1.
Het wasgoed sorteren naar...
• Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/ synthetische weefsels, wol, textiel dat met de hand gewassen moet worden.
•Kleur
Witte en bonte was scheiden. Was nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart.
• Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen voor betere wasresultaten en een optimale verdeling van de belading in de trommel.
• Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen: gebruik een speciaal programma voor zuiver scheerwol , gordijnen en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak. Gebruik het speciale programma voor de handwas. Was kleine stukken zoals kousen, riemen of stukken met haakjes (bijvoorbeeld. bh’s) in speciale katoenen waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.
2.Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
Behandeling van vlekken
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere organische stoffen worden normaal gesproken tijdens de enzymenfase van het wasprogramma verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken enz. voeg een vlekkenmiddel toe in het wasmiddelbakje van de lade of een bleekmiddel in de lade (afhankelijk van het model).
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf behandelen.
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de trommel. Volg de aanwijzingen voor beladingen op de programmakaart: Als de trommel te vol is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
3.
Sluit de deur.
51
3nl10052.fm5 Page 52 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en nabehandelingsproducten
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch, tere weefsels, wol).
Opmerking:
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van onoplosbare waterontharders in moderne fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet, de stukken schudden of borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine). Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld zijn met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen.
gebruik voor wol uitsluitend
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking met betrekking tot:
het soort vuil;
de belading:
volledig beladen trommel: volg de aanwijzingen van de fabrikant op;
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een volledige belading;
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag hieromtrent informatie bij het waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich te veel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot: grauw wasgoed, aanslag op de trommel, het waterreservoir en het verwarmingselement.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas” voor programma’s die deze extra functie hebben. In dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas gebruiken .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan het teken
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
“MAX”
.
Waterhardheid:
Waterhardheid
gebied
1 2 3 4
52
bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig
Technische
gegevens
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Graden Duitse
hardheid °dH
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
Graden Franse
hardheid °fH
0-12 12-25 25-37
meer dan 37
Clarke-schaal
°eH
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
3nl10052.fm5 Page 53 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
Vullen met wasmiddelen en nabehandelingsproducten
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij niet verder kan. De lade heeft, afhankelijk van het model, drie of vier bakjes.
2.
Vullen met wasmiddel:
Programma met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder voorwas
Wanneer u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, verwijder dan het gekleurde inzetstuk (indien
aanwezig, De schaalverdeling op het inzetstuk
vergemakkelijkt het doseren.
Wasverzachter en conditioners, niet meer dan het merkteken bakjes
Chloorbleekmiddel, niet meer dan het merkteken
Vlekkenmiddelen
Waterontharders (waterhardheid 4)
Stijfsel (in water opgelost)
3.
Sluit de wasmiddellade helemaal.
“C”
) en plaats het in het bakje.
“MAX”
“B”
).
“MAX”
(model met drie
(model met vier bakjes
“A”, “C”
).
A
B
C
Vloeibaar wasmiddel kan alleen worden gebruikt voor de hoofdwas in programma's zonder voorwas.
Stijven
Los het stijfsel op (poeder) of verdun het (vloeistof) in ongeveer één liter water in een bakje. Vul en sluit de machine, selecteer het programma “Spoelen en centrifugeren” en start de machine.
Giet het opgeloste stijfsel in het wasmiddelbakje zodra de machine begonnen is met vullen . Spoel het bakje meteen met ca. een halve liter water
VLOEIBAAR BLEEKMIDDEL (HYPOCHLORIET)
Er zijn twee manieren om vloeibaar bleekmiddel (hypochloriet) te gebruiken.
BELANGRIJK: In een wasmachine zonder een speciaal bakje voor
bleekmiddel kan alleen de voor-bleekmethode worden gebruikt (zie punt 2).
1.Traditionele manier:
Doe het bleekmiddel in het daarvoor bestemde bakje .
Doe wasmiddel in het daarvoor bestemde bakje .
Selecteer een programma en een temperatuur en start de wasmachine.
De wasmachine voegt beide producten automatisch op de juiste tijd aan het wasgoed toe. Het wasmiddel wordt toegevoegd tijdens de hoofdwas, het bleekmiddel tijdens de tweede koude spoelcyclus.
53
3nl10052.fm5 Page 54 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
2.Voor-bleekmethode:
Wasgoed met hardnekkige vlekken kan VOORGEBLEEKT worden in de machine voordat u een normaal wasprogramma uitvoert. Verdun hiertoe het bleekmiddel met ca. 1 liter water in een bakje buiten de wasmachine.
Voor machines met een temperatuurknop:
Draai de programmakeuzeknop op programma 4.
Draai de temperatuurknop op Min. Waarschuwing: bleken is alleen mogelijk bij een
koude was, anders kunnen uw wasgoed en uw machine beschadigd raken.
Voor machines zonder temperatuurknop:
Draai de programmakeuzeknop op programma 5.
Druk op de speciale functieknop “Koud wassen”
(indien aanwezig).
Waarschuwing: bleken is alleen mogelijk bij een koude was, anders kunnen uw wasgoed en uw machine beschadigd raken.
Giet het verdunde bleekmiddel in het bakje en start de machine.
Draai na het voorbleken een normale was, waarin ook wasgoed toegevoegd kan worden dat niet gebleekt hoeft te worden. Doe wasmiddel in het bakje en start een wasprogramma. Voor deze wasbeurt is een wasprogramma op een lagere temperatuur (bijvoorbeeld 40° C) meestal voldoende, vanwege het voor-bleken. Op die manier kunt u energie besparen.
Opmerking:
Bleekmiddel mag alleen gebruikt worden voor weefsels die daarvoor geschikt zijn.
VERVEN
De in de handel verkrijgbare producten bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixeermiddel en het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas daarna de machine met wasgoed.
Gebruik alleen producten die geschikt zijn voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven kunnen de kunststof en rubberen
onderdelen van de wasmachine gevlekt zijn.
54
3nl10052.fm5 Page 55 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
WASPROGRAMMA
Een programma kiezen:
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan open.
3.
4.
5.
6.
7.
Deurvergrendeling
Nadat het programma gestart is, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het programma.
Als de programmakeuzeknop op “Stop” gezet is of als de stroom uitvalt, wordt de deur na ongeveer één minuut ontgrendeld.
Open de deur in geval van een stroomstoring niet, omdat er dan heet water uit het apparaat kan stromen.
programmakeuzeknop
Zet de
temperatuurknop
Stel de
centrifugeersnelheidknop
Stel de Stel de extra
Door nogmaals Controleer of de deur goed gesloten is. Druk op de
Het indicatielampje gaat aan (indien aanwezig - afhankelijk van het model)
functies
op de knop te drukken
op het gewenste programma.
, afhankelijk van het model, in op de gewenste temperatuur.
, afhankelijk van het model, in op de gewenste centrifugeersnelheid.
in, indien gewenst, door de corresponderende knop in te drukken.
kan de extra functie weer uitgeschakeld worden.
“Aan/Uit”
-knop.
Einde programma
De programmakeuzeknop staat op de stoppositie.
1.
Druk op de
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door op de betreffende knoppen te drukken.
3.
Draai de waterkraan dicht.
4.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld (ongeveer één minuut).
5.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
N.B. Doe de deur niet helemaal dicht maar laat hem op een kier staan, om de trommel te laten drogen.
“Aan/Uit”
-knop. Het indicatorlampje gaat uit.
Programma wijzigen
1.
Druk op de
2.
Stel een nieuw programma in.
3.
Druk op de
Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
“Aan/Uit”
“Aan/Uit”
-knop. Het indicatorlampje gaat uit.
-knop. Het nieuwe programma wordt van voren af aan gestart.
Functies wijzigen
Er kunnen extra functies worden geselecteerd of gedeselecteerd zonder de wasmachine uit te zetten.
Programmaonderbreking of pauze
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden en vervolgens weer moet worden hervat:
1.
Druk op de
2.
Druk na de gewenste pauze nogmaals op de knop
“Aan/Uit”
-knop.
“Aan/Uit”
.
Het programma annuleren
Als het actuele programma voortijdig beëindigd en geannuleerd moet worden, moet het water eerst worden weggepompt voordat de deur mag worden geopend:
1.
Druk op de knop
2.
Zet de programmakeuzeknop op de programma-instelling
3.
Druk op de knop
“Aan/Uit”
“Aan/Uit”
om de wasmachine uit te schakelen.
“Afpompen”
om het programma
“Afpompen”
te starten.
.
55
3nl10052.fm5 Page 56 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
1.
Schakel het apparaat uit en laat het water weglopen (zie de volgende paragraaf “Afvoeren van restwater”).
2.
Open het deurtje van het filter met behulp van een muntstuk.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam naar links, zonder het helemaal los te schroeven (u kunt een combinatietang gebruiken om het losdraaien te vergemakkelijken).
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het naar rechts totdat het vergrendeld wordt.
10.
Giet 1/2 liter water in de wasmiddellade en controleer of het water niet uit het filter lekt.
11.
Sluit het deurtje.
Controleer het filter twee of drie maal per jaar, en reinig het indien nodig.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen als het water niet goed wordt afgevoerd of als het apparaat niet centrifugeert.
Verwijder het filter als de pomp geblokkeerd is door een of ander voorwerp (knopen, munten, veiligheidsspelden, etc.).
BELANGRIJK: Verzeker u ervan dat het water voldoende tijd heeft gehad om af te koelen, voordat het wordt afgepompt.
2
6
4
AFVOEREN VAN RESTWATER
1.
Zet de wasmachine uit.
2.
Haal de stekker uit het stopcontact.
3.
Haak de afvoerslang los van de achterkant van de machine (zie pijl A en B).
4.
Zet een bak die groot genoeg is naast de wasmachine.
Opmerking:
ongeveer één liter, maar er kan tot 20 liter water in de machine achterblijven als de machine gestopt wordt tijdens een programma, en zelfs 40 liter als de pomp geblokkeerd is.
5.
Leg de afvoerslang in de bak en laat het water eruit lopen.
Opmerking:
afvoert.
6.
Wacht tot al het water eruit gestroomd is.
7.
Sluit de afvoerslang weer aan op de achterkant van de wasmachine (zie pijl B); anders ontstaat er een risico van lekkage en kunnen de normale vul- en afvoerfuncties van de machine niet gegarandeerd worden.
8.
Plaats de afvoerslang met het elleboogstuk terug en bevestig hem.
Wanneer moet het restwater worden afgevoerd?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
• In een ruimte waarin de temperatuur soms onder het nulpunt zakt. Het is het beste om het water in dit geval na elke was af te pompen.
56
Na een normale afpompcyclus is het restwater
Zorg ervoor dat het water afgekoeld is voordat u het
3nl10052.fm5 Page 57 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen schuurmiddelen of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
Doseerbakje wasmiddel
1.
Maak de wasmiddellade los door de hendel in het voorwasbakje in te drukken en hem naar buiten te trekken.
2.
Verwijder de inzetstukken van het wasverzachtervak en de sifon van het chloorbleekmiddelvak (indien aanwezig, model met vier bakjes
3.
Spoel ze schoon onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de wasmiddellade terug op zijn plaats. Druk de sifon stevig op zijn plaats.
“A”
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer de vouw van de afdichting regelmatig op vreemde voorwerpen.
Filter
Controleer en reinig het filter twee of drie keer per jaar (zie “Verwijderen van het filter”).
).
A
57
A
B
3nl10052.fm5 Page 58 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
Filter van de waterslang Regelmatig controleren en reinigen.
Machines met een rechte watertoevoerslang “A”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.Haal het filter met de speciale tang uit de wasmachine en reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef de slangaansluiting weer op de machine.
8.
Open de de waterkraan en
lekken.
Machines met “Water Stop”-slang “B”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter.
4.
Schroef de Water Stop-slang weer op de kraan.
5.
Open de waterkraan en
lekken
controleer of de verbindingen niet
controleer of de verbindingen niet
58
3nl10052.fm5 Page 59 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine start niet en er brandt geen lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert (sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
Heeft u op de knop
de waterkraan open is gedraaid. Zo niet, op en de kraan en zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
de deur van het apparaat goed gesloten is (kinderbeveiliging);
er een programma geselecteerd en gestart is;
“Aan/Uit”
gedrukt.
De wasmachine blokkeert tijdens een programma.
Controleer of:
“Spoelstop”
De knop functie uit door nogmaals op de knop te drukken;
“Aan/Uit”
De druk nogmaals op de
is ingedrukt. Schakel deze
-knop per ongeluk is ingedrukt;
“Aan/Uit”
-knop.
De wasmachine krijgt geen of weinig water.
Controleer of:
De waterkraan helemaal open is;
Er knikken in de waterslang zitten;
Het filter van de waterslang verstopt is;
De waterslang bevroren is;
N.B: Zet het apparaat vervolgens uit en weer aan.
De wasmachine voert geen water af.
Controleer of:
De afvoerslang goed is aangesloten (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
Het filter verstopt is.
De afvoerslang bevroren is.
De knop “Spoelstop” ingedrukt is.
Er zitten resten van wasmiddel en nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
Controleer of:
De sifon goed geïnstalleerd en schoon is (zie “Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn (zie “Onderhoud en reiniging”. Controleer het filter regelmatig, twee of drie maal per jaar, en reinig het (zie “Verwijderen van het filter”).
Zie ook “Wasmiddel en nabehandelingsproducten” voor informatie.
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
Het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier de pootjes (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het absoluut noodzakelijk om de veiligheidsbeugels voor het transport te verwijderen (zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
Storing waterstop (afhankelijk van het model)
Wanneer het apparaat een waterlekkage opmerkt, werkt de pomp continu.
Schakel het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en verzeker u ervan dat de waterkraan dicht is.
De “Waterstop” kan veroorzaakt worden door:
1.
te veel schuim;
2.
een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om het verzamelde water van de onderkant van het apparaat weg te laten stromen. Vervolgens:
1.
sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2.
draai de kraan open,
3.
selecteer opnieuw het gewenste programma en druk op de knop
Belangrijk:
klantenservice met details over de storing (zie “Klantenservice”).
als de storing aanhoudt, bel dan de
Na afloop van het wasprogramma is het wasgoed niet of niet voldoende gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en correctiesysteem voor het geval de lading uit balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine wast (badmat, badjas enzovoort), is het mogelijk dat dit systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om het apparaat te beschermen of de centrifugeercyclus zelfs onderbreekt, als de lading ook na verschillende startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Als het wasgoed na het centrifugeren nog nat is, voeg dan kleinere stukken wasgoed toe en start het centrifugeerprogramma opnieuw.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid wasmiddel wordt gebruikt
Belangrijk:
veiligheidssysteem. Het programma wordt na een paar minuten onderbroken als één van de volgende gebeurtenissen zich voordoet:
geen watertoevoer;
geblokkeerde pomp.
Als de pomp geblokkeerd is, schakelt u het apparaat uit en maakt u de pomp schoon (zie “Het filter verwijderen”). Start het aparaat vervolgens opnieuw.
deze wasmachine is uitgerust met een
“Aan/Uit”
.
59
3nl10052.fm5 Page 60 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie “Het opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel dan de Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing.
het model.
het servicenummer (achter het woord “SERVICE”).
De servicesticker bevindt zich aan de binnenzijde van de deur.
uw volledige adres.
Uw telefoonnummer. Het telefoonnummer en het adres van de Klantenservice staat op het garantiebewijs. U kunt ook de dealer raadplegen bij wie u het apparaat heeft gekocht.
TRANSPORT EN BEHANDELING
Verplaats het apparaat nooit door het bij het werkblad vast te pakken.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Verwijderen van het filter”, “Afvoeren van restwater”).
5.
Monteer de transportbeugels (verplicht) (zie “Installatie”).
60
3nl10052.fm5 Page 61 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportschroeven
De wasmachine is voorzien van twee transportschroeven en een transportstang om te voorkomen dat de interne onderdelen van het apparaat beschadigen tijdens transport.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, MOET u de transportschroeven en de transportstang verwijderen.
De wasmachine is voorzien van twee transportschroeven en een transportstang.
1.
Verwijder de zwarte schroef
2.
Draai schroef schroevendraaier.
3.
Trek de transportstang er helemaal uit en verwijder hem door flink aan de rode handgreep te trekken.
Bewaar de schroeven en de stang voor toekomstig gebruik. Opmerking:
opnieuw voordat u het apparaat vervoert, door de bovenstaande stappen in de omgekeerde volgorde uit te voeren. Om de schroeven en de stang op de juiste manier te kunnen plaatsen moet het werkblad van de wasmachine verwijderd worden. Koppel de wasmachine eerst los van water en elektriciteit.
(B)
op de rode transportstang los met een
Bevestig de transportschroeven en de transportstang
Afstellen van de pootjes
Stel de pootjes bij als de vloer onregelmatig is (leg geen stukken hout e.d. onder de pootjes):
Stel de pootjes bij door ze met de hand aan te draaien, zodat ze alle vier goed de grond raken.
Als de wasmachine op een houten balkenvloer wordt geplaatst, zet het apparaat dan op een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik. Bevestig de plaat aan de vloer.
(A)
met een schroevendraaier.
(C)
61
3nl10052.fm5 Page 62 Wednesday, July 24, 2002 9:46 AM
Aansluiten van de watertoevoerslang
Voor modellen met rechte slang “A”
1.
Plaats het vuilfilter (dat al aan het uiteinde van de slang is bevestigd of bij de accessoires is opgenomen) op de schroefkraankoppeling.
2.
Schroef de toevoerslang zorgvuldig vast aan de kraan, bij voorkeur met de hand.
3.
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
4.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang te kort is, vervangt u deze door een drukslang van voldoende lengte (min. 1000 kPa min, conform de norm EN 50084).
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of scheuren en vervang hem indien nodig. De wasmachine kan zonder terugslagklep worden aangesloten.
Voor modellen met een “Water Stop”-slang “B”
Bij beschadiging van de slang moet u de wasmachine onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppelen.
1.
Draai de schroefdraadaansluiting met het geplaatste filter op de kraan.
2.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang niet lang genoeg is, vervang hem dan door een “Water Stop” slang met een lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de klantenservice of uw handelaar). Deze handeling mag uitsluite nd door een gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
Het apparaat een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De toevoerslang en de plastic doos van de wateraansluiting bevatten elektrische onderdelen.
dompel de plastic doos niet onder in water.
mag niet
worden aangesloten op de mengkraan van
Snijd de slang niet door en
A
B
Sluit de watertoevoerslang aan
Afvoerslang
Aansluiting van de afvoerslang op de waterafvoer.
1.
Haak de afvoerslang los van de linkerklem;
(A)
zie pijl
Belangrijk:
Maak de aansluiting van de afvoerslang NIET los; zie pijl verbranding door heet water) en de normale vul- en afvoerfuncties van de wasmachine kunnen dan niet gegarandeerd worden.
2.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak of badkuip. Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
3.
Min. afvoerhoogte: 60 cm. Max. afvoerhoogte (elleboogstuk): 90 cm.
4.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan een slang van hetzelfde type en zet de aansluitpennen vast met klemmen. Max. lengte van de afvoerslang: 2,5 m .
Belangrijk:
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
Neem maatregelen om te voorkomen dat de slang valt terwijl het apparaat werkt.
62
.
(B)
, want dit verhoogt het risico op lekkage (risico van
Loading...