Whirlpool ARC 6676/IX, ARC 5421, ARC 7510/IX, ARC 5522/IX, ARC 7632 INSTRUCTION FOR USE [nl]

...
Page 1
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN INSTALLATIE BEWAREN VAN LEVENSMIDDELEN IN HET
(AFHANKELIJK VAN HET MODEL) INVRIEZEN VAN VERSE
VOEDINGSMIDDELEN REINIGING EN ONDERHOUD OPSPOREN VAN STORINGEN KLANTENSERVICE
36
Page 2
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
1.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld.
2.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de e lektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften
4.
Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Europese richtlijnen 90/128/EEG, 02/72/EEG en EG nr. 1935/2004.
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
37
Page 3
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van de koelkast of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte aan beide zijden en boven het apparaat vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing van het apparaat of in de omkasting vrij van enige obstakels.
Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de koelkast niet.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant van de vriesvakken voor diepvriesproducten, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
38
Page 4
INSTALLATIE
Plaats
Zet het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats. Zorg ervoor dat het apparaat horizontaal staat. Stel de voetjes aan de voorkant zo nodig bij.
Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron.
Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de voedingskabel staat.
Controleer of de ventilatie-openingen van de koelkast of van de omkasting niet verstopt zijn. Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 1 cm aan beide zijkanten en van ongeveer 5 cm boven het apparaat vrij.
Enkele modellen hebben uitstekende zijwanden waardoor zij rechtstreeks tegen de wand erachter kunnen worden geplaatst. Monteer anders afstandstukken (indien bijgeleverd) op de bovenkant van de condensator, die op de achterkant van het apparaat zit. Houd een afstand van 4,5 cm tussen het apparaat en de wand, als de afstandstukken niet zijn bijgeleverd.
Reinig de binnenkant (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”)
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Verwijder het blokkeersegment van de compressor (niet op alle modellen).
Elektrische aansluiting
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning.
Als de stekker en het stopcontact niet van hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan vervangen door een gekwalificeerd technicus
Het apparaat is veilig als het op een geaard stopcontact is aangesloten. De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
BEWAREN VAN LEVENSMIDDELEN IN HET KOELVAK
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding. A Gekookt voedsel B Vis, vlees C Groente en fruit D Flessen EBoter FZuivelproducten
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van het koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders. Het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan condensvorming veroorzaken op het glazen schap van de onderste lade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het apparaat niet.
39
Page 5
EXTRA SCHAP (afhankelijk van het model)
De koelkast heeft een extra metalen rooster dat uitstekend geschikt is voor het bewaren van flessen.
Om het te gebruiken, moet het worden uitgetrokken in de
positie die op de afbeeldingen wordt aangegeven.
Wanneer het niet wordt gebruikt, kunt u het opklappen en naar
achteren duwen.
Om het schap te verwijderen, de vergrendelingen aan de
zijkanten (indien aanwezig) verschuiven zoals op de
afbeelding, en het schap naar u toe trekken.
Na het extra schap weer geplaatst te hebben, de
vergrendelingen aan de zijkanten in de oorspronkelijke positie
schuiven.
VERSCHUIFBARE SCHAPPEN VAN GLAS (afhankelijk van het model)
De koelkast heeft verschuifbare schappen van glas, die het gemakkelijker maken de voedingsmiddelen die achteraan op het schap, of op de laagste schappen geplaatst zijn, te bereiken.
De schappen zijn gemaakt van sterk, getemperd glas.
De randen van het schap voorkomen het wegdruppelen van
eventueel gemorste vloeistoffen naar andere vakken.
Voor enkele modellen is de maximale belading van het glazen
schap aangegeven ( )
1
2
3
1
Wijziging van de positie van de schappen:
In deze koelkast is het mogelijk de positie van de schappen aan te passen aan uw wensen.
Om het schap te verwijderen, trekt u het naar buiten tot aan
de aanslag.
Houd de vergrendelingen naar beneden ingedrukt zoals
wordt geïllustreerd op het detail van de afbeelding, en trek
het schap naar buiten totdat het loskomt. De vergrendelingen
kunnen apart worden ingedrukt.
Trek de pennen naar buiten om de geleiders weg te halen.
Verwijder de geleiders zoals op de afbeelding en breng ze op de
gewenste positie aan.
Bij het plaatsen van de geleiders moet de richting van de
aanduiding “ ” die in de geleider gegraveerd is, in acht
worden genomen.
Plaats daarna het schap op de geleiders.
40
V
2
3
4
5
Page 6
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK (AFHANKELIJK VAN HET MODEL)
De vriezer van de “No-Frost” apparaten wordt geheel automatisch ontdooid. Bij de andere apparaten raden wij u aan om het vriesvak een of twee maal per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de wanden ongeveer 3 mm dik is geworden. Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
Sluit het apparaat af van het elektriciteitsnet (ook het koelvak wordt uitgeschakeld).
Haal de levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze in papier en bewaar ze samen op een koele plaats of in een draagbare koelkast.
Verwijder het ijsbakje.
Verwijder de laden.
Trek het afvoerkanaal voor dooiwater uit het onderste de el van het vriesvak.
Laat de deur van het vriesvak open. Plaats een lage bak onder het afvoerkanaal om het dooiwater op te vangen.
Reinig de koelkast met een vochtige spons met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Sluit het apparaat weer aan op het elektriciteitsnet.
Zet het afvoerkanaal weer in de betreffende behuizing en zet de korven weer terug.
Opmerking:
Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen om het ijs te verwijderen; verwarm het koelvak niet op kunstmatige wijze. Eventuele beschadigingen die ontstaan door het gebruik van deze voorwerpen worden niet door de garantie gedekt.
door de temperatuurtoename tijdens het ontdooien kan de bewaarperiode van de ingevroren levensmiddelen verkort worden.
41
Page 7
INVRIEZEN VAN VERSE VOEDINGSMIDDELEN
In het vriesvak kunnen levensmiddelen worden ingevroren. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden
ingevroren bij een omgevingstemperatuur van +25°C, is aangegeven op het typeplaatje.
Ga als volgt te werk:
Wikkel het voedsel en verzegel het in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking, polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken.
Zet de levensmiddelen in het bovenste vak en laat v oldoende ruimte rondom de pakjes, zodat de lucht kan circuleren. Om het invriezen te versnellen en de capaciteit van het vak te vergroten, kunnen de bovenste korf en de lade met de koudeaccu's (indien aanwezig) worden weggehaald. Plaats het al ingevroren voedsel in de andere laden en het voedsel dat nog bevroren moet worden direct op het koelrooster.
Opmerking:
Bij stroomuitval behoudt het vriesvak gedurende ongeveer 12 uur de juiste temperatuur voor het bewaren van levensmiddelen.
Maak bij stroomuitval de deur van het vriesvak niet open. Op deze wijze blijft de lage bewaartemperatuur zo lang mogelijk behouden.
Voor de modellen met koudeaccu's kan deze tijd oplopen tot 18-24 uur.
Conserveringstijd voor ingevroren verse levensmiddelen.
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse,
ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden. Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het
product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er
vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in
isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak.
Als het diepvriesproduct geheel of gedeeltelijk ontdooid is, mag
het niet opnieuw worden ingevroren, maar moet het binnen
24 uur worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een
minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten dienen altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op het plankje
boven de bovenste lade, zoals op de afbeelding is weergegeven.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is
vastgevroren, geen puntige of scherpe voorwerpen om het los
te maken.
42
Page 8
TABEL VOOR DE CONSERVERING V AN VOEDINGSMIDDELEN
De conserveringstijden variëren op grond van de kwaliteit van het voedsel, het gebruikte type ver pakking of omhulsel (bestand tegen vocht en stoom) en van de conserveringstemperatuur (die -18°C dient te zijn).
VOEDINGSMIDDELEN EN CONSERVERINGSTIJDEN
Fruit
Geconcentreerd vruchtensap
Fruit (in het algemeen) 8 tot 12 maanden Citrusvruchten en vers sap 4 tot 6 maanden
GROENTEN
Commerciële diepvriesproducten
Zelf ingevroren voedsel 8 tot 12 maanden
VLEES
Saucijzen 4 weken of minder Hamburgers 1 maand Rundvlees, kalfsvlees,
lamsvlees
Braadvlees
Rundvlees 6 tot 12 maanden Lams- en kalfsvlees 6 tot 12 maanden Varkensvlees 4 tot 8 maanden Verse saucijzen 1 tot 2 maanden
Biefstukken en vleeslapjes
Rundvlees 8 tot 12 maanden Lamsvlees, kalfsvlees,
varkensvlees
Vis
Kabeljauw, schol, tong 6 maanden Zalm 2 tot 3 maanden Makreel, baars 2 tot 3 maanden Gepaneerde vis (gekocht) 3 maanden Weekdieren, oesters 3 tot 4 maanden Gekookte vis, krab 3 tot 4 maanden Rauwe garnalen 12 maanden
GEVOGELTE
Kip of kalkoen (heel of in stukken)
Eend en gans 6 maanden Orgaanvlees 2 tot 3 maanden Gevogelte in saus bereid 6 maanden Vleeslapjes (zonder jus) 1 maand
Stoofvlees
Vlees, gevogelte en vis 2 tot 3 maanden
12 maanden
8 maanden
2 tot 3 maanden
2 tot 4 maanden
12 maanden
ZUIVELPRODUCTEN
Boter 6 tot 9
maanden
Margarine 12 maanden
Kaas
Camembert, mozzarella, smeerkaas
Roomkazen niet invriezen Brie, Emmenthal, Zwitserse
kaas, enz. (het invriezen kan de structuur
van de kaas wijzigen)
IJs, vruchtensap, melk 12 maanden
Eieren
(Voeg suiker of zout toe aan eidooiers of hele, geklopte eieren)
Heel (geklopt), eiwit, eierdooier
3 maanden
6 tot 8 maanden
12 maanden
OVENPRODUCTEN EN BROOD
Gegist brood en broodjes 3 maanden Ongebakken brood 1 maand Croissants 3 maanden Taarten (niet geglazuurd) 2 tot 4 maanden Taarten (geglazuurd) en
koekjes Vruchtentaart 12 maanden Koekjesdeeg 3 maanden Taartdeeg 4 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
43
Page 9
REINIGING EN ONDERHOUD
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, voordat u met reinigingswerkzaamheden gaat beginnen.
Reinig de binnenkant van het vriesvak tijdens het ontdooien.
Reinig het koelvak geregeld met een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel. Spoel en droog het apparaat met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig de buitenkant met een zachte, vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddelen of schuursponsjes, noch vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen), of azijn.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid. Enkele modellen hebben een afvoergat. Reinig de binnenkant van het afvoergat van het dooiwater regelmatig met behulp van het bijgeleverde gereedschap. Deze voorzorgsmaatregel garandeert een constante en correcte afvoer van het dooiwater.
• Reinig de condensator (radiator) aan de achterkant van het apparaat en de sokkel geregeld met een stofzuiger of een borstel.
Als u de vriezer voor langere tijd niet gebruikt
1.
Maak het vriesvak en het koelvak leeg.
2.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3.
Ontdooi het vriesvak, reinig en droog beide vakken.
4.
Laat de deur open om te voorkomen dat er onaangename geuren ontstaan.
Antibacterieel filter
maximale hygiëne in de koelkast dankzij de voortdurende zuivering van de circulatielucht. Het filter moet na 6 maanden worden vervangen.
1.
Verwijder het filter en de filterhouder.
2.
Vervang het filter en monteer de filterhouder weer.
Opmerking:
dit type filter is verkrijgbaar bij onze Klantenservice.
Sommige geluiden zijn normaal als de koelkast in werking is.
(afhankelijk van het model) garandeert de
44
Page 10
OPSPOREN VAN STORINGEN
Defect Mogelijke oorzaak Oplossing
Controleer het elektrisch systeem. Controleer of de stekker goed in het stopcontact is gestoken. Bij stroomuitval. Laat het defect repareren door een elektricien.
Vervang de zekering (veiligheidsinrichting). Stel de temperatuur in op de stand die door de
fabrikant is aangegeven. Controleer of de deuren goed sluiten.
Controleer of de deurafdichtingen niet beschadigd zijn.
Zet de thermostaatknop op de stand die door de fabrikant is aangegeven.
Controleer of het apparaat dicht bij een warmtebron is geïnstalleerd.
Ontstop de afvoer. (De afvoer bevindt zich boven de compressor of in het midden van de afvoergoot van de koelkast).
De levensmiddelen mogen de wanden van de koelkast niet raken.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet. Verwijder het lampenkapje. Controleer het lampje en vervang het zo nodig door een nieuw exemplaar. Gebruik geen lampjes van meer dan 15W. Bij enkele modellen worden speciale lampjes gebruikt. De aanwijzingen voor de vervanging van het lampje vindt u in de tabel.
Controleer of het apparaat waterpas staat (zie de referenties aan de voorzijde voor het afstellen)
Controleer of het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan staat.
Dit is normaal.
Dit is normaal – zo wordt condensvorming voorkomen.
1. Het apparaat werkt niet
2. De temperatuur in de vakken is te hoog
3. Er staat water op de bodem van het koel- of vriesvak (afhankelijk van het model).
4. De binnenverlichting werkt niet
5. Het apparaat maakt te veel lawaai.
6. Lawaai
7. De voorste rand van de koelkast voelt warm aan
Is de stroom uitgevallen?
Is de zekering (veiligheidsinrichting) doorgebrand?
Staat de thermostaatknop misschien ingesteld op “Off” of “0”?
Sluiten de deuren wel goed gesloten of dicht de pakking wel goed af?
Staat de thermostaatknop op de goede stand?
Is het apparaat correct geïnstalleerd?
Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt?
Zijn de levensmiddelen wel correct in het apparaat geplaatst?
Is de stroom uitgevallen? Zie punt 1.
Is het lampje doorgebrand?
Is het apparaat correct geplaatst?
Worden de geluiden veroorzaakt door de expansie van het koelcircuit?
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (zie “Opsporen van storingen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje in het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking: De openingsrichting van de deur kan worden gewijzigd. Als de deur door onze Klantenservice wordt omgekeerd, wordt dit niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
45
Loading...