Toyota TNS510 User Manual

TNS 510 1
Inleiding
Dank u voor uw aankoop van dit navigatiesysteem. Gelieve deze handleiding aandachtig te lezen voor een goed gebruik. Houd deze handleiding altijd bij u in uw voertuig.
Dit navigatiesysteem is een van de technologisch meest geavanceerde voertuig­accessoires die ooit ontwikkeld werden. Het systeem ontvangt satellietsignalen van het GPS (Global Positioning System) dat beheerd wordt door het Ministerie van Landsverdediging van de V.S. Aan de hand van deze signalen en andere voertuig­sensoren, toont het systeem uw huidige positie en helpt u bij het localiseren van een gewenste bestemming.
huidige startlocatie tot aan uw bestemming. Het systeem is ook ontworpen om u op een
efciënte manier naar een bestemming te loodsen waarmee u niet vertrouwd bent. Het
kaartenbestand is gebaseerd op AISIN AW-kaarten die op hun beurt gebaseerd zijn op NAVTEQ-kaarten. De berekende routes zijn soms niet de kortste, noch die met de minste verkeershinder. Uw eigen persoonlijke kennis over de plaatselijke toestand of een zelf gevonden kortere weg kunnen soms sneller zijn dan de berekende routes.
u gemakkelijk bestemmingen kunt selecteren zoals restaurants en hotels. Als een bestemming niet in de database voorkomt, kunt u de straat of een groot kruispunt in de buurt ervan invoeren en het systeem zal er u naartoe brengen.
ü Bestel uw bijgewerkte kaarten rechtstreeks via
http://www.toyota-mapupdates.eu/
NL_01955_TNS510_OM.indd 1 12/1/08 2:09:03 PM
2 TNS 510
Wees er u echter van bewust dat alle huidige navigatiesystemen bepaalde beperkingen hebben die hun vermogen om goed te presteren kunnen beïnvloeden. De nauwkeurigheid van de positie van de auto hangt af van de satelliettoestand,
de conguratie van de weg, de staat van de auto of andere omstandigheden. Voor
meer informatie over de beperkingen van het systeem, zie pagina's 248 tot en met 249.
TOYOTA MOTOR CORPORATION
NL_01955_TNS510_OM.indd 2 12/1/08 2:09:03 PM
TNS 510 3
Belangrijke informatie over deze handleiding
Om veiligheidsredenen zijn in deze handleiding elementen die bijzondere aandacht vergen als volgt weergegeven.
ü
OPGELET
Dit is een waarschuwing voor alles wat kan leiden tot letsels als de waarschuwing genegeerd wordt. U krijgt informatie over wat u al dan niet mag doen om het gevaar voor verwondingen voor uzelf en anderen te vermijden.
OPMERKING
Dit is een waarschuwing voor alles wat schade kan toebrengen aan de auto of aan zijn uitrusting als de waarschuwing in de wind wordt geslagen. U wordt op de hoogte gebracht over wat u al dan niet mag doen om het risico op schade aan uw voertuig en zijn uitrusting te vermijden of te verminderen.
INFORMATIE
Dit verschaft extra informatie.
Uitzicht en specicaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden aan­gepast. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag geproduceerd worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Toyota Motor Europe.
Veiligheidsinstructie
Om dit systeem zo veilig mogelijk te gebruiken, dient u altijd de onderstaande veiligheidstips in acht te nemen.
Dit systeem is bedoeld als hulp bij het bereiken van een bestemming en indien het goed gebruikt wordt dan zal dit u daarbij effectoef helpen. Alleen de bestuurder is verantwoordelijk voor de veilige bediening van het voertuig en de veiligheid van de passagiers.
Gebruik geen enkele functie van dit systeem als u erdoor verstrooid raakt en de veiligheid tijdens het rijden in het gedrang komt. De eerste prioriteit bij het rijden moet altijd de veilige bediening van de auto zijn. Leef bij het rijden altijd alle verkeersregels na.
Leer vooraleer dit systeem in de praktijk te gebruiken, ermee om te gaan en maak u er grondig vertrouwd mee. Lees de volledige handleiding van het navigatiesysteem zodat u het systeem goed begrijpt. Laat anderen dit systeem pas gebruiken als ze zelf de instructies in deze handleiding gelezen en begrepen hebben.
N0001GS
NL_01955_TNS510_OM.indd 3 12/1/08 2:09:03 PM
4 TNS 510
ü
OPGELET
Wees uiterst oplettend bij het
bedienen van het navigatiesysteem terwijl u rijdt. Onvoldoende aandacht voor de weg, het verkeer of de weersomstandigheden kunnen tot een ongeval leiden.
• Zorg er bij het rijden voor dat
u de verkeersregels naleeft en blijf letten op de weg. Als een verkeersteken op de weg werd veranderd, kan de routbegeleiding verkeerde informatie verschaffen zoals de rijrichting in een éénrichtingsstraat.
Luister bij het rijden zoveel mogelijk naar de gesproken instructies en werp alleen als dit veilig is een vluchtige blik op het scherm, Vertrouw echter niet volledig op de stembegeleiding. Gebruik dit alleen als referentie. Als het systeem de huidige voertuigpositie niet juist kan bepalen, bestaat de mogelijkheid op verkeerde, te late of geen gesproken begeleiding.
De gegevens in het systeem kunnen soms onvolledig zijn. De omstandigheden op de weg, met inbegrip van rijbeperkingen (niet naar links afslaan, afgesloten straten enz.) veranderen vaak. Vooraleer een instructie van het systeem te volgen, moet u daarom altijd nagaan of de instructie veilig en wettig kan worden uitgevoerd.
Dit systeem kan niet waarschuwen over zaken zoals de veiligheid van een gebied, de staat van de weg en de beschikbaarheid van hulpdiensten. Als u niet zeker bent over de veiligheid van een gebied, rijd er dan niet binnen. Onder geen enkele
voorwaarde kan dit systeem het persoonlijke oordeel van de bestuurder vervangen.
Gebruik dit systeem alleen in plaatsen waar dit wettelijk mag. Sommige landen/ streken kunnen wetten hebben die het gebruik van video- en navigatieschermen naast de bestuurder verbieden.
NL_01955_TNS510_OM.indd 4 12/1/08 2:09:03 PM
TNS 510 5
Inhoudsopgave
Uw navigatiesysteem —
— Navigatiesysteem functie-index ................................. 10
— Snel aan de slag ........................................................... 12
— "Bestemming"-scherm ................................................ 14
— "Menu"-scherm ............................................................ 16
— "Navigatie"-scherm ..................................................... 17
— "Instellen"-scherm ....................................................... 18
1 Basisfuncties
<Basisinformatie vooraleer het toestel te bedienen>
Beginscherm ...................................................................................... 22
Bediening aanraakscherm ................................................................. 23
Letters en cijfers invoeren/Werken met het Lijst-scherm ................... 24
Helpfunctie ......................................................................................... 27
Bediening van het kaartscherm ..................................................... 28
Weergave huidige positie ............................................................... 28
Verschuiven .................................................................................... 28
De schermen omwisselen .............................................................. 33
Schaal van de kaart ........................................................................ 35
Oriëntatie van de kaart ................................................................... 36
Voorbeeld van de bediening van het navigatiesysteem............... 36
De route begeleiden ....................................................................... 36
Thuis registreren ............................................................................ 38
Verkorte handleiding
1
2
3
4
5
6
7
NL_01955_TNS510_OM.indd 5 12/1/08 2:09:03 PM
6 TNS 510
2 Bestemming opzoeken
Bestemming opzoeken .................................................................... 42
Het zoekgebied selecteren ............................................................. 42
"Thuis" als bestemming opzoeken ................................................. 44
Bestemming zoeken via Sneltoegang ............................................ 45
Bestemming zoeken via "Adres" .................................................... 45
Bestemming zoeken via "POI*" ...................................................... 48
Bestemming zoeken via "POI* nabij cursor" .................................. 52
Bestemming zoeken via "Geheugen" ............................................. 55
Bestemming zoeken via "Vorige" ................................................... 56
Bestemming zoeken via "Kaart" ..................................................... 56
Bestemming zoeken via "Kruispunt" .............................................. 57
Bestemming zoeken via "Coördinaten" .......................................... 58
Bestemming zoeken via "Tel. nummer" .......................................... 58
Bestemming opzoeken via "Postcode VK" ..................................... 59
De routebegeleiding starten ............................................................... 59
3 Routebegeleiding
Routebegeleidingsscherm ................................................................. 64
Typische gesproken instructies .......................................................... 67
Afstand en tijd tot bestemming .......................................................... 69
De bestemming instellen of wissen ............................................... 70
Bestemmingen toevoegen .............................................................. 70
Bestemmingen herschikken ........................................................... 71
Bestemmingen wissen ................................................................... 72
De route instellen ............................................................................. 73
Zoekcriterium .................................................................................. 73
Omleiding instellen ......................................................................... 74
Wegvoorkeur .................................................................................. 75
De route starten vanaf een aangrenzende weg ............................. 76
Weergave op kaart ........................................................................... 76
POI's* weergeven ........................................................................... 76
Routeoverzicht ............................................................................... 79
Routevoorbeeld .............................................................................. 80
Routetracé ...................................................................................... 81
*: "Point of Interest" (POI - Interessepunt)
NL_01955_TNS510_OM.indd 6 12/1/08 2:09:03 PM
TNS 510 7
4 Geavanceerde functies
<Beschrijvingen van functies voor doeltreffender gebruik>
De begeleiding pauzeren en hernemen. ............................................ 84
Volume ............................................................................................... 85
Gebruikersvoorkeuren ....................................................................... 86
Geheugen ......................................................................................... 88
Geheugenpunten registreren ......................................................... 89
Geheugenpunten bewerken ........................................................... 90
Geheugenpunten wissen ................................................................ 94
Thuis registreren ............................................................................ 95
Thuis wissen ................................................................................... 96
Registreren van het te vermijden gebied ........................................ 96
Te vermijden gebied bewerken ....................................................... 97
Te vermijden gebied wissen ........................................................... 100
Vorige punten wissen ..................................................................... 100
Instellen ............................................................................................. 101
RDS-TMC (Radio Data System Trafc Message Channel) ............... 111
5 Andere functies
Onderhoudsinformatie .................................................................... 120
Instelling onderhoudsinformatie ..................................................... 120
Dealer instellen ............................................................................... 122
Kalender met memo's ...................................................................... 124
Een memo toevoegen .................................................................... 126
Een memo bewerken ..................................................................... 127
Memolijst ........................................................................................ 127
Handenvrij systeem (voor mobiele telefoon) ................................ 129
Een Bluetooth
®
-telefoon invoeren................................................... 132
Bellen met de Bluetooth
®
-telefoon .................................................. 136
Op de Bluetooth
®
-telefoon ontvangen ............................................ 141
Via de Bluetooth
®
-telefoon spreken ................................................ 141
De instellingen van de Bluetooth
®
-telefoon veranderen ................. 143
Een Bluetooth
®
-telefoon instellen ................................................... 167
Het scherm instellen .......................................................................... 175
Scherminstelling ................................................................................ 176
Instelling van het biepgeluid .............................................................. 178
Taal kiezen ......................................................................................... 179
NL_01955_TNS510_OM.indd 7 12/1/08 2:09:04 PM
8 TNS 510
6 AUDIOSYSTEEM
Snel aan de slag ................................................................................ 182
Uw audiosysteem gebruiken .......................................................... 183
Beginselen ...................................................................................... 183
Bediening van de radio ................................................................... 188
Bediening van de cd-speler ............................................................ 192
Bediening van een SD/USB-speler ................................................ 202
Bediening van een Bluetooth
®
-audiosysteem ................................ 211
Bediening van een toestel aangesloten op de AUX-uitgang .......... 226
Bediening van een iPod ................................................................. 228
Afstandsbediening van het audiosysteem ......................................... 237
Tips voor het bedienen van het audiosysteem .................................. 238
7 Bijlage
Beperkingen van het navigatiesysteem ............................................. 248
Kaartdatabase-informatie en -updates .............................................. 250
NL_01955_TNS510_OM.indd 8 12/1/08 2:09:04 PM
TNS 510 9
NL_01955_TNS510_OM.indd 9 12/1/08 2:09:04 PM
10 TNS 510
Uw navigatiesysteem — — Navigatiesysteem functie-index
<Kaart>
Kaarten weergeven Pagina
Het kaartscherm bekijken 12
De huidige voertuigpositie weergeven 28
De kaart met huidige positie van de buurt bekijken 28
De schaal wijzigen 35
De oriëntatie van de kaart wijzigen 36
POI's* weergeven 76
Weergave van de geschatte reistijd/aankomsttijd op de bestemming
69
Het scherm met de dubbele kaart selecteren 33
Het scherm met de aanraaktoetsen wissen 104
De verkeersinformatie weergeven (RDSTMC) 111
De bestemming zoeken Pagina
De bestemming zoeken (via Thuis, POI, tel.nr., etc.) 42
Van land veranderen 42
Werken met de kaart met de locatie van de gewenste bestemming
59
<Routebegeleiding>
Vooraleer de routebegeleiding te starten Pagina
De bestemming instellen 59
Alternatieve routes bekijken 59
De routebegeleiding starten 59
Voor of tijdens de routebegeleiding Pagina
De route bekijken 59
Bestemmingen toevoegen 70
De route veranderen 73
Weergave van de geschatte reistijd/aankomsttijd op de bestemming
69
*: POI's : "Points of Interest" (POI - Interessepunt)
NL_01955_TNS510_OM.indd 10 12/1/08 2:09:04 PM
TNS 510 11
Tijdens de routebegeleiding Pagina
Routebegeleiding onderbreken 84
Het volume van de routebegeleiding instellen 85
De bestemming wissen 70
De volledige routekaart tonen 79
<Nuttige functies>
Geheugenpunten Pagina
Geheugenpunten registreren 89
Pictogrammen markeren op de kaart 88
Informatie Pagina
Onderhoudsinformatie weergeven 120
De kalender weergeven 124
Handenvrij systeem (voor mobiele telefoon) Pagina
Bluetooth
®
in werking stellen 132
Bellen met de Bluetooth
®
-telefoon 136
Een oproep ontvangen op de Bluetooth
®
-telefoon 141
NL_01955_TNS510_OM.indd 11 12/1/08 2:09:04 PM
12 TNS 510
Snel aan de slag
1 Symbool "naar het Noorden" of
"naar de bestemming" gericht
Dit symbool geeft aan of de kaart naar het noorden of naar de bestemming is gericht. Door dit symbool aan te raken verandert
de oriëntatie van de kaart .....................36
2 Schaal
Dit cijfer geeft de schaal van de kaart
weer .......................................................35
3 "GPS" markering
(Global Positioning System)
Telkens uw voertuig GPS-signalen
ontvangt, verschijnt deze markering. ...248
4 RDS-TMC-markering
Deze markering wordt weergege­ven wanneer RDS-TMC-info wordt
ont vangen ............................................ 111
5 Grensbegeleiding
Wanneer een voertuig een grenslijn overstreekt, wordt de nationale vlag van dat land weergegeven.
6 Uitzoomschakelaar
Raak deze schakelaar aan om de schaal
van de kaart te verkleinen. ....................35
7 "Mark"-schakelaar
Raak deze schakelaar aan om de positie van de cursor als geheugenpunt te
registreren. ............................................29
8 "Route"-schakelaar
Raak deze schakelaar aan om de
schermmodus te veranderen. ......... 70, 73
NL_01955_TNS510_OM.indd 12 12/1/08 2:09:05 PM
TNS 510 13
9 "Kaart"-schakelaar
Raak deze schakelaar aan om informatie te krijgen over de route naar de bestemming en informatie over de POI's (Points of Interest) op het kaartscherm
.............................................76, 79, 80, 81
{ "ű Uit" schakelaar
Raak deze schakelaar aan om een breder zicht te krijgen. Sommige van de schakelaars op het scherm worden niet weergegeven. Ze verschijnen opnieuw bij
het aanraken van de "Aan
Ű"-schakelaar
.............................................................104
| Inzoomschakelaar
Raak deze schakelaar aan om de schaal
van de kaart te vergroten.......................35
} Schermconfiguratieschakelaar
Raak deze schakelaar aan om de
schermmodus te veranderen. ................33
~ Afstand en tijd tot bestemming
Toont de afstand, de geraamde reistijd tot aan de bestemming en de geraamde
aankomsttijd tot aan de bestemming. ....69
Ä "TEL"-knop
Druk op deze knop om het "Telefoon"-
scherm te tonen. ..................................132
Å "MENU"-knop
Druk op deze knop om het "Menu"-scherm
te tonen..................................................16
Ç "DEST"-knop
Druk op deze knop om het "Bestemming"-
scherm te tonen. ........................14, 36, 42
É "MAP/VOICE"-knop
Druk op deze knop om een gesproken instructie te herhalen, een éénvingerverschuiving te annuleren, te beginnen met de routebegeleiding en de
huidige positie te tonen....................28, 67
NL_01955_TNS510_OM.indd 13 12/1/08 2:09:05 PM
14 TNS 510
"Bestemming"-scherm
Met het scherm "Bestemming" kunt u een bestemming zoeken. Om het "Bestemming"­scherm weer te geven, drukt u op de "DEST"-knop
1 "Adres"
Een straatadres en een huisnummer kunnen ingevoerd worden met de
invoertoetsen. ........................................45
2 "POI"
Selecteer een van de vele POI's (Points of Interest) die al opgeslagen zitten in de
database van het systeem.....................48
3 "POI nabij cursor"
Vanuit de POI-categorie kan een
bestemming geselecteerd worden.........52
4 "Vorige"
Uit elk van de laatste 100 eerder ingestelde bestemmingen en vanaf het vorige startpunt kan ook een bestemming
gekozen worden. ...................................56
5 "Geheugen"
De locatie kan geselecteerd worden uit de geregistreerde "Geheugenpunten". (Om geheugenpunten te registreren, zie "— Geheugenpunten registreren" op
pagina 89.).............................................55
NL_01955_TNS510_OM.indd 14 12/1/08 2:09:06 PM
TNS 510 15
6 "Kaart"
Een bestemming kan gekozen worden gewoon door de plaats op de weergegeven kaart aan te raken.
...............................................................56
7 "Kruispunt"
De namen van twee elkaar kruisende straten kunnen worden ingevoerd. Dit komt van pas als u alleen de buurt van het adres kent en het adres zelf niet.
...............................................................57
8 "Postcode-VK"
Bestemmingen in het V.K. kunnen
opgezocht worden via de postcode. ......59
9 "?"
De helpfunctie voor het scherm "Bestemming" kan op dit scherm bekeken
worden. ..................................................27
{ Aanraakknop zoekgebied
Om het zoekgebied te veranderen, raakt
u deze knop aan. ...................................42
| Sneltoegang-aanraaktoets
Een van de 5 vooraf ingestelde bestemmingen kan gekozen worden door het scherm rechtstreeks aan te raken. Om deze functie te gebruiken moet voor elk geheugenpunt de "Sneltoegang" worden ingesteld. (Om een "Sneltoegang" te registreren, zie "— Geheugenpunten
bewerken" op pagina 90.) ......................45
} Thuisknop
Een persoonlijk thuisadres kan gekozen worden zonder het adres telkens weer in te moeten voeren. Om deze functie te gebruiken, moet u "Thuis" als geheugen­punt instellen. (Om "Thuis" te registreren, zie "— Thuis registreren" op pagina 95.)
...............................................................44
~ "Tel. nummer"
Via het telefoonnummer kan een
bestemming ingevoerd worden. ............58
Ä "Coördinaten"
Een bestemming kan ingesteld worden door de breedte en de lengte als
coördinaten op te geven. .......................58
NL_01955_TNS510_OM.indd 15 12/1/08 2:09:06 PM
16 TNS 510
"Menu"-scherm
Met het "Menu"-scherm kunt u de hieronder weergegeven instellingen zoals het navigatiesysteem en de verkeersinformatie aanpassen.
1 "Navigatie"
Om de "Geheugenpunten", het volume van de gesproken instructies en andere instellingen van het navigatiesysteem in te
stellen. ...................................................17
2 "RDS-TMC"
Om de verkeersinformatie aan of uit te
zetten. .................................................. 111
3 "Informatie"
Om de onderhoudsgegevens, Bluetooth
®
­audio, de te gebruiken systeemtaal en diverse andere systeeminstellingen aan of
uit te zetten. ...........22, 120, 124, 176, 179
4 "Scherm"
Om het scherm uit te zetten, de helderheid te regelen en de dagmodus te kiezen.
.............................................................175
NL_01955_TNS510_OM.indd 16 12/1/08 2:09:07 PM
TNS 510 17
— "Navigatie"-scherm
Met het "Navigatie"-scherm kunt u effectief gebruik maken van het navigatiesysteem. Om het "Navigatie"-scherm weer te geven, drukt u op de "MENU"-knop en raakt u "Navigatie" aan.
1 "Begeleiding onderbreken" en
"Herneem begeleiding"
Pauzeert of herneemt de begeleiding....84
2 "Volume"
Stelt het volume van de gesproken
instructies in...........................................85
3 "?"
De helpfunctie voor het "Navigatie"-scherm
kan op dit scherm bekeken worden. .....27
4 "Kaart-SD"
Toont informatie over de versie van de SD-geheugenkaart of het gedekte gebied.
.............................................................251
5 "Kies gebruiker"
Tot 3 verschillende instellingen voor verschillende gebruikers kunnen in het
geheugen worden opgeslagen. .............86
6 "Instellen"
Maakt verschillende instellingen van het
navigatiesysteem mogelijk.............18, 101
7 "Geheugen"
Maakt wijzigingen aan de "Geheugen­punten", "Thuis" en "Te vermijden gebieden" mogelijk. Maakt het mogelijk
om het vorige punt te wissen. ................88
NL_01955_TNS510_OM.indd 17 12/1/08 2:09:08 PM
18 TNS 510
"Instellen"-scherm
De items getoond op het "Instellen"-scherm kunnen ingesteld worden. Om het "Instellen"­scherm weer te geven, drukt u op de "MENU"-knop en raakt u "Instellen" aan.
1 "Afstand"
Da afstandseenheden "km" of "mijl"
kunnen gekozen worden. ....................101
2 "Geschatte reistijd"
Het systeem voor het weergeven van de reistijd en de tijd van aankomst op de bestemming kan ingesteld worden op het
routebegeleidingscherm. .....................102
3 "Layout Toetsenbord"
De indeling van het toetsenbord kan
gewijzigd worden. ................................103
4 "
Uit
functie"
U kunt kiezen of u de straatnaam wilt weergeven alsook welke aanraakknop u
op het kaartscherm wilt zien. ...............104
5 "POI's tonen"
U kunt 6 pictogrammen kiezen voor weergave op het bovenste scherm van
"POI's tonen". ......................................104
6 "3D oriëntatiepunt"
Mogelijkheid om 3D oriëntatiepunten al
"Aan" dan niet "Uit" te tonen. ............105
NL_01955_TNS510_OM.indd 18 12/1/08 2:09:09 PM
TNS 510 19
7 "Verkeersmelding"
"Informatie over tijdelijke beperkingen" kan
geselecteerd worden. ..........................106
8 "Tijdzone"
De gewenste tijdzone kan geselecteerd
worden. ................................................106
9 "Stembegeleiding in alle modi"
De stembegeleiding kan in alle modi
ingesteld worden. ................................107
{ "Automat. stembegeleiding"
De automatische stembegeleiding kan
ingesteld worden. ................................108
| "Pop-upbericht"
De weergave van pop-upberichten kan
"Aan" of "Uit" gezet worden...............108
} "IJking"
Om de markering van de huidige voertuigpositie met de hand aan te passen of de foutieve berekening na een bandenwissel kan worden gecorrigeerd.
.............................................................109
~ "Stand."
Deze knop op het aanraakscherm
initialiseert alle instellingen. .................101
Ä "?"
De helpfunctie voor het "Instelscherm" kan
bekeken worden. ...................................27
NL_01955_TNS510_OM.indd 19 12/1/08 2:09:09 PM
20 TNS 510
NL_01955_TNS510_OM.indd 20 12/1/08 2:09:09 PM
TNS 510 21
BASISFUNCTIES
1
Sectie 1
BASISFUNCTIES
Basisinformatie vooraleer het toestel te bedienen
Beginscherm ............................................................................................... 22
Bediening aanraakscherm .......................................................................... 23
Letters en cijfers invoeren/Werken met het Lijst-scherm ............................ 24
Helpfunctie .................................................................................................. 27
Bediening van het kaartscherm .................................................................. 28
Weergave huidige positie ...................................................................... 28
Verschuiven ........................................................................................... 28
De schermen omwisselen ..................................................................... 33
Schaal van de kaart ............................................................................... 35
Oriëntatie van de kaart .......................................................................... 36
Voorbeeld van de bediening van het navigatiesysteem .............................. 36
De route begeleiden .............................................................................. 36
Thuis registreren ................................................................................... 38
NL_01955_TNS510_OM.indd 21 12/1/08 2:09:09 PM
22 TNS 510
BASISFUNCTIES
Beginscherm
Auto's met "Smart entry and start"­systeem—
Wanneer de "ENGINE START STOP"­schakelaar op "ACCESSORY" of "IGNITION ON" staat, zal het beginscherm weergegeven worden en zal het systeem beginnen werken.
Auto's zonder "Smart entry and start"­systeem—
Wanneer de contactsleutel op ACC of ON staat, zal het beginscherm weergegeven worden en zal het systeem beginnen werken.
ü
OPGELET
Wanneer de auto gestopt is en de motor nog draait, trek dan altijd de handrem aan voor de veiligheid.
Na enkele seconden zal het scherm "WAARSCHUWING" worden weerge­geven.
Lees en volg de instructies. Door "Weergeven kaart" op het scherm
aan te raken, zal het kaartscherm worden weergegeven.
• Onderhoudsinformatie
Dit systeem laat weten wanneer bepaalde onderdelen of componenten vervangen moeten worden en toont informatie over de dealer (indien geregistreerd) op het scherm.
Wanneer de auto een eerder ingestelde rijafstand heeft opgelegd of de datum die opgegeven is voor preventief onderhoud werd bereikt, zal het "Informatie"-scherm weergegeven worden wanneer het navigatiesysteem in werking is.
Om dit scherm uit te zetten, raakt u "Toon dit bericht niet opnieuw" aan. Dit scherm verdwijnt als het verscheidene seconden niet wordt aangeraakt.
Om te voorkomen dat dit informatie scherm nog eens verschijnt, raakt "Toon dit bericht niet meer" aan.
Om "Onderhoudsinformatie" te registre­ren, zie "Onderhoudsinformatie" op pagina 120.
1N5001G
1N5005G
N1001GS
NL_01955_TNS510_OM.indd 22 12/1/08 2:09:09 PM
TNS 510 23
BASISFUNCTIES
1
• Memo-informatie
Dit systeem informeert over een memo­invoer. Op de opgegeven datum zal de memo-informatie weergegeven worden wanneer het navigatiesysteem in werking is. Het scherm met de memo-informatie zal telkens weergegeven worden wanneer het systeem aangezet wordt.
De memo van de huidige datum kan bekeken worden door "Memo" aan te raken. (Zie "— Een memo bewerken" op
pagina 127.)
Om dit scherm uit te zetten, raakt u "Boodschap niet meer tonen" aan. Dit scherm verdwijnt als het verscheidene seconden niet wordt aangeraakt.
Om te voorkomen dat dit informatiescherm nog eens verschijnt, raakt "Boodschap niet meer tonen" aan.
Om een memo-informatie te registreren, zie "Kalender met memo" op pagina 124.
Bediening aanraakscherm
Dit systeem wordt voornamelijk bediend via de aanraakknoppen op het scherm.
Om beschadiging aan het scherm te voorkomen, moet u de aanraakknoppen zachtjes met de vinger aanraken. Wanneer een knop op het scherm wordt aangeraakt, weerklinkt een biepje.
Gebruik geen andere voorwerpen dan uw vinger om het scherm aan te raken.
INFORMATIE
Als het systeem niet reageert op het aanraken van een knop op het aanraakscherm, haal dan uw vinger van het scherm en raak het opnieuw aan.
Donkerder weergegeven aanraak­knoppen kunnen niet bediend worden.
Wrijf vingerafdrukken af met een doek waarmee u normaal glas reinigt. Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen om het aanraakscherm te reinigen.
Het beeld kan donkerder worden en bewegende afbeeldingen kunnen lichtjes vervormd worden op een koud display.
Onder extreem koude om standig­heden is het mogelijk dat de kaart niet weergegeven wordt en dat door de gebruiker ingevoerde gegevens gewist worden. U moet dan wellicht harder drukken dan anders op de aanraakknoppen.
Wanneer u naar het scherm kijkt via gepolariseerd materiaal zoals met een gepolariseerde zonnebril, kan het scherm donker en moeilijk te zien zijn. Pas in dit geval de scherminstellingen aan op het scherm "Display" of zet uw zonnebril af.
1N5006G
NL_01955_TNS510_OM.indd 23 12/1/08 2:09:09 PM
24 TNS 510
BASISFUNCTIES
Letters en cijfers invoeren/ Werken met het Lijst-scherm
Bij het zoeken naar een adres of een naam, of bij het invoeren van een memo, kunnen letters en cijfers ingevoerd worden via het aanraakscherm.
INFORMATIE
De layout van het toetsenbord kan gewijzigd worden. (Zie pagina 103)
• Om letters in te voeren
Om de alfabet-toetsen weer te geven, raakt u "A-Z" of "À-Ý" aan.
Voer letters in door de alfabet-toetsen aan te raken.
: Bij het aanraken van deze knop
wordt één letter gewist. Bij het ingedrukt houden van deze knop, zullen de letters blijven gewist worden.
Op bepaalde letterinvoerschermen kunnen in kleine letters of hoofdleteers ingevoerd worden.
: Om kleine letters in te voeren.
: Om hoofdletters in te voeren.
1N5008G
NL_01955_TNS510_OM.indd 24 12/1/08 2:09:09 PM
TNS 510 25
BASISFUNCTIES
1
• Om cijfers en symbolen in te voeren
Om de cijfertoetsen en symbolen weer te geven, raakt u "0-9" aan.
Voer de cijfers en symbolen in door de cijfertoetsen en symbooltoetsen aan te raken.
: Bij het aanraken van deze knop
wordt één letter gewist. Door deze knop vast te houden, zullen letters blijven gewist worden.
> 1/2
: Bij het aanraken van deze
knop worden andere symbolen weergegeven.
• Om de lijst weer te geven
Om naar een adres of naam te zoeken, raakt "Lijst" aan. Alle items uit de data­base die aan het criterium voldoen worden opgesomd, zelfs wanneer het ingevoerde adres of naam onvolledig is.
Als het aantal resultaten vier of minder is, wordt de lijst weergegeven zonder "Lijst" aan te raken.
INFORMATIE
Het aantal resultaten wordt aan de rechterkant van het scherm getoond. Als het aantal resultaten meer is dan
9.999, toont het systeem **** op het
scherm.
1N5009G
< 2/2
NL_01955_TNS510_OM.indd 25 12/1/08 2:09:09 PM
26 TNS 510
BASISFUNCTIES
• Werking met het Lijst-scherm
Wanneer een lijst wordt weergegeven, gebruik dan de passende knop om de lijst te overlopen.
Om te verplaatsen naar de volgende of vorige pagina.
Om met één item per keer naar boven of naar onderen te verschuiven
Dit staat voor een weergegeven schermpositie.
Als  rechts van de naam van het item staat, dan is de volledige naam te lang om ineens te worden weergegeven. Raak
aan om naar het volgende deel van de naam te gaan.
Raak
aan om naar het begin
van de naam te gaan.
• Sorteren
De volgorde van een lijst weergegeven op het scherm kan herschikt worden.
TYPE A
1. Raak "Sorteer op" aan.
2. Selecteer de gewenste sorteer­criteria.
De sorteercriteria zijn de volgende: "Afstand": Om te sorteren volgens de
afstand vanaf uw huidige locatie.
"Datum": Om te sorteren op datum. "Categorie": Om te sorteren op
categorie. "Pictogram": Om te sorteren volgens de
pictogrammen.
"Naam": Om te sorteren op naam. "Attribuut": Om te sorteren op attribuut.
1N5011G
1N5012G
NL_01955_TNS510_OM.indd 26 12/1/08 2:09:09 PM
TNS 510 27
BASISFUNCTIES
1
TYPE B
"Sort. op afstand": Om te sorteren
volgens de afstand tot de huidige plaats van de auto. De afstand tussen de huidige plaats van de auto en de bestemming wordt rechts van de naam weergegeven.
"Sorteren op naam": Om alfabetisch te sorteren op naam.
Helpfunctie
Uitleg over de functies van de "Bestemming", "Instelling" en "Navigatie"­schermen kan bekeken worden.
Raak
?
aan.
: Om de vorige pagina te bekijken.
: Om de volgende pagina te bekijken.
: Om terug te keren naar het vorige
scherm.
1N5013G
1N5057G
1N5058G
NL_01955_TNS510_OM.indd 27 12/1/08 2:09:10 PM
28 TNS 510
BASISFUNCTIES
Bediening van het kaartscherm — — Weergave huidige positie
Bij het opstarten van het navigatiesysteem, wordt eerst de huidige positie getoond.
Dit scherm toont de huidige positie van de auto en een kaart van de omgeving.
De markering van de huidige positie van de auto ( 1 ) verschijnt in het midden of onderaan in het midden van het kaartscherm.
Onderaan het scherm zal een straatnaam verschijnen, afhankelijk van de schaal van de kaart ( 2).
Door te drukken op de knop "MAP/ VOICE" kunt u vanuit eender welk scherm terugkeren naar dit kaartscherm dat altijd uw huidige positie toont.
Tijdens het rijden blijft de huidige positie van de auto vast op het scherm en beweegt de kaart.
De huidige positie wordt automatisch aangepast als de auto GPS-signalen ontvangt (Global Positioning System). Als de huidige positie niet correct is, wordt deze automatisch gecorrigeerd nadat de auto GPS-signalen heeft ontvangen.
INFORMATIE
Het is mogelijk dat na ontkoppeling
van de accu of bij een nieuw voertuig de huidige positie niet correct is. Zodra het systeem GPS-signalen ontvangt, wordt de correcte positie weergegeven.
Om de huidige positie met de hand te corrigeren, zie pagina 109.
— Verschuiven
(éénvingerverschuiving)
Door een punt op de kaart aan te raken, beweegt dit naar het midden van het scherm en wordt aangegeven door de cursor ( 1 ) .
Gebruik de verschuiffunctie om het gewenste punt naar het midden van het scherm te bewegen om te kijken naar een punt op de kaart dat verschilt van de huidige positie van de auto.
Als de vinger voortdurend op het scherm gehouden wordt, zal de kaart doorgaan met in die richting te verschuiven tot u het scherm loslaat.
Een straatnaam, plaatsnaam enz. van het aangeraakte punt zal getoond worden, afhankelijk van de schaal op de kaart ( 2). De afstand vanaf de huidige positie naar
¤
zal ook getoond worden ( 3).
Nadat het scherm verschoven is, blijft de kaart in het midden staan op de gekozen plaats tot een andere functie wordt geactiveerd. De huidige voertuigpositie­markering zal blijven bewegen langs uw huidige route en kan van het scherm verdwijnen. Wanneer u "MAP/VOICE" knop indrukt, wordt de markering van de huidige voertuigpositie weer gecentreerd en beweegt de kaart naarmate de auto de aangewezen route volgt.
INFORMATIE
Wanneer de éénvingerverschuiving wordt gebruikt, kan de markering van de huidige voertuigpositie van het scherm verdwijnen. Beweeg de kaart nog eens met de vinger of druk op de knop "MAP/VOICE" om terug te keren naar de weergave van de kaart met de huidige plaats van de auto.
1N5016G
1N5017G
NL_01955_TNS510_OM.indd 28 12/1/08 2:09:10 PM
TNS 510 29
BASISFUNCTIES
1
• Om de positie van de cursor als
bestemming in te stellen
Een speciek punt op de kaart kan als
bestemming ingesteld worden met de functie "éénvingerverschuiving".
Raak "Enter
" aan.
Het scherm verandert en toont de plaats op de kaart van de gekozen bestemming en de wegvoorkeur. (Zie "De begeleiding starten" op pagina 59.)
• Om de positie van de cursor te
registreren als een geheugenpunt
De registratie van het geheugenpunt vergemakkelijkt de toegang tot een
speciek punt.
Raak "Mark." aan.
Wanneer u "Mark." aanraakt, verschijnt het volgende scherm gedurende een paar seconden en keert het kaartscherm terug.
1N5018G
1N5018G
1N5019G
NL_01955_TNS510_OM.indd 29 12/1/08 2:09:10 PM
30 TNS 510
BASISFUNCTIES
Het geregistreerde punt wordt weer­gegeven door
op de kaart.
Om het pictogram of de naam enz. te wijzigen, zie "— Geheugenpunten bewerken" op pagina 90.
U kunt max. 106 geheugenpunten registreren. Als u probeert om meer dan 106 POI's te registreren, dan verschijnt er een vraag om bevestiging.
• Om informatie te zien over het
pictogram waar de cursor op staat
Om informatie weer te geven over een pictogram, zet u de cursor erop.
1N5020fG
1N5021G
NL_01955_TNS510_OM.indd 30 12/1/08 2:09:10 PM
Loading...
+ 222 hidden pages