Whirlpool AWT 5108, AWT 6124, AWT 6124/1, AWT 6104, AWT 5128 PROGRAM CHART [nl]

INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT EERSTE WASPROGRAMMA ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE VOORBEREIDING VAN HET WASSEN WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN PROGRAMMAKEUZE REINIGEN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN AFVOEREN VAN HET RESTWATER ONDERHOUD EN REINIGING HET OPSPOREN VAN STORINGEN KLANTENSERVICE TRANSPORT EN BEHANDELING
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verwijder de verpakking en controleer
Snijd de krimpfolie open en verwijder hem.
a.
Verwijder het bovenste beschermdeel en de
b.
beschermende hoeken. Verwijder het beschermdeel aan de onderkant
c.
door de wasmachine schuin te zetten op een van de achterste hoeken. Open de afsluitklep door deze licht neer te drukken
d.
terwijl u de handgreep omhoog beweegt. Verwijder het polystyreen kussen. Verwijder de blauwe beschermfolie van het
e.
bedieningspaneel (afhankelijk van het model). Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in geval van twijfel niet. Neem contact op met de klantenservice of uw plaatselijke leverancier. Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen, enz.) buiten bereik van kinderen; dit kan gevaarlijk zijn.
2.De transportsteun verwijderen
De wasmachine is uitgerust met
transportschroeven en een transportsteun om schade tijdens het vervoer te voorkomen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, moet u de transportsteun verwijderen
“Installatie/De transportsteun verwijderen”).
(zie
3.Installeer de wasmachine
Plaats de wasmachine op een vlak en stabiel
vloeroppervlak.
• Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel en vlak staat (zie “Installatie/De pootjes afstellen”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie “Installatie/De watertoevoerslang aansluiten”). Watertoevoer: Uitsluitend koud water
Waterkraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met
de “U”-bocht aan de rand van een wasbak of badkuip (zie “Installatie/De waterafvoerslang aansluiten”). Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
gebracht worden door een bevoegd technicus en in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en de geldende standaardveiligheidsvoorschriften. De technische gegevens (voltage, netvoeding en
zekeringen) zijn vermeld op het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine. De wasmachine mag uitsluitend worden
aangesloten door middel van een stopcontact met een aardaansluiting in overeenstemming met de geldende voorschriften. De wasmachine moet volgens de wet geaard zijn. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften. Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten. Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert. Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn. Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice op de hoogte. Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen. De wasmachine moet aangesloten worden op een
effectief aardstation, in overeenstemming met de geldende voorschriften. Wasmachines die geïnstalleerd zijn in ruimtes waar tevens een douche of bad is, moeten in het bijzonder beschermd worden door een differentiaal reststroomapparaat van tenminste 30 mA. Het aarden van de wasmachine is verplicht gesteld door de wet. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften. De wasmachine mag alleen gebruikt worden voor
de voorgeschreven huishoudelijke doeleinden.
Afmetingen:
Breedte: 400 mm Hoogte: 900 mm Diepte: 600 mm
54
EERSTE WASPROGRAMMA
Wij bevelen het aan om de eerste wasbeurt met een lege trommel te doen. Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
Draai de kraan open.
1.
Sluit de kleppen van de trommel.
2.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel .
3.
Kies een kort programma (zie de programmakaart).
4.
Druk op de
5.
“Aan/Uit”
-knop.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar en
draagt het recyclage-symbool . Voor de verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te worden nageleefd.
2.Tips voor het besparen van energie
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de
beste manier, door de trommel altijd zo veel mogelijk te laden.
Overschrijd de op de verpakking door de
fabrikant aangegeven dosering wasmiddel niet. De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer -
voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in het milieu te vermijden.
Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk bevuilde
was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en tussen 5 en 15% energieverbruik door “Voorwas” niet te selecteren voor normaal bevuilde was. Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel
of maak ingedroogde vlekken nat voor het wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven wassen. Bespaar energie door op 60°C te wassen in
plaats van 90°C, of op 40° C in plaats van 60°C. Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het watergehalte in de was wordt teruggebracht, voordat u een droogprogramma gaat gebruiken (voor wasmachines met een instelbare centrifugeersnelheid).
3.De verpakking en oude apparaten als afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden verwerkt als afval in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften. Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u het afdankt, zodat de wasmachine niet meer aangesloten kan worden. Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
4.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of
in de machine klimmen.
5.Algemene adviezen
Laat de wasmachine niet aangesloten op het
elektriciteitsnet wanneer u hem niet gebruikt. Draai de kraan dicht. Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat van het elektriciteitsnet voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert. Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de wasmachine schoon te maken. Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de afsluitklep niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen worden
door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de Klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden vervangen door een bevoegd technicus.
6.EC Verklaring van overeenstemming
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de veiligheidseisen van EC Richtlijnen: 73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn 93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
55
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
Afsluitklep
1.
Doseerbakje wasmiddel
2.
Kleppen van de trommel
3.
Om de trommel te openen duwt
u tegen de kleine klep en houdt u de grote klep vast.
Pomp en filter voor vreemde
4.
voorwerpen Servicesticker (achter het deurtje
5.
van het filter voor vreemde voorwerpen)
Hendel (afhankelijk van het
6.
model)
De wasmachine verplaatsen:
trek de hendel met de hand een beetje naar buiten en trek hem met de voet verder uit tot hij niet verder kan.
Verstelbare pootjes
7.
1
2
3
4
5
7
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
Het wasgoed sorteren
Het wasgoed sorteren naar
1.
• Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/ synthetische weefsels, wol, textiel dat met de hand gewassen moet worden.
• Kleur
Witte en bonte was scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.
• Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen voor betere wasresultaten en een optimale verdeling van de belading in de trommel.
56
• Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen: gebruik een speciaal programma voor zuivere scheerwol , gordijnen en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak. Gebruik het speciale programma voor de handwas. Was kleine stukken zoals kousen, riemen of stukken met haakjes (bijvoorbeeld bh's) in speciale katoenen waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.
Maak zakken leeg
2.
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir beschadigen. Sluitingen
3.
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
6
Behandeling van vlekken
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal gesproken tijdens de enzymenfase van het wasprogramma verwijderd. Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. een vlekkenmiddel toe in het wasmiddelbakje van de lade of een chloorbleekmiddel (afhankelijk van het model). Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
Wasgoed in de machine doen
Doe de klep van de wasmachine open.
1.
Open de trommel door tegen de kleine klep te duwen
2.
en de grote vast te houden. Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel
3.
zonder ze aan te drukken. Volg de aanwijzingen voor beladingen op de “programmakaart”: Als de trommel te vol is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
4. Doe de kleppen van de trommel dicht en controleer of ze goed vergrendeld zijn.
Verven en bleken
De in de handel verkrijgbare producten bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en zout. Doe de kleurstof, het fixeermiddel en vervolgens het zout rechtstreeks in de lege trommel. Laad het wasgoed pas daarna.
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die worden
aanbevolen voor wasmachines. Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de plastic en
rubberen onderdelen van de wasmachine gekleurd en gevlekt zijn.
Stijven
Het stijfsel (poeder of de vloeistof) oplossen/
verdunnen in ongeveer één liter water, buiten de wasmachine in een kleine houder. Vul de wasmachine, sluit de kleppen van de trommel en giet het opgeloste stijfsel direct op de trommel. Sluit vervolgens de wasmachine, kies het programma “Spoelen + centrifugeren” en start de machine.
1
2
3
57
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en nabehandelingsproducten
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
tere weefsels, wol).
Opmerking:
speciale wasmiddelen. de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
• Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van onoplosbare waterontharders in moderne fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet, schud of borstel de stukken dan of gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor apparaten voor huishoudelijk gebruik. Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw wasmachine kunnen aantasten. Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, wasbenzine enz.). Was geen textiel dat behandeld is met opslosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine.
gebruik voor wol uitsluitend
WATERHARDHEIDSGRAFIEK
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking met betrekking tot:
het soort vuil;
de belading;
volledig beladen trommel: volg de
-
aanwijzingen van de fabrikant op; halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor
-
een volledige belading; kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
-
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen. Als zich teveel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot: grauw wasgoed, restanten in de trommel, het waterreservoir en het verwarmingselement.
Wanneer u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan het teken Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
“MAX”
.
WATERHARDHEIDS-
CATEGORIE
1 2 3 4
58
KENMERKEN DUITS
°dH
zacht
medium
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
FRANS
°fH
0-12 12-25 25-37
meer dan 37
ENGELS
°eH
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
Loading...
+ 11 hidden pages