NEDERLANDS Installatie Pagina 2 Gebruiksaanwijzing Pagina
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze handleiding bevat belangrijke informatie m.b.t. tot de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw nieuwe
kookplaat. Lees de informatie uit de handleiding aandachtig
door en bewaar de handleiding op een gemakkelijk
toegankelijke plaats om hem eventueel snel te kunnen
raadplegen.
Voorzorgsmaatregelen en adviezen
1. Deze kookplaat voldoet aan alle voorschriften
betreffende de veiligheid en de elektromagnetische
compatibiliteit.
Desondanks moeten dragers van PACEMAKERS uit de
buurt van dit huishoudelijk apparaat blijven. Wij
kunnen niet garanderen dat alle apparaten
(pacemakers) op de markt conform de voorschriften
zijn volgens welke deze kookplaat is getest en derhalve
kunnen wij niet verzekeren dat schadelijke
interferenties zonder meer voorkomen worden.
2. Verwerking van de verpakking: De verschillende
onderdelen van de verpakking mogen niet
terechtkomen in het milieu, maar moeten als afval
verwerkt worden volgens de plaatselijke
voorschriften.
3. Deze inductiekookplaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik. Elk ander gebruik is verboden.
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid
voor oneigenlijk gebruik.
4. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht
hebben gestaan of instructies met betrekking tot het
gebruik van het apparaat hebben ontvangen van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
5. Gedurende het gebruik bereiken de kookzones hoge
temperaturen: wees voorzichtig en houd kinderen uit
de buurt van het apparaat om verbrandingen en
brandwonden te voorkomen.
6. Als het oppervlak van de plaat beschadigd mocht
raken (barsten of breuk van het glas), gebruik het
apparaat dan niet meer en neem onmiddellijk contact
op met de klantenservice.
7. Eventuele reparaties of andere werkzaamheden
mogen uitsluitend door erkende vaklieden worden
verricht.
8. Deze kookplaat is voorzien van een thermische
beveiligingter voorkoming van het risico dat de
interne circuits van de plaat worden beschadigd door
hoge temperaturen veroorzaakt door externe
warmtebronnen (bijvoorbeeld een onder de plaat
geïnstalleerde oven). Als de temperatuur van de
elektronische circuits tot boven de veiligheidslimiet
mocht stijgen, dan treedt de thermische beveiliging in
werking en wordt de kookplaat automatisch
uitgeschakeld. Zo gauw de temperatuur binnen de
veiligheidswaarden terugkeert, kan de kookplaat weer
normaal gebruikt worden.
9. Verzeker u ervan dat de kookzones en de bodem van
de pannen droog zijn voordat u ze gaat gebruiken.
10. Leg geen metalen voorwerpen zoals keukengerei
(messen, vorke n, lepels, enz.), deksels en dergelijke op
de kookzones, deze zouden hierdoor heet kunnen
worden.
11. Houd bij het bereiden van gerechten met kokende
olie of vet de pan voortdurend in het oog; de olie kan
in brand vliegen. Als de olie in brand mocht vliegen,
nooit water gebruiken: schakel de kookplaat uit en
doe onmiddellijk een deksel op de pan; laat de pan
afkoelen op de kookzone. Voer de olie
overeenkomstig de geldende voorschriften af.
12. Draai de knop op het einde van de bereiding terug op
de stand “0”.
Voordat u de kookplaat in gebruik
neemt
Let op: als de pannen niet de vereisten
afmetingen hebben, werken de kookzones
niet.
Gebruik alleen pannen met het symbool
“INDUCTION SYSTEM” (afbeelding
hiernaast).
Voordat u de kookplaat inschakelt, eerst de pan op de
gewenste kookzone zetten.
Reeds aanwezige pannen:
OK NEE
Gebruik een magneet om te controleren of de pan
geschikt is om op de inductiekookplaat te worden
gebruikt: als de pannen de magneet niet aantrekken, zijn
ze niet geschikt.
1. Controleer of de bodem van de pannen niet ruw is en
zo krassen in het oppervlak van de kookplaat zou
kunnen maken. Controleer het keukengerei.
2. Zet geen lege pannen op de kookplaat, met name als
het geëmailleerde of aluminium pannen betreft. De
bodem van de pannen en het oppervlak van de
glaskeramische plaat zouden kunnen worden
beschadigd.
Aanbevolen diameter panbodem
XL
Ø
26 cm
Ø
L
21 cm
Ø
17 cm 26 cm
Ø
14 cm 21 cm
Ø
M
18 cm
Ø
S
14,5 cm
16 cm
BEWAAR DEZE HANDLEIDING
20
Ø
12 cm 18 cm
Ø
9 cm 14,5 cm
16 cm
INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het apparaat moet geïnstalleerd worden door een
gekwalificeerd technicus die volledig op de hoogte is van
de geldende veiligheids- en installatievoorschriften. De
fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsel
aan personen of dieren of schade aan voorwerpen die het
gevolg is van het niet naleven van de voorschriften uit dit
hoofdstuk.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Belangrijk!
• De elektrische aansluiting van de kookplaat moet tot
stand gebracht worden voordat u de oven aansluit op
het elektriciteitsnet.
• De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
• Zie voor de elektrische aansluiting uitsluitend de
instructies in de volgende paragraaf; kijk niet naar de
aansluitingen die op de onderkant van de kookplaat
staan vermeld.
Aansluiting van de kabel op het
klemmenblok
1. Draai de schroeven van het klemmenblok los en
verwijder de tijdelijke verbindingsdraden.
4. Verwijder het deksel van het klemmenblok (A) door
de schroef los te draaien en steek het deksel in het
scharnier (B) van het klemmenblok. Sluit het deksel
(C) en schroef het vast op het klemmenblok.
Aansluiting van de oven
WAARSCHUWING
Sluit de oven niet op de netvoeding aan
voordat u klaar bent met het aansluiten van
de kookplaat.
• Controleer voordat u de oven op de netvoeding aansluit
of het model van de kookplaat vermeld staat op het
bijgeleverde combinatieschema kookplaat/oven.
• Sluit de connectors van de kookplaat (E) aan op de
connectors van de oven (D), waarbij de kleuren en de
uitlijning van de geleiders van de behuizing, die zichtbaar
zijn bovenop de connectors, met elkaar overeen
moeten komen.
• Breng de verbinding tot stand door de connectors
helemaal naar binnen duwen, ervoor zorgend dat het
lipje op zijn plaats klikt.
• Draai de moer van de aardschroef (K) op de
bovenste behuizing van de oven los en steek de geen/
groene aardkabel erin, terwijl u de sluitring op zijn plaats
laat. Draai de moer weer op de schroef en draai hem zo
ver mogelijk vast.
2. Sluit de draden op het klemmenblok aan zoals
aangegeven in onderstaand aansluitschema.
Legenda:
- R = bruin
- S = bruin
- E = geel/groen
- N = blauw
- N = blauw
3. Bevestig het snoer met de kabelklem in
overeenstemming met de zwarte beschermende huls.
• Groepeer de eerder aangesloten kabels weer en dek ze
af met het metalen deksel (F). Let erop dat de kabels
niet klem komen te zitten onder het deksel.
• Draai de twee schroeven (G) vast om het bij de oven
geleverde metalen deksel vast te zetten.
21