Trix minitrix BR360, minitrix V36 User Manual
Modell der
BR360 / V36
2
Informationen zum Vorbild V 36
Von 1938 bis 1944 wurden rund 250 dreiachsige dieselhydraulische Lokomotiven als WR 360 C 14 gebaut. Sie
wurden im Verschiebedienst eingesetzt.
Die Deutsche Bundesbahn hat - ebenso wie viele andere europäische Privat- und Staatsbahnverwaltungen
- nach 1945 zahlreiche Lokomotiven als Baureihe (BR)
V 36 übernommen. Sie wurden im Personennahverkehr
großer Städte, beim Verschiebedienst auf Güterbahn
-
höfen und für das Bereitstellen von Reisezug-Garnitu
-
ren eingesetzt.
Ab 1968 wurden die Lokomotiven als BR 236 be
zeichnet. Sie sind inzwischen ausgemustert worden.
Während der Dienstzeit wurden einige Modelle mit
unterschiedlichen Umbauten versehen. Zu einer
der bekanntesten Varianten gehört die aufgesetzte
Führerkanzel, die dem Lokführer die Möglichkeit gab
den kompletten Zug zu überblicken und die allgemeine
Streckensicht verbesserte. Gleichzeitig mit der Monta
ge des Dachaufsatzes mussten bei dieser Version auch
die Bedienelemente versetzt werden.
Achsanornung C
Länge über Puffer 9200 mm
Höchstgeschwindigkeit 55 km/h
Dienstmasse 43 t
Nennleistung 257 kW (350 PS)
Baujahr ab 1938
Wheel arrangement C
Lenght over buffers 9200 mm
Maximum Speed 55 km/h / 34,1 mph
Service weight 43 metric tons
Nominal Power 257 kW (350 hp)
Built sturting in 1938
Information about the prototype V 36
Approximately 250 three-axle, diesel-hydraulic locomo
tives were built from 1938 to 1944 as the WR 360 C 14.
They were used in switching service.
Like so many other European private and state rail
roads, the German Federal Railroad acquired a large
number of these locomotives after 1945 and classified
them as the V 36. They were used for passenger traffic
in and around large cities, for switching in freight yards,
and to make up passenger trains.
In 1968 these locomotives were designated the class
236. In the years since then they habe been taken out
of service. Several models were modified in a number
of different ways during the course of their service lives.
One of the best known variations includet the added-on
driver‘s cab, which allowed the driver to see the entire
train and improved his view of the track as a whole.
For this version, at the same time as the roof add-on
installed, the controls also had to be relocated.
3
Disposition d‘essieux C
Longueur hors tampons 9200 mm
Vitesse maximale 55 km/h
Poids en ordre de marche 43 t
Puissance nominale 257 kW (350 PS)
Construite à partir de 1938
Asindeling C
Lengte over de buffer 9200 mm
Maximumsnelheid 55 km/h
Dienstgewicht 43 t
Normvermogen 257 kW (350 PS)
Bouwjaahr vanat 1938
Informations concernant le modèle rée V 36
Environ 250 locomoteurs Diesel-hydrauliques à 3
essieux furent contruits entre 1938 et 1955 sous le
numéro de construction WR 360 C 14. Ils ont assuré
des services variés.
La Deutsche Bundesbahn ainsi que d‘autres compa
gnies, privées ou publiques, ont acquis, après 1945
de nombreuses machines de ce type. Elles ont été
immatriculées par la DB (BR) V 36. Elles ont assuré
des services voyageurs de banlieue dans les grandes
willes ainsi que des services de triage. Elles assuraient
également la mise à quai des trains.
A partir de 1968, ces locomoteurs ont été renumérotés
BR 236. Entretemps, toutes ces machines sont rayées
des inventaires. Pendant le temps de service, différen
tes modifications ont été apportées à certains modèles.
Parmi les variantes les plus connues, on compte le
poste de pilotage rapporté qui donnait la possibilité
aux conducteurs de la locomotive d‘avoir une vue
d‘ensemble du train et une meilleure visibilité générale
des voies. Parallèlement au montage du lanterneau, les
éléments de commande de cette version ont dû être
déplacés.
Informatie bij het voorbeeld V 36
Van 1938 tot 1944 werden rond 250 drie-assige dieselhydraulische locomotieven als WR 360 C 14 gebouwd.
Ze werden bij rangeerdiensten ingezet.
De Deutsche Bundesbahn heeft net als veel andere
Europese particuliere en staatsspoorwegen na 1945
talrijke locomotieven als bouwserie (BR) V 36 overge
nomen. Ze deden dienst voor stoptreinen in en rond
grote steden, bij rangeerdiensten op goederenstations
en werden voor de samenstelling van reizigestreinen
ingezet.
Vanaf 1968 werden de locomotieven als BR 236
aangeduid. Ze zijn inmiddels uit de dienst genomen. In
de loop van hun diensttijd werden sommige modellen
met uiteenlopende modificaties uitgerust. Eén van de
bekendste varianten is de hooggeplaatste bestuurderscabine, die de machinist de mogelijkheid bood,
de complete trein te overzien, en het algehele zicht op
de baan aanmerkelijk verbeterde. Bij montage van het
dakstuk moeten bij dese versie tegelijk ook de bedieningselementen verplaatst worden.
4
Funktionen
•
Lok mit digitaler Schnittstelle entsprechend NEM 651.
• Fahrgestell und Aufbau aus Metall.
• Dieses Trix-Modell ist entsprechend den gesetzli
-
chen Vorschriften voll funk- und fernsehentstört.
• Zum Schutz des Modells ist eine elektronische Über
-
lastsicherung eingebaut.
• Analog 14 Volt =, digital 22 Volt ~.
Functions
• Locomotive comes with NEM 651 digital-connector.
• Metal frame and body.
• This Trix model complies with the regulations concerning suppression of interference with radio and
television reception.
• An electronic overload protection is built in to protect
the model.
• Analog 14 volts DC, digital 22 volts AC.
Functionnement
• Locomotive avec interface digitale conforme à la
norme NEM 651.
• Châssis et caisse en métal.
• Ce modèle Trix protégé contre l‘émission de
parasites radio et de télévision conformément aux
prescriptions légales.
• Une sécurité électronique protège le modèle contre
toute surcharge éventuelle.
• Analogique 14 volts =, digital 22 volts ~.
Functies
• Lok met stekkerverbinding voor digitale decoder
volgens NEM 651.
• Drijfwerk en kap uit metaal.
• Dit Trix-model is, volgens de geldende voorschriften,
geheel radio- en televisie-ontstoort.
• Voor de beweiliging van het models is een elektroni
-
sche overbelastingsbeveiliging ingebouwd.
• Analog 14 Volt =, digital 22 Volt ~.
Loading...