Belangrijk
Voordat u de gashaard plaatst en in gebruik neemt, is het zaak deze instructies zorgvuldig te lezen. Bewaar ze!!!
Bij de constructie van onze kachels hebben wij niet alleen de grootste aandacht besteed aan uitvoering en
uiterlijk, maar ook aan een maximale gebruiksvriendelijkheid en bedrijfszekerheid.
Wij hebben er dan ook het volste vertrouwen in dat u jarenlang plezier zult hebben van de door u gekozen
gaskachel.
2. INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN
2.1 Technische aanwijzingen.
-Controleer of de kachel voor de juiste gassoort geleverd is (dit is aan gegeven op het typeplaatje)
-Controleer of de gasdruk juist is (dit is aangegeven op het typeplaatje)
-De verbrandingslucht wordt uit de ruimte gehaald zorg daarom voor voldoende ventilatie.
-Deze haard mag nooit geplaatst worden in mechanisch geventileerde woningen
-De verbrandingsgassen dienen door een daarvoor geschikt afvoer kanaal afgevoerd te worden
-De kachel dient geplaatst aangesloten en gecontroleerd te worden door een erkend gas technisch
installateur.
-Instelwaarden veranderen en overige aanpassingen mogen alleen gebeuren door een erkend
installateur en alleen volgens de voorschriften.
-Het toestel dient geplaatst te worden in een onbrandbare nis.
-Indien u gebruikt maakt van een bestaand rookkanaal plaatst u minimaal 1 meter roestvast stalen buis
van rond 100 mm op de kachel.
-Laat uw schoorsteen kanaal te allen tijde voor plaatsing van de gashaard vakkundig reinigen.
-Houd u aan de geldende algemene gasinstallatie voorschriften.
-Inbouwmaten hoogte 511 breedte 660 diepte 323
-Bij het inbouwen van het toestel dient er ongeveer 2 cm ruimte tussen de inbouwkast en de schouw te
zitten.
-Het toestel dient volgens de geldende lokale en regionale voorschriften geplaatst te worden.
2.1.1 Schoorsteen.
Wanneer aan de schoorsteen een kolen of oliekachel heeft gebrand laat het schoorsteen kanaal dan eerst
vakkundig reinigen hoewel een gaskachel kan werken met een geringe schoorsteen trek adviseren wij een
jaarlijkse controle van de schoorsteen op eventuele verstoppingen enz.
3
2.2 Installeren van de kachel.
Verwijder de verpakking.
1 Verwijder de twee schroeven achter de bedieningsdeur (zie fig. 1) en het glasraam eraf beuren.
2 Verwijder de vier schroeven van de sierlijst en de sierlijst wegnemen (zie fig. 2)
Fig.1 Fig.2
3 Verwijder de twee schroeven van het schoorsteen aansluitstuk en schuif de plaat uit de rails (zie fig. 3).
4 Monteer de flexibele buis aan het aansluitstuk.
5 Plaats de kachel nu in de ombouw en schuif het schoorsteen aansluitstuk weer op zijn plaats.
Fig. 3
6 Maak nu de gasaansluiting volgens de voorschriften (zie gasaansluiting)
7 Controleer alle gasaansluitingen op gasdichtheid gebruik hiervoor zeepwater of een gaslek detector
8 Monteer nu de ontvanger van de afstandsbediening ( zie afstandsbediening)
9 Plaats nu de sierlijst
10 Plaats de houtset (zie plaatsen van de houtset)
11 Plaats het glasraam denk eraan het glas niet aan te raken omdat vingerafdrukken niet meer te verwijderen
Zijn als de kachel eenmaal heeft gebrand.
4
2.3 Aansluiten van de schoorsteen.
De gashaard is standaard voorzien van een open trekonderbreker met valwindafleider.
Gebruik voor de verbinding vanaf het toestel tot schoorsteenkanaal corrosievast materiaal.
De binnendiameter van de pijp moet minimaal 100mm zijn.
De aansluiting van het toestel op het schoorsteenkanaal dient deugdelijk en lekkagevrij te zijn.
2.4 Aansluiting van de gasleiding.
In de gasleiding voor het regelblok dient een goedgekeurde gaskraan van 3/8”geplaatst te worden makkelijk
bereikbaar.
De aansluiting op het gasblok is 3/8”.
Na aansluiting van de gasleiding het geheel met zeepwater of een gaslekdetector controleren.
Voorkom tijdens montage van de gasleiding spanningen op het gasblok
2.5 Onderhoud.
Om de veiligheid en de goede werking van de kachel te kunnen garanderen dient de kachel jaarlijks door een
erkend vakman gecontroleerd en gereinigd te worden.
Het brandergedeelte de waakvlam en de verbrandings kamer.
Het keramisch glas kan gereinigd worden met een speciaal schoonmaakmiddel voor keramische kookplaten.
Indien een houtblok stuk is dient deze vervangen te worden.
Indien er sprake is van een barst in de ruit of als de ruit gebroken is dien deze vervangen te worden alvorens de
gashaard weer in gebruik mag worden genomen.
Let op bij het terug plaatsen van de houtblokken dat ze weer in de juiste positie worden geplaatst (zie plaatsen
houtset).
2.6 TTB.
Dit toestel is standaard voorzien van een open trekonderbreker, valwindafleider en een thermische terugslag
beveiliging (TTB).
2.7 Houtset .
Vul eerst de branderplaat met de bijgeleverde korrels (zie fig. 4a).
Let op nooit meer korrels gebruiken dan de bijgeleverde hoeveelheid.
Plaats nu de houtblokken volgens fig. 4b en 4c.
Let op dat bij het plaatsen van de houtblokken geen blok op de waakvlam geplaatst wordt.
Denk er wel aan dat de blokken exact volgens het voorbeeld geplaatst worden om de vlammen zo min mogelijk
af te dekken en zo verstoring van het vlambeeld of roeten te voorkomen.
Zorg er voor dat het glasraam goed gesloten wordt alvorens de kachel aan te steken.
5
Fig. 4a
Fig. 4b
Fig. 4c
6
2.8 Afstandsbediening.
Plaats de ontvanger van de afstandsbediening links onderin het toestel voordat u de sierlijst plaatst ( fig. 6 ).
Schuif de kabel tussen de buitenmantel en de bodem plaat van de verbrandingskamer.
Fig. 6
Aansluiting
microschakelaar
Aansluiting
motor
ONTVANGER
LED
STEKKERS
VOOR
MICRO
SCHAKELA
AR
KABEL
STEKKERS VOOR
MOTOR
7
2.9 Gebruiks aanwijzing afstands bediening.
Instellen van de display (van F/12h naar C/24h en omgekeerd)
Na het plaatsen van de batterij (9v alkaline) of door het te gelijktijdig indrukken van de knoppen AUTO en
TIMER begint de aanduiding te knipperen tijdens het knipperen van de display kan men omschakelen van F
naar C door het indrukken van de AUTO knop kan men omschakelen.
De display zal na enige tijd van zelf weer op handbediening terug keren, men kan ook de knop TIMER
indrukken.
Instellen van de tijd.
Na het plaatsen van de batterij of door het gelijktijdig indrukken van de AUTO en TIMER knop begint de
display te knipperen om de tijd in te stellen moet men () indrukken om de uren in te stellen en met de knop
() kan men de minuten instellen aansluitend wachten of op knop TIMER drukken om weer op handbediening
terug te keren.
Instellen van de gewenste temperatuur.
De AUTO toets net zolang ingedrukt houden tot de temp aanduiding knippert dan met toets () of () de
temperatuur hoger of lager instellen. Daarna wachten of knop AUTO indrukken om in de automatisch modus te
komen.
De sensor in de afstands bediening meet de temperatuur in de ruimte deze wordt met de ingestelde temperatuur
vergeleken de ontvanger krijgt een signaal en stelt de vlam hoogte in naar gelang de temperatuur in de ruimte.
Programmering van de timer functie.
De TIMER knop zolang ingedrukt houden tot aanduiding P1* knippert.
Dan met knop () voor uren en knop () voor minuten de inschakeltijd instellen en dan nogmaals TIMER
indrukken tot P1 verschijnt dan kan men de uitschakel tijd instellen, door nogmaals TIMER te drukken kan
men de tijden voor het tweede programma P2* P2 instellen aansluitend met TIMER bevestigen. Buiten de
geprogrammeerde tijden verschijnt het symbool in beeld.
Gebruik van de verschillende mogelijkheden.
Handbediening van de vlam hoogte.
() indrukken om het vuur in te schakelen of om de vlammen te verhogen, () indrukken om de vlammen te
verkleinen of om het toestel op waakvlam te zetten.
Bij het indrukken van deze knoppen verschijnt links boven op de display het zend teken is het gasventiel op zijn
eindaanslag dan begint het led van de ontvanger te knipperen men weet dan dat men de hoogste of laagste stand
bereikt heeft.
Temperatuur regeling AUTO
AUTO kort indrukken in de display verschijnt kort de ingestelde temperatuur daarna de ruimte temperatuur.
8
Timer (TIMER)
Als de timer modus is ingeschakeld is de temperatuur regeling hetzelfde als in de AUTO
modus tijdens de uitschakel tijden schakelt de motor hel toestel op waakvlam.
Ter controle van de ingestelde temperatuur AUTO indrukken en aansluitend in de TIMER modus terugkeren.
Tijdens de uitschakel tijd vind er geen temperatuur controle plaats, het batterij verbruik van de zender is
daardoor zeer gering.
Met de toetsen () en () komt men vanuit elke modus in handbediening.
Het wordt aanbevolen om uit te schakelen met de () toets de zender is dan niet actief en belast daarmee de
batterijen niet onnodig.
Wisselen van de batterijen.
Als er BATT rechts boven in het display verschijnt of als het led lampje op de ontvanger minder duidelijk wordt
moet de batterij vervangen worden
Veiligheids uitschakeling
Ontvangt de ontvanger 2 uur lang geen signaal dan wordt het toestel automatisch op waakvlam gedraaid als er
later weer een signaal komt wordt het toestel weer ingeschakeld.
Aanwijzingen.
Voordat men AUTO of TIMER inschakelt moet men met de toetsen () en () de ontvangst testen (als op de
zender het zend symbool verschijnt moet op de ontvanger het led knipperen).
Met de temperatuur regeling wordt over de tijd dat de motor draait de vlam hoogte ingesteld deze tijd is
afhankelijk van de grootte van het vertrek waar het toestel staat opgesteld, van het vermogen van het toestel en
batterij sterkte etc.
Een micro processor meet de temperatuur verhoging per tijd en corrigeert de draaitijd van de motor tijdens de
volgende verwarmingstijd, om de vlamhoogte aan de warmte behoefte aan te passen.
Als de kleinstand voldoende is om het vertrek op te warmen zal het toestel na enkele keren op automaat te
hebben gebrand, tussen kleinstand en uit gaan branden zodat het mogelijk is langere brandtijden en een
gelijkmatigere temperatuur te bereiken.
In het midden van het toestel achter de klep bevinden zich de bedieningsknoppen van de kachel.
NOP B
KNOP A
K
3.1 In gebruik stellen van de kachel.
Open de gaskraan welke in de gastoevoerleiding naar de gaskachel is gemonteerd.
Draai de ontstekingsknop - A - rechtsom in de richting van ontsteken tot aan de
aanslag, vervolgens indrukken en enkele seconden wachten.
Vanuit ingedrukte positie verder naar links draaien tot men een klik hoort.
Door de glasruit kunt U aan de linkerkant van de kachel zien of de waakvlam brand
Is dit niet het geval dan dient U deze handelingen te herhalen.
Indien de waakvlam brand, de ontstekingsknop nog 30 seconden ingedrukt houden
En daarna loslaten de waakvlam moet nu blijven branden.
Dan de knop - A - nog verder door draaien naar links en op het grote vlammetje
zetten
De knop - B - kan nu doormiddel van de afstandbediening in de gewenste stand
Ingesteld worden traploos tussen hoog en laag.
Ervaring leert welke stand voor uw kamer het meest geschikt is.
De bediening van de afstandsbediening is eenvoudig knop –D- om de vlam hoger in
te stellen en knop –E- om de vlam lager in te stellen of om de vlam geheel te doven.
3.2 Buitenwerking stellen van de hoofdbrander.
Door de knop –E- van de afstandsbediening ingedrukt te houden tot de led lamp op
de ontvanger begint te knipperen.
10
De brander kan ook uitgeschakeld worden door de ontstekingsknop
A - rechtsom te draaien tot aan de aanslag.
-
KNOP D
KNOP E
3.3 Buitenwerking stellen van de waakvlam.
.
Door de ontstekingsknop - A - licht in te drukken en verder rechtsom te draaien schakelt u
de waakvlam uit.
3.4 Voorschriften voor de gebruiker.
Plaats geen brandbare voorwerpen voor, of onderin de gashaard..
Als de gashaard is uitgegaan dan dient men minimaal 10minuten te wachten alvorens
de gashaard opnieuw te ontsteken (zie in gebruik stellen van het toestel)
Om een goed functioneren van de gashaard te waarborgen adviseren wij om deze
minimaal 1 keer per jaar te laten reinigen en controleren door een erkend installateur.
Indien de gashaard herhaaldelijk afslaat dan dient men de installateur te waarschuwen.
Als warmte wisselend oppervlak wordt gezien de voorkant.
Waarschuwing de kachel mag niet gebruikt worden als de glasruit gebroken is of als de
deur open staat. De kachel mag alleen gerepareerd worden met originele onderdelen
geleverd door de fabrikant en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een erkend
installateur.
Aan de houtset mag onder geen enkele omstandigheid iets veranderd of toegevoegd
worden als er een houtblok stuk is dient deze vervangen te worden door een origineel door
de fabrikant geleverd exemplaar. Om brandgevaar uit te sluiten dient de minimum afstand
tot brandbare delen en meubels minimaal 100 cm te bedragen de minimum afstand tussen
de achterkant van de kachel en de muur dient minimaal 20 cm te zijn.
Het is van belang dat u de kachel niet kort na een verbouwing of nieuwbouw stookt door
de luchtcirculatie worden vocht en nog niet uitgeharde vluchtige bestanddelen uit
sierpleisters, verf, vloerbedekkingen en andere materialen aangezogen.
Dit kan op koude oppervlakten roetvlekken veroorzaken.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.